LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAC 26 WIAART. TWEED 1 BLAD. Anno lSC-l PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Verijdelde plannen. No. 13526 De Tijd wijdde een artikel aan het Gan gree van den Christelijken Nederlandschen Boerenbond, dat in September te Nijmegen zal worden gehouden. Yan doorgaans goed ingelichte zijd© zegt het blad wordt betwist, dat het Con gres in verband zou staan met de nieuwe Tariefwet Het blad meent, dat er wèl \erband bestaat. Maar dit is bijzaak. ..Hoofdzaak zegt De Tijd is evenwel, dat de Tariefwet wij mogen vertrou wen door gezaghebbende personen zal besproken" worden. De Regeering zal aldus van bevoegde zijde worden ingelicht. Af gaande op het aanhangig ontwerp en het daarop slaande adres van den Nederl. Boe renbond, schijnt dit bepaald n o od i g. Do beraadslagingen op het Congres zden wij met des to meer vertrouwen te gemoet, nu van dezelfde wèl ingelichte zijde de „ge ruststellende" verzekering wordt vernomen, dat ,,in de tegenwoordige omstandigheden een recht op granen niet wordt noodig ge acht", onder de uitdrukkelijke voorwaarde ovenwei, dat mede door de goede zorgen der Hoge erring ,,de zuivel-industrie en de vee teelt kunnen goedmaken, wat don verdie n- Bton van de graan teelt ontbreekt." Hieraan houde men vast; het is niet meer !dan billijk, dat nu „bescherming van den nationalen arbeid" wordt beoogd, op de bestaan6- en ontwikkolingsvoorwaarden van een zoo voornamen tak van volkswelvaart als het landbouwbedrijf wordt acht gegeven. Ten slotte evenwel deze opmerking: vol komen stemmen wij met Eet Huisgezin in, Waar dit blad pleit voor dergelijke gema tigdheid in de eis (hen, welke het Con gres eventueel betreffende de nieuwe Tarief wet zal stellen. Wat het adres met de daar toe behoorende bijlage als desiderata aan 'den Minister voorlegt, 44 millioen gul den zou een „matige herziening" in den geest van adressanten kunnen opbrengen kan op zichzelf voor den landbouw nog eoo profijtelijk en wenschelijk wezen, er valt niot aan te denken, dat de Minister met al Ideze desiderata in zijn ontwerp rekening zal houden. Dit ware letterlijk onmogelijk; eon RegceringsvoorBtel van dien aard zou overi gens de goheole Tariefwet zeker schipbreuk idoen lijden. Maar intusschen alles en niets ligt nog in een midden; wij wen- Bohen het Congres de staatsmanswijsheid, noodig om een verstandige keuze te doen hit hot complex van voorgestelde verhoo gingen. Door tc veeleisohend te worden, zou anen de Rogeoring in ernstige moeilijkhe- Idcn wikkeion en zichzelf van het bereikbare beroovon. Onder het hoofd: „Inderdaad een fout" Eegt Eii't Nieuwsblad voor Nederland: Komt hot niot van links, dan komt hot ran rechts. Van tal van zijden is reeds de minisW van financiën hard gevallen over zijn nieuw tariof van invoerrechten. Het protectionistisch karakter ligt er trouwens eoo dik op, dat geon vrijzinnige er vrede tnec kan hebben. Maar nu hooron we ec>n klacht, door een niot-vrijzinnige geuit, die inderdaad ook. wol vernomen mag worden. Ze wordt ge slaakt door den Limburger Aankondiger en spreekt van verontwaardiging, dat de Mi- jnisfer niet ver genoeg is gegaan. En al zijn we verstokte vrijhandel aars, eoo kunnen we hot blad van zijn standpunt geen ongelijk gevon. Het betreft nl. den vleeschaecijns in ver band mot hot invoerrecht op vleesch. Hot blad merkt daaromtrent o.m. op: De aocijns op bot geslacht wordt behouden, 'doch do producten van het geslacht worden, •\vanneer zij uit den vreemde worden aan- go oord, luttel belast of goheel vrijgelaten. Worden hier runderen, behalve varkens, geslacht, dan betaalt men daarvan 10 pCt. Van vlecsoh, huiden, vet, enz. Dat brengt jaarlijks op ongeveer 4 millioen gulden, wel ke belasting, volgens het blad, uitsluitend op de boeren drukt. Wil men dit niot gel oo iven, men vergelijke, zegt hot, den prijs van het vee in naburige landen met dien van tier. „Ingevoerd vleesch, versch of gezouten, betaalt hier slechts zes gulden per 100 K.G. of ongeveer zeven procent. Yet van runde ren en schapen, ongesmolten, betaalt slechts drie gulden, maar is het gesmolten, dan is hest vrij. Beenderen zijn vrij. Huiden zijn vrij; en van dat alles heeft de arme boer hier toch tien prooent te betalen. Is het niet God geklaagd, dat in ons land, nu toch andere industrieën beschermd worden, do boer alleen bij het buitenland zoo schande lijk wordt ten achter gesteld?" 't Is hier de echte protectionist, die tegen een onbillijke regeling opkomt. Want we zijn de laatsten om dit te ontkennen on billijk is ongetwijfeld de regeling, waarbij de landgenoot in slechter positie staat dan de vreemdeling We dwepen in het minst niet met den vleeschaecijns; een dergelijke belasting op een voedingsmiddel als vleesch kan in be ginsel alleen genade vinden in de oogen van een vegetariër, maar zoolang die accijns geheven wordt, mag het invoerrecht van buitenlandsch geslacht in geen geval lager zijn dan do accijns van het binnenlandsch geslacht. Dat nu is'thans nipt het geval en zal bij de nieuwe,door minister Harte voorgedra gen regeling, evenmin het geval wezen. Nu staan er twee wegen open om aan dio onbillijkheid tegemoet te komen. In de eerste plaats kan men het invoer recht op het uit het buitenland ingevoerd vleesch, vet, enz. zooveel verhoogon, dat die belasting oven zwaar drukt als de in het bin nenland geheven aocijns. Dan juichen de veehandelaars en de sla gers, want dan hebben zij zich niet verder te bekreunen om de concurrentie van over de grenzen en als bovendien de invoer van versch vleesch uit het buitenland nog een beetje bemoeilijkt zou kunnen worden, zoo als bijv. in Duitschland, zouden ze best te vreden zijn. Men zou echter ook een anderen, o.i. be teren weg kunnen inslaan: neeim de onbil lijkheid weg door den accijns zooveel te verlagen, dat deze niet meer bedraagt dan het invoerrecht. Dan zal de binnénLandsche boer of slager ook concurrentie kunnen blij ven voeren tegenover den buitenlander, doch de binnenlandsche vlceschverbruiker zou er bij profiteeren, doordat de prijs van vleesch, vet, enz. zou dalen tot de grens, die èn accijns èn invoerrecht mogelijk maken. Immers, men bcgrijpo de zaak toch goed en daarmede protesteeren we tevens te gen het protectionisme van den Limbur ger Aankondiger en zijn medestanders de belasting, die op het vleesch gelegd wordt, in welken vorm dan ook, wordt wel betaald, doch niet gedragen noch door den veehouder noch door den importeur, noch door don slager. Hot is uitsluitend de ver bruiker, op wien die belasting wordt „af gewenteld"; hij draagt den last er van, wat zeer begrijpelijk en onvermijdelijk is, en om zijnentwille dringen wij er op aan, dat ac cijns en invoerrecht met elkaar gelijkgesteld worden in die richting, dat de eerste ver laagd wordt tot het bedrag van de laatste. Dc Slandaard zegt in een asterisk: „Theo retisch geknutsel" het volgende: Het porsgesohrcc'uw tegen de Tarief wet mist solidon ondergrond. Het gaat uit van de Vrijhandels-theorie, cn herhaalt de reclame voor deze theorie, die sinds vijftig en meur jaren overbekend is. En zoo komt men dan tot de conclusie, dat elk stelsel, dat niet volop Vrijhandel eert, onzedelijk, oeconomisch slecht, on voor de welvaart bodervend is Doch kom nu op de feiten. In Duiteohland, in Oostenrijk, in Italië, in Frankrijk, in de Voreonigde Staten, in Rusland, en waar niet al, zijn toch ook des kundigen, misschien wel deskundigen, nog beter op de hoogte dan de schrijvers in onze liberale pers. Ook zijn er in die landen ver antwoordelijke staatslieden, die al het ge roep van de voortreffelijkheid van den Vrij handel en van het verderf van elk ander stelsel nauwkeurig beluisterd hadden. Hoe komt het dan, dat in al deze landen èn deze deskundigen èn de-zo staatslieden toch het dogma van den Vrijhandel over boord hebben geworpen 1 In alle kleinere landen, aooals België Zwitserland, Zweden, enz., brak men even eens met het dogma. En zelfs in Engeland, waar de Vrijhandel nog vóór drie jaar als het alleen-welvaar t- aanbrongendo stelsel hoog geëerd werd, blijkt nu reeds bijna de helft van de kiezers er mee te willen breken. Nederland komt ten slotte geheel alleen te staan. Aangenomen nu al, dat onze deskundigen zooveel hoogcr staan dan de mannen, die in alle overige landen het roer in handen heb ben, dan gaat het toch in geen geval aan, dat onze pers van liberalen huize zich aan stelt als ware heel de denkende wereld het met haar eens. Ze zou dan toch, om crediet te krijgen, moeten beginnen met haar gelijk tegenover de bijna eenparige handelwijze van alle ove rige Staten te handhaven. Ze zou dan toch moeten aantoonen, dat in alle overige lan den de immoraliteit hand over hand toenam en dat de volkswelvaart er onder ging. En omgekeerd, dat hier te lande de moraliteit zoo hoog bleef en de wolvaart die van alle andere landen in de schaduw stelde. Doch daar doet deze pers niet aan. Zelfs verheelt ze hei feit, dat de Tarief wet, vergeleken bij de tarief-regeling in Frankrijk, Duiteohland en andere landen, nog bijna Free-trade is. Ook laat ze liggen iets, waar zoo telkens op is gewezen, dat in landen met algemeen stemrecht overal hooge tarieven gelden. Kortom, al haar betoogen gaan buiten do feiten, buiten de realiteit, buiten de ver schijnselen van de laatste twintig jaar om. En al wat do heoren doen is, het oudo a-b-c van de Manchester-school opzeggen. Al wat ze kennen is hun vergeelde Vrij handels-Catechismus. Het orgaan van den heer Staalman, De Christen-Democraatzet zich schrap tegen de Tariofwetton in een artikel: „De roof tocht op de zakken der kleine luyden." Hot blad berekent, dat bij do 20 millioen inko mend© rechten nog een 20 millioen zullen komen, „dio in de zakken der binnenland- sohe ondernemers zullen verdwijnen." „Nu gaan vele zaken door twee, drie vier bandon vóór ze den eigenlijken verbruiker bereiken. Ieder der tussohenpersonen rekent echter niet alleen zijn winst op den oor- spronkelijken prijs, doch wel degelijk op den verhoogden prijs, en zoo moot ten slotte do verbruiker soms het dubbel© invoerrecht be talen, het cene bedrag aan den schatkist of ondernemer, het andere aan de verschillen de tussohenpersonen. Door elkaar kunnen we die nieuwe prijsverhooging gemiddeld op 60 pCt. stellen van het invoerrecht. Do 32 millioen wordt dientengevolge verhoogd met 19 1/5 millioen. Hot totale bedrag wordt derhalve 51 1/5 millioen. Dc natie zal dus een goede 50 millioen worden opgelegd, om dc schatkist een voor deel van 20 millioen te bo^orgen. Het groot ste deel blijft dus onderweg hangen. Al dit geld moet door do gezamenlijke verbruikers worden opgebracht, het leeu wenaandeel door de kleine luyden. Juist weer de kleine luyden worden do dupe van de historie." En dan gaat het blad verder: Mot zulk een afschuwelijke bclaetdng, welke lijnrecht indruischt tegen do ceret© beginselen dos Christendoms cn der Demo cratie, wil ons nu opschepen een „Christe lijk" ministerie, waarvan ,,de man der klei ne luyden" als minister-president fungeert We vragenHoe is zulks mogelijk Duizenden kleine luyden lijden reeds nu min of meer gebrek, moeten soms zelf het allernoodigste ontberen en wordt de Tarief wet aangenomen, zal het bestaan dezer dui zenden nog treuriger on ellendiger wordeD. En geloof maar vrij, wanneer het deze Re geering gelukt om geheel te broken met hot vrijhandelsbeginsel, is eenmaal dit Tarief- ontwerp binnengeloodst, dan loopen we groot gevaar, dat voor en na detze en gene artikelen nog meer verhoogd worden." De vorming van grootwinkels, van reuzen magaz ij ncn aldus oordeelt De Maasbode is eoD onontkoombaar ge volg van dc moderne veranderingen in pro ductiewijze, communicatiemiddelen en kapi taalvorming. De agent, do grossier, de kleinhandelaar worden langzamerhand steeds meer ontbeerlijke schakels in de dis tributie der koopwaar. Het denkbeeld: van de fabriek rechtstreeks naar den verbrui ker, breekt zich dan ook voortdurend baan. Het heeft het goede gevolg, dat de koopers voor dezelfde som gelds zich méér verbruiks- artikelcn kunnen aanschaffen dan vroeger. En do hierin voor hen gelegen drang van het onweerstaanbare eigenbelang zal ver moedelijk alle pogingen, om het grondves ten van grootwinkcls te weerhouden, illusoir maken Zou het, in het algemeen belang be schouwd, van zooveel nadeel zijn vraagt het blad als het groot getal bedrijvers van tusschenhandel immers: onproduc tieve krachten in dc maatschappij gelei delijk slonk, doordien hun zonen genood zaakt zullen zijn zich toe te leggen op een der vele takken van bedrijf, die voortdu rend ontstaan met name den machinebouw, do werktuigkunde, elcctrotechniok, enz.? Alsdan vermeerdert hot aantal producen ten en wordt de hoeveelheid producten, dio de verbruiker zich voor zijn som inkomsten kan aanschaffen, voortdurend grooter, het getal commercieelen, wier bedrijf, zui ver sociaal-economisch beschouwd toch al toos iet© parasietisoh heeft, in zooverre het niot volstrekt onmisbaar is, voortdurend geringer. Intusschen loopt-, volgens Da Maasbode de beweging praotisch niet zoo hard van stapel, als de theorie wol zou doen schij nen. Do ineenstortingen van trusts, die in den groothandel zich langs dezelfde lijn ontwikkelen als de grootwinkols in den kleinhandel, hebben getoond, dat de reuzi- ge combinatiën niet zoo gemakkelijk uit voerbaar zijn. Het grootste bezwaar is wel, dat ten slotto de mensoh een beperkt ver stand heeft: zulke zaken zouden geleid moe-- ten worden door genieën, oven reusachtig van hereen-oapacitcdt en veelzijdige ontwik keling, als die grootrondernemingen zich op een reusachtig en veelomvattend gebied be wegen. Wondermenschen, voor het succesvol bestier eener reuzen-onderneming berekend, zijn sohaarscJi; en al zijn er hier en daar te vinden, de menscbolijko geest heeft toch eenmaal zijne grenzen, en hiermede moet de beste finanoieel© combinatie, al zou ze zich materieel nog veel verder kunnen uitzetten, rekening houden. In het Sociaal Weekblad komt een inge zonden stuk voor, gotcckend H. L.-G.dat aldus begint: „Nu or zooveel gemoederen en pennen in beweging gobracht wordon over het al of niet gemotiveerde ontslag, don heer Linde man door den Minister gegeven, zou ik ook wel de aandacht wonschen to vestigen op cern Kon. besluit, dat dezer dagen plotseling uit de lucht is komen vallen, cn eveneens dreigt met de ernstigste straf, die op een ambtenaar kan worden toegepast, nl. ont slag. Hot betreft do vrouwol ijko ambtenaren der posterijen on telegra phic, die daarmede gestraft worden als zij zich in het huwelijk begeven. Immers, do vrouwelijke ambtenaar, die haar plichten als zoodanig niet in overeenstemming kan brengen met haar huwelijksplichten, zal zelf wel zoo vrij zijn, eervol ontslag uit don dienst te vragon is zij dat niet, en wordt geconstateerd, dat zij haar ambtenaars- plichten niet naar behooren vervult, eerst dan is er motief voor ontslag. En do vrouw, die zich in staat acht beide plichten te ver vullen, of wel het vervul Ion dor ambtenaars- plichten bevordolijk acht voor het huwelijks geluk, zal die ook maar cenigo waarde hechten aan hot woordje eervol?" De schrijfster vraagt verder: „Waarom wordt alleen op de vrouw hot strafmiddel toegepast? OmdaE zij weerloos is? O foei, hoe kan zoo'n gedachte bij mij opkomen, waar het ministerio de Christelijke begin selen wil voorstaan?" Deze twijfelachtige geestigheid versterkt zeker het betoog der schrijfster niet, zegt Het Centrum. En toch, aan een beetje kracht had het wel behoefte. Dat vrouwen ook maatschappelijke be trekkingen beklcodcn, valt zeer wel te ver dedigen. Voor vele vrouwen is het zelfs een beslis te noodzakelijkheid. Zij staan alleen op de wereld, of ko men mettertijd alleen te staan en moeten dus zichzelven redden. Ook heeft do ervaring sinds lang een oin- de gemaakt aan do zoudt-rlinge vooroordeo- len, die omtrent de capaciteit der vrouw bestonden Maar dit alle© neemt niot weg, dat do vrouw toch geheel bijzonder voor den hul selijken kring is aangewezen, en dat d© gehuwde vrouw tot. dien kring haar took in hoofdzaak heeft to bepalen. Sinds lang wordt dan ook door economis ten en sociologen van allerlei richting ©r op aangedrongen, de arbeidersvrouw te we ren uit fabrieken cn werkplaatsen en te rug te gevon aan haar gezin, dat door haar voort-durende afwezigheid groote schade lijdt. Maar dit laatste geldt ook voor do ge huwde vrouw uit andere „standen." En al vervalt hiermede zeker niet olko openbare bezigheid voor dio vrouw; al kan zij zdeh, vooral door intellectueel on arbeid, verdienstelijk blijven maken voor het alge meen, een werkzaamheid, die haar geregeld een groot deel van den dag en ook van den nacht aan haar huiselijk© taak ont trekt, is zeer zeker voor haar ongewonscht en op den duur doodend voor het familie leven, om van andere overwegingen nog maar te zwijgen. Wat H. L.-G. een „straf" noemt, ver dient dus een geheel anderen naam. In een asterisk „Nieuwe samnzwering op til" zegt De Standaard In Het Volk van 20 Maart leest men een oordeel over het wetsontwerp Arbeids contract. Dit oordeel wordt saamgovat in de verkla ring, dat dit wetsontwerp het stakings recht nog erger bodreigt-, dan da dwangwotton hotdedon. Toon, gelijk men zich herinnert, was do re dactie van oordeel, dat de arbeiders tegon de dwangwetten, op de wijze door het „Co mité van Verweer" aangegeven, to hoop liepen. Thans is hot gevaar voor de arboiders nóg grooter. Hun heiligst recht, het stakingsrecht wordt ditmaal nog erger bedreigd. Men weet dus nu, wat ons te wachten staat. Weer een agitatie heel hot land door. Weer een protest-actde, door dwingende sta- kingon gesteund .Weer een pogen om justi tie, politic en leger er oaidor te krijgen. Dat moet. Want bleef nu de tweode samenzwering uit, dan zou het wiskunstig bewijs zijn ge- lcvord, dat de samenzwering bij he' eerst© minder grooto gevaar van Jan u ara eo April evenmin gerechtvaardigd on noodig was geweest. En dan ontving de sociaal-democratische •actie van die dagen den nekslag. Christelijk letterkundig Verkond. De jaarvorgadeiing van dit Verbond zal worden gehouden op Woonadag 6 April 1904, van 's morgon 10*/%» tot 's namiddags half B, of later, In het Militair „Toliuls" In het Wed te Utrecht. In behandeling komen de onderwerpen „De elschen van lectuur voor „Hot volk" te behandelen door don heer D. Wouters, te Apeldoorn; on „Letterdieverij", In te lelden door den hoor A. van Os, te Amsterdam. Voorts vormon punten ter behandeling: verslagen van lsten secretaris en penning meester, mededeellng van het bestuur, de inrichting der vergadering en do uitvoering van het voorstol-Utrecht. Aaii prcsideiit Krugcr is oen bultenkansjo ten doel gevallen. Een gewezen leeraar, Chabosseau genaamd, die onlangs te Sainte Bazeillo (Lot ot Garonne) Is overloden, heeft zjjn geheelo vermogen aan don oud-prosldent gelegateerd. Heel groot la de erfenis niet, maarzU bestaat toch uitoenlge duizenden franken. Onder de papieren van den overledone vond men een brief van Kruger, waarin hU de ontvangst bericht van een som van 1000 fr. door Chabosseau voor de nood lijdende Boeren geschonken. E2, „O, ik vind het amusant-, ondanks menige moeilijkheid," antwoordde hij vergenoegd. ..Ofschoon door den majoor aangesteld, ben ik toch eigenlijk gezegd slecht© een yrerkslaaf van haar hoogheid, gravin Wal trud von Frydagg. „Dat alles klinkt mij als een sprookje in ]de ooren. Ik begrijp het nog niet in zijn verband, maar de gedachte, drukt mij, dat liooveel van mij afhankelijk zal zijn. Tante iLisbetha heeft daarop ook reeds gezinspeeld. Ik zal nog nader met haar over de zaken jnocten spreken en zij zal mij wel kunnen zeggen, hoe deze dingen het eenvoudigst jop te lossen zijn," meende Waltrud. „Dat is vreeselijk eenvoudig. De bewuste gongodame zou bijvoorbeeld aan tante Lis- betha of aan haar papa^ of aan den fameu- Een stiefbroeder tot viering van haar meer derjarigheid haar vermogen kunnen schen ken en zelve een betrekking als dienstmeis je, óf als ziekenverpleegster óf als gouver nante aannemen kunnen. Zij zou ook nog veel dwazer 'dingen kunnen doen, hetzij bij 5de visschen in het water springen, of zelfs ideze snoodc wereld levend vaarwel zeggen, idoor in een kerkelijke stichting te gaan, i.Tvat echter weer een gedeelte van het ver mogen zou kosten. Het verstandigst© in elk geval zou zijn, dat zij alles kalm afwachtte, aan de beroemde tante Lisbetha even wei- fcig zeides als aan de booze fee in het fiprookje, rich in haar bestaan verheugde, haar oogen goed open hield, ik bedoel haar eigen oogen, zonder daarbij door den bril van een ander te kijken, cn goed acht gaf, wat de lente door haar duizendvoudige stemmen verkondigt. Luister eens, gravin, hoe daar in dien boerentuin een vink slaat," zeide Schwarzhoff. „Men hoort hem letterlijk zijn blijdschap uitgalmen," riep zij. „Het kereltje is gezond, ook in zijn phi losophic," zeido Hij. Do vink zweeg en toen zij twintig schreden verder geloopcn had den, zagen zij twee met elkaar strijdende vogels voor zich in de lucht. De veeren vlogen in het rond en de strijdenden violen ter zijde in het gras. In do eerste opwelling sprong Waltrud op hen toe, zij stoven uit een en in het volgende oogenbilk liet een op een boom zijn lied als een overwinnings fanfare weerklinken. „Ziet u, gravin, dat is de lente," ver klaarde hij lachend. Dat was een hevige strijd om do bruid." „Een leelijke strijd, terwijl zich toch alles zoo blijde en vreedzaam over het vertrek van den winter verheugt." Hij antwoordde echter een weinig spot tend: ,,A zoo, neemt u dat zoo op? Maar het is waar, u kent het bestaan in 'de na tuur en zijn voorwaarden niet. Zeker, vroo- lijkheid en levensvreugde, dat is nu de grondstemming. Maar vreedzaamheid, die zult gij bij nauwkeuriger toekijken overal tevergeefs zoeken. Strijd, eeuwige strijd, dat ia het parool." „Dan zou het immers beter zijn, in het geheel niet op de wereld te wezen," zeide zij treurig. „Met onderscheid, gravin; met onder scheid. Wat sterk en gezond is en bewust of onbewust de kracht en den wil tot leven en tot verdere ontwikkeling in zich voelt, dat aanvaardt verheugt het leven, hetwelk voor alle wezens, voor het kleinste water diertje zoowel als voor den beschaafdsten menscli, niets dan strijd bctcekent. Maar wat zwak cn ongezond, wat lusteloos en traag is, voor dat alles bloeit on lacht deze schoono aarde niot. Verwelken, kwijnen, tijdelijk en eeuwig ondergaan, dat is bet lot van anderen. Ongetwijfeld, wanhopige stemmingen komen ook wel eens over de le vens- en strijdlustigste natuur en het ver langen naar een rijk des vrede© is ieder een aangeboren. Doch dc sterke zal verder strijden, en wat er van dc zwakkeling wordt nu, aan dien is niet veel verloren." Hij bemerkte, 'dat zijn woorden indruk op haar hadden gemaakt. Het was, alsof rij naar een antwoord zocht, en dus ging hij vriendelijk voort: „Maar wat praat ik? Over deze dingen zullen jongedames zich be zwaarlijk het hoofdje breken, als zij, zoo als dc meeste meisjes, eenzijdig opgevoed zijn en van het werkelijke leven en zijn voor waarden volstrekt geen begrip hebben." Zij onderdrukte met moeite haar tranen. „Ik heb het reeds lang gemerkt, mijnheer, 'dat gij mij ook voor een kinderachtig en onbeduidend schepseltje houdt. Al uw woorden doelen daarop, zeide zij met be vende stem. „U mag gelijk hebben, maar gij zoudt u ten slotte toch kunnen vergissen." Met ecnige verbazing zag hij, hoe zij zich bij do laatst© woorden onwillekeurig om hoog richtte en, haar schuchterheid over winnend, hem plotseling uitdagend aanzag. „Als ik werkelijk zoo iets van u gedacht mag hebben, dan zou uw toorn mij nu ze ker van opinie doen veranderen," ant woordde hij bijna verheugd. „Nu ja, op den titel van een zelfbewuste heldin en ervaren levensstrijdster zult gij wel moeilijk reeds aanspraak kunnen maken, maar raissch.cn vergeeft gij mij al ik zeg: „Do kleine gn vin Waltrud schijnt mij niet in dc juiste handen gevallen te zijn, maar zij heeft do kracht in zich de ongunstige invloeden af te schuddden, zelve te denken en te overleg gen, wat zij haar individualiteit verschul digd is. Als zij zoover gekomen is, dan zal zij voor het eerst in haar leven een waar lente- cn Paaschfeest vieren. En dat zal een mooi feest zijn, een veel mooier, dan hetgeen waarbij de kerkklokken luiden en de school meester het orgel bespeelt." „Dc kleine gravin Waltrud" zij legde den klemtoon op deze woorden „zal zelf wel zien wat zij te doen te laten en te den ken heeft", zeide zij trotsch en uit dc hoog te, doch vervolgens, als verschrikt over haar eigen hard antwoord, op zachteren toon „Ik bedoel, wij moeten maar niet langer over deze dingen sprekenzij maken mij ze nuwachtig en hinderen mij." Terwijl zij verder liepen, deden zich tel kens nieuwo verrassingon aan haar voor: onder anderen ccn kolonie goudsbloemen, waarvan zij een bouquet plukte; vervolgens trokken een paar prachtige, volgebloeide vergeet-m ij-nietje© haar aandacht en zij wenschte die voor den majoor mee naar huis tc nemen. Doch zij waren moeilijk te bereiken en Schwarzhoff bood zich aan, die te plukken. Maar zij wilde dat gaarne zelf doen. Hij stak haar nu de hand toe en zij boog zich ver voorover cn plukte met moei te dc bloem jn. „Dat is eerlijk verdiend", zeide bij la chend. „Gij hebt een stevig handje. Dat is als ijzer, ondanks allo teerheid; eigenlijk als geschapon om een kitteloorig paard te be teugelen." Zijn woorden deden haar goed en zij be kende, dat zij zichzelvo af cn toe op den heiraelijken wensch had betrapt ook eens eon paard to kunnen afrijden, zooals haar moeder dat deed. „Dat waren natuurlijk slechts dwaze gedachten" zcidc zij, „cn ik heb zo diemand meegedeeld. Een eekhoorn tje 1" riep zij plotseling in kinderlijke blijd schap cn wc i naar een boom in dc buurt. „Werkelijk, daar zit de rakker en nog wol een tamelijk grijze zondaar Jammer, dat ik zonder geweer ben." Zij koek hem onthutst aan. „Zoudt gij dan dit lieve diertje doodschieten?" „Ongetwijfeld 1 Sinds ik hier ben, heeft eon half honderd er reeds aan moeten go- loovcn on spoedig is er een pelsdokon voor de zieke voeten van uw papa bijeen." „Zoo? Maar ter wille van zooveel levens vreugde." „Luister nu eens naar dat zingen en tjil pen in het rond, allen vogeltjes, die spoedig hun nesten en bun jongen hebben. Die snaak dóór ontziet eieren noch jonge en ver woest het familie-geluk van zoo menig nut tig vogelcn-oudercnpaar, nog daar gelaten dc schade, welke hij de boschcultuur aan doet. Als gij om dezen tijd een vogeltje eens angstig hoort schreeuwen, dan kunt gij er van verzekerd zijn, dat een eekhoorn of een andere roover het nestje heeft overvallen." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5