LEIDSCH DAGBLAD. DONDERDAG 16 JUNI. - TWEEDE BLAD. Tweed© Kamer. I wn. De erfgename van Desmond. I 10) No. 13592 Anno 1904 Vervolg der vergadering van gisterna- middag. J achtwot. Do Minister van WaterstaatH. en N. (dc heer Dc Marez Oyens) constateert, dat slechte weinig bezwaren tegen het ontwerp zijn aangevoerd, en herinnert aan hetgeen aanleiding gaf tot do indiening er van, nl. het gebruik maken van den lichtbak, 'om het wild gemakkelijk onder schot te krijgen. Aanvankelijk meende men dat de lichtbak diende om het wild op te sporen, zonder doel om het te bemachtigen, maar do kantonrechter te Tholen was van een an- !der gevoelen en beschouwde den lichtbak als een verboden middel, volgens art. 15 der 'Jachtwet. Zooals men weet, was do Hooge j Raad van een ander gevoelen en casseerde hot vonnis op do bekende gronden. Beslist werd door den H. R. dat het opsporen vol gens art. 20 der Jachtwet, bedoelt ,het op sporen om zelf het wild te bemachtigen. De Minister deelt dat gevoelen niet, maar men stond voor een jurisprudentie, die het mo gelijk maakte een ruim gebruik van den lichtbak te maken. Daarin moest verande ring komen, met het oog op do schade, die 'blijkens bij den Minister ingekomen adres sen, aan grond en vee werd toegebracht door stroopers met den lichtbak. Nu weet de minister wel, dat men met adressen voorzichtig moet zijn, en daarom heeft de Regecring een onderzoek opgedragen aan ,de 1 andbouwieeraren. Namen kan de Minis ter niet noemen, met het oog op wraakne ming van do stroopers. Toch geeft de Mi nister een blik in het rapport der ambtena ren, waaruit blijkt, dat in tal van plaat- son grooto schade is veroorzaakt door de stroopers met lichtbakken, terwijl nog tal van gevallen verzwegen worden, uit vrees voor de stroopers. Dit rapport heeft dc Re geering versterkt in haar mcening, dat Voorziening dringend noodig was. Den heer Arts dankt de Minister voor den gegeven wenk. Mathematisch zeker is niet to bewijzen, dat het ontwerp noodig was, maar zeker is dc indiening gerechtvaar digd op het geeag van de waarschijnlijk heid, dat dc aangerichte schade veroorzaakt is door de stroopers. De Rogeering geeft toe, dat het weaschelijker ware geweest, wanneer het ontwerp vroeger ware inge diend, maar de Regeering kan niet altijd werken zooals zij wil. En hoe eenvoudig heb ontwerp ook schijnt, toch heeft de voorbereiding moeilijkheden opgeleverd. Met den heer Tydeman is de Minister het cons, dat dit ontwerp nauwelijks kan ge noemd worden een wetswijziging. Eigenlijk is heb een wetsbevestiging. Van sbrijd met de discussie van 1902 is hier geen sprake. "Van de motie van 1G02 heeft do Minister met belangstelling kennis genomen. B. Zij beeft hem versterkt in dc opvatting, 'dat een nader onderzoek noodig was a om gegevens te verzamelen. Waar de beer Holsdingen aan dit Kabinet een brevet van onbevoegdheid heeft gegeven, daar moest S hij zeer zeker de laatste zijn om der Regec- B ring er een verwijt van te maken dat zij een Staatscommissie benoemde. Zeer moei- lijk viel het den Minister de leden voor die oommissic te vinden. Met genoegen heeft de Minister gemerkt dat de heer Troelstra en zijn par tijgen ooten er prijs op stellen B om zitting te nemen in Staatscommissiën, B Om zelfs deze Regeering van advies te die- Tien jaren is hier reede over do Jachtwet gesproken, en vorige Regeeringen hebben haar laten rusten. Voorts zet de Minister uiteen, dat de op dracht aan de Staatscommissie overeenstemt met. de hier, cn ook in dc Staatscommissie uitgesproken wcnschen cn gevoelens. Dat dit- wetsontwerp dc wild6ohadeweit zou tegen houden, ontkent de Minister. Wil men die wet écarteeren, dan zal dit evengoed gaan met als zonder aanneming van dit ontwerp. Vóór alles acht dc Minister het noodig het stroop en zooveel mogelijk tegen te gaan. De bopaling door de Regeering voorgesteld, be oogt ieder te straffen, die zich aan jagen op ongeoorloofde wijze schuldig maakt, zoowel heeren als stroopers. Algemeene her ziening komt der Regeer ing zeer urgent voor. Van verscherping der Jachtwet is hier geen sprake, maar de Regeering mag niet dulden dat de wet ontwricht wordt. De Minister weet, dat er personen zijn, die konijnen teelen en het land op die mar nier verpesten met ontuig. Do Regeering waakt daartegen zooveel mogelijk door op drijving van konijnen, ten gevolge waarvan bij een boer 1200 van die dieren werden ge vangen. En ook tegen dien maatregel wer den weer bezwaren gehoord, maar nu niet van do zijde van de landbouwers, maar van de zijde van de bezitters van heerlijke jacht- rechten. De Regeering zal eohter niet schro men om maatregelen te nemen tegen hen, die misbruik makon van hun jachtrechten, evengoed als tegen do stroopera Alsnu komt de Minister tot enkele detail a Dit ontwerp spreekt niet van lichtbak, noch van fietslantaarn, maar eenvoudig van kunstlicht tot het opsporen van wild. Geen kantonrechter zal iemand veroordec- lon, die met een fietslantaarn rondloopt, zonder wild op te sporen, en een kanton rechter, die zoo iemand veroordeelde, zou weinig kans hebben om nog promotie te makon. De Minister zet vervolgens uiteen, dat strafbaar is hij, die met kunstlicht iemand bijstaat om wild op te sporen. Mocht de motie Van den heer Troelstra worden aangenomen, dan zal de Minister toch het ontwerp handhaven om de Kamer in do ge legenheid te 6tellen er over to stemmen. Na replieken wordt in stemming ge bracht de motie van den heer Troelstra, wel ke wordt verworpen met 52 tegen 16 stem men. Hot wetsontwerp wordt daarna aange nomen zonder stemming. Opneming van leerarenenz. in het Rijks- pensioen fond-s. Uitvoerig verdedigt dc Regeer ing ter be antwoording van de daartegen aangevoer de bezwaren, met name ook door het be stuur der Pensioenvereeniging voor rijks ambtenaren ingebracht, do opneming van andere dan bedoelde ambtenaren in hot Pensioenfonds. Zij betoogt dat van eenig uitsluitend recht van de deelgcrechtigden in liet fonds op de kapitalen daarvan geen sprake kan zijn en dat het voorstel der regeering uit een oogpunt van recht onaantastbaar vast staat. Van een eigendomsrecht der ambtenaren op do kapitalen van het fonds kan geen sprake zijn, en aan alle verplichtingen te genover de ambtenaren wordt ten volle vol daan, zoolang aan de weduwen en weezen do pensioenen, waarop zij recht hebben, worden uitgekeerd. Neemt men hierbij nu in aanmerking dat het voorstel betrekkelijk de verhooging van het pensioen, strekt om zonder eenigerlei contra-praestatio van de zijde der declgerechtigden, dio pensioenen mot 15 pOt. te verhoogen, dan zullen, zegt de regeering, de onbillijke klachten van sommige ambtenaren bij de Kamer zeker geen instemming vinden. Overwegend bezwaar vindt bij den minis ter van financiën het denkbeeld om hot pensioenbedrag der weduwen on weezen van thans in dienst zijnde rijksambtenaren, bij uitzondering van de nieuwe categorieën, met een aanmerkelijk belangrijker percen tage te verhoogen en zeer beslist wordt ook ontraden, thans andermaal bijzondere voor deden te geven aan de voor 1 Januari 1891 in dienst getreden deel gerechtigden. Daarentegen erkent de minister dat, mocht Later verlaging der pensioenen of verhooging der bijdragen noodig blijken, zonder eenigen twijfel die nadeeligo voor waarden uitsluitend van toepassing zouden moeten verklaard worden op nieuwe declgerechtigden in het fonds. Het is trou wens niet waarschijnlijk, dat het pensioen fonds later niet in staat zou blijken, do daarop gelegde verplichtingen na te ko men. Naar de wiskundige berekeningen is de kans dat in latere jaren nogmaals ccn batig saldo zal aanwezig zijn, ongetwijfeld grooter dan die, dat men een tekort zal hebben te constateeren. De minister deelt ten slotte mede, dat het bestuur van het Pensioenfonds aan het einde van een uitvoerigo gedachtenwisso- ling, zijn instemming heeft betuigd met de thans voorgedragen bepaling. Bij de redactie van hot wetsontwerp is de bepaling zoo gemaakt om te voorkomen, dat, in strijd met de bedoeling van het ont werp, bekortingen voor do aanvullingspen- sioenen zouden stijgen. Tarief wet. Een en twintig paardenslachters te Rot terdam hebben een adres gezonden aan den minister van financiën, waarin zij opmer ken, ,,dat zij met leedwezen hebben kennis genomen van het bij de Kamer ingezonden tariefwetsontwerp, waarin voorkomt, dat slachtpaarden uit het buitenland niet meer vrij kunnen worden ingevoerd; dat dit zeer ten nadeele komt van de minder gegoede be volking, dio zich wil en kan behelpen als voedsel te gebruiken droog en gezond paar- denvleesch; dat in ons land niet voldoende slachtpaarden kunnen worden aangevoerd cn ook niet in zulke goede hoedanigheid, als die uit het buitenland, wegens de minder droge voeding; dat bij Kon. besluit van -- Juni 1896, slacht-parden komende uit het buitonland zijn vrij gelatendat 10 hef fing op het slachtpaard zooals het wets ontwerp aangeeft, zeer ten nadeele zal zijn van de armere bevolkingdat toch over hot jaar 1903 alleen te Rotterdam 6684 slachtpaarden zijn ingevoerd; dat als waarborg dient dat het ingevoerde paard onder politiegeloide naar het slachthuis vervoerd wordt, en aldaar niet dan geslacht vandaan komt; dat zij niet kunnen geloo- ven dat uw excellentie het stukje paarden- vleesch, hetwelk een gezond en krachtig voedsel is en gegeten wordt door het arm ste deel der bevolking, wil gaan belasten." Om doze redenen, vragen adressanten den minister dringend om do voorgestelde bolosting op slachtpaarden, komende uit het buitenland, te willen terugnemen. Gemengd Nieuws. Onlangs is to Zaandam de Nieuwe Stadsherberg gesloopt, 't Daarvoor vrijgekomen terrein is tot publieke wandel plaats ingorioht. Blijkbaar is dit echter niot mét de noodigo zorg geschied en is uc plek, waar vroeger de kelder was, niet vol doende met zand aangestampt, althans toen Maandag iemand over het terrein liep, zak te dc grond plotseling weg on zat hij in con oogenblik tot het middel iu de aarde. Hulpvaardige banden verlosten hem weldra uit zijn netelige positie. Te Overvoon is do wegwerker Tcmtenburg met don trein van 6.26 naar Zandvoort overreden on gedood. Dc man was ongehuwd. Gisteren werd brand ontdekt boven in do Gehoorzaal te Kampen, waar een tijdelijke kok uit '&-Gra»venhagc voor dc feesten dor Thool. School, nachtverblijf had. De man word met vrceselijkc brand wonden daar gevonden. Er is weinig hoop op leveneAiehoud. De slaapkamer is groo- tendcels uitgebrand Vermoedelijk is de oor zaak een brandende sigaar of door het om vallen ©ener knars. Nader seint men ons dat do kok is over leden. De moord bij Maastricht. De ,,Limb. Koerier" meldt nog omtrent den moord, bij Maastricht gepleegd: Een vreeselijk drama heeft zich Maandag morgen omstreeks 11 uren buiten de Bosch poort rechts van 'den weg naar Smeermaas, nabij do aldaar gelegen brikkenbakkorij van do lieer Willems, afgespeeld. Dc gebroeders Picter Joseph Wouters, oud 23 jaar, ongehuwd, en NicoLaas Wouters, gehuwd, beiden wonende buiten de Bosch- poort, vlak nabij genoemde brikkonbakkerij, haddon aldaar gewerkt onder den ploeg baas Willem Dexters, oud 29 jaar, wonende te Opgrimby, nu, gedurende do campagne, in een keet bij zijn werk wonend. Met het oog op den Maandagmorgen wil den de boeren niet werken en Nicolaas Wou ters begaf zich met den zwager van Doxters naar den ploegbaas Doxters toe, om hooger loon te vragen en daar op te spelen. Toen Dexters weigerde meer geld te ge ven, riep Nicolaas Wouters hem toe:Wacht maar, ik ga een olub badnaven halen on dan zullen we jo wol anders klingelen." Dexters, hierop bevreesd wordend, wachtte tot de vijandig gezinde werklieden vertrok ken waren en begaf zich toen met spoed naar de marechaussee te Maastricht, om hun te verzoeken eens een oogje in hot zeil te komen houden. Onmiddellijk giug de wachtmeester der marechaussee met hem mede, en nabij do brikkenbakkorij gekomen, zagen ze do bcido gebroeders Wouters met een zekeren Geel en op den weg voor hen uit, doch nauwelijks kregen dezen den marechaussee in do gaten, of zo wipten een oafé binnen. Dexters ging daarna weor aan zijn werk cn do marechaussee besloot daar wat op post tc blijven, reed door naar do steenfa briek van den heer Balen-Lalieu cn keerde van daar weer terug. Nauwelijks bij do brug over bet doorvoer kanaal gekomen, liep hom een vrouw tege moet, hem toeroepend: ,,Ze hebben er een doodgeschoten op ei brikkenbakkerij." Onmiddellijk tcrugkeorend vond dc mare chaussee op het aardappelveld vlak nabij do brikkenbakkorij Pieter Wouters dood neer liggen, neergeschoten, door ccn schot hagel vlak in het gelaat, en Nicolaas Wouters el ders met een schot hagel, oveneens op den grond neerliggend. Deze laateto werd onmiddellijk naar zijn nabijgelegen woning gevoerd cn te bed ge legd, waar kort daarna dr. Indemans hem behandelde. Dezelfde geneesheer kon bij Pieter Wou ters slechts den dood constateeren. Uit het voorloopige verhoor der getuigen blijkt nu, dat Nicolaas Wouters zegt op do brikkenbakkerij te zijn gekomen met zijn brocdor, toen eensklaps zijn broor onver hoeds werd doodgeschoten en hij zelf ccn schot in do bil kreeg. Van do andere zijde echter blijkt, dat Pie ter Wouters dio geen vriend bleek te zijn van den zwager van Dexters, welke op zijn beurt wel een vriend was van Nicolaas Wou ters, dat Pieter Wouters dan met een stuk kiezelsteen en een stuk bout naar den zwager van Dexters had gegooid, welke vlak naast Dexters stond. Dexters liep toen onmiddellijk naar de keet, greep daar een tweeloops jachtgeweer met hagel geladen, en schoot Picter Wou ters neer h bout portant, vol in het gelaat hem treffend met zijn hagelpatroncn, waar na Nicolaas Wouters nog een schot in dc bil kreeg. Onmiddellijk daarop wierp Dexters zijn geweer weg en zonder naar de uitwerking van zijn daad te kijken, liep hij naar de ma rechaussee te Maastricht, waar hij zich vrijwillig aangaf. Mon stelde hom voorloopig in bewaring. De verslagen© lag, toen wij ter plaatse waren, nog op dezelfde plek, waar hij neer geschoten was. Het lijk lag op den buik en was, behalve de becnen, geheel met een 'doek bedekt te midden van een aardappel veldje, dat geheel met prikkeldraad afgezet is. Hieruit valt reeds genoegzaam op te maken, dat do vcrslagone Wouters of diens broer zich vijandig tegen Dexters moeten gedragen hebben, daar hij natuurlijkerwijs niets in dat afgesloten aardappelveld tc maken had on over het prikkeldraad moot gekropen zijn, om dichter bij Dexters to kunnen komen Het lijk van Pieter Wouters zag or vreese lijk uit. 't Lijk is later naar Calvaricnbcrg ver voerd ter schouwing, waarheen de substi- tuut-officior van justitie, mr. Hoyor, zich zou begeven. De M a r o k k a a ns c h o bandie ten laten nu geen dag meer ongebruikt voorbijgaan. Thans hebben zij con poging gedaan om den Italiaansohon oonsul', dio een eind buiten Tanger woont, op te lioh ten, maar dc consul werd tijdig gewaar fchuwd eu zoo mislukte de poging. De vorige week Maandag is in het noordoosten van Zwitserland in korten tijd een ontzaglijke hoeveelheid regen ge vallen. Do afdeeling publieke werkon to St.-Gallen heeft bekend gemaakt dat over een gebied van 440 hectaren in 28 minuten 176,000 kub. motors hemelwater zijn neer gekomen, d. i. 104 kub. metor in do seconde. Natuurlijk konden do riolen dio massa niet tydig doorlaten, zoodat hot laaggelegen star- tioDstorroin cn de omgeving onder water werdon gezet en heel wat schade is aange richt. To Elberfold, w a a r th a n s i oe r vele vreemdelingen zijn wegens het oongres der Rijnlandschc brandweeren, rijdende do in <le lucht zwevende tramwagens niet. We gens geschillen over het loon hebben do be ambten het werk gestaakt. De stad Borlijn hoeft thans in hoogste instantie het proces gewonnen dat haar door eenige kerkelijke gemeenten was aangedaan en waarbij het de vraag gold of op grond van een consistorialo verorde ning van 1573 op de stad do verplichting rust kerkelijke bouwkosten tc dragen. In oon schouwburg te Madrid heeft een aangrijpend ongeluk plaats *- had. Eergisteravond bij do voorstelling van een drama is do populaire artiste F©Ü6a Gonsales doodgeschoten. Een dor medospe- londen moest in een der setnes haar met con pistool bedreigen; dtx>r een noodloW-ige ver gissing, die nauwelijks te verklaren is, was het dezen avond gebruikte pistool geladen on do kogel trof do tooneclspeolstor in volle borst. Dc bevolk lug vnu Nederland. De „Staatscourant" No. 137 bevat een uittreksel uit do statistiek van don loop der bevolking van Nederland over 1903, opge maakt door het „Centraal Bureau voor do Statistiek." Er blijkt uit-, dat op 31 December 1903 do bevolking van het Rijk bodroeg 2,690,205 mannen cn 2,7-10,768 vrouwen, totaal 6,430,973. Do bevolking van Nederland is in 1003 toe genomen met 83,783 inwoners, of 16.07 per millo. Voor de grooto gemeenten die met een bevolking van meer dan 20,000 inwoners bedroeg die toeneming 20.60 por mille; voor 'dc overige, of plattelandsgemeenten 12 79 per millo. Het aantal geborenen be droeg 31.56 op 1000 inwoners voor hot Rijk; 30.54 voor do voornaamste, en 32.18 voor dc overige gemeenten. Het aantal ovorledo- non bedroeg, in diezelfde volgorde, 15.58, 14.93 en 16.96 op 1000 inwoners. Do toono- ming door meerdere geboorte dan sterfte was 86,162 of 16.11 per duizend inwonors. In de voornaamste gemeenten was deze ver houding 15.76, in de overige gomconten 16.32 por duizend. Door meerder vortrek dan ves tiging nam do bevolking in totaal af met G.45 per duizend. Do plattelandsgemeenten verminderden door meerder vertrek met 3.53 por duizend, terwijl daarentegen de voor naamste gemeenten mot 4.83 per duizend vooruitgingen. Do buitengewone meordero veretiging, die in Dordrecht cn gedeeltelijk ook in 's-Gravenhago wordt opgemerkt is,* het gevolg van do grenswijziging, die tus- schen genoemdo gemeenten, respectievelijk met Dubbeldam en Loosduinon, in Jancari 1003 plaats vond. Van Dubboldara gingon naar Dordrecht 2818, van Loosduinen naar 's-Gravenhago 895 personen. In elf van do 21 voornaamste gemeenten had meer ver trok dan vestiging plaats en werd dus do toeneming harer bevolking onkel veroor zaakt 'door meerdere geboorte dan sterfte. In Amsterdam blijken do cijfers voor vesti ging cn vertrek geen noemenswaardigen in vloed op do toeneming der bevolking te hebben uitgeoefend. Coiifcaaioneele V©reenIging. In het gebouw voor K. on W tc Utrecht had gisteren do 40sto algemeene ledenverga dering plaats der Confessioneel© Verecni- ging- Na opening der vergadering werdon eeni- go huishoudelijke zaken afgehandeld, waar na ds. F. W. C. L. Schulto te Muiden een nede hiold over „Bijbel on Bobol", do be teeken is dor oud Babylonisch© opgravingen voor de bijbel gel oovigen. Hierna spraken nog ds. H. O. Briet to Koudum over „Do kerk tegenover do theo- sofio, hot spiritism© en wat daarmede in verband staat", terwijl ds. J. Boer Knotb- ncrus te Friezenveen een inleiding hield over do synodalo voorstellen. Mr. J. Schokking en ds. J. P. Er inga werdon herbenoemd als leden van het be stuur. FEUILLETON. De dapperste daden worden uit wan hoop geboren, door wanhoop in het leven geroepen. Coral ie vloog naar een lade van I haar toilettafel en nam ©r een bos roesti- I ge sleutels uit. Met deze in haar hand nam I zij den blaker op. Het roestige slot knars- I te. De deur vloog open. Coralie Desmond j stond alleen op den drempel van „Eleono- ra's Wandeling". Het geleek een giafkelder, zoo somber en stil was bet er. De takken der pijnboo- men sloegen buiten tegen de vensters. Een lange, dunne streep van iets, dat men nau- wolijxs lioht kon noemen, maar dat de maan, door de dikke pijnboomon heen, tooh naar binnen had weten te werken, verhol- dorde conigszins den met dik stof bedek ten giond. Coralie trad binnen en sloot do j deur achter zich. Met het hart in d© keel I stond het meisje daar en keek dc geheelo lange gang door. Eerst zag zij niets en hoorde evenmin iets anders dan hot bonzen van haar eigen hart. Toen verscheen er uit die intense, angstige duisternis, iets nog zwarters, dat langzaam op haar afkwam. Zij stond als een standbeeld, haar violetkleurige oogen wijd opengesperd, haar gelaat - !door angst en vrees verwrongen. Langzaam naderde het. Het was de groote, zwarte ge daante van een man, die als het ware van uit den muur te voorschijn was gekomen. Het kaarslicht viel op een schoon, manne lijk gelaat. Zonder een woord te spreken bleef hij midden in de lange, breede gang staan cn strekte toen de armoD naar bet sidderende jonge meisje uit. Zij deed een schrede voorwaarts. Een kreet ontsnapte haar lippen. „Raymond 1" 6nikto zij cn vloog hem in de armen. IV. De nacht was donker en stormachtig. De wind- en regenvlagen joegen als losgelaten furiën over do zandige duinen en langs het eenzame, verlaten strand. Het had reeds den gansohen dag gestormd cn tegen den avond was alles nog erger geworden. In do herberg „De Vier Winden" zat Gypsy Darke in een hoekje van den haard; met haar kin in de pal mon harer saam ge vouwen handen, staarde zij in de vlammen. Stephen, de nachtuil, vraa als naar gewoon te weder op een zijner nachtelijke tochten. In do aangrenzende gelagkamer zaten een paar door wind en weer gebruinde zeebon ken zioh goed te doen aan een kruik eloohte jenever, terwijl dc krijschcndo stem van grootje Darke zioh af en toe in het gesprek deed hooren. Het meisje zat alleen. Langs het strand tot aan de duinen, voorbij de vooruitste kende steile rotsen, daar is de Dooden- baai," mompelde rij bij zichzelve. Zij overdacht, den weg, dien zij zich voor genomen had te volgen op haar gevaarlij ken tocht. Zij was namelijk van plan, in de zen eersten, waarlijk pikdonkeren nacht, naar de Doodenbaai te gaan en daar de er fenis, die kapitein Craven, op dien avond in de boot, aan haar vermaakt had, in ont vangst te nemen. „Als het geld er is," mompelde zij, „dan neem ik het en maak, dat ik weg kom. Ik ga cr regelrecht mede naar New-York en ik kom zoolang ik leef hier nooit, nooit meer terug Ik wil „de Behekste Klip" en grootje en Stephen nooit meer zien I" Een windvlaag, heviger nog dan een der vorige, deed de kleine herberg op haar fundamenten kraken, gierde door don schoorsteen en stierf eindelijk in do verte tusschen de duinen en klippen in zacht, klagelijk gesteun weg. Gypsy stond op, ging naar het venster en keek naar buiten. Door de half geopen de deur drongen de stemmen der visschers van uit de gelagkamer tot haar door. „Ruw weer vannacht," zoide een van hen. „De wind lost kanonschoten daar buiten." „Toen ik hierheen kwam, juist na zons ondergang, stak er een schip in zee; het verliet juist de Klip. Het zal op een zand bank vastraken, daar kunt ge zeker van zijn," zeido de ander. „Waar is Stephen vannacht, grootje?" vroeg do eerste spreker weer. „Weet ik het? Ik bon Stephen's kinder meisje niet," was het snibbige antwoord. „Dat moet ge mij niet vragen." Gypsy sloop voorzichtig de kamer uit, zorg dragende de lichtstreep te vermijden, die uit 'de gelagkamer naar buiten viel. In de gang gekomen, stond zij even stil, ten einde het versleten manteltjo wat steviger vast te spelden en de lange haren onder haar kapje te strijken. Nauwelijks was rij hiermede gereed, toen do deur der gelagkamer zich wijder opende ©n grootjo Darke te voorschijn trad. „Waar zit de meid nu weer?" riep zij, met haar kruk langs 'den muur hinkende. „Waar ia Gypsy?" Het meisje sprong achterwaarts cn ver borg zich onder de trap, terwijl zij den adem inhield. „Als ik haar vind, sla ik haar kort cn klein 1" schreeuwde het beminnelijke schep- ael. Gypsy, Gypsy, zeg ik 1" Geen antwoord. Het nieisjo, onder de trap, kneep de bruine bandon ineen cn stond als een beeld. Grootje schreeuwde zich hcesch cn hinkte eindelijk onverrichterzako naar do gelagkamer terug, het kind uit a. haar macht vervloekende. „Wacht maar, ik zal haar nog wel krij gen. Stephen mag zeggen wat hij vil, gic- gelde zij, „ik zal haar wel klein krijgen!" D© buitendeur was slechts eenige stappen van Gypsy verwijderdrnaar een der man nen had er den grondel voorgeschovon cn het gevaar van ontdekt te worden was zeer groot. Toen zij weder \an onder de trap te voorschijn kwam, kraakte or een plank on der haar voetonmen scheen het in de ge lagkamer echter niet bemerkt te hebben. In wanhoop vloog zij toen naar 'de buitendeur, schoof den grendel ter zijde en voelde toen gelijktijdig grootje's klauwachtigc vingers, als een poliep haar arm omslingeren. „Hoho I" schreeuwde de oude, „zijt ge daar eindelijk, wilde kat? Waar woudt ge op zoo'n nacht, als deze is, heengaan Zeg, ant woord daar eens op 1" Gypsy smeet de deur mot een wocsten ruk open. „Ik ga naar 'de boot van Stephen kij ken," antwoordde zij. „Zooooo „Ja, miss en is zij door den storm los gerukt," vervolgde hot meisje; met dezo woorden wist zij zioh uit grootje's greep te ontwringen, in óón sprong was zy over dea dreinpol on sloeg de deur in grootje's go- zicht, achter zich dicht. Zij had nauwelijks cenigo schreden go- daan, toen het geluid van naderende voet stappen haar weder deed stilstaan Zij had juist lijd gemeg zich als een vormelooa hoopjo in do duisternis op den grond to la ten vallen, toen er een zwarte gedaante ver scheen, 'die, over haar 1i struikelend, een krachtigcn vloek uitte cn toen verderop de kleine herberg toetrad. Sidderend van angst had Gypsy stem en voetstap herkend. Hot was Stephen Darke. Langzaam stond rij op en keek hem ach terna. Hij ging de dour niet in, maar liep een eindje verder naar het raam der gelag kamer en gluurde naar binnen. Zij hoorde hoe hij 'driemaal tegen het glas tikte; een teeken, dat klaarblijkelijk door do mannen dadelijk begrepen werd. Thans wacbtto rij niot langer, onhoorbaar ging Gypsy, op de tcenen loopendo, naar do herberg i rug, nam do lantaarn, die Stephen in de hand had gehad cn dio hij, eer hij togen het ven ster tikte, bij 'do deur had neergezet, op, en het volgend oogenblik waa zij in do duisternis verdwenen. Hemel Wat een n°cht was hetl De storm wind loeide, do regen viel in stroomen neer, dc woedende zee beukte het strand als wil de zij alles vermorzelen. De lantaarn sto- vig vasthoudende, ging het meisje moedig voorwaarts. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5