t Iets over bet Japansche volk. Wereldtentoonstelling in vroeger cenwen. Raadgeving. RECEPT. „Wat kan het mij baten, lieve Lina; hij •wil alleen maar een welgesteld man met veel kennis van zaken tot schoonzoon hebben. Mijn viool en mijn piano en de ongecompo- neerde opera, waarvoor ik nog niet eens het motief gevonden heb, zullen hem zeker niet voldoende zijn als huwelijksgift." ,,Laat mij maar begaan," troostte heb jonge meisje vastberaden en schudde den geliefde hartelijk de hand; „ik regeer eigen lijk in onze familieGij verstaat toch zeker t wel iets van het bontvak 1 Heel goedAls de muziek u niet veel geld opgebracht heeft, treed dan maar dadelijk weer op als bedien de in onze zaak. Of men nu kunstenaar of handwerksman is, iets degelijks moet men toch uitvoeren. Het overige zal terecht komen." Zij zag hem teeder en schalks aan. „Gij maakt dan alleen maar muziek voor ons in huis, het is heel aangenaam," voegde de kleine uit do bontzaak er practisch bij, „als men bij feestelijke gelegenheden, waar ook gedanst wordt, een pianist in huis heeft. Laat mij maar met papa spreken En zij sprak met hem en wel met het beste gevolg! Drie weken later waren Lina en Emanuel een gelukkig paar, de verloving werd in Berlijn gevierd. Hij was weer ïu zijn oud? zaak, maar nu een flink, plicht matig man van zaken, associé van zijn schoonvader: Emanuel Müller, bontwerkers, SX-straat No. 76, en nu de concurrent van Müller en Zoon No.5, in dezelfde straat, dus zijn eigen concurrent. Toen zijn vrienden in Berlijn van de ver loving hoorden, riepen zij lachend: „God dank hij 1 :eft werkelijk in Helgoland het motief gevondenEn wel een heel liefHij had niets beters voor zijn geluk kunnen doen. Voor degenen, die geen roem kunnen oogsten, blij .n tot troost: Schoonheid en Liefde" Velen zal het onbekend zijn, dat de Ja pannees het geluk heeft opgeruimd van karakter te zijn. Ja, het Japansche volk wordt zelfs een der vroolijkste ter wereld genoemd. Dit is te meer eigenaardig, wijl dat volk op geheel andere wijze blijk geeft van zijn opgewektheid dan wij dit gewoon zijn te doen. Sterken drank gebruikt men daar in zeer geringe mate. De eerbied, dien do leer van Boedha den Japannees inprent, ontzegt bom het gebruik van de jacht. De Japanneezen hebban geen oafé's-concerts en ook de andere vermakelijkheden van het wereldsch leven zijn hun onbekend De rijke Japanneezen zoeken hun ver maak in het zien van de klassieke dansen der geisha's, maar vooral ziet men het volk vereenigd in den nationalen schouwburg en in den circus, waar geworsteld wordt. Meer echter dan bij het bezoeken van dit alles geniet de Japannees al wandelend. Ja, de eenvoudige wandeling door do groote straten hunner vroolijke steden is voor he a het grootste genoegen. Wandelen ,,k la Ja- ponnaiee" bestaat in het zien eenor opeen volging van voortdurend afwisselende ta- fereelen. Vooral verlangen de Japanneezen er naar buiten in de open lucht te wandelen. De natuur is daar dan ook heerlijk Die sohoon- ,heid houdt hen Ln verrukking, hetzij zij sta ren naar de blauw-glanzende zeeën, de schittering der eeuwige ijsvelden van den Fauzi-yama, of ronddwalen in de. geheim zinnige heilige wouden Niko en Yamada. Vooral het meest afwisselende in de na tuur treft hun oog: de vluchtige schakee ringen ,het drijven der wolken, de verschijn selen der zonnestralen, de schittering van pas gevallen sneeuw. Zij weten belang te stellen in vele zaken, die den meest fijn gevoeligen Europeaan onverschillig zijn Een bijzondere voorliefde hebben zij voor bloemen De meest algemeene fees ten, de ware volksfeesten worden daar nie^ gehouden gelijk bij ons, om bloedige ge vechten of jammerlijke omwentelingen te herdenken, maar bij gelegenheid van het ontluiken van zekere bloemen: een klein feit, maar voor hen van groote beteeken is, fdat geheel en al het Japansche karakter openbaart, en dat getuigt van het fijne, po ëtische gevoelen van dat bevoorrechte ras. In Februari gaat men in vroolijke groepen de bloem bewonderen van den pruimeboom, men geniet haar geur, zoo dikwijls bezon gen in liederende kerseboom staat in het begin van April in vollen bloei, te ge lijk met de azalea's en de zoethoutstruiken. Kortom, het geheele jaar door hebben de Japanners bloemen om te bewonderen. En dit is hun vreugde! Dikwijls treft men een tempel aan in die streken, vol van de bekoorlijkheid der bloe men of indrukwekkend door de grootschhoid der natuur. De Japannees gaat er gaarne heen en wol met zijn gohcele familie. Eerst gaat men de goden groeten. De steentjes voor den tempel kraken onder den voet der wandelaars en dit is den goden een toe ken van naderende bezoekers. Dezen bellen aan, klappen in de handen, kloppen enkele malen om de goden to roepen. Daarna zeg gen zij, glimlachend, een kort gebed en la ten aalmoezen in de offerbussen glijden vooral bezoeken zij het tempelgebouw zelf, bewonderen het oude beeldhouw- en het goudwerk. Vervolgens gaan zij allen te za- men, on familie, zich amuseeren in de nabu rige theehuizen, gelijk wij die huizon zou den noemen. Vele dier plaatsen, waarheen de Japan ners pelgrimstoohten houden, zijn bewon derenswaardig door de vereenigde schoon heid der gebouwen en velden. Vooral de tempel van Higa Jima dwingt bewondering af. Aan de kust van een bergachtig en dient begroeid eiland, juist op de scheiding van water ein land, bevindt zich hethoofdgc- bouw, waarin men een menigte oude schil derstukken aantreft Do hoofdgalerij is op zonderlinge wijze in volle zee gelegen; naar de andere poorten gaat men door lanen van ontelbare kleine torentjes. Het voorbijtrek ken der pelgrims stoort niet de kalme dam herten, die er in hot rond grazen. De lucht is fijn-helder en de zee heerlijk blauw. Aan den andoren kant ziet men in de verte het violet der bergen. Op de zee dobberen hier en daar kleine visschersbootem, wier witte zeilen schitteren in dc heldere zon. Geen landschap is zoo geheel en al naar den zin der Japanneezen als dit pelgrimsoord. Hoe gelukkig leeft dat volk in de bewon dering dier zonnige natuur, welke hen ook leert, het leven niet altijd van den schaduw kant te bekijken. Wereldtentoonstellingen zijn allesbehalve een nieuwigheid van de 19de eeuw. In de 16de cn 17de keerden ze jaarlijks terug op denzelfden tijd. Zij duurden alleen niet zoo lang als de tegenwoordige en heetten an ders, namelijk missen, njaar telden in even redigheid niet minder bezoekers Men gaf geen duizenden uit voor kolos sale gebouwen, maar de geheele stad was voor zulk een expositie ingericht, en die stad was Frankfort aan den Main. De Parij8che boekhandelaar en geleerde Henri Etienne gaf in 1574 van die jaar- lijksche mis een beschrijving in een Latijn- sche causerie, die in 1875 te Parijs opnieuw met een Fransche vertaling werd uitgege ven. Men vond er, volgens zijn beschrij ving, letterlijk van alles; het was in den waren zin des woords een wereldmarkt, en er waren zoovele artikelen te zien en te koop als sterren aan den hemel. Als een hertog of graaf zich ten strijde wilde toerusten, dan bood men hem bier wapens, kortom van alles aan. Men zag er bijv.* zooveel Wcstfaalsche hammen, dat men er een geheel leger wel maanden lang mede voeden kon. Voorts kon men hier de kostbaarste weef sels en stoffen, de fijnste, deugdelijkstc en doelmatigste voorwerpen in allerlei me taal en in hout aanschouwen. Porselein, glas en aardewerk trof men er in de edel ste vormen aan. Weelde en goede smaak waren evenzeer vertegenwoordigd als het nuttige en aange name. Alle groote steden wedijverden met hetgeen zij in overvloed hierheen hadden gezonden. Het scheen wel of Neurenberg al zijn wapen had opgetast in zijn talrijke kramen. Ook andere landen werden niet gemist, waaronder de Nederlandsche gewesten uit muntten door hun schilderwerken. Van bijzondere beteekenis was de boeken markt; de drukkerijen van Leipzig, Straatsburg, Weenen, Padua, Leuven, Lei den, Oxford en Cambridge, om slechts de voornaamste te noemen, waren hier verte genwoordigd. Aan vermakelijkheden ontbrak het even min. Komeainnten, muzikanten, kóórde- dansers en goochelaars trokken in menigto daarheen. „Er is", schreef een jonkman aan zijn vriend te Helms tad in 1647, „op dc mis een verbazend groote leeuw te zien, die met een klein hondje speelt; alsmede een olifant, die met zijn snuit een pistool afschiet, op een trompet blaast en de trom slaat." Deze kermis gevoegd bij de groote han delsbeweging, kan ons eenig denkbeeld ge ven van hetgeen er toen jaarlijks in Frankfort omging. Te Leipzig wordt nog steeds een zeer be langrijke jaarmis gehouden. Schadelijke invloed van aan roesten onder hevige melkkannen op de melk. Een scheikundige heeft den schadelijken invloed op de melk aangetoond van roest, die zich op den bodem en aan den binnen rand van een melkkan bevond. Melk, die in roestige kannen bewaard werd, kreeg eon I leelijken, vettigen smaak. Toen de melk twee dagen in de kan gestaan had, werd tien milligram metaal op een liter melk aangetroffen, en drie dagen later was liet ijzergehalte van de melk, die in de kan was gelaten en dus vijf dagen oud was, tot MO milligram op een liter gestegen. Om nu te onderzoeken of melk vaD een anderen melkboer, evenzoo in d elfde kan, bederven zou, en om na te gaan of mogelijke andore invloeden aan het bederf schuld had don, werd de melkkan naar een andere melkerij gezonden met de opdracht, die goed schoon te maken cn daarna te vullen met evenveel melk, als bij do vorige proef. Toen de onderzoeker de melk ontving, bo» vatte deze 7 milligram ijzer op één liter en had een leelijken bijsmaak. Do proef werd toen op een andere wijze genomen. In de melkerij werd verzocht nog eens in dezelfde kan molk te zenden en behalve die, een gelijke hoeveelheid van dezelfde molk Ln een nieuwe kan. Bij aankomst bleek da melk in de nieuwe kan geen ijzerdeelen te bevatten en lekker van smaak to zijn, tor- wijl do melk in de roestende kan tien mil ligram ijzer bevatte en lcclijk smaakte. Om nu nog to zien, of de onaangename smaak zich ook aan 1)0ter zou meedeelen, werd de melk in de beide kannen in den kelder gebracht, den volgenden morgen af geroomd en in twee verschillende voorwer pen tot boter verwerkt. OpvaJlond was het verschil van smaak; de boter uit de nieuw® kan was geurig en frisch, die uit de roesti ge kan had een viezen bijsmaak. In het dagelijksch leven zijn deze prooven van practisch belang. Veel van de melk, die wij gebruiken, wordt in ijzeren of blikken kannen aangevoerd. Men geve daarom op merkzaam aoht, en wanneer men dien ei gen aard igen bijsmaak opmerkt, late men niet na, zich onmiddellijk bij den melkboer te be klagen. aangezien dergelijke molk niet al leen onaangenaam van smaak, maar ook schadelijk voor de gezondheid is. Chinoescho chocolade-pudding. Bereid een vaniclje-siroop van vier on« suiker en acht maatjes water en vanielj'e cn voeg er twee ons gesmolten poeder-chocolade en vijf a zes lood geweekte gelatine bij. Be kleed nu een vorm met marasquingeloi, do- ooreer den pudding met, halve gepelde am an. delen en vul hem verder mot laagjes bis cuit, bitterkoekjes en de bereide chocolad*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 13