Bloemen op Hofbals te Wcenen.
Gewctenswroegiugeu.
bad ze vergun ruing verkregen tot praktizee-
ren in het Duitsche Rijk.
Haar tante Marie vas met de verloving
dan ook al zeer weinig ingenomen. Onder
teauen zed ze: ,,J© hadt zeker wat beters
kannen doen dan je met dien Galbuttert
in Berlijn te verloven en daarmee allen
schitterenden vooruitzichten den bodem in
te eloan."
„Ja, mijzelf komt het ook wonderlijk
voor, laesve tante," antwoordde de dokter
blazende. „Nog voor eon half jaar was mijn
beroep indjn één en alles in de wereld en
kende ik geen ander verlangen. Recht en
Üciit lag de toekomst voor mij en nu
„Ja, ja," viel tante in de rede, „een
meisje, dat niets beteekent, dat kan trou
wen gaan, om bij een man de huishouding
te voeren en de knoopen aan zijn jas te
naaien. Maar jij, Clara, jij bent voor ietö
hoogers en edelers weggelegd."
„Voor iets hoogers, tante Marie?" vroeg
Clara. „Voor iets edelers? Daar vergist ge
u toch, tantetje; er is niets hoogers en ede-
Iers dan de trouwe gade van 'een flinken
maai te zijn"
„Onzin I" meende tante Maric. „Zoo
spreekt iedere gans, wior oogen door don
glaoizemden verlovingsring zajn verblind.
Maar mijn beroemde nicht; neen, je stelt me
bitter teleur
„Wees maar met bang, tantetje, dal. ik
mijn beroep er om zou veromachtzamen.
Henry heeft buiten zijn wetenschap niets in
de wereld en ons huwelijk zal nog wel meer
dan een jaar op zich laten wachten. Daar
om heb ik de betrekking van arts in het
arenenasyl te Hohenberg aangenomen, en
ok zal mrijn werk doen, als ware ik niet ver
loofd"
„Dat geloof ik niet", klonk het droog.
,,In mijn jeugd kreeg ik veel geld in han
den en aan den kiamk kon ik hooren, of
de daalder valsch of echt was. Nu heb ik in
mijn lang leven een groote hoeveelheid
menschenkennis opgedaan cn ik zeg je dit
ééne, lieve Clara: „Je Henry Galbuttert
een onedel metaal."
Claim, verbleekte en antwoordde kortaf:
„Misschien. Goeden avond, lieve tante."
Hohenberg was een klein fahriokssbadje;
het armenasyl was zijn groot© merkwaar
digheid De vestiging van dokter Clara
Bruce wekte groot opaaea. Een mooie, jonge
vrouw, die recepten voorschreef, was iets
nieuwB en volstrekt niet iets onaangenaams;
en zoodra men ei* zich van had overtuigd,
dat z© haar vak veerstond en vriendelijk
met haar patiënten omging, begon men het
grootste vertrouwen in haar te stellen.
Dit deden ook de arme lieden uit het asyl;
ternauwernood kooiden ze den tijd afwach
ten, dat dokter Clara hen kwam l>ezoeken.
Op eau goeden dag wilde zij juist vertrek
ken, toen de moeder der inrichting haar
verzocht even te willeD binnengaan bij een
nieuwe verpleegde, een oud moedertje, dat
al half blind was en zwaar door asthma
werd geplaagd. „Op aanvraag van dominee
Muller, te Berlijn, hebbeoi wij haar hier op
genomen."
Met. kussens gesteund, zat het oudje in
den leunstoel. Ze begroette dr. Clara met
de woorden: „Ik ben een arme, oude vrouw,
lieve dokter, en weet heel goed, dat ik o,
zooveel last bezoojg. Maar niet altijd neemt
de goede God tot zich, die tot Hem willen
gaan."
„Hoo heet u?" vroeg Clara..
„Louise Galbuttert, dokter."
„Galbuttert? Dat is zeker een buitenge
wone naam", anwoordde Clara, haar aan
doening nauwelijks meester.
„Wij zijn uit Oost-Pruisen afkomstig",
antwoordde het oude moedertje, zoodra ze
een hevigen hoesbaanvaJ te boven was. „Er
zijn er niet veel van onzen naam. Ik heb
alleen een zoon, die advocaat is; elke moe
der zou trotsch^op hem zijn."
„Een zoon, die advocaat is?" riep de dok
ter uit. „En u is hier in het armenhuis?"
„Dat is zijn schuld met", zocht de oude
vrouw haar zoon te verdedigen. „Mijn zoon
zal een heel fijne, voorname dame huwen en
dan ban men took niet van hem vergen,
dat hij een zoo oude, kulpelooze vrouw als
ik ben, voor zijn rekening zal nemen I Ik
moet hem schrijven hoe het mij gaat, en als
liet erger werd, zou hij mij komen bezoeken.
Zoo lang ik kou, heb ik mantels genaaid
en fatsoenlijk in mijn onderhoud voorzien;
ik kon ochter niets oversparen en Henry
kon me ook niet helpen, omdat hij wil bron
wen en trouwen kost veel geld."
„Uw zoon heet Henry Galbuttert, niet
waar?" klonk het lieesoh van Clara Bruce's
lippen. „En ziet hij er misschien zoo uit?"
ging ze voort, een photograph ie uit den zak
halende.
„Ja, dat is hij," riep de oude vrouw ver
rast uit. „Kent u hem misschien?"
„Maar heel oppervlakkig antwoordde
de jonge dame, terwijl ze het portret weer
in den zak stak. „En nu zal ik u een drank
geven, die u het ademhalen minder moeilijk
zal maken."
„Kont u misschien zijn verloofde ook?"
vroeg hot oudje vol vuur.
„Ja", klonk het; „ik heb haar w©l eens
gezien."
„Misschien is u dan zoo vriendelijk",
smeekte het moedertje, „haar van mij te
groeten en te zeggen, dat ik haar zoo graag
één keer zou willen zien. Ze behoeft niet
bang te zijn, dat ik haar lastig zal worden,
want ik wil mijn loven hier graag eindigen.
En zou u dan mijn zoon wel willen schrij
ven, hoe het met mij gaat0 Ikzelf kan het
niet goed meer en ik ben toch zijn moeder
bij slot van rekening, en hij is mijn zoon
toch."
„Dat wil ik gsaag voor u doen", en dok
tor Ola.ra verwijderde zich. Haar gang was
vast als te voren.
Toen den volgenden dag tante Marae in
haar keuken bozig was pannekoeken te bak
ken, was ze niet weinig verrast haar nicht
plotseling haar heiligdom te zien binnen
treden
„Ik kom bij u, lieve tante", begon 01 ara,
„om u te zeggen, dat gij goed hebt gezien.
Het metaal was onedel
„Wat?" riep tante Marie uit, dne voor
haar pannekoeken alle opmerkzaamheid had
verloren.
En al klonk haar stem onvast, toch was
'dokter Clara kalm, toen zij zei„Ik heb aan
mijnheel- Galbuttert geschreven en liem ver
klaard, dat ik onze verloving als vorbrokeD
beschouw. De maai, die zijn oude moeder
in het ziekenhuis zendt, in plaats van haar
bij zich te nemen, kan onmogelijk een goed
echtgenoot worden
En toen ging ze naast haar oude tante
zitten en stortte haar heele hart, dat tot
barstens toe vol was, voor haar uit, want de
oude vrouw, die zooveel levenservaring be
zat, had van af Clara's jeugd de plaats
een er moeder ingenomen.
„Dezen keer hebt ge uw verstand goed
bij elkaar gehad", troostte haar tante
Marde.
In den loop van den winter stierf in het
asyl voor ouden van dagen de moeder van
advocaat Galbuttert. In de armen van dr.
Clara blies zij den laatsten adem uit eu
nooit heeft ze vernomen, dat ze door haar
babbelen haar zoon zijn verloofde had doen
verliezen.
Clara Bruoe heeft zich vast voorgenomen,
in haar beroep vergoeding te vinden voor
het. gemis van een eigen huiselijken haard.
„Dat is net zooals het behoort," meent
tante Marie; „er is nog nooit een vrouw ge
weest, die twee dingen tegelijkertijd kou
doen".
Men kent daar het „Hofbal" en het „Bail
bei Hofe." Het tweede is meer intiemhet
is, zooals men tc Ween en zegt, het „Haus-
ball" van den Keizer, en wordt in een veel
kleinere zaal ,de zoogenaamde Ceremonie-
zaal, gegeven. Kunnen op het Hofbal alle
officieren en alle ridders der Franz-Jozefs
orde (geen liooge decoratie) verschijnen, op
het andere bal worden slechts de hooge adel
(meai heeft hier ook lage adel) en do hooge
militaire en burgerlijke waardigheidsbeklee-
ders uitgcuoodigd.
Op dit kleine bal heerscht veel étiquette.
Zoo is aan den Hofhallmusikdirector op de
minuut af de tijd van een danstoer voorge
schreven. Een wals mag niet langer dan van
6 tot 7 minuten duren en is die tijd om,
dan houdt de muziek midden in de wals op.
De pauzen tussohen eiken dans duren pre
cies 5 minuten, de cotillon 55 minuten,
geen seconde langer. In den cotillon krijgen
de dames ruikertjes ,van viooltjes on hya
cinten, de heeren strikjes. Alles heel een
voudig, zooals in de tij cïon onzer overgroot
ouders. Als het „allerhóchsto Hof", do Kei
zer en zijn gevolg, precies te middernacht
het. bal verlaat, dan begint de „Zucker-
schlacht," d. w. z. het ronddienen van sui
kergoed door lakeienieder genoodigde
mag daarvan zooveel meenemen als hij wil,
en van deze vrijheid werd wegens de kin
dertjes thuis een zóó gretig gebruik ge
maakt, dat men van een veldslag spreekt.
Al die gebruiken zijn eeuwenoud en volgens
hooren zeggen moet het op een bal onder
Maria Theresia niob veel anders zijn toege
gaan.
Zoo schrijft de étiquette voor, hoe de 500
balbouque^jes cn dc strikjes er moeten uit
zien. Yan dien vorm mag niet worden afge
weken en daarom zijn de bloemen stijf en
in ouderwetschen randen vorm gebonden,
zonder moderne losheid, ze steken in een
eenvoudige witte manehette, echter niet van
papier, maar van zijde op karton. Voor de
bloemen zorgen de bloemisten uit de tui
nen der Keizerlijke kasteelcn van Schön-
brunn, Praag, Innsbrück, Mi ra mar, Heil-
brunn, enz. Wait die tuinen aan bloemen
opleveren is eveneens nauwkeurig opge
teld en gespecialiseerd en wie in die bij
zonderheden belang sbelt, moge weten, dat
afgeleverd worden 350,000 bloemen op sten
gels, 2500 meters guirlandes, 14,000 bloeien
de planten in potten, 38,000 groene planten
tot versiering, 12,000 planten uit broeikas
sen, waaronder een aantal palmen en an
dere tropische gewassen, en dan nog
1,000,000 gewassen, die in den inventaris
als „Gruppenpflanzen" vermeld staan
Heeft er nu in den Hof burg een bal,
een diner, een concert of eenig ander c ïst
plaats, dan wordt door bet Cere morden-
ambt" nauwkeurig opgegeven wat verlangd
wordt. Zoo werden het vorige jaar voor twee
bals en een groot feest bij een der aartsher-
togannen bloemen voor 800 vazen, oor 137
pieces dc milieu en voor 1500 bouquefcjes ver>
langdBij de aanwezigheid van den Duit-
sclieh Kroonprins werden 10,000 bloemen
vereischt en toen in dit najaar ter eere
van keizer Wilhelm een voorstelling in het
slottlieatcr van Schönbrunn gegeven werd,
wa3 de lange gang van de eetzaal naar de
tooneelzaal in een prachtigon tuin herscha-
pen; erg mooi en niet licht te vergeten,
voor wien het gezien heeft. Voor de versie
ring voor de bals, voor de groote zaal, de
estrade, de ontvangkamer, de buffetten, de
theetafels en \oor het souper worden behal
ve bloomem en guirlandes (slingers) nog 3-
a 4000 planten en bloemen vereischt, waar
van de teerste in warm gestookte wagens
of in verwarmde kisten overgebracht wor
den. De talrijke palmboomen vooral zijn
moeilijk te venoeren, men weet; dat zoo'n
boom met bak dikwijls 15 centenaars weegt.
En als men dan op zoo'n feest de grillige
orchideeën, waarvoor Schönbrunn zoo be
roemd is, de in bloesem staande kerse-, per-
zike- eil amandelboomen, de rozen, de aza
lea's, de camelia's en zooveel andere kin
deren van Flora ziet en zich in al die pracht
verheugt, dan denkt men zelden aan de
moeite, die het geko6t heeft om al die bloe
men zoo mooi tc krijgen, en aan de geva
ren, waaraan zij bij het transport zijn bloot
gesteld.
Er zijn wel mensohen, die beweren, dat-
zoo iets als een geweten niet bestaat, en zij
wijzen daarbij op vele misdadigers, die
uiterst koelbloedig hun misdaden bedrijven
Maar daar staat tegenover, dat ook weer ve
len dier misdadigers later zóó door hun ge
weten werden gekweld, dat zij zich vrijwillig
aangaven bij de justitie, ora door het on
dergaan van hun straf hun geweten te kal-
meeren.