No 13563 LEiDSCH DAGBLAD. WOENSDAG II - TWEEDE BLAD. Anno 1901 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Schat! aawess. Ondor het opschrift „Het liberale juk" schrijft Dc Nieuwe Courant: Op 4 Mei heeft de. Van Lummel in „Zo. morzorg" te Leiden een rede voor de a n ti- revolutionnairen part ij dag ge- houden, waarin hij (volgens het verslag van De Hollander) o. m. zeide: „Door minister Kuyper is gezegd, dat van de 1,200,000 inwoners van Zuid-Hol- iand, in meerderheid anti-liberaal, er slechte 40,000 onder anti-liberale burge meesters leven." Indien de spreker het zóó gezegd heeft, 'dan heeft hij dc broederen om den tuin ge leid. Niet door hun mede te dcelen, dat dr. Kuyper deze uitspraak gedaan heeft ■wij herinneren ons dat zeer goed; het was, •gelooven wij, in het eerste jaar van het zit tende Kabinet. Maar omdat hij aldus bij hen den indruk moest wekken alsof het nog zoo was. Het was ook nogal kras deze uitspraak te horhalen in de gemeente Leiden, welke, Hinds dr. Kuyper zijn becijfering open baar maakte, een anti-revolutionnairen burgemeester kreeg. Daardoor alleen werd de rekening 40,000 en 55,117 is gelijk aan 65,117, meer dan het dubbele dus. Bovendien werden in enkele kleinere ge meenten anti-liberale burgemeesters be noemd, bijv in Rijnsburg. Stellen wij voor het aantal inwoners dier gemeenten X, dan [krijgt men 95,117 plus X. Eindelijk zijn er op het oogenblik min stens 222,477 inwoners van do provincie Zuid-Holland, die niet „onder een libera len burgemeester leven," n. 1. die van Den Haag. De Regeering heeft het geheel in haar hand ook dezo respectabele quantiteit onder een anti-liberalen burgemeester te brengen. Hot sommetje wordt dan: 95,117 plus 222,477 plus X is gelijk aan 317,594 plus X. Gelukkig man, dr. Kuyper, dio het in zijn maoht heeft door enkele pennestrekken het geringe getal, dat hem en den zijnen re den tot klachte gaf, te verachtvoudigen on bij honderd duizenden do inwonors eeaier provincie te voeren van „onder" een burge meester van linies „ander" een burgemees ter van rechte! Gelukkig man ook, zoo trouwe trawanten te tellen onder zijn vol gers, dat zelfs zijn uitspraken van de meest tijdelijke beteekenis tot eeuwige waarheden worden bevorderd. Do verleiding is bijna to sterk om liet Ietwat kinderachtige en onjuiste rekensom metje van ds. Van Lummel te qualificec ren met een woordspeling op diens naarn Dooh wij zullen het maar laten al erg ge noeg zal '8 mans loleu retelling zij'r. indien het eens waar blijkt te wezen wat de/..>r da gen verluidde, dat dr. Kuyper zelf do Ko ningin adviseert do libcralo dwingelandij over meer dan twee ton Hagenaars door de binnenkort te wachten burgemceetcrobc- ncoming to L>oobouUigcsii 1" De Nieuwe Courant merkt op, dat het, Volgens de voorstelling van do bladen der Xeohterzijde, bij de J u n i-v e r k i o z i n- g e n voor do Provinciale Staten om den triomf of de nederlaag van de sooi- oal-democratie gaat. „Wat ons betreft", schrijft het blad, „in- 'dion wij zullen medewerken om do Staten van Zuid-Holland om te zotten naar links en bereid bevonden zullen worden daartoe, 'donnant donnant, ook aan aannemelijke Vrijzinnig-democratische candidaten steun tc verleenen, dan zal het niet zijn om deü weg te bereiden voor een toekomstige zego van de sooiaal-domocratio, noch om zetels gereed te zetten voor een ministerie-Dru- okcr of voor ecnig ander nieuw kabinet, noch zelfs om de Eerste Kamer te beduiden, dat zij do Hooger-Onderwijs-wet verwerpen moet; maar enkel cn alleen om zorg te dra gen, dat in dit lichaam een meerderheid van liberaal gezinde leden behouden blij- vg!" Dit acht het blad om velerlei redenen zeer wenschelijk. „Al dadelijk hierom, wijl do heilzame pre ventieve werking, dio van een lichaam als de Eorate Kamer heet uit to gaan en ook dikwijls uitgaat, bij den tegenwoordigen 10) „Onvoorwaardelijk," luidde het antwoord. „Uit zyn oigen mond heb Ik het meer dan eens gehoord, dat, by zoo een heelkundige kuur met hoop op succoa noodlg mocht zyn, die zonder tegenspraak zou toelaten. In dit opzicht kunt gU dus volkomen gerust zyn, heer professor. Ja, mot het oog op den onze- koron afloop zyner ziekte, die zoo dikw(Jls zijn denkvermogen vordulstert, heeft mijn man zich bij den eerwaardigen priester en vriend van onzen huize op dit uitersto goval voorbereid, vóór wU onze woonplaats verlieten." „Ik dank u. En thans richt ik tot u bet verzoek, mevrouw, u naar het benedenge deelte van het huis te willen begeven. De nabijheid van oen operatiekamer zou wel eens voor uw zenuwen mindor geschikt kun nen zijn. Zoodra het geschied is, wordt go verwittigd. Yereenig uw wenschen en gebeden met die van uw kind." HU drukte Magda's hand; het was een baneiyko, een vriendenhand, zonder een zweem van liaristochtelUkheid. En Magda? Haar fijne vingers, die in de hand van den ernstlgen man lagen, waren Uskoud en sidderden. „Moge God ons allen genadig zUni" sprak zU zacht. Toen ging zü naar beneden. Toen de professor de ziokenkamor binnon trad, fluisterde de oppasser hem toe: „Myn heer is vandaag weor zeer onrustig, by heeft een hevige koorts en yit tueschenbeide." «Ik zal den zieke een kalmeerend middel politieken toestand slechts van cenige be teekenis kan blijven, indien de meerderheid in dat lichaam niet met de ooalitie-idee be last is. Men heeft aan de houding, die een man als de heer Do Savornin Lohman, on afhankelijk Kamerlid als weinigen zijner collega's, eerst tegenover het hoofdstuk der bijzondere universiteiten, vervolgens tegenover het Drankwet-ontwerp aannam, kunnen zien, welke borgen van goed gefun deerde bezwaren en bedenkingen hot geloof in een bervriend ministerie vermag te verzet- ten. Met zulk con voorbeeld bij de hand is het te duchten, dat de preventieve wer king eoner Eerste Kamer, welker meerder heid uit mannen van reohits bestaak, zich op het ministerie-Kuyper bij uitstek zwak zal doen gevoelen. Evenmin zijn wij geneigd do beoordee- ling of eenig door dc Tweede Kamer bij scherpe stemming aangenomen wetsont werp de rechten van het door een parlemen taire minderheid vertegenwoordigde deel der natie aantast of in strijd is met de ge voelens van de meerderheid der natie, voor zoover dat in het dagolijksche openbare le ven waarneembaar is, met vertrouwen over te laten aan een coalitie-meerderheid in het Hoogcrhuis. De wijze, waarop in den loop van vele jaren de niet zóér sterk gonuan- ocerdo liberale meerderheid der Eerste Ka mer zich heeft gedragen èn tegenover de li berale ministerie© èn tegenover het anti-li berale kabinet, die haar hun wetsontwerpen kwamen aanbieden, rechtvaardigt ten volle het getuigenis, dat dit lichaam zich van partijzucht heeft weten vrij te houden cn zijn constitutioneels taak uitnemend heeft begrepen cn vervuld. Men mag dus aanne men, dat dit zoo zal blijven bij de bestendi ging der tegenwoordige verhoudingen; men heeft geenorloi waarborg, dat het zoo zal blijven, indien dio verhoudingen worden omgokeerd. En ©indolijk hebben do vervangingen, dio wij ten gevolge van de omzetting dor Staten van Zuid-Holland reeds in de Eerste Ka mer zagen aanbrengen, er niet allo toe bij gedragen om ona verlangend te maken naar een voortzetting van dit zuiveringsproocoen koesteren wij de overtuiging niet, dat daar door op den duur dio Kamer zal worden aangevuld met ©lementen, wclko haar bij zonder geschikt maken voor de vonulling van haar belangrijko oonstitutioneeJc taak." Verdor schrijft De Nieuxve Courant naar aanleiding van dc vraag van Dc Stan daard, wat liberalen van haar slag zullen beginnen, als dc Eerste Kamer de Hooger- Onderwijs-wet gaat verwerpen on meer maatregelen, waaraan het ministcrio bijzon dere waarde hecht, co het ministcrio heen gaat- „Wel, voor zoover wij weten, heeft het ministerie zelf zich op dit punt nog niet verklaard; wel zijn er reeds stemmen (bijv. van dr Nolens on van De Tiid) vAmwnon, a.ixUoro gevolgen van hot ontstaan van zulk een conflict voorzegden dnn dc dreige menten van loet ministerieel© blad. En vorder dan één jaar in dc toekomst behoe ven wo dcoe gelegenheid niet te zden; do al- geaneonc verkiezingen van 1905 zouden al onzo berekeningen ondersteboven kunnen werpen. Do voortdurende bangmakerij van De Standaard laat ons dus evenzeer onbe wogen als het in hot algemeen z<eer juiste betoog van De Nederlanderdat het geen aanbeveling verdient „telkens weer een ministerie af te breken, wanneer het op het hoogtepunt van zijn arbeid komt." Zeer juist, on in diien zin zijn wij dan ook geens zins anti-ministerieel, ja, zouden het Kabi net zelfs aeht jaar levensduur willen gun nen. Maar het gaat te ver op dien grond medewerking te vragen voor dc invoering van wetten, die tegen onze beginselen of togen het belang der natio, zooals wij dat verstaan, volkomen indruisohen; het gaat te ver ons te vragen lijdelijk toe tc zien bij het verwijderen van onze eigen geestver wanten uit de Eerete Kamer, omdat wij even weinig als het Kabinet op do sociaal democraten gesteld zijn 1 Mot een volkomen gerust politiek gewe ten zullen wij dus met de groepen links mo dehelpen aan de Statenverkiezingen. Val len zij uit naar onzen wensch, dan zullen wij er zelfs niet éón oogenblik aan denken iDgevun," merkte de professor aan. „Zorg lntu8schen nog voor wat warm water en azyn. Zoodra do gezondheidsraad terugkomt, verzoek hem dan boven to komen en ga zelf mee." Zoodra de bediende de kamer verlaten had, zotte professor Marbach zich aan het bod van don zleko neer. Het was volkomen stil in de wydo ruimte; nu on dan slechts waren eenige afgebroken woorden van den koorts- lydor hoorbaar. Maar wat zoo in onsamenhan gende geluiden over de lippen van den zioke kwam, was maar al te geschikt om de go- heolo oplettendheid van den professor in be slag to nonion. Doodsbleek luistorde hy. En woldra word hom bier aan hot ziekbed van Alfred Rosier hot raadsel zUns levens opgelost. Het wao niot moeliyk voor hom, samen- hang to brengen In die afgebroken volzinnen; niet moeiiyk was het te vernemen, hoe, door don ollendigen Oscar "Wills opgeroepen, de veelbeteokenonde schaduw ook op het tot dan toe vlekkelooze leven van Alfred Resler was neergedaald en bet in duisternis gehuld had. Nu wist hy, dat deze hem door een afschuwe- lyko laaghartigheid van zyn bruid had beroofd en een gemeene bedrieger jegens hem gewor den was. Hy wist alles. Maar hy begreep te geiyk ook de zielskwelling, die in de op zichzelf edel geschapen natuur van Alfred Resler was achtergebleven en hem des te onmoedoogender pymgde, omdat het hem niet mogeiyk was op de een of andere wyze aan zyn slachtoffer goed te maken, wat hy tegen hem misdaan had. En dezo man lag voor hem, hulpeloozer dan een klndl De engel des doods zweefde boven zyn hoofd, en hy zou dien verjagen byi In zyn hand beruste hot zyn of nlet-zyn van den man, die hem niet alleen zyn bruid, dank-u te zeggen tot- den beer Troelstra, die daarop trouwens van onzen kant ook wel niet zal rekenen. Noemt De Standaard dit verblindheid van ons, dan zeggen wij: vóór alios is het consequentie. En beklaagt het blad ons sarcastisch wegens do moei lijke positie, waarin wij ons mot zoo ver dachte helpers bevinden, dan behoudt dio positie voor ons toch dit aantrekkelijke: dat zij ons veroorlooft consequent en op recht te zijn." De vorming van vcreenigingen van j o n- go liberalen geeft De Maasbode aan leiding tot een ontboezeming, waarin wordt gezegd: „Men zegt, dat het er dan eindelijk too komen zal. Tot wat? Tot do vorming van liberale jonge gar de©, want scharen jcugdigo vrijzinnigen, die, goed geschoold, vol idealen, de libera len weer aan de stembus-overwinning zul len helpen. Want het ontbreekt don liboralcn niet aan leiders, noch aan volgelingen, noch aan „den zenuw van den strijd", zij missen alleen de verkenners, do tirailleurs, do voorhoede. Als deze er maar is, is hun do zegepraal. Dies gaan zij snel zulke jonge gardes aanwerven, indeelen cn in dienst stellen. Tenminste, zoo zeggen zij. Hebben wo niet, aanstonds na de stem bus van 1901, eenzelfde programmetje hoo- ren opzetten?... Ongetwijfeld l Do liberale nederlaag heette toen goeddeels veroorzaakt te zijn door het gemis van zulk een organisatie, en de heeron gingon dio nu eens uit don grond stampen mot dczolfdo wonderbaar lijkheid, waarmee Mozos het water uit do rots rcod ontspringen. Het heugt ons, dat zelfs liboralo Ka merloden zich uren aan de beslommering der staatszorgen onttrokken, om politieke ontwikkelingscursussen te houden voor li boralo jongelieden. Maar die politieke cursussen droogden langzamerhand uit verschrompelden cn verdwenen, cn naar korpsen van libo ralo jonge gardes zien wc altoos te ver geefs in den lande uit. Misschien, dat er niettemin hier of daar wol een amech tig overblijfsel van zulk een lichaam in bescheiden verholenheid voortleeft, maar uiterlijk valt daarvan niet veel te be speuren. Ditmaal echter zal het er dan eindelijk van komen." En dan verder: „Of do katholieke, anti-rovolutionnaire en socialistische jonge gardes zich wel bij zonder bedrukt zullen govoclen door het vooruitzicht op zulke ooncurrontic? OoL, hot» 1 Iboralc vrzur laait in 1904 al niet hooger op, dan 't in 1901 deed." En al zou men er ook in slagon hier cn daar een pioniersafdecling te vormen, wat zal men or mee uitrichten 1 vraagt De Maas bode. „Voor een goed werken is een voorberei ding van jaren noodig: jaren, waarin prac- tische ervaring opgedaan, een schat van ge gevens rustrioos verzameld moet worden. Do beste officieren staan machteloos op vreemd terrein zonder de taalkaarten. Maar de hoofdzaak is, dat de liberalen op den duur geen garde-vrij willigere zullen vin den. 't Is reeds zóó vaak gezegd, dat het vervelend wordt het to herhalendo mo dern© jeugd vindt geen ideaal, geen bezie ling of aandrift in het wormstekige stelsel van 184S," De Nieuwe lïotterd/nnsche Courant be groet niet ingenomenheid de pogingen tot oprichting van een bond van propaganda- clubs van jonge li.eralen. Van zulke vcr eenigingen, vooral wanneor zij zich aaneen sluiten en onderling elkaar steunen, ver wacht het blad voor ons openbar© leven, voor het opwekken van publio spirit, veel. Men zegt, dat de idealen zijn uitgedoofd. Het zou wel zeer ongelukkig zijn, het zou er voor ons volksleven wèl slecht uitzien, meent het blad, wanneer alleen onder dAt deel van het jonge geslacht, dat aan kerke- docb ook zl.n eer ontroofd had! Werktuigiyk groop hy naar zyn voorhoofd: het droop van koud zweot, doch slechts oen oogenblik duurde do vorzoeklng. Het boeld van den ouden vereorden man, zyn tweeden vader, ateog vóór hem op, en in zyn oor klonk, als eon eDgelenstem, de bede van het lieftallige kind boneden aan den voet der trap „U doet het, nietwaar? Dan zal ik u ook liefhebben." Een vlammend rood overtoog voor oen oogenblik de gelaatstrekken van den professor, de blos van schaamte over zichzelvenby was weder geheel en volkomen do man van zyn plicht. Daar werd do deur geopend, on do bad- dokter trad binnen. „Vergeving voor dit onwil lekeurig uitstel, collegasprak hy baaatig ep fluisterenden toonhet gold hier een ernstigen aanval van beroerto. Maar nu ben ik goheel en al te uwer beschikking. Als gy het goed vindt, gaan wy dadelUk aan 't werk." VII. Alfred Resler was gered. Zoo er zich geen ongunstige omstandigheid voordeed, had hy zelfs een gegrond uitzicht op duurzaam herstel. Alles hing echtor, volgons de meening der geneesheeren, van do meest volkomen llcha- meiyke en goesteiyke kalmte van den uiterst zwakken patlöot af; elke inspanning kon nood lottig worden. De koorts was volkomen ge- woken. Resler had gade en kind kunnen omhelzen en zyn trouwen beroemden helper voor zyn werkzaamheid en opoffering mogen bedanken. Toch was de professor over zUn ziekte niet tevreden. De oude onrust, wier oorzaak de professor maar al te goed kende, zocht den herstellende van tyd tot tyd weer op. lijke leibanden loopt, geestdrift wae cn lief de voor ecai ideaal 1 Neen, zóó gemakkelijk voert tijdelijke te genspoed niet tot vertwijfeling. Hot libera lisme is meermalen in verdrukking geweest, maar nooit heoft het zich laten breken, juist omdat hot onder alle omstandigheden de hoop op do toekomst niet opgaf, met on- wankolbaren moed den strijd bleef voeren. Er is geen onkclc reden, waarom het te genwoordige jonge geslacht van liberalen meer zou moeten wanhopen aan do toekomst zijner beginselen, de harten minder warm zou moeten voelen kloppen voor die begin selen, dan vroegere geslachten, wier liefdo voor een ideaal, wier kloek© burgerzin, wier vertrouwen in oigon overtuiging zoo veel cn zooveel groots heeft weten tot stand to brengen. Trouwens, de jonge helpers hebben aan liberalen kant ook niet altijd onverschillig toegezien. Maar wat tot hiertoe ontbrak, is de organisatie, cn deze juist is gewonscht, want het scheelt voor do uitkomst veel, of de hulp wordt verleend onder den drang van het oogenblik en zonder cenige voorbe reiding, dan wol of cr overleg is en dougde- lijko samenwerking r*i de hulp naar een behoorlijk voorbereid plan en op sfcelsclmn- ti'go wijze wordt verleend. De Standaard zegt iD con asterisk: „On zo financiën" het volgende: Financieel ziet do toekomst voor onze Nc- derlandsohc burgorij cr niet aantrekkelijk uit. Nu reeds zit het Rijk financieel vast-. Allorloi uitgaven, als voor Indic, voor waterreiniging, voor drooglegging, voor bouw van kaduuko Departementen, enz., staan voor do deur, niettegenstaande er reeds een deficit, is En nu komen straks do socialo wotten, dio miilliooncn zullen vorderen; het teah- nieab onderwijs, dat beginnen zal met som men to verslinden, en het vrije onderwijs, dat op ontwikkoling wacht. Hoo hot dus ook loopt, or zal meor be taald moeten worden. Aanmerkolijk meer. Dit nu kan op tweeërlei manier geschie den. Men kan do directe belastingen 30 pCt. opzetten, of men kan indirect hulp bij het tarief zoeken. Waaraan zal men de voortour geven Ieder kont zijn aanslag voor personeel, voor grondbelasting, voor bedrijfsbelas ting, voor vermogensbelasting, en kan dus prooics uitrekenen, wat het hem per jaar zal koeten, als cr 30 pCt. bijkomt. Voor do rijken zal dit geen onoverkome lijk bezwaar opleveren; maar wie Sitter hard zullon getroffen worden, dat zijn do onderwijzers, dc predikanten, de officie ren van lagen rang, de lagere rechters cn ambtenaren, in óón woord, allo burgers van tusaohen 600 on 3000 inkomen. Dio zullen moeten blooden, en do aderla ting zal kolossaal zijn. Daarom schijnt indirecte heffing door hot tarief zeer verre verkieslijk. Daaraan betalen ook anderen mee, ook do buitenlanders. Hot betaalt ongemerkt bij zeer kleine bedragen, en wordt daarom mindor gevoeld. En wat meer zegt, hot zal tevens nijver heid en arbeid tc hulp komen. Nu is het bier mot 50 pCt. bolasb, en zio hoo do bierbrouwerij blooit. Bankotwaron botalon bij invoer 25 pCt., cn dit bedrijf blooit schoonDe sigaren dito, cn onzo si garenfahriokon zijn groot in aantal en om vang. Korboan, in ons eigen land hebben vo dc proef op do som, dat bet tarief veel min dor drukt on tc gelijk ons vooruit holpt, torwij] 30 pOt. op de dirocte belasting hard ia en ons laat die wc zijn, ja, do koopkraoht vermindert. Het Handelsblad 6chreof: In Juni van het vorigo jaar werd bij do Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend, strekkende om cenige algemecne feest dag o n voor w i s s els ©n ander h a n- delspapior mot don Zondag gelijkte stollen. Een heel eenvoudig wetsvoorstel, uit slechte drie artikelen bestaande, dat bij de Staten-Goneraa] algomecnon bijval vond Hot ontging don professor niot, dat Reslers oog zich meor dan oens onderzoekond, vaak met een uitdrukking van geheime vroes, op hem richtte; hot was aan geen twyfel onder hevig, dat in den geest van don zioko allengs de herinnering aan bokendo trokken opdoomdo. De plotselingo zekerheid kon by den toestand van don zioke govaariyk worden. Professor Marbach besloot dus dit oogenblik te voor- komon. Weldra bood zich eon gunstige gelogenheld aan. Toon Reslor zich op zekeren dag na een verkwikkenden slaap ongemeen wel ge voelde, prees LU den juist aanwezigen pro fessor, die hem het geluk had toruggegevon. „Achl en toch niot hst volkomen geluk," voegdo by er zuchtend by. „Er is lomand, wien ik eenmaal een groot onrecht hsb aan gedaan, dat ik vruchteloos beb trachten af to booten. Uw gelaat, heer professor herin nert my aan dio persooniykheid, dio door myn schuld misschien ten grondo is gegaan." „Stol u gerust, waarde hoor Rosier," ant woorddo Marbach, terwyi hy don ernst van zyn stem door een zacht glimlachje dempte. „Beschouw hotgeon gy, meor door son ellen deling verleid dan uit oigon aandrift, aan Ewald Gronau bobt misdreven, als oen werk der Voorzienigheid. Die gebeurtenissen, wslko eenmaal den jongeling tot in hot diepst züner ziol troffen, hebben hom tevens gestaald on gelouterd voor zyn geheele leven. Wie weet, of Ewald Gronau ooit zou bereikt hebben, wat hem ondor do leiding van een edel en hoogbegaafd man, van den man, wiens naam hy thans draagt, gelukt isl Ewald Gronau, die pas door uw yien de oorzaak van dat rampzalig voorval op den dag van zyn staats examen vernam, die Ewald Gronau bon ik." „Gy Gronau?" riep Resler, die reeds by het en zonder hoofdelijke svtinming word aan genomen. Dat hoogst eenvoudig ontwerp strek kende om aan de handelskantoren het go- not van cenige vrije dagen t© verzekeren, gelijk roods lang in andere landen werd in gevoerd is nu pas wot geworden. Wel nam do Tweede Kamer het terstond na do opening der zitting in onderzoek, dat wil zeggen het voorlojpig verslag word op 23 September 1903 uitgebracht, maar dc af doening vóór do Kerstdagen bleef uit, om dat hot antwoord van den minister vaa justitie niet was verschenen. Dc handel moc«t dus reeds op die dagen hot gonot van den maatregel missen. Men hoopt© nu op do Paaschdagen. Maar ook toon werd do handel teleurge steld. Nadat do Momorio van Antwoord in het bogin van dit jaar ten slotte waa inge diend, bobben wij nadrukkelijk gewezou ep dc wem :hclijkheid <i spoeoigo afdoening. Alaar do Tweede Kamer lotto daar niet op. Zij wierp zich terstond in don maalstroom van do Hocger Ondcrwij vlebatton on her- innerdo zich eerst toon Paschcn voor de deur stond, dat cr een ontwerp gcrcod lag, dat met dio feestdagen in ver baud stond. Alvorens zij zolf op Paaschvacantia uiteenging, nam zij dan ook hot outwerpjo aan, maar juist te laat om ook aan volo kantoorbod ion den on patroons den lang gowenschton cn in uitlicht gostolden vn- catiedag op PaaschMaandag t© vorzokeron. Want het ging niet moor aan, de Eerst» Kamer vóór Pasohen, enkeJ voor dit ont werp, bijeen tc roepen; althans zoo werd blijkbaar geoordeeld. De Paaschdagen gingen dus voorbij zon der dat dc nieuwo „Zondag" was ingo- voord. Hot zou dus althans mot P i n kato ren oindolijk zoover komon I Maar ook dit zal niot h< t goval zijn. Wel heoft do Eersto Kamer he* wetsontwerp op 23 Apr"' aangenomen, wol i9 hot op 27 April door H. M. do Koningin ondertce- kond en dus tot wet verhoven... maar toob zal dc handel or ook op Pinksteren laat staan op Hemel vaartdag nog geen genot van hebben. Do wet bevat immore geen vermelding van con bepaalden dag, waarop zij in wor king treedt. Voor dergelijke wetten nu geldt dan do algomceno regel, dio reeds ven het jaar 1S22 dagtoekont, dat oen wet ver bindend wordt uit kracht van afkondi ging en dat zij werkt terstond nadat d© afkondiging in allo dcelen van het. konink rijk zal kunnen bekend zijn Do vorkcors- middeleuj waren in dien tijd heel wat be perkter cn langzamer dan thans on zoo be paalde dio wet van 1822 verder, dat zoo de wet zelf geen ander tijdstip aangeeft, „do afkondiging gerekend wordt iu het gi-ln ole koninkrijk bckond to zijD op den twin- tigs ten dag na dien der dagtcekening van hot Staatsblad, in hetwelk do wet ge plaatst is." Nu is do wet van 27 April 1901, tot wijzi ging van do artt. 154, 179 on 228 van hot wetboek van koophandel eerst uitgege ven op 4 Mei 1904, welke datum is „do dagtoekoning va® hot Staatsbladin het welk do wet geplaatst is." De wet treedt dus in werking op don 20- sten dag van 4 Mei, dus op 2-1 Mei, d.i op Dinsdag na Pinksteren, juist óón dag to laat voor don handel, welke dit jaar op Pinksteren or geen genot van zal hebben I Is hot niet of do minister va® justitirc en do Tweede Kamer den handel willen pla gen? Eerst werd door do traagheid, waar mede de Min. 't Kamcrvorslag beantwoord- do, de invoering vóór Kerstmis verijdeld daarop is wegens de onverschilligheid of vergeetachtigheid der Twecdo Kamer do tijdige afdoening vóór Paschen belemmerd. En nu oindelijk dc wet cr door ie ver zuimt do Minister weder do wet terstond t© dooD afkondigen nadat d© Koningin haar handtoekening had verleend, met hot gevolg, dat ook op Maandag vaD Pinksteren do handel nog niet vrij zal zijn. Do Minister zal er vermoedelijk spijfc van hebben, dat het zoo geloopon is. Wij hebben echter herhaaldelijk gewaarschuwd, on daarom verwondert hot ons wel, dat aan het departement van justitie niemand er om gedacht heoft, dat de handel met vorlan- hooron van dien naam uit 's professors mond als-door don donder gotroflon scheen. „En gy hebt my vergeven! Uw hand weerde den dood af van hot hoofd van don man, dien gy moost liaton en verachten? 0, als gU wist, hoo ik schier bozwoken ben ondor don zwaron laat, hoe ik van dag tot dag vreosdo, dat myn kind zou mooten booten voor de schuld des vadora! En ik had niemand, wien ik mün gohoim mocht openbaron dan slechts dien oenen, dien eerwaardigen priester, die myn jeugd goloid en den rouwmoodlgon zondaar do genado dor eeuwige barmhartigheid goscbon- ken hoeft. En toch week do angst niet, dat ik door myn schuld misschien oen menachen- levon vernietigd had. Eerst heden wordt de steen van myn borst afgowonteld weos daarvoor gezogond ten allon tydel" „Alles Is vergoten," bekrachtigde de profes sor, „doch slechts onder voorwaarde, dat gy u van nu af do meest volstrekte llcbaineiyke en zedeiyke rust oplegt, want daarvan hangt de gunstige afloop van onze kuur af." Glimlachend knikte de zleko en hy sloot als in oen weldadigo vermoeidheid de oogen. Plotseling echter scheen een nlouwe gedachte hora bezig te houden, zyn bleek gelaat kroeg eon licht roodo tint. „En Magda?" vroog bU in spanning. „Uw echtgonoote herkende terstond den vriend uit haar Jeugd, die nog heden met innige dankbaarhold zijn kinderjaren in het huis dor Bomers gedenkt en die herinnorlngen ook moeneemt naar het vorro vaderland. Myn vacantio nl. loopt allonge ten einde." Rosier sprak goon woord van leedwezen over do aanstaande scheiding; het spreken scheen hem vermoeid te hebbon. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5