PERSOVERZICHT. Tweede Kamer. Nu bericht is, id at do Leidache Koog leera ren van de faculteit der rechtsgeleerdheid niet zullen antwoorden op dr. Kuy pere eohrijen aan prof. Tlohel&ar, deelt 1-n de Nieuwe Rotterdanuche Courant mr. 'Anno Anema hot volgende mede, om te voor komen, dat mon omtrent prof. Opponheim een verkeerde meening kocetere: ,,Als leerling ©n persoonlijk vriend van prof. Oppenhoim gevoel ik mij verplicht, voor zoover ik daaraan iets kan doen, het mijne er too bij to dragon, dat dit geön vor deren voortgang hobBo. En dan wensoh ik to verklaren dat prol. Oppenheim, zoolang ik hom goKond heb, steeds een gezworen hekel heeft gehad aan studenten, die de studie beschouwen als een klaar-poraperij voor een examen ter verkrij ging van een epitheton omans of eon even tueel in klinkende munt omzetbaar diplo ma. Vooral als laatdunkende onkunde zioh opcnb-i 1 '.'fle, kon hij toornen. Of hem daar bij rm temperament op een examen foms Ier voert dan de eisch der objeo- iivitoit in een examinator toelaat, kan ik niet beoordoelcn Maar wat ik wel kan be- oordeelon is dit, dat ik het ondenkbaar acht, dat hij het eenig student zou lastig maken, enkel en alleen, omdat die met hem in geestesrichting verschilt of elders zijn kennis opdeed. Dit zou tegen zijn karakter lijnrecht indruischen. Nooit stak prof. Op penhoim zijn eigen opinie onder stoelen of bankenVoor slappe neutraliteit had hij een veel te scherp omlijnde ovortuiging. Maar volkomen consequent was hij dan ook steedB de eerste, om ditzelfde In een ander te appreoieeron, Alle kleinzielige partijdig heid is hem ten eenenmale vreemd. "Wan neer een student van de Vrijo Universiteit in Leiden zou willen examen doen, en dan, Eooals behoorlijk Is, vooraf naar zijn oxo- minatoren toeging om zich aan hen voor te «tellen en om met hen te bespreken, op wel ke wijze bij zich voor het examen had voor bereid Iets, wat bij do onbepaaldheid dor fxamenvakkon absoluut vercischt is voor jen billijk examen dan zou hij in prof. Oppenheim, naar mijn vaste overtuiging, een model-examinator vindon. Misschien, dat dit korte woord iets kan bijdragen, om misverstand weg te nemen of te voorkomen. Mocht het dat doen, dan is de bedoeling, waarmede ik het schreef, bereikt." Aan deze voor prof. O. zoo vereerende verklaring zegt het Handelsblad laat tor. Anema omtrent de oorzaak van dezen woordenstrijd een uiteenzetting vooraf gaan, dit ons volkomen onjuist voorkomt. Hij schrijft ml. ,,Wat de Minister zeido, was volkomen lo gisch en kwam hierop neer, dat van de lin kerzijde eenorzijds werd betoogd, dat de Vrije UnivoTsiteit haar discipelen niet we tenschappelijk opvoedde, maar hen africht te met van buiten goleerdo lesjes als propa gandisten, anderzijds, dat naar getuigenis van prof. Van der Vlugt prof. Opponheim in het aLgemeen de eigenschap had, derge lijke „gedresseerde papegaaien" hardhandig te hjf te gaan. En nu concludeerde do Mi nister: dan weten de leerlingen der Vrije Univorsiteit al zoo, waaraan ze zioh te hou den hebben, als ze to Leiden komen examen doen. ,,Die redeneoring sluit als een bus." Naar aanleiding daarvan schrijft het Handelsblad: ,,Do rodeneering zou inderdaad „sluiten als oen bus", indien niet de eerste stelling onjuist ware. Er is geenszins van de linker zijde betoogd, dat „do Vrije Universiteit haar discipelen africht met van buiten ge leorde lesjes." Alleen Is tegenover het beroep des Minis ters op art. 85 dor wet H. O. ieder tot- de examens toelatende, onverschillig waar hij de daarvoor voreisohto kundigheden op gedaan heeft" door prof. Van der Vlugt gezegd, dat Ala die vrijheid van studie ont aardt ïn drllstudio, in afriohting, prof. Opponheim „zulk een gedresseerden pape gaai, mot zekere animositeit allesb(malve saohthandig te lijf zou gaan." Door die woorden tegen prof. Van der Vlugt uit te spelen, als had dozo daarmede de studenten der Vrijo Universiteit be doeld, gaf do Minister en geeft thans mr. 'Anema aan. deze uiting een geheel verkeerde uitlegging. Zij zeggen er iets in, wat do spreker niet gezegd en ook niet bedoeld heeft, en daarmedo vervalt ook het „logi sche" en het „sluiten als con bus." Wat van do linkerzijde wèl is geopperd, dat is de twijfel of de Vrije Universiteit-, die haar hoogleeraron bindt aan onwrikba re geloofswaarheden en aan beslissingen ran de theologische faculteit, waarborgen voor con voldoend „wetenschappelijk" ka rakter aanbiedt en tevens is gewezen op het gevaar, dat in do zucht naar „propaganda" Ü3 gelegen voor echt wetonschappelijke stu die. Wat heeft nu mr. Anema gedaan? Hij heeft deze beide twijfelingen samengekop peld met hot verzot begon drilstudie, alsof alle drie van elkaar onafscheidelijk zijn! Aloof niet aan oen bijzon dero uüi versite it, bok aan do Vrije, trots den invloed van theologie en do zucht naar propagandas do- gelijk kan gestudeerd worden, zonder eonigo africhting enkel op van-bui ton-leer on 1 Maar aan deze verwarring heeft prof. Van der Vlugt geenszins zich schuldig ge maakt, toen hij do beeldspraak omtrent prof. Oppenheim bezigde. Hij sprak toon uitsluitend over degenen, die van art. 85 gebruik maken en met van buiten geleerde lesjes, zonder grondige studio, zich voor het examen aanmelden. Daarom blijft 'e Ministers uitval volko men ongemotiveerd en faalt hier ook bet pleidooi van mr. Anema. Deze heeft wèl bij- r ragen om het misverstand omtrent prf>f. weg te nemen, maar niet om de logHca van den Minister te bewijzen. De Nieuwe Rotterdainsehe Courantzich afvragende, wat de Eerste Kamer doeo zal tart het cmtwerp-H ooge r On derwijs, meent, dat zij allerminst het fce beschouwen heeft ails het ontwerp eener nar tionalo web, waarop zij zich to haasten heeft haar grondwettig zegel te drukken, want reeds do wijze van aanneming in de Twee de Kamer weerspreekt de mogelijkheid van zulk een opvatting. Immers, do formeele majoriteit zelve zegt zij bleek hier sar men te gaan als zuivere politieke, d. w. z. als machtscoalitie, niet uit gomeenschappo- lijken drang naar de verwezenlijking van wat in den strijd der meen in gen het hoofd punt was, do toekenning aan bijzondere universiteiten, van vol diplomeeringsrechfc. Maar daaruit ziet do Nteuwe Rotterdam^- sche Courant nog andere principieel© be zwaren voor do Eerste Kamor en zij heeft daarbij in do eerste plaats het oog op hot partieel© karakter der wijzigingen, dat tot splitsing der voordracht, zooaLs het blad ook reeds vroeger betoogd heeft, had moeten loi'dcn. Zij motiveert deze meening thans aldus: „Draagt een rogecring een geheel nieuwe web voor, dan stelt zij die samen als één geheel, uitdrukking van éénzelfde vormende gedachte de door de Tweede aangebrachte amendementen, waarbij de Regcering zich neerlegde beschouwt zij als daarin passend on is net niet onredelijk, dat de Eersto Kamer voor een globaal votum wordt ge steld, voor heb dilemna van alles of niets. Bij pa/rtieolo wijzigingen staan do dingen andere. Daar bestaat voor samenvoeging van do onderdeden noch uitwendige, noch inwondige noodzakelijkheid. Integendeel, daar vordert èn het belang der zaak èn de loyauteit tegenover de beide takken der Staten-Generaal scheiding. Is deze gedachte in de praotijk bot nu toe verwaarloosd, dan is hot eordor noodig haar nu eens klaar uit te spreken, dan een nieuw precedent te stel len in de verkeerde richting." Waar de Eerste Kamer ook dit staate- rochclijko vraagstuk zal hebben bo overwo gen, acht de Nieuwe Rotterdameche Cou rant hot niet ondenkbaar, dab reeds van die ovorweging verwerping de conclusie zou zijn_ Immers, zij verwacht haar instem ming met do organisatie der Technischo Hoogeschool en ingenomenheid met de in stelling dor bijzondere leerstoelen. „Maar nooit mag tor wille daarvan, indien do Ka mer 't derde onderdeel onaannemelijk jicht-, heb onaannemelijke mode in een wet wor den vastgelegd. Dat dan no7 dat goede me de moet worden afgestemd, blijft ter ver antwoording van de Rogeering, die het ecne vastbond aan hot ander. Ook zou zoodanige ter-zijde-stelling slechts bijdolijk zijn. Want de vruchtbare denkbeelden, in de'twee eer ste onderdcelon belichaamd, zijn voor iedere herziening van hot hooger onderwijs van nu af aan verkregen goed." Met nadruk schrijft- zij dit voor do instel ling der bijzondere leerstoelen. De eer van dit- denkbeeld, waarmede zij volle sympathie betuigdo van den aanvang af en waarin rij voor hot geheel© hooger onderwijs een nieu we bron van gezond en krachtig leven ziet, kent do Nieuwe Rotterdamsche Courant toe aan do katholieke partijen do eer der eerste verwezenlijking daarvan, reeds voot jaren, aan do universiteit van Amsterdam, aan hot gemeentebestuur, dat den bijzonde ren leerstoel voor do katholieko wijsbegeer te aan de openbare universiteit der stad toeliet, en aan den acadomischen senaat, dio deze toelating steunde met zijn odviea. Het blad komt dan verder op de aan de linkerzijde en niet van rechts alleen verweten onvrijrinnigheid in deze zaak. Maar hot qualifioeert dat oordeel als on recht, want juist voor de vrijheid is de lin kerzijde opgekomen. „Het is maar de vraag wier vrijheid mot deze zaak is gemoeid. Niet tooh de vrijheid van belangstellende oontribuanten, maar de vrijheid van we tenschap en wetenschappelijk onderwijs, van wie het zoeken en van wie het lecrcn." „De zin voor de vrijheid van zoo een we tenschappelijk onderzoek was het", aldus vervolgt de Nieuwe Rottcrdamsche Cou rant „die do linkerzijde sympathisee- rond djeed instemmen mot het dehkl>eold der bijzondere lcorstoolen, haar misschien deed betreuren, dab dit denkbeeld niet vroe- gOT bij haar was opgekomen en van haar uitgegaan. Maar zekor weersprak reeds die instemming alleen hot verwijt van onvrij rinnigheid absoluut." Voor die vrijheid kwam zij ook op, waar zij zioh clacht wat aan de bijzondere uni versiteiten het lot kon zijn van een hoog leeraar en van een student, die beiden voor dilemna's konden worden geplaatst-, iedere eerlijke opvatting van wetenschap en van zedelijke vrijheid onwaardig. Ten slotte bespreekt de Nieuwe Rottcr- daansche Courant nog eens do onvoldoende waarborgen en het goed recht dergenen, die daarmee niet tevreden rijn; zij zegt o.a.: „Do eieoh der volheid van faculteiten is niet een uiterlijke. Praotisch dit is bekend genoeg is het do bijzondere uni vorsiteit te doen om theologio, letteren en rechten, om deze laatste niet het minst. Daarin nu ligt de eenzijdigheid; in het sa menleven van geestelijke wetenschappen en natuurwetenschappen ligt de veelzijdig heid. De veelzijdigheid in het universitair leven, de omgang onderling van menschen van vorsohi 11 enden aanleg, richting, stu dieveld, dat is het, wat aan het universi tair leven die bijzondere vruchtbaarheid geeft voor het loven van individuen en maatschappij. Dit geldt van hoogleeraren en van studenten. De eerbiediging van deze waarheid vooral heeft dr. De Visser tot rijn votum gebracht. Er is herhaaldelijk van de rechterzijde gezegd, dat studenten niet aan de acade mie zijn om wetenschappelijke vorschors te wordenalleen om zich voor te bereiden voor ambt of beroep. Maar hierin ligt de waarde der universitaire opleiding, dat die geschiedt in een wetenschappelijke atmos feer. Het is hier de werking van een „stil le kracht." Opleiding ook tot graden, die de bevoegd heid geven voor ambten in den Staat. Dat is het directe staatsbelang naast bet be lang van het hooger onderwijs, waarvan het slot ad vies van de minderheid der oom missie van voorbereiding gewaagdeen waarom op onvoldoende waarborgen be voegdheid niet steunen mag." In een uitvoerig artikel wijst De Neder lander op de groote beteekenia dor aan staande verkiezingen voor de Pro- vinoialo Staten en spoort het blad zijn geestverwanten aan tot ijverige plichts betrachting bij die verkiezingen, opdat hot Kabinet niet worde gestoord in zijn vruchtbare werkzaamheid. „De kiezera mogen zich wol doordringen," zegt De Nederlandert „van wat in Juni a a op het spel staat. Het gaat in hoogste in stantie niet om do meerderheid in de Sta ten, noch om de meerderheid in de Eerste Kamer, noch zelfs om hot behoud van hot Christelijk ministerie, maar het gaat om de beantwoording der vraag, in welk toe ken in ons land de vooruitgang zal plaats hebben, in dat van onze christelijk-natio nale tradities, of in dat van het meest con sequent materialisme." Inderdaad, zelden of nooit moest aan de verkiezingen voor de Staten zulk een beteo- konis worden gehecht, als thans het geval is. Van liberale zijde komt men er vrij on omwonden voor uit, dat men den verloren invloed bracht te herwinnen door het zich- Yorzekoron van de meerderheid der Eerste Kamer. En ook do sociaal-democraten rijn getuige rnr. Troelstra's artikel in Het Volk bereid aan dit spelletje mee te doen en zonderlinge ironie dor feiten I —de Eorete Kamer to bezigen als stormram to gen het Kabinet. Aan verkiezingen, welke in hoofdzaak administratieve verkiezingen behoorden te zijn, wordt een bij uitstek p o- 1 i t i e k karakter gegeven, en zulks met miskenning van de rol, welke do Eerste Ka mer in ons staatkundig leven geroepen is to vervullen. Feitelijk toch dient dit voorname staats lichaam rich te houden buiten don eigenlij ken strijd der partijen Het is rijn taak toe te zien, dat niet de hoogste landsbelangen gevaar loopen, dat de Grondwet niet wordt geschonden, dat de fundamenten, waarop ons Staatsgebouw rust, onaangetast blijven. Onder Kabinetten van verschillende rich ting heeft het die gewichtige taak weten te vervullen, slechts een enkele maal, en als bij vergissing, tredend buiten de perken, waar binnen het rich naar d©D geest onzer instel lingen heeft to bewegen. Maar thans willen de socialisten dit hoo- ge staatslichaam ondergeschikt maken aan hun streven, om een ministerie omver te werpen, dat hun revolutionnaire actie in don weg staat, en de liboralen verlangen datzelfde staatslichaam te gebruiken als oen partij-instrument mot een zuiver negatief doel. De Eerste Kamer in dienst van socia listen en liberalen, ziedaar, waarop men feitelijk aanstuurt en waartoe, naar men hoopt, de Jimi-verkiezingen hot middel zul len verechaffen. Over de tactiek der socialisten zullen wil zwijgen, hoe zonderling het moge rijn, dat dozo partij, die zioh bij voorkeur op de pro letariërs beroept en beroemt, nu heil wil zooken bij een vergadering van hoogstaange slagenen. Maar allertreurigst is zeker do houding dor liberalen. Nooit hebben zij op zoo flagrante wijze de Eerste Kamer in het partij-goTvoel betrokken. Zou men niet ge neigd zijn te denken, dat rij den moed heb ben opgegeven door reohtstreeksohe verkie zingen de positie van woleer te heroveren? Getuigt het niet van zwakte, van wantrou wen aan orgen kracht, dat zij door middel der Eerst© Kamer hopen te verkrijgen, wat zij in de Tweede Kamer niet meer kunnen bereiken In Denemarken hebben do oonser- vatioven jarenlang in den Senaat een steun punt gezocht tegen de liberaal gewordon Kamer. Hier schijnen de liboralen eenzelfde gedragslijn te willen voügen en zich te wil len verschansen achter hot „Hoogerhfuis", om do meerderheid van het rechtstreeks go- kozen deel der Volksvertegenwoordiging te dwarsboomen. Welk een jammerlijk prece dent zal hier worden gesteld I Welk oen ver slapping van het constitutioneel begrip I En vooral: welk een verloochening van liet eigen verleden I De liberale partij moet wol erg wanhopen aan de toekomst, om tot zulk een middel haar toevlucht te nemen. Wat kan zij bovendien op die wijze berei ken? Gesteld, dat de Eersto Kamer het Ka binet tot heangaan dwong, dan is daarmee het la/nd nog niet liberaal. In de Tweede Kamor zijn de liberalen vor in de minder heid. En wanneer zij ook dédr in de ver- bijstoring van een buitengewone verkie- zings-pampagne, do tegenwoordige meoi dor heid mochten verdrijven, dan is met dezo uitkomst nog niets positiefs verkregen. Ge- speouleerd wordt op de hulp van socialisten en christelijk-historischen, en daar de libe ralen zelven reeds in drie fracties verdeeld zijn, zou de nieuwe meerderheid uit zéó he terogene beatanctdeelen worden gevormd, dat aan een eigenlijk regeeren niet zou te denkon rijn. Vorwarring en stilstand van wetgovendon arbeid ware dus het gevolg van een neder laag doT Rechterzijde, waarbij alleen de so- oialisten kunnen profiteered, wien het slechts om het maken van propaganda te doen is. En ten slotte mag wel eens de vraag worden gesteld, „of het aanbeveling ver dient, telkens weer een ministerie af te breken, wanneer het op de hoogtepunt van rijn arbeid komt." „Er gaat daarmee" aldus het vrij-anti- rov. orgaan jammerlijk veel wetgevende kracht verloren. Dit Kabinet heeft nu „ge pokt en gemazeld." Hot ontplooit zich al lengs tot veel legislatieve vruchtbaarheid. Ontwerpen, waarnaar lange jarCD is uitge zien, verschijnen successievelijk op den parlementairen diseh. Daar staat het ar- beids-oan tract, de nieuwe arbeidswet, wel dra ook de administratieve rechtspraak, de uitbreiding der ongevallen-verzekering, do onderwij8-herrienirg, waarschijnlijk ook de ouderdoms-verzekering, en zooveel meer. Is hot nu geen Ohineezen-werk, de tafel, zoo dra zij gevuld is, telkens weor onderstboven te werpen, met het gevolg, dat weder jaren zullen voorbijgaan voordat men opnieuw even vor is?" Het ifl te verwachten, dat de kiezers dit Ohineeeen- werk niet zullen verrichten en dat zij er teveriB voor zullen waken, dat de Eerste Kamer aan haar eigenlijke bestem ming onttrokken wordt. Aan de Leeuwarder Courant is het vol gend© ontleend: De Banier, orgaan van den Bond van Kiesvereenigingen op christelijk-histori schen grondslag in Friesland, vraagt, welke d© houding der c h r i b t e 1 ij kdi i s t o- risohen in Friesland zaJ zijn, nu de wet op het Hooger Onderwijs is aangeno men. Opnieuw een coalitie tusschen de christe lijke partijen? Het blad is van meening, dat er slechts twee wegen open rijn „De eerste is een samenwerking op ande ren voet en onder waarborg van een ander resultaat. Tot de wording van een anti-revolution- naix kabinet of van een coalitie-kabinet, dat anti-rev. watten geeft, wat op hetzelf de neerkomt, werken wij niet meer mee. Evenmin kan een samenwerking, die geen voldoende waarborgen geeft, dat niet een deel der geconfedereerden onder den voet wordt geloopen, op sympathie hopen van hen, die door het verleden leerden. Wanneer er daarom velen zullen voelen voor den anderen weg, die open is, nl. dat in isolement kracht gezocht wordt, kan dat niemand verwonderen." In de Kamer heeft de heer Schokking hot oKristelijk-historisch beginsel in het licht gezet. „Met recht", zegt het blad, „mag evenwel betwijfeld of men die gelegenheid bij op trekken onder eigen vaandel zou verliezen, en zeker ia het, dat anderzijds de ontplooi ing der beginsel©n te zuiverder en te krach tiger zou zijn. Het is ons doel niet met dit zeggen, reeds nu een leuze of wachtwoord voor de toe komst uit te geven. Als de tijd daar is, volgt de beslissing vanzelf. Alleen zij zal nooit genomen kunnen wor den, onafhankelijk van en buiten verband mot de dingen, die pas gebeurd zijn en die dan niet het minst hun invloed zullen laten gelden. Be opvolger van Z. H. Pane Pius X in het patriarchaat van Venetië: Monseigneur Öavallari. Betaalmiddelen van de Nederlandsche Bank. Thans is het vroeger aangekondigd wets ontwerp ingediend, waarbij, met ingang van 1 October a.s., wordt bepaald, dat zoo lang de Nederlandsche Bank gerechtigd is als oirculatiebank werkzaam te zijn, haar biljetten de hoedanigheid van wettig betaal middel zullen hebben. Dezo bepaling geldt niot voor betalingen, door de Nederlandsche Bank zelve to doen. In de toelichting zegt de minister van fi- nanoiën o.a., dat in het wezen der zaak do bepaling van hot ontwerp niets meer doet dan wettelijke sanctie geven aan een sedert tal van jaron hior te lande feitelijk bestaan- den toestand. De biljetten der Nederland sche Bank worden in het geheele land tot hun vol nomina :.I bedrag in betaling aange nomen het publiek, wetende, dat men bankpapier desverlangd onmiddellijk tegen specie kan inwisselen, beschouwt dit als gold en handelt dienovereenkomstig. Deze toestand levert, dank zij de wettelijke en fei telijke waarborgen, die voor een richtig bankbeheer ten onzent bestaan, geen bezwa ren op. Door daaraan wettelijke sanctie t© geven, zullen dio bezwaren zeker niet in het leven worden geroepen. Do ingezetenen zul len slechte verplicht worden tot wat ieder hunner volkome bereid is, ook onverplicht te doen. Door do nieuwe bepaling wordt dan ook in do praotijk van het verkeer alléén dit gowijzigd, dat men in het vervolg ook bij ge rechtelijk aanbod van betaling zal kunnon gebruik maken van bankbiljetten, zonder aan het gevaar bloot te staan, dit op grond van een ohicano ongeldig verklaard te zien. De vraag, of aan het voorschrift moet worden toegevoegd de beperking, dat de bankbiljetten de hoedanigheid van wettig betaalmiddel slechte zullen bezitten zoolang zij in '3 Rijks kassen worden aahgenomen, heeft de minister ontkennend beantwoord, aangezien zoodanige toevoeging hem theore tisch niet juist en practisch van weinig be teeken is voorkomt. De minister van finan ciën behoort hot niet in zijn macht te heb ben, door de bankbiljetten niet langer voor het Rijk aan te nemen, dezen het karakter van wettig betaalmiddel te doen verliezen. Den wetgever komt cle beslissing hierover toe, niet aan een der ministers. Practisch belang is bij die quaeetie niet betrokken. Thans reeds is het volstrekt ondenkbaar, dat een besluit tot wering van het bankpapier uit de Rijkskassen zou worden genomen, zonder dat gelijktijdig ingrijpende maatre gelen van wottelijken aard, het bankoctrooi en het oirculeerend medium betreffende, zouden tot stand komen. Immers het crediet der Nederlandsche Bank zou niet alleen ern stig, maar ook op alleszins juist© gronden moeten gesohokt rijn, voordat een minister van financier er toe zou komen daaraan den nekslag toe t brengen door uitvaardlng van het verbod van aanneming harer biljet» ten in de Rijkskassen. Deden zich de moei lijk denkbare omstandigheden voor waaron der zoodanige maatregel moest worden ovep» wogen, dan zou onder de te treffen voorzie ningen intrekking van de thans voorgedra gen bepaling wel de eenvoudigste zijn. Het ontwerp stelt boven allen twijfel, dal de Nederlandsche Bank verplicht blijft haai biljetten t© verwisselen tegen specie, eq mitsdien niet bevoegd zal worden, voor d# haar aangeboden biljetten andere in dg plaats te geven Ook in de Engelsche weé komt een analoge bepaling voor. De Minister van Marine heeft aan de Tweed# Kamer doen toekomen het 2de deel van h#t Statistisch Bulletin van het Duitaohe Rijk, jaargang 1903, on een exemplaar der .Relazlon# sulla leva marittima sul nati nel 1881", iq welke boekwerken gerechtelijke statistisch# gegevens zijn opgenomen omtrent het perso-, neol der Dultsche en Italiaanscho marln#^ Tevens is hierby gevoegd een sterkte opgav# van het personeel der Fransche zeemacht ov#f het jaar 1902. Omtrent een gerechtelijke statistiek van h#| personeel der Amerikaansche zeemacht deelt de Minister mede, dat by deze marine d# gegevens van dien aard niet tot één geheel worden samongesteld. Gemeenteraad van Lisse. Tegenwoordig 8 leden Afwezig de hoeren Van Stockum, Van der Veld ©n Prins. Voorzitter: de Burgemeester. Na opening dor vergadering gaat 3# Voorzitter allereerst over tot installatie van het nieuw benoemde Raadslid, den heer Gk. van Parijs Sr., die, na de bij de wet gevof- dorde eeden te hebben afgelegd en door deflj Voorzitter te zijn gelukgewensoht, zitting neemt. De lering van do notulen der vorige ver gadering wordt uitgesteld tot ee>n volgend# vergadering. De Voorzitter deelt mede, dat is ingeko men een adres van het Bestuur der Marield- verceniging „Eensgezind" alhier, daorbH verzoekend© de onkosten voor onderhoud enz. der muziektent voortaan voor rekening der gemeente te nemen. Wordt besloten voor dit jaar een subeidi# te verkenen van 20. Aan do orde is thans de benoeming va#; een wethouder. Hiertoe wordt benoemd de heer G. vaqj Parijs, die de benoeming aannam en doofs den Voorzitter werd gecomplimenteerd. Daarna komt In behandeling een on#- werp-overccnkomst tot het aangaan eenet schoolgeld regel ing met Sassenheim, waarbij o.m. wordt bepaald, dat de vergoeding vooy kinderen uit deze gemeente, die te Sassen heim schoolgaan, zaJ bedragen voor de eer* ste drie kinderon 2; voor de drie volgend# 1.75 en voor meerderen 1.50; alles pe# maand en per kind. Tot wedoropzeggens t Ie aangenomen. Nu brengt do Voorzitter in behandeling de in con vorige vergadering aangehouden! zaak betreffende het in erfpacht nomen vaq' grond bij het voormalige tolhuis en voor, zooverre de gemeente dit niet reeds In erf pacht heeft. Besloten wordt aan het Rijk te kennen feS geven, dat de gemeente niet genegen is tol het in erfpacht nomen van diien grond to gen een jaarlijkschen oanon van 00. De Voorzitter doot nog voorlezing van e&zL circulaire van Ged. Staten in verband mei de gewijzigde Gemeentewet ter zake den Burg. Stand, In beginsel wordt besloten tot bet aanstel len van drie onbezoldigde ambtenaren, hoofdzakelijk voor het voltrokken van huwe lijken, waartoe zoudon kunnen worden be noemd de Burgemeester en 2 Raadsleden ©q een bezoldigd ambtenaar voor de overig# werkzaamheden, waartoe zou kunnen wor den aangewezen de ambtenaar ter secreta rie en wel op een jaarwedde van 50. Hierna wordt de vergadering gesloten. Amsterdam, 6 April. Op de ▼•«markt war*» hedeu aangeroerd: 266 Runderen, van welke d# prijzen waren: vette lato qnal. 68 a 72 0., 2d# qual. 64 a 68 0., 3de qnal. 68 c.; vette Ossen c. per KG.; 86 melk- en kalfkoeien f 134 5 fl80; Graskalveren f 7 a ƒ14; 213 nuchter# Kalveren a Schapen a 380 vette varkens, 34 a 36 0. per KG.; Overzeesch* 36 a 38 0. per KG.; Rijnkanters ƒ38 a 40. Kampen, 6 April. Boter. Aangevoerd 836# KG. als: 350 8 v. ƒ21.60 a 23.60 en 120/16 ƒ10.76 a ƒ11.76; 300 stukken van KG. 60 a 660. Formerend, 6 April. Aangcv. 72 stapels Kaas, ƒ25.a ƒ80.— de 60 KG. Boter. Aangov. 881 KG. ƒ1.10 a ƒ1.20 het KG. Vee. 618 RundereD, vet vee ƒ0.64 a ƒ0.68 het KG., 18 Paai den; 133 vett# Kalveron ƒ0.70 a ƒ0.90 per KG., 684 nuchters id. 10 a ƒ22 per stuk; 190 vette Varkens ƒ0.31 a ƒ0.41 por KG. 66 magere id. 12 n jr 18 per stuk; 206 Biggen ƒ6 a 7 b per stuk; 1429 Sclupe» en Lammeren. Eieren 3.— a ƒ3.26 per 100 stuks. Kievitseieren, aangeroerd 1600, 16 a 20 0. per stnk. Handel matig. Slicek, 6 April. Boter. Aanvoer 28/4 en 6/8 v. Prijs Isto keur ƒ40.—. Bij de vereenigiDg lat# keur ƒ40.— a 2de kour .- - a f— 3de keur a fde keur a ■-> FabneksboUr: Aanvoer 92/3 en 86/6 vn. Prtff 40 a - Kaas. Nagel-. Aanvoer 348 KG. f 30. Vee Aangevoerd: 222 Koeion, 82 Kalveren, 16# Schapen. 14 Lammeren, 69 Varkeus «n 66 Bigge#. Prijzen van vet vee per KG-: Rucderen Kol veren Varkens 17 a 20 0., voor export 16 18 0., Biggen Londen a 0., Schapen Lond«f a o. Melke- en Kalvekoeien, alsmede vette dito me* vrij goede vraag. Kalveren prijshoudend en Lam meren zonder omzet- Overige soorten gewild. IndcHtcd. Werkiur. zijn opgenomen 1 DATUM. DAGEN. Tolw. pers. Kin deren. - T«w>l! 27 Maart. Zondag 41 12 63 28 Maandag - 68 19 77 29 Dinsdag 67 21 88 80 Woensdag. 63 20 83 31 Donderdag 66 21 86 1 April. Vr|)d»g 38 1t 60 a Zaterdag 64 10 64

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 6