Aan de waterdrinkers.
op haar ach terete boenen," zegt De Stan
daard„om tegen hot H.-O.-voorstel een
politiek votum van heel de oppositie uit
to brengen. Een votum, waarbij van rechte
de heer dr. Do Visser zich schijnt to zullen
aansluiten; vermoedelijk omdat hij te
zuiver in zijn bedoelingen is, om het poli-
bieke spel, dat gespeeld wordt, te door
zien.
Hoog spel, maar zoo is de toeleg.
Nog eer de zomervacanfcie intreedt, moet
het Kabinet zijn afgetreden.
Hoe wil men dit nu aanleggent
Zie het hier.
Eerst had men nog hoop, dat de heer
Lokman met de zijnen, incluis dr. De Vis
eer on dr. Schokking, tegen dit ontwerp
zouden stemmenmisschien ook een enkele
R.-Katholiek.
Nu, dan ware het doel opeons bereikt
geweest. Dan had de Tweede Kamer de
voordracht afgestemd, en natuurlijk ware
dan do minister van Binnenlandsche Zaken
tot zijn ouden werkkring teruggekeerd En
overmits het niet recht duidelijk ïb, hoe,
na zijn uitvallen, het Kabinet had kunnen
staande blijven, ware dan reeds de gïoote
slag geslagen en gewonnen.
Doch dit liep tegen
Alleen dr. De Visser verklaarde zich te
gen, en met hei* alléén kwam men er nog
niet; ja, zelfs was zijn rode tegen de wet
nog zoo weinig concludcnt, dat zelfs op
hem nog niet eens vast te rekenen viel.
Do mogelijkheid van dezen tegenslag
hadden de heeron echter voorzien, en daar
om gezorgd voor een reservestolling, die
nog wel zoo seJcuur was.
Deze resorvestelling was samengesteld
uit twee elementen. Het eersto van die
twee was het feit, dat do liboralo partij in
do Eerste Kamer nog altoos do meerderheid
heeft. En het tweede, dat in het voorjaar
de Provinciale verkiezingen komen, on dat
men do verwachting koestert, dat bij die
verkiozingon de meerderheid in de Provin-
cdalo Staten van Zuid-Holland, die nu aan
onzen kant is, weer liberaal zal worden.
Dc zaak komt dus hierop neer
In de Tweede Kamer moeten alle liberale
fracties, cn vooral ook die der oud-libe
ralen, bij monde van de heeren Röell en
Van der Vlugt, zich eenparig en zoo scherp
mogelijk togen heit ontwerp aankanten, en
er als één man togen stommen
Bij do Provinoiale vorkiczingen moet al
les r«p haren cn snaren gezet, om in Zuid-
Holland de Staten weer liberaal tc maken.
Is dit geschied, dan is do Eersto Kamer
weer stoelvast, en kan daar geen ontbin
ding de kleur veranderen.
Die eerste Kamer moet, zoo verluidt het,
haar stom over het ontwerp niet uitbren
gen, alvorens de uitslag der verkiezingen
in Zuid-Holland bekend is En valt die uit
slag aan de liberalen mee, zoodat de Eer
ste Kamer niet meer kan ontbonden wor
den, dan stemt de Eersto Kamer het wets
ontwerp af. Dan valt het Kabinet. Dan
ontbindt men de Tweede Kamer En als
dit alles gelukt, zijn dc liberalen weer voorr
twintig jaar minstens dc baas in het land."
Het Handelsblad kan do redenen, welk©
aangevoerd worden om thans tot k i e s-
rooht u i t b r e i d i n g over te gaan, niet
voldoende noemen cn schrijft o.a.:
„Groote kicsrecktuitbroidi ng is, naar on
ze meaning, op dit oogenblik geen volks-
oisch; Grondwetsherziening met al haar
rompslomp ©n tijdverlies om het kiesrecht te
kunnen geven ook aan een groot aantal,
van wier geschiktheid, d.i. onafhankelijk
heid bij het bepalen hunner stem, wij niet
overtuigd zijn, achten wij geenszins gerecht
vaardigd.
Ook om deze vrij afdoende reden, dat allo
uitzicht op hot tot-stand-komen van zulk
een herziening ontbreekt.
Maar behoort het vraagstuk der Grond
wetsherziening niet te worden aangegrepen
als do gezamenlijke leus, waaronder do 11-
boralen bij de verkiezingen van 1905 zouden
kunnen optrekken
Het is altijd gevaarlijk zich op dit stuk
aan voorspellingen to wagen, maar wij zou
den meonen, dat onder do kiezers, die uit
vrees, hol aas 1 voor do „dure sociale maat
regelen" van hot vorige Kabinet, zich in
1901 van do liberalen hebben afgekeerd, ve
len zouden worden gevonden, die, wanneer
„Grondwetsherziening om tot kicsrcchtuit-
broiding te komen" de leus werd van de ver
bonden liberalen, zich opnieuw naar rechts
zouden kcoren En dkn om zich te verzetten
togen de veldwinnende sympathieën van de
uitemste linkerzijde, en ook om zich mis-
soliion voorgoed rechts to doen inlijven. Wij
verwachten veel raeor, vooral in 's lands be
lang, van een good gekozen program van g e-
loidclijko hervormingen op aller,
loi gobiod, in gemeen overleg door do vrij
zinnigen in al hun schakeeringen als verkie
zingsleus vastgesteld."
Al zal hot Handelsblad later misschien
tot hot algemeen kiesrecht meewerken, thans
ziot het blad in dat drijven naar iets, dat
niet to verkrijgon is, betreurenswaardige
krachtsverspilling en schade voor 's lands
belang.
In dc Maart-aflevering van Onze Eeuw
voldoet jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman,
en wol „gaarne" aan een tot hom gerichte
uitnoodiging om een beknopt kritisch over
zicht to geven van do beide voorstellen tot
Grondwetsherziening, in Februari
cn Augustus van het vorige jaar ingediend,
het eerste door mr. Druckcr en acht andore,
hot tweede door mr. Troelstra en zes
andere Kamerleden.
„Zeer summier," zegt de schrijver, „heb-
bon dc heeren Dmoker o. s. hun voorstel
toegelicht. Blijkbaar gaan zij uit van do
onderstelling, dat over do gewichtige
vrnagstukken, die zij behandelen, niets be
langrijks meer to zoggen valt cm al liet be
langrijks reeds genoegzaam bekend ia
Breeder van opvatting cn gewichtiger
wat do strekking aangaat, 6chijnt hem het
voorstel der sooi aal- d emoe ratenDat voor
stel toch brengt het kiesrecht in het nauw
ste verband met de practisoh© politiek cm
met het streven der sociaal-democratie, en
houdt beter de onderlinge verhouding der
staatsinstellingen, haar wederkeerige inwer-
king op elkaar in hot oog. Het is zeer op
recht. Mochten de anti-sooiaal-demjocrati-
sohe paa-tijen, voor zoover deze hun voorstel
tot Grondwetsherziening steunen, later be
merken, dat zij daardoor hebben medege
werkt tot ten-onde rete-bo ven keer i ng van
do bestaande orde van zaken, dan zullen zij
nooit kunnen beweren om den tuin te zijn
geleid.
De voorstellers doen en hierin wijken
zij, meent hij, ton eenenmale af van de
overige voorstanders hier te lande van al
gemeen kiesrecht op eenig individueel
recht hetzij van den mensch, hetzij van hot
gezinshoofd, hetzij van den arbeider, hetzij
van den geschikton burger, enz. geen beroep.
Hun uitgangspunt bij do beoordceling
van het recht is niet de individu, met on
derstelde souvereino rechten gewapend en
do vervulling daarvan eischend, maar de
maatschappelijke klasse, waarvan de indi
vidu deel uitmaakt. Zij willen „het algo-
mcen belang laten beslissen over de vraag
van het kiesrecht der individuen.
Mot dezo proamisscn zou een Groen van
Prinsterer kunnen instemmen."
Resumoorend, schrijft mr. Lohman nog
het volgende:
„Wordt door de groep van mr. Dmoker
algemeen stemrecht verlangd als gevolg van
de „meening," dat, individueel genomen,
allo burgers gelijkelijk geschikt en daarom
dan ook gelijkelijk gerechtigd zijn tot uit
oefening van het kiesrecht voor de verte
genwoordigende on besturende lichamen in
land, provincie en rijk, en zulks misschien
met do nevengedachte, onlangs door een der
voorstellers in een meeting uiteengezet, dat
alleen met behulp van algemeen kiesrecht
de liberale partijen weer aan hot roer kun
nen komen, door de sociaal-democratische
groep wordt hot algemeen kiesrecht geëiecht
als middel om op do snelste manier te ko
men tut een nieuwe maatschappelijke vor-
ordening, waarin slechte voor één klasse,
de arbeidersklasse, plaats is, welke klasse
dan bij meerderheid van stommen de min
derheid zal dwingen op elk levensgebied,
bepaaldelijk op sociaal gebied, zich to ge
dragen naar haar inzichten en te onder
werpen aan haar wil.
Misschien zal, na nauwkeurige overwe
gingen van den gcdachtongang der sociaal
democraten, bij een onbovooroordeelden
toeschouwer nog wel eenige twijfel rijzen
aan do juistheid der stelling, dat de so
ciaal-democraten eigenlijk niets anders zijn
dan do wettige kindoren van hot liberalis
me. Er zijn gewichtige punten van overeen
komst^ maar wellicht nog grooter punten
van verschil."
Minister ituyper en prof. Oppenlieim.
„Het Vaderland" bevat het volgend
schrijven van mr. P. A Tichelaar, hoog-
loeraar in het Romeinsch Recht aan do
Rijks-universiteit alhier:
„Wil mij vergunnen door dc plaateing
van deze weinige regelen een kort, maar
krachtig probest aan to teekenen tegen de
wijze, waarop de minister van binnenland
sche zaken in do Kamerzitting van Donder
dag jl gemeend heeft zich te mogen uitlar
ton over mijn ambtgenoot, den hoogleeraar
mr J. Oppenlieim. Hot oordeel over den
vorm, door den minister gekozon, laat ik
over aan het oordeel van allen, die Z. E.
hebben hooren spreken, of van zijn woorden
bobben kennis genomen door do lozing der
Handalingen. Wat echter den inhoud be
treft van het door hem gesprokene, ver
klaar ik zoo nadrukkelijk mogelijk, dat deze
volkomen in strijd is met het algemeen ge-
voolen van ambtgenooten en leerlingen van
prof Oppenhedm. Minder gelukkige uit
drukkingen, door ma*. Van der Vlugt ge
bezigd in do Kamerzitting van 26 Februari
jl., mogen tot verklaring kunnen dienen
van hetgeen door den minister is gezegd,
verontschuldigd worden zijn woorclen daar
door niet."
In de „N. R. C." was ook reeds prof.
Fockema Andreae tegon do uitlating van
minister Kuyper opgekomen. Hij schreef
o. m.
„Oppenkoim heeft, zooals elk wetenschap
pelijk man, een afkeer van het opzeggen
van con van buiten geleerde les, liet opdreu
nen van een dictaat. Hij verlangt van den
student, dat hij denkc, bcgrijpe, dat hij
nooit halfbegrepen woorden naprato. Dat
vorlangpn is rechtmatig En als hij, zooals
collega Van dor Vlugt het heeft genoemd,
„ccn geleerden papogaai te lijf gaat," dan
is dat alleen om zich te overtuigen, of dezo
liet opgezegde ook good gevat heeft, of do
begrippen hein heldor zijn, dan geschiedt
het. nooit om den candidaat in het nauw
to brengen, maar altijd om hem do gelegen
heid te geven degelijke kennis te tooncn,
dan is do vorm dor ondervraging nooit zoo,
dat hij do kans van slagen van don candi
daat ook maar in het geringste kan ver
minderen.
„Zoo is do waarheid, en zoo is het onge
twijfeld ook bedoeld door mr Van der
Vlugt, toen hij dc woorden bezigde, die tot
het misverstand aanloiding hebben gegeven.
„Oppenhoim woont in een glazon huis;
talloozo personen, dio voor hem academi
sche of andere examens aflegden, en die
hom hoorden cxaminceren, zullen ongetwij
feld dezer dagen het hunno doen om hom
als examinator in het juiste licht tc stollen.
„In zoover is dit schrijven misschien ovor-
bodig. Maar ik kan niet zwijgen, nu opeen
ambtgenoot, dien ik hoog schat, een zoo on
verdiende blaam is geworpen. Men weet hot,
waar zij het ten onrechte een smetje
is aangewreven, moeten allen, die kunnen,
het helpen uibwissohon, anders. ,,il en
roste toujours qudqu© chcee."
Voor de lezers, die de „Handelingen"
dor Tweede Kamer niet onder de oogen
hebben gehad, dient het volgende waarop
bovenstaande protesten slaan.
In d© vergadering van 26 Februari sprak
prof. Van der Vlugt over een bewering der
voorstanders van het hooger-onderwijs-ont-
werp, wat de bijzondere Universiteit aan
gaat.' Namelijk, dat nu reeds art. 86 der
wet H. O. ieder, ook al heeft hij geen
Universitaire opleiding doorloopen, toe
laat tot do faculteiteexamens der openbare
Universiteit, en dus geen „brpede Univer
sitaire voorbereiding" vordert. „Ook nu
reeds laat de wet dus toe, dat een jonge
man, die aan de openbare universiteit is
gepromoveerd afkomstig is van dc erger
lijkste drilschool."
Bij het beantwoorden van deze bewering,
zeide prof. Van der Vlugt:
„Vooreerst merk ik daartegen dit op:
zelfs do weinigen, die van het vrijgevig
art 85 gebruik maken, zouden toch, wan
neer zij aankloppen bij mijn faculteit, al
bijzonder luttel kans op slagen hebben, in
dien zij zich eenvoudig aan een drilschool
een zekeron voorraad van positieve kèïmis
mechanisch hadden laten inpompen. Ik
hoor en zie al in mijn gedachten mijn hoog-
geschatton ambtgenoot Oppenhcim, hoe hij
zulk een rampzaligen, zulk een gedresseer-
den pajpegaa/i, met een zekere animositeit
alles behalve zachthandig zou tc lijf gaan."
Uit welke woorden en beeldspraak van
prof. Van der Vlugt aldus merkt het
„Hbl." op een gewoon lezer zeker niets
anders kan opmaken dan dit: Prof. Op-
ponheim is gewoon op de candidaats- cn
doctoraal-examens er wel degelijk op te lat
ten of degeen, dio voor de faculteit ver
schijnt, werkelijk goed gestudeerd heeft dan
onkel zich wat wotskennis heeft laten in
pompen. Blijkt dit laatste, dan weet hij het
den „gedresseerden papegaai" met krasse
woorden te doen gevoelen. Met andere
woorden: de vrijheid door de H.-O.-wct in
art-. 85 gegeven, om elders dan aan de Uni
versiteit tot do examens zich voor te berei-
reiden, wordt te Leiden aan do rechtsge
leerde faculteit, en met name door prof.
Oppenlieim, niet beschouwd als een vrij
brief voor „drilstudie". Integendeel: waar
deze aan het ldoht komt, wordt zij krachtig
aan de kaak gesteld in het belang zeker
van de betrouwbaarheid dér te Leiden ver
leende getuigschriften.
Do minister Kuyper nu heeft, in zijn re
pliek van jl. Donderdag 2 Maart, na het
voorlezen der boven aangebrachte woorden
van prof. Van der Vlugt het volgende ge
zegd:
„Nu weten wij uit de gegevens, die geen
tegenspraak lijden, dat er tal van studen
ten aan de Leidsche Universiteit zijn, die
niet eems op een soort van drilschool gaan,
maar nog minder door één repetitor
worden onderricht.
„Op een Christelijke school onderstelt
men nog opleiding door ten minste drie
mannon, terwijl een repetitor maar alleen
de, en wanneer nu prof. Oppcnheim ook do
aldus opgeleid© examinandi te lijf gaat,
wat zal die man zich dan voortdurend boos
maken.
„In elk geval is nu duidelijk uitgespro
ken, dat men in strijd met art. 85 handelt,
ja, wat meer zegt, do geachte afgevaardig
de heeft zich niet ontzien om hier zelf de
uitdrukking to bezigen: te lijf gaan. Wat
dunkt u nu van een professor, die, als hij
examineert, don lust gevoelt om een doT
rampzaligen te lijf te gaan? Doet dit nu
denken aan een kalm oxaminator, of veel-
eor aan een man, die driftig wordt? Ik
meen daarom, dat niemand sterker dan
professor Van derr Vlugt zelf het bewijs
heeft geleverd, dat ik niet te veel heb ge
zegd, toen ik uitsprak dat ik die dubbele
oxamens studiobedorvend acht."
Wolk een venijn zoo zegt het „Hbl
nu heeft do Minister dus weten te halen
uit do onschuldig bedoelde beeldspraak van
prof. Van der Vlugt 1 Waar deze zijn ambt
genoot Oppenhoim noemde als het voor
beeld van examinator, dio, waar hij louter
„drilstudie" en „inpompen" ontdekt, dit
den gedrilde, die het er maar op waagt,
met krasse woorden doet gevoelen ver
draait minister Kuyper dit tot do bewe
ring, dat prof. O. geen kalm examinator is,
maar iemand, die „voortdurend boos
wordt", „driftig wordt", en zoodra de exa
minandus zich tegenover hom heeft neerge
zet-, „lust voelt om den rampzalige te lijf te
gaan." Alsof daarmee iets anders werd be
doeld dan dat prof. O. niet „boos" of
„driftig wordt", maar krachtig do waar
heid zegt, niet tegenover jongelieden, die
tooncn goed on breed gestudeerd tc hebben,
maar onkel tegenover hen, die mot wat op
pervlakkige ingepompte kennis examen
durven afleggen.
„Als dus do studenten der Vrije Univer
siteit niet gedrild wordon, niet enkel met
ingepompt© kennis voor prof. Oppenlieim
verschijnen on wij nemen gaarne aan,
dat zij dit zonder uitzondering zullen doen
dan hebben zij van hem geen „te lijf gaan
te duchten. En zoo vervalt dan ook het ar
gument van den Minister, gesteld dat prof.
Oppenheim tegenover louter gedrilden in
derdaad „driftig" en „te lijf gaand" is!^
„Maar ieder, dio voor degelijke, grondige
studio ia en tegen drillen en inpompen
cn daar i6 do Minister ook stellig tegen
moet prof Oppenheim juist hulde brengen,
omdat deze zoo flink tegon dat euvel pleegt
op to treden.
„Zoodat ton slotte 'e Ministers „boozo"
uitval uitloopt op een eerbewijs aan prof.
Oppenhoim."
Ondor het opschrift „contra-pro
test van d r. Kuyper" bevat „Het Ya»
derland" lieden onderstaand schrijven van
den Minister van Binncnlandscho Zaken:
Vergun mij zonder verwijl een contra
protest togen het schrijven van prof. mr.
P. A. Tichelaar, opgenomen in uw avond
blad van gisteren.
Met leedwezen nam ik van dit schrijven
kennis, omdat het de cero dor Leidsche
Universiteit, die ik nog steeds als mijn Al
ma Mater liefheb, op zijn zachtst genomen,
i niet verhoogt.' Ik stel mij dan ook voor van
repliek te dienen.
Daarvoor ontbreekt mij echter op dit
oogenblik do tijd. Zoo iets moet men op zijn
gemak doon.
Wil mij daarom verplichten door nu
1 reeds dit contraprotest op tc nomen cn
mij straks het profijt te schenken van uw
gastvrij heid."
Hoogachtend heb ik de eer te zijn,
Uw dw. Dr.
KUYPER.
Den Haag, 8 Maart 1904.
RECLAMES,
40 Cents per regel.
Het echte Vichy water is hot mineraal
water, geput te Vichy zelf en de bronnen
Célcstlus, Hopital, Graiide-Grille zjjn
die, welke sedert eeuwen de reputatie van
Vichy gemaakt hebben en nog maken. Draagt
dus steeds goed zorg de bronnen aan te
duidonVicby Célestina, Vichy Hopital
of Vichy Grande-Grille, waarvan iedere
flesch op den hals hot merk „Vicby-Elal"
draagt. 2368 12
Gemeenteraad wan Katwijk.
Voorzitter de heer T. A. O. de Riddor,
burgemeester. Aanwezig alle leden, met uit
zondering van de heeron N. Haasnoot ep D.
Zwanenburg, welke laatste met kennisge
ving afwezig is.
Mededeoling werd gedaan van tal van in
gekomen stukken, waarvan wo noemen:
missive van God. Staten, dat Rijnland bij
hun collego in hoogor beroep is gegaan we
gens afwijzende beschikking van den Raad
in zake aanslag Straatbolasting (voorzitter
aangewezen ter mondelinge toelichting),
verslag dor oommissie van toezicht op de
Bewaarschool te Katwijk aan den Rijn,
idem van het St.-Willebrordus-gymnasium
over liet studiejaar 1092/3; missive van de
openbare schoolcommissie dat benoemd
zijn tot voorzitter cn secretaris der commis
sie de heeren A. Moyer en J. Hueting; re
kening dor commissie van den Rijnsburg-
sohen grindweg over 1903 en begrooting
dierzelfdo commissie voor 1904; dankbetui
ging van de Kamers van Koophandel en
Fabrieken voor ontvangen gelukwensoh bij
het 25-jarig bestaan der Kamer; schrijvon
dier Kamer berichtende, dat door voorzit
ter en secretaris zijn herbenoemd de heeren
A. van Rhijn en G. B. Werthcr; missive
van God. Staten daarbij goedgekeurd terug
zendende rekening der gemeente over 1902
en begrooting voor 1904.
Na voorlezing dezer niet onbelangrijk©
verzameling, wprden afgehandeld eenig©
verzoeken onï afschrijving hondenbelasting
en hoofdei, omslag.
Aan mej. Van der Swaagh werd overeen
komstig haar verzoek eervol ontslag ver
leend als onderwijzeres aan de Burgerschool
te Katwijk aan Zee mest ingang van 15
Maart o.k.
Op een verzook van Joh. Bik tot oprich
ting eener naaischool werd goedgunstig
beschikt.
Eon verzoek van O. van Duyn en P. van
dor Worm om tenten tot verkoop van bier
enz. aan hot strand te mogen plaatsen gaf
aanleiding tot breedvoerige bespreking.
B. en We. stelden voor in overleg met de
oomraissio van bijstand voortaan alleen
strandstoolem. toe te laten, doch het plaat-
ten van bierhuisjes on dergelijke niet lan
ger te handhaven.
AJle leden zijn het or over eens, dat be
doelde inrichtingen niet strekkon tot bevor
dering van de badplaats, dat zij, die bcmen
om van strand en zee to gonioton, cr dik
wijls hinder van ondervinden. De heer Wil-
lcnise vraagt of liet ter voorkoming van
dien hinder, niet aanbeveling zou verdie
nen die vervorsohingstenten meer zuide
lijk te verplaatsen, wat volgens do voorzit
ter niet zonder bezwaren kon plaats heb
ben, daar scherper toezicht dan ook nood
zakelijk wordt, waar clandeebine-verkoop
van sterken drank niet tot de onmogelijk
heden behoort. Ook do heer Meerburg
meent, dat de badplaats niet verhoogd
wordt door deze tentjes, dio vooral des
avonds niet beantwoorden aan het dóêl:
voraangonaming van heb völ"hlijf van
vreemdolingen. Besloten wordt bij wijzo van
proef voor 1 jaar geen tontje toe te loten
cn als zoo worden de verzoeken afgewe
zen.
Naar aanleiding van een schrijven van
Ged. Staten dezer province© wordt beslo
ten tot H. M. dc Koningin het verzoek te
richten do Schutterij in een rustende te
veranderen (toepassing art. 45, lsto lid der
Landweer wet)
Een verzoek van A. Burggraaff om te
willen ondersteunen eon tot do Regcering
gericht adres tot invoering van éénhoids-
tijd, werd na landürigo bespreking door
den heer D. Ouwehand Azn. geronvoyeord
naar B. cn Ws. ter fine van advies.
Do rekening dor Kam«?r van Koophandel
en Fabrieken over 1903 werd goedgekeurd
met ccn batig saldo van 10.24.
Het 2do suppl kohier der belasting op
do honden voor den dienst 1903 werd vast
gesteld met een eindcijfer van f 5.
Bezwaarschriften tegen aanslagon in den
hoofdolijken omslag, dienst 1903, werden
behandeld overeenkomstig do adviezen van
B. en We.
Wordt aangekocht van dc Mij „Landbe
zit Katwijk" een stuk grond groot 1800
vierk M., liggende tussohen de Britten-
straat en den Sluiswcg tegen 1 50 per
vierk. M., de aan de E. A. Burgerstraat
buiten rooiing vallenden grond togen 0.50
per vierk M. cn besloten tot ruiling van
grond met den heer W. H. van der Laan
bq zijn te bouwen woning hoek Voor- en
Badstraat.
Do benoeming van een onderwijzeres aan
de Burgerschool te Katwijk aan Zee wordt
aangehouden, omdat B. en Ws Het met den
avr -schoolopziener niet eens zijn kunnen
worden in zake de voordracht.
De aftredende leden der ooramissio tot
wering van school verzuim, de heeron J
Hueting. H J Bokhorst. T. Muller L.
M van der Valk en H. Weiland <c Kat
wijk aan don Rijn, cn H. E. de Ru'tor
Zijlker J Holtrust, R. Ouwohand en O L
1 Walter to Kntwiik aan Zee. worden daarna
bij acclamatie als zoodanig herbenoemd.
Het verzoek van den heer mr. O. J. E.
baron van Wassenaer van Catwijck om een
deel van den z. g. Vreugde weg in eigen
dom te mogen hebben, werd voorgelezen
en eveneens mededeeling gedaan van de
voorstellen, die B. en Ws. voorloopig den
beheerder der eigendommen hadden ge
daan, waarna hot verzoek werd gerenvoy-
eerd naar het Dagclijksch Bestuur ter fine
van advies, terwijl het verzoekschrift met
de stukken inmiddels voor de leden zal ter
visie worden gelegd.
Aan de orde kwamen nu do voorstellen
tot uitbreiding der gasfabriek. De voorzit
ter deelt mede, dat aan den cbrecteur der
stedelijke gasfabriek te Leiden is opgedra
gen het maken van een plan voor uitbrei
ding der fabriek zoowel nu als in de toe
komst, dat dit plan dezer dagen is ingeko
men, doch de tijd heeft ontbroken om het in
geheel reeds te bcstudeeren. Waar editor
ovenbouw cn uitbreiding van retorten in de
allereerste plaats reeds dienen ter hand ge
nomen, stelt dc voorzitter voor daartoe
reeds nu te besluiten, onder modedeoliug,
dat de kosten hiervan worden geraamd op
pl.m. 6500. De heer Lange vraagt of het
niet aanbeveling verdient reeds nu tot ge-
heelc uitbreiding over to gaan, daar hij vij
and is van brokwerk. De voorzitter ant
woordt hierop, dat het in de bedoeling ligt
in do volgende vergadering de goheeJo uit
breiding te behandelen, dooh dat de oven-
bouw tot spoed dringt, waar dezo voor Mei
moeten opgeleverd zijn, daar de exploitatie
latoro oplevering in verband met de groote-
ro productie tijdens het badseizoen niet ge
doogt. Mei algemeeno stemmen wordt tot
uitbreiding deT retorten besloten.
Do heer v. d. Gugten klaagt er over, dat
er wel eens gas vermorst wordt, getuige deze
morgen, toen do lantaarn om halfze
ven nog brandende waren. De voorzitter
zoowel als do hie er Meerburg verklaren, dat
dit alsdan een nalatighoid van den blusscher
is, dio zijn uren van aansteken zoowel als
blussohen weot.
Klaagde de heer v. d. Gugten ovor roeke
loosheid, de heer D. W. Ouwohand deed
dit daarentegen over zuinigheid waar vol
gens zijn verklaring op 6 Januari 1.1., niotr
tegenstaande de maan toen om negen uren
opkwam, sommige lantaarns niet hebben
gebrand, zooaJs dit bij licht© maan gebrui
kelijk is; do voorzitter zegt een onderzoek
toe.
B. em Ws. stollen den Raad voor de
roaring voor het gebouw hoek Voor- en Bad
straat te bepalen op 1.20 uit don trottoir
band Voorstraat en 1.05 uit do keien Bad
straat; langs Noordwijkorweg op 6 M. uit
den weg; bij het Paviljoen: op rijweg naar
die inrichting aldus besloten.
Alsnu kwam in behandeling de verorde
ning op de zeewaardigheid van visschers-
vaartuigen. Aan de algemeene beschouwin
gen werd deelgenomen in de allereerste
plaats door den heer D. Ouwehand Az., die
niet inzag dat dezo regeling van de gemeente
moet uitgaan, en daarenboven, meende spre-
kor, dat de visschers zelf het best met don
toestand van een vaartuig op de hoogte
zijn, en geen zee kiezen wanneer de toe
stand van het 6chip reden tot vrees geeft
en daarenboven vindt hij dat assuradeuren
of onderlinge verzekeringen in de allereer
ste plaats naar de zeewaardigheid een on
derzoek hebben in te stellen.
Do heer Willemso verklaart, dat hij hot
daarmede eens is cn vreest dat deze verorde
ning tot veel moeite en last zal aanleiding
geven.
De voorzitter, beide sprekers beantwoor
dende, vraagt in de allereerste plaats: wat
is hot doel? De grondslag, de bedoeling is
om don algemeenen indruk omtrent do zee
waardigheid der visBohorsvaortuigen gun
stiger te maken; thn.n» worden ze maar al
to vaak als drijvende doodkisten beschouwd
en dio beschouwing heeft over het algemeen
een nadeeligon invloed uitgeoefend; de ach
ting voor het vissoherebedrijf is boleedagA
en daaronder lijden do vereenigingon, die
tet doel hebben, de nagelaten betrekkingen
van de verongolukten visschers te steunen
enz. Tegen dien laster moet opgekomen
wordön en daaruit is de verordening voorts
fevloeid. Wij Katwijkers vreezen geen on-
ersook voor onzo bommen, daar wij weten,
dat die in allo opzichten voldoen cn daar
om kan dan ook van Katwijk deze verorde
ning het beste uitgaan. Assuradeuren, oe-
kend als premdeelikkcrs, kunnen in deze
niet al« beoordeelaars optreden; hun is hert
te doen met dc agenten om do premie; doze
zijn gewogen, maar te licht bevonden al(
zoodanig, daar liij hen andere belangen
voorteitten. Onderlinge verzekeringen kun-
non hier evenmin handelend optreden, daar
bij niet-zeewaardigheid het vaartuig alsdan
nog tor vissohcrij kan afvaron. En daarom,
waar deze verordening ec-n goedo zaak re-
galt, kan het geen kwaad, dat Katwijk in
deze de kat do bel eens aanbinde.
De heer D. Ouwehand, nog eenmaal het
woord bekomende, golooft niet, dat er ree-
ders zijn, die hot onderzoek vreezen, doch
daarop moet niot te veel worden ingegaan,
en hij ziet de noodzakelijkheid dan qpk niet
m; hij is eT niet togen, maar ook niet voor.
Alsnu wordt overgegaan tot de artikelB-
gowijze behandeling der verordening. Bij
art. 7 wordt voorgesteld, dat do aanvraag
tot onderzoek minstens 24 uren vóór afvaart
van het vaartuig moet geschieden, welk
amendement van den heer N. Parlervliet
wordt aangenomen. Geen der overige arti
kelen geeft aanleiding tot nadere opmer
king. zoodat de verordening daarna en
wel mot algenieene stemmen werd vast
gesteld
Een verordening op do bermen wordt
naar aanleiding van een opmerking van
Ged. Staten opnieuw vastgesteld, terwijl
ton slotte dc beer 0. Wassenaar wordt bé-
noemd tot lid der commissie voor onder
houd van den Rijnsburgschen grindweg.
Bij de gebruikelijke rondvraag verkrijgt
de heer N. Parlevliet het woord en verzoekt
deze dat de bommen dit jaar tot 16 Mei
a. s- op de strand reep mogen geplaatst blij
ven. De voorzitter deelt mede, dat in ae
laatstgehouden vergadering van B. en Ws.
tflQ.ort.,0 rculi. nrva