No. 13499 LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 24 FEBRUARI. - DERDE BLAD. Anno 1904 PERSOVERZICHT. Tweede Kamer. FEUILLETON. Grel outer cl. re universiteiten mogelijk maakt on groot-er vrijheid van beweging waarborgt. Spr. ver schilt met den heer Van clor Vlugt in mee ning over de methode van onderwijs aan do openbare universiteit en stelt deze verschil punten in het licht. Hij beroept ach op de uitgesproken ineeming van een professor in do theologie te Leiden, die op een verga dering openlijk gezegd heeft, dat or van een theologische vorming heden ten dago nierta terecht komt. Sprekor cn velen met hem hebben dan ook de oprichting van een universiteit op Gereformeerden grondslag met genoegen gezien. Spreker juicht het toe, dat de Regeering dit ontwerp heeft ingediend, mede omdat het voor de open bare universiteiten nieuwe wegen opent. Door de jongste benoeming van een hoog leeraar in de theologische faculteit te Utrecht heeft de minister bewezen die far oultoit niet als het onbetwistbaar domein der rationalisten te beschouwen. Met bij- zondoro leerstoelen is ook spreker zeer in genomen langs dien weg kan van het theo logisch hooger onderwijs nog iets terecht komen. Gaarne zou spreker zien, dat het particuliere initiatief eventueel op steun der Regecring mocht rekenen. De Nieuwe Rotterdamsche Courantspro- kende ovor samenwerking van allo rvrijzinnigen, zegt o. m. „Wij vorkeeren niet meer in hot stadium, dat do hoop op een mogelijk vergelijk, op een oplossing, waarbij van beide zijdon iets wordt toegegeven, nog gegrond kan worden op ccndge algemeen© beschouwingen en en kele uitdrukkingen en memorie n van toe lichting of aan do bespreking van aan het onderwerp gewijde tijdschrift- of dagblad artikelen Wij zelven hebben bij de beoor deeling van een en ander horhaaldelijk onze volle instemming betuigd met hetgeen door een tegenstander van onzo bakende ziens wijze als beginsel, algemecne regel of uit gangspunt werd vooropgezet; maar wij kwa men bij de toepassing en de uitwerking tot een tegenovergestelde conclusie. Thans ken nen wij de vooretellen der sooiaal- en vrij- zinnig-demoonatisohe partijen en liet rap port van de door do „Liberale Unie" be noemd© oommissi© met de toelichtingen. Wij weten nu vrij precies wat van die zijde wordt gewenscht. De tijd ligt achter ons, dat men toenade ring kon hopen, zooals do Provinciale Gro- ningcr Courant nog eens beproeft, op grond, dat d© vrijzinnig-democraten toch ook geen aJ lom anski es recht'aanbevolen, maar hot kiesrecht willen onthouden uud hen, die om ovorwegende redenen van algemeen belang daarvan moeten worden uitge sloten, terwijl van don anderen kant het evenmin met dc feiten als met hot liboralc beginsel in harmonie kan worden geacht, dat, gelijk rar. Van Houten schreef, „eer lijk, rond cn voorgoed" van vordorc uit breiding van kiesrecht voor de mannelijke bevolking zou moeten worden afgezien. Geen uitsluiting dan op grond van hot algemeen belang nemen zij ook aan, die van verdere uitbreiding van kiesrecht niet willen we ten, omdat huns inziens hot algemeen be lang do uitsluiting vordert van hen, die aan geen der bestaande eisohen voor de toe kenning van het kiesrecht voldoen; en wat betreft de woorden „voorgoed", door mr. Van Houten gebezigd, wij kunnen zeker niet aannemen, dat die zijn op te vatten in den zrin van voor altijd. Dat voor a' tijd en nooit woorden zijn, di© de ge schiedenis niet kent, zal ook do heer Van Houten niet betwisten. Wat over de zaak geschreven wordt, wordt gosohrevcn met het oog op dozen tijd, op bestaande toestanden, op een zekoro phase van ontwikkeling, waarin wij vorkccren. Wat verder reikt lxhoort aan de toekomst, en niet aan hot thans levend geslacht. Zien wij, voor hoevelen van hen, die het niet bezitten, het kiesrecht verkrijgbaar zou zijn, zoo zij niet door craverechilligheid of onwil om vensehuldigdo belasting te betalen wer den teruggehouden, dan zien wij zeker ook geen reden om dc kenteekenen van welstand of gesch ikheid lager te stellen; cn eon over wegende meerderheid onder de kiezers te bezorgen aan hen, die aan geen van die eieohen voldoen, achten wij niet i» het al gemeen belang." De Nieuwe Rotterdamsche Courant liaaJt dan mot instemming aan do woorden, over deze materie door mr. Plemp van Duivo- land in Onze Eeuw geschreven, dat men ons volk op den waren weg moet loiden „door ontwikkeling zijner eigen geestelijke en moreelo kracht, en eerst als het door kenteekenen van gesohikthoid .en welstand die veel gesmade woor den zijn vol beteekenie vertrouwen toont te verdienen, l*2>t al den invloed te geven, dien onze tijd oisoht". Dat hot vrouwen kiesrecht een middel zou zijn om tot over eenstemming to komen, wordt reeds wcor- sproken door het feit, dat mr. Patijn op do Haagsohe vergadering zei, dat de be handeling daarvan zou zijn een vooruit- hollen, tientallen van jaren op den tijd, waarop dit denkbeeld misschien, on dan alleen nog maar ten aanzien van do onge huwde vrouw, verwezenlijkt zou kunnen worden. Het blad besluit zijn beschouwing aldus; „Zoo staan de zaken. En nu zou men, dit wetende, toch het vereonigingspunt voor allo liberale groepen moeten zoeken in het kiesrecht. Waarom! Omdat mr. Drucker op 6 Deoember 11., sprekende namens de vrij- zinnig-domocratenin de Tweedo Kamer heeft verklaard: „Ik sta op het standpunt, dat voor mij ón nu ón in 1G05 geen program aannemelijk is, waarop niet voorkomt do Grondwetsherziening zoo zij niet inmid dels al bereikt mocht wezen om te ko men tot tookonning van algemeen ki ^rcoht aan allen, die niet oan overwegondo rede nen van algemeen belang daarvan moeten worden uitgesloten.En omdat, zegt do Prov. Gron. Crt., „ook van do „Liberale UniVallos eerder is te onderstellen, dan dat zij, mot verloochening van haar heelc verleden, do kiesreohtvraag eenvoudig op zijde schuiven zal." Wij gaan stellig niet tc vor, als wij zog gen, dat de „Liberale Unio", niet do kics- rechtvraag op zijde schuivend©, maar do ur gentie-vraag lotende ruston, moor in over eenstemming dan in strijd mot haar verle den zou handelen; maar als zij, wetend© hoc or door andere liberalen over dat punt gedacht wordt, zich bij de vrijzinnig-demo craten mocht aansluiten, dan zal het ook duidelijk zijn, dat zij een standpunt gaat innemen, waarop zij weet, dat geen over eenstemming te vinden is. Wie dit doet met bewustheid, met kennis van zaken, zoekt geen overeenstemming cn geen vergelijk. De ProvGron. Crt. verklaart „van het eerste tot het laatste woord" deze uitspraak van mr. Van Houten t© onderschrijven: „Do liberale vaan lean slechte overwinnend zijn, als allen gezamenlijk gaan strijdon voor de zaken, waarover zij het eens zijn of liet eens kunnen worden." Zoo is het in derdaad. Maar als dat waar is,, dan is het ook duidelijk, dat in do liberale vaan an dere zaken geschreven moeten worden dan Grondwetsherziening om te komen tot alge meen kiesrecht. Daarover zijn do liberalen hot niet eens en~ kunnen zij hot niet eens worden. Wie dat niottemin blijft eischon, maakt de aaneensluiting onmogelijk." Het Vaderland zegt naar aanleiding van dit artikel van de Nieuwe Rotterdamsche Courantwaarin dit orgaan don ci6ch „Grondwetsherziening", om daardoor tc komen tot algemeen kiesrecht, als liberale verkiezingsleuze voor 1905 afwijst, onder meer het volgende: „Geconstateerd zij dit alleen, dat dc Nieuwe Rotterdamsche Courant vierkant weigert mee te doen aan dc verruiming van het kiesrecht. Een weigering, dio niet verbaast en waar van do spoed, waarmee zij gegeven wordt, zelfs waardeoring verdiont. To wensclïen is, dat nu ook elders men zich oven duidelijk uitspreko, opdat de „Unie''-rapportcurs cn hun medestanders weten op wio zij staat kunnen maken. De Nieuwe Rotterdamsche Courant te van nu af van het lijstje geschrapt. Het nieuwe kiesrecht zal er moeten komen zon der haar cn zonder dc liberalen van haar type;> Wij haddon hot liever anders gewild. Maar ook de tegenstand van „vrije" libe ralen zal de zegepraal van een echt liberaal beginsel op don duur niet kunnen tegen houden. De „Unie-"mannen zullen het zon der hen weten to stellen." Leiden, 24 Februari. De classis Arnhem dor Gerof. kerken heeft besloten do geestolijko belangen to be hartigen van pl.m. 60,000 Nederlanders, dio grootendeols door fabrieksarbeid in Rijn-Pruisen hun werk hebben. Do classis heeft besloten de korkon in Nederland uit te noodigen vaste contribution voor dezen arboid verkrijgbaar to stollen. Het dool i* nl. Nedorlandscli© Gereformeerde Gemeen ten tc stichten. H. M. dc Koningin meldde met belang stelling van dit werk konnis genomen to bobben. H. M. do Koningin-Moedor heeft dozen arboid reeeds vroeger financieel ge steund. Ook do ministers van binncnland- scho en buitonlandsoho zaken en onzo gezant to Berlijn zonden eon schrijven, mcldendo hun belangstelling in dit werk. Op do aanbovoling voor do betrokking van rector van het gymnasium to Lecuwar de<n staan: dr. H. F. Th. Ringnolda, prao- ooptoT aan hot gymnasium; dr. J. A. P. Lovenkamp, conrector van liet gymnasium to Dootinohom; dr. J Niomeijer, pracceptor van het gymnasium to Kampen. Dr. W. F. H. Coenen, conrector van liet gymnasium, had verzocht niet als rector in aanmerking te worden gebracht. Do arrondissements-schoolopzionora worden door de Leerplichtwet zoozeer met administratieve werkzaamheden overstelpt, dat velen zoo goed als geen tijd meer over hobbon oin do scholen in hun arrondisse ment to bezoeken. Eenigo weken geleden ontvingen zij van het Centraal Bureau voor Statistiek een verzoek c*m tal van opgaven in zake do werking dor Leerplichtwet to verstrekken. Dc invulling dozer staten zou een goruimen tijd in beslag nemen. Daarom is dan ook op do algemeen© bijeenkomst •van schoolopzieners uit alle deolon des lande onlangs te Utrecht gehouden, mot eenpa rige stommen besloten de gevrnagdo gege vens niet te verstrekken. Naar aanleiding van do in dagbladen godan© mededeeling dat do Japansohe ge zant bij ons Hof wellicht zou pnotesteeren tegen conigo zinsnedon in dc rede van Graaf Moorawioff, Maandagochtend na do uit spraak van liet Hof van Arbitrage gehou den, meldt men van bevoogde zijdo dat het indienen van dergelijk protest bij do Regec ring te een en mal© is uitgesloten. Do No- dorlandsoho Regeering toch heeft geen bevoegdheid dergelijke klachten voor hot Hof van Arbitrage in ontvangst tc nomen. Nader moldt mon ons uit Den Haag ,dab hot protest van don Japanschen gezant zou gericht worden óf aan don raad van de ad- ministratio van hot Arbitragehof, óf aan do mogendheden, dio tot do overeenkomst van 1899 zijn toegetreden, óf wol aan beiden Intussahcn vorluidt hot, dat de Japan6chs gezant zijn regeoring mot do zaak in ken nis gesteld beeft en instructies t© Tokio ge vraagd zou hebben. Van hot antwoord zal het afhangen of or aJ dan niet stappen zul len worden gedaan. Men schrijft uit Enscliedco aan het „A.H.": Bij kerkelijk roglemont dor No dend.-Horv. Gemeenle alhier ia bepaald dat niemand do morgen- of avondbourt mag bijwonen dan op vertoon van een bewijs, dat hij óf een plaats heeft gehuurd óf op cons anders plaats mag zitten; terwijl hij ook een kaartjo aan don ingang der kerk kan koopen. Do galerijen zijn vrij. In de gang on mag niemand staan. Zondag deed zioh in den morgenbeurt con incident voor. Er waren cenige perso nen,dio niet aan gezegd reglement volde den, on doze worden onder protest uit liet gebouw verwijderd, zoodat do predikant tot stilt© moest aansporen. Alkomndo. Ter Gemconto-Sccrctario zijn vóór of op 15 Februari 1.1., tot plaat sing op do kiozcralijst ingeleverd het na volgend getal aangiftebiljetten: Huur- of woning-kiezers 39, loonkiezors 109, als in wonende zoons 57, pensioen-kiezers 1, spaarbank-kiezer8 3 en cxamen-kiczcrs 2» totaal 211. Vervolg der vergadering van Dinsdag namiddag. Hooger Onderwijswet. De algemeen© beraadslaging wordt voort gezet. De heer De Savornin Lokman, tot de (vrijheid van onderzoek komende, vindiceert voor iederen hooglecraar de volkomen vrij heid van onderzoek en ontkent tegenover flon heer Nolens, dat een professor aan een ftijksuniversiteit» die Roomsch-Katholiek weid, verplicht zou zijn om af to treden. Volstrekt niet. Hij zou alleen zijn verande ring aan zijn studenten moeten verklaren. Dit geldt evenzeer voor den natuuronder zoeker, die tot een andere conciusie is ge komen. Met genoegen heeft Spr. gehoord, dat het Calvinisme in core hersteld is. Wel- )iu, ook dat is te danken aan het onderzoek van mannen, opgeleid aan onze openbare ■universiteit to Leiden. Spr. ontkent daar om, dat de profossoren zijn propagandisten pVoor do rationalistisch© richting. Wat do benoemingen betreft» geert; Spr. toe, dat wij langen tijd beheerscht zijn door het den kend deel der natie», onder wie prof. Buys een eoreplaats heeft ingenomen. Hij was een propagandist, maar hij leidde zijn dis cipelen zóó op in vrijheid van denken, dat hij zijn felste bestrijders hier om en achter 'hom ziet. En wanneer men zegt, dat onze openbare universiteiten zijn ontzield, door- jdat men de theologisch© faculteit heeft ach teraf gezet, dan geeft Spr. dat too. Bijzon- tier© leerotoelen kunnen echter aan die gi-iof to gemoetkomen. Zijns inziens moeten allo faculteiten aan een universiteit tot haar recht komen en eerst dan zal zulk een 'inrichting zijn, wat zij moet zijn. Wal nu Te-treft de bijzondere universiteit, daar zijn idc hoogleerarcn gebonden aan dc mcening dor contribuanten. Als men daar bijv. be zweert, dat dc doodstraf niet door Gods AVoord wordt geciscu*, dan komt men in ^trijd met de Goref or meerde beginselen. (Dat moot leiden tot onoprechtheid. En daaraan staat een hoogleeraar, wanneer hij voor zijn overtuiging uitkomt» elk oogen- blik bloot. Hij moet op allerlei vragen ant woorden. Wil hij den moed zijner overtui ging hebben, dan moet hij genadebrood eten. En dat dit aan dc openbare universi teiten niet kan voorkomen, daarom zijn dit zulke schoone inrichtingen. Men wil de Jongelieden, die vrijheid van hun keuze moeilijk maken, en dit acht Spr. verkeerd, waar zij telkens in het leven voor een keuze staan. Daarom, al kan do bijzondere uni versiteit voor volon nuttig zijn, zij staat achter bij de openbare universiteit. Spr blijft opkomen voor do vrijheid en vraagt die voor alle kringen der maatschappij. Hij heeft persoonlijk het bijzonder ondor- .Wijs beschouwt als aanvulling van andor ion denvijs ,cn steeds heeft hij zijn studenten aangemaand om zich heen te zien en het geen zij niet bogropcD to vragen aan hun professoren. Ton slotto herinnert Spr. or aan, dat liij ld© Vrijo Universiteit heeft vorlaten, omdat hij zich niot wilde laten binden aan do mcc- ning van contribuanten. Heeft Spr. nu do openbare universiteiten verdedigd, thans iwil hij zeggen waarom hij zeer warm voor dit ontwerp is. Voor rogeling van rechts positie van de bijzondere universiteit is dit ontwerp niet noodig, want die is geregeld do wot van 187G. De effectus civilis be hoeft niet aan do bijzondere universiteit ge- igeven te worden, om haar concurrentie ge makkelijker te maken, maar om haar gelijk te stellen met do openbare. Voor velen is het een groot beawaar om t.wee examens t© doen. Eigenlijk zou Spr. den geheel en ef- lïeotus civilis wel willen afschaffen. Hij is niet noodig, want do maatschappij is ver standig genoeg om do personen t© kiezen, welke zij noodig heeft. Spr. heeft or al eens Over gedacht, waardoor hij vervangen zou kunnen worden. Hij heeft do vraag over- i wogen of ook voor ons land niet ware in te i.Voeren een jury mixte, gelijk in België, maar deze heeft daar niet voldaan, zoodat hot niet wensohelijk is, dien weg in te ©laan. Spr. zou het 't best© achten, wanneer de doctorstitel alleen een wetenschappelijke beteekenis liad en voor hot practische leven 6) „Wacht, Gerda, ik kom bij je." Hij zoekt »èen open plekje in de omheining cn wringt ïzich behendig daardoor heen. En 'daarna wandelen beiden, elkaar innig omvat hou- ;!dend, door het door dc maan verlichte park 'en hij zegt troostend, dat Jena, waar hij (nu zal gaan studccren, immers niet zoo ver weg is, en stort bij haar zijn hart uit, hoo hij altijd nog hoopt, dat zijn voogd zijn enieekbeden verhooren en hem naar het con servatoire zenden zal. Zij luistert naar hem met een gezichtje, dat steeds zijn bedroefde uitdrukking behoudt. „Gij zult niet terugkomen, zult ons ver geten." „Ik vergeet je niet," 6preekt hij haar met een ernst tegen, welke niet met zijn 'leeftijd strookt. „Ik kom weer, als ik het tot wat goeds heb gebracht en haal j'e. Zal het zoo zijn, Gerda?" „Zoo zal het zijn!" juicht zij en slaat de armen om zijn hals. Er is veel kinderlijk gejubel in haar stem, maar ook nog iets anders, dat hem zalig maakt. En hij buigt zijn hoofd en kust de purperroode kinder lippen, niet vurig en hartstochtelijk, maar zacht en teeder, zooals men de bladeren van een bloem kust. Hellmers voelde zich plotseling bij den arm grijpen en met kracht op zijdo trekken. Een equipage suisde vlak langs hem heen. WA1« gij met open oogen wilt droomen. zou hij een examen-commissie willen instel len, bestaande uit professoren van verschil lende fractiën. Het tegenwoordige examen aan de universiteit is toch niet anders dan een groot woord, zonder eenigen waarborg voor de wetenschap. Een repetitor kan iedereen klaar maken voor eon bepaald examen. Aan een dissertatie hecht Spr. ook niet zulk een groot© waarde, al heeft dc Vrij© Universiteit haar goeden naam voor een deel te danken aan de vele voortreffe lijke dissertatie®, welke van die inrichting afkomstig zijn. Met bijzondere leerstoelen betuigt Spr. zijn ingenomenheid cn hij dankt den minister voor het voorstellen daarvan. Gaarne zal hij daarvoor subsidie geven, want stelt men die in, dan moeten or voor hen ook afzonderlijke lokalen zijn om hun onderwijs te geven. Ten 6lott© vraagt Spr. aan de linkerzijde om mede t© werken tot het verzekeren van die vrijheid aan do rechterzijde, waarop zij recht heeft, anders zal zij blijk geven van een vrijzinnigheid, die de vrijheid niet aandurft. (Bravo's). Do heer Brummelkamp leest een redevoe ring voor, waarvan bijna geen woord to verstaan ia De Voorzitter hamert en verzoekt stilt©. De heer Brummelkamp vorvolgt zijn lo zing cn zegt dit ontwerp niet te beschou wen uit een oogpunt van partijzaak, maar uit oen oogpunt van nationaal bolang. Spr. betoogt» dat toekenning van den offcctus civilus een ©isch der rechtvaardigheid is, omdat cr andora van de vrijheid niets te recht komt. Door de bijzonuero universiteiten kan op het gebied der levensvragen een zuurdeesem doordringen in de gansch© maatschappij Legt men die universiteiten aan banden, dringt men haar concurrenten op, dan stremt men haar ontwikkeling, legt men haar lood op do vleugels cn verlaagt mon het onderwijs tot instrument dor politiek. Er is tweeerlci wetenschap, uitgaande van tweeërlei grondbeginsel Vrijheid van be weging worde evenzeer der gcloovigo weton- sohap vergund als aan die der Rijksuniver siteiten. Aan do openbare universiteit heb ben beurtelings het rationalisme, het natu ralisme cn het materialistisch pantheisme de publieke opinie beheerscht. Propaganda bij het onderwijs is niet kwaad. D<? weten schap moet steeds propaganda willen ma ken. Een wetenschap, dio niet beslag logt op do geesten, verliest de kroon van het hoofd, kampt in de lucht, doet donken aan de sykophanten, die beweerden, dat wit zwart» zwart wit was, en ontaardt in scholastiek. Geeft roept Spr. daarom uit geeft aan do bijzondere univoreiteiten, den. effectus civilds on ons volk zal u dank baar zijn. D© heer De Ridder betuigt den minister dank voor den mildon materieel on en roy- nlen steun aan het openbaar universitair onderwijs gegeven, zich daarbij aansluiten de bij hetgeen door don heer Röell daarom trent is gozegd. Die steun bewijst, dat dezo minister een breed standpunt inneemt; daarom ook valt het spreker gemakkelijk om voor dit ontwerp te zijn ©Vfijials do heer Van Idsinga, met wiens rede sprekor zich grootendeols kan vereenigen. Waar de heer Röell ook als curator van een Rijksuniversiteit opkomt voor het open baar universitair onderwijs, acht sprekor dit verklaarbaar; maar als volksvertegen woordiger is hij ook geroepen op te komen voor dc belangen van het bijzonder onder wijs. Dat de waarborgen, in het wetsontwerp neergelegd, onvoldoendo zouden zijn, kan spreker niet inzien. Men moet niet over hot hoofd zien, dat het minima-waarborgen zijn. Het geldt hier eenvoudig een vraag van recht en billijkheid. Uit dit oogpunt i® het ontwerp dan ook niet bestreden, doch enkel op utiliteits-gronden. In elk geval zal de onvermijdelijke drang om aan be vullen het aantal hoogleeraren en faculteiten de ver schilpunten tusschen do inrichting van bij zondere ©n openbare universiteiten gaan deweg geheel doen verdwijnen Dc heer Talma betuigt zijn sympathie met dit ontwerp, omdat het in de eerste plaats meer vrijheid geeft aan het hooger onderwijs; vorder hot bestaan der bijzonde- doe het dan thuis op je kamer," zeide Klaussen scherp, „op het slotplein ie dat geen genoegen zonder gevaar." „Ik geloof bijna, dat gij mij voor over reden te worden hebt behoed." „Dat geloof ik ook," bromde Klaussen, „waaraan dacht gij toch eigenlijk?" Een uitdrukking van verlegenheid gleed vluchtig over Hellmer'6 gelaat. „Ik? O, niets bijzonders, een herinnering uit de kin derjaren..." en plotseling een besluit ne mend, voegde hij cr bij „Zeg eens, hebt gij na het ontslag van minister Holmstrom zooals gij weet, was hij de gunsteling van den groothertog van Hessen-Kassei ooit weer iets van hem gehoord?" „Ik herinner het mij niot; alleen weet ik, dat hij na zijn ontslag voor langen tijd op reis is gegaan. De man had voor mij iets zeer onsympathieks." „Hij heeft een dochter," zoidc Hellmers aarzelend. „Dat is nu juist niet zoo iet© merkwaar digs. Maar wat is er met dio dochter?" Hellmers' gelaat werd plotseling ondoor grondelijk. „O, niets, ik dacht, maar la ten wij dat." Klaussen had hem opmerk zaam gade geslagen; nu trok hij een spot tend gezicht. „Ik geloof, dat gij sentimenteel wordt, 't wordt hoog tijd, dat gij eens in den le vensstroom onderdompelt. Maar, hier zijn we bij de restauratie. Gaat go mee naar bo ven? Niet? Nu, dan tot weerziens, Donder dag." „Tot weerziens." IV. De vroolijke carnevalsmaand had met een scherpen Westenwind cn dichte sneeuw jachten haar intocht gehouden. Voor dc vil la van den heer Holmstrom lag de sneeuw hoog. opgestapeld. Den ouden, verhitterden man, die binnen in zijn leuningstoel bij den haard zat, was dio witte massa juist naar den zin; in zijn somber gemoed welde dc hartstochtelijke wcnsch op, dat dc sneeuw zich steeds hooger en hooger mocht opsta pelen, totdat hij een soort van Chineeschen muur zou vormen tusschen'hem en de men- schen. Hij haatte do menschen ,want zjj waren gelukkig en als zij 'dat niet waren, dan streefden zij er naar het te zijn cn bereik ten dat doel ook somwijlen; dat was het, waarom hij hen benijdde, want in hem was het leeg, als uitgestorven. Buiten klonk het vroolijk gerinkel van belletjes, hij lette er niet op; het kwam na der en nader, een elegant© slede hield op den rijweg stil. De koeteier wees met zijn zweep naar do villa van de familie Holm strom en hielp den heer, dien hij gereden had, bij het uitstappen. Deze zeide met een stem, welke gewoon wn© to bevelen: „Haal mij precies om twee uur tien minuten voor den trein naar Stuttgart af." Daarop schreed do groote, aristocratische, in eon pelsjas gehulde man op do villa toe cn trok aan de bel. Den knecht, die hem opendeed en in de vestibule leidde, gaf hij zijn kaartje. „Heinrich graaf Hersfold, hofmaarschalk van Zijne Hoogheid, den hertog van Cassel," stond 'daarop. Twee minuten later trad Gustaaf, de oude knecht, d»e reeds jarenlang in dienst bij do familio Holmstrom was geweest, do kamer van zijn meester binnen. Do hand, waarmede hij het zilveren blad vasthield, waarop het kaartje lag, beefdo. Werktuiglijk* greep Holmstrom naar het laatste, zijn blik gleed er ovor hoen. Een rilling voer door zijn lichaam, hij las nog eens 'daarna hief hij het hoofd op cn zijn somber oog ontmoette ongeloovig twij felend, vragend, den bezorgden bak van zijn knecht, welke onafgewend op hem was gericht. „Wat is dat?" mompelde Holmstrom. „Men bezoekt dooden toch niet?" Hij lach te schamper. „Wat wil hij bij den dooden man?" Zijn blik gleed weer over het kaart je. „Graaf Hersfold? Ja, ja, ik weet was juist mijn vriend niet te veel vrijzinnige denkbeelden, to veel eigenzinnigheid, maar een heldere kop, een flink man, ja, ja". Hij verzonk in gepeins. Het was eenige seconden stil, toon hief de oude knecht het grijze hoofd op. „Do graaf wacht," zeide hij vermanend. Holmstrom schrikte op. „Ga, haal hem, 'k wil hoorcn wat hij van mij verlangt van den ex-minister." Hij was opgestaan on terwijl de knecht weg was, nam hij voor zijn schrijftafel plaats; stijf, kaarsrecht evenals vroeger, maar in zijn smalle bandon was een zenuw achtige onrust. In de gang klonk een haastige, vastbera den voetstap, Gustaaf opende de deur en daarna stonden dc beiden, die elkaar in zulk een tijd niet hadden gezien, tegenover elkaar. Een seconde lang sprakeloos: Beiden bond de verrassing de tong. Holmstrom herkende in deze imponeerendc persoonlijk heid den jongen heethoofd niet meer, dio hem vroeger dikwijls tc doen had gegeven, on op het koele, gladde hovel ingsgelaat van don jongste verscheen een uitdrukking van ontroering. Dus, dat was er van den voormaligon machtigen en gchaten minister geworden: een gebroken, vervallen man. Aan een plotselinge opwelling gevolg gevend, stak hij hem dc hand toe. „Sta een ouden kennis toe, naar uw welzijn te informeeren, graaf." Holmstrom verzocht zijn gast, met ccn korte handbeweging plaats tc nemen. „Mijn welzijn'", herhaalde hij met zijn diepe, wrevelige stem, „wel, u ziet immers, hoe het mij gaat." „Ik zie tot mijn diep leedwezen, dat gij ziek zijt geweest, graaf." „Geweest? Ik ben het, ongeneeslijk!" „Zoo moedeloos? Moet ik u aan uw lic- velingsgezegdo herinnoren: „Slechts dio zaak is verloren, welke men opgeeft?" „Die tijden zijn voorbij. Mijn wilskracht is gebrokon." Hcrsfcld zag nu iu, hoe moeilijk de op dracht was, waarvan hij zich moest kwijten. Dc man daar voor hem, was werkelijk een ornstigc zieke; hij moest voorzichtig te werk gaan. En dus begon hij van eenigo veranderin gen aan het hof t© Kassei tc vertellen, van dc erfprinses, voor wie de graaf vroeger altijd groote vercering had gevoeld, en praatte steeds vroolijker cn levendiger, tot dat hij zag, dat het gelaat van zijn toe hoorder langzamerhand opklaarde cn zijn oogen met steeds grootcre belangstelling aan hem hingen. (Wordt iTvolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 9