Verijdelde plannen. Onifie(«zoek bij Cataract. Het jongste nummer van het „Hoaioco- patixoh Maandblad" schrijft het volgende: ,,ïn ons laatste nummer maakten wij mel ding van een ons verstrekte medcdeeling, dat het onderzoek naar de werking van ho rn ocop at ischo geneesmiddelen bij beginnende verduistering van de lens (cataract) toch zou doorgaan, aangezien prof. Koster van plan was, dit onderzoek zelf in te stellen, en zich daarbij van de hulp van dr. De Groot te K-dienen. Deze mededccling was volkomen juist, cn tOeril door ons eerst ge plaatst, nadat wij ons èn bij prof. Koster èn bij dr. De. Groot var, haar juistheid ver gewist hadden. .„Eckolo dagen nadat dit belangrijke be richt, dat ook door vele dagbladen werd overgenomen, door ons geplaatst was, kwam prof. Koster evenwel op zijn besluit terug, en deelde Z. H. G. in het Weekblad van het Neder 1. Tijdschrift voor Geneeskun de mede, dat hij zijn betrekking n tot den arte De Groot had afgebroken daaraan toe voegende: ,,Hot kwam mij voor, dat zijn (dr. De Groot's) blik niet onbevangen ge noeg was, zoodat een wetenschappelijk on derzoek daardoor zeer belommerd en ton slotte onmogelijk gemaakt zou worden." „Waarom prof. Koster den blik van den arts De Groot niet onbevangen genoeg acht voor een dergelijk onderzoek, is ons inder daad niet duidelijk. Wel is gebleken, dat dr. Dc Groot zich op een referaat voorko mende in het werk van dr. Hughes aan gaande de behandeling van cataract door den oculist dr. Knox Shaw te Londen be roepen heeft als liewijs, dat de geneesbaar heid van cataract door do aanwending van homocopathische geneesmiddelen meer is dan ,,ecn veel verspreide homocopathische bewering", zonder het origineelo artikel van dr. Knox Shaw, 't welk toen nog niet in ri'n bezit woe, to hebben geraadpleegd; wel is bet tevens aan den dag getreden, dat dit referaat de conclusies, door dr. Knox Shaw getrokken, onjuist weergeeft; wel is buitendien door prof. Koster beweerd, dat dr Do Groot niot eens 't referaat juist gele zen heeft; maar dit allee dunkt ons toch niet het scherp© oordeel van prof. Koster aangaande dr. Dc Groot's ongeschiktheid to rechtvaardigen. Prof. Koster moge een beroep op een referaat uit een werk, dat men niot zelf in zijn bezit heeft, onvoor- ''richtig noemen; Z. H. G. moge een andore mccning hebben aangaande hetgeen de schrij ver met liet inlaesohen van dat referaat bedoeld heeft; toch blijkt daaruit nog geenszins, dat dr. Do Groot voor een weten schappelijk onderzoek niot de geschikte man is, to meer waar prof. Koster kon weten, dat dr. De Groot steeds onder do eersten èn op hot gynmosium èn op de universiteit gowce6l is. On zes inziens kan dan ook be zwaarlijk in don niot voldoende onbevan gen blik van dr. Do Groot do ecnigc roden gelegen zijn, dat prof, Koster zich niet vor- |dor mot dr. Do Groot wonschto in te laten. Vraagt men ons, waarin do reden dan wèl i'ligt, zoo moeten wij ons tegenover een man als prof, Koster, wien het stellig te doen was om een onpartijdig onderzoek, van het uitsproken van een bepaald oordeel onthou- don., in do verwachting, dat Z. H. G. con anderen weg zal weten in tc slaan, om tot do door,Z. H. G zelven gcwenschto zeker heid te geraken, of cataract inderdaad on- dor den invloed van komoeopatieeke medi camenten tot stilstand to brengen en te ge nezen is." De ministers aan liet opruimen. In do Haagsche Kroniek der ,,N. Gron. Ct." leest won, na* ecoi beschouwing ovor hetgeen de Eerste Kamor ten aanzien van hot wetsontwerp tot wijziging der wet. op het Hoogor Onderwijs zal beslissen, het vol gen do: ,,Intussohcn is het zeker, dat de Regee ring geenszins gerust is op den afloopdat zij liet mogo dan om do hoogor cmdor- wijs-, drank- of Cariefwofc zijn haar cindo zelf ziet nadoren. En dat is zoo waar, dat men het in do ministerieelo bureaux begint te ontdokken. Do ministère maken met al- lorlei zaken, dio zij zioh verplicht rekenen ,in hun ministerieelo leven tot afdoening to brengen, veel haast; er is iets merkbaar redie zenuwachtige zucht naar „oprui ming", die gewoonlijk het einde van een Kabinet voorafgaat. „Want indien do Eerste Kamer de wet op het Hooger Onderwijs mocht verwerpen, dan schijnt de Regeering beducht, dat niets meer baton kan en dat zij voor een ander Kabinet plaats zal moeten maken. De ont binding r an ons Hoogerhuis zal wel niet als redmiddel worden aangegrepen, wijl men meer on meer tot bet besef komt, dat daarin geen heil is to vinden. Wie de angstkreten hoort, in de ministorieele perB aangeheven over de komende Staten-verkie- zingen, vooral met opzicht tot Zuid-Hol land, zal begrijpen, dat dc premier voor het krasse middel der ontbinding terug deinst. Er is hee-1 weinig hoop op succes langs dien weg en speciaal in onze pro vincie rekent men de kansen vrijwel verke ken op een overwinning. Veeleer verwacht men, dat de gewestelijke vergadering van Zuid-Holland weder zal „om" gaan en daarmede tevens, in de naaste toekomst, do Eersbo Kamer." RECLAMES, h 40 Cents per regel. 9 Mei kvoedsel »o»r Ki nderen enZiek en. 2334 7 Ingezonden. Eci» onderzoek. Door uw geacht blad werd een stukje overgenomen uit het „Maandblad tegen de kwakzalverij", h an dolende oiver de „Oruy- denwijn De Haas." Uit dat schrijven blijkt mij het volgende: lo. Dat genoemd blad hot niet eens ie met mijn ciroulairo. 2o. Dat in den Cruydenwijn geen enkel geneeskrachtig bestanddeel kon worden aan getoond. Over beide punten een enkel woord. In do circulaire schreef ik: „dat dc oor zaak van de groote resultaten, die Bocrhaa- ve in Europa had, voor een groot deel te danken was aan zijn groote kennis van Cruyden." Hfet Maandvlad schrijft hierover, dat me nigeen niet 'Kaar zal gedacht hebben, dat die oorzaak een geheel andere was. Heoft nu deze zin mijn meening te niet ge daan Immens neen 1 Dezo zin zegt niets. Maar nu het onderzoek van den wijn. Hier over schrijft do redactie: Wij koohton een fleschje en vonden den heer C. dc Groot te Rotterdam bereid den inhoud te onderzoe ken. In een troebelen zeer zuren wijn kon volgons hem geen enkel geneeskrachtig bestanddeel worden aangetoond. De smaak was zwak voorbijgaand bitter, vermoe delijk door een of ander onaohuldig plantendeel, waarvan de oorsprong zich ech ter niet door de aanwezigheid van eenig werkzaam beginsel verried," Wat moet men bier uit afleiden? lo. Dat do wijn, dien de heer Do G. heeft onderzocht, troebel was. 2o. Dat die wijn zuur was. 3o. Dat hij zwak voorbijgaand bitter smaakte en dat volgens hem geen enkel geneeskrachtig bestanddeel kon worden aan getoond. Gelooft nu de redactie werkelijk, dat do Cruydenwijn Do Haas troebel is en zuur? Meent zij nu hcusch, dat apotheker of dro gist troebelen, zruren wijn zal acoepteeren? Gelooft rij werkelijk, dat zulk een wijn koo- pers zou vinden Ik kaai liet ndet denken. De gebruikte proef kan troebel en zuur geweest zijn, dc Cruydenwijn in den handel is het niet. Maar is verder zijn oordeel niet opper vlakkig? Omdat liij niet kaai aantoonen, welke Oruyden den bitteren smaak aan don wijn geven, constateert hij maar, dat geen onkel goneeskraohtig be standdeel in den wijn aanwezig is. Is die uitspraak niet voorbarig? Ik vraag slechte 1 Zijn wetenschappelijk onderzoek bracht aan het licht, dat de wijn troebel, zuur en bitter was. Maar moest, om dat aan te toonen, d© wijn naar een wetenschap pelijk man gezonden worden? Moest hij hiervoor zijn laboratorium ontsluitenOf zou een man met ee«n goeden smaak ook die eigenschappen niet hebben kunnen ontdek ken Na deze uiteenzetting blijf ik het navol gende handhaven: lo. Dat Cruydenwijn De Haas uit den handel niet troebel is. 2o. Dat Cruydenwijn De Haas niet zuur is. 3o. Dat Cruydenwijn De Haas een aan genaam bitteren smaak heeft, veroorzaakt door aftreksels van Cruyden, waardoor hij in hooge mate versterkend werkt bij zwak ken en herstel]enden, terwijl ik ten slotte verklaar, dat Cruydenwijn De Haas dage lijks door mijzelf wordt gebruikt on mij in staat stelt een groot aantal personen in een zitting te woord te staan. Onder dankzegging voor do verleende plaatsruimte, heb ik do eer te zijn, TJEd. dw. Dienaar A. J. DE HAAS. Voorschoten, Maart 1904. Aan den T^eid&naar. Ten dienste van uw kennis en wellicht van anderen, die in hetzelfde geval verkee- ren, wensch ik bij het door U behandelde onderwerp in uw laats ten brief iets toe te voegen. Evenals uw kennis werd ook ik verlokt door de mooie aanbieding van do firma Roinhard Becker «k Co. te Parijs en besloot voor de aardigheid eens een proef te willen wagon en zond daartoe mijn eigen portret in. Een behandeling gelijk aan die, welke uw kennis ten deel viel, waa ook mij be schoren: stuur f 4.10 voor expeditickostcn, enz. cn ge* krijgt uw vergroot portret. Dat deze truc rnijn ergernis opwekte is begrij pelijk en daar ik niet kon verkroppen, dat mijn portret voortaan tot hun ongetwijfeld zeer uitgebreide photographieënverzameling zou behooron, schreef ik per omgaande in een in nogal krasse bewoordingen gestel- den brief, dat, indien mij binnen een vast- gestelden tijd hot portret niet werd too- gezondon, ik in eenige bladen zou mededee- len op welke wijze de firma R. B. Co. zich aan mij heeft doen konnon 1 En het resultaat? Binnen 2 dagen ontving ik mijn portret franco en onbescha digd terug Eon poging alsvoren door mij aangege ven, zou misschien met goed gevolg door uw kennis kunnen worden aangewend I Dat dit schrijven er aldus toe heeft mo gen leiden het familieportret van uw ken nis en die van andere lótgenooten zijn oude plaats weer te doen innomen is do wensch van J. M. Lei don, 21 Maart 1901. Gemengd Nieuws. Do Leidsch© Studcn ton-Roei- Vereeniging „Njord" zal a.s. Donderdag haar openingstooht houden. Het feest zal aan het Warmonderhek worden gevierd. Men schrijft aan do „N. Ct.": Vrijdagmiddag tegen 4 uren, toen H. M. de Koningin van een wandelrit naar het Paleis terugkeerde, in gezelschap van Haar Gemaal, Haar logée, 'de Hertogin van Meck lenburg en den Prins van Reuse, scheelde het weinig of het rijtuig was gekanteld. Door liet beleid van den Prins, die mende, werd dat kantelen op zeer behendige wijze voorkomen. Voor het in snellen gang aan- komendo rijtuig was de passage tusschen do talrijke toeschouwers en den Paleisvleugel te nauw, ^oodat het vo.orwiel langs 'den stootstcen op den hoek schuurde on een vol- I gend oogenblik die steen zich midden tus schen het voor- en achterwiel bevond. Ware het rijtuig een ondeelbaar oogenblik doorgereden, een schok van het achterwiel tegen den steen zou onvermijdelijk zijn ge weest en het rijtuig ware zeker tegen den grond geslagen. Maar 'de Prins had de de paarden in een oogenblik tot stilstand gebracht, liet de dieren even zwenken en kon toen, door de inmiddels gemaakte ruim te, een brecderen zwaai nemen. Het dreigende gevaar duurde Blechts en kele seconden, maar genoeg voor den toeval- ligen waarnemer om in gedachten dc prach tige menkunst van den Prins toe tc juichen. Ook de directie van het Bron gebouw zal bij B. en Ws. te Haarlem opko men tegen de eischen, die door de deskundi gen op heb gebied van brand zijn gesteld, voornamelijk tegen het vastzetten der stoe len. Naar „Hot Centrum" verneemt, zal door de „Amsterdamsdhe Juweliers-Ver- eeniging" in beginsel de interventie van den minister van binnonlandsehe zaken in het huidige diamantwerkers-conflict wor den aanvaard. De Marinematrozonbond is, naar „Het Volk" meldt, van de vervallen verklaring zijner rechtspersoonlijkheid door de Alkmaarsche rechtbank in hooger be roep gegaan bij het Hof te Amsterdam. Ongeldige verkiezing. Dins- dag jl. ie als lid voor de Kamer van Ar beid voor de Bouwbedrijven te Amsterdam gekozen de heer G. Prast (patroon). Op het stembureel hoorden we reeds mompelen, dat de heer Prast den bij de wet vereischten leeftijd van 30 jaren nog niet had bereikt; op het bevolkingsregister, waar wij om ia lichtingen vroegen, werd ons medegedeeld dat daar in do boeken als geboortejaar van den heer Prast stond vermeld 187ö, doch dat ruen, om algeheels zekerheid te hebben, af schrift had gevraagd van de geboorteakte des heeren Prast., berustende op de 6ecrcta- rio te Montfoort. Dit afschrift werd Zot terdog ontvangen en daaruit bleek even eens, dat de heer Prast in 1875 werd gebo ren, dus thans nog niet den leeftijd van 30 jaren had bereikt. Hiervan ie mededeoling gedaan aan den burgemeester; een nieuwe verkiezing voor de bedoelde Kamer kan nu worden te ge- moet gezien. Hbld- De staat van zaken in de Utrechtsohe studenten-roeivoreeniging „Tri ton" is niet zeer gunstig te noemen. Van do leden der aohtriems-ploeg van 1903 blijft niet veel over; de heeren Van Toulon van der Koog, H. de Vries, Liohtenbelt en Se- dee hebben zich om verschillende redenen niet kunnen beschikbaar stellen. Op den heer Vorster had men zijn hoop gevestigd als aanstaand slagroeier, dcch hem heeft zijn medicus het raceroeien ontraden. Blij- ven dus van de ouderen sleohte de heer Vau Deldcn, die een paar jaar geleden heelt meegoroeaJd (in 1801 en 1902) en wellicht do heer P. W. Schram en Stoelman Leysner. (Ned. Sp.) Men sohrijft u 11 V e e n d a m a a de ,,N. R. Ct.": Bij het woningondorzoek in deze gemeente is gebleken, dat een groot gezin van 12 menschen één kamer bewoon de, waarin slechte twee slaapplaatsen. In het eene bed sliepen 7 kinderen, jongens en meisjes, waaronder volwa-ffienen, in het an dore de ooidors met nog drie kleintjes. Wegens de kwaad a. ardigo m a- zelen, die te Apeldoorn heorsohen, zullen al le scholen in die gemeente gesloten worden en is de Paaschvacantio reeds nu ingetre den. Te Veendam is gisternacht de behuizing van M. Buurmeijer, mede be woond door J. Reintke, totaal afgebrand. Van de inboedols is ook niets gered. Buur meijer is verzekerdhet huis voor f 800 bij de Maatschappij 's-Hertogonbosch, de in boedel voor f 700 te ZutfenReintke voor f 400 bij de Amsterdammer. Te Gameren bij Z al tbora mol is de landbouwer A. v. Haaften, oud 45 jaren, gistermorgen bij het voederen der beesten door den hooizolder gevallen met het treu rig gevolg dat hij een uur later overleed Donderdag had te Tilburg een ernstig ongeluk plaats. Het 7-jarig zoontje van A. van Helvoirt, wonendo in de Hoef- akkorstraat aldaar, bevond zich dien mid dag om 3 uren spelende op do ongeveer 6 M. hooge spoorbrug aan den overweg Heu vel aldaar; plotseling werden do menschen opgeschrikt, toen het bewuste jongetje van de brug met zijn hoofd op de steenen viel. Bewusteloos word hij opgenomen en bij den slager Van den Broek aldaar binnengedra gen en door den inmiddels ontboden ge neesheer dr. Taminiau werd voorloopig* geneeskundige hulp verleend. Daarna werd het kind per brancard naar het gasthuis vervoerd. Nader verneemt de „Noordbr." dat da bewuste jongen 's avondB bij kennis en iets beter was, doch niet buiten levensgevaar, verkeerde. Gisteren is hij overleden. De firma Sanders L Sv/ane td Helmond heeft bekend gemaakt, dat; a. alle wevers der fabriek, die heden het werk niot zullen hebben hervat, ontslagen zijn b. meisjes ad ƒ0.80 per dag cn na 3 maan* den op st' ':loon volgens het gestelde loon* tarief, als weefster zullen worden gevraagd, bijaldien op Dinsdag a .s. met minstens de helft der getouweo door wevers zal zijn bc* zet; c. dc fabriek zal werden stop gezet, in* dien op Maandag 28 dezer niet minstens de helft der getouwen in gang zullen rijn„ Uit Antwerpen verneemt „Het Volk" omtrent de diamantindustrie: Een arbitrage-commissie uit notabelen heeft zich op initiatief van den heer Coetermans gevormd. Zij stelt voor, den arbeidsdag van 9 uur in te voeren en 150 leerlingen toe tq laten, protégés van patroons inbegrepen.. De patroons schijnen tot aanneming deze? voorstellen geneigd. AARLANDERVEEN. Bevallen: A. van Wieringen geb. De Jong D. C. Verkade geb. Vau Niedek Z. Overleden: A. van der Bjjl, vrouw van P. Oskam, 35 j. A. Blankenateyu, m. van H. Af. G. van Berkel, 26 j. Gehuwd: C. H. de Leen jm. 29 j. en E. Boer jd. 28 j. ALPEN. Bevallen: G. Boot geb. JongeDeei D. M. Vo« geb. Dirkzwager Z- W. Goes geb. Ilulsink D. G. A. Stieding geb. Bonsang D. C. J. Oskam geb. Van der Spek D. Overleden: N. van Trier, wedn. van A. Boom, 84 j. E. Korsseo, wed. van J. P. de Groot, 93 j. B. de Goede Z. 1 j. M. Bonselaar, m. van G. Blazer, 28 j. ALKEMADE. Bevallen: M. van der Zwet f;eb. Loos D. H. van der Hoorn geb. Groen n 't Woud D. BODEGRAVEN. B e v a 11 e nC. Korlekaas geb. 8chrijvers D. N. Punselio geb. Van Rijn Z. 0 vorieden: T. van der Vis, wed. van M, Blom, 70 j. M. Groonheiden 2 m. Gehuwd: P. Zaal 26 j. en D. C. Ruitenburg 24 j. BOSKOOP. Bevallen: J. van Wilgen geb. Mesman Z. A. C. Brand geb. Vermeulen Z. Overleden: J. M. Broer geb. Vis 81 j. J. A van W yngaarden 3 j. HAZERSWOUDE. Bevallen: A. Fokker geb. Hartman Z. N. M. van Elswgk geb. Ravenschot D. Overleden: P. van Vliet, echtg. van C. M» Egberts, 43 j. J. Verkleü, eebtg. van M. Snel, 72 j. KATWIJK, Geboren: Floris, Z. van C. van der Plas en A. Haasnoot. Leendert, Z. van J. C. Zwanenburg en L. Riethoven. Wilhelmina, D. van St. de Jonge en G. Timmerman. Overleden: T. de Wit, 34 j., echtg. van de Jong. Job. Nijgh, 74 j., eolitg. van H. van der Marei. RIJNSBURG. Ge boron: Cornelus Gjjsbortus, Z. van N- v. d. Eijkel en D. Ondshoorn. Overleden: A. v. d. Vijver,36j.,huisvr,van K. vau Klaveren. M. de Koning, 46 j., hoisvr. von P. van Duivenbode. Gobnwd: P. M. v. d. Borg jra. 84 j., te Rot terdam, en G. v. Lterson jd. 27 j., te Rvjnsbnrtt. STOM PW IJK. Bevallen: H. G. v. d. Zalm geb. v. d. Meor Z. C. M. v. Leeuwen geb. Ammerlaan Z. Overleden: C. A. Fettero D. 5 m. VEUR, Bevallen: A M. ADgenent geb. Va*. Dijk D. Overledon: S. van Os D. 2 j. Politie. Gevonden voorwerpen. Ecu wollen doek. Een knipmes. Een paar wollen kinder handschoenen. Een zwarte damesparapluie met bruinen stok.) Een zwart lederen taachje. Een huis sleutel. Een passerdoos Een grijze dameshandschoon. Een zakje met tanden borstel. Een lombardbriefje. Eon. paar grijze militaire handschoenen. Een portefeuille mot gebruikte postzegels. Een zwart schort. Een hoedespeld (Zeeuwscho knoop). Een klosje garen.en' geborduurdo lettora Een bruine porte- monnaio met eenig gold. Een pelerine Een kaart der polikliniek. Eed Zeeuwsch broche. Inlichtingen alle wcrk< dagen van 121 uren. Inlichtingen zijn eiken werkdag tusschen' 12 en 1 uur tc bekomen aan het Bureel van, Politie alhier. FEUILLETON. 14) „Komt tijd, komt raad," troostte dc pas toor. „Hij is immore niet dom en mogelijk komt hij plotseling tot inzicht, zooals men dat reeds zoo dikwijls heeft opgemerkt, bij voorbeeld door een ingrijpende gebeur tenis." „Bijvoorbeeld door een portie krachtige slagen, zulke slagen, dat hij tegen den muur zou willen opspringen of in een muizegat kruipen. Ha, als ik kon, zooals ik wilde, dan zou hot aan mij niet liggen," riep do majoor toornig „Ik wensch je van hart© too, dat gij dit vaderlijk ambt spoedig weer kunt waarne- men. In de Schrift 6taat immers: Wie zijn zoon liefheeft, kastijdt hom," zcido Lisbetha zalvend, maar in haar oogen tinteldo het Blijkbaar wenschto elk der aanwezigen don buiten do deur gezette een flink pak alaag tot verbetering toe, de een uit wrok, de an der, voornamelijk do pastoor, uit ernstige chiistolijko overtuiging. Sleohte Waltrud 1 voelde zich door deze wending van hot ge sprek pijnlijk aangedaan. Bedeesd legde zij haar hand op den arm van den vertoornden man en zeido schuchter: „Ach, papa, erger u toch niot zoo; jongens zijn nu toch een maal jongens." Dezo opmerking vorwekte groote vroolijk- hcid, zoodat het "meisje van verlegenhid he vig bloosde. „Ja, ja, gij hebt gelijk", lach te de majoor. „Jongens zijn jongens en deernen zijn deornen. Maar weet ge, kind, "in vertrouwen gezegd, ik mocht de deernen altijd liever. Zij hebben ook veel bet-ere manieren en ik ben reeds heel tevreden, dat ik jou eens hier heb 1 Zeg eens, rookt gij ook sigaretten „Maar Frits, welke zonderlinge vragon kunt gij doen. Waltrud en sigaretten roo- ken 1" riep Lisbetha ontsteld. „Nu, wind je maar niet zoo op, alsof op de kostscholen de jonge meisjes niet heime lijk zoo icte deden. En gij, nu, ik weet nog heel goed, 'dat gij een tijdlang heel fideel walmdet en dat zelfs met chic." „Geloof hem niet, kind. Hij schertst maar," zeide Lisbetha. Hij haalde de schonders op „Nu, mij good, dan scherts ik maar. Trouwens, ik be zit geen sigaretten, kind, en het zou maar zoo'n kleine inleiding zijn..." „Dat do heeren rooken willen. Nu, wij hebbon daar niets tegen Bovendien zie ik het Waltrud aan, «dat zij moede is. Gij hebt haar ook al te ijverig ingeschonken, Frits," nicrkto do freule op. „Ach ja, papa, wees niet boos, maar ik zou gaa-rno naar bed gaan. Ik ben werke lijk wat slaperig geworden. Tante Lisbetha zal hior z kor nog gaarno een poosje blij ven," zeide Waltrud bescheiden. „Ik breng je naar je kamer, Waltrud," antwoordde Lisbetha, dooh de majoor zoi- do: „Nu ja, het kind mag gaan slapen, als het moe is, maar gij komt hier weer, hoort ge nicht?" „Maar de heeren willen zeker nog een partijtje ömbor-spelen," braoht zij in het middon. „Gij, gij speelt eenvoudig mee, één zit dan telkens stil. Tegenwerpingen geven niets en al wilt gij ontkennen, dat gij, eeni ge jaartjes geleden, mijn sigarendoos dik wijls aangesproken hebt, omberen kent ge als de beste." „Nu, ja, ter wille van mijn overleden pa pa heb ik het geleerd en als de heeren het verlangen..." „'t Zal een bijzonder genoegen zijn," zei de «Schwarzhoff en de pastoor boog en be vestigde. „Zeker, een bijzonder, om zoo te zeggen, nieuw genoegen." Waltrud, die niet op do hoogte van de omgangsvormen en voor het eerst in hee rengezelschap was, was verlegen met haar houding. Zij kust© den majoor op het voor hoofd, stak op bijna kinderlijke wijze met een kleine buiging den anderen dc hand toe en verliet daarop met Lisbetha de kamer. Zwijgend keken de drie heeren een poosje voor zich neer, namen een sigaar uit het rondgaande kistje en sneden bedachtzaam de punten af. „Nu, wat zegt gij van deze opvoeding?" flapte de majoor er uit. Betty, dat moet ik zeggen, heoft zich vrij goed geconser veerd. Drommels, wat was dat een meisje, zoo voor vijftien, twintig jaarl Maar wat denkt gij van Waltrud, van dit jonge ding?" Do pastoor draalde sierlijk aan zijn glas en zeide met een zachten glimlach: „Een mooie en beminnelijke jonge dame. Za lig zijn de reinen van harte." „Hm, hm, niet kwaad," zeide de barou on vorvolgcn8 tot Schwarzhoff gewend „En gij? Voor den dag met uw meening 1" Schwarzhoff stak zijn sigaar aan en den rook voor zich uitblazend, antwoordde hij haperend: „Hm, wat zal ik zeggen? Ik heb mij steeds geërgerd ale een edel raspaard niet op de goede wijze werd behandeld. En met de menschen gaat het mij juist zoo." „Gij hebt weer volkomen gelijk. Geheel mijn meening I" riep de majoor, nam een teug uit zijn glas en zeido daarna zuch tend: ,,'t Komt mij ook zoo voor, alsof Bet ty het kind een beetje schijnheilig heeft opgevoed. En daarbij ia het toch haar moe der als uit het gezicht gesneden. Alleen de pittigheid zit ct niet in. Jammer, eeuwig jammer 1" „Misschien komt die nog," merkte do rentmeester op. „Dat kan wel zijn," antwoordde de ma joor en voegde er vervolgens op bijna kla- genden foon bij: „Zij wil weg, dat meisjeI - Is het niet doodjammer? Maar ik, ik heb geen recht daarin t© spreken, ik mag niet ..Nu, 's menschen wil is immers zijn he melrijk. Ieder naar zijn wijze 1... Schwarz hoff, neem gij intusschen de kaarten van 'do muurplank, gij weet het immers wel, en be gin maar mot geven." Terwijl de drie heeren Lisbetha's terug keer afwachtten, hield deze haar pleegkind nog een kleino predikatie over den ernst van het levm, welken de houtvester blijk baar niet bezat. „Zeker," antwoordde zij op WaJtrud's opmerking, dat Schwarzhoff toch iemand van veel ondervinding was, „bezit deze rentmeester eenige eigenschap pen, die hem voor velen aangenaam doen schijnen. Ik wil ook niet ontkennen, dat ik met genoegen naar hem geluisterd en mij over do les, welke hij den verwenden Kuno gaf, zeer geamuseerd heb, maar door zulke dingen is do waarde van een mensch nog lang niet bewezen. Hij is ongetwijfeld een epotter en atheïst. Als hij zien kon, hoe gij straks de handen tot een innig nachtgebed vouwt, dan zou hij heimelijk over je lachen, kind. Daarom zeg ik je slechte dit eene: Reserve, mijn kind, reserve!" Zij verliet de kamer en Waltrud ontkleed de zich langzaam. Het ongewone gebruik van wijn deed zijn invloed gelden, het was haar zoo zwaar in het hoofd. Bijna als in een droom kwam haar alles weer in den zin, wat rij bij het souper had gehoord. Zelfs dook voor haar geest de gedaante van den zonderlingen Zuidzee-koning op met zijn wijde schippersbroek en elastieken kraag Hij had zijn toilet nog door een ge- deukten oylinder-hoed voltooid, welke als het wutc op zijn wollig haar zweefde. Hij nam den hoed af en grijnsde, zoodat zijn mond van het eene oor tot het andere reik te. In angstige haast bad Waltrud, om het beeld te vorjagen, maar het wilde niet wij* ken. En plotseling lacht© buiten in den olmboom een uil zoo luid, dat het meisje hevig ontstelde on in haar bed vluchtte., Snel blies zij do lamp op het nachttafeltje uit, stak liet hoofd onder de dekens en bo> gon opnieuw ijverig te bidden, zichzelvfl haar verstrooide gedachten verwijtend. Maar het 1 ielp niets, want plotseling stond de koning weer voor haar en maakt© aan stalten haar een kus te geven. Waltrud kreunde van ontzetting. Maar nu daagde redding op. Het waa de houtvester. Hij keek den brutalen potentaat aan, greep hem bij den boord van zijn broek, tilde hem met reuzenkracht op en legde hem over zijn knie. „Koning Pumphos van W&galaweisa,"- hoorde hem zeggen, „ik heb je verwij derd en gij rijt teruggekomen. Dit zou ik je vergeven. Maar dat gij naar den rooden mond van gravin Waltrud von Frydagg streeft, dat vind ik wel begrijpelijk, maar zeer strafbaar, want dat mondje is niet voor je geschapen. En dus neem ik de vrij heid u een pak slaag toe te dienen." En de vlakke hand van den wreker kwam patsch, patsch, met kracht op de broek neer, hoe de ongelukkige koning ook met armen en boenen spartelde en zijn zwarte handen uit stak. PatacK, patsch, ging het verder, ter wijl de gravin met een tevreden glimlach in slaap viel eti de klok van bet slot tien nut sloeg. (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 6