Verijdelde plannen.
Tweede Kamer.
Vervolg der zitting van Dinsdagnamiddag
Drankwet.
Gelijk wij in ons vorig nummer mede
deelden, kwam het tussehen den minister
Ituypor en den heer Mees tot een protcs-
teerendc woordenwisseling.
Hot geval droog zich aldus toe:
De Minister van Binnenlandsche Zaken
tripliceerde. De heer Mees heeft gesproken
van „bekeering" van den Minister en in
verband daarmede het woord „renegaat"
gebezigd. Dit is een snijdende uitdrukking
en de Minister vraagt of het honorabel is
van den heer Mees zulk een uitdrukking
te bezigen, waar do Regeering harerzijds
reeds amende honorabel had gedaan.
De heer Mees vraagt of lifêt de bedoeling
is, de bedoelde interpretatieve wet spoedig
in te dienen. (Deze zou zeer eenvoudig kun
de n zijn cn aan artikel 26 toevoegen: „Deze
vergunning loopt tot 1 Mei 1905.")
De Minister antwoordt, dat nu de heer
Mees zijn bepaalde vraag onbeantwoord
laat, hij niet verplicht is, den heer Mees
to beantwoorden.
De heer Mees vraagt nu het woord over
een persoonlijk feit. Do Minister wil zijn
vraag niet beantwoorden. Maar Spr. ziet
niet in waarom. Hij weet niet welke spe-
oialo vraag hij onbeantwoord heeft gelaten.
Met voordacht heeft Spr. bepaalde punten
niet aangeroerd uit het debat. Maar hij
komt er tegen op, dat waar hij een vraag
richt tot do Regeering, niet uit persoon-
l'ijko nieuwsgierigheid, doch in het alge
meen belang, ter wille va,a de rechtszeker
heid, de Reeering weigort daarop te ant
woorden (Geroep: Zeer juist!).
De Voorzitter: Wanneer niemand meer
over dit persoonlijk feit hot woord verlangt,
verklaar is het incident gesloten.
Do heer Heemskerk aoht een noodwet of
een interpretatieve wet geheel onnoodig. Dc
vraag van den heer Mees was een overbo
dige vraag. Alleen door aa^ art. 7 te de-
voyeeron zou art. 26 de bedoeling kunnen
hebben die do heer Mees er aan hecht, doch
dat dit het geval is, lie oft cle heer Mees al
lerminst bewezen. De heer Mees had zij
nerzijds een motie behooren in te dienen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
.erklaart niet te onderschrijven dat de Re
geering elke vraag van een Kamerlid be
hoort te beantwoorden. Bovendien ia de
vraag reeds beantwoord. En of do indie
ning spoedig zal' geschieden, is een vraag
die geen antwoord behoeft, waar dit roods
ligt opgesloten in het straks .gezegde. Do
vraag, waarop do Minister geen antwoord
bekwam, is deze: Als er geen rechtsonzeker
heid bestond tot 1904, hoe is het dan te ver
wachten dat deze thans zal ontstaan Het
is onbeleefd niet op vragen te antwoorden.
Do Minister wil nu mot den heer Mees af
rekenen. Deze vroeg hem of hij niet ge
noeg zelfvertrouwen had om een noodwet
in te dienen, terwijl do Minister liior stond
voor een geheel nieuwe wet! Het is trou
wens do schuld geweest van den hoer Mees,
door een amendement van dezen en den heer
March an t, dat de vorige noodwet er zoo
slecht uitziet. (Gelach.)
Do heer Mees antwoordt wel degelijk te
hebben uiteengezet dat de termijn in art.
26 is geen terminus ad ouem, die alles af
doet.
Do Minister antwoordt dat de heer Mees
blijkbaar don klank van 's Ministers stem
niet goed heeft verstaan. De Minister be
toogde dat do rechtsonzekerheid bestond in
hot systeem van don heer Mece voor do
vergunninghouders van 1901—1904.
De beraadslagingen over dit onderdeel
worden gesloten.
Do algemeen© beraadslagingen werden
daarop voortgezet.
De heer De Savornin Lokman had liever
een radicaler omwerking van clo bestaande,
door hein schoorvoetend aanvaarde Drank
web gewensoht, omdat het daarbij aangeno
men stelsel niet geleid heeft tot het doel:
bevordering der matigheid door beperking
van het aantal drankhuizon. Z. i. vermin
dert deze wet niet het aantal drankgel e-
gonhedon, maar beschermt zij het rnonopo-
lisme, maakt den tappers het leven zuur,
maar bevordert het huis-drinken.
Hij bestreed het stelsel en zou daarom
FEUILLETON.
61)
De houtvester schudde liem do hand cn
verzekerde zijn blijdschap over het geschenk.
„De arme kerel zal zioh echter vervelen,
als hij eenzaam op mijn kamer zit. En mo
de uit wandelen nemen, kan ik hem toch
ook niet. Heeft u er iets tegen, als ik hem
bij do gravin in pension doe'? Dab zal haar,
geloof ik, veel genoegen doen en voor den
schrik, dien zij beleefd heeft, zijn wij haar
toch ook nog wat schuldig".
„Fameus, fameus!" schreeuwde het man
netje. „Nu, ik zal haar dadelijk zien, daar
ik hier nu toch voor het eten moet blijven.
Maar eerlijk gezegd, ik oude, hardhoorigo
.kerel, behoor hier eigenlijk niet ik voel
dat. Ik ben daarom ook meestal in mijn
eigen gezelschap gebleven; maar vandaag
kan ik do verzoeking niet weerstaan. En
do kleine, do gravin bedoel ik, ja, zoo iets
moet mon van nabij zien, dat is men aan
zijn ontwikkeling verschuldigd. Ik blijf
dus".
„En gij zult uu vaker komen, buurman
Bet deugt u niets, dat gij u zoo afzondert.
Op mijn woord, het zal ons allen hartelijk
veel genoegen doen, wanneer onze omgang
als buren wat drukker wordt."
„Maar zeer zeker, mijnheer von Trimpels-
dorp", stemde Schwarzhoff den majoor toe.
„Ik kan bevestigen, dat mon voor werkelij
ke menschen op Ratzenbeck veel sympathie
govoolt."
„Werkelijke menschen, met zulk een jam
merlijk trommelvlies", zeide het mannetje
wensohen, dat waar alcohol verkocht werd,
niets anders mag verkocht worden.
Hij betreurt do ongemotiveerde wegne
ming van het Gothenburger stelsel en voelt
ook veel voor de local option.
De heer Bink was nu aan het woord,
maar wegens het vergevorderde uur ging
do Kamer uiteen tot heden II uren.
De Sociaal-Oemocrafische Arbeiders-Partij en de
verkiezingen voor de Provinciale Stalen.
In een manifest van het Partijbestuur
aan de af deelingen der S.-D. A.-P., opgeno
men in „Het Volk", wordt de mecning be
kend gemaakt van dit bestuur omtrent de
houding aan te nemen door do leden der
partij bij do aanstaande verkiezingen voor
de Provinciale Staten.
In dit manifest wordt o.a. gezegd:
„Do strijd over de hooger-onderwijs-wet,
die nog door de Eerste Kamer zal moeten
behandeld worden, zal de aanstaande Sta
ten-verkiezingen beheerschcn. De vrijzinni
gen rekenen er op, bij die gelegenheid met
behulp der door dr. Kuyper afgestooten
vrienden en der sociaal-democraten bun
meerderheid in do Staten en de Eerste Ka
mer te vergrooten, en hebben dan ook reeds
in enkele districten onder de oude anti-cle-
ricale leuze onze partijgenooten tot samen
werking opgeroepen.
De belangrijkste vraag, die beslissing
cisckt, is wol, of er aanleiding bestaat voor
onze Partij, om ditmaal haar klassestand
punt te verlaten, haar economisch streven
te doen schuil gaan achter anti-cloricalo be
weegredenen, cn zich, al dan niet tegen ver
goeding, als hulptroepen bij de vrijzinni
gen te doen indeolen.
En dan zij reeds aanstonds gezegd, dat
hiertoe niet de minste aanleiding bestaat.
Zeker, wij verhelen het niet, de strijd om
do Staten zeiven is voor ons minder belang
rijk; hij ontleent ditmaal zijn belang juist
aan den invloed, dien zijn afloop kan heb
ben op het mini&terie-Kuyper. Maar onze
grieven tegen het ministerie-Kuyper zijn
geheel andore dan die der liberalen. Onze
voornaamste grief is het optreden van dat
ministerie tegen do arbeiders-organisaties
cn do liberalen bobben het daarbij gesteund,
zijn medeplichtig aan do rcactionnaire po
litiek, die zij thans' heeten te verfoeien. Do
eenheid der kapitalistische klasse in haar
zucht, om ten koste van den vooruitgang,
de vrijheid en het recht der opstrovende ar
beidersklasse, haar oppermacht in den
Staat to handhaven, heeft in dc Aprildagen
liberaal cn clericaal tot tién schanddaad te
gen do arbeiders vereenigd, al ontkennen
wij niet, dat hier do pressie uitging van
do clerioalen.
Reeds om deze reden kunnen sociaal
democraten cn liberalen ditmaal niet in
één verkiezingsactic samenwerkenis al
leen zulk een optreden mogelijk, waarbij
onze partij haar eigen arbeidersstandpunt
inneemt, dat zoowel tegen do cleriealo als
tegen de vrijzinnige handhavers der be
staande klasse-maatschappij is gericht.
Wij hebben dus to zoeken naar een wijze
van optreden, die het mogelijk maakt, het
ministerie-Kuyper ie verzwakken, zonder
dat daarbij de zelfstandigheid onzer partij
ingeboet en de propaganda onzer beginse
len opgeofferd wordt.
Daarvoor is het noodigelk compromis
met andere partijen te verwerpen.
Voor districten, waar de verhouding der
partijen elke vrees voor vermeerdering van
den cloricalon invloed buitensluit, of waar
(deze reeds zoo groot is, dat elke poging om
hun afbreuk to doen, moet falen, is geen
afzonderlijk advies noodig. Voor zoover
mon in die district-en reeds vroeger aan de
Statenverkiezingen deelnam, bestaat er
geen politieke reden, dat ditmaal na te
laten. Allerminst mag do vrees, om in dis
tricten, waar wij in 1905 bij de herstem
ming do hulp der liberalen noodig hebben,
dozen te ontstemmen, ons weerhouden, ons
recht op een zelfstandigen strijd voor de ei
gen beginselen onverzwakt te handhaven.
Alleen een partij, die zichzelven respec
teert, kan aanspraak maken op achting van
anderen.
Er zijn echter ook districten, waar onze
partij zelve weinig kans heeft om haar can
didates verkozen to krijgen; maar waar
melancholiek. „Maar het is waar, want ik
voel, dat ik oud word, oud en eenzaam. En
deze eenzaamheid is des duivels. Ja, ja, die
mag niet over mij komen, die moeten wij
bestrijden. En ja, ik wil mot uw hulp dat
beproeven."
Drie-en-der tig ste Hoofdstuk.
Aanhoudend mooi en droog weer maakte
do sinds weken beraamde huttenjacht ein
delijk mogelijk. Waltrud trachtte een goed
woord voor haar stiefbroeder te doen, op
dat hij het genoegen, waarop hij zich zoo
verheugd had, mede kon smaken. Maar do
majoor verklaarde: „Niets er van, de ben
gel is een ellendeling en ik ben verduiveld
blij, dat hij moet thuis blijven. Drie zouden
ook wel wat te veel in de hut zijn."
„Laat mij dan thuis," verzocht zij. „Het
is toch meer iets voor een jongen dan voor
mij, en do straftijd, welken hij reeds achter
zich heoft, heeft hem zeker reeds verbeterd."
„Als gij dat denkt, kent gij mijn jongen
slecht. Koppiger cn boosaardiger heeft 'die
hem slechts gemaakt," verzekerde hij. „Gij
kunt u er op verlaten, dat hij op nieuwe
streken peinst. Neen, wij beiden trekken al
leen naar do kraaienhut. Schwarzhoff wil
zijn Mausergeweer, klein kaliber, meenemen.
Elk roofdier, dat niet vliegt, laat ik aan
jou over. Ik wil slechte naar die schieten,
welke voorbij strijkendaarmee wordt gij
toch niet klaar. Ik was echter altijd flink
bij de hand en heet op gevleugeld wild."
In alle vroegte vertrokken zij. Hinnerk
schoof zijn heer in den rolstoel cn droeg
een groote mand met proviand, want als
de jacht wat opleverde, wilden zij het
grootste gedeelte van den dag in de hut
doorbrengen. Schwarzhoff liep met zijn ge-
zij den doorslag geeft bij den strijd tussehen
cloricalen en vrijzinnigen.
In die districten zijn vier gevallen mo
gelijk: lo. dat onze partij bij eerste stem
ming met eigen candidaten optreedt; 2o.
(flat zij met de vrijzinnigen een bondgenoot
schap aangaat, om zoodoende een of meer
der onzen in de Staten te krijgen; 3o. dat
zij zonder eenige afspraak en tegen-
praestatie van do liberalen hun candidaten
steunt; 4o. dat zij zich van elk officieel
optreden onthoudt.
Dit laatste, meenen wij, mag in geen ge
val.
Onze partij moet in dergelijke distric
ten haar geestverwanten niet onzeker laten
omtrent haar taak en haar inzicht bij deze
verkiezingen. Het waiy> zwak en onoprecht,
officieel niets te doen en wat toch ge
beuren zou officieus voor de liberalen te
werken.
Intusschen kunnen wij ons niet voo'rstel-
lerj, dat dit geval zich in eenig district zal
voordoen.
Regel moet zijndat de partij vn dergelij
ke districten bij eerste stemming met eigen
ca/iuLidalen optreedt. Hierdoor alleen is een
propaganda volgons onze beginselen moge
lijk; maar tevens is het de beste manier,
om een overwinning der clericalen te voor
tkomen.
In geen beval dus een compromis met de
liberalen. Zelfs daar, waar de partij be
sluit, reeds bij eerste stemming de libera
len te steunen, make men van do gelegen
heid geen gebruik, om met hen een bondge-
genootschap te sluiten, ten einde een of
meer der onzen in do Staten te brongen.
Deze eventueel© winst zou niet opwegen te-
gon het nadeel van uitwissching der gren
zen, waardoor zij zou zijn behaald. Lie\er
Tmdersteune men dan zondor eenige onder
handeling de vrijzinnige candidaten.
Do politioke omstandigheden maken het
ons ten plioht, bij herstemming in distric
ten, waar hot er om gaat of do Regeering
til dan niet versterkt zal worden, met alle
kracht den caindidaat dor oppositie-par
tijen te steunen.
Posfc en Yeflegipass&ifie.
Verplaatst: 1 Mei, do commies der
tel. 2de kl. B. A. G. Bothó, van Arnhem
naar Nijmegen; de commiezen der post en
tel. 4de kl. P. J. Werkman, van het tele
graafkantoor naar het postkantoor to
Utrecht, A. G. Schram de Jong, van Am
sterdam (postk.) naar Leeuwarden (tele-
graafk.); P. Hoekstra, van Harlingen naar
Amsterdam (postk.); G. Walstra, van Arn
hem (telegraafk.) naar Harlingen; J. L.
Fijnvandraat, van Arnhem (postk.) naar
Utrecht (id.); J. H. A. Israël, van Venloo
(postk.) naa-r Arnhem (id.); mej. W. M,
Drost, van Zutfen (telegraafk.) naar Ven
loo (postk.), en J. W. Nagtegaal, van Lei
don (telegraafk.naar Utreoht (postk.);
do surnumerair der poet en tel. W. A.
Kluit, van Dordrecht (telegraafk.) naar
Rotterdam (id.); 16 Mei, de comm. der tel.
lste kl. B. Kramer, van Rotterdam naar
Amsterdam; de klérk der post en tel. 2do
kl. P. Jonker, van Amsterdam (tel. kant.)
naar Arnhem (tel. kant.); 1 Juni, do
vrouwelijke klerk der post on tel. lste kl.
F. J. Tempel, van Groningen (tel. kant.)
naar Amsterdam (tel. kant.)
Opnieuw tijdelijk belast met het beheer:
1 Mei, van het bij post- en tel. kant. Hemo-
ny-straat te Amsterdam, J. W. Nortier,
comm. der post. 1ste kl.
Eervol ontslagen op verzoek: 1 Mei, de te-
lophoniste C. H. Coltof, thans met langdu
rig verlof; 1 Juni, de comm. der tel. 1ste
kl. A. van Marion, te Amsterdam.
Eervol ontslagen: 1 Mei, do oomm. der
tel'. 2de kl. B. F. Haokfoorb, to Nijmegen.
Ontslagen: 9 April, de telegrafist J. L.
Speo, to Maastricht.
Gemengd Nieuws.
Do slaapziekte. Tot dusver
hield men het er voor, dat do gevreesde Af ri-
kaanscho slaapziekte enkel negers aantastte
en Europeanen er niet vatbaar voor waren.
Het bewijs van het tegendeel is echter ge
leverd. In hot hospitaal St.-Camille te Ant
werpen bevinden zich sedert enkele dagen 2
weer over den schouder en op zijn linker,
met leer bedekte vuist, den geboeiden katuil
aan den eenen kant, Waltrud aan den ande
ren. Do boschwachter Overbeck volgde met
een hageltasch en het voor Waltrud bestem
de geweer, op eenigen afstand, bereid, om
óp moeilijk begaanbare wegen Hinnerk bij
het transport van den rolstoel te helpen.
Zoo ging het door het bosch. Met vollo
teugen ademden zij do boschlucht in en de
den hun oogen z-ich aan do in de morgenzon
fonkelende dauwdruppels in liet gras en de
varens te goed.
De majoor was zeer opgewekt en daar hij
zich herinnerde, dat Overbeck het ver in do
nabootsing van diorenstommen had ge
bracht, riep hij hem naderbij en beval hem
voor de gravin zijn kunsten te vertoonen.
De boschwachter leidde, als een wellevend
man, elke voordracht met een korte toe
spraak in: „Wees zoo goed, gravin, op te
merken hoe het gemeeno zwijn piept als het
onverwacht ia het krulstaartje wordt gekne
pen," of: „Nu komt de groote vogel of kor-
haan, als hij voor het aanbreken van den
dag minnekoost. Dit was ik bij uitzondering
nietl' riep hij bijna verschrikt, toen plot
seling in zijn onmiddellijke nabijheid een
voortvlicgendo houtspecht zijn luid gelach
aanhief.
„Dat doet er niets toe, gij blijft toch een
kunstenaar in het nabootsen," stelde de ma
joor hem gerust. „En als ge mogelijk eens
veranderen wilt, kunt gij als nabootser van
dierenstemmen een goed stuk geld verdie
nen."
„Maar, mij dunkt, Overbeck blijft in on
zen dienst, papa," zeide Waltrud. „Zulke
talenten moet men trachten te behouden."
„Hij kan ook op de ocarina blazen en als
uit den Kongostaat teruggekeerde Bclgeu,
die aan slaapziekte lijden.
Het „Hbl. v. Antw." deelt omtrent deze
gevallen hot volgende mede:
De eene lijder is 24 jaar oud, onlangs uic
Kongo aangekomen en op 21 Januari opge
nomen in het gasthuis.
Zijn geval is 'des ie deerniswekkender,
daar de eerste verschijnselen zijnor ziekte de
den vermoeden, dat hij dronk en men zijn
opgewondenheid aanzag als opstand tegen
de tucht; ook werd hij, om zijn oversten te
hebben bedreigd, afgezet en naar huis ge
zonden.
Men heeft nu de overtuiging, dat hij toen
reeds ziek was en men weet nu dat hij, den
dag, dat hij tegen zijn oversten in opstand
kwam, hoogstens tweo glazen bier had ge
dronken.
Sedert zijn intreden in het gasthuis heeft
de zieikte nr-eeselijke vorderingen gemaakt.
De man slaapt voortdurend; hij slaapt lig
gende, etaan'de, gaande; zelfs als hij eet valt
do slaap hem op het lijf.
Hij antwoordt soms op do vragen, die men
hem stelt, maar de uitspraak is moeilijk, de
oogleden vallen too en de ongelukkige slaapt
voort.
Met den dag slaapt hij meer en meer; hij
is zeer gevoelig en een speldeprik doet hem
ontzaglijk lij 'en. Het schijnt, dat hij d i ziek
te heeft overgeërfd van zijn boy, die er door
was aangetast.
Er bestaat geen hoop hem te redden en do
dood is maar een quacstie van dagen.
In hetzelfde gasthuis ligt nog een ander
lijder, die blijkbaar door dezelfde ziekte is
aangetast, ten minste hij vertoont al de eer
ste verschijnselen er van.
't Is eon stoombootkapitein, die in Kongo
gevaren heeft en die sedert een drietal we
ken in het gasthuis ligt. Ook bij hem is dc
uitspraak traag en het denkvermogen zwak
en over heel het lichaam is hij bedekt met
branduitslag.
Ook 'dit geval wordt met de meeste aan
dacht gevólgd.
Uit Grosswardein in Honga-
vije wordt geseind, dat ïn het nabij die stad
gelegen plaatsje Elesd onlusten zijn veroor
zaakt door socialisten, die een vergadering
van leden, dor Onafhankelijkheidspartij
poogden te verstoren. Toen de gendarmerie
tusschenbeide kwam om de orde te herstel
len, schoot een socialist den wachtmeester
der gendarmen dood. De gendarmen losten
hierop een salvo met dit gevolg, dat 23 per
sonen werden gedood cn circa 40 zwaar ge
wond. Troepen zijn uit Grosswardein ont
boden.
Een geweldige brand brak eer
gisteren uit in een metaalwaren fabriek te
Newark, in het district New-Yersey. Toen
het gcheele gebouw in lichterlaaie stond,
had er een vreeselijke ontploffing plaats. De
spuitgasten werden onder dc neerploffende
steenbrokken bedolven. Teen do puinhoope-n
wordon opgeruimd, werden drie lijken te
voorschijn gebracht; 15 personen werden
zwaar verwond.
Do Lissabon se ho corrcspon-
donfc van de „Köln. Ztg." meldt over de
daar uitgebroken 'werkstaking van de zet
ters dat deze laatsteen aan hun patroons
onmogelijke cisehen hadden gesteld. Do
zetters, die volgens den te Lissabon gelden
den loonstandaard, zeer good betaald wor
den, zullen waarschijnlijk aan bet kortste
eind trekken. De groote couranten hangen
hun telegrammen, mededeel ingen en ver
slagen, fraai en duidelijk geschreven, in
hun zalen op en worden zoodoend© toch
fctruk gelezen.
To Johannesburg z ij n ophot
oogenblik 160 lijders aan pest, onder wie
18 blanken. In het geheel zijn 8 blanken en
72 personen van het zwarte ras aan de ziek
te bezweken. Naar het kamp to Klipspuut
zijn 3181 zwarten gebracht; onder hen heeft
zioh één geval ran pest voorgedaan.
Noorchvykerhout. Zondagnamiddag reed
de poelier C. van der Burg alhier, huis
waarts, komende van Sassenheim.
De heer Jansen, uit Schiedam, reed hem
achterop en wilde voorbijrijden, maar v. d.
B. scheen naar den zin van den ander niet
genoeg uit te halen, althans dezo gaf in het
voorbijgaan het paard van eerstgenoemde
een paar tikken met de zweep tegen den
kop. Dat v. d. B. hierom boos werd is te
verklaren. Toen hij even later te Pietgijzen-
hij driftig wordt, zingt hij, Overbeck, het
mooie lied van de wonderschoone Anna met
een keelstem. Do vorige week echter heeft hij
ginds bij de beek een otter doodgeschoten.
Dan zet hij op al zijn verdiensten de kroon,"
prees Schwarzhoff hem en vulde zijn waar
deering met de woorden aan: „Als gij het
ongoluk mocht hebben, Overbeck, dat Dirk
Sckütteldreyer je te na komt, dan beloof
ik u plechtig, dat ik u als toonbeeld van een
braven boschwachter voor mijn geld laat op
stoppen en u aan het museum to Munster
present geef."
„Foei, welk een phantasie!" riep Wal
trud. Overbeck echter was clicp ontroerd
van zooveel waardeering en zeide met bewo
gen stom: „Ik weet, mijnheer, dat gij mij
voor een ordentelijken kerel houdt, en gij
kunt er u op verlaten, dat ik Dirk Scküttel
dreyer nog aan do kaak stel, en do verdwe
nen bok ginds van den top, dien wij toch
sinds jaar en dag voor den majoor hadden
opgespaard, dio wordt nog gewroken."
„Halt, stop 1 Hier is de tocht ten einde.
Gij blijft dus met den rolstoel hier in de jon
ge dennen, Hinnerk; wat mij betreft, kunt
gij ook in heb ding plaats nemen. Als ik je
noodig heb, blaas ik op den hoorn, dan komt
ge. Het zal wel een vervelend gewacht voor
jo worden."
Hinnerk grijnsde, trok een half aan flar
den gelezen roman uit zijn zak en zeide: „De
majoor kan gerust zijn. Stine heeft mij dit
hier meegegeven, -rets mooiere bestond er
niet, heeft zij gezegd."
„Nu, dat doet mij genoegen! Maar pas
op, dat gij van louter laaghartigheid, bloed
en liefde den hoorn niet hoort," vermaande
de majoor en wandelde, op twee stokken ge
leund, voorzichtig den heuveltop op, daar
brug den heer Jansen onder de veranda van
het stationskoffiehuis zag zitten, ging hij
naar hem toe en gaf hem eveneens, maar
met een bïerflesckje een paar tikken tegen
het hoofd, zoodat hij bloedde. Het verbek
te ter plaatse heel wat opschudding, want
het was op dat oogenblik nogal druk en
naar w<> vernomen, zal de rechter hebben te
beslissen of v. d, B. zich op die wijze ge
noegdoening mocht verschaffen.
BILLEG0M. Ondertrouwd: G. W. Need
en G. A. v. d. Valk. D. v. d. Jagt en C. AT.
Spaans.
Gehuwd: H. G. v. Liorop en M. Heemskerk.
Bo vallen; B. C. v. d. Wilden geb. Van
Cuijlenborg D. J. v. d. Jagt geb. Bas Z. L.
C. Schilpzand geb. Elffers D. H- A. Walkers
geb. Verbruggen D. A. E. AL v. d. Woerd geb.
Jane Z. L. J. M. v. Dijk geb. Crombouw Z.
J. Af. Lagendijk geb. Noort Z.
Overleden; J. Broekhof 40 j. A. M.
Bebago 54 j.
HAARLEA1MERMEER. Ondertronwd: J.
J. C. de Heer en A. Roos. P. Klaassen en R.
Mei. J. Wilbarm en J. M P. den Dekker.
Gohuwd: H. R. Eigenhuis en S. Doornhetn.
P. van Velzen en E. Blom.
Bevallen: M. van 't Hof gob. Sohieudera
D. A. E. van Kooten geb. Kleton D. T.
Tamboer geb. Beefs Z. M. Bos geb. Verduijn
D. M. de Rijk geb. Nederveld Z. M. de
Groot geb. Do Ridder Z. M. Hendriks geb.
Met Z. J. Hartingsveld geb. Markwal levenl.
Z. R. Krijnen geb. Van der Horst Z. M. AL
Blommesliju geb. Sitvast Z.
Overleden: C. Haspels geb. Koorcn 44 j.
E. Winkolaar 72 j.
ZEGWAARD. Geboren: Lena Cornelia en
Abraham Johannes, kinderen van A. vau dor Wilt
en N. v. Straalen.
Ondertrouwd: L. Lengkeek 27 j. en G. v.
Ilerwijnen 28 j. R. Kerkhoven 22 j. en F.
Hoogen doorn 22 j.
ZOETERMEER. Geboren: Wilhelmus Con-
nelis, Z. van M. J. W. Pietoise en C. J.N. Groene-
veld. Jobimnos Gij&bertus, Z. van A. v.<LHelm
en Al. Lelieveld.
Rotterdam, 25 April. Wilte Tarwe. Nadöt
enkele puike partijtjes tot ƒ7.90 a /"8.10 uitge
zocht wuron, moest men tot IngereD prijs afgeven.
Eerste qualiteit ƒ7.60 tot ƒ7.80, goede ƒ7.10 tot
ƒ7.30, mindere ƒ6.30 tot ƒ6.80. Per 100 kilo
ƒ9.50 tot f 9.85, goede 9 tot ƒ9.30 en mindere
8.25 tot f 8.60.
Rogge 4.80 tot ƒ6.20, mindere ƒ4.30 tot 4.60.
Winter- en Zomer-Gerst ƒ6.80 tot 7.40. Cheva
lier ƒ0.90 tot f 7 65.
liaver. Zeeuwscho 6.30 tot 6.80. Puike hlanko
daarboven, mindere soort ƒ6 tot 6.20.
Wjtto Boonen nominaal ƒ8 tot 9.50, ge
ringere 7.
Bruieo Boonen vonden geen atlenfie. Hoewel
lager aangeboden bleef moest alles onverkocht.
Do bosio ƒ13.60 tot 14, goede ƒ11.50 tot ƒ13;
geringere 7 tot 10 koopbaar.
Binuwe Erwten. Nominaal ƒ7.50 tot 8.50,
mindere 6.60 tot 7.25.
Koolzaad ƒ7 tot ƒ8.
Kanaiiozaad van ƒ10.50 tot ƒ11.76, mludere
qualiteit 8 tot 9 60.
Buitenlandscho GraneD. Rogge. 73 KG. Donau
Bessarabisch ƒ131. 70-71 KG. Liulgaarsche ƒ121.
77/78 KG. Helena ƒ144. 75/76 KG. ütcttintr 133,
Stoomend per 2100 KG.
Gerst. 60/61 KG. Odessa en Taganrog ƒ93.50
lot 95.60 per 2000 KG.
Alais. Amorik. Mixed ƒ100 lot ƒ108, dito puik®
qualiteit ƒ111 a ƒ112. April-all. /105. Moi/Oct.-
allading 112 a /113. Odessa ƒ106 a ƒ107 per
2000 KG.
i'urmerend, 26 April. Aangev. 167 stapels Kaas,
ƒ22.a 1 28.60 do 60 KG. Boter. Aangev. 1252 KG.
ƒ1.a 1.10 het KG. Vee. 699 Runderen, vet
vee ƒ0.54 a ƒ0.68 het KG., 20 Paarden312 vette
Kalveren ƒ0.66 a ƒ0.85 per KG., 5-15 nuchtere
id. /'Ja ƒ21 per stuk; 266 vette Varkens ƒ0.38
a to. II por KG. 106 magere id. ƒ10 16 per
etuk; 236 Biggen 6 a 10 per stuk; 1814 Schapen
en Lammoren, Eieien 2.80 a ƒ3.per 100
stuks. Kievitseieren, aangevoerd 4000, 7 a 8 c.
per stuk. Handel matig.
Sutek, 26 April. Boter. Aanvoer S9/4 en IL8 v.
Prjjs 1st - keur ƒ42.By de vereeniging 1st®
keur ƒ42.— a f2de keur 41.— a
3do keur 38.—a ,4de keur a
l'abrioksboter: Aanvoer 68/3 en 42/6 vn. PryB
ƒ40.60 a
Kr.as, Nagel-. Aanvoer 331 KG. ƒ31.60.
Vee. Aangevoerd: 657 Koeien, 135 Kalveren, 206
Schapen, 410 Lammeren, 97 Varkens en 122 Biggen.
Prijzen van vet vee per KG.: Rnndcien Kal
veren Varkens 19 a 20 c., voor export 17 a
17i o., Biggen Londen ac., Schapen Londen
;l C.
Melke-, Kalvo- en vette Koeien mot vrij goede
vraag. Kalveren stadig. Overigo soorten gewild.
Kievitseieren. Heden werd hier 't grootst getal
kievitseieren aangevoerd dat ooit ter uiarkt kwam.
Ongeveer 26,000 eieron werden verhandeld tegen
10 en 11 ets. Wegens veel vraag in 't buitenland
was de handel vlug.
acltieüntii, 26 April Noteermg van de Boura-;
commissie. Aloutwiju 8.per HL. Zonder fusten
zonder belasting. Spoeling 0.60 per ketel.
Noteermg van de Makelaars: Moutwijn ƒ8.50,1
Jenever ƒ12.60, Ainsterd. prooi ƒ14.—.
Noteoring Distillateursbond: Aloutwijn /8 50,
Jenever 12.60, Amstord. proef ƒ14.
de steilte Let verder schuiven van den rol
stoel onmogelijk maakte.
„Werk jo maar geheel in het kreupelhout,
opdat het naderende rooftuig bij het zien
van je niet reeds wantrouwend wordt en
zich besluitelcos uit de voeten kan naken,"
vermaande Schwarzhoff nog in het weg
gaan, monterde vervolgens den majoor cp,
terwijl hij den hijgende en vloekende compli
menten over zijn flink bergklauteren maak
te, en zeide, toen zij uit het beukenwoud op
dc vrije, ietwat tien morgens groote epen
plek boven op den top kwamen, tot Wal
trud: „Kijk, gravin, dat is de plaats van uw
jager6roem. Zend het doode eekhorentje nog
eenige kraaien, kickeduiven cn haviken na,
dan zullen al de jonge hazen van Ratzenbeck
een fakkeltocht arrangeeren en fazanten en
patrijzen u met luide hoera's toejuichen."
„Wat is het hier mooi, merkte Waltriid
op. „Zoo vreedzaam en stil en daarbij deze
heerlijke, opwekkend© lucht."
„En toch, niets anders dan een groote
plek met heidekruid en boschbeziën, daar
over heen jenever- en braambesscstruiken
en een paar dorre berkeboomen. Toen ik
hier kwam, leefden dc arrao kerels nog,
maar wegens de sport heb ik er zulke diepe
ringen ingesneden, dat geen voorjaar hen
meer helpen kon. Zooals gij ziet, gravin, is
do schoonheid hier uit weinig dingen sa
mengesteld, maar moeder Natuur weet ook
met eenvoudige middelen te werken. De ver
schillende tinten van groen, de witte doodo
stammen, als geraamten daar tussehen
staand, do blauwe hemel met zijn wolken-
schakeering daarover en het als niet dia
manten doorweefde dauw efc ever gras en
struiken."
(lïordt vrvolgd.)