No. 13487
LEIDSCK DAGBLAD, WOENSDAG 10 FEBRUARI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1904
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De "Vervolgde.
De Tijd meent dit als de sombere born
van prof. Bolland's rede over het
maatschappelijk vraagstuk en zijn „slechte
oneindigheid" te mogen opvatten:
„Dc onvoldaanheid zal te allen tijde blij
ven. Hoe ook de welvaart moge stijgen en
do welgesteldheid moge verbreid worden, de
ongelijkheid zal niet worden weggenomen.
Zelfs niet in een maatschappij, waarin vol
strekt geen armen worden aangetroffen.
Zij, die minder hebben, zullen ingevolge
hunner bedorven mensckelijke natuur steeds
geneigd zijn, om zichzclven tot de misdeel-
den te rekenen, om afgunstig op te zien
naar degenen, die meer bezitten. En dat
niet alleen of niet. voornamelijk zij, die
tot een zoogenaamde lagere klasse behoo-
ren. Do man, die twee duizend guldon in
komen heeft, zal afgunstig opzien naar hem,
die tien duizend gulden te vertoren heeft,
en deze naar den millionnair. Zij zullen dit
doon altijd, hoe ook de inkomsten van hon
allen mogen vermeerderen altijd en on
der alle omstandigheden, tenzij door hen al
len, ieder voor zich, een zedenwet worde
erkend on gehuldigd, welke aan ieder te
vredenheid voorschrijft mot zijn lot, en wel
ke niet slechts don diefstal, maar ook het
bogeeron van hot goed des naasten schuldig
beet."'
En zóó komt De Tijd tob dezo conclusie,
„dat geheel afgescheiden van de mate en
de verbreiding van stoffelijke welgesteld
heid de wangunst, de ontevredenheid en dus
in zekeren zin de zedelijke ellende in do
maatschappij dezelfde nullen blijven, als niet
de stoffelijke vooruitgang met zedelijken
vooruitgaaig gepaard gaat. Men mag zelfs
aannemen, dat dc zedelijke ellende in dat
geval zal toenemen, on dat de man, die
nooit werkelijke armoede gekendheeft, als
hij het oog richt op rijkero buren, zich ar
mer zal gevoelen dan tegenwoordig vele we
zenlijk armen, door professor Bolland ge
rekend tot „de paradijsverwachters" van
vroeger. Geheel in strijd met het historisch-
materialisme der socialisten, geheel.in strijd
ook met do fatalistische en pessimistisch©
theorieën van prof. Bolland, blijkt hot
vraagstuk, hetwelk wij onder dc oogen za-
gon, er een van hoofdzakelijk zedelijken
aard.
„De vraag, of dc meerderheid van het
monschdom op aarde con gelukkige toekomst
mag verwachten, moet in dc eerste plaats
afhankelijk worden geacht van dc boant-
woording dozer andere: Zal de materieelc
vooruitgang, welke voor dc greote meerder
heid der beschaafde menschheid zeer zeker
bestaat, al dan niet met zcdelijkcn vooruit
gang samengaan?
De Nederlander zegt, dat zij in dc dans-
quaestie geen overmatig belang stelt.
Voor den waren Christen komt het veel
meer op heb inwendige, op den geest, die
zijn handelingen bezielt, op dc beweegreden
zijner* handelingen, dan op het uiterlijke
aan, en met dc gelijkvormigheid aan deze
wereld, waartegen in de Brieven der Apos
telen wordt gewaarschuwd, wordt blijkbaar
.dc inwendige gelijkvormigheid bedoeld,
niet het aannemen van vormen, die van de
wcreldsche afwijken.
't Spreekt vanzelf, dat groote individuee-
le vrijheid haar eigenaardige gevaren mee
brengt, en wij kunnen hot best begrijpen,
dat vele opvoeders veel ook aan 'den uiter-
lijken vorm hechten; zeer vaak kan dat
nuttig zijn, mits het hoofdgewicht gelegd
blijve op dc vorming van geest en hart,
omdat anders huichelarij eri veinzerij in
do hand worden gewerkt.
Dieper wil het blad hierop niet ingaan.
Meenen andere politieke bladen, zoo
schrijft zij verder, dat wel te moeten doen,
het staat hun vrij.
Wat hun echter niet vrij staat, is be
paalde personen, die van lien in inzicht op
dit punt verschillen, aan te vallen, te bc-
oordeelen en tot speciale „zondaars" te
verklaren.
Niet, omdat dc aldus aangevallenen ze
ker ambt bekleed en Wij geven het Dc
Rotterdammer volgaarne toe, dat geen
ambtelijke verplichting noodzaakt datgene
18) r -
Wij spoorden dus naar Parijs en logeer
den in liet „Grand Hotel," zooals Charles
gewend is. Ik geof de voorkeur aan „Ho
tel Bristol", maar hij vindt het daar te
stil. Den volgenden morgen vroeg namen
we een fiacre en reden naar dc Ruo Jean
'Jacques. Modhurst had intusschen alles
inct dc politie afgesproken en in orde ge
bracht. Drie agenten in politiek wachtten
onder aan de trap ons op. Charles had do
twee duizend pond in Fransche bankbiljet
ten bij zich.
Die zouden majoor Clay ten val brengen
en vijftien jaar gevangenis zat er minsten
.voor hem op. Charles was erg in zijn schik,
want we waren immers op het punt zijn
kwelgeest te pakken te krijgen? Het in don
brief opgegeven huisnummer was dat van
een restaurant, zooals we trouwens wel
verwacht hielen.
Medhurst ging het eerst naar binnen en
informeerde bij den eigenaar of onze
Vriend thuis was. Hij vertelde wat wij van
plan waren en zeide den hotelier, dat sir
.Charles Vandrift bereid was de rekening
.Van den bedrieger te betalen, indien hij
ons wilde bijstaan. Dc waard maakte een
diepe buiging en zcidc, dat het hem zeer
6peet, te hooreu, dat do majoor, die alge
meen bemind was, een bedrieger was, maar
hij was het met ons eens, dat het recht zijn
loop moest hebben. De agenten bleven bene
den staan. C'harloa en Medhurst hadden
boeien bij zich. Wij slopen de trap op tot
te doen wat do ambtenaar met Gods
Woord in strijd acht, vermits deze voor
zijn ambt kan bedanken, cn het is niet
twijfelachtig, dat ook een minister geen
bal behoeft bij te wonen, allerminst een mi
nister van binnenlandsche zaken, omdat
hij zich voor den aanvang zou kunnen te
rug trekken, al geloovcn wij niet, dat dit,
zooals beweerd wordt, door de hoeren
Groen en Elout placht tc geschieden.
Ons bezwaar is gelegen in de bewering,
dat „ons volk", ons „christelijk volk" als
zedenmeester zou mogen optreden tegen
over bepaalde personen.
Geldt het daden, die door alle christenen
als in strijd met 's Hceren geboden moe
ten worden veroordeeld, bijv. ontucht,
Godslastering dan moet ook een poli
tiek blad zich daarmee wel bemoeien, om
dat openlijke ter-zijdc-stolling van Gods
geboden een voldoende reden kan zijn om
iemand van het politiek gebied te verwij
deren.
Hier echter geldt het zoodanige daad
niet. Er zijn zeer ernstige „gereformeer
de," beslist Christelijke menschen, die niet
alleen bedoelde vermakelijkheden niet on
voorwaardelijk vcroordeelen, maar in vele
gevallen stelselmatige onthouding daarvan
afkeuren, of ze zeiven bijwonen; anderen
zijn er, die er in elk geval geen kwaad in
zien; dio als ze hooren, dat mannen als
Marnix, besliste belijders van dc Gerefor
meerde religie, ondanks de aanmerkingen
van geestverwanten hoffeesten zijn blijven
bezoeken, zich afvragen of de bedillers
zich wel ccn juiste voorstelling vormden
van hetgeen zq aiKcuruen; die aan het he
kelen van zekere klecuij niet meer waarde
toekennen dan aan het gevoelen van vele
Oostersche dames, bij wie, omdat zij zeiven
zich niet anders dan gesluierd aan man
nen vertoonen mogen, de meening is ont
staan, dat onze ongesluierde vrouwen niet
eerbaar zijndie zich niet kunnen vooratel
len, dat plaatsen, waar onze Koninginnen,
waar ernstige en zeer besliste christenen,
waar hoogst eerbare vrouwen zich vertoo
nen, tegenover wie niemand één onverto
gen woord zou durven spreken, één oneer
bare gedachte zou durven, uiten, wel die
blaam verdienen, welke daarop voorname
lijk gelegd wordt door met den toestand
persoonlijk onbekende menschendie daar
om zelfstandig willen oordcelen cn, waar
Gods Woord zwijgt, evenmin mcnscholijkc
wetten zich willen laten opdringen als bijv.
dc gereformeerden, met een beroep op de
bekende woorden in Col. II: 21—23, dit
toelicton, toen zij van dc zijde der totaal
onthouders werden aangevallen.
Tegenover hen, die zóó oordeclen, ko
men nu politieke bladen j ct do verklaring,
dat zij „zondigen". De politiek wordt t
bij gehaald, want dc dans ten hove wordt
„in elk geval als een zeer slechte propa
ganda" veroordeeld, hetgeen zeggen wil,
dat ieder, die de christelijke partijen op
politiek gebied sterken wil, zich móet o
derwerpen aan geboden van menschen, van
„ons christenvolk", en, ook al is hij van
het tegendeel overtuigd, toch den schijn
aannemen alsof hij zulke zaken in strijd
acht met Gods Woord.
Het verbaast ons voort) dit tc lezen in
een anti-rovolutdonnair blad als De Rotter
dammer, dat meent bijzonder goed gerefor
meerd te zijn, cn niettemin bij zijn aanval
tegen den premier vergeet, dat het niet
het volk, doch de Kerk is, dio dc tucht
heeft uit te oefenen en op do christelijke
zeden heeft toe te zien; dat die Kerk een
bepaalde manier van prooedeeren heeft,
waardoor 'de aangevallen broeder gelegen
heid bekomt om zijn handelingen te ver
dedigen, en dat die Kerk alleen oordeelen
mag naar Gods Woord, maar niet naar
allerlei tradities, die wellicht eerbiedwaar
dig kunnen zijn, maar niet altijd behoeven
te worden ontzien.
Door zelf als zedenmeesters op te treden,
ten aanhooro ook van de ongeloovigc
mannon aan tc vallen, die zichzelf niet
kunnen verdedigen cn thans tot voorwerp
strekken van, zij het ook vrij onschuldige,
spotternijendoor te vergeten, dat do
Schrift voortdurend waarschuwt tegen het
oordeelen van anderen, en dit ten aller
strengste afkeurt, evenals het „zich hemoei-
aan de deur van het vertrek, dat door den
misdadiger werd bewoond. Hier stelde
Charles het couvert met de twee duizend
pond aan Medhurst ter hand. Wij hadden
met hem afgesproken, dat hij een paar
maal zoo natuurlijk mogelijk zou niezen,
wanneer hij onze hulp noodig had. Dan
zouden wij binnenstormen en majoor Clay
gevangennemon.
De deur was achter Medhurst dichtge
gaan en wij wachtten reeds eenigc minuten.
Daar hoorden wij plotseling niezen, we
rukten dc deur open en wierpen ons op den
man. Medhurst plaatste zich naast hem.
„Dit is majoor Clay!" zeide hij met den
vinger wijzend op den ander. „Weest zoo
goed hem in het oog te houden, totdat ik
met de politic terugkom."
Onze gevangone was een heer van middel
baren leeftijd, 'die cr zeer voornaam uit
zag. Hij was van zijn stoel opgerezen en
stond thans hoog opgericht voor ons. Hij
maakte on zeer deftigen indruk, maar
daardoor lieten wij ons niet foppen. Naast
hem op de tafel lag het couvert met het
geld.
„Mijne hecren," zeide hij zichtbaar op
gewonden, „ik wcnsch to weten met welk
recht u mij hier in mijn rust kemt sto
ren V'
„Geen praatjes," zeide Charles. „Wij
weten wie u bent en hebben je nu ge
snapt. U bent majoor Clay cn zoodra u
een poging doet, om te ontvluchten, sla ik
u in do boeien."
De man met het militaire voorkomen
schrikte.
„Ja, ik ben majoor Clay," antwoordde
hij. „Waarvan beschuldigt men mij?"
„Ik moet zeggen, dat het brutaal is, dat
cn met eens anders doen," versterken zij,
dunkt ons, den eerbied voor dc christelijke
beginselen geenszins, al nemen wij gaarne
aan, dat zij juist het tegendeel bedoelden.
In een driester: Statenverkiezing
zegt Dc Standaard:
Terecht wordt in onze kringen ingezion,
dat de verkiezing voor de Provinaiale Sta
ten, die dit jaar zal plaats hebben, ernsti
ge politieke boteokonis heeft.
In alle provinciën, maar vooral in Zuid-
Holland.
Dio provïncio toch kiest één vijfde van
do leden der Eerste Kamer. Al naax ge
lang de Staten van Zuid-Holland op onze
hand rijn of rioh tegen ons kcoren, zal dc
politieke kleur van tien leden der Kamer
rijn; wat feitelijk een verschil maakt van
twintig 6temmon.
Gelukt het dan ook aan de oppositie, om
in de Staten van Zuid-Holland de meordor-
heid to herwinnen, dan komt de Eerste Ka
mer voor langen tijd tegenover het Kabinet
tc staan, en zal er niets principieels tot
stand kunnen komen, cm hot KaJbinot bij de.
eerste belangrijke wet de beste tot aftredeq
genoodzaakt worden.
Nu is wel gozogd, dat liet Kabinet dit
zelf beletten kan, ■'door nog "vóór dien tijd
Den Haag, in drie «districten in te deolen,
maar we betwijfelen zeer of dit raad
zaam is.
Dat hot provincialo district van
Don Haag, dat nu bij de 23,000 kiezers telt,
gesplitst moet worden, ziet ieder. Maar
dozo splitsing moet dan ook uitsluitend
con technisch karakter bohoudon, en geen
politiek instrument worden.
Die verkeerde tactiek van verknipping
met «en politiek doel is indertijd door de
liboralen in Dordrecht cn Sneek, en zoo ook
in een der Fnoeche provincialo districten
toogepast. Maar heb heoft hun geen goed
gedaan. Ze hebben er zichzclven zedelijk
door geknakt. En wij voor ons golooven,
dat een Kabinot te hoog moet staan, om
tot zulk een kunstmiddeltje do toevlucht te
nemen.
Maar wol volgt uit dc ernstige betceke-
nis van de komende verkiezing, dat men al
lerwegen in het land, en vooral in Zuid-
Holland, een wakend oog op de tegenpartij
behoort te houden, en aelf tot do uiterste
krachtsinspanning bereid moot zijn.
Vooral zij men er op bedacht, om geen
strijd in eigen boezem op te wekken. Wie
belvoort tot con dor partijen, die het Kabi
net steunen, moot op zijn zetel gehandhaafd
worden, door eenparige instemming van
aller kracht.
Ons Ministerie.
Maandagavond werd vanwege de Anti-re-
volutionnairo Propagandaclub een openbare
vergadering gehouden in do Zaal „Noord
se Lade," waar ds, Van Lummel, uit Delft,
optrad om to spreken over ons Ministerie.
De bijeenkomst, die goed bezocht was
or waren ook vorschcidcno dames werd
vloor den corc-voorzittor, ds. Rudolph, met
gebed geopend, waarna hij ccn woord van
welkom richtto tot de aanwezigen cn er
zijn spijt ovor uitsprak eerst nu uit ge
brek aan sprekers do eerste openbare ver
gadering te kunnen openen, dooh nu dan
ook verheugd was een bekend spreker als
ds. Van Lummel het woord te mogen geven.
De heer Van Lummel, hierna het spreek
gestoelte betredend, begon zijn vloeiende
improvisatie door met lof van ons tegen-
genwoordig Ministerie te getuigen. RecJs
is het tot een rijken zegen voor ons vader
land geweest. Was het hom daarom een ge
not cr nu over te spreken, hij vertrouwde,
dat hij een volgend jaar met hetzelfde on
derworp optredend, nog grootcr lof zal
kunnen zingen.
Verleden jaar werd door dc tegenstan
ders geklaagd, Jat het niet werkte, maar
alleen de zaken loopendo hield. Wij deden
daaraan niet mede, zeide Spr; wij wisten,
dat cr een tijd van voorbereiding moest
zijn. Wanneer men toen Spr dit verwijt
voor dc voeten wierp, dan beantwoordde
hij dit met een beroep op hot geweten diei;
tegenstanders. Zoudt gij denken, vroeg hij
dan, dat God ons groote mannen neoft gc-
u cr openlijk voor uitkomt majoor Clay te
zijn!" zeide Charles.
„Mijnheerriep nu de ander toornig
uit: „Ik verbied u op zulk een toon tob mij
te sprekenIk heb niets gedaan, waarover
ik mij zou moeten schamenMet welk
recht laat u mij in hechtenis nemen?"
„Bedaar, bedaar, vriendje," zoide Char
les, hem do hand op den schouder leggend.
„Wij laten ons door zulko mooie woorden
nu niet meer beetnomen. U weet zeer goed,
waarom wij u laten inrekenen, en hier 13
•de politie, dio de taak van ons zal overne-
mon 1 Entrez
Bij deze woorden verschenen dc agenten
van politic cn Charles deelde, in zijn
slecht Fransch, zijn bevelen uit. Dc majoor
wendde zich nu in uitstekend Fransch tot
de dienaren der wet:
„Ik dien in het leger der Koningin van
Engeland," zeide hij, en ik vcrlaDg te
weten waarvan ik bc6ohudigd word."
Do eerste .agent antwoordde hem en do
majoor wendde zich toen tot Charles.
„Uw naam, mijnheer?"
„Doe maar niet, alsof u mij niet kent!"
riep Charles. „Ik ben sir Charles Van
drift en heb u, ondanks uw vermomming,
onmiddellijk herkend aan uw oogen en aan
uw ooren. U bent do man, die mij in Nice
heeft, bedrogen."
„U bent sir Charles Vandrift!" riep dc
bedrieger. „Een krankzinnige bent u
do heer, die mij zooeven heeft verlaten, was
sir VandriftDeze man is waanzinnig,"
wendde hij zich tot dc agenten, „cn u,
mijnheer," sprak hij, met een buiging tot
mij, „u bont zeker zijn bewaker?"
„Laat u niet beetnemenriep ik den
agenten van politie toe, vreezend, dat de be
geven om, als zij geroepen worden hun be
ginselen om te zetten in de practijk, dan
stil tc zitten. Thans wordt dan ook dit
verwijt niet meer gedaan cn staan de stuk
ken anders op het schaakbord. Dat dit
Ministerie hard werkt, wordt thans reeds
door alle tegenstanders in de Kamer er
kend.
De Spr. trachtte dit aan te tooncn door
hetgeen bij dc algemeene beschouwingen
over de Staatsbegrooting dit jaar o. a.
door de h eren Druckcr, Borgesius, Mees
en Troelstra in 'de Tweede Kamer cn door
dc heeren Laan cn Stork in do Eerste Ka
mer is gezegd, terwijl hij eindelijk daarvoor
nog den heer Staalman aanhaalde, die o.
m. zeide, dat dc wetsontwerpen ons om de
ooren vliegen als in verkiezingsdagen
strooibiljetten van do rotatic-pers.
Zelfs uit hun aanvallen op hot Ministerie
sprak, meende Spr., bcdcktclijk waardee-
ring. Een andere vraag is ochter of het
goed werkt. Het kon er mee gaan als het
soms gaat bij een ovorstrooming, wanneer
do menschen haast je rep je zorgen voor
het in veiligheid brengen van eigen have,
doch vergeten de opening van den dijk te
stoppen.
Op tweeërlei wijze wilde Spr. deze vraag
beantwoorden. Wat deed het Ministerie
voor ons gehecle volk, wat voor do Chris
telijke beginselen?
Wat het vóór do geheelo natie deed, daar
aan -denkt ieder, die zich herinnert de mis
dadige woeling van het vorige jaar. Met
bezadigdheid cn kalmte is het daartegen
opgetreden cn daarvoor verdient het dank
voor het geheelo volk. Toch is dit slechts
iets negatiefs. Maar het heeft ook getooud
door actieve daden het volk ten zegen
kunnen zijn. De eerste troonrede bevatte
21 punten, waarvan thans nog slechts 3
niet zijn aangeroerd.
Wat hot heeft gedaan ten opzichte van
do Christelijke partijen, waaruit het voort
gekomen is, kan volgens Spr. het best hc-
oordeeld worden, wanneer men zijn werk
zaamheden toetst aan het program van be
ginselen, zooals het op de deputaton-verga-
doring is vastgesteld. In 1901 dan werden
op de deputaten-vergndcring 6 punten aan
gegeven
1. Finale oplossing der schoolquaestio in
den geest van het gewijzigd Unie-rapport
in zoovorro 'Je Grondwet het toelaat.
2. Verzekering tegen invaliditeit cn ouder
dom.
3. Tarieven-herziening tot het scheppen
van middelen daartoe en tot verheffing
van den nationalen arbeid.
4. Verplichte verzekering bij do zccvissclie-
rijen.
5. Een arbeidswet en arbeidscontract.
Al deze vijf punten zijn reeds in een ze
ker stadium van oplossing of zullen in dit
vierjarig tijdperk aan de orde komen
Nog een punt moet daarbij genoemd wor
den: de leerplichtwet. Men heeft uit do'
woorden van dr. Kuyper: „mot die wot gaat
het goed", opgemaakt, 'dat hij zich met die
wet langzamerhand zou verzoenen. Men
moot volgens Spr. deze woorden ironisch
opvatten, de minister zou cr mede bedoeld
hebben: do tegenstand neemt zoo hand over
hand toe, dat do wet eindelijk onmogelijk
zal blijken.
Ten slotte verdedigde Spr. de Rogooring
tegen het verwijt van partijhenoemingon te
doen. Dc Christelijke partijen zijn in dit
opzicht nog niot waar zo moeten wezen. Als
hot ministerie na dit vierjarig tijdperk nog
vier jaren aan het bewind is geweest en op
dezelfde wijzo voortgaat, dan zal dc schaal
eindelijk in evenwicht zijn.
Samen vatten de wat dit ministerie reeds
heeft gedaan, zeide Spr.: het heeft hard ge
werkt, hot heeft het gezag geJiondhaafd, het
is getrouw gebleven aan rijn beloften on
stond pal voor dc Christelijke lioginrelcn.
Dit stemt natuurlijk tot dankbaarheid,
maar legt ook de verplichting op om voor
het behoud van het ministerie te strijden
in dozen zomer reeds bij de verkiezing voor
de Provinoialc Staten, dat een vooroefening
kan zijn voor den grooten veldtocht in 1905.
Dc betrekkelijke kalmte in hot kamp der
tegonstanders is juist bot bewijs, dat zij
zich voorbereiden tot don grooten strijd.
Spr. eindigde met ccn krachtige belofte van
driogcr ons weer zou ontglippen. „Nceint
%hom in hechtenis, zooals u bevolen is. Wij
nemen de vorantwoording op ons!"
Dat zeide ik inderdaad, ofschoon de ge
dochte aan do vijf percent mij deed beven.
De eorsto agent trad natfcrhijTh legde dc
hand op don schouder van den bedrieger.
„Ik raad u, majoor, ons tc volgen. Voor
don rechter zal de zaak zeker opgehelderd
worden."
De majoor, die weer uitstekend deze nieu
we rol speelde, gaf toe, ofschoon diep bc-
leodigd, en volgde, hoog opgericht, dc agen
ten.
„Waar is Medhurst?" vroeg Charles, om
kijkend, toon wij bij do deur waren geko
men. „Waarom is hij niet bij on.s gebleven
Do waard, dio cr ook bij was gekomen
zeide nu:
„Zoekt u den derdon heer? Hij is zooevcn
in een fiacre weggereden cn heeft mij ver
zocht u dezen brief te geven."
- Charles opende liet opgevouwen stukje pa
pier en las:
„Daar wij nu den majoor hebben cn hij
ons niet meer kan ontsnappen, volg ik het
spoor van Madame Pioardet. Zij beeft ook
hier gelogeerd en is zooevcn weggereden.
Ik weet waar zij naar toe is en volg haar,
ten einde ook haar* in hechtenis te nemen.
In groote haast,
Medhurst."
„Dat noem ik handig," zeide Charles,
„ofschoon ik die arme vrouw liever zou
hebben laten loopen."
„Ja, ja, zoo is het," zeido de waard, „uw
vriend is haar onmiddellijk achterna gere
den."
„'fc It, een patente kerel, die Medhurst,"
zoidc Oharles.
houw en trouw aan hot Christelijk minis*
torie.
Voor het debat gaf zich alleen op de heer
Hermans, uit Amsterdam, die den Spr. zeer
uitvoerig bestreed. Er is een spreekwoord,
zoo bogen hij, dat ze$t, dat gcode wijn geen
krans behoeft. Daar zijn dan rok Lima's,
die er geen reizigers op nahouden on noch
tans een goed debiet hebben. Met ons Minis
terie schijnt liet anders te rijn Dat aoudt
or reizigers op na, die het land doorreizen,
cn één daarvan is ds. Van Lummel, die wol
niet rondgaat om do Regeering ie verdedi
gen, maar took om haar lof to zingen. Do
arbeiders hebben van wat dit ministorio
deed nog niet vcol goeds gevoeld. De Ro-
geering heeft wel veel overal gehaald, maar
nog weinig iot stand gebracht. Do lieer Van
Lummel vorhougdo zich reeds zoo in de toe
komst, dat hij meende een volgend jaar zijn
gonoegen niet op te kunnen, do arbeiders
zullen dit wel, vreesde debater. Want-, wat
de Spr. heeft vergeten te zeggen: Wij hob-
ben een coalitie-kabinet, dr. Kuyper zit ge
bonden aan do conservatieve katholieken.
Eigenaardig noemde debater het verdor,
dat ds. Van Lummel, die zoo uitstekend do
kunst vorotaat dr. Kuypors ironie te begrij
pen, deze niet j^riiot in. do redevoeringen
-Van mr. Druoker en Staalman.
Uitvoerig wijdde hij uit over de zooge
naamde m'sdadigo woeling, waarin hij atork
laakte de houding van do Regeering, mot
name van dr. Kuyper. Hot woord daarom
trent do Koningin in don mond gelegd was,
volgons debater, geen woord van een Chris
ten staatsman, maar van een partijleidor
in don «leekten zin van bet woord.
Steeds wordt van Christelijke zijdo ovor
het revolutiionnair karakter der April-sta
king gesproken, maar de geschiedenis leert,
dat men van Calvinistische zijdo daarvan
ook niot afkeerig is geweest. Heeft niot
Cromwell koning Karei II doen onthoof
den
Na do Chri«tolijko politiek van deze Re
geering vorder aan con sohorpo oritiek to
hebben onderworpen, wees do heer Hermans
or o.a. op hoe do anti-icvolutionnairo
„Stichtsche Courant" nog kort geleden had
verklaard, dat de belangen dor oud-libero-
lo burgerij nog het veiligst zijn bij dit mi
nisterie. Dit Ls zeker voor do arbeiders geen
aanbeveling.
Sprekende over do acihoolquacctio, sprak
hij als zijn gevoelen u-it, dat dozo wol be
waard zal blijven voor hot volgend vierjarig
tijdperk om dan bij do verkiezingen cco
mooie lous tc hebben, waarvoor het volk ge
voelig is, wat hij niot Christelijke, maar po
litieke politiek noemde.
Dat dc partijen, dhr stammen uit één
wortel des geloofs, hot nog op zeer kardi
nale punten niet eens zijn, word mede uit
voerig betoogd.
Ten slot/to wees Spr. op een nan-haling
van een Gereformeerd predikaat uit Bata
via, die er van sprak dat eer de Amsterdara-
Kolio grachten rood zullen zien van bloed,
dan dat dr. Kuyper één haar zal worden
gekrenkt. Dat is tamelijk strijdlustig, wol-
nu Spr.'s partij durft dein strijd ook aan.
Bismarck hooft zich eens ook voorgesteld
de sooialiston to kunnon vernietigen. In
tusschen is do sociaal-demooratisolie partij
daar van ccn kleine gegroeid tot dc mach
tigste partij van hot land. Wat do ijzeren
kanselier in Duitsohland niot heeft kunnen
doen, zal een blikken dominee in Nederland
naet vermogen, riop Spr. uit.
Nadat dc debater had uitgesproken, diondo
ds A'an Lummel hem wedor uitvoerig van
repliek, waarbij hij liet gesprokene wedor
punt voor punt trachtte te weerleggen.
Hot debat werd meestal hoffelijk g-voerd
on het blcok, dat beide mannen elkander
al eens cerdor hadden ontmoet.
Hot publiek bleef niot altijd oven rustig.
Het kwam duidelijk uit, dat do Byrr.pathio
niot aan één kant was.
Nadat ds. Rudolph met een forsohen ha
merslag dc vergadering had genialer, vroe
gen eenigc der aanwezigen een colb<vte te
mogen houden voor do vrouwen on Jeindo
ren der 8laohtoffere, waarop do voorzatter
zoidc geen toestemmend antwoord te kun
non geven, omdat hij daarvoor geen op
dracht van hol bestuur had.
Do vergadering werd vervolgens het
vas inmiddels over elven geworden door
Wo lieten nu twee fiacres voorkomen on
roden naar don rechter. Daar beproefdo ma
joor Clay hetzelfde spelletje on vc-rzekorde,
dat hij in hot Indische leger diende, thans
met verlof te Parijs bevond, waar hij
enige woken wenwoitj dcor to brengen.
Hij beweerde zelfs, dat dc Engelscbo ge
zant hc-ra kend - on dat een neef attaché bij
hot gezantschap was. Hij verlangde, dat
men dezen zou laten halen, daar hij hem ze-
kor zou herkennen. Charles rnoeat nu wach
ten cn zijn humeur v:ord c-r niet hater op,
want het scheen, dat do man ons nu tooh
weer zou ontglipp-:n.
Na verloop van een uur verscheen do atta
ché cn tot cm ze onbeschrijflijke orfeetting
begroette hij onzen gevangene allerharte
lijkst.
„Wat is dat, Algy?" riep hij uit, zijn
hand toestekend. „Wat is er gebeurd? Wat
willen dio schelmen van je?"
Langzamertiand begon cr een licht vx)t
ons op to gaan en herinnerden v:ij ons do
woorden van Medhurst: Vertrouw nionwndl
Do majoor was geen avonturier, maivr een
man van zeer goede famiiic mot r-i.nzienlij
ke oonnccbics. Hij zog ons mei conibercn
blik aa-n cn zeide:
„Die man beweert, dat hij sir Charles
Vandrift is cn een nnder heeft hetzelfde
beweerd. Hij beschuldigt mij van bedrog
cn valsohheid in geschriften, bode Berlicl"
Dc attaché nam ons van het hoofd het do
voeten op.
„Dat is inderdaad sir Charles Vandrift",
sprak hij eindelijk. „Ik heb h m eens bij
een dinor in dc City hooren tooslon. Sit
Cliarles, met welk recht beschuldigt u mijn
neef
(Wordt vervolgd.)