van eon Leidonaar.
XLIX
Daar zat ik gistermorgen de courant te
lezen, onderwijl mij verkneukelend in het
denkbeeld straks een of meer van mijn
huisgenooten met de eene of andere April
grap er in te doen loopen, toen me gezegd
werd, dat een paar mannen me wens< ïten
te spreken. Op den eersten April is t -n
wjensch altijd een beetje voorzichtiger dan
anders en daarom vroeg ik: „wat voor
mannen zijn het dan?" „Van de brand
weer", luidde het antwoord.
Nu dacht ik bepaald dat men een loopje
met mij wilde nemen: wat ter wereld had
ik met de brandweer en de brandweer met
mij uit te staan?
„April, hel'' zeide i'c tegen mijn doch
tertje, dat mij do boodschap overbracht.
Zij blijft echter zoo ernstig volhouden,
dat ik wel in haar ernst moest gelooven
en eon paar minuten later had ik dan ook
mijn krant al neergelegd en zat tegenover
een paar brandweermannen, die, zooals ze
opmerkten, van mijn briefschrijven in het
„Leidsch Dagblad" hadden vernomen en
meenden mij stof tot een brief te kunnen
leveren, die de belangstelling "an vele Lei-
denaars zou wekken.
Mijn één-April-stemming raakte ik al
spoedig kwijt; ik vond wezenlijk hun mede-
deelingen belangrijk genoeg om er een en
ander van over te vertellen en mijn eigen
meening er van te zeggen.
Tk zal er maar geen gras over laten groei
en, dacht ik, on dadelijk, nadat ze vertrok
ken waren, zette ik mij neer tot schrijven
van mijn 49sten brief.
De brandweer is voor een gemeente een
ding van het-ckenis. Niet alleen omdat de
burgorij door het bestaan er van een gevoel
van veiligheid krijgt, maar ook, omdat zij
jaar op jaar een greep van belang doet uit
de gemeentekas, die door de belastingpen-
pingen van de burgers wordt gevuld.
De kosten van het brandwezen bedroegen
van 1893 tot en met 1Ö02, dus over de laat
ste 10 jaren, 81,798.83 en in het jaar 1902
alleen f 8705.44. Daarbij is dan nog niet
gerekend ue rente van het kapitaal aan het
materiaal besteed en dat bedraagt ook nog
heel wat.
Volgons het verslag over 1902 uitgebracht
'oor den commandant bestaat dat mate
riaal uit 2 grooto stoombvandspuiten, 1
kleine brandspuit, 4 dubbele en 4 enkele
handbrandspuitcn, 137 brandkranen der ge
meente, terwijl er nog 19 rijks en 9 parti
culiere brandkranen aanwezig zijn, voorts 4
groote en 5 kleine sDngci wagens.
Het hulpmateriaal bestaat uit 2 reddings
ladders, 1 wagen met r-oddingstoestellen, 1
wagen met bonzc.il.m en reservemateriaal, 6
naphthadantaarns, met rookmaskorc, 2
Well's lampen en 4 klim]adders.
Eindelijk zijn er met elkander aanwezig
4645 meter slang.
Het laat zich gemakkelijk inzien, dat dit
materieel een heel bedrag vertegenwoordigt,
dat door de gemeente is betaald en wa-rvan
dc jaarlrjksehe .interest ten laste de ge
meente komt.
Aan beloon i v n en premiën aan brand-
puitgnstcn en b mbti-n werd in 1902 van
1903 is het ver dag nog niet publiek uit
gegeven ƒ6203.17.
En nu hehb:n av!J nog een vrijwillige
brandweer, een beroepsbrandweer zon nog
veel meer kosten. Alleen de commandant
ca de onder-c lir-k: -rikten hier een
vast salaris.
Nu is het waar, vrat ik in het begin reeds
opmerkte, dat wij daardoor leven in een
;evoel van veiligheid; wij weten dat, mocht
er ergens een brand ontstaan, door de brand
weer zal worden getracht hem te blussehen
en tot het "aangetaste perceel te beperken.
Maar wat dc geldelijke schade aangaat,
daarover maakt men zich niet bijzonder on
gerust, De meesten 2ijn bij een of andere
Maatschappij tegen brandschade verzekerd.
Of bij een voorkomenden brand huis of in
boedel gedeeltelijk of geheel vernield wordt,
geeft voor den eigenaar, weinig verschil.
Dat gaat meer de Maatschappij, waarbij
men verzekerd is aan. Zoo het is in deze
courant reeds meor gezegd hebben de
Brandverzckeringi-maatschappijen, die niets
bijdragen tot de kosten van dc brandweer,
cr het meeste belang bij, dat zij goed is in
gericht en werkt. Het onbillijke daarvan
wordt hoe langer hoe meer ingezien en hier
on daar worden pogingen aangewend om
de gemeente, die zorgt voor het blussehen en
zoo mogelijk branden poogt te voorkomen,
ook de voordeden van het blusschingswerk
te doen genieten. De wijze, waarop dit moet
geschieden, daarover is men het nog niet
eens. Gemeentelijke brandverzekering zooals
men hier en daar in het buitenland heeft',
daar wil men hier to lande nog niet aan.
Do Brandwaarborgmaatschappijen voelen
zelf wel, dat ze eigenlijk verplicht zijn iets
bij te dragen aan het blusschingswerk, wan
neer dit met ijver is .geschiedvandaar dat
zij meestal dan een grootere of kleinere gra
tificatie als belooning voor 'de brandweer af
staan.
Het was naar aanleiding daarvan dat de
twee mannen mij wenschten te spreken.
„Zie eens," :-o redeneerden ze, „wij brand
weermannen; opperbrandmeesters, brand
meesters en spuitgasten, vallen niet onder
dc Ongevallen /et. Krijgen we een ongeluk,
on de kans daartoe is niet zoo heel klein,
dan ontvangen we geen uitkeering. Daar
om verdeelden we tot- dusverre de gratifi
caties, die we zoo af en toe van de betrok
ken Maatschappijen ontvingen niet, maar
bewaarden het geld om er een potje of fonds
jan te maken. Uit dat fonds worden dan
de personen, wien bij het blussehen van een
brand een ongeluk overkwam, ondersteund,
zoolang zij niet ia staat zijn het gewon©
werk te doen. Meer dan een3 heeft daarvan
aon onzer mannen geprofiteerd.."
Ik vond dat heel moei, doch vroeg of dat
nu niet kon blijven of dat misschien
Maatschappijen zuiniger waren gewor
den.
In antwoord daarop vernam ik dat de
tegenwoordige commandant een regeling had
getroffen, waardoor deze revenuen grooten-
deels voor dit doel kwamen te vervullen.
Yroegcr ontvingen personen, die een
brand bij den aanvang wisten te blussehen,
zoodat de brandweer niet behoefde uit te
rukken, of daartoe pogingen aanwendden,
een kleine belooning van gemeentewege.
Hoewel het plicht is van elk mensch om in
noovl en dus ook bij brand zijn mede-
mensch bij te staan, hebben velen toch wel
een kleinen prikkel daartoe noodig en is
een belooning in vele gevallen ook wel ver
diend.
Weet men een brand zonder brandweer te
blussehen, dan heeft dit ook weer dit voor
deel, dat deze niet behoeft uit te rukken,
wat ccn voordeel is voor de gemeente. Daar
staat echter het bezwaar tegenover, dat or
kunnen zijn, die om zoo'n premie te verdie
nen, niet dadelijk den commandant waar
schuwen, waardoor het kan gebeuren, dat
de brandweer te laat wordt opgeroepen en
de brand reeds een bepaalden omvang heeft
aa ngenomen.
Het komt mij met do brandweermannen
echter voor, dat dit gevaar vrij denkbeeldig
is, omdat het waarschuwen heel spoedig ge
schieden kan en dit op zichzelf niemand be
hoeft te verhinderen eigenhandig aan het
blusschingswerk te beginnen.
Het niet-uitreiken dezer premiën zou,
dunkt mij, wel eens ten gevolge kunnen heb
ben, dat men geen hulp verleencn wilde,
waardoor een brand grooter uitbreiding ver
kreeg dan bij spoedig toegeschoten hulp noo
dig ware. Waar dan ook buiten de brand
weer ora spoedige hulp met succes wordt
verleend, gevoelt de commandant wel, dat
daar eigenlijk aanspraak kan worden ge
maakt op eenigo vergoeding, waarom hij in
zulk een geval een beroep doet op de be
trokken Maatschappij, die gewoonlijk niet
zoo onbillijk iö een gratificatie uit te koe
ren.
Maar en dit is de grief van de brand
weermannen dan ontvangt de brand
weer zelf geen premie meer, want twee gra
tificaties te geven, daartoe komt een Maat
schappij meestal niet. Het gevolg daarvan
zal wezen, dat het fonds voor mogelijke on
gevallen op den duur te niet gaat.
Daarover hoort men nu reeds mopperen
onder de vroede brandweermannen en dat
lijkt mij voor hen, die geheel vrijwillig zbh
voor het niet bijzonder aangename bedrijf
beschikbaar stellen, eenig3zins bedenkelijk.
Ik vernam nog andere grieven. Zoo kwam
het voor, dat men, wanneer de brandweer
bij loosalarm uitrukte en onverrichter za
ke terug kon keeren, niets ontving, hoewel
men er toch voor had moeten verzuimen.
Dan vond men het niet billijk, dat voor
nacht- en Zondagarbcid aan de spuitgasten
niet meer dan de gewone 20 cents per uur
wordt uitbetaald Werklieden, die direct of
indirect in dienst van de gemeente zijn, ont
vangen voor nacht- en Zondagarbcid toch
ook hooger loon dan voor gewoon dagwerk.
Ik heb :n en ander aangehoord en be
loofd het te zullen oververtellen. Ik meen
daarmede te kunnen volstaan; daar deze
grieven voor zichzelf spreken, behoeven ze
geen nadere toelichting en hebbn ze mijn
verdediging niet noodig.
Onze brandweer doet, zooals ik reeds op
merkte, haar diensten vrijwillig en ik meen
dat wij over haar optreden, zeer tevreden
kunnen zijn.
Een eerste vereischt© om dit zoo te hou
den, is, dat onder deze mannen een flinke
geestdrift blijft heersehen en de goede har
monie bewaard blijft.
Daarvoor dient bij het invoeren van noo
dig geoordeelde hervormingen tf verbete
ringen niet van boven af ingegrepen te wor
den, maar behoort men overleg met de man
schappen te plegen.
Onze brandweer kost nu reeds veel geld,
doch als wij te eeniger tijd tot een beroeps
brandweer Zouden moeten overgaan, zou het
nog heel \fait meer moeten kosten.
Daarom moet het gemeentebestuur en de
commandant onze vroede brandweermannen
in eere houden.
Zou dat een weinig meer moeten kosten,
de burgerij zal, geloof ik, 'daartegen geen
bezwaar hebben.
ÏSKCLAMÏSS,
h 40 Cents per rogol.
XjÉ,
li.-
De-jB-aephorst".
'2334 7
Atjeh.
Do correspondent van de „N. R. C." te
Batavia seint
„By een klewangaanval In Seunagan wer
den gowond kapitein Campioni, 15 minderen
en 20 dvvangarboiders. I)e vyand liet 54
dooden achter.
U1TL0TINGKN. - Loten van Parijs 2 pCt.
van 1899. Trokking 25 Maart. Betaalbaar 10
April.
No. fr. No. fr. No. fr.
159996 100000 372102 10000 223905 10000
De volgende nummers elk fr. 1000:
74 40016 969>6 153268 211893 257034 877750
711 41268 107725 156148 240624 273521 884864
10607 567.65 114285 162027 243924 303637 390701
19295 58163 128331 196311 249844 348160 899224
87694 95378.
Alkomado. De ver.'ofgangers J. vanSegge-
len en A. Barends, behoorende resp. tot het
2de rogt. veld-artillerie lsto afd. 3de batt. te
's Graverihage en het korps torpediston lste
comp. te Brlelle, zijn ln werkeiyken dienst
opgeroepen tegen den llden en 18dan April a. a.
By Koninkiyk besluit van 10 Maart 1904
No. 16 Is aan de lotelingen dezer gemeente
Jakob de Jong van de lichting 1901 en Johs.
Hoogerboom der lichting 1902r op grond van
art. 113 lste zinsnede der Militiewet 1901,
voor éón jaar ontheffing verleend van den
werkeiyken dienst.
„Raepffiopst",,
de nieuwe bezitting onzer Koningin.
(Bij de Plaat.)
Onze Koningin heeft vóÓt eonigen tijd een
nieuw landgoed aangekocht, het bekende
„Racphorst", tusschen Den Haag en Lei
den.
Aangezien do Lcidenaars door de Pape
laan of langs den Leidschen straatweg de
door de Koningin nieuw verworven bezit
ting met haar prachtigen seringenberg en
tegenover het „Huis de Pauw" gelegen, op
hun wandel-, fiets- of andere rijtoeren dik
wijls passé eren, wat voornamelijk a.s. voor-
jaar en zomer wel weer het geval zal zijn, is
het hun zeker niet onwelkom er meer van te
weten.
Over do heerlijkheid is een en ander ge
schreven o.a. in bet in de eerste helft der
achttiende eeuw uitgekomen werk: „Tegen
woordige Staat der Verccnigdc Nederlan
den". Ook het „Aardrijkskundig Woor
denboek" van Van der A a vergeet de lieer en
van Raephorst niet. Het werkje van jhr.
C. A. van Sypestein: „Holland in vroege
re tijdon" wijdt eenige bladzijden aan het
onderwerp, evenals de heer J. Craandijk
in zijn: Wandelingen door Nederland".
Ten slotte geeft een dier jaarboekjes, het or
gaan van de vereeniging „Die Haghe" te
's-Gnavenhage, verschillende mededeel in gen
over het oude landgoed en de geschiedenis
der eigenaars.
De heerlijkheid Raephorst behoorde in
het begin dor 13de eeuw reeds aan de hee-
ren van dien naam. Het is gelegen in Rijn
land, een dor vruchtbaarste on rijkste ge
deelten van Holland. Vele leden van het
aanzienlijke geslacht van de Wassen aars
hadden oudtijds aldaar hun kasteelen,
burchten en abdijen en onder die allen was
Raephorst hot stamslot van de heeren van
dien naam. Het heeft een oppervlakte van
210 bunders. Aangezien het landgoed ook
onder Wassenaar ligt, wordt vermoed, dat
de heeren van dat geslacht verwantschapt
waren aan de Wassenaars, hoewel daarvan
geen zekerheid bestaat.
In de geschiedenis van Holland nemen ze
meestal een eervolle, bijkans altoos een be
langrijke plaats in
Het slot word gebouwd ïn 1230 door Ker
stand van Raephorst, die in hoog aanzien
stond bij de graven van Holland, Floris IV
en Willem II (Roomsoh koning). Zijn beide
zonen sneuvelden in den slag tegen de West-
Friezen in 1272. Den naam van dien Ker
stand vindt men ook onder de gezanten
door den Engolschen koning naar Holland
gezonden, om te raadplegen over dc huwe-
lijksvoreeniging van, graaf Jan I met een
koninklijk© prinses.
Gerrit van Raephorst, die in 132S stierf,
Averd met zijn zuster Catharina-, echtgenoo-
te van Hugo van Velzen, verbannen wegens
medeplichtigheid aan den moord van Flo-
ris V.
Bartholomeus van Raephorst werd in het
beleg van Ever dingen in 1367 tot ridder ge
slagen. Over de heeren van diien naam zou
heel wat te vertellen vallesn.
In heb begin dei' XVIde eeuw was het slot
bewoond door Hendrik van Raephorst, ge
huwd met de dochter van. een zeer rijken
Leidenaar, Maurynsse van Sonne velt ge
naamd. Die heer Van Racphorst had vijf
zoons en twee dochters. Gerrit, de tweede
zoon, was volgens de oorkonden van dien
tijd een „sondeif ingh, turbulent heer", die
in 1508 in aanraking kwam met de justitie.
Op hot Rijksarchief kan men veel over hem
geschreven vinden in de daar aanwezige
processtukken.
Onder de rijken van Leiden behoorde
Pieter Dirkszoon de Grobber, gehuwd met
A Laid van Tetteroode. Beiden waren uit
een zeer aanzienlijk regeeringsgeslacht. Op
11 September 1508 ging het echtpaar des
morgens vroeg met een wagen uit Leiden
om te Wassenaar de hoogmis bij te wonen
met hun dertienjarig dochtertje Catharina.
Toen zij te acht uren gekomen waren op de
hoogte- van het huis „de Raephorst", wer
den zij opeens aangevallen door eenige ge
wapende lieden, met Gerrit van. Raephorst
aan het hoofd. Die was 's morgens uit Kat
wijk gekomen met drie mannen „ter zijner
assistentie". Dioht bij het. huis van zijn va
der arerlieten zij den wagen, die op den
weg bleef staan, en gingen in hinderlaag in
het duin. Toen nu het rijtuig van De Greb-
her naderde, omringden zij dat met gespan
nen bogen en pijlen er op, pieken en ande
re wapens. Onder de afschuwelijkste bedrei
gingen werd Catharina „uytton schoodt ha-
rer oudors getrokken" en tegen wil en dank
geworpen in den wagen uit Katwijk, die
wegreed onder het gegil en gejammer van
de ouders en Let kind.
Een klacht, door De Grchber ingesteld bij
het hof, werd ontvankelijk genoemd en den
procureur-generaal werd opgedragen: „Ger
rit van Raephorst en zijn medeplichtigen in
te dagen hij mandement crimineel en hen
te approhendeerc-n en hen te vangen
De schuldigen lieten zich echter niet van
gen en de indaging, tot viermaal herhaald,
leidde tot niets. Op 1 Maart 1509 werd Ge
rard van Raephorst bij vonnis van het' hof
bij verstek met zijn medeplichtigen geban
nen uit Holland, Zeelanden Friesland „ten
eeuwigen daghe op verbeurtenisse van het
lijf on verbeurdverklaring \?an zijn goede
ren."
Toen de schaking had plaats gehad, reden
de boosdoeners met het meisje naar Sassen-
heira, waar „een gebaeken visjen en een
eytjen" werd gegeten. Daar Avas volgens
afspraak aan het veer over het Haarlem
mermeer een. schuitje, waarmede het gezel
schap overstak naar Leimuiden Zij bleven
daar des nachts en, afschuwelijk genoeg
had daar den volgenden morgen het huwe
lijk plaats tusschen Gerrit van Raephorst
en de dertienjarige Catharina de Grebber.
De nieuwgetrouwden bleven daar drie da
1-1 et voorwaai'tsiukken der Japanners in Korea.
Berichten over Bi inland's boezem,
gedurende de week van 20—26 Maart 1904.
Stand van den boezem te Leiden.
Idem te Oudewetering
Werking der stoomgemalen.
Wal erloozi ng langs natuurly k. weg.
Waterinlatiag
Regenval in Mm.
20 Mrt. 21 Mrt. 22 Mrt. 23 Mrt 24 Mrt. 25 Mrt. 26 Mrt.
68 57 57 56 53 55 61 cm.—A.P.
59 57 56 56 56 60 62 om.—A.P.
Spaarndam u., Halfweg u„Gouda 26.20 u., Katwijk n.
Spaarndamu„ H.ilfwegin, Gouda 15 u., Katw\jk 48.90 e.
Door de sluia te Gouda u.
4.7
gen en toen gingen zij naar Utrecht, waar
het huwelijk nogmaals geldig werd ver
klaard in de Buurtkerk.
Heerlijke, ^ede oude tijd, waarin zulke
dingen konden gebeuren I
Meermalen kwam de verbannen Gerrit in
de landen, die hem ontzegd Avaren. Zijn
woest gedrag en de dreigbrieven aan zijn
schoonouders geschreven, indien zij zich
niet met hem wilden verzoenen, waren zoo
veel aanklachten tegen den man en toch
werd door invloed van veelvermogenden be
werkt, dat op 15 Juli 1515 „pardon" werd
gegeven, op voonvaarde, dat Gerard van
Racphorst te 's-Gravenhage zou verschijnen
a-oor het vergaderdè hof, in linnen klecren,
blootshoofds met een brandende kaars \7an
een pond in de hand. Daarna moest hij op de
zelfde wijze knielend bidden in de Pieters
kerk te Leiden en den „commandeur" der
kerk vergiffenis a'ragen. Bovendien moest
in dc kerk te Wassenaar een glas worden ge
plaatst met het wapen der Raephorsten op
zijn kosten, maar ook móest daarin geschre
ven staan, dat dit alles gebeurd Ar as om:
„Vrouwenschaak.
Toch eindigde de woesteling nog opr het
schavot, om reden van te Woerden gep leeg
den mandag. Hij werd onthoofd op het
„groene zoodje" te 's-Gravenhage. Hij liet
geen kinderen na, maar zijn oudste broeder,
gehuwd met Maria van Foreest, had een
zoon, die het geslacht voortzette, dat uit
stierf in het begin van de zeventiende eeuw
met den kinderloozen Hendrik.
Het familiewapen: een züver veld, ge-
dwarsbalkt van zilver en van sabel in zes
hoeken, werd met hem begraven in een klei
ne kapel ter zijde van het koor in de kerk
te Wassenaar, die de kapel der Raephorsten
genoemd wordt.
Tot 1290 was de heerlijkheid een eigen
goed, sedert - I het een leen. Na den dood
van Hendrik verviel het bij erfenis aan Cor
nelia van don Mijle, gehvwd met oaron Van
Boetzelaar van Asperen. Twee dochters van
hen waren jaren later in schulden geraakt;
haar kasteel te Asperen was verwoest, vaste
goederen waren onverkoopbaar door den
oorlog en nu vroegen zij in 1709 a'erlof aan
de Staten om de heerlijkheid Raephorst te
mogen verlaten, zooals omtrent Giessenburg
en Barquctte Avas toegestaan. De opgaaf der
inkomsten was 2790: hnur /400 met drie
morgen land, 335 uit tienden, 700 uit
pacht van het Raephorsterduin, ƒ.40 uit het
Aerhef van achterleenen, 150 uit houthak
en viermaal 14 voor de pacht van vier
boerderijen^
De vergunning werd verleend en eigena
resse vvi. J in 1712 de vrouw van den luite
nant Cadogan, die het huis a'erbouwde en
den aanleg zeer verfraaide. Daarna kwam
het, voor den tweeden keer verlaten, in be
zit van den heer Pieter Twent, die het huis
„De PauAv" liet bouwen. Als Minister van
Waterstaat, tijdens de regeering van Ko
ning Lodewijk heeft hij den weg van Den
Haag naar Leiden laten bestraten, maar
ook het groote Averk, waardoor de Rijn bij
Katwijk zijn uitwatering heeft, is onder
zijn bestuur tot stand gebracht.
In 1838 kocht Z. K. H. prins Frederik de
drie heerlijkheden „Dc Pauw", Raephorst"
en „Ter Horst", welke bezittingen bij zijn
dood overgingen aan zijn dochter Marie,
Prinses von Wied.
Nu is door aankoop Koningin Wilhelmi*
na eigenaresse van de beschreven heerlijk
heid. Een sieraad daar is de zanderij, d^
groote Aujver op beA-el van Prins Frederik
gegraven. De grond van F ..phorst is grock
tendeels zandig en heuvelachtig. Het den.
nenhout is er schilderachtig. Tegeno\rer hel
huis is een groot gazon, het geboomte ic
prachtig. Op een zeer fraai punt is ee®
smaakvolle Laube aangelegd, van Avaar me^-
de plaats kan overzien. Daartegenover is Jv
boA'engcnoemde zoogenaamde „sevingen-heu-
vel." Een steenachtig pad voert de steilte
op tusschen seringen en wilde rozen naa*
een koepel, waar het uitzicht on vergelijke
lijk schoon is. Een groen dal omlaag, waar
in de waterspiegel glinstert, omringd van
dennen en eiken. Eon zee van geboomte
rondom Naar den kant, Avaar de a-Kerkelijke
zee zich bevindt, is de duinenrij. Een rijk
landschap met torens van de omliggend©
plaatsen, zoo van verre als nabij, vormt een
deel van het heerlijk panorama, dat tot bo-
Avonderen opwekt.
Bij den vijver ligt het schiethuis, een sier
lijk gebemvtje, met een schietbaan. Ginds
ccn schuitenhuis met kan zeil- en roei
boot. Een anck.' deel van Racphorst is la
ger en meer \reenachtig. Daar vervangen
eiken de dennen. Daar zijn vijvers en lanen,
met slootèn doorsneden. De rentmeesterswo
ning is een eenvoudig vierkant huis, waar
naast schu ren en stallen vooi paarden en
vee. Een steen in den muur vertoont het wa
pen van Raephorst met bijschrift 1639.
Door den aankoop van de schoone buiten
plaats heeft het Koninklijk Echtpaar bij de
Residentie een park gekregen, a, aar .hel
eA'en vrij en ongestoord wandelen en va.,7 de
natuur genieten kan, als op Het Loo. Te
meer, daar onder toedicht van Prins Hendrik
belangrijke verfraaiingen on verbeteringen
worden aangebracht.
ALKEMADE. Bevallen: L. K. Wageeaar
gob. Pouw D. G. Volwafer geb. Van Klink
D. H. de Jong geb. Splinter Z. J. M. T.
van Dieuien geb. Sraeolen D.
Overleden: C. Zandbergen, echtg. van
van Die9t, 57 j.
REEUW'IJK. Bevallen: M. Vlaskamp geb
Koster D. A. Jongeneel gob. Van Es Z. J,
Ravenhorst geb, Van Duuren Z. M. van deo
Berg geb. Broer© D.
Overleden: C. J. Stofberg 63 j.
Gehuwd: B. Noordergraaf en J. v. d. Wal,
STOMPWIJK, Ondertrouwd: J, A. Boone»
kamp jm. '23 j. en C, Th. Kueijber jd. 29 j.
H. W. Smits jm. 83 j. en A. H. Suijten jd 83 j.
Bevallen: M. Stnrrenburg geb. v. Val en Z.
C. Vogelaar geb. Opd.im h. 8. Hill geb. Ouda»
hoorn Z. J. Hoogendam geb. Kuhlman D.
TER-AAR. Bevallen: M. van der Hoorï
geb. Schuilenburg D.
VEUR. Bevallen: P. J. Koelman geb. Vors
meulen D.
Overleden: C. G. v. d. Kroft V. 40 jv
•ohtgen. vau G. v. d. Drift.
WOUBRUGGR. B»v»1Ud: D. Boer geb O#
Jong K-