V rijdajj; 13 F1 ebruari. A®. 1934. feze (§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zonen feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieele Kennisgeving. Onder onze vroede Vaderen. FEUILLETON. De "Vervolgde. pjo, 13489 LEIDSCÏÏ DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT! Voor Lalden pel week 9 Oentti per 8 maanden I Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd itfn France per poet 11.10. 1.30. 1.65. PRIJS DER ADVERTENTl&Nt Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere tetter» oaar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van '30 woorden 40 Oents oootant i elk tiental woorden meer 10 Oents.-Voor bet inoasseeren wordt 0.05 borekena. Do Burgemeester van Leidon Goleb op de artt. 8 on 9 der Gemeentewet tai de artt. 1 en 3 van het Koninklijk bo sluit van don östen Mei 1897, zooals het is gewijzigd bij dat van 10 Januari 1901; Brengt ter kennis van de kiesgerechtig den, dat de verkiezing (candidaatstelling) van één lid van den Gemeenteraad in het tweede kiesdistrict, bevattende de wijken II, V, XI en XII en de stomdietricten II, V en VIII, ter vervulling van do vacature, ontstaan door heb vertrek uit do gemeente van den heer dr. P. J. Kaiser, door Bur gemeester en Wethouders is bepaald op Z a- terdag 2 7 Fobr. a. s., de stemming zoo die noodig mocht blijken op Maandag 7 Maart a. s. en de eventueele herstem ming op Maandag 14 Maart d. o. v. Op den dag der verkiezing (27 Februari) kunnen ter Secretarie dezer gemeente bij hem, Burgemeester, van des voormiddags negen tot des namidags vier uren, opga ven van eandidaten worden ingeleverd. Deze opgaven moeten inhouden den naam, de voorletters en de woonplaats van den oandidaat en onderteek end zijn door ten minste 36 kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de inlevering geschiedt De inlevering der opgaven moet persoonlijk geschieden door één of meer personen, die deze hebben ondorteekend, terwijl do tot in vulling bestemde formulieren van deze op gaven kosteloos ter Secretarie verkrijgbaar zijn gesteld tot en met den dag der verkie zing. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 12 Februari 1904. De Burgemeester der gemeente Leiden, Herinnert belanghebbenden, dat de ter mijn van aangifte tot plaatsing op de Kie zerslijst, bedoeld in de artt. 11, 12 en 13 der Kieswet, met het oog op het invallen van den 14den Februari op Zondag, over eenkomstig het voorschrift van art. 159 der Wet, wordt bepaald op Maandag 15 Febr. a.8. on dat de Gemeenbe-Secretarie op dien 'dag tot dat doel zal geopend zijn tot des jaachhs 12 uren. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 12 Februari 1904. De heeren leefden gistornamiddag reeds onder de nieuwe bedeeling, gevolg van het in de vorige zitting vastgestelde reglement van orde op de vergaderingen. Zoo lag de presentie-lijst nu voor - heeren gereed op een tafeltje, wat tegen tweeën een kleine opstopping bij den ingang gaf. Vroeger word deze lijst door een bode ter tcekening aangeboden als de heeren reeds zaten. Of 'deze verandering inderdaad een verbete ring is, moet nog blijken, gisteren werd dit nog niet duidelijk. Een tweede verandering is dat nu de no tulen van de vorige vergadering niet meer worden voorgelezen. Dit is^epaald een ver betering. Want spijt alle'pathetische ver klaringen in de vorige vergadering door cenigo leden afgelegd, dat deze secretaris een bijzondere gave van notulen maken en van notulen lezen heeft» is het toch een door de jaren bewezen feit, dat niemand naar de voorlezing luisterde. Men verliest er derhalve niets bij en wint een minuut of tien tijd."Zoo kwam het dan ook, dat men gisternamiddag zoodra men gezeten was aan het werk kon tijgen. Onder do ingekomen stukken waren er een paar, waarop wo nogmaals even do aandacht willen vestigen. In de eerste plaats op het adres van het bestuur der Leidsche Melkverkoopersver. Eensgezind heid zij ons Doel", waarin .zij hun bezwaren tegen de nieuwe verordening op het melk- verkoopersbedrijf hebben neergelegd en op enkele punten wijziging verzoeken. We heb ben uit het zeer uitvoerig stuk, waarvan het slot reeds door ons werd medegedeeld, begrepen, dat hot hoofdzakelijk de wator- quaestie geldt. Voor velen is een Nortbon- pomp een niet bereikbaar ideaal; de gewo ne putten en pompen wérden blijkbaar zonder nader onderzoek van dit water afgekeurd, en zoo blijft or niets over dan duinwater, dat... geld kost en ook hierover schijnen de melkslijters zich be zwaard te gevoelen hot kan gebeuren, dat er bij droge zomers eens niet voldoend duinwater aanwezig bleek. Ik zou voorstel len, dat de burgerij in dat geval melk in plaats van duinwater ging drinken, dan zou deze waterschaarschto nog een buiten kansje voor de molkverkoopers zijn. Aan 't slot van het adres wordt de wensch uitgesproken, dat de Raad een regeling tref- fe zóó, dat do melkverkoopers er niet door worden geschaad, en de melkverbruikerB er door gebaat. Als ik dit probleem moest op lossen, zou ik er mee verlegen zitten. De Raad is met zijn een-en-dertigen om niet te vergeten 'den burgemeester en secretaris, misschien zijn zij tot dat- „kunststuk" in staat. Wij zullen met belangstelling het praeadvies van B. en Ws. afwachten. Het tweede adres, of liever de twee adres sen, waait ©r was er één van do Vereen i- ging St.-Lucas", onderafdceling van den ,,R.-K. Volksbond", en één van do Christe lijke bouwvakfederatie, onderafdceling van „Patrimonium", om de bepalingen om trent minimum-loon en maximum- arbeids tijd in bestekken vanwege dé gemeente zoo danig te wijzigen, dat het uurloon der schilders gebracht worde van 18 op 19 oents. Een uurloon van 19 oents wordt daarin billijk genoemd en do meening uit gesproken, dat de gomeeinte op deze wijze en terecht partioulieren werkgevers een goed voorbeeld kan geven. Afgaande op wat er vroeger wol eens over loonen van gemeentewege gezegd is in den Raad, zal, vreezen wij, die opvatting geen alge meen© instemming vinden. Ook in deze doen we echter best af t© wachten, wat straks B. en Ws. er van zeggen zullen. De nu volgende benoemingen geven ons geen aanleiding er bij stil te staan. OveT do heeren Hogervorst en Galjaard, die voor de benoeming als ambtenaar belast met het toezicht op do invordering dor hondenbelasting, eindelijk beiden even veel stemmen verkregen, werd het lot ge worpen, dat den eerste gunstig was. De voorwaarden, waarop B. en We. aan den heer H. Speel vergunning wilden ver- leenen tot oprichting van een kiosk voor ververschingen op de nieuwe groenten- markt, gaf zoo waarlijk nog aanleiding tot een principieel debatje over het al of niet wenschelijko der drankwet-actie. B. en Ws. stelden, zooals men zich zal herinnoren, voor, do huur aanstonds te doen eindigen, wanneer de heer Speel we gens overtreding der drankwet onherroepe lijk mocht worden veroordeeld. Daartegen verzette do heer Fockema Andreae zich. Er wordt al genoeg afgoderij gepleegd aan de Drankwet. Laat dan ook elke andere wetsovertreding hetzelfde gevolg hebben. Als er van wetten aprako is, zijn do met Mr. voor hun namen sohrijvenden or ge woonlijk spoedig bij. De voorwaardo niet laten vallen, meende mr. Aalberse, dan maar liever aan alle goden geofferd, en elke wetsovertreding met verbanning ge straft. Zijn do wetten ons dierbaar, aldus mr. Van dor Lip, niet minder eerbied heb ben we voor do verordeningen, dus dan ook die er onder begrepen. Gelukkig voor den heer Speel, dat het dien weg niet is opgegaan, de goede man zou geen oogenblik in het rustig bezit van zijn kiosk zijn uit angst voor eenige over treding. Het was waar, dat zonder nu met do Drank wet-actie te willen ooquetteeren, een Drankwet-overtreding in dit geval veel meer op den voorgrond komt dan elk an dere; de Voorzitter verdedigde het uit stekend, zelfs eon beetje al te handig, wat den heer Fockema Andreae aanleiding gaf tot een vriendschappelijk protest. Toen luohtte hij zijn hart nog even over zijn tegenzin in wotbelijko drankbestrij ding, waarin hij geen heil zag; wat in deze verkregen is, dankte hij aan do persoonlij ke actie der drankbestrijders. Do lieer Aal berse was bet daarmede niet eens on meen de, dat in deze de gemeente ook wel dege lijk een taak heeft te vervullen. In stem ming gebracht, verklaarden zich slechts vier stommen togen do beperkende bepa ling. Als wij er iets van mogon zeggen, heeft do Raad mot deze bepaling in de voorwaarden op te nomen, verstandig ge handeld. De verleiding om vooral in den vroegen morgen aan een markt, waar vole personen komen, die aan alcoholische dran ken nog do voorkeur schenken boven ande- ro ververschingen, do Drankwet te over treden, schijnt ons groober toe dan elk an dere verleiding. Aan do orde kwam nu het voorstel tot aankoop van perceel No. 10 aan het Ut-rocktsche Veer, dat de eigenaar bereid was voor een koopsom van f 5250 aan de gemeente af te staan. Hoewel de Commis sie van Fabrioage don koopprijs hoog acht te, meenden B. cn Ws. toch tot den koop te moeten overgaan. Hot tegenwoordig perceel, waarin hot hulpkantoor A van de Bank van Lcening is gevestigd, was slechts onder bezwarende voorwaarden te huur verkrijgbaar. En een hulpkantoor moest men toch op doze hoogte hebben. Staande de vergadering kwam er nog belangrijke verandering. Te elfder ure was het per ceel van de tegenwoordige hulpbank voor 3500 aangeboden. Daarin moet nog wel gerepareerd, wat ongeveer 550 zal moe- 81) In leder geval zal lit) een weg vinden, om zyn sbeonen liefhebberij tot dubbeltjes te maken. Ik heb dat nu al aaai zijn neus gezien, maar ik heb mij vast voorgenomen ditmaal den schelm in de val to laten loop en." Een kwartier later zaten wU aan de lunch tafel mot professor Forbes en eebtgenoote, die van plelzier straalden. Ik verloor den man niet uit het oog. Ik vond, dat er Iets bij zonders aan z;jn haar was; de kleur kwam my zoo vreemd voor. Do lokken, die van achteren op den kraag van zyn jas hingen, waren lichter en grijzer, dan het oveiige don- kero haar, en hoe meer ik er naar keok, des te zekerder hield ik het er voor, dat de man een pruik droeg. Ik besloot dat te onderzoekon, maar het was alsof onze gast myn plan had geraden, want hy bukte zich en drukte het hoofd tusschen de schouders, als iemand, die gewend is zijn masker voor werkelijke of schijnbare aanvallen te beschermen. Ik was zoo goheel vervuld met mijn ontdek king, dat ik dadelijk na de- koffie mijn vrouw verzocht onze gasten naar den tuin to brengen om hun d3 bekroonde dahlia's te laten kijken. En intu8schen doelde ik aan Charles en Amelia mijn vermoedens mode. „Ja, hij draagt een pruik, dat heb Ik ook dadelijk gezien," zeide Amelia. „Een heele goede pruik zelfs en op zeer Ingenieuze manior vastgemaakt. Mannen zien zulke dingen niet, maar wij, vrouwen, hebben een veel scherperen blik, en lk maak Je mijn oompllment, Sey." Charles stemde echter niet in met den mij toegezwaaiden lof. „Ezell" riep hij met zijn zoo prijzenswaar dige openhartigheid, die hom verhindert zijn gevoelens onder stoelen en banken te steken. „Hoe kon het in jo hersens opkomen, om den man cle pruik van het hoofd to willen rukken l Dat is weer net iets voor jou! Wat zou dat ons helpen? Dat hij een pruik draagt, is alles, wat wh noodig hebben te weten; we zijn dus op onze hoede. Maar we kunnen iemand toch niot in hechtenis laten nemen, omdat hij een pruik op heelt. Dat is niet by de wet verboden. WjJ kunnen niet anders doen dan afwachten of hjj odb wil bedriegen en dan pakken we hem. Het zal niet lang meer duren." We achtten het raadzaam het echtpaar zoo dicht mogelijk by ons te houden en Amelia zou hun daarom voorslaan hun Intrek bij ons te nemen, omdat de dorpsherberg toch zeker geen aangenaam verbiyf was Wy vermoedden echter, dat zy de uitnoodiging van de hand zouden wyzen, om ongemerkt zich uit de voeten te kunnen maken, ingeval zy zich ont dekt zagen. Wilden zy niet by ons logeeren, dan zou Cesarine zoo lang in de herberg onder dak worden gebracht, om daar hun doen en laten gado te slaan, torwyi onze tweede tuin man, een zeer Intelligent jongmensch, op wien wy konden bouwen, hen overdag zou bewaken. Tot onze groote verwondering namen do professor en zyn vrouw echter de uitnoodi ging aan; de herberg was zoo rumoerig, het eten zoo slecht en de bedden waren meer dan ellendig. Zy konden geen woorden genoeg vinden, om hun dankbaarheid te betuigen, en beweerden nog nooit zulke allerliefste bewoners als de bewonero van het kasteel Seldon waren, te hebben ontmoet. „Het kan majoor Clay niet zijn," zeide ik tot myn zwager." Die zou toch niet zyn In trek in ons huis hebben genomen." „Sey, je bent onverbeteriyk," antwoordde Charles. „Je zult ten eeuwigen dage de slaaf van je vooroordeelen biyven. Waarschyniyk heeft de schelm goede redenen om onze uit noodiging aan te nemon. Wacht toch eerst, totdat hy zich in do kaarten laat kyken." De volgende drie wekon verliepen zonder dat er iets gebeurde. Charles wydde zich geheel aan zyn gasten, en vooral mevrouw Forbes overlaadde hy met attenties. „U bont wezeniyk al te goed voor ons, sir Charles," zeide ze. Charles glimlachte, terwyi hy antwoordde: ,Wy hebben slechts zoo korten tyd het genoegen van uw gezelschap, mevrouw." En zy bloosde tot onder de haren. De professor hield zich uitsluitend bezig met het onderzoeken der steenen en bemoeide zich zeer weinig met de overige leden van het gezelschap. „Raadselachtig," zeide Charles tegen my. „De man is wezeniyk een genie. Hy speelt zyn rol uitstekend, 's Morgens, 's middags en 's avonds is hy aan het studeeren, en met meer y'ver dan een echte professor." Een paar dagen later kwam Charles vol triomf in myn kamer. „Eïndeiyk heeft hy zich In de kaarten laten kyken 1" riep hy uit. „Heb ik het niet voor speld? Hy ls daareven by my geweest en liet my een beel klein Ideetje van goud in een stuk steen zien, dat hy op den „Langen Berg" beweerde gevonden te hebben. „Neenl" riep ik uit. „Ja," antwoordde Charles. „Hy zegt, dat er door dien berg een ader loopt met zeer duidolyke goudsporen, zoodat het de moeite ton kosten, maar dan zal hot de gemeente toch nog 1500 goedkooper uitkomen dan wat oorspronkelijk in overwoging was ge geven. Het is te begrijpen, dat de Raad dit met beide handen aangreep. Het zeer uitvoerige praeadvies op de missive van den districts-sohoolopziener, reeds van 9 Juli 1903 datecrend, on waarin deze ambtenaar den toestand der scholen 3d© en 4do klasse zeer onbevredigend noemt, word tamelijk scherp aangevallen door den heer Sijtsma. Allereerst gaf hij zijn bevreemding er over te konnen, dat het antwoord op deze missive 7 maanden moest uitblijven. Het onderzoek der Sckool-Com- missie, die toch den toestand uit ervaring kende, behoefde zooveel tijd niet in boslag te hebben genomen. Verder betoogde hij, dat do gemaakte grieven inderdaa'd bestonden, waarop hij dan ook naar aanleiding van het adres dor afdecling Leiden van de.i Bond van Nod. onderwijzers in do vergadering van 24 Sep tember 1903 reeds voor een deel heeft gewe zen, en drong ten slotte aan op spoed bij het aanbrengen van verbeteringen. Ten slotte bracht hij in herinnering, dat een klas van do school 2do klasse reeds bijna een half jaar lang onderdak gebracht is in een school 3de klaasc, wat aanleiding geeft tot klachten van do betrokken ouders. Dat dit betoog niet onbestreden bleef, laat zich begrijpen. Do Voorzitter verde digde zich tegen het verwijt van do zaak slepende to hebben gehouden. Het ernstig onderzoek naar don toestand der privaten en waterplaatsen had voel tijd gekost on de eor dor gemeente vordordo, dat de overdre ven voorstellingen van den districts-school- opziener niet dan na grondig onderzoek word weggenomen. De heer an Hamel kwam nog op onkolo details terug; de heer Do Goejo rechtvaaruigdo do School-Oom missie en ton slotte hield do heer Pera nog een- betoog, hierop neerkomend©, dat én de schoolopziener èn de heer Sijtsma verga- ton rekening to houden met do omstandig heden. De heer Sijtsma repliceerde nog en vond in do conclusie van het pracadvios, waarin enkele verbeteringen worden voor gesteld en andere in ui.zicht gesteld, een bevestiging van do betrekkelijke juistheid dor grieven en hoopte, dat deze verbeterin gen nu eens niet lang zouden uitblijven. Na do behandeling der agenda stoldo do heer Vergouwen nog eenige vragen naar aanleiding van do kort geleden vastgestel de voro-rdoniag op het melkverkoopcrsbc- drijf. Do meeste dezer vragen zullen ook tor sprake komen bij do behandeling van het adres van do melkverkoopers, dat in handen van B. en Ws. is gesteld. Do Voor zitter volstond daarom thans met slechts kort de gestolde vragen te beantwoorden. De heer Pera zei er ook nog wat van, het geen op zijn beurt den heer Fockema An dreae weder aanleiding gaf tot een kleine opmerking en zoo gaf dit korte voorgo- veckt ons een denkbeeld van wat er straks wellicht zal gebeuren, als B. en Ws. met hun praeadvies komen. Dat het een moeilijke quaostio is, staat vast, omdat do door autoriteiten gestelde oischon van gezondheid in botsing komen met do geldelijke belangen van de molk verkoopers. Na een klacht over den slechten toe stand van enkele singels, met name de Maliesingel, een klacht, die, als wo ons niet bedriegen, ieder jaar om dezen tijd terugkeert en die ditmaal word geuit door den heor Le Poolo, waarop do Wethouder van Fabricage een onderzoek beloofde, werd 'do vergadering gesloten. Een zitting met gesloten deuren zat er nu eens niet aan vast, zoodat men tamelijk intijds uitconging. Leiden, 12 Februari. Wij vestigen do aandacht van belangheb benden op de aan het hoofd dezer courant geplaatste aankondiging, waarbij do Bur gemeester bekend maakt, dat tot het doen van aangifte om op do kiozorslijst geplaatst te worden, do gomcente-BecrcLarie Maan dag a.s. tot des nachts twaalf uron zal geo pend zijn. Gisteravond hield de Christelijke Jon- gelings-Vereeniging „Uw Bewaarder zal niet sluimeren", afd. van het Ned. Jongo- lings-Verbond, in het Wijkgebouw „Pniel" een welgeslaagde winteravond-bijeenkomst, onder leiding van Ds. J. Hoogenraad. Het programma bood veel afwisseling aan. Do voordrachten en opstellen gaven een zeer goed kijkje in het Vereenigingslevcn. Bij- zondor in den smaak vielen cenigo muziek nummers, uitgevoerd door do Vioolclub „Pniöl", ondorafdcoling der Vereeniging. Ten zeerste voldeden eenige 6olo's van den directeur der Club, onder begeleiding van piano door den heer Kooien, organist dor Hooglandscbo Kerk. Bereidwillig had do heer Boom, organist der Maro Kerk, als oud-lid der Vereeniging, zijn medewerking verleend. Hij bracht een aantal schoono lie deren ten gehoore. Het dankbaar applaus, dat den verschil lenden nummers ten deel viel, bewees wel, dat do overvolle zaal goed voldaan waa. Stellig mag de Jongelings-Vereeniging met voldooning op dezen avond terugzien. Gi6temamiddag is voor het front van hot 2do bataljon 4do regiment infanterie alhier, do bronzen medaille voor trouwen dienst door den commandant van dat ba taljon, den majoor A. W. Noorduijn, uit gereikt aan den sergeant-majoor Van 't Wout. H. M. do Koningin on Z. K. H. do Prins der Nederlanden woonden g'steravond in do Vereeniging „Oost on West" te 's-Gra- venhago de lozing bij van dr. A. W. Niou- wenhuis, hoog leer aar te Leidon, over diena reizen in Borneo en meer in het bijzonder over do bezoeken aan do Konja's. Aan het achtereinde dor zaal „Diligen- tia", waar do lezing plaats had, onder do gaanderij op hot verhoogde gedeelte, wne een logo met do koninklijke kroon in he>t front ingorioht voor heb Vorstelijk Bezoek en van daar genoten do Koningin en do Prins een onbelemmerd uitzicht op de estrade, vóór wolko do spreker plaat© nam. Een kaart op groote schaal, oen voor stelling gevende van hot oentrum van Boe neo, hing naast het voor do lichtbeelden bestemde scherm. Het koninklijk paar werd ontvangen door mevrouw N. van ZuylenTromp, presiden te van „Oost en West", mr. G. van Slo©- ton, secretaris, on kolonel G. E. V. L. van Zuylen, president dor commissie uit „Oost on West" voor do verspreiding van popu laire kennis over onze Indisclio bezittin gen on onze Koloniën. Hot was voor do eerste maal, dat Ko- waard zou wezen daar een myn te gravon. Nu, wanneer hy daarmee komt, dan weten we waar by naar toe wil. Bovondien vertelde by my, dat in Sutherland reeds voor jaren goud is gevonden en toen hooft hU my oou lange goleordo redevoering gehouden, waarnaar ik niet geluisterd heb." „Wat ben je van plan te doen?" vroeg ik. „Afwachten en hem niet uit het oog ver liezen," antwoordde Charles; „op hot oogenblik, dat hy een som verlangt voor zyn ontdek king, laat ik hem door do politie in hechtenis nemen." Den volgenden dag was do professor y voriger dan ooit, geen steen bleef op zyn plaats liggen, en hy hield geleerde voordrachten over machines on aanleg van mUnen. Charles kende al die manoeuvresja, had zelf al meegeholpen en prospectussen ontworpen; dus by luisterde slechts schynbaar, en wachtte, totdat de man mot de pruik met zyn voorslag voor den dag zou komen, hetgeen vroeg of laat toch moost gebouren. In dezon wachtenden toestand wandelden wy op een dag langs het strand. En wlen ontmoeten wy Den professor, arm ln arm met sir Adolf Cordereyy en in druk goaprek gewikkeld. Sinds die geschiedenis met professor Schleler- macher was do vriendschap tusschen Charles en Corderey zeer afgekoeld, doch nu hot gold majoor Clay in hechtenis te nemen, was het raadzaam zulke kleinigheden over het hoofd te zien. Algemeen hartoiyk handen-schudden dus. Charles slaagde er in den professor van zyn vriend te scheiden en den laatste met Amelia naar het kasteel te sturen. Hyzelf bleef met sir Adolf een weinig achter en vroeg „Ken jo dien man, Cordery?" „Of ik hem kenl riep sir Adolf, „Natuuriyk kon ik Marmaduko Forbes Gaskoll, professor, aan hot Yorkshire collogo, een uitstekend go-, loerde, een beroemd mineraloog." „Weet jo heel zeker, dat hy het is?" her nam Charles, dlo begon te twyiolon. „Ken je hem reeds lang?.... Zou het niot mogoiyk' zyn, dat hier woor eon dorgoiyk bedrog...-! als mot Schleiermacher „Maar ik ken toch Marmy Gaskol 11" riep sir Adolf bijna verontwaardigd. „We heb ben jaron lang samen op de schoolbanken gezeten, hebben samen gestudeerdzijn vrouw is een nicht van de mijne, een juf frouw Forbes, en hij heeft haar naam bij de zijne gevoegd, om do bezittingen van haar familie to kunnen overnemen. Ik ken dus dat echtpaar en ben expres bier naar toe gekomen, omdat ik hoorde, dat hij hier bezig waa hefc gebergte te onderzoeken." „Maar de man draagt een pruik", zoid» Charles. „Ja, dat weet ik; Marmy is heelomaal kaalHeb jo wezenlijk gedacht, dat hij majoor Clay waal Hal hal hat" En sir Adolf barstte in lacbon uit. „Mo dunkt, dat jy ln do allerlaatste plaats reden hebt om te lachen," zoido Charles, drif tig wordend. „Je hebt mo indertyd in een val gelokt, en my niet er uit geholpen op een manier, zooala het een gentleman betaamt! Bovendien heeft dit individu dan op elgon hand getracht my to bedriegen, hy moge dan majoor Clay zyn of een ander t Hy heeft bo- weerd, dat hier goud in de bergen zit en mfl tot een speculatie willen verleiden Sir Adolf schudde van lachen. „Neon, maar, dat ls prachtig, dat is heeriykl Dat moet ik dadeiyk aan Marmy vertellen.* (Wordt vervólgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 1