LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAC 26 WIAART. TWEED 1 BLAD.
Anno lSC-l
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Verijdelde plannen.
No. 13526
De Tijd wijdde een artikel aan het Gan
gree van den Christelijken Nederlandschen
Boerenbond, dat in September te Nijmegen
zal worden gehouden.
Yan doorgaans goed ingelichte zijd©
zegt het blad wordt betwist, dat het Con
gres in verband zou staan met de nieuwe
Tariefwet Het blad meent, dat er wèl
\erband bestaat. Maar dit is bijzaak.
..Hoofdzaak zegt De Tijd is evenwel,
dat de Tariefwet wij mogen vertrou
wen door gezaghebbende personen zal
besproken" worden. De Regeering zal aldus
van bevoegde zijde worden ingelicht. Af
gaande op het aanhangig ontwerp en het
daarop slaande adres van den Nederl. Boe
renbond, schijnt dit bepaald n o od i g.
Do beraadslagingen op het Congres zden
wij met des to meer vertrouwen te gemoet,
nu van dezelfde wèl ingelichte zijde de „ge
ruststellende" verzekering wordt vernomen,
dat ,,in de tegenwoordige omstandigheden
een recht op granen niet wordt noodig ge
acht", onder de uitdrukkelijke voorwaarde
ovenwei, dat mede door de goede zorgen der
Hoge erring ,,de zuivel-industrie en de vee
teelt kunnen goedmaken, wat don verdie n-
Bton van de graan teelt ontbreekt."
Hieraan houde men vast; het is niet meer
!dan billijk, dat nu „bescherming van den
nationalen arbeid" wordt beoogd, op de
bestaan6- en ontwikkolingsvoorwaarden van
een zoo voornamen tak van volkswelvaart
als het landbouwbedrijf wordt acht gegeven.
Ten slotte evenwel deze opmerking: vol
komen stemmen wij met Eet Huisgezin in,
Waar dit blad pleit voor dergelijke gema
tigdheid in de eis (hen, welke het Con
gres eventueel betreffende de nieuwe Tarief
wet zal stellen. Wat het adres met de daar
toe behoorende bijlage als desiderata aan
'den Minister voorlegt, 44 millioen gul
den zou een „matige herziening" in den
geest van adressanten kunnen opbrengen
kan op zichzelf voor den landbouw nog
eoo profijtelijk en wenschelijk wezen, er valt
niot aan te denken, dat de Minister met al
Ideze desiderata in zijn ontwerp rekening zal
houden. Dit ware letterlijk onmogelijk; eon
RegceringsvoorBtel van dien aard zou overi
gens de goheole Tariefwet zeker schipbreuk
idoen lijden. Maar intusschen alles en
niets ligt nog in een midden; wij wen-
Bohen het Congres de staatsmanswijsheid,
noodig om een verstandige keuze te doen
hit hot complex van voorgestelde verhoo
gingen. Door tc veeleisohend te worden, zou
anen de Rogeoring in ernstige moeilijkhe-
Idcn wikkeion en zichzelf van het bereikbare
beroovon.
Onder het hoofd: „Inderdaad een fout"
Eegt Eii't Nieuwsblad voor Nederland:
Komt hot niot van links, dan komt hot
ran rechts.
Van tal van zijden is reeds de minisW
van financiën hard gevallen over zijn nieuw
tariof van invoerrechten. Het
protectionistisch karakter ligt er trouwens
eoo dik op, dat geon vrijzinnige er vrede
tnec kan hebben.
Maar nu hooron we ec>n klacht, door een
niot-vrijzinnige geuit, die inderdaad ook.
wol vernomen mag worden. Ze wordt ge
slaakt door den Limburger Aankondiger en
spreekt van verontwaardiging, dat de Mi-
jnisfer niet ver genoeg is gegaan.
En al zijn we verstokte vrijhandel aars,
eoo kunnen we hot blad van zijn standpunt
geen ongelijk gevon.
Het betreft nl. den vleeschaecijns in ver
band mot hot invoerrecht op vleesch.
Hot blad merkt daaromtrent o.m. op:
De aocijns op bot geslacht wordt behouden,
'doch do producten van het geslacht worden,
•\vanneer zij uit den vreemde worden aan-
go oord, luttel belast of goheel vrijgelaten.
Worden hier runderen, behalve varkens,
geslacht, dan betaalt men daarvan 10 pCt.
Van vlecsoh, huiden, vet, enz. Dat brengt
jaarlijks op ongeveer 4 millioen gulden, wel
ke belasting, volgens het blad, uitsluitend
op de boeren drukt. Wil men dit niot gel oo
iven, men vergelijke, zegt hot, den prijs van
het vee in naburige landen met dien van
tier.
„Ingevoerd vleesch, versch of gezouten,
betaalt hier slechts zes gulden per 100 K.G.
of ongeveer zeven procent. Yet van runde
ren en schapen, ongesmolten, betaalt slechts
drie gulden, maar is het gesmolten, dan is
hest vrij. Beenderen zijn vrij. Huiden zijn
vrij; en van dat alles heeft de arme boer
hier toch tien prooent te betalen. Is het niet
God geklaagd, dat in ons land, nu toch
andere industrieën beschermd worden, do
boer alleen bij het buitenland zoo schande
lijk wordt ten achter gesteld?"
't Is hier de echte protectionist, die tegen
een onbillijke regeling opkomt. Want we
zijn de laatsten om dit te ontkennen on
billijk is ongetwijfeld de regeling, waarbij
de landgenoot in slechter positie staat dan
de vreemdeling
We dwepen in het minst niet met den
vleeschaecijns; een dergelijke belasting op
een voedingsmiddel als vleesch kan in be
ginsel alleen genade vinden in de oogen van
een vegetariër, maar zoolang die accijns
geheven wordt, mag het invoerrecht van
buitenlandsch geslacht in geen geval lager
zijn dan do accijns van het binnenlandsch
geslacht.
Dat nu is'thans nipt het geval en zal bij
de nieuwe,door minister Harte voorgedra
gen regeling, evenmin het geval wezen.
Nu staan er twee wegen open om aan dio
onbillijkheid tegemoet te komen.
In de eerste plaats kan men het invoer
recht op het uit het buitenland ingevoerd
vleesch, vet, enz. zooveel verhoogon, dat die
belasting oven zwaar drukt als de in het bin
nenland geheven aocijns.
Dan juichen de veehandelaars en de sla
gers, want dan hebben zij zich niet verder
te bekreunen om de concurrentie van over
de grenzen en als bovendien de invoer van
versch vleesch uit het buitenland nog een
beetje bemoeilijkt zou kunnen worden, zoo
als bijv. in Duitschland, zouden ze best te
vreden zijn.
Men zou echter ook een anderen, o.i. be
teren weg kunnen inslaan: neeim de onbil
lijkheid weg door den accijns zooveel te
verlagen, dat deze niet meer bedraagt dan
het invoerrecht. Dan zal de binnénLandsche
boer of slager ook concurrentie kunnen blij
ven voeren tegenover den buitenlander,
doch de binnenlandsche vlceschverbruiker
zou er bij profiteeren, doordat de prijs van
vleesch, vet, enz. zou dalen tot de grens,
die èn accijns èn invoerrecht mogelijk
maken.
Immers, men bcgrijpo de zaak toch goed
en daarmede protesteeren we tevens te
gen het protectionisme van den Limbur
ger Aankondiger en zijn medestanders
de belasting, die op het vleesch gelegd
wordt, in welken vorm dan ook, wordt wel
betaald, doch niet gedragen noch door den
veehouder noch door den importeur, noch
door don slager. Hot is uitsluitend de ver
bruiker, op wien die belasting wordt „af
gewenteld"; hij draagt den last er van, wat
zeer begrijpelijk en onvermijdelijk is, en om
zijnentwille dringen wij er op aan, dat ac
cijns en invoerrecht met elkaar gelijkgesteld
worden in die richting, dat de eerste ver
laagd wordt tot het bedrag van de laatste.
Dc Slandaard zegt in een asterisk: „Theo
retisch geknutsel" het volgende:
Het porsgesohrcc'uw tegen de Tarief
wet mist solidon ondergrond.
Het gaat uit van de Vrijhandels-theorie,
cn herhaalt de reclame voor deze theorie,
die sinds vijftig en meur jaren overbekend
is. En zoo komt men dan tot de conclusie,
dat elk stelsel, dat niet volop Vrijhandel
eert, onzedelijk, oeconomisch slecht, on voor
de welvaart bodervend is
Doch kom nu op de feiten.
In Duiteohland, in Oostenrijk, in Italië,
in Frankrijk, in de Voreonigde Staten, in
Rusland, en waar niet al, zijn toch ook des
kundigen, misschien wel deskundigen, nog
beter op de hoogte dan de schrijvers in onze
liberale pers. Ook zijn er in die landen ver
antwoordelijke staatslieden, die al het ge
roep van de voortreffelijkheid van den Vrij
handel en van het verderf van elk ander
stelsel nauwkeurig beluisterd hadden.
Hoe komt het dan, dat in al deze landen
èn deze deskundigen èn de-zo staatslieden
toch het dogma van den Vrijhandel over
boord hebben geworpen 1
In alle kleinere landen, aooals België
Zwitserland, Zweden, enz., brak men even
eens met het dogma.
En zelfs in Engeland, waar de Vrijhandel
nog vóór drie jaar als het alleen-welvaar t-
aanbrongendo stelsel hoog geëerd werd,
blijkt nu reeds bijna de helft van de kiezers
er mee te willen breken.
Nederland komt ten slotte geheel alleen
te staan.
Aangenomen nu al, dat onze deskundigen
zooveel hoogcr staan dan de mannen, die in
alle overige landen het roer in handen heb
ben, dan gaat het toch in geen geval aan,
dat onze pers van liberalen huize zich aan
stelt als ware heel de denkende wereld het
met haar eens.
Ze zou dan toch, om crediet te krijgen,
moeten beginnen met haar gelijk tegenover
de bijna eenparige handelwijze van alle ove
rige Staten te handhaven. Ze zou dan toch
moeten aantoonen, dat in alle overige lan
den de immoraliteit hand over hand toenam
en dat de volkswelvaart er onder ging. En
omgekeerd, dat hier te lande de moraliteit
zoo hoog bleef en de wolvaart die van alle
andere landen in de schaduw stelde.
Doch daar doet deze pers niet aan.
Zelfs verheelt ze hei feit, dat de Tarief
wet, vergeleken bij de tarief-regeling in
Frankrijk, Duiteohland en andere landen,
nog bijna Free-trade is.
Ook laat ze liggen iets, waar zoo telkens
op is gewezen, dat in landen met algemeen
stemrecht overal hooge tarieven gelden.
Kortom, al haar betoogen gaan buiten do
feiten, buiten de realiteit, buiten de ver
schijnselen van de laatste twintig jaar om.
En al wat do heoren doen is, het oudo
a-b-c van de Manchester-school opzeggen.
Al wat ze kennen is hun vergeelde Vrij
handels-Catechismus.
Het orgaan van den heer Staalman, De
Christen-Democraatzet zich schrap tegen de
Tariofwetton in een artikel: „De roof
tocht op de zakken der kleine luyden." Hot
blad berekent, dat bij do 20 millioen inko
mend© rechten nog een 20 millioen zullen
komen, „dio in de zakken der binnenland-
sohe ondernemers zullen verdwijnen."
„Nu gaan vele zaken door twee, drie vier
bandon vóór ze den eigenlijken verbruiker
bereiken. Ieder der tussohenpersonen rekent
echter niet alleen zijn winst op den oor-
spronkelijken prijs, doch wel degelijk op den
verhoogden prijs, en zoo moot ten slotte do
verbruiker soms het dubbel© invoerrecht be
talen, het cene bedrag aan den schatkist of
ondernemer, het andere aan de verschillen
de tussohenpersonen. Door elkaar kunnen
we die nieuwe prijsverhooging gemiddeld
op 60 pCt. stellen van het invoerrecht. Do
32 millioen wordt dientengevolge verhoogd
met 19 1/5 millioen. Hot totale bedrag wordt
derhalve 51 1/5 millioen.
Dc natie zal dus een goede 50 millioen
worden opgelegd, om dc schatkist een voor
deel van 20 millioen te bo^orgen. Het groot
ste deel blijft dus onderweg hangen.
Al dit geld moet door do gezamenlijke
verbruikers worden opgebracht, het leeu
wenaandeel door de kleine luyden. Juist
weer de kleine luyden worden do dupe van
de historie."
En dan gaat het blad verder:
Mot zulk een afschuwelijke bclaetdng,
welke lijnrecht indruischt tegen do ceret©
beginselen dos Christendoms cn der Demo
cratie, wil ons nu opschepen een „Christe
lijk" ministerie, waarvan ,,de man der klei
ne luyden" als minister-president fungeert
We vragenHoe is zulks mogelijk
Duizenden kleine luyden lijden reeds nu
min of meer gebrek, moeten soms zelf het
allernoodigste ontberen en wordt de Tarief
wet aangenomen, zal het bestaan dezer dui
zenden nog treuriger on ellendiger wordeD.
En geloof maar vrij, wanneer het deze Re
geering gelukt om geheel te broken met hot
vrijhandelsbeginsel, is eenmaal dit Tarief-
ontwerp binnengeloodst, dan loopen we
groot gevaar, dat voor en na detze en gene
artikelen nog meer verhoogd worden."
De vorming van grootwinkels, van
reuzen magaz ij ncn aldus oordeelt
De Maasbode is eoD onontkoombaar ge
volg van dc moderne veranderingen in pro
ductiewijze, communicatiemiddelen en kapi
taalvorming. De agent, do grossier, de
kleinhandelaar worden langzamerhand
steeds meer ontbeerlijke schakels in de dis
tributie der koopwaar. Het denkbeeld: van
de fabriek rechtstreeks naar den verbrui
ker, breekt zich dan ook voortdurend baan.
Het heeft het goede gevolg, dat de koopers
voor dezelfde som gelds zich méér verbruiks-
artikelcn kunnen aanschaffen dan vroeger.
En do hierin voor hen gelegen drang van
het onweerstaanbare eigenbelang zal ver
moedelijk alle pogingen, om het grondves
ten van grootwinkcls te weerhouden, illusoir
maken
Zou het, in het algemeen belang be
schouwd, van zooveel nadeel zijn vraagt
het blad als het groot getal bedrijvers
van tusschenhandel immers: onproduc
tieve krachten in dc maatschappij gelei
delijk slonk, doordien hun zonen genood
zaakt zullen zijn zich toe te leggen op een
der vele takken van bedrijf, die voortdu
rend ontstaan met name den machinebouw,
do werktuigkunde, elcctrotechniok, enz.?
Alsdan vermeerdert hot aantal producen
ten en wordt de hoeveelheid producten, dio
de verbruiker zich voor zijn som inkomsten
kan aanschaffen, voortdurend grooter,
het getal commercieelen, wier bedrijf, zui
ver sociaal-economisch beschouwd toch al
toos iet© parasietisoh heeft, in zooverre het
niot volstrekt onmisbaar is, voortdurend
geringer.
Intusschen loopt-, volgens Da Maasbode
de beweging praotisch niet zoo hard van
stapel, als de theorie wol zou doen schij
nen. Do ineenstortingen van trusts, die in
den groothandel zich langs dezelfde lijn
ontwikkelen als de grootwinkols in den
kleinhandel, hebben getoond, dat de reuzi-
ge combinatiën niet zoo gemakkelijk uit
voerbaar zijn. Het grootste bezwaar is wel,
dat ten slotto de mensoh een beperkt ver
stand heeft: zulke zaken zouden geleid moe--
ten worden door genieën, oven reusachtig
van hereen-oapacitcdt en veelzijdige ontwik
keling, als die grootrondernemingen zich op
een reusachtig en veelomvattend gebied be
wegen. Wondermenschen, voor het succesvol
bestier eener reuzen-onderneming berekend,
zijn sohaarscJi; en al zijn er hier en daar te
vinden, de menscbolijko geest heeft toch
eenmaal zijne grenzen, en hiermede moet de
beste finanoieel© combinatie, al zou ze zich
materieel nog veel verder kunnen uitzetten,
rekening houden.
In het Sociaal Weekblad komt een inge
zonden stuk voor, gotcckend H. L.-G.dat
aldus begint:
„Nu or zooveel gemoederen en pennen in
beweging gobracht wordon over het al of
niet gemotiveerde ontslag, don heer Linde
man door den Minister gegeven, zou ik ook
wel de aandacht wonschen to vestigen op
cern Kon. besluit, dat dezer dagen plotseling
uit de lucht is komen vallen, cn eveneens
dreigt met de ernstigste straf, die op een
ambtenaar kan worden toegepast, nl. ont
slag. Hot betreft do vrouwol ijko
ambtenaren der posterijen on telegra
phic, die daarmede gestraft worden als zij
zich in het huwelijk begeven. Immers, do
vrouwelijke ambtenaar, die haar plichten
als zoodanig niet in overeenstemming kan
brengen met haar huwelijksplichten, zal
zelf wel zoo vrij zijn, eervol ontslag uit don
dienst te vragon is zij dat niet, en wordt
geconstateerd, dat zij haar ambtenaars-
plichten niet naar behooren vervult, eerst
dan is er motief voor ontslag. En do vrouw,
die zich in staat acht beide plichten te ver
vullen, of wel het vervul Ion dor ambtenaars-
plichten bevordolijk acht voor het huwelijks
geluk, zal die ook maar cenigo waarde
hechten aan hot woordje eervol?"
De schrijfster vraagt verder: „Waarom
wordt alleen op de vrouw hot strafmiddel
toegepast? OmdaE zij weerloos is? O foei,
hoe kan zoo'n gedachte bij mij opkomen,
waar het ministerio de Christelijke begin
selen wil voorstaan?"
Deze twijfelachtige geestigheid versterkt
zeker het betoog der schrijfster niet, zegt
Het Centrum.
En toch, aan een beetje kracht had het
wel behoefte.
Dat vrouwen ook maatschappelijke be
trekkingen beklcodcn, valt zeer wel te ver
dedigen.
Voor vele vrouwen is het zelfs een beslis
te noodzakelijkheid.
Zij staan alleen op de wereld, of ko
men mettertijd alleen te staan en moeten
dus zichzelven redden.
Ook heeft do ervaring sinds lang een oin-
de gemaakt aan do zoudt-rlinge vooroordeo-
len, die omtrent de capaciteit der vrouw
bestonden
Maar dit alle© neemt niot weg, dat do
vrouw toch geheel bijzonder voor den hul
selijken kring is aangewezen, en dat d©
gehuwde vrouw tot. dien kring haar took
in hoofdzaak heeft to bepalen.
Sinds lang wordt dan ook door economis
ten en sociologen van allerlei richting ©r
op aangedrongen, de arbeidersvrouw te we
ren uit fabrieken cn werkplaatsen en te
rug te gevon aan haar gezin, dat door haar
voort-durende afwezigheid groote schade
lijdt.
Maar dit laatste geldt ook voor do ge
huwde vrouw uit andere „standen."
En al vervalt hiermede zeker niet olko
openbare bezigheid voor dio vrouw; al kan
zij zdeh, vooral door intellectueel on arbeid,
verdienstelijk blijven maken voor het alge
meen, een werkzaamheid, die haar geregeld
een groot deel van den dag en ook van
den nacht aan haar huiselijk© taak ont
trekt, is zeer zeker voor haar ongewonscht
en op den duur doodend voor het familie
leven, om van andere overwegingen nog
maar te zwijgen.
Wat H. L.-G. een „straf" noemt, ver
dient dus een geheel anderen naam.
In een asterisk „Nieuwe samnzwering op
til" zegt De Standaard
In Het Volk van 20 Maart leest men een
oordeel over het wetsontwerp Arbeids
contract.
Dit oordeel wordt saamgovat in de verkla
ring, dat dit wetsontwerp het stakings
recht nog erger bodreigt-, dan da
dwangwotton hotdedon.
Toon, gelijk men zich herinnert, was do re
dactie van oordeel, dat de arbeiders tegon
de dwangwetten, op de wijze door het „Co
mité van Verweer" aangegeven, to hoop
liepen.
Thans is hot gevaar voor de arboiders
nóg grooter.
Hun heiligst recht, het stakingsrecht
wordt ditmaal nog erger bedreigd.
Men weet dus nu, wat ons te wachten staat.
Weer een agitatie heel hot land door.
Weer een protest-actde, door dwingende sta-
kingon gesteund .Weer een pogen om justi
tie, politic en leger er oaidor te krijgen.
Dat moet.
Want bleef nu de tweode samenzwering
uit, dan zou het wiskunstig bewijs zijn ge-
lcvord, dat de samenzwering bij he' eerst©
minder grooto gevaar van Jan u ara eo
April evenmin gerechtvaardigd on noodig
was geweest.
En dan ontving de sociaal-democratische
•actie van die dagen den nekslag.
Christelijk letterkundig Verkond.
De jaarvorgadeiing van dit Verbond zal
worden gehouden op Woonadag 6 April 1904,
van 's morgon 10*/%» tot 's namiddags half B,
of later, In het Militair „Toliuls" In het Wed
te Utrecht.
In behandeling komen de onderwerpen
„De elschen van lectuur voor „Hot volk"
te behandelen door don heer D. Wouters, te
Apeldoorn; on „Letterdieverij", In te lelden
door den hoor A. van Os, te Amsterdam.
Voorts vormon punten ter behandeling:
verslagen van lsten secretaris en penning
meester, mededeellng van het bestuur, de
inrichting der vergadering en do uitvoering
van het voorstol-Utrecht.
Aaii prcsideiit Krugcr
is oen bultenkansjo ten doel gevallen. Een
gewezen leeraar, Chabosseau genaamd, die
onlangs te Sainte Bazeillo (Lot ot Garonne)
Is overloden, heeft zjjn geheelo vermogen aan
don oud-prosldent gelegateerd. Heel groot la
de erfenis niet, maarzU bestaat toch uitoenlge
duizenden franken. Onder de papieren van den
overledone vond men een brief van Kruger,
waarin hU de ontvangst bericht van een som
van 1000 fr. door Chabosseau voor de nood
lijdende Boeren geschonken.
E2,
„O, ik vind het amusant-, ondanks menige
moeilijkheid," antwoordde hij vergenoegd.
..Ofschoon door den majoor aangesteld,
ben ik toch eigenlijk gezegd slecht© een
yrerkslaaf van haar hoogheid, gravin Wal
trud von Frydagg.
„Dat alles klinkt mij als een sprookje in
]de ooren. Ik begrijp het nog niet in zijn
verband, maar de gedachte, drukt mij, dat
liooveel van mij afhankelijk zal zijn. Tante
iLisbetha heeft daarop ook reeds gezinspeeld.
Ik zal nog nader met haar over de zaken
jnocten spreken en zij zal mij wel kunnen
zeggen, hoe deze dingen het eenvoudigst
jop te lossen zijn," meende Waltrud.
„Dat is vreeselijk eenvoudig. De bewuste
gongodame zou bijvoorbeeld aan tante Lis-
betha of aan haar papa^ of aan den fameu-
Een stiefbroeder tot viering van haar meer
derjarigheid haar vermogen kunnen schen
ken en zelve een betrekking als dienstmeis
je, óf als ziekenverpleegster óf als gouver
nante aannemen kunnen. Zij zou ook nog
veel dwazer 'dingen kunnen doen, hetzij bij
5de visschen in het water springen, of zelfs
ideze snoodc wereld levend vaarwel zeggen,
idoor in een kerkelijke stichting te gaan,
i.Tvat echter weer een gedeelte van het ver
mogen zou kosten. Het verstandigst© in elk
geval zou zijn, dat zij alles kalm afwachtte,
aan de beroemde tante Lisbetha even wei-
fcig zeides als aan de booze fee in het
fiprookje, rich in haar bestaan verheugde,
haar oogen goed open hield, ik bedoel haar
eigen oogen, zonder daarbij door den bril
van een ander te kijken, cn goed acht gaf,
wat de lente door haar duizendvoudige
stemmen verkondigt. Luister eens, gravin,
hoe daar in dien boerentuin een vink
slaat," zeide Schwarzhoff.
„Men hoort hem letterlijk zijn blijdschap
uitgalmen," riep zij.
„Het kereltje is gezond, ook in zijn phi
losophic," zeido Hij. Do vink zweeg en toen
zij twintig schreden verder geloopcn had
den, zagen zij twee met elkaar strijdende
vogels voor zich in de lucht. De veeren
vlogen in het rond en de strijdenden violen
ter zijde in het gras. In do eerste opwelling
sprong Waltrud op hen toe, zij stoven uit
een en in het volgende oogenbilk liet een
op een boom zijn lied als een overwinnings
fanfare weerklinken.
„Ziet u, gravin, dat is de lente," ver
klaarde hij lachend. Dat was een hevige
strijd om do bruid."
„Een leelijke strijd, terwijl zich toch alles
zoo blijde en vreedzaam over het vertrek
van den winter verheugt."
Hij antwoordde echter een weinig spot
tend: ,,A zoo, neemt u dat zoo op? Maar
het is waar, u kent het bestaan in 'de na
tuur en zijn voorwaarden niet. Zeker, vroo-
lijkheid en levensvreugde, dat is nu de
grondstemming. Maar vreedzaamheid, die
zult gij bij nauwkeuriger toekijken overal
tevergeefs zoeken. Strijd, eeuwige strijd, dat
ia het parool."
„Dan zou het immers beter zijn, in het
geheel niet op de wereld te wezen," zeide
zij treurig.
„Met onderscheid, gravin; met onder
scheid. Wat sterk en gezond is en bewust
of onbewust de kracht en den wil tot leven
en tot verdere ontwikkeling in zich voelt,
dat aanvaardt verheugt het leven, hetwelk
voor alle wezens, voor het kleinste water
diertje zoowel als voor den beschaafdsten
menscli, niets dan strijd bctcekent. Maar
wat zwak cn ongezond, wat lusteloos en
traag is, voor dat alles bloeit on lacht deze
schoono aarde niot. Verwelken, kwijnen,
tijdelijk en eeuwig ondergaan, dat is bet
lot van anderen. Ongetwijfeld, wanhopige
stemmingen komen ook wel eens over de le
vens- en strijdlustigste natuur en het ver
langen naar een rijk des vrede© is ieder
een aangeboren. Doch dc sterke zal verder
strijden, en wat er van dc zwakkeling wordt
nu, aan dien is niet veel verloren."
Hij bemerkte, 'dat zijn woorden indruk
op haar hadden gemaakt. Het was, alsof
rij naar een antwoord zocht, en dus ging hij
vriendelijk voort: „Maar wat praat ik?
Over deze dingen zullen jongedames zich be
zwaarlijk het hoofdje breken, als zij, zoo
als dc meeste meisjes, eenzijdig opgevoed
zijn en van het werkelijke leven en zijn voor
waarden volstrekt geen begrip hebben."
Zij onderdrukte met moeite haar tranen.
„Ik heb het reeds lang gemerkt, mijnheer,
'dat gij mij ook voor een kinderachtig en
onbeduidend schepseltje houdt. Al uw
woorden doelen daarop, zeide zij met be
vende stem. „U mag gelijk hebben, maar gij
zoudt u ten slotte toch kunnen vergissen."
Met ecnige verbazing zag hij, hoe zij zich
bij do laatst© woorden onwillekeurig om
hoog richtte en, haar schuchterheid over
winnend, hem plotseling uitdagend aanzag.
„Als ik werkelijk zoo iets van u gedacht
mag hebben, dan zou uw toorn mij nu ze
ker van opinie doen veranderen," ant
woordde hij bijna verheugd. „Nu ja, op den
titel van een zelfbewuste heldin en ervaren
levensstrijdster zult gij wel moeilijk reeds
aanspraak kunnen maken, maar raissch.cn
vergeeft gij mij al ik zeg: „Do kleine gn
vin Waltrud schijnt mij niet in dc juiste
handen gevallen te zijn, maar zij heeft do
kracht in zich de ongunstige invloeden af
te schuddden, zelve te denken en te overleg
gen, wat zij haar individualiteit verschul
digd is. Als zij zoover gekomen is, dan zal
zij voor het eerst in haar leven een waar
lente- cn Paaschfeest vieren. En dat zal een
mooi feest zijn, een veel mooier, dan hetgeen
waarbij de kerkklokken luiden en de school
meester het orgel bespeelt."
„Dc kleine gravin Waltrud" zij legde
den klemtoon op deze woorden „zal zelf
wel zien wat zij te doen te laten en te den
ken heeft", zeide zij trotsch en uit dc hoog
te, doch vervolgens, als verschrikt over haar
eigen hard antwoord, op zachteren toon
„Ik bedoel, wij moeten maar niet langer
over deze dingen sprekenzij maken mij ze
nuwachtig en hinderen mij."
Terwijl zij verder liepen, deden zich tel
kens nieuwo verrassingon aan haar voor:
onder anderen ccn kolonie goudsbloemen,
waarvan zij een bouquet plukte; vervolgens
trokken een paar prachtige, volgebloeide
vergeet-m ij-nietje© haar aandacht en zij
wenschte die voor den majoor mee naar
huis tc nemen. Doch zij waren moeilijk te
bereiken en Schwarzhoff bood zich aan, die
te plukken. Maar zij wilde dat gaarne zelf
doen. Hij stak haar nu de hand toe en zij
boog zich ver voorover cn plukte met moei
te dc bloem jn.
„Dat is eerlijk verdiend", zeide bij la
chend. „Gij hebt een stevig handje. Dat is
als ijzer, ondanks allo teerheid; eigenlijk als
geschapon om een kitteloorig paard te be
teugelen."
Zijn woorden deden haar goed en zij be
kende, dat zij zichzelvo af cn toe op den
heiraelijken wensch had betrapt ook eens
eon paard to kunnen afrijden, zooals haar
moeder dat deed. „Dat waren natuurlijk
slechts dwaze gedachten" zcidc zij, „cn ik
heb zo diemand meegedeeld. Een eekhoorn
tje 1" riep zij plotseling in kinderlijke blijd
schap cn wc i naar een boom in dc buurt.
„Werkelijk, daar zit de rakker en nog wol
een tamelijk grijze zondaar Jammer, dat ik
zonder geweer ben."
Zij koek hem onthutst aan. „Zoudt gij dan
dit lieve diertje doodschieten?"
„Ongetwijfeld 1 Sinds ik hier ben, heeft
eon half honderd er reeds aan moeten go-
loovcn on spoedig is er een pelsdokon voor
de zieke voeten van uw papa bijeen."
„Zoo? Maar ter wille van zooveel levens
vreugde."
„Luister nu eens naar dat zingen en tjil
pen in het rond, allen vogeltjes, die spoedig
hun nesten en bun jongen hebben. Die
snaak dóór ontziet eieren noch jonge en ver
woest het familie-geluk van zoo menig nut
tig vogelcn-oudercnpaar, nog daar gelaten
dc schade, welke hij de boschcultuur aan
doet. Als gij om dezen tijd een vogeltje eens
angstig hoort schreeuwen, dan kunt gij er
van verzekerd zijn, dat een eekhoorn of een
andere roover het nestje heeft overvallen."
(Wordt vervolgd.)