No 13563
LEiDSCH DAGBLAD. WOENSDAG II - TWEEDE BLAD.
Anno 1901
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Schat! aawess.
Ondor het opschrift „Het liberale juk"
schrijft Dc Nieuwe Courant:
Op 4 Mei heeft de. Van Lummel in „Zo.
morzorg" te Leiden een rede voor de a n ti-
revolutionnairen part ij dag ge-
houden, waarin hij (volgens het verslag van
De Hollander) o. m. zeide:
„Door minister Kuyper is gezegd, dat
van de 1,200,000 inwoners van Zuid-Hol-
iand, in meerderheid anti-liberaal, er
slechte 40,000 onder anti-liberale burge
meesters leven."
Indien de spreker het zóó gezegd heeft,
'dan heeft hij dc broederen om den tuin ge
leid. Niet door hun mede te dcelen, dat
dr. Kuyper deze uitspraak gedaan heeft
■wij herinneren ons dat zeer goed; het was,
•gelooven wij, in het eerste jaar van het zit
tende Kabinet. Maar omdat hij aldus bij
hen den indruk moest wekken alsof het
nog zoo was.
Het was ook nogal kras deze uitspraak te
horhalen in de gemeente Leiden, welke,
Hinds dr. Kuyper zijn becijfering open
baar maakte, een anti-revolutionnairen
burgemeester kreeg. Daardoor alleen werd
de rekening 40,000 en 55,117 is gelijk aan
65,117, meer dan het dubbele dus.
Bovendien werden in enkele kleinere ge
meenten anti-liberale burgemeesters be
noemd, bijv in Rijnsburg. Stellen wij voor
het aantal inwoners dier gemeenten X, dan
[krijgt men 95,117 plus X.
Eindelijk zijn er op het oogenblik min
stens 222,477 inwoners van do provincie
Zuid-Holland, die niet „onder een libera
len burgemeester leven," n. 1. die van Den
Haag. De Regeering heeft het geheel in
haar hand ook dezo respectabele quantiteit
onder een anti-liberalen burgemeester te
brengen. Hot sommetje wordt dan: 95,117
plus 222,477 plus X is gelijk aan 317,594
plus X.
Gelukkig man, dr. Kuyper, dio het in
zijn maoht heeft door enkele pennestrekken
het geringe getal, dat hem en den zijnen re
den tot klachte gaf, te verachtvoudigen on
bij honderd duizenden do inwonors eeaier
provincie te voeren van „onder" een burge
meester van linies „ander" een burgemees
ter van rechte! Gelukkig man ook, zoo
trouwe trawanten te tellen onder zijn vol
gers, dat zelfs zijn uitspraken van de meest
tijdelijke beteekenis tot eeuwige waarheden
worden bevorderd.
Do verleiding is bijna to sterk om liet
Ietwat kinderachtige en onjuiste rekensom
metje van ds. Van Lummel te qualificec
ren met een woordspeling op diens naarn
Dooh wij zullen het maar laten al erg ge
noeg zal '8 mans loleu retelling zij'r. indien
het eens waar blijkt te wezen wat de/..>r da
gen verluidde, dat dr. Kuyper zelf do Ko
ningin adviseert do libcralo dwingelandij
over meer dan twee ton Hagenaars door de
binnenkort te wachten burgemceetcrobc-
ncoming to L>oobouUigcsii 1"
De Nieuwe Courant merkt op, dat het,
Volgens de voorstelling van do bladen der
Xeohterzijde, bij de J u n i-v e r k i o z i n-
g e n voor do Provinciale Staten
om den triomf of de nederlaag van de sooi-
oal-democratie gaat.
„Wat ons betreft", schrijft het blad, „in-
'dion wij zullen medewerken om do Staten
van Zuid-Holland om te zotten naar links
en bereid bevonden zullen worden daartoe,
'donnant donnant, ook aan aannemelijke
Vrijzinnig-democratische candidaten steun
tc verleenen, dan zal het niet zijn om deü
weg te bereiden voor een toekomstige zego
van de sooiaal-domocratio, noch om zetels
gereed te zetten voor een ministerie-Dru-
okcr of voor ecnig ander nieuw kabinet,
noch zelfs om de Eerste Kamer te beduiden,
dat zij do Hooger-Onderwijs-wet verwerpen
moet; maar enkel cn alleen om zorg te dra
gen, dat in dit lichaam een meerderheid
van liberaal gezinde leden behouden blij-
vg!"
Dit acht het blad om velerlei redenen
zeer wenschelijk.
„Al dadelijk hierom, wijl do heilzame pre
ventieve werking, dio van een lichaam als
de Eorate Kamer heet uit to gaan en ook
dikwijls uitgaat, bij den tegenwoordigen
10)
„Onvoorwaardelijk," luidde het antwoord.
„Uit zyn oigen mond heb Ik het meer dan
eens gehoord, dat, by zoo een heelkundige
kuur met hoop op succoa noodlg mocht zyn,
die zonder tegenspraak zou toelaten. In dit
opzicht kunt gU dus volkomen gerust zyn,
heer professor. Ja, mot het oog op den onze-
koron afloop zyner ziekte, die zoo dikw(Jls
zijn denkvermogen vordulstert, heeft mijn
man zich bij den eerwaardigen priester en
vriend van onzen huize op dit uitersto goval
voorbereid, vóór wU onze woonplaats verlieten."
„Ik dank u. En thans richt ik tot u bet
verzoek, mevrouw, u naar het benedenge
deelte van het huis te willen begeven. De
nabijheid van oen operatiekamer zou wel
eens voor uw zenuwen mindor geschikt kun
nen zijn. Zoodra het geschied is, wordt go
verwittigd. Yereenig uw wenschen en gebeden
met die van uw kind."
HU drukte Magda's hand; het was een
baneiyko, een vriendenhand, zonder een zweem
van liaristochtelUkheid.
En Magda? Haar fijne vingers, die in de
hand van den ernstlgen man lagen, waren
Uskoud en sidderden. „Moge God ons allen
genadig zUni" sprak zU zacht. Toen ging zü
naar beneden.
Toen de professor de ziokenkamor binnon
trad, fluisterde de oppasser hem toe: „Myn
heer is vandaag weor zeer onrustig, by heeft
een hevige koorts en yit tueschenbeide."
«Ik zal den zieke een kalmeerend middel
politieken toestand slechts van cenige be
teekenis kan blijven, indien de meerderheid
in dat lichaam niet met de ooalitie-idee be
last is. Men heeft aan de houding, die een
man als de heer Do Savornin Lohman, on
afhankelijk Kamerlid als weinigen zijner
collega's, eerst tegenover het hoofdstuk
der bijzondere universiteiten, vervolgens
tegenover het Drankwet-ontwerp aannam,
kunnen zien, welke borgen van goed gefun
deerde bezwaren en bedenkingen hot geloof
in een bervriend ministerie vermag te verzet-
ten. Met zulk con voorbeeld bij de hand is
het te duchten, dat de preventieve wer
king eoner Eerste Kamer, welker meerder
heid uit mannen van reohits bestaak, zich op
het ministerie-Kuyper bij uitstek zwak zal
doen gevoelen.
Evenmin zijn wij geneigd do beoordee-
ling of eenig door dc Tweede Kamer bij
scherpe stemming aangenomen wetsont
werp de rechten van het door een parlemen
taire minderheid vertegenwoordigde deel
der natie aantast of in strijd is met de ge
voelens van de meerderheid der natie, voor
zoover dat in het dagolijksche openbare le
ven waarneembaar is, met vertrouwen over
te laten aan een coalitie-meerderheid in het
Hoogcrhuis. De wijze, waarop in den loop
van vele jaren de niet zóér sterk gonuan-
ocerdo liberale meerderheid der Eerste Ka
mer zich heeft gedragen èn tegenover de li
berale ministerie© èn tegenover het anti-li
berale kabinet, die haar hun wetsontwerpen
kwamen aanbieden, rechtvaardigt ten volle
het getuigenis, dat dit lichaam zich van
partijzucht heeft weten vrij te houden cn
zijn constitutioneels taak uitnemend heeft
begrepen cn vervuld. Men mag dus aanne
men, dat dit zoo zal blijven bij de bestendi
ging der tegenwoordige verhoudingen; men
heeft geenorloi waarborg, dat het zoo zal
blijven, indien dio verhoudingen worden
omgokeerd.
En ©indolijk hebben do vervangingen, dio
wij ten gevolge van de omzetting dor Staten
van Zuid-Holland reeds in de Eerste Ka
mer zagen aanbrengen, er niet allo toe bij
gedragen om ona verlangend te maken naar
een voortzetting van dit zuiveringsproocoen
koesteren wij de overtuiging niet, dat daar
door op den duur dio Kamer zal worden
aangevuld met ©lementen, wclko haar bij
zonder geschikt maken voor de vonulling
van haar belangrijko oonstitutioneeJc
taak."
Verdor schrijft De Nieuxve Courant naar
aanleiding van dc vraag van Dc Stan
daard, wat liberalen van haar slag zullen
beginnen, als dc Eerste Kamer de Hooger-
Onderwijs-wet gaat verwerpen on meer
maatregelen, waaraan het ministcrio bijzon
dere waarde hecht, co het ministcrio heen
gaat-
„Wel, voor zoover wij weten, heeft het
ministerie zelf zich op dit punt nog niet
verklaard; wel zijn er reeds stemmen (bijv.
van dr Nolens on van De Tiid) vAmwnon,
a.ixUoro gevolgen van hot ontstaan van
zulk een conflict voorzegden dnn dc dreige
menten van loet ministerieel© blad. En
vorder dan één jaar in dc toekomst behoe
ven wo dcoe gelegenheid niet te zden; do al-
geaneonc verkiezingen van 1905 zouden al
onzo berekeningen ondersteboven kunnen
werpen. Do voortdurende bangmakerij van
De Standaard laat ons dus evenzeer onbe
wogen als het in hot algemeen z<eer juiste
betoog van De Nederlanderdat het geen
aanbeveling verdient „telkens weer een
ministerie af te breken, wanneer het op het
hoogtepunt van zijn arbeid komt." Zeer
juist, on in diien zin zijn wij dan ook geens
zins anti-ministerieel, ja, zouden het Kabi
net zelfs aeht jaar levensduur willen gun
nen. Maar het gaat te ver op dien grond
medewerking te vragen voor dc invoering
van wetten, die tegen onze beginselen of
togen het belang der natio, zooals wij dat
verstaan, volkomen indruisohen; het gaat
te ver ons te vragen lijdelijk toe tc zien bij
het verwijderen van onze eigen geestver
wanten uit de Eerete Kamer, omdat wij
even weinig als het Kabinet op do sociaal
democraten gesteld zijn 1
Mot een volkomen gerust politiek gewe
ten zullen wij dus met de groepen links mo
dehelpen aan de Statenverkiezingen. Val
len zij uit naar onzen wensch, dan zullen
wij er zelfs niet éón oogenblik aan denken
iDgevun," merkte de professor aan. „Zorg
lntu8schen nog voor wat warm water en
azyn. Zoodra do gezondheidsraad terugkomt,
verzoek hem dan boven to komen en ga zelf
mee."
Zoodra de bediende de kamer verlaten had,
zotte professor Marbach zich aan het bod van
don zleko neer. Het was volkomen stil in de
wydo ruimte; nu on dan slechts waren
eenige afgebroken woorden van den koorts-
lydor hoorbaar. Maar wat zoo in onsamenhan
gende geluiden over de lippen van den zioke
kwam, was maar al te geschikt om de go-
heolo oplettendheid van den professor in be
slag to nonion. Doodsbleek luistorde hy. En
woldra word hom bier aan hot ziekbed van
Alfred Rosier hot raadsel zUns levens opgelost.
Het wao niot moeliyk voor hom, samen-
hang to brengen In die afgebroken volzinnen;
niet moeiiyk was het te vernemen, hoe, door
don ollendigen Oscar "Wills opgeroepen, de
veelbeteokenonde schaduw ook op het tot dan
toe vlekkelooze leven van Alfred Resler was
neergedaald en bet in duisternis gehuld had.
Nu wist hy, dat deze hem door een afschuwe-
lyko laaghartigheid van zyn bruid had beroofd
en een gemeene bedrieger jegens hem gewor
den was. Hy wist alles. Maar hy begreep te
geiyk ook de zielskwelling, die in de op
zichzelf edel geschapen natuur van Alfred
Resler was achtergebleven en hem des te
onmoedoogender pymgde, omdat het hem niet
mogeiyk was op de een of andere wyze aan
zyn slachtoffer goed te maken, wat hy tegen
hem misdaan had.
En dezo man lag voor hem, hulpeloozer
dan een klndl De engel des doods zweefde
boven zyn hoofd, en hy zou dien verjagen
byi In zyn hand beruste hot zyn of nlet-zyn
van den man, die hem niet alleen zyn bruid,
dank-u te zeggen tot- den beer Troelstra,
die daarop trouwens van onzen kant ook
wel niet zal rekenen. Noemt De Standaard
dit verblindheid van ons, dan zeggen wij:
vóór alios is het consequentie. En beklaagt
het blad ons sarcastisch wegens do moei
lijke positie, waarin wij ons mot zoo ver
dachte helpers bevinden, dan behoudt dio
positie voor ons toch dit aantrekkelijke:
dat zij ons veroorlooft consequent en op
recht te zijn."
De vorming van vcreenigingen van j o n-
go liberalen geeft De Maasbode aan
leiding tot een ontboezeming, waarin wordt
gezegd:
„Men zegt, dat het er dan eindelijk too
komen zal.
Tot wat?
Tot do vorming van liberale jonge gar
de©, want scharen jcugdigo vrijzinnigen,
die, goed geschoold, vol idealen, de libera
len weer aan de stembus-overwinning zul
len helpen.
Want het ontbreekt don liboralcn niet
aan leiders, noch aan volgelingen, noch
aan „den zenuw van den strijd", zij
missen alleen de verkenners, do tirailleurs,
do voorhoede. Als deze er maar is, is hun
do zegepraal.
Dies gaan zij snel zulke jonge gardes
aanwerven, indeelen cn in dienst stellen.
Tenminste, zoo zeggen zij.
Hebben wo niet, aanstonds na de stem
bus van 1901, eenzelfde programmetje hoo-
ren opzetten?...
Ongetwijfeld l Do liberale nederlaag
heette toen goeddeels veroorzaakt te zijn
door het gemis van zulk een organisatie,
en de heeron gingon dio nu eens uit don
grond stampen mot dczolfdo wonderbaar
lijkheid, waarmee Mozos het water uit do
rots rcod ontspringen.
Het heugt ons, dat zelfs liboralo Ka
merloden zich uren aan de beslommering
der staatszorgen onttrokken, om politieke
ontwikkelingscursussen te houden voor li
boralo jongelieden.
Maar die politieke cursussen droogden
langzamerhand uit verschrompelden cn
verdwenen, cn naar korpsen van libo
ralo jonge gardes zien wc altoos te ver
geefs in den lande uit. Misschien, dat
er niettemin hier of daar wol een amech
tig overblijfsel van zulk een lichaam in
bescheiden verholenheid voortleeft,
maar uiterlijk valt daarvan niet veel te be
speuren.
Ditmaal echter zal het er dan eindelijk
van komen."
En dan verder:
„Of do katholieke, anti-rovolutionnaire
en socialistische jonge gardes zich wel bij
zonder bedrukt zullen govoclen door het
vooruitzicht op zulke ooncurrontic?
OoL, hot» 1 Iboralc vrzur laait in 1904 al niet
hooger op, dan 't in 1901 deed."
En al zou men er ook in slagon hier cn
daar een pioniersafdecling te vormen, wat
zal men or mee uitrichten 1 vraagt De Maas
bode.
„Voor een goed werken is een voorberei
ding van jaren noodig: jaren, waarin prac-
tische ervaring opgedaan, een schat van ge
gevens rustrioos verzameld moet worden.
Do beste officieren staan machteloos op
vreemd terrein zonder de taalkaarten.
Maar de hoofdzaak is, dat de liberalen op
den duur geen garde-vrij willigere zullen vin
den. 't Is reeds zóó vaak gezegd, dat het
vervelend wordt het to herhalendo mo
dern© jeugd vindt geen ideaal, geen bezie
ling of aandrift in het wormstekige stelsel
van 184S,"
De Nieuwe lïotterd/nnsche Courant be
groet niet ingenomenheid de pogingen tot
oprichting van een bond van propaganda-
clubs van jonge li.eralen. Van zulke vcr
eenigingen, vooral wanneor zij zich aaneen
sluiten en onderling elkaar steunen, ver
wacht het blad voor ons openbar© leven,
voor het opwekken van publio spirit,
veel.
Men zegt, dat de idealen zijn uitgedoofd.
Het zou wel zeer ongelukkig zijn, het zou
er voor ons volksleven wèl slecht uitzien,
meent het blad, wanneer alleen onder dAt
deel van het jonge geslacht, dat aan kerke-
docb ook zl.n eer ontroofd had!
Werktuigiyk groop hy naar zyn voorhoofd:
het droop van koud zweot, doch slechts oen
oogenblik duurde do vorzoeklng. Het boeld
van den ouden vereorden man, zyn tweeden
vader, ateog vóór hem op, en in zyn oor
klonk, als eon eDgelenstem, de bede van het
lieftallige kind boneden aan den voet der trap
„U doet het, nietwaar? Dan zal ik u ook
liefhebben."
Een vlammend rood overtoog voor oen
oogenblik de gelaatstrekken van den professor,
de blos van schaamte over zichzelvenby
was weder geheel en volkomen do man van
zyn plicht.
Daar werd do deur geopend, on do bad-
dokter trad binnen. „Vergeving voor dit onwil
lekeurig uitstel, collegasprak hy baaatig ep
fluisterenden toonhet gold hier een ernstigen
aanval van beroerto. Maar nu ben ik goheel
en al te uwer beschikking. Als gy het goed
vindt, gaan wy dadelUk aan 't werk."
VII.
Alfred Resler was gered. Zoo er zich geen
ongunstige omstandigheid voordeed, had hy
zelfs een gegrond uitzicht op duurzaam herstel.
Alles hing echtor, volgons de meening der
geneesheeren, van do meest volkomen llcha-
meiyke en goesteiyke kalmte van den uiterst
zwakken patlöot af; elke inspanning kon nood
lottig worden. De koorts was volkomen ge-
woken. Resler had gade en kind kunnen
omhelzen en zyn trouwen beroemden helper
voor zyn werkzaamheid en opoffering mogen
bedanken. Toch was de professor over zUn
ziekte niet tevreden. De oude onrust, wier
oorzaak de professor maar al te goed kende,
zocht den herstellende van tyd tot tyd weer op.
lijke leibanden loopt, geestdrift wae cn lief
de voor ecai ideaal 1
Neen, zóó gemakkelijk voert tijdelijke te
genspoed niet tot vertwijfeling. Hot libera
lisme is meermalen in verdrukking geweest,
maar nooit heoft het zich laten breken, juist
omdat hot onder alle omstandigheden de
hoop op do toekomst niet opgaf, met on-
wankolbaren moed den strijd bleef voeren.
Er is geen onkclc reden, waarom het te
genwoordige jonge geslacht van liberalen
meer zou moeten wanhopen aan do toekomst
zijner beginselen, de harten minder warm
zou moeten voelen kloppen voor die begin
selen, dan vroegere geslachten, wier liefdo
voor een ideaal, wier kloek© burgerzin,
wier vertrouwen in oigon overtuiging zoo
veel cn zooveel groots heeft weten tot stand
to brengen.
Trouwens, de jonge helpers hebben aan
liberalen kant ook niet altijd onverschillig
toegezien. Maar wat tot hiertoe ontbrak, is
de organisatie, cn deze juist is gewonscht,
want het scheelt voor do uitkomst veel, of
de hulp wordt verleend onder den drang
van het oogenblik en zonder cenige voorbe
reiding, dan wol of cr overleg is en dougde-
lijko samenwerking r*i de hulp naar een
behoorlijk voorbereid plan en op sfcelsclmn-
ti'go wijze wordt verleend.
De Standaard zegt iD con asterisk: „On
zo financiën" het volgende:
Financieel ziet do toekomst voor onze Nc-
derlandsohc burgorij cr niet aantrekkelijk
uit.
Nu reeds zit het Rijk financieel vast-.
Allorloi uitgaven, als voor Indic, voor
waterreiniging, voor drooglegging, voor
bouw van kaduuko Departementen, enz.,
staan voor do deur, niettegenstaande er
reeds een deficit, is
En nu komen straks do socialo wotten,
dio miilliooncn zullen vorderen; het teah-
nieab onderwijs, dat beginnen zal met som
men to verslinden, en het vrije onderwijs,
dat op ontwikkoling wacht.
Hoo hot dus ook loopt, or zal meor be
taald moeten worden. Aanmerkolijk meer.
Dit nu kan op tweeërlei manier geschie
den.
Men kan do directe belastingen 30 pCt.
opzetten, of men kan indirect hulp bij het
tarief zoeken.
Waaraan zal men de voortour geven
Ieder kont zijn aanslag voor personeel,
voor grondbelasting, voor bedrijfsbelas
ting, voor vermogensbelasting, en kan dus
prooics uitrekenen, wat het hem per jaar
zal koeten, als cr 30 pCt. bijkomt.
Voor do rijken zal dit geen onoverkome
lijk bezwaar opleveren; maar wie Sitter
hard zullon getroffen worden, dat zijn do
onderwijzers, dc predikanten, de officie
ren van lagen rang, de lagere rechters cn
ambtenaren, in óón woord, allo burgers van
tusaohen 600 on 3000 inkomen.
Dio zullen moeten blooden, en do aderla
ting zal kolossaal zijn.
Daarom schijnt indirecte heffing door
hot tarief zeer verre verkieslijk.
Daaraan betalen ook anderen mee, ook do
buitenlanders. Hot betaalt ongemerkt bij
zeer kleine bedragen, en wordt daarom
mindor gevoeld.
En wat meer zegt, hot zal tevens nijver
heid en arbeid tc hulp komen.
Nu is het bier mot 50 pCt. bolasb, en zio
hoo do bierbrouwerij blooit. Bankotwaron
botalon bij invoer 25 pCt., cn dit bedrijf
blooit schoonDe sigaren dito, cn onzo si
garenfahriokon zijn groot in aantal en om
vang.
Korboan, in ons eigen land hebben vo dc
proef op do som, dat bet tarief veel min
dor drukt on tc gelijk ons vooruit holpt,
torwij] 30 pOt. op de dirocte belasting hard
ia en ons laat die wc zijn, ja, do koopkraoht
vermindert.
Het Handelsblad 6chreof:
In Juni van het vorigo jaar werd bij do
Tweede Kamer een wetsvoorstel ingediend,
strekkende om cenige algemecne feest
dag o n voor w i s s els ©n ander h a n-
delspapior mot don Zondag gelijkte
stollen. Een heel eenvoudig wetsvoorstel,
uit slechte drie artikelen bestaande, dat bij
de Staten-Goneraa] algomecnon bijval vond
Hot ontging don professor niot, dat Reslers
oog zich meor dan oens onderzoekond, vaak
met een uitdrukking van geheime vroes, op
hem richtte; hot was aan geen twyfel onder
hevig, dat in den geest van don zioko allengs
de herinnering aan bokendo trokken opdoomdo.
De plotselingo zekerheid kon by den toestand
van don zioke govaariyk worden. Professor
Marbach besloot dus dit oogenblik te voor-
komon.
Weldra bood zich eon gunstige gelogenheld
aan. Toon Reslor zich op zekeren dag na
een verkwikkenden slaap ongemeen wel ge
voelde, prees LU den juist aanwezigen pro
fessor, die hem het geluk had toruggegevon.
„Achl en toch niot hst volkomen geluk,"
voegdo by er zuchtend by. „Er is lomand,
wien ik eenmaal een groot onrecht hsb aan
gedaan, dat ik vruchteloos beb trachten af
to booten. Uw gelaat, heer professor herin
nert my aan dio persooniykheid, dio door
myn schuld misschien ten grondo is gegaan."
„Stol u gerust, waarde hoor Rosier," ant
woorddo Marbach, terwyi hy don ernst van
zyn stem door een zacht glimlachje dempte.
„Beschouw hotgeon gy, meor door son ellen
deling verleid dan uit oigon aandrift, aan
Ewald Gronau bobt misdreven, als oen werk
der Voorzienigheid. Die gebeurtenissen, wslko
eenmaal den jongeling tot in hot diepst züner
ziol troffen, hebben hom tevens gestaald on
gelouterd voor zyn geheele leven. Wie weet,
of Ewald Gronau ooit zou bereikt hebben,
wat hem ondor do leiding van een edel en
hoogbegaafd man, van den man, wiens naam
hy thans draagt, gelukt isl Ewald Gronau,
die pas door uw yien de oorzaak van dat
rampzalig voorval op den dag van zyn staats
examen vernam, die Ewald Gronau bon ik."
„Gy Gronau?" riep Resler, die reeds by het
en zonder hoofdelijke svtinming word aan
genomen.
Dat hoogst eenvoudig ontwerp strek
kende om aan de handelskantoren het go-
not van cenige vrije dagen t© verzekeren,
gelijk roods lang in andere landen werd in
gevoerd is nu pas wot geworden. Wel
nam do Tweede Kamer het terstond na do
opening der zitting in onderzoek, dat wil
zeggen het voorlojpig verslag word op 23
September 1903 uitgebracht, maar dc af
doening vóór do Kerstdagen bleef uit, om
dat hot antwoord van den minister vaa
justitie niet was verschenen. Dc handel
moc«t dus reeds op die dagen hot gonot
van den maatregel missen.
Men hoopt© nu op do Paaschdagen.
Maar ook toon werd do handel teleurge
steld. Nadat do Momorio van Antwoord in
het bogin van dit jaar ten slotte waa inge
diend, bobben wij nadrukkelijk gewezou ep
dc wem :hclijkheid <i spoeoigo afdoening.
Alaar do Tweede Kamer lotto daar niet op.
Zij wierp zich terstond in don maalstroom
van do Hocger Ondcrwij vlebatton on her-
innerdo zich eerst toon Paschcn voor de
deur stond, dat cr een ontwerp gcrcod
lag, dat met dio feestdagen in ver baud
stond. Alvorens zij zolf op Paaschvacantia
uiteenging, nam zij dan ook hot outwerpjo
aan, maar juist te laat om ook aan volo
kantoorbod ion den on patroons den lang
gowenschton cn in uitlicht gostolden vn-
catiedag op PaaschMaandag t© vorzokeron.
Want het ging niet moor aan, de Eerst»
Kamer vóór Pasohen, enkeJ voor dit ont
werp, bijeen tc roepen; althans zoo werd
blijkbaar geoordeeld.
De Paaschdagen gingen dus voorbij zon
der dat dc nieuwo „Zondag" was ingo-
voord. Hot zou dus althans mot P i n kato
ren oindolijk zoover komon I
Maar ook dit zal niot h< t goval zijn. Wel
heoft do Eersto Kamer he* wetsontwerp op
23 Apr"' aangenomen, wol i9 hot op 27
April door H. M. do Koningin ondertce-
kond en dus tot wet verhoven... maar toob
zal dc handel or ook op Pinksteren
laat staan op Hemel vaartdag nog geen
genot van hebben.
Do wet bevat immore geen vermelding
van con bepaalden dag, waarop zij in wor
king treedt. Voor dergelijke wetten nu
geldt dan do algomceno regel, dio reeds ven
het jaar 1S22 dagtoekont, dat oen wet ver
bindend wordt uit kracht van afkondi
ging en dat zij werkt terstond nadat d©
afkondiging in allo dcelen van het. konink
rijk zal kunnen bekend zijn Do vorkcors-
middeleuj waren in dien tijd heel wat be
perkter cn langzamer dan thans on zoo be
paalde dio wet van 1822 verder, dat zoo
de wet zelf geen ander tijdstip aangeeft, „do
afkondiging gerekend wordt iu het gi-ln ole
koninkrijk bckond to zijD op den twin-
tigs ten dag na dien der dagtcekening
van hot Staatsblad, in hetwelk do wet ge
plaatst is."
Nu is do wet van 27 April 1901, tot wijzi
ging van do artt. 154, 179 on 228 van hot
wetboek van koophandel eerst uitgege
ven op 4 Mei 1904, welke datum is „do
dagtoekoning va® hot Staatsbladin het
welk do wet geplaatst is."
De wet treedt dus in werking op don 20-
sten dag van 4 Mei, dus op 2-1 Mei, d.i op
Dinsdag na Pinksteren, juist óón dag to
laat voor don handel, welke dit jaar op
Pinksteren or geen genot van zal hebben I
Is hot niet of do minister va® justitirc en
do Tweede Kamer den handel willen pla
gen? Eerst werd door do traagheid, waar
mede de Min. 't Kamcrvorslag beantwoord-
do, de invoering vóór Kerstmis verijdeld
daarop is wegens de onverschilligheid of
vergeetachtigheid der Twecdo Kamer do
tijdige afdoening vóór Paschen belemmerd.
En nu oindelijk dc wet cr door ie ver
zuimt do Minister weder do wet terstond
t© dooD afkondigen nadat d© Koningin
haar handtoekening had verleend, met hot
gevolg, dat ook op Maandag vaD Pinksteren
do handel nog niet vrij zal zijn.
Do Minister zal er vermoedelijk spijfc van
hebben, dat het zoo geloopon is. Wij hebben
echter herhaaldelijk gewaarschuwd, on
daarom verwondert hot ons wel, dat aan
het departement van justitie niemand er om
gedacht heoft, dat de handel met vorlan-
hooron van dien naam uit 's professors mond
als-door don donder gotroflon scheen. „En
gy hebt my vergeven! Uw hand weerde den
dood af van hot hoofd van don man, dien gy
moost liaton en verachten? 0, als gU wist,
hoo ik schier bozwoken ben ondor don zwaron
laat, hoe ik van dag tot dag vreosdo, dat
myn kind zou mooten booten voor de schuld
des vadora! En ik had niemand, wien ik mün
gohoim mocht openbaron dan slechts dien
oenen, dien eerwaardigen priester, die myn
jeugd goloid en den rouwmoodlgon zondaar do
genado dor eeuwige barmhartigheid goscbon-
ken hoeft. En toch week do angst niet, dat
ik door myn schuld misschien oen menachen-
levon vernietigd had. Eerst heden wordt de
steen van myn borst afgowonteld weos
daarvoor gezogond ten allon tydel"
„Alles Is vergoten," bekrachtigde de profes
sor, „doch slechts onder voorwaarde, dat gy
u van nu af do meest volstrekte llcbaineiyke
en zedeiyke rust oplegt, want daarvan hangt
de gunstige afloop van onze kuur af."
Glimlachend knikte de zleko en hy sloot
als in oen weldadigo vermoeidheid de oogen.
Plotseling echter scheen een nlouwe gedachte
hora bezig te houden, zyn bleek gelaat kroeg
eon licht roodo tint. „En Magda?" vroog bU
in spanning.
„Uw echtgonoote herkende terstond den
vriend uit haar Jeugd, die nog heden met
innige dankbaarhold zijn kinderjaren in het
huis dor Bomers gedenkt en die herinnorlngen
ook moeneemt naar het vorro vaderland. Myn
vacantio nl. loopt allonge ten einde."
Rosier sprak goon woord van leedwezen
over do aanstaande scheiding; het spreken
scheen hem vermoeid te hebbon.
(Wordt vervolgd.)