Verijdelde plannen.
Onifie(«zoek bij Cataract.
Het jongste nummer van het „Hoaioco-
patixoh Maandblad" schrijft het volgende:
,,ïn ons laatste nummer maakten wij mel
ding van een ons verstrekte medcdeeling,
dat het onderzoek naar de werking van ho
rn ocop at ischo geneesmiddelen bij beginnende
verduistering van de lens (cataract) toch
zou doorgaan, aangezien prof. Koster van
plan was, dit onderzoek zelf in te stellen,
en zich daarbij van de hulp van dr. De
Groot te K-dienen. Deze mededccling was
volkomen juist, cn tOeril door ons eerst ge
plaatst, nadat wij ons èn bij prof. Koster
èn bij dr. De. Groot var, haar juistheid ver
gewist hadden.
.„Eckolo dagen nadat dit belangrijke be
richt, dat ook door vele dagbladen werd
overgenomen, door ons geplaatst was,
kwam prof. Koster evenwel op zijn besluit
terug, en deelde Z. H. G. in het Weekblad
van het Neder 1. Tijdschrift voor Geneeskun
de mede, dat hij zijn betrekking n tot den
arte De Groot had afgebroken daaraan toe
voegende: ,,Hot kwam mij voor, dat zijn
(dr. De Groot's) blik niet onbevangen ge
noeg was, zoodat een wetenschappelijk on
derzoek daardoor zeer belommerd en ton
slotte onmogelijk gemaakt zou worden."
„Waarom prof. Koster den blik van den
arts De Groot niet onbevangen genoeg acht
voor een dergelijk onderzoek, is ons inder
daad niet duidelijk. Wel is gebleken, dat
dr. Dc Groot zich op een referaat voorko
mende in het werk van dr. Hughes aan
gaande de behandeling van cataract door
den oculist dr. Knox Shaw te Londen be
roepen heeft als liewijs, dat de geneesbaar
heid van cataract door do aanwending van
homocopathische geneesmiddelen meer is
dan ,,ecn veel verspreide homocopathische
bewering", zonder het origineelo artikel
van dr. Knox Shaw, 't welk toen nog niet
in ri'n bezit woe, to hebben geraadpleegd;
wel is bet tevens aan den dag getreden, dat
dit referaat de conclusies, door dr. Knox
Shaw getrokken, onjuist weergeeft; wel is
buitendien door prof. Koster beweerd, dat
dr Do Groot niot eens 't referaat juist gele
zen heeft; maar dit allee dunkt ons toch
niet het scherp© oordeel van prof. Koster
aangaande dr. Dc Groot's ongeschiktheid
to rechtvaardigen. Prof. Koster moge een
beroep op een referaat uit een werk, dat
men niot zelf in zijn bezit heeft, onvoor-
''richtig noemen; Z. H. G. moge een andore
mccning hebben aangaande hetgeen de schrij
ver met liet inlaesohen van dat referaat
bedoeld heeft; toch blijkt daaruit nog
geenszins, dat dr. Do Groot voor een weten
schappelijk onderzoek niot de geschikte man
is, to meer waar prof. Koster kon weten,
dat dr. De Groot steeds onder do eersten
èn op hot gynmosium èn op de universiteit
gowce6l is. On zes inziens kan dan ook be
zwaarlijk in don niot voldoende onbevan
gen blik van dr. Do Groot do ecnigc roden
gelegen zijn, dat prof, Koster zich niet vor-
|dor mot dr. Do Groot wonschto in te laten.
Vraagt men ons, waarin do reden dan wèl
i'ligt, zoo moeten wij ons tegenover een man
als prof, Koster, wien het stellig te doen
was om een onpartijdig onderzoek, van het
uitsproken van een bepaald oordeel onthou-
don., in do verwachting, dat Z. H. G. con
anderen weg zal weten in tc slaan, om tot
do door,Z. H. G zelven gcwenschto zeker
heid te geraken, of cataract inderdaad on-
dor den invloed van komoeopatieeke medi
camenten tot stilstand to brengen en te ge
nezen is."
De ministers aan liet opruimen.
In do Haagsche Kroniek der ,,N. Gron.
Ct." leest won, na* ecoi beschouwing ovor
hetgeen de Eerste Kamor ten aanzien van
hot wetsontwerp tot wijziging der wet. op
het Hoogor Onderwijs zal beslissen, het vol
gen do:
,,Intussohcn is het zeker, dat de Regee
ring geenszins gerust is op den afloopdat
zij liet mogo dan om do hoogor cmdor-
wijs-, drank- of Cariefwofc zijn haar cindo
zelf ziet nadoren. En dat is zoo waar, dat
men het in do ministerieelo bureaux begint
te ontdokken. Do ministère maken met al-
lorlei zaken, dio zij zioh verplicht rekenen
,in hun ministerieelo leven tot afdoening
to brengen, veel haast; er is iets merkbaar
redie zenuwachtige zucht naar „oprui
ming", die gewoonlijk het einde van een
Kabinet voorafgaat.
„Want indien do Eerste Kamer de wet op
het Hooger Onderwijs mocht verwerpen,
dan schijnt de Regeering beducht, dat niets
meer baton kan en dat zij voor een ander
Kabinet plaats zal moeten maken. De ont
binding r an ons Hoogerhuis zal wel niet
als redmiddel worden aangegrepen, wijl
men meer on meer tot bet besef komt, dat
daarin geen heil is to vinden. Wie de
angstkreten hoort, in de ministorieele perB
aangeheven over de komende Staten-verkie-
zingen, vooral met opzicht tot Zuid-Hol
land, zal begrijpen, dat dc premier voor
het krasse middel der ontbinding terug
deinst. Er is hee-1 weinig hoop op succes
langs dien weg en speciaal in onze pro
vincie rekent men de kansen vrijwel verke
ken op een overwinning. Veeleer verwacht
men, dat de gewestelijke vergadering van
Zuid-Holland weder zal „om" gaan en
daarmede tevens, in de naaste toekomst,
do Eersbo Kamer."
RECLAMES,
h 40 Cents per regel.
9 Mei kvoedsel »o»r Ki nderen enZiek en.
2334 7
Ingezonden.
Eci» onderzoek.
Door uw geacht blad werd een stukje
overgenomen uit het „Maandblad tegen de
kwakzalverij", h an dolende oiver de „Oruy-
denwijn De Haas."
Uit dat schrijven blijkt mij het volgende:
lo. Dat genoemd blad hot niet eens ie met
mijn ciroulairo.
2o. Dat in den Cruydenwijn geen enkel
geneeskrachtig bestanddeel kon worden aan
getoond.
Over beide punten een enkel woord.
In do circulaire schreef ik: „dat dc oor
zaak van de groote resultaten, die Bocrhaa-
ve in Europa had, voor een groot deel te
danken was aan zijn groote kennis van
Cruyden."
Hfet Maandvlad schrijft hierover, dat me
nigeen niet 'Kaar zal gedacht hebben, dat die
oorzaak een geheel andere was.
Heoft nu deze zin mijn meening te niet ge
daan Immens neen 1 Dezo zin zegt niets.
Maar nu het onderzoek van den wijn. Hier
over schrijft do redactie: Wij koohton een
fleschje en vonden den heer C. dc Groot te
Rotterdam bereid den inhoud te onderzoe
ken. In een troebelen zeer zuren wijn kon
volgons hem geen enkel geneeskrachtig
bestanddeel worden aangetoond. De smaak
was zwak voorbijgaand bitter, vermoe
delijk door een of ander onaohuldig
plantendeel, waarvan de oorsprong zich ech
ter niet door de aanwezigheid van eenig
werkzaam beginsel verried,"
Wat moet men bier uit afleiden?
lo. Dat do wijn, dien de heer Do G. heeft
onderzocht, troebel was.
2o. Dat die wijn zuur was.
3o. Dat hij zwak voorbijgaand bitter
smaakte en dat volgens hem geen enkel
geneeskrachtig bestanddeel kon worden aan
getoond.
Gelooft nu de redactie werkelijk, dat do
Cruydenwijn Do Haas troebel is en zuur?
Meent zij nu hcusch, dat apotheker of dro
gist troebelen, zruren wijn zal acoepteeren?
Gelooft rij werkelijk, dat zulk een wijn koo-
pers zou vinden Ik kaai liet ndet denken.
De gebruikte proef kan troebel en zuur
geweest zijn, dc Cruydenwijn in den handel
is het niet.
Maar is verder zijn oordeel niet opper
vlakkig? Omdat liij niet kaai aantoonen,
welke Oruyden den bitteren smaak aan don
wijn geven, constateert hij maar, dat
geen onkel goneeskraohtig be
standdeel in den wijn aanwezig is. Is
die uitspraak niet voorbarig? Ik vraag
slechte 1 Zijn wetenschappelijk onderzoek
bracht aan het licht, dat de wijn troebel,
zuur en bitter was. Maar moest, om dat
aan te toonen, d© wijn naar een wetenschap
pelijk man gezonden worden? Moest hij
hiervoor zijn laboratorium ontsluitenOf
zou een man met ee«n goeden smaak ook die
eigenschappen niet hebben kunnen ontdek
ken
Na deze uiteenzetting blijf ik het navol
gende handhaven:
lo. Dat Cruydenwijn De Haas uit den
handel niet troebel is.
2o. Dat Cruydenwijn De Haas niet
zuur is.
3o. Dat Cruydenwijn De Haas een aan
genaam bitteren smaak heeft, veroorzaakt
door aftreksels van Cruyden, waardoor hij
in hooge mate versterkend werkt bij zwak
ken en herstel]enden, terwijl ik ten slotte
verklaar, dat Cruydenwijn De Haas dage
lijks door mijzelf wordt gebruikt on mij in
staat stelt een groot aantal personen in een
zitting te woord te staan.
Onder dankzegging voor do verleende
plaatsruimte, heb ik do eer te zijn,
TJEd. dw. Dienaar
A. J. DE HAAS.
Voorschoten, Maart 1904.
Aan den T^eid&naar.
Ten dienste van uw kennis en wellicht
van anderen, die in hetzelfde geval verkee-
ren, wensch ik bij het door U behandelde
onderwerp in uw laats ten brief iets toe te
voegen.
Evenals uw kennis werd ook ik verlokt
door de mooie aanbieding van do firma
Roinhard Becker «k Co. te Parijs en besloot
voor de aardigheid eens een proef te willen
wagon en zond daartoe mijn eigen portret
in.
Een behandeling gelijk aan die, welke
uw kennis ten deel viel, waa ook mij be
schoren: stuur f 4.10 voor expeditickostcn,
enz. cn ge* krijgt uw vergroot portret. Dat
deze truc rnijn ergernis opwekte is begrij
pelijk en daar ik niet kon verkroppen, dat
mijn portret voortaan tot hun ongetwijfeld
zeer uitgebreide photographieënverzameling
zou behooron, schreef ik per omgaande in
een in nogal krasse bewoordingen gestel-
den brief, dat, indien mij binnen een vast-
gestelden tijd hot portret niet werd too-
gezondon, ik in eenige bladen zou mededee-
len op welke wijze de firma R. B. Co.
zich aan mij heeft doen konnon 1
En het resultaat? Binnen 2 dagen
ontving ik mijn portret franco en onbescha
digd terug
Eon poging alsvoren door mij aangege
ven, zou misschien met goed gevolg door
uw kennis kunnen worden aangewend I
Dat dit schrijven er aldus toe heeft mo
gen leiden het familieportret van uw ken
nis en die van andere lótgenooten zijn oude
plaats weer te doen innomen is do wensch
van
J. M.
Lei don, 21 Maart 1901.
Gemengd Nieuws.
Do Leidsch© Studcn ton-Roei-
Vereeniging „Njord" zal a.s. Donderdag
haar openingstooht houden. Het feest zal
aan het Warmonderhek worden gevierd.
Men schrijft aan do „N. Ct.":
Vrijdagmiddag tegen 4 uren, toen H. M.
de Koningin van een wandelrit naar het
Paleis terugkeerde, in gezelschap van Haar
Gemaal, Haar logée, 'de Hertogin van Meck
lenburg en den Prins van Reuse, scheelde
het weinig of het rijtuig was gekanteld.
Door liet beleid van den Prins, die mende,
werd dat kantelen op zeer behendige wijze
voorkomen. Voor het in snellen gang aan-
komendo rijtuig was de passage tusschen do
talrijke toeschouwers en den Paleisvleugel
te nauw, ^oodat het vo.orwiel langs 'den
stootstcen op den hoek schuurde on een vol-
I gend oogenblik die steen zich midden tus
schen het voor- en achterwiel bevond.
Ware het rijtuig een ondeelbaar oogenblik
doorgereden, een schok van het achterwiel
tegen den steen zou onvermijdelijk zijn ge
weest en het rijtuig ware zeker tegen den
grond geslagen. Maar 'de Prins had de
de paarden in een oogenblik tot stilstand
gebracht, liet de dieren even zwenken en
kon toen, door de inmiddels gemaakte ruim
te, een brecderen zwaai nemen.
Het dreigende gevaar duurde Blechts en
kele seconden, maar genoeg voor den toeval-
ligen waarnemer om in gedachten dc prach
tige menkunst van den Prins toe tc juichen.
Ook de directie van het Bron
gebouw zal bij B. en Ws. te Haarlem opko
men tegen de eischen, die door de deskundi
gen op heb gebied van brand zijn gesteld,
voornamelijk tegen het vastzetten der stoe
len.
Naar „Hot Centrum" verneemt,
zal door de „Amsterdamsdhe Juweliers-Ver-
eeniging" in beginsel de interventie van
den minister van binnonlandsehe zaken in
het huidige diamantwerkers-conflict wor
den aanvaard.
De Marinematrozonbond is,
naar „Het Volk" meldt, van de vervallen
verklaring zijner rechtspersoonlijkheid door
de Alkmaarsche rechtbank in hooger be
roep gegaan bij het Hof te Amsterdam.
Ongeldige verkiezing. Dins-
dag jl. ie als lid voor de Kamer van Ar
beid voor de Bouwbedrijven te Amsterdam
gekozen de heer G. Prast (patroon). Op het
stembureel hoorden we reeds mompelen, dat
de heer Prast den bij de wet vereischten
leeftijd van 30 jaren nog niet had bereikt;
op het bevolkingsregister, waar wij om ia
lichtingen vroegen, werd ons medegedeeld
dat daar in do boeken als geboortejaar van
den heer Prast stond vermeld 187ö, doch dat
ruen, om algeheels zekerheid te hebben, af
schrift had gevraagd van de geboorteakte
des heeren Prast., berustende op de 6ecrcta-
rio te Montfoort. Dit afschrift werd Zot
terdog ontvangen en daaruit bleek even
eens, dat de heer Prast in 1875 werd gebo
ren, dus thans nog niet den leeftijd van 30
jaren had bereikt.
Hiervan ie mededeoling gedaan aan den
burgemeester; een nieuwe verkiezing voor
de bedoelde Kamer kan nu worden te ge-
moet gezien. Hbld-
De staat van zaken in de
Utrechtsohe studenten-roeivoreeniging „Tri
ton" is niet zeer gunstig te noemen. Van do
leden der aohtriems-ploeg van 1903 blijft
niet veel over; de heeren Van Toulon van
der Koog, H. de Vries, Liohtenbelt en Se-
dee hebben zich om verschillende redenen
niet kunnen beschikbaar stellen. Op den
heer Vorster had men zijn hoop gevestigd
als aanstaand slagroeier, dcch hem heeft
zijn medicus het raceroeien ontraden. Blij-
ven dus van de ouderen sleohte de heer Vau
Deldcn, die een paar jaar geleden heelt
meegoroeaJd (in 1801 en 1902) en wellicht do
heer P. W. Schram en Stoelman Leysner.
(Ned. Sp.)
Men sohrijft u 11 V e e n d a m a a
de ,,N. R. Ct.": Bij het woningondorzoek
in deze gemeente is gebleken, dat een groot
gezin van 12 menschen één kamer bewoon
de, waarin slechte twee slaapplaatsen. In
het eene bed sliepen 7 kinderen, jongens en
meisjes, waaronder volwa-ffienen, in het an
dore de ooidors met nog drie kleintjes.
Wegens de kwaad a. ardigo m a-
zelen, die te Apeldoorn heorsohen, zullen al
le scholen in die gemeente gesloten worden
en is de Paaschvacantio reeds nu ingetre
den.
Te Veendam is gisternacht de
behuizing van M. Buurmeijer, mede be
woond door J. Reintke, totaal afgebrand.
Van de inboedols is ook niets gered. Buur
meijer is verzekerdhet huis voor f 800 bij
de Maatschappij 's-Hertogonbosch, de in
boedel voor f 700 te ZutfenReintke voor
f 400 bij de Amsterdammer.
Te Gameren bij Z al tbora mol is
de landbouwer A. v. Haaften, oud 45 jaren,
gistermorgen bij het voederen der beesten
door den hooizolder gevallen met het treu
rig gevolg dat hij een uur later overleed
Donderdag had te Tilburg een
ernstig ongeluk plaats. Het 7-jarig zoontje
van A. van Helvoirt, wonendo in de Hoef-
akkorstraat aldaar, bevond zich dien mid
dag om 3 uren spelende op do ongeveer 6
M. hooge spoorbrug aan den overweg Heu
vel aldaar; plotseling werden do menschen
opgeschrikt, toen het bewuste jongetje van
de brug met zijn hoofd op de steenen viel.
Bewusteloos word hij opgenomen en bij den
slager Van den Broek aldaar binnengedra
gen en door den inmiddels ontboden ge
neesheer dr. Taminiau werd voorloopig*
geneeskundige hulp verleend.
Daarna werd het kind per brancard naar
het gasthuis vervoerd.
Nader verneemt de „Noordbr." dat da
bewuste jongen 's avondB bij kennis en iets
beter was, doch niet buiten levensgevaar,
verkeerde. Gisteren is hij overleden.
De firma Sanders L Sv/ane td
Helmond heeft bekend gemaakt, dat;
a. alle wevers der fabriek, die heden het
werk niot zullen hebben hervat, ontslagen
zijn
b. meisjes ad ƒ0.80 per dag cn na 3 maan*
den op st' ':loon volgens het gestelde loon*
tarief, als weefster zullen worden gevraagd,
bijaldien op Dinsdag a .s. met minstens de
helft der getouweo door wevers zal zijn bc*
zet;
c. dc fabriek zal werden stop gezet, in*
dien op Maandag 28 dezer niet minstens
de helft der getouwen in gang zullen rijn„
Uit Antwerpen verneemt „Het
Volk" omtrent de diamantindustrie: Een
arbitrage-commissie uit notabelen heeft
zich op initiatief van den heer Coetermans
gevormd. Zij stelt voor, den arbeidsdag van
9 uur in te voeren en 150 leerlingen toe tq
laten, protégés van patroons inbegrepen..
De patroons schijnen tot aanneming deze?
voorstellen geneigd.
AARLANDERVEEN. Bevallen: A. van
Wieringen geb. De Jong D. C. Verkade geb.
Vau Niedek Z.
Overleden: A. van der Bjjl, vrouw van P.
Oskam, 35 j. A. Blankenateyu, m. van H. Af.
G. van Berkel, 26 j.
Gehuwd: C. H. de Leen jm. 29 j. en E. Boer
jd. 28 j.
ALPEN. Bevallen: G. Boot geb. JongeDeei
D. M. Vo« geb. Dirkzwager Z- W. Goes
geb. Ilulsink D. G. A. Stieding geb. Bonsang
D. C. J. Oskam geb. Van der Spek D.
Overleden: N. van Trier, wedn. van A.
Boom, 84 j. E. Korsseo, wed. van J. P. de
Groot, 93 j. B. de Goede Z. 1 j. M. Bonselaar,
m. van G. Blazer, 28 j.
ALKEMADE. Bevallen: M. van der Zwet
f;eb. Loos D. H. van der Hoorn geb. Groen
n 't Woud D.
BODEGRAVEN. B e v a 11 e nC. Korlekaas geb.
8chrijvers D. N. Punselio geb. Van Rijn Z.
0 vorieden: T. van der Vis, wed. van M,
Blom, 70 j. M. Groonheiden 2 m.
Gehuwd: P. Zaal 26 j. en D. C. Ruitenburg 24 j.
BOSKOOP. Bevallen: J. van Wilgen geb.
Mesman Z. A. C. Brand geb. Vermeulen Z.
Overleden: J. M. Broer geb. Vis 81 j.
J. A van W yngaarden 3 j.
HAZERSWOUDE. Bevallen: A. Fokker geb.
Hartman Z. N. M. van Elswgk geb. Ravenschot D.
Overleden: P. van Vliet, echtg. van C. M»
Egberts, 43 j. J. Verkleü, eebtg. van M. Snel, 72 j.
KATWIJK, Geboren: Floris, Z. van C. van
der Plas en A. Haasnoot. Leendert, Z. van J.
C. Zwanenburg en L. Riethoven. Wilhelmina,
D. van St. de Jonge en G. Timmerman.
Overleden: T. de Wit, 34 j., echtg. van
de Jong. Job. Nijgh, 74 j., eolitg. van H. van
der Marei.
RIJNSBURG. Ge boron: Cornelus Gjjsbortus,
Z. van N- v. d. Eijkel en D. Ondshoorn.
Overleden: A. v. d. Vijver,36j.,huisvr,van
K. vau Klaveren. M. de Koning, 46 j., hoisvr.
von P. van Duivenbode.
Gobnwd: P. M. v. d. Borg jra. 84 j., te Rot
terdam, en G. v. Lterson jd. 27 j., te Rvjnsbnrtt.
STOM PW IJK. Bevallen: H. G. v. d. Zalm
geb. v. d. Meor Z. C. M. v. Leeuwen geb.
Ammerlaan Z.
Overleden: C. A. Fettero D. 5 m.
VEUR, Bevallen: A M. ADgenent geb. Va*.
Dijk D.
Overledon: S. van Os D. 2 j.
Politie.
Gevonden voorwerpen.
Ecu wollen doek. Een knipmes. Een
paar wollen kinder handschoenen. Een
zwarte damesparapluie met bruinen stok.)
Een zwart lederen taachje. Een huis
sleutel. Een passerdoos Een grijze
dameshandschoon. Een zakje met tanden
borstel. Een lombardbriefje. Eon.
paar grijze militaire handschoenen. Een
portefeuille mot gebruikte postzegels.
Een zwart schort. Een hoedespeld
(Zeeuwscho knoop). Een klosje garen.en'
geborduurdo lettora Een bruine porte-
monnaio met eenig gold. Een pelerine
Een kaart der polikliniek. Eed
Zeeuwsch broche. Inlichtingen alle wcrk<
dagen van 121 uren.
Inlichtingen zijn eiken werkdag tusschen'
12 en 1 uur tc bekomen aan het Bureel van,
Politie alhier.
FEUILLETON.
14)
„Komt tijd, komt raad," troostte dc pas
toor. „Hij is immore niet dom en mogelijk
komt hij plotseling tot inzicht, zooals men
dat reeds zoo dikwijls heeft opgemerkt, bij
voorbeeld door een ingrijpende gebeur
tenis."
„Bijvoorbeeld door een portie krachtige
slagen, zulke slagen, dat hij tegen den muur
zou willen opspringen of in een muizegat
kruipen. Ha, als ik kon, zooals ik wilde,
dan zou hot aan mij niet liggen," riep do
majoor toornig
„Ik wensch je van hart© too, dat gij dit
vaderlijk ambt spoedig weer kunt waarne-
men. In de Schrift 6taat immers: Wie zijn
zoon liefheeft, kastijdt hom," zcido Lisbetha
zalvend, maar in haar oogen tinteldo het
Blijkbaar wenschto elk der aanwezigen don
buiten do deur gezette een flink pak alaag
tot verbetering toe, de een uit wrok, de an
der, voornamelijk do pastoor, uit ernstige
chiistolijko overtuiging. Sleohte Waltrud
1 voelde zich door deze wending van hot ge
sprek pijnlijk aangedaan. Bedeesd legde zij
haar hand op den arm van den vertoornden
man en zeido schuchter: „Ach, papa, erger
u toch niot zoo; jongens zijn nu toch een
maal jongens."
Dezo opmerking vorwekte groote vroolijk-
hcid, zoodat het "meisje van verlegenhid he
vig bloosde. „Ja, ja, gij hebt gelijk", lach
te de majoor. „Jongens zijn jongens en
deernen zijn deornen. Maar weet ge, kind,
"in vertrouwen gezegd, ik mocht de deernen
altijd liever. Zij hebben ook veel bet-ere
manieren en ik ben reeds heel tevreden, dat
ik jou eens hier heb 1 Zeg eens, rookt gij
ook sigaretten
„Maar Frits, welke zonderlinge vragon
kunt gij doen. Waltrud en sigaretten roo-
ken 1" riep Lisbetha ontsteld.
„Nu, wind je maar niet zoo op, alsof op
de kostscholen de jonge meisjes niet heime
lijk zoo icte deden. En gij, nu, ik weet nog
heel goed, 'dat gij een tijdlang heel fideel
walmdet en dat zelfs met chic."
„Geloof hem niet, kind. Hij schertst
maar," zeide Lisbetha.
Hij haalde de schonders op „Nu, mij
good, dan scherts ik maar. Trouwens, ik be
zit geen sigaretten, kind, en het zou maar
zoo'n kleine inleiding zijn..."
„Dat do heeren rooken willen. Nu, wij
hebbon daar niets tegen Bovendien zie ik
het Waltrud aan, «dat zij moede is. Gij hebt
haar ook al te ijverig ingeschonken, Frits,"
nicrkto do freule op.
„Ach ja, papa, wees niet boos, maar ik
zou gaa-rno naar bed gaan. Ik ben werke
lijk wat slaperig geworden. Tante Lisbetha
zal hior z kor nog gaarno een poosje blij
ven," zeide Waltrud bescheiden.
„Ik breng je naar je kamer, Waltrud,"
antwoordde Lisbetha, dooh de majoor zoi-
do: „Nu ja, het kind mag gaan slapen, als
het moe is, maar gij komt hier weer, hoort
ge nicht?"
„Maar de heeren willen zeker nog een
partijtje ömbor-spelen," braoht zij in het
middon.
„Gij, gij speelt eenvoudig mee, één zit
dan telkens stil. Tegenwerpingen geven
niets en al wilt gij ontkennen, dat gij, eeni
ge jaartjes geleden, mijn sigarendoos dik
wijls aangesproken hebt, omberen kent ge
als de beste."
„Nu, ja, ter wille van mijn overleden pa
pa heb ik het geleerd en als de heeren het
verlangen..."
„'t Zal een bijzonder genoegen zijn," zei
de «Schwarzhoff en de pastoor boog en be
vestigde. „Zeker, een bijzonder, om zoo te
zeggen, nieuw genoegen."
Waltrud, die niet op do hoogte van de
omgangsvormen en voor het eerst in hee
rengezelschap was, was verlegen met haar
houding. Zij kust© den majoor op het voor
hoofd, stak op bijna kinderlijke wijze met
een kleine buiging den anderen dc hand toe
en verliet daarop met Lisbetha de kamer.
Zwijgend keken de drie heeren een poosje
voor zich neer, namen een sigaar uit het
rondgaande kistje en sneden bedachtzaam
de punten af.
„Nu, wat zegt gij van deze opvoeding?"
flapte de majoor er uit. Betty, dat moet
ik zeggen, heoft zich vrij goed geconser
veerd. Drommels, wat was dat een meisje,
zoo voor vijftien, twintig jaarl Maar wat
denkt gij van Waltrud, van dit jonge
ding?"
Do pastoor draalde sierlijk aan zijn glas
en zeide met een zachten glimlach: „Een
mooie en beminnelijke jonge dame. Za
lig zijn de reinen van harte."
„Hm, hm, niet kwaad," zeide de barou
on vorvolgcn8 tot Schwarzhoff gewend
„En gij? Voor den dag met uw meening 1"
Schwarzhoff stak zijn sigaar aan en den
rook voor zich uitblazend, antwoordde hij
haperend: „Hm, wat zal ik zeggen? Ik heb
mij steeds geërgerd ale een edel raspaard
niet op de goede wijze werd behandeld. En
met de menschen gaat het mij juist zoo."
„Gij hebt weer volkomen gelijk. Geheel
mijn meening I" riep de majoor, nam een
teug uit zijn glas en zeido daarna zuch
tend: ,,'t Komt mij ook zoo voor, alsof Bet
ty het kind een beetje schijnheilig heeft
opgevoed. En daarbij ia het toch haar moe
der als uit het gezicht gesneden. Alleen de
pittigheid zit ct niet in. Jammer, eeuwig
jammer 1"
„Misschien komt die nog," merkte do
rentmeester op.
„Dat kan wel zijn," antwoordde de ma
joor en voegde er vervolgens op bijna kla-
genden foon bij: „Zij wil weg, dat meisjeI
- Is het niet doodjammer? Maar ik, ik heb
geen recht daarin t© spreken, ik mag niet
..Nu, 's menschen wil is immers zijn he
melrijk. Ieder naar zijn wijze 1... Schwarz
hoff, neem gij intusschen de kaarten van 'do
muurplank, gij weet het immers wel, en be
gin maar mot geven."
Terwijl de drie heeren Lisbetha's terug
keer afwachtten, hield deze haar pleegkind
nog een kleino predikatie over den ernst
van het levm, welken de houtvester blijk
baar niet bezat. „Zeker," antwoordde zij op
WaJtrud's opmerking, dat Schwarzhoff
toch iemand van veel ondervinding was,
„bezit deze rentmeester eenige eigenschap
pen, die hem voor velen aangenaam doen
schijnen. Ik wil ook niet ontkennen, dat ik
met genoegen naar hem geluisterd en mij
over do les, welke hij den verwenden Kuno
gaf, zeer geamuseerd heb, maar door zulke
dingen is do waarde van een mensch nog
lang niet bewezen. Hij is ongetwijfeld een
epotter en atheïst. Als hij zien kon, hoe gij
straks de handen tot een innig nachtgebed
vouwt, dan zou hij heimelijk over je lachen,
kind. Daarom zeg ik je slechte dit eene:
Reserve, mijn kind, reserve!"
Zij verliet de kamer en Waltrud ontkleed
de zich langzaam. Het ongewone gebruik
van wijn deed zijn invloed gelden, het was
haar zoo zwaar in het hoofd. Bijna als in
een droom kwam haar alles weer in den
zin, wat rij bij het souper had gehoord.
Zelfs dook voor haar geest de gedaante
van den zonderlingen Zuidzee-koning op
met zijn wijde schippersbroek en elastieken
kraag Hij had zijn toilet nog door een ge-
deukten oylinder-hoed voltooid, welke als
het wutc op zijn wollig haar zweefde. Hij
nam den hoed af en grijnsde, zoodat zijn
mond van het eene oor tot het andere reik
te. In angstige haast bad Waltrud, om het
beeld te vorjagen, maar het wilde niet wij*
ken. En plotseling lacht© buiten in den
olmboom een uil zoo luid, dat het meisje
hevig ontstelde on in haar bed vluchtte.,
Snel blies zij do lamp op het nachttafeltje
uit, stak liet hoofd onder de dekens en bo>
gon opnieuw ijverig te bidden, zichzelvfl
haar verstrooide gedachten verwijtend.
Maar het 1 ielp niets, want plotseling stond
de koning weer voor haar en maakt© aan
stalten haar een kus te geven. Waltrud
kreunde van ontzetting. Maar nu daagde
redding op. Het waa de houtvester. Hij
keek den brutalen potentaat aan, greep
hem bij den boord van zijn broek, tilde hem
met reuzenkracht op en legde hem over zijn
knie. „Koning Pumphos van W&galaweisa,"-
hoorde hem zeggen, „ik heb je verwij
derd en gij rijt teruggekomen. Dit zou ik
je vergeven. Maar dat gij naar den rooden
mond van gravin Waltrud von Frydagg
streeft, dat vind ik wel begrijpelijk, maar
zeer strafbaar, want dat mondje is niet
voor je geschapen. En dus neem ik de vrij
heid u een pak slaag toe te dienen." En de
vlakke hand van den wreker kwam patsch,
patsch, met kracht op de broek neer, hoe
de ongelukkige koning ook met armen en
boenen spartelde en zijn zwarte handen uit
stak. PatacK, patsch, ging het verder, ter
wijl de gravin met een tevreden glimlach in
slaap viel eti de klok van bet slot tien nut
sloeg. (Wordt vervolgd.