PERSOVERZICHT.
Tweede Kamer.
Nu bericht is, id at do Leidache Koog leera
ren van de faculteit der rechtsgeleerdheid
niet zullen antwoorden op dr. Kuy pere
eohrijen aan prof. Tlohel&ar, deelt
1-n de Nieuwe Rotterdanuche Courant mr.
'Anno Anema hot volgende mede, om te voor
komen, dat mon omtrent prof. Opponheim
een verkeerde meening kocetere:
,,Als leerling ©n persoonlijk vriend van
prof. Oppenhoim gevoel ik mij verplicht,
voor zoover ik daaraan iets kan doen, het
mijne er too bij to dragon, dat dit geön vor
deren voortgang hobBo.
En dan wensoh ik to verklaren dat prol.
Oppenheim, zoolang ik hom goKond heb,
steeds een gezworen hekel heeft gehad aan
studenten, die de studie beschouwen als een
klaar-poraperij voor een examen ter verkrij
ging van een epitheton omans of eon even
tueel in klinkende munt omzetbaar diplo
ma. Vooral als laatdunkende onkunde zioh
opcnb-i 1 '.'fle, kon hij toornen. Of hem daar
bij rm temperament op een examen
foms Ier voert dan de eisch der objeo-
iivitoit in een examinator toelaat, kan ik
niet beoordoelcn Maar wat ik wel kan be-
oordeelon is dit, dat ik het ondenkbaar
acht, dat hij het eenig student zou lastig
maken, enkel en alleen, omdat die met hem
in geestesrichting verschilt of elders zijn
kennis opdeed. Dit zou tegen zijn karakter
lijnrecht indruischen. Nooit stak prof. Op
penhoim zijn eigen opinie onder stoelen of
bankenVoor slappe neutraliteit had hij
een veel te scherp omlijnde ovortuiging.
Maar volkomen consequent was hij dan ook
steedB de eerste, om ditzelfde In een ander
te appreoieeron, Alle kleinzielige partijdig
heid is hem ten eenenmale vreemd. "Wan
neer een student van de Vrijo Universiteit
in Leiden zou willen examen doen, en dan,
Eooals behoorlijk Is, vooraf naar zijn oxo-
minatoren toeging om zich aan hen voor te
«tellen en om met hen te bespreken, op wel
ke wijze bij zich voor het examen had voor
bereid Iets, wat bij do onbepaaldheid dor
fxamenvakkon absoluut vercischt is voor
jen billijk examen dan zou hij in prof.
Oppenheim, naar mijn vaste overtuiging,
een model-examinator vindon.
Misschien, dat dit korte woord iets kan
bijdragen, om misverstand weg te nemen
of te voorkomen. Mocht het dat doen, dan
is de bedoeling, waarmede ik het schreef,
bereikt."
Aan deze voor prof. O. zoo vereerende
verklaring zegt het Handelsblad laat
tor. Anema omtrent de oorzaak van dezen
woordenstrijd een uiteenzetting vooraf
gaan, dit ons volkomen onjuist voorkomt.
Hij schrijft ml.
,,Wat de Minister zeido, was volkomen lo
gisch en kwam hierop neer, dat van de lin
kerzijde eenorzijds werd betoogd, dat de
Vrije UnivoTsiteit haar discipelen niet we
tenschappelijk opvoedde, maar hen africht
te met van buiten goleerdo lesjes als propa
gandisten, anderzijds, dat naar getuigenis
van prof. Van der Vlugt prof. Opponheim
in het aLgemeen de eigenschap had, derge
lijke „gedresseerde papegaaien" hardhandig
te hjf te gaan. En nu concludeerde do Mi
nister: dan weten de leerlingen der Vrije
Univorsiteit al zoo, waaraan ze zioh te hou
den hebben, als ze to Leiden komen examen
doen.
,,Die redeneoring sluit als een bus."
Naar aanleiding daarvan schrijft het
Handelsblad:
,,Do rodeneering zou inderdaad „sluiten
als oen bus", indien niet de eerste stelling
onjuist ware. Er is geenszins van de linker
zijde betoogd, dat „do Vrije Universiteit
haar discipelen africht met van buiten ge
leorde lesjes."
Alleen Is tegenover het beroep des Minis
ters op art. 85 dor wet H. O. ieder tot-
de examens toelatende, onverschillig waar
hij de daarvoor voreisohto kundigheden op
gedaan heeft" door prof. Van der Vlugt
gezegd, dat Ala die vrijheid van studie ont
aardt ïn drllstudio, in afriohting, prof.
Opponheim „zulk een gedresseerden pape
gaai, mot zekere animositeit allesb(malve
saohthandig te lijf zou gaan."
Door die woorden tegen prof. Van der
Vlugt uit te spelen, als had dozo daarmede
de studenten der Vrijo Universiteit be
doeld, gaf do Minister en geeft thans mr.
'Anema aan. deze uiting een geheel verkeerde
uitlegging. Zij zeggen er iets in, wat do
spreker niet gezegd en ook niet bedoeld
heeft, en daarmedo vervalt ook het „logi
sche" en het „sluiten als con bus."
Wat van do linkerzijde wèl is geopperd,
dat is de twijfel of de Vrije Universiteit-,
die haar hoogleeraron bindt aan onwrikba
re geloofswaarheden en aan beslissingen
ran de theologische faculteit, waarborgen
voor con voldoend „wetenschappelijk" ka
rakter aanbiedt en tevens is gewezen op het
gevaar, dat in do zucht naar „propaganda"
Ü3 gelegen voor echt wetonschappelijke stu
die.
Wat heeft nu mr. Anema gedaan? Hij
heeft deze beide twijfelingen samengekop
peld met hot verzot begon drilstudie, alsof
alle drie van elkaar onafscheidelijk zijn!
Aloof niet aan oen bijzon dero uüi versite it,
bok aan do Vrije, trots den invloed van
theologie en do zucht naar propagandas do-
gelijk kan gestudeerd worden, zonder eonigo
africhting enkel op van-bui ton-leer on 1
Maar aan deze verwarring heeft prof.
Van der Vlugt geenszins zich schuldig ge
maakt, toen hij do beeldspraak omtrent
prof. Oppenheim bezigde. Hij sprak toon
uitsluitend over degenen, die van art. 85
gebruik maken en met van buiten geleerde
lesjes, zonder grondige studio, zich voor
het examen aanmelden.
Daarom blijft 'e Ministers uitval volko
men ongemotiveerd en faalt hier ook bet
pleidooi van mr. Anema. Deze heeft wèl bij-
r ragen om het misverstand omtrent prf>f.
weg te nemen, maar niet om de logHca
van den Minister te bewijzen.
De Nieuwe Rotterdainsehe Courantzich
afvragende, wat de Eerste Kamer
doeo zal tart het cmtwerp-H ooge r On
derwijs, meent, dat zij allerminst het fce
beschouwen heeft ails het ontwerp eener nar
tionalo web, waarop zij zich to haasten heeft
haar grondwettig zegel te drukken, want
reeds do wijze van aanneming in de Twee
de Kamer weerspreekt de mogelijkheid van
zulk een opvatting. Immers, do formeele
majoriteit zelve zegt zij bleek hier sar
men te gaan als zuivere politieke, d. w. z.
als machtscoalitie, niet uit gomeenschappo-
lijken drang naar de verwezenlijking van
wat in den strijd der meen in gen het hoofd
punt was, do toekenning aan bijzondere
universiteiten, van vol diplomeeringsrechfc.
Maar daaruit ziet do Nteuwe Rotterdam^-
sche Courant nog andere principieel© be
zwaren voor do Eerste Kamor en zij heeft
daarbij in do eerste plaats het oog op hot
partieel© karakter der wijzigingen, dat tot
splitsing der voordracht, zooaLs het blad
ook reeds vroeger betoogd heeft, had moeten
loi'dcn. Zij motiveert deze meening thans
aldus:
„Draagt een rogecring een geheel nieuwe
web voor, dan stelt zij die samen als één
geheel, uitdrukking van éénzelfde vormende
gedachte de door de Tweede aangebrachte
amendementen, waarbij de Regcering zich
neerlegde beschouwt zij als daarin passend
on is net niet onredelijk, dat de Eersto
Kamer voor een globaal votum wordt ge
steld, voor heb dilemna van alles of niets.
Bij pa/rtieolo wijzigingen staan do dingen
andere. Daar bestaat voor samenvoeging
van do onderdeden noch uitwendige, noch
inwondige noodzakelijkheid. Integendeel,
daar vordert èn het belang der zaak èn de
loyauteit tegenover de beide takken der
Staten-Generaal scheiding. Is deze gedachte
in de praotijk bot nu toe verwaarloosd, dan
is hot eordor noodig haar nu eens klaar uit
te spreken, dan een nieuw precedent te stel
len in de verkeerde richting."
Waar de Eerste Kamer ook dit staate-
rochclijko vraagstuk zal hebben bo overwo
gen, acht de Nieuwe Rotterdameche Cou
rant hot niet ondenkbaar, dab reeds van
die ovorweging verwerping de conclusie
zou zijn_ Immers, zij verwacht haar instem
ming met do organisatie der Technischo
Hoogeschool en ingenomenheid met de in
stelling dor bijzondere leerstoelen. „Maar
nooit mag tor wille daarvan, indien do Ka
mer 't derde onderdeel onaannemelijk jicht-,
heb onaannemelijke mode in een wet wor
den vastgelegd. Dat dan no7 dat goede me
de moet worden afgestemd, blijft ter ver
antwoording van de Rogeering, die het ecne
vastbond aan hot ander. Ook zou zoodanige
ter-zijde-stelling slechts bijdolijk zijn. Want
de vruchtbare denkbeelden, in de'twee eer
ste onderdcelon belichaamd, zijn voor iedere
herziening van hot hooger onderwijs van nu
af aan verkregen goed."
Met nadruk schrijft- zij dit voor do instel
ling der bijzondere leerstoelen. De eer van
dit- denkbeeld, waarmede zij volle sympathie
betuigdo van den aanvang af en waarin rij
voor hot geheel© hooger onderwijs een nieu
we bron van gezond en krachtig leven ziet,
kent do Nieuwe Rotterdamsche Courant toe
aan do katholieke partijen do eer der
eerste verwezenlijking daarvan, reeds voot
jaren, aan do universiteit van Amsterdam,
aan hot gemeentebestuur, dat den bijzonde
ren leerstoel voor do katholieko wijsbegeer
te aan de openbare universiteit der stad
toeliet, en aan den acadomischen senaat,
dio deze toelating steunde met zijn odviea.
Het blad komt dan verder op de aan de
linkerzijde en niet van rechts alleen
verweten onvrijrinnigheid in deze zaak.
Maar hot qualifioeert dat oordeel als on
recht, want juist voor de vrijheid is de lin
kerzijde opgekomen. „Het is maar de vraag
wier vrijheid mot deze zaak is gemoeid.
Niet tooh de vrijheid van belangstellende
oontribuanten, maar de vrijheid van we
tenschap en wetenschappelijk onderwijs,
van wie het zoeken en van wie het lecrcn."
„De zin voor de vrijheid van zoo een we
tenschappelijk onderzoek was het", aldus
vervolgt de Nieuwe Rottcrdamsche Cou
rant „die do linkerzijde sympathisee-
rond djeed instemmen mot het dehkl>eold
der bijzondere lcorstoolen, haar misschien
deed betreuren, dab dit denkbeeld niet vroe-
gOT bij haar was opgekomen en van haar
uitgegaan. Maar zekor weersprak reeds die
instemming alleen hot verwijt van onvrij
rinnigheid absoluut."
Voor die vrijheid kwam zij ook op, waar
zij zioh clacht wat aan de bijzondere uni
versiteiten het lot kon zijn van een hoog
leeraar en van een student, die beiden voor
dilemna's konden worden geplaatst-, iedere
eerlijke opvatting van wetenschap en van
zedelijke vrijheid onwaardig.
Ten slotte bespreekt de Nieuwe Rottcr-
daansche Courant nog eens do onvoldoende
waarborgen en het goed recht dergenen, die
daarmee niet tevreden rijn; zij zegt o.a.:
„Do eieoh der volheid van faculteiten
is niet een uiterlijke. Praotisch dit is
bekend genoeg is het do bijzondere uni
vorsiteit te doen om theologio, letteren en
rechten, om deze laatste niet het minst.
Daarin nu ligt de eenzijdigheid; in het sa
menleven van geestelijke wetenschappen
en natuurwetenschappen ligt de veelzijdig
heid. De veelzijdigheid in het universitair
leven, de omgang onderling van menschen
van vorsohi 11 enden aanleg, richting, stu
dieveld, dat is het, wat aan het universi
tair leven die bijzondere vruchtbaarheid
geeft voor het loven van individuen en
maatschappij. Dit geldt van hoogleeraren
en van studenten. De eerbiediging van deze
waarheid vooral heeft dr. De Visser tot
rijn votum gebracht.
Er is herhaaldelijk van de rechterzijde
gezegd, dat studenten niet aan de acade
mie zijn om wetenschappelijke vorschors te
wordenalleen om zich voor te bereiden
voor ambt of beroep. Maar hierin ligt de
waarde der universitaire opleiding, dat die
geschiedt in een wetenschappelijke atmos
feer. Het is hier de werking van een „stil
le kracht."
Opleiding ook tot graden, die de bevoegd
heid geven voor ambten in den Staat. Dat
is het directe staatsbelang naast bet be
lang van het hooger onderwijs, waarvan
het slot ad vies van de minderheid der oom
missie van voorbereiding gewaagdeen
waarom op onvoldoende waarborgen be
voegdheid niet steunen mag."
In een uitvoerig artikel wijst De Neder
lander op de groote beteekenia dor aan
staande verkiezingen voor de Pro-
vinoialo Staten en spoort het blad
zijn geestverwanten aan tot ijverige plichts
betrachting bij die verkiezingen, opdat hot
Kabinet niet worde gestoord in zijn
vruchtbare werkzaamheid.
„De kiezera mogen zich wol doordringen,"
zegt De Nederlandert „van wat in Juni a a
op het spel staat. Het gaat in hoogste in
stantie niet om do meerderheid in de Sta
ten, noch om de meerderheid in de Eerste
Kamer, noch zelfs om hot behoud van
hot Christelijk ministerie, maar het gaat om
de beantwoording der vraag, in welk toe
ken in ons land de vooruitgang zal plaats
hebben, in dat van onze christelijk-natio
nale tradities, of in dat van het meest con
sequent materialisme."
Inderdaad, zelden of nooit moest aan de
verkiezingen voor de Staten zulk een beteo-
konis worden gehecht, als thans het geval
is. Van liberale zijde komt men er vrij on
omwonden voor uit, dat men den verloren
invloed bracht te herwinnen door het zich-
Yorzekoron van de meerderheid der Eerste
Kamer. En ook do sociaal-democraten rijn
getuige rnr. Troelstra's artikel in Het
Volk bereid aan dit spelletje mee te doen
en zonderlinge ironie dor feiten I —de
Eorete Kamer to bezigen als stormram to
gen het Kabinet. Aan verkiezingen, welke
in hoofdzaak administratieve verkiezingen
behoorden te zijn, wordt een bij uitstek p o-
1 i t i e k karakter gegeven, en zulks met
miskenning van de rol, welke do Eerste Ka
mer in ons staatkundig leven geroepen is to
vervullen.
Feitelijk toch dient dit voorname staats
lichaam rich te houden buiten don eigenlij
ken strijd der partijen Het is rijn taak toe
te zien, dat niet de hoogste landsbelangen
gevaar loopen, dat de Grondwet niet wordt
geschonden, dat de fundamenten, waarop
ons Staatsgebouw rust, onaangetast blijven.
Onder Kabinetten van verschillende rich
ting heeft het die gewichtige taak weten te
vervullen, slechts een enkele maal, en als bij
vergissing, tredend buiten de perken, waar
binnen het rich naar d©D geest onzer instel
lingen heeft to bewegen.
Maar thans willen de socialisten dit hoo-
ge staatslichaam ondergeschikt maken aan
hun streven, om een ministerie omver te
werpen, dat hun revolutionnaire actie in
don weg staat, en de liboralen verlangen
datzelfde staatslichaam te gebruiken als oen
partij-instrument mot een zuiver negatief
doel. De Eerste Kamer in dienst van socia
listen en liberalen, ziedaar, waarop men
feitelijk aanstuurt en waartoe, naar men
hoopt, de Jimi-verkiezingen hot middel zul
len verechaffen.
Over de tactiek der socialisten zullen wil
zwijgen, hoe zonderling het moge rijn, dat
dozo partij, die zioh bij voorkeur op de pro
letariërs beroept en beroemt, nu heil wil
zooken bij een vergadering van hoogstaange
slagenen. Maar allertreurigst is zeker do
houding dor liberalen. Nooit hebben zij op
zoo flagrante wijze de Eerste Kamer in het
partij-goTvoel betrokken. Zou men niet ge
neigd zijn te denken, dat rij den moed heb
ben opgegeven door reohtstreeksohe verkie
zingen de positie van woleer te heroveren?
Getuigt het niet van zwakte, van wantrou
wen aan orgen kracht, dat zij door middel
der Eerst© Kamer hopen te verkrijgen, wat
zij in de Tweede Kamer niet meer kunnen
bereiken In Denemarken hebben do oonser-
vatioven jarenlang in den Senaat een steun
punt gezocht tegen de liberaal gewordon
Kamer. Hier schijnen de liboralen eenzelfde
gedragslijn te willen voügen en zich te wil
len verschansen achter hot „Hoogerhfuis",
om do meerderheid van het rechtstreeks go-
kozen deel der Volksvertegenwoordiging te
dwarsboomen. Welk een jammerlijk prece
dent zal hier worden gesteld I Welk oen ver
slapping van het constitutioneel begrip I
En vooral: welk een verloochening van liet
eigen verleden I De liberale partij moet wol
erg wanhopen aan de toekomst, om tot zulk
een middel haar toevlucht te nemen.
Wat kan zij bovendien op die wijze berei
ken? Gesteld, dat de Eersto Kamer het Ka
binet tot heangaan dwong, dan is daarmee
het la/nd nog niet liberaal. In de Tweede
Kamor zijn de liberalen vor in de minder
heid. En wanneer zij ook dédr in de ver-
bijstoring van een buitengewone verkie-
zings-pampagne, do tegenwoordige meoi dor
heid mochten verdrijven, dan is met dezo
uitkomst nog niets positiefs verkregen. Ge-
speouleerd wordt op de hulp van socialisten
en christelijk-historischen, en daar de libe
ralen zelven reeds in drie fracties verdeeld
zijn, zou de nieuwe meerderheid uit zéó he
terogene beatanctdeelen worden gevormd,
dat aan een eigenlijk regeeren niet zou te
denkon rijn.
Vorwarring en stilstand van wetgovendon
arbeid ware dus het gevolg van een neder
laag doT Rechterzijde, waarbij alleen de so-
oialisten kunnen profiteered, wien het
slechts om het maken van propaganda te
doen is. En ten slotte mag wel eens de vraag
worden gesteld, „of het aanbeveling ver
dient, telkens weer een ministerie af te
breken, wanneer het op de hoogtepunt van
rijn arbeid komt."
„Er gaat daarmee" aldus het vrij-anti-
rov. orgaan jammerlijk veel wetgevende
kracht verloren. Dit Kabinet heeft nu „ge
pokt en gemazeld." Hot ontplooit zich al
lengs tot veel legislatieve vruchtbaarheid.
Ontwerpen, waarnaar lange jarCD is uitge
zien, verschijnen successievelijk op den
parlementairen diseh. Daar staat het ar-
beids-oan tract, de nieuwe arbeidswet, wel
dra ook de administratieve rechtspraak, de
uitbreiding der ongevallen-verzekering, do
onderwij8-herrienirg, waarschijnlijk ook de
ouderdoms-verzekering, en zooveel meer. Is
hot nu geen Ohineezen-werk, de tafel, zoo
dra zij gevuld is, telkens weor onderstboven
te werpen, met het gevolg, dat weder jaren
zullen voorbijgaan voordat men opnieuw
even vor is?"
Het ifl te verwachten, dat de kiezers dit
Ohineeeen- werk niet zullen verrichten en
dat zij er teveriB voor zullen waken, dat de
Eerste Kamer aan haar eigenlijke bestem
ming onttrokken wordt.
Aan de Leeuwarder Courant is het vol
gend© ontleend:
De Banier, orgaan van den Bond van
Kiesvereenigingen op christelijk-histori
schen grondslag in Friesland, vraagt, welke
d© houding der c h r i b t e 1 ij kdi i s t o-
risohen in Friesland zaJ zijn, nu de
wet op het Hooger Onderwijs is aangeno
men.
Opnieuw een coalitie tusschen de christe
lijke partijen?
Het blad is van meening, dat er slechts
twee wegen open rijn
„De eerste is een samenwerking op ande
ren voet en onder waarborg van een ander
resultaat.
Tot de wording van een anti-revolution-
naix kabinet of van een coalitie-kabinet,
dat anti-rev. watten geeft, wat op hetzelf
de neerkomt, werken wij niet meer mee.
Evenmin kan een samenwerking, die geen
voldoende waarborgen geeft, dat niet een
deel der geconfedereerden onder den voet
wordt geloopen, op sympathie hopen van
hen, die door het verleden leerden.
Wanneer er daarom velen zullen voelen
voor den anderen weg, die open is, nl. dat
in isolement kracht gezocht wordt, kan dat
niemand verwonderen."
In de Kamer heeft de heer Schokking hot
oKristelijk-historisch beginsel in het licht
gezet.
„Met recht", zegt het blad, „mag evenwel
betwijfeld of men die gelegenheid bij op
trekken onder eigen vaandel zou verliezen,
en zeker ia het, dat anderzijds de ontplooi
ing der beginsel©n te zuiverder en te krach
tiger zou zijn.
Het is ons doel niet met dit zeggen, reeds
nu een leuze of wachtwoord voor de toe
komst uit te geven. Als de tijd daar is,
volgt de beslissing vanzelf.
Alleen zij zal nooit genomen kunnen wor
den, onafhankelijk van en buiten verband
mot de dingen, die pas gebeurd zijn en die
dan niet het minst hun invloed zullen laten
gelden.
Be opvolger van Z. H. Pane Pius X in het
patriarchaat van Venetië: Monseigneur Öavallari.
Betaalmiddelen van de Nederlandsche Bank.
Thans is het vroeger aangekondigd wets
ontwerp ingediend, waarbij, met ingang
van 1 October a.s., wordt bepaald, dat zoo
lang de Nederlandsche Bank gerechtigd is
als oirculatiebank werkzaam te zijn, haar
biljetten de hoedanigheid van wettig betaal
middel zullen hebben. Dezo bepaling geldt
niot voor betalingen, door de Nederlandsche
Bank zelve to doen.
In de toelichting zegt de minister van fi-
nanoiën o.a., dat in het wezen der zaak do
bepaling van hot ontwerp niets meer doet
dan wettelijke sanctie geven aan een sedert
tal van jaron hior te lande feitelijk bestaan-
den toestand. De biljetten der Nederland
sche Bank worden in het geheele land tot
hun vol nomina :.I bedrag in betaling aange
nomen het publiek, wetende, dat men
bankpapier desverlangd onmiddellijk tegen
specie kan inwisselen, beschouwt dit als
gold en handelt dienovereenkomstig. Deze
toestand levert, dank zij de wettelijke en fei
telijke waarborgen, die voor een richtig
bankbeheer ten onzent bestaan, geen bezwa
ren op. Door daaraan wettelijke sanctie t©
geven, zullen dio bezwaren zeker niet in het
leven worden geroepen. Do ingezetenen zul
len slechte verplicht worden tot wat ieder
hunner volkome bereid is, ook onverplicht
te doen. Door do nieuwe bepaling wordt dan
ook in do praotijk van het verkeer alléén dit
gowijzigd, dat men in het vervolg ook bij ge
rechtelijk aanbod van betaling zal kunnon
gebruik maken van bankbiljetten, zonder
aan het gevaar bloot te staan, dit op grond
van een ohicano ongeldig verklaard te zien.
De vraag, of aan het voorschrift moet
worden toegevoegd de beperking, dat de
bankbiljetten de hoedanigheid van wettig
betaalmiddel slechte zullen bezitten zoolang
zij in '3 Rijks kassen worden aahgenomen,
heeft de minister ontkennend beantwoord,
aangezien zoodanige toevoeging hem theore
tisch niet juist en practisch van weinig be
teeken is voorkomt. De minister van finan
ciën behoort hot niet in zijn macht te heb
ben, door de bankbiljetten niet langer voor
het Rijk aan te nemen, dezen het karakter
van wettig betaalmiddel te doen verliezen.
Den wetgever komt cle beslissing hierover
toe, niet aan een der ministers. Practisch
belang is bij die quaeetie niet betrokken.
Thans reeds is het volstrekt ondenkbaar, dat
een besluit tot wering van het bankpapier
uit de Rijkskassen zou worden genomen,
zonder dat gelijktijdig ingrijpende maatre
gelen van wottelijken aard, het bankoctrooi
en het oirculeerend medium betreffende,
zouden tot stand komen. Immers het crediet
der Nederlandsche Bank zou niet alleen ern
stig, maar ook op alleszins juist© gronden
moeten gesohokt rijn, voordat een minister
van financier er toe zou komen daaraan den
nekslag toe t brengen door uitvaardlng
van het verbod van aanneming harer biljet»
ten in de Rijkskassen. Deden zich de moei
lijk denkbare omstandigheden voor waaron
der zoodanige maatregel moest worden ovep»
wogen, dan zou onder de te treffen voorzie
ningen intrekking van de thans voorgedra
gen bepaling wel de eenvoudigste zijn.
Het ontwerp stelt boven allen twijfel, dal
de Nederlandsche Bank verplicht blijft haai
biljetten t© verwisselen tegen specie, eq
mitsdien niet bevoegd zal worden, voor d#
haar aangeboden biljetten andere in dg
plaats te geven Ook in de Engelsche weé
komt een analoge bepaling voor.
De Minister van Marine heeft aan de Tweed#
Kamer doen toekomen het 2de deel van h#t
Statistisch Bulletin van het Duitaohe Rijk,
jaargang 1903, on een exemplaar der .Relazlon#
sulla leva marittima sul nati nel 1881", iq
welke boekwerken gerechtelijke statistisch#
gegevens zijn opgenomen omtrent het perso-,
neol der Dultsche en Italiaanscho marln#^
Tevens is hierby gevoegd een sterkte opgav#
van het personeel der Fransche zeemacht ov#f
het jaar 1902.
Omtrent een gerechtelijke statistiek van h#|
personeel der Amerikaansche zeemacht deelt
de Minister mede, dat by deze marine d#
gegevens van dien aard niet tot één geheel
worden samongesteld.
Gemeenteraad van Lisse.
Tegenwoordig 8 leden Afwezig de hoeren
Van Stockum, Van der Veld ©n Prins.
Voorzitter: de Burgemeester.
Na opening dor vergadering gaat 3#
Voorzitter allereerst over tot installatie van
het nieuw benoemde Raadslid, den heer Gk.
van Parijs Sr., die, na de bij de wet gevof-
dorde eeden te hebben afgelegd en door deflj
Voorzitter te zijn gelukgewensoht, zitting
neemt.
De lering van do notulen der vorige ver
gadering wordt uitgesteld tot ee>n volgend#
vergadering.
De Voorzitter deelt mede, dat is ingeko
men een adres van het Bestuur der Marield-
verceniging „Eensgezind" alhier, daorbH
verzoekend© de onkosten voor onderhoud
enz. der muziektent voortaan voor rekening
der gemeente te nemen.
Wordt besloten voor dit jaar een subeidi#
te verkenen van 20.
Aan do orde is thans de benoeming va#;
een wethouder.
Hiertoe wordt benoemd de heer G. vaqj
Parijs, die de benoeming aannam en doofs
den Voorzitter werd gecomplimenteerd.
Daarna komt In behandeling een on#-
werp-overccnkomst tot het aangaan eenet
schoolgeld regel ing met Sassenheim, waarbij
o.m. wordt bepaald, dat de vergoeding vooy
kinderen uit deze gemeente, die te Sassen
heim schoolgaan, zaJ bedragen voor de eer*
ste drie kinderon 2; voor de drie volgend#
1.75 en voor meerderen 1.50; alles pe#
maand en per kind.
Tot wedoropzeggens t Ie aangenomen.
Nu brengt do Voorzitter in behandeling
de in con vorige vergadering aangehouden!
zaak betreffende het in erfpacht nomen vaq'
grond bij het voormalige tolhuis en voor,
zooverre de gemeente dit niet reeds In erf
pacht heeft.
Besloten wordt aan het Rijk te kennen feS
geven, dat de gemeente niet genegen is tol
het in erfpacht nomen van diien grond to
gen een jaarlijkschen oanon van 00.
De Voorzitter doot nog voorlezing van e&zL
circulaire van Ged. Staten in verband mei
de gewijzigde Gemeentewet ter zake den
Burg. Stand,
In beginsel wordt besloten tot bet aanstel
len van drie onbezoldigde ambtenaren,
hoofdzakelijk voor het voltrokken van huwe
lijken, waartoe zoudon kunnen worden be
noemd de Burgemeester en 2 Raadsleden ©q
een bezoldigd ambtenaar voor de overig#
werkzaamheden, waartoe zou kunnen wor
den aangewezen de ambtenaar ter secreta
rie en wel op een jaarwedde van 50.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
Amsterdam, 6 April. Op de ▼•«markt war*»
hedeu aangeroerd: 266 Runderen, van welke d#
prijzen waren: vette lato qnal. 68 a 72 0., 2d#
qual. 64 a 68 0., 3de qnal. 68 c.; vette Ossen
c. per KG.; 86 melk- en kalfkoeien f 134 5
fl80; Graskalveren f 7 a ƒ14; 213 nuchter#
Kalveren a Schapen a 380
vette varkens, 34 a 36 0. per KG.; Overzeesch*
36 a 38 0. per KG.; Rijnkanters ƒ38 a 40.
Kampen, 6 April. Boter. Aangevoerd 836#
KG. als: 350 8 v. ƒ21.60 a 23.60 en 120/16
ƒ10.76 a ƒ11.76; 300 stukken van KG. 60 a 660.
Formerend, 6 April. Aangcv. 72 stapels Kaas,
ƒ25.a ƒ80.— de 60 KG. Boter. Aangov. 881 KG.
ƒ1.10 a ƒ1.20 het KG. Vee. 618 RundereD, vet
vee ƒ0.64 a ƒ0.68 het KG., 18 Paai den; 133 vett#
Kalveron ƒ0.70 a ƒ0.90 per KG., 684 nuchters
id. 10 a ƒ22 per stuk; 190 vette Varkens ƒ0.31
a ƒ0.41 por KG. 66 magere id. 12 n jr 18 per
stuk; 206 Biggen ƒ6 a 7 b per stuk; 1429 Sclupe»
en Lammeren. Eieren 3.— a ƒ3.26 per 100
stuks. Kievitseieren, aangeroerd 1600, 16 a 20 0.
per stnk. Handel matig.
Slicek, 6 April. Boter. Aanvoer 28/4 en 6/8 v.
Prijs Isto keur ƒ40.—. Bij de vereenigiDg lat#
keur ƒ40.— a 2de kour .- - a f—
3de keur a fde keur a ■->
FabneksboUr: Aanvoer 92/3 en 86/6 vn. Prtff
40 a -
Kaas. Nagel-. Aanvoer 348 KG. f 30.
Vee Aangevoerd: 222 Koeion, 82 Kalveren, 16#
Schapen. 14 Lammeren, 69 Varkeus «n 66 Bigge#.
Prijzen van vet vee per KG-: Rucderen Kol
veren Varkens 17 a 20 0., voor export 16
18 0., Biggen Londen a 0., Schapen Lond«f
a o.
Melke- en Kalvekoeien, alsmede vette dito me*
vrij goede vraag. Kalveren prijshoudend en Lam
meren zonder omzet- Overige soorten gewild.
IndcHtcd. Werkiur. zijn opgenomen 1
DATUM.
DAGEN.
Tolw.
pers.
Kin
deren.
-
T«w>l!
27 Maart.
Zondag
41
12
63
28
Maandag -
68
19
77
29
Dinsdag
67
21
88
80
Woensdag.
63
20
83
31
Donderdag
66
21
86
1 April.
Vr|)d»g
38
1t
60
a
Zaterdag
64
10
64