Verijdelde plannen. Tweede Kamer. Vervolg der zitting van Dinsdagnamiddag Drankwet. Gelijk wij in ons vorig nummer mede deelden, kwam het tussehen den minister Ituypor en den heer Mees tot een protcs- teerendc woordenwisseling. Hot geval droog zich aldus toe: De Minister van Binnenlandsche Zaken tripliceerde. De heer Mees heeft gesproken van „bekeering" van den Minister en in verband daarmede het woord „renegaat" gebezigd. Dit is een snijdende uitdrukking en de Minister vraagt of het honorabel is van den heer Mees zulk een uitdrukking te bezigen, waar do Regeering harerzijds reeds amende honorabel had gedaan. De heer Mees vraagt of lifêt de bedoeling is, de bedoelde interpretatieve wet spoedig in te dienen. (Deze zou zeer eenvoudig kun de n zijn cn aan artikel 26 toevoegen: „Deze vergunning loopt tot 1 Mei 1905.") De Minister antwoordt, dat nu de heer Mees zijn bepaalde vraag onbeantwoord laat, hij niet verplicht is, den heer Mees to beantwoorden. De heer Mees vraagt nu het woord over een persoonlijk feit. Do Minister wil zijn vraag niet beantwoorden. Maar Spr. ziet niet in waarom. Hij weet niet welke spe- oialo vraag hij onbeantwoord heeft gelaten. Met voordacht heeft Spr. bepaalde punten niet aangeroerd uit het debat. Maar hij komt er tegen op, dat waar hij een vraag richt tot do Regeering, niet uit persoon- l'ijko nieuwsgierigheid, doch in het alge meen belang, ter wille va,a de rechtszeker heid, de Reeering weigort daarop te ant woorden (Geroep: Zeer juist!). De Voorzitter: Wanneer niemand meer over dit persoonlijk feit hot woord verlangt, verklaar is het incident gesloten. Do heer Heemskerk aoht een noodwet of een interpretatieve wet geheel onnoodig. Dc vraag van den heer Mees was een overbo dige vraag. Alleen door aa^ art. 7 te de- voyeeron zou art. 26 de bedoeling kunnen hebben die do heer Mees er aan hecht, doch dat dit het geval is, lie oft cle heer Mees al lerminst bewezen. De heer Mees had zij nerzijds een motie behooren in te dienen. De Minister van Binnenlandsche Zaken .erklaart niet te onderschrijven dat de Re geering elke vraag van een Kamerlid be hoort te beantwoorden. Bovendien ia de vraag reeds beantwoord. En of do indie ning spoedig zal' geschieden, is een vraag die geen antwoord behoeft, waar dit roods ligt opgesloten in het straks .gezegde. Do vraag, waarop do Minister geen antwoord bekwam, is deze: Als er geen rechtsonzeker heid bestond tot 1904, hoe is het dan te ver wachten dat deze thans zal ontstaan Het is onbeleefd niet op vragen te antwoorden. Do Minister wil nu mot den heer Mees af rekenen. Deze vroeg hem of hij niet ge noeg zelfvertrouwen had om een noodwet in te dienen, terwijl do Minister liior stond voor een geheel nieuwe wet! Het is trou wens do schuld geweest van den hoer Mees, door een amendement van dezen en den heer March an t, dat de vorige noodwet er zoo slecht uitziet. (Gelach.) Do heer Mees antwoordt wel degelijk te hebben uiteengezet dat de termijn in art. 26 is geen terminus ad ouem, die alles af doet. Do Minister antwoordt dat de heer Mees blijkbaar don klank van 's Ministers stem niet goed heeft verstaan. De Minister be toogde dat do rechtsonzekerheid bestond in hot systeem van don heer Mece voor do vergunninghouders van 1901—1904. De beraadslagingen over dit onderdeel worden gesloten. Do algemeen© beraadslagingen werden daarop voortgezet. De heer De Savornin Lokman had liever een radicaler omwerking van clo bestaande, door hein schoorvoetend aanvaarde Drank web gewensoht, omdat het daarbij aangeno men stelsel niet geleid heeft tot het doel: bevordering der matigheid door beperking van het aantal drankhuizon. Z. i. vermin dert deze wet niet het aantal drankgel e- gonhedon, maar beschermt zij het rnonopo- lisme, maakt den tappers het leven zuur, maar bevordert het huis-drinken. Hij bestreed het stelsel en zou daarom FEUILLETON. 61) De houtvester schudde liem do hand cn verzekerde zijn blijdschap over het geschenk. „De arme kerel zal zioh echter vervelen, als hij eenzaam op mijn kamer zit. En mo de uit wandelen nemen, kan ik hem toch ook niet. Heeft u er iets tegen, als ik hem bij do gravin in pension doe'? Dab zal haar, geloof ik, veel genoegen doen en voor den schrik, dien zij beleefd heeft, zijn wij haar toch ook nog wat schuldig". „Fameus, fameus!" schreeuwde het man netje. „Nu, ik zal haar dadelijk zien, daar ik hier nu toch voor het eten moet blijven. Maar eerlijk gezegd, ik oude, hardhoorigo .kerel, behoor hier eigenlijk niet ik voel dat. Ik ben daarom ook meestal in mijn eigen gezelschap gebleven; maar vandaag kan ik do verzoeking niet weerstaan. En do kleine, do gravin bedoel ik, ja, zoo iets moet mon van nabij zien, dat is men aan zijn ontwikkeling verschuldigd. Ik blijf dus". „En gij zult uu vaker komen, buurman Bet deugt u niets, dat gij u zoo afzondert. Op mijn woord, het zal ons allen hartelijk veel genoegen doen, wanneer onze omgang als buren wat drukker wordt." „Maar zeer zeker, mijnheer von Trimpels- dorp", stemde Schwarzhoff den majoor toe. „Ik kan bevestigen, dat mon voor werkelij ke menschen op Ratzenbeck veel sympathie govoolt." „Werkelijke menschen, met zulk een jam merlijk trommelvlies", zeide het mannetje wensohen, dat waar alcohol verkocht werd, niets anders mag verkocht worden. Hij betreurt do ongemotiveerde wegne ming van het Gothenburger stelsel en voelt ook veel voor de local option. De heer Bink was nu aan het woord, maar wegens het vergevorderde uur ging do Kamer uiteen tot heden II uren. De Sociaal-Oemocrafische Arbeiders-Partij en de verkiezingen voor de Provinciale Stalen. In een manifest van het Partijbestuur aan de af deelingen der S.-D. A.-P., opgeno men in „Het Volk", wordt de mecning be kend gemaakt van dit bestuur omtrent de houding aan te nemen door do leden der partij bij do aanstaande verkiezingen voor de Provinciale Staten. In dit manifest wordt o.a. gezegd: „Do strijd over de hooger-onderwijs-wet, die nog door de Eerste Kamer zal moeten behandeld worden, zal de aanstaande Sta ten-verkiezingen beheerschcn. De vrijzinni gen rekenen er op, bij die gelegenheid met behulp der door dr. Kuyper afgestooten vrienden en der sociaal-democraten bun meerderheid in do Staten en de Eerste Ka mer te vergrooten, en hebben dan ook reeds in enkele districten onder de oude anti-cle- ricale leuze onze partijgenooten tot samen werking opgeroepen. De belangrijkste vraag, die beslissing cisckt, is wol, of er aanleiding bestaat voor onze Partij, om ditmaal haar klassestand punt te verlaten, haar economisch streven te doen schuil gaan achter anti-cloricalo be weegredenen, cn zich, al dan niet tegen ver goeding, als hulptroepen bij de vrijzinni gen te doen indeolen. En dan zij reeds aanstonds gezegd, dat hiertoe niet de minste aanleiding bestaat. Zeker, wij verhelen het niet, de strijd om do Staten zeiven is voor ons minder belang rijk; hij ontleent ditmaal zijn belang juist aan den invloed, dien zijn afloop kan heb ben op het mini&terie-Kuyper. Maar onze grieven tegen het ministerie-Kuyper zijn geheel andore dan die der liberalen. Onze voornaamste grief is het optreden van dat ministerie tegen do arbeiders-organisaties cn do liberalen bobben het daarbij gesteund, zijn medeplichtig aan do rcactionnaire po litiek, die zij thans' heeten te verfoeien. Do eenheid der kapitalistische klasse in haar zucht, om ten koste van den vooruitgang, de vrijheid en het recht der opstrovende ar beidersklasse, haar oppermacht in den Staat to handhaven, heeft in dc Aprildagen liberaal cn clericaal tot tién schanddaad te gen do arbeiders vereenigd, al ontkennen wij niet, dat hier do pressie uitging van do clerioalen. Reeds om deze reden kunnen sociaal democraten cn liberalen ditmaal niet in één verkiezingsactic samenwerkenis al leen zulk een optreden mogelijk, waarbij onze partij haar eigen arbeidersstandpunt inneemt, dat zoowel tegen do cleriealo als tegen de vrijzinnige handhavers der be staande klasse-maatschappij is gericht. Wij hebben dus to zoeken naar een wijze van optreden, die het mogelijk maakt, het ministerie-Kuyper ie verzwakken, zonder dat daarbij de zelfstandigheid onzer partij ingeboet en de propaganda onzer beginse len opgeofferd wordt. Daarvoor is het noodigelk compromis met andere partijen te verwerpen. Voor districten, waar de verhouding der partijen elke vrees voor vermeerdering van den cloricalon invloed buitensluit, of waar (deze reeds zoo groot is, dat elke poging om hun afbreuk to doen, moet falen, is geen afzonderlijk advies noodig. Voor zoover mon in die district-en reeds vroeger aan de Statenverkiezingen deelnam, bestaat er geen politieke reden, dat ditmaal na te laten. Allerminst mag do vrees, om in dis tricten, waar wij in 1905 bij de herstem ming do hulp der liberalen noodig hebben, dozen te ontstemmen, ons weerhouden, ons recht op een zelfstandigen strijd voor de ei gen beginselen onverzwakt te handhaven. Alleen een partij, die zichzelven respec teert, kan aanspraak maken op achting van anderen. Er zijn echter ook districten, waar onze partij zelve weinig kans heeft om haar can didates verkozen to krijgen; maar waar melancholiek. „Maar het is waar, want ik voel, dat ik oud word, oud en eenzaam. En deze eenzaamheid is des duivels. Ja, ja, die mag niet over mij komen, die moeten wij bestrijden. En ja, ik wil mot uw hulp dat beproeven." Drie-en-der tig ste Hoofdstuk. Aanhoudend mooi en droog weer maakte do sinds weken beraamde huttenjacht ein delijk mogelijk. Waltrud trachtte een goed woord voor haar stiefbroeder te doen, op dat hij het genoegen, waarop hij zich zoo verheugd had, mede kon smaken. Maar do majoor verklaarde: „Niets er van, de ben gel is een ellendeling en ik ben verduiveld blij, dat hij moet thuis blijven. Drie zouden ook wel wat te veel in de hut zijn." „Laat mij dan thuis," verzocht zij. „Het is toch meer iets voor een jongen dan voor mij, en do straftijd, welken hij reeds achter zich heoft, heeft hem zeker reeds verbeterd." „Als gij dat denkt, kent gij mijn jongen slecht. Koppiger cn boosaardiger heeft 'die hem slechts gemaakt," verzekerde hij. „Gij kunt u er op verlaten, dat hij op nieuwe streken peinst. Neen, wij beiden trekken al leen naar do kraaienhut. Schwarzhoff wil zijn Mausergeweer, klein kaliber, meenemen. Elk roofdier, dat niet vliegt, laat ik aan jou over. Ik wil slechte naar die schieten, welke voorbij strijkendaarmee wordt gij toch niet klaar. Ik was echter altijd flink bij de hand en heet op gevleugeld wild." In alle vroegte vertrokken zij. Hinnerk schoof zijn heer in den rolstoel cn droeg een groote mand met proviand, want als de jacht wat opleverde, wilden zij het grootste gedeelte van den dag in de hut doorbrengen. Schwarzhoff liep met zijn ge- zij den doorslag geeft bij den strijd tussehen cloricalen en vrijzinnigen. In die districten zijn vier gevallen mo gelijk: lo. dat onze partij bij eerste stem ming met eigen candidaten optreedt; 2o. (flat zij met de vrijzinnigen een bondgenoot schap aangaat, om zoodoende een of meer der onzen in de Staten te krijgen; 3o. dat zij zonder eenige afspraak en tegen- praestatie van do liberalen hun candidaten steunt; 4o. dat zij zich van elk officieel optreden onthoudt. Dit laatste, meenen wij, mag in geen ge val. Onze partij moet in dergelijke distric ten haar geestverwanten niet onzeker laten omtrent haar taak en haar inzicht bij deze verkiezingen. Het waiy> zwak en onoprecht, officieel niets te doen en wat toch ge beuren zou officieus voor de liberalen te werken. Intusschen kunnen wij ons niet voo'rstel- lerj, dat dit geval zich in eenig district zal voordoen. Regel moet zijndat de partij vn dergelij ke districten bij eerste stemming met eigen ca/iuLidalen optreedt. Hierdoor alleen is een propaganda volgons onze beginselen moge lijk; maar tevens is het de beste manier, om een overwinning der clericalen te voor tkomen. In geen beval dus een compromis met de liberalen. Zelfs daar, waar de partij be sluit, reeds bij eerste stemming de libera len te steunen, make men van do gelegen heid geen gebruik, om met hen een bondge- genootschap te sluiten, ten einde een of meer der onzen in do Staten te brongen. Deze eventueel© winst zou niet opwegen te- gon het nadeel van uitwissching der gren zen, waardoor zij zou zijn behaald. Lie\er Tmdersteune men dan zondor eenige onder handeling de vrijzinnige candidaten. Do politioke omstandigheden maken het ons ten plioht, bij herstemming in distric ten, waar hot er om gaat of do Regeering til dan niet versterkt zal worden, met alle kracht den caindidaat dor oppositie-par tijen te steunen. Posfc en Yeflegipass&ifie. Verplaatst: 1 Mei, do commies der tel. 2de kl. B. A. G. Bothó, van Arnhem naar Nijmegen; de commiezen der post en tel. 4de kl. P. J. Werkman, van het tele graafkantoor naar het postkantoor to Utrecht, A. G. Schram de Jong, van Am sterdam (postk.) naar Leeuwarden (tele- graafk.); P. Hoekstra, van Harlingen naar Amsterdam (postk.); G. Walstra, van Arn hem (telegraafk.) naar Harlingen; J. L. Fijnvandraat, van Arnhem (postk.) naar Utrecht (id.); J. H. A. Israël, van Venloo (postk.) naa-r Arnhem (id.); mej. W. M, Drost, van Zutfen (telegraafk.) naar Ven loo (postk.), en J. W. Nagtegaal, van Lei don (telegraafk.naar Utreoht (postk.); do surnumerair der poet en tel. W. A. Kluit, van Dordrecht (telegraafk.) naar Rotterdam (id.); 16 Mei, de comm. der tel. lste kl. B. Kramer, van Rotterdam naar Amsterdam; de klérk der post en tel. 2do kl. P. Jonker, van Amsterdam (tel. kant.) naar Arnhem (tel. kant.); 1 Juni, do vrouwelijke klerk der post on tel. lste kl. F. J. Tempel, van Groningen (tel. kant.) naar Amsterdam (tel. kant.) Opnieuw tijdelijk belast met het beheer: 1 Mei, van het bij post- en tel. kant. Hemo- ny-straat te Amsterdam, J. W. Nortier, comm. der post. 1ste kl. Eervol ontslagen op verzoek: 1 Mei, de te- lophoniste C. H. Coltof, thans met langdu rig verlof; 1 Juni, de comm. der tel. 1ste kl. A. van Marion, te Amsterdam. Eervol ontslagen: 1 Mei, do oomm. der tel'. 2de kl. B. F. Haokfoorb, to Nijmegen. Ontslagen: 9 April, de telegrafist J. L. Speo, to Maastricht. Gemengd Nieuws. Do slaapziekte. Tot dusver hield men het er voor, dat do gevreesde Af ri- kaanscho slaapziekte enkel negers aantastte en Europeanen er niet vatbaar voor waren. Het bewijs van het tegendeel is echter ge leverd. In hot hospitaal St.-Camille te Ant werpen bevinden zich sedert enkele dagen 2 weer over den schouder en op zijn linker, met leer bedekte vuist, den geboeiden katuil aan den eenen kant, Waltrud aan den ande ren. Do boschwachter Overbeck volgde met een hageltasch en het voor Waltrud bestem de geweer, op eenigen afstand, bereid, om óp moeilijk begaanbare wegen Hinnerk bij het transport van den rolstoel te helpen. Zoo ging het door het bosch. Met vollo teugen ademden zij do boschlucht in en de den hun oogen z-ich aan do in de morgenzon fonkelende dauwdruppels in liet gras en de varens te goed. De majoor was zeer opgewekt en daar hij zich herinnerde, dat Overbeck het ver in do nabootsing van diorenstommen had ge bracht, riep hij hem naderbij en beval hem voor de gravin zijn kunsten te vertoonen. De boschwachter leidde, als een wellevend man, elke voordracht met een korte toe spraak in: „Wees zoo goed, gravin, op te merken hoe het gemeeno zwijn piept als het onverwacht ia het krulstaartje wordt gekne pen," of: „Nu komt de groote vogel of kor- haan, als hij voor het aanbreken van den dag minnekoost. Dit was ik bij uitzondering nietl' riep hij bijna verschrikt, toen plot seling in zijn onmiddellijke nabijheid een voortvlicgendo houtspecht zijn luid gelach aanhief. „Dat doet er niets toe, gij blijft toch een kunstenaar in het nabootsen," stelde de ma joor hem gerust. „En als ge mogelijk eens veranderen wilt, kunt gij als nabootser van dierenstemmen een goed stuk geld verdie nen." „Maar, mij dunkt, Overbeck blijft in on zen dienst, papa," zeide Waltrud. „Zulke talenten moet men trachten te behouden." „Hij kan ook op de ocarina blazen en als uit den Kongostaat teruggekeerde Bclgeu, die aan slaapziekte lijden. Het „Hbl. v. Antw." deelt omtrent deze gevallen hot volgende mede: De eene lijder is 24 jaar oud, onlangs uic Kongo aangekomen en op 21 Januari opge nomen in het gasthuis. Zijn geval is 'des ie deerniswekkender, daar de eerste verschijnselen zijnor ziekte de den vermoeden, dat hij dronk en men zijn opgewondenheid aanzag als opstand tegen de tucht; ook werd hij, om zijn oversten te hebben bedreigd, afgezet en naar huis ge zonden. Men heeft nu de overtuiging, dat hij toen reeds ziek was en men weet nu dat hij, den dag, dat hij tegen zijn oversten in opstand kwam, hoogstens tweo glazen bier had ge dronken. Sedert zijn intreden in het gasthuis heeft de zieikte nr-eeselijke vorderingen gemaakt. De man slaapt voortdurend; hij slaapt lig gende, etaan'de, gaande; zelfs als hij eet valt do slaap hem op het lijf. Hij antwoordt soms op do vragen, die men hem stelt, maar de uitspraak is moeilijk, de oogleden vallen too en de ongelukkige slaapt voort. Met den dag slaapt hij meer en meer; hij is zeer gevoelig en een speldeprik doet hem ontzaglijk lij 'en. Het schijnt, dat hij d i ziek te heeft overgeërfd van zijn boy, die er door was aangetast. Er bestaat geen hoop hem te redden en do dood is maar een quacstie van dagen. In hetzelfde gasthuis ligt nog een ander lijder, die blijkbaar door dezelfde ziekte is aangetast, ten minste hij vertoont al de eer ste verschijnselen er van. 't Is eon stoombootkapitein, die in Kongo gevaren heeft en die sedert een drietal we ken in het gasthuis ligt. Ook bij hem is dc uitspraak traag en het denkvermogen zwak en over heel het lichaam is hij bedekt met branduitslag. Ook 'dit geval wordt met de meeste aan dacht gevólgd. Uit Grosswardein in Honga- vije wordt geseind, dat ïn het nabij die stad gelegen plaatsje Elesd onlusten zijn veroor zaakt door socialisten, die een vergadering van leden, dor Onafhankelijkheidspartij poogden te verstoren. Toen de gendarmerie tusschenbeide kwam om de orde te herstel len, schoot een socialist den wachtmeester der gendarmen dood. De gendarmen losten hierop een salvo met dit gevolg, dat 23 per sonen werden gedood cn circa 40 zwaar ge wond. Troepen zijn uit Grosswardein ont boden. Een geweldige brand brak eer gisteren uit in een metaalwaren fabriek te Newark, in het district New-Yersey. Toen het gcheele gebouw in lichterlaaie stond, had er een vreeselijke ontploffing plaats. De spuitgasten werden onder dc neerploffende steenbrokken bedolven. Teen do puinhoope-n wordon opgeruimd, werden drie lijken te voorschijn gebracht; 15 personen werden zwaar verwond. Do Lissabon se ho corrcspon- donfc van de „Köln. Ztg." meldt over de daar uitgebroken 'werkstaking van de zet ters dat deze laatsteen aan hun patroons onmogelijke cisehen hadden gesteld. Do zetters, die volgens den te Lissabon gelden den loonstandaard, zeer good betaald wor den, zullen waarschijnlijk aan bet kortste eind trekken. De groote couranten hangen hun telegrammen, mededeel ingen en ver slagen, fraai en duidelijk geschreven, in hun zalen op en worden zoodoend© toch fctruk gelezen. To Johannesburg z ij n ophot oogenblik 160 lijders aan pest, onder wie 18 blanken. In het geheel zijn 8 blanken en 72 personen van het zwarte ras aan de ziek te bezweken. Naar het kamp to Klipspuut zijn 3181 zwarten gebracht; onder hen heeft zioh één geval ran pest voorgedaan. Noorchvykerhout. Zondagnamiddag reed de poelier C. van der Burg alhier, huis waarts, komende van Sassenheim. De heer Jansen, uit Schiedam, reed hem achterop en wilde voorbijrijden, maar v. d. B. scheen naar den zin van den ander niet genoeg uit te halen, althans dezo gaf in het voorbijgaan het paard van eerstgenoemde een paar tikken met de zweep tegen den kop. Dat v. d. B. hierom boos werd is te verklaren. Toen hij even later te Pietgijzen- hij driftig wordt, zingt hij, Overbeck, het mooie lied van de wonderschoone Anna met een keelstem. Do vorige week echter heeft hij ginds bij de beek een otter doodgeschoten. Dan zet hij op al zijn verdiensten de kroon," prees Schwarzhoff hem en vulde zijn waar deering met de woorden aan: „Als gij het ongoluk mocht hebben, Overbeck, dat Dirk Sckütteldreyer je te na komt, dan beloof ik u plechtig, dat ik u als toonbeeld van een braven boschwachter voor mijn geld laat op stoppen en u aan het museum to Munster present geef." „Foei, welk een phantasie!" riep Wal trud. Overbeck echter was clicp ontroerd van zooveel waardeering en zeide met bewo gen stom: „Ik weet, mijnheer, dat gij mij voor een ordentelijken kerel houdt, en gij kunt er u op verlaten, dat ik Dirk Scküttel dreyer nog aan do kaak stel, en do verdwe nen bok ginds van den top, dien wij toch sinds jaar en dag voor den majoor hadden opgespaard, dio wordt nog gewroken." „Halt, stop 1 Hier is de tocht ten einde. Gij blijft dus met den rolstoel hier in de jon ge dennen, Hinnerk; wat mij betreft, kunt gij ook in heb ding plaats nemen. Als ik je noodig heb, blaas ik op den hoorn, dan komt ge. Het zal wel een vervelend gewacht voor jo worden." Hinnerk grijnsde, trok een half aan flar den gelezen roman uit zijn zak en zeide: „De majoor kan gerust zijn. Stine heeft mij dit hier meegegeven, -rets mooiere bestond er niet, heeft zij gezegd." „Nu, dat doet mij genoegen! Maar pas op, dat gij van louter laaghartigheid, bloed en liefde den hoorn niet hoort," vermaande de majoor en wandelde, op twee stokken ge leund, voorzichtig den heuveltop op, daar brug den heer Jansen onder de veranda van het stationskoffiehuis zag zitten, ging hij naar hem toe en gaf hem eveneens, maar met een bïerflesckje een paar tikken tegen het hoofd, zoodat hij bloedde. Het verbek te ter plaatse heel wat opschudding, want het was op dat oogenblik nogal druk en naar w<> vernomen, zal de rechter hebben te beslissen of v. d, B. zich op die wijze ge noegdoening mocht verschaffen. BILLEG0M. Ondertrouwd: G. W. Need en G. A. v. d. Valk. D. v. d. Jagt en C. AT. Spaans. Gehuwd: H. G. v. Liorop en M. Heemskerk. Bo vallen; B. C. v. d. Wilden geb. Van Cuijlenborg D. J. v. d. Jagt geb. Bas Z. L. C. Schilpzand geb. Elffers D. H- A. Walkers geb. Verbruggen D. A. E. AL v. d. Woerd geb. Jane Z. L. J. M. v. Dijk geb. Crombouw Z. J. Af. Lagendijk geb. Noort Z. Overleden; J. Broekhof 40 j. A. M. Bebago 54 j. HAARLEA1MERMEER. Ondertronwd: J. J. C. de Heer en A. Roos. P. Klaassen en R. Mei. J. Wilbarm en J. M P. den Dekker. Gohuwd: H. R. Eigenhuis en S. Doornhetn. P. van Velzen en E. Blom. Bevallen: M. van 't Hof gob. Sohieudera D. A. E. van Kooten geb. Kleton D. T. Tamboer geb. Beefs Z. M. Bos geb. Verduijn D. M. de Rijk geb. Nederveld Z. M. de Groot geb. Do Ridder Z. M. Hendriks geb. Met Z. J. Hartingsveld geb. Markwal levenl. Z. R. Krijnen geb. Van der Horst Z. M. AL Blommesliju geb. Sitvast Z. Overleden: C. Haspels geb. Koorcn 44 j. E. Winkolaar 72 j. ZEGWAARD. Geboren: Lena Cornelia en Abraham Johannes, kinderen van A. vau dor Wilt en N. v. Straalen. Ondertrouwd: L. Lengkeek 27 j. en G. v. Ilerwijnen 28 j. R. Kerkhoven 22 j. en F. Hoogen doorn 22 j. ZOETERMEER. Geboren: Wilhelmus Con- nelis, Z. van M. J. W. Pietoise en C. J.N. Groene- veld. Jobimnos Gij&bertus, Z. van A. v.<LHelm en Al. Lelieveld. Rotterdam, 25 April. Wilte Tarwe. Nadöt enkele puike partijtjes tot ƒ7.90 a /"8.10 uitge zocht wuron, moest men tot IngereD prijs afgeven. Eerste qualiteit ƒ7.60 tot ƒ7.80, goede ƒ7.10 tot ƒ7.30, mindere ƒ6.30 tot ƒ6.80. Per 100 kilo ƒ9.50 tot f 9.85, goede 9 tot ƒ9.30 en mindere 8.25 tot f 8.60. Rogge 4.80 tot ƒ6.20, mindere ƒ4.30 tot 4.60. Winter- en Zomer-Gerst ƒ6.80 tot 7.40. Cheva lier ƒ0.90 tot f 7 65. liaver. Zeeuwscho 6.30 tot 6.80. Puike hlanko daarboven, mindere soort ƒ6 tot 6.20. Wjtto Boonen nominaal ƒ8 tot 9.50, ge ringere 7. Bruieo Boonen vonden geen atlenfie. Hoewel lager aangeboden bleef moest alles onverkocht. Do bosio ƒ13.60 tot 14, goede ƒ11.50 tot ƒ13; geringere 7 tot 10 koopbaar. Binuwe Erwten. Nominaal ƒ7.50 tot 8.50, mindere 6.60 tot 7.25. Koolzaad ƒ7 tot ƒ8. Kanaiiozaad van ƒ10.50 tot ƒ11.76, mludere qualiteit 8 tot 9 60. Buitenlandscho GraneD. Rogge. 73 KG. Donau Bessarabisch ƒ131. 70-71 KG. Liulgaarsche ƒ121. 77/78 KG. Helena ƒ144. 75/76 KG. ütcttintr 133, Stoomend per 2100 KG. Gerst. 60/61 KG. Odessa en Taganrog ƒ93.50 lot 95.60 per 2000 KG. Alais. Amorik. Mixed ƒ100 lot ƒ108, dito puik® qualiteit ƒ111 a ƒ112. April-all. /105. Moi/Oct.- allading 112 a /113. Odessa ƒ106 a ƒ107 per 2000 KG. i'urmerend, 26 April. Aangev. 167 stapels Kaas, ƒ22.a 1 28.60 do 60 KG. Boter. Aangev. 1252 KG. ƒ1.a 1.10 het KG. Vee. 699 Runderen, vet vee ƒ0.54 a ƒ0.68 het KG., 20 Paarden312 vette Kalveren ƒ0.66 a ƒ0.85 per KG., 5-15 nuchtere id. /'Ja ƒ21 per stuk; 266 vette Varkens ƒ0.38 a to. II por KG. 106 magere id. ƒ10 16 per etuk; 236 Biggen 6 a 10 per stuk; 1814 Schapen en Lammoren, Eieien 2.80 a ƒ3.per 100 stuks. Kievitseieren, aangevoerd 4000, 7 a 8 c. per stuk. Handel matig. Sutek, 26 April. Boter. Aanvoer S9/4 en IL8 v. Prjjs 1st - keur ƒ42.By de vereeniging 1st® keur ƒ42.— a f2de keur 41.— a 3do keur 38.—a ,4de keur a l'abrioksboter: Aanvoer 68/3 en 42/6 vn. PryB ƒ40.60 a Kr.as, Nagel-. Aanvoer 331 KG. ƒ31.60. Vee. Aangevoerd: 657 Koeien, 135 Kalveren, 206 Schapen, 410 Lammeren, 97 Varkens en 122 Biggen. Prijzen van vet vee per KG.: Rnndcien Kal veren Varkens 19 a 20 c., voor export 17 a 17i o., Biggen Londen ac., Schapen Londen ;l C. Melke-, Kalvo- en vette Koeien mot vrij goede vraag. Kalveren stadig. Overigo soorten gewild. Kievitseieren. Heden werd hier 't grootst getal kievitseieren aangevoerd dat ooit ter uiarkt kwam. Ongeveer 26,000 eieron werden verhandeld tegen 10 en 11 ets. Wegens veel vraag in 't buitenland was de handel vlug. acltieüntii, 26 April Noteermg van de Boura-; commissie. Aloutwiju 8.per HL. Zonder fusten zonder belasting. Spoeling 0.60 per ketel. Noteermg van de Makelaars: Moutwijn ƒ8.50,1 Jenever ƒ12.60, Ainsterd. prooi ƒ14.—. Noteoring Distillateursbond: Aloutwijn /8 50, Jenever 12.60, Amstord. proef ƒ14. de steilte Let verder schuiven van den rol stoel onmogelijk maakte. „Werk jo maar geheel in het kreupelhout, opdat het naderende rooftuig bij het zien van je niet reeds wantrouwend wordt en zich besluitelcos uit de voeten kan naken," vermaande Schwarzhoff nog in het weg gaan, monterde vervolgens den majoor cp, terwijl hij den hijgende en vloekende compli menten over zijn flink bergklauteren maak te, en zeide, toen zij uit het beukenwoud op dc vrije, ietwat tien morgens groote epen plek boven op den top kwamen, tot Wal trud: „Kijk, gravin, dat is de plaats van uw jager6roem. Zend het doode eekhorentje nog eenige kraaien, kickeduiven cn haviken na, dan zullen al de jonge hazen van Ratzenbeck een fakkeltocht arrangeeren en fazanten en patrijzen u met luide hoera's toejuichen." „Wat is het hier mooi, merkte Waltriid op. „Zoo vreedzaam en stil en daarbij deze heerlijke, opwekkend© lucht." „En toch, niets anders dan een groote plek met heidekruid en boschbeziën, daar over heen jenever- en braambesscstruiken en een paar dorre berkeboomen. Toen ik hier kwam, leefden dc arrao kerels nog, maar wegens de sport heb ik er zulke diepe ringen ingesneden, dat geen voorjaar hen meer helpen kon. Zooals gij ziet, gravin, is do schoonheid hier uit weinig dingen sa mengesteld, maar moeder Natuur weet ook met eenvoudige middelen te werken. De ver schillende tinten van groen, de witte doodo stammen, als geraamten daar tussehen staand, do blauwe hemel met zijn wolken- schakeering daarover en het als niet dia manten doorweefde dauw efc ever gras en struiken." (lïordt vrvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 10