D9 Kinderen van den Tsaar.
Wekelüksehe Kalender.
Inderdaad, te ere gewetens schijnen veeJ-
vuldiger voor to komen dan menigeen we'
denkt. Een bewijs daan-oor vormen do
'geldzendingen, die zoo vaak aankomen van
mensohen, wier geweten hun geen rust laat.
Er zal nauwelijks een groote verzekerings
maatschappij zijn in het binnen- of buiten
land, welke niet jaarlijks meermalen ano
nieme geldzendingen ontvangt. Vaak is er
bij het geld een briefje, uiaar heed vaak ook
oiet. In dat begeleidend briefje wordt dan
gezegd, dat de afzender de verzekerings
maatschappij heeft bedrogen, en dat zijn ge
weten hem niet met rust laat, zoolang hij
het geld niet teruggegeven heoft. Ook bij de
sommen, die inkomen zonder begeleidend
briefje, kan mon er zeker van zijn, dat het
hier een zending betreft, waartoe iemand
werd gedwongen door zijn onrustig gewe
ten. De ongelukkige, wien zijn kwaad gewc
ten lang genoeg geplaagd zal hebben, is in
betere omstandigheden geraakt en hij haast
zich nu de Maatschappij schadeloos te stel
len.
Dat uit Amerika door op den loop gega-
ne kassiers of ontrouwe beambten geld
wordt gezonden om een dikwijls jaren gele
den begaan bedrog cn verduistering weer
goed te maken, komt lang niet alleen in ro
mans voor. Wie de dagbladen nauwkeurig
leest, vindt bijna elk jaar het bericht, dat
de een of andere man van zaken van een
ontrouwen ondergeschikte, die er met zijn
geld ran door gegaan was, niet alleen de ge
stolen som, maar ook de rente, terugont
ving.
Ook bij de schatting en aanslag voor de
belastingen gebeurt het wel, dat menschen
verkeerde opgaven doen om minder to moe
ten betalen; later klopt hun geweten en zij
zenden vrijwillig wat ze Rijk of Gemeente
te kort deden.
Dat inbrekers, wanneer zij zich van pa
pieren van waarde hebben meester gemaakt,
die terugzenden, is ook dikwijls te danken
aan gewetenswroegingen. Zeker zijn zulke
papieren moeilijk te gelde te maken cn ver
raadt dc dief zich daarbij dikwijls, maar
hij zou ze toch kunnen vernietigon. Maar
zijn geweten zegt h^m, dat hij door die ver
nietiging den rechtmatigen eigenaar scha
de zou berokkenen, en hij besluit vaak ze
daarom maar terug te zenden. In vele ge
vallen bezigen dan de dieven de dichtst bij
zijnde brievenbus als depot voor deze pap ie
ren, er op vertrouwend, dat de eigenaar
zich wel zal komen aanmelden als de vondst
wordt bekend gemaakt. "Vaak echter worden
de papieren rechtstreeks toegezonden aan
den eigenaar en men vindt er dan wel eens
een briefje bij, bijv. van den volgenden in
houd: „Wij stellen u de bijgaande papieren
ter hand, omdat wij die niet kunnen verzil
veren, en we niet willen hebben, dat u de
schade lijdt. Nu wij u deze papieren terug
geven, zult u het ons wel niet kwalijk ne
men, dat ons wat contant geld in handen
i= gevallen."
Een eigenaardig geval van gewetens
wroeging blijkt, uit den volgenden brief,
dïen een handelaar in koloniale waren in een
Duitsche-provinciestad eenige maanden ge
leden ontving De brief luidde: „Waarde
Heer. Het is langer dan twaalf jaar gele
den, dat ik leerling van het gymnasium in
uw stad was. Uw winkel stond nogal dicht
bij mijn school en in den tijd der sinaasap
pelen hadt u in kisten sinaasappelen voor
uw huis staan, die er zeer verleidelijk uit
zagen. Ik kon d© verzoeking niet weerstaan
en heb me op een morgen twee dier vrüch-
ten toegeëigend. Meer dan twaalf jaar zijn
er sedert verloopen; de schade, die ik u heb
veroorzaakt, is zeker voor u niet groet ge
weest, waarschijnlijk zult u er niet eens wat
van hebben bemerkt. Maar mijn geweten
laat me geen rust. Ik zend u hierbij een
mark in postzegels, om de schade, die ik
heb aangericht, weer goed tc maken, en ik
verzoek u mij den diefstal te vergeven."
Een aardig viertal: Olga, Tatjana, Ma
ria en Anastasia I Papa en mama zouden
wel liever een broertje er bij hebben, maar
om de noodzakelijkheid of de wenschelijk-
heid daarvan in te zien, zijn de vier groot-
vorstinnetjes nog te klein. Later zal de
staatkunde haar dit inzicht wel geven. Bij
do regeling van bijzonderheden in de op
voeding hunner kinderen zijn de Tsaar en
de Tsaritsa uitgegaan van den stelregel
van den dichter Shukowski, den gouver
neur van Alexander IV, ,,dat do keizerlij
ke kinderen eerst moeten leeren mensch te
zijn en daarna vorst."
Van werkelijke, geregelde lessen komt
nog niet veel bij de vier Prinsesjes. De tijd
tusschen opstaan en naar bed gaan wordt
hoofdzakelijk gevuld door spelletjes en
lichte kinderlijke bezigheden
Wio bij de Russische keizerkinderen een
massa kostbaar speelgoed zou verwachten,
zou zich erg teleurgesteld zien. In menig
burgerhuishouden is op dit punt de weelde
grooter. Do prachtige poppen, door ko
ningin Victoria indertijd aan haar achter
kleinkinderen gezonden, worden alleen op
Zon- en feestdagen voor den dag gehaald.
In de week moeten de Prinsesjes tevreden
zijn met ballen en bloemen en poppen van
de eenvoudigste soort
Zij hebben echter iets betere dan speel
goed: een innig liefhebbende moeder, die
tevens een vroolijko speelkameraad is. Ook
de Tsaar, ofschoon 'de staatszaken hem niet
veel tijd laten voor iets anders, laat geen
dag voorbijgaan zonder zijn lievelingen te
bezoekenen het grootste genot is, wan
neer zij hem mogen komen opzoeken in zijn
studeerkamer, terwijl hij de zaken van zijn
groot rijk nagaat.
Aan de lichamelijke opvoeding der Prin
sesjes wordt veel aandacht besteed. Zij wor
den niet verwend cn vertroeteld, zooals bij
Russische kinderen nog wel eens het geval
is; haar opvoeding is meer naar den En
gel schen trant en maakt hen werkzaam en
gehard tegen kleine ongemakken. Zomer en
winter dragon zij eenvoudige witte jurken
met korte mouwen, lage schoentjes en hal
ve kousen. Zelfs op de koudste dagen wor
den /.ij nooit ingestopt, zooals in Rusland
gebruik "is. Daarvoor heeft de Tsaritsa te
veel EngeLscEe denkbeelden op het punt
van hygiëne
Olga, de oudste van Je vier, heeft in
haar lief gezichtje iets van vader en van
moeder, en In udt veel van muziek, evenals
haar beide ouders. Tatjana, die in Mei zes
jaar is geworden, is het evenbeeld van haar
mooie mama, cn houdt, evenals haar oudste
zusje, dolveel van de kleintjes, Maria en
Anastasia Dc „grooten" bedenken altijd
allerlei plannetjes om don jongeren zusjes
pret te bezorgen.
Al de grootvorstinnetjea hebben aan
haar eerste wenschen en verlangens uiting
gegeven in 1 Engelschspoedig leerden
zij echter Russisch babbelen en haar gebe
den zeggen zij ook in de taal van haar va-
der.
Dienstmeisjes in den vreemde.
In Amsterdam worden dc dienstmeisjes
wel eens „tulen mutsjes" genoemd, omdat
er zijn, die een tulen mutsje dragen als
kenmerk van haar nuttigen stand. Gedwon
gen zijn zij daartoe echter niet en in dit
opzicht hebben zij veel voor op collega's in
andore landen, die zich op het punt van
kleedij en voorkomen aan zekere voorschrif
ten hebben te onderwerpen.
Zoo moeten op het eiland Malta \ie
dienstmeisjes, als zij het huis verlaten, een
zijden kap dragen, die hals en schouders
bedekt. Zelfs als zij even over de straat
gaan, moeten ze deze kap omdoen en zoo
komt het vaak voor, dat vreemdelingen
haar aanzien voor zusters van barmhartig
heid.
Op Korea is hot nog wat erger. Want
daar stelt de vrouw des huizes niet alleen
het hoofddeksel, maar *de geheele kleeding
van bet dienstmeisje vast, zoowel in huis
als daarbuiten. Dit gewaad bestaat uit een
eenvoudig kleed van grof wit katoen. Ver
richt het meisje haar werk, dan draagt zij
een schort; doet zij een boodschap, dan
wordt de schort weggelaten, en in plaats
daarvan draagt zij een linnen gordel,
waaraan een taschje hangt. Op haar hoofd
draagt het dienstmeisje ter beschutting
van regen en wind een ©normen strooien
hoed.
In vele gedeelten van Peru moeten do
dienstmeisjes zich twee tanden laten uit
trekken; vooral in het binnenland is dit
gebruik nog zeer in zwang, in de dorpen
ziet men dan ook zelden een vrouwelijke
dienstbode, die niet op deze wijze verminkt
is.
In Japan is het onder de lieden van hoo-
gen stand gebruik, dat de vrouw des hui
zes haar dienstmeisje een geborduurd kleed
schenkt, precies als zij een in haar eigen
garderobo heeft. Dit kleed wordt niet in
gewone tijden gedragen, het dient ook niet
om deai dienstmeisjes pleizier te doen,
maar het wordt aangetrokken bij gelegen
heden, wanneer de huisvrouw geen zin
heeft bezoek te ontvangen. Dan neemt het
dienstmeisje de plaats van haar meesteres
in, zij zet 'Jen gasten koeken en thee voor,
blijft bij hen in de kamer tot het uur i6 ge
slagen, 'dat zij moeten opbreken; kortom:
zij moet zich gedragen als ware zij de mees
teres in persoon.
In Japan worden de dienstboden heel
goed en vriendelijk behandeld, in tegen
stelling met in China, waar juist het te
gendeel het geval is, want in het Hemelsche
Rijk staat het dienstmeisje bijna nog onder
het huisdier. Het meisje rang nooit recht
streeks spreken tot haar meesteres, maar
zij moet zich wenden tot een stok, een pa-
raplnie, of een ander levonloos voorwerp,
waaraan zij dan verzoekt: „Het moge der
hemclsche dochter van de maan behagen,
aan deze erbarmelijke en ellendige slavin
haar aandacht te schenken."
Tn Perzië worden de dienstmeisjes mis
schien het slechtst van allen behandeld. Zij
krijgen geen loon, maar dienen voor eten,
drinken, woning en kleeding, welke de
meesteres haar kan geven zooals ze ver
kiest. Geen wonder, dat men in vele huizon
in Perzië de dienstboden in lompen ziet
loopen
Zondag.
De liefde heeft in haar rijken schat al
lerlei middelen om iemand in een goed hu
meur te brengen* een vriendelijk woordje,
een hartelijk groetje, soms ook alleen oen
geduldig, deelnemend luisteren.
Maand ag.
De mensch heeft, drie wegen om verstan
dig te leeren handelen. Ten eerste door na
denken, dat is de edelsteten tweede door
navolgen, dat is de gemakkelijkste, en ten
derde door ervaring, dat is de bitterste.
Dinsdag.
Als men voor een opgehaalde brug op den
levensweg komt, moet men terstond bere
kenen, wat beter is: wachten of omloopen.
Woensdag.
Met arbeid krijgt men vuur uit een
steen.
Donderdag.
Bij strenge heeren is veel te leeren.
Vrijdag.
Belangloozo vereering komt voor, maar
toch zeldendie een eereboog voor een an
der sticht, wil zelf wel wat eer van zijn
eereboog hebben.
Zaterdag.
Een man van verstand spreekt niet te
gen, een vrouw van verstand doet niet
liever dan tegenspreken.