LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 30 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
Anno 1304.
Officieele Kennisgeving.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De "Vervolgde.
No. 13478
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien heb besluit van de Gedeputeerde
Staten der provincie Zuid-Holland van
den 21sten December 1903 No. 73/3 (Provin
ciaal blad No. 117), alsmede het Konink
lijk besluit van den 28sten November 1903
•No. 33, waarbij is bepaald, dat dc herijk
van de maten en gewichten over de herijk-
periode van 1904 en 1905 zal loop en van 1
Januari 1904 tot 1 September 1905, herinne-
HERIJ K.
ren de ingezetenen dezer gemeente aan hun
verplichting, overeenkomstig art. 15 lett. a,
der wet van den 7den April 1869 (Staats
blad No. 57), tot het doen herijken van al
le reeds in gebruik zijnde maten en gewich
ten, onder mcdedeeling, dat daartoe door
den ijker zitting wordt gehouden in het lo
kaal-van den ijk in heb gebouw aan de Lam
mermarkt cn wel:
voor de maten en gewichten, welke nog
niet gebruikt zijn en ten verkoop voorhad
den bij handelaren in die artikelen op 4, 5,
7, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 20 en 21 Januari
1901, telkens van des morgens nogen tot
twaalf uren en des namiddags van een tot
vier uren.
Voor de in gebruik zijnde maten en ge
wichten van ijkpliohtigen, als volgt:
STRATEN, BUURTEN, ENZ.
DATUM.
Haarlemmerstraat Nos. 1 75
Haarlemmerstraat Nos. 76-150, Caeclllastraat, Vrouwekerksteeg, Angoniotonstraat, Brande-
wynsteeg en Vrouwoateog
Haarlemmerstraat Nos. 151 225, Schagensteeg en Caeclliastraat
Haarlemmerstraat Nos. 226 318, Koestoeg en Pelikaanstraat
Paardensteeg en Turfmarkt
Oude Vest on Michielstraat
Oudo Singel, Apothekersdyk èn Stille RUn
Lange en Korte Mare en Stille Mare
Maredyk, Maresingel en Marepoort
Jan Vossensteeg
Mirakelsteeg, Koddesteeg en Klaresteeg
Van-der-Werfstraat en Bouwenlouwesteeg
Donkersteeg on Kuipersteeg
N.- on Z.-Rundersteeg, Volmolengracbt, Gedempte Volmolengracht on Paradijssteeg
Hooglandscho Kerksteeg en Oude Rijn
Haven, 0. en W. Havenstraat, Havenkado en Looierstraat
Oudo Hcerengracht, Heerenslngel, Hooimarkt, Lage Rijndijk, Kooilaan en Drift laan
Zijlpoort, Zyislngel, Zijlstraat, Houtmarkt, Koolgracht on straat, Noorderstraat, Oostdwarsgracht,
Baatstraat en Lusthoflaan
Langegraclit, Zandstraten en Prlnsensteog
Kalvermarkt, Kjjfgracht, ZuidslDgel en Korto Langstraat
Waardgraclit, Waardplein, Waard kerk steeg, Nieuwe Waardstraat en Langeslraat
lste tot 6de Groenesteeg, Wovorsstraat en Kaarsenmakerstraat
Öeeregracht en Vestestraat
Uiterstegracht en Oranjegracht
Hooigracht en Middelstegracht
Hooglandscho Kerkgracht, Kerksteeg en Koorsteeg on Middelweg
Lange- en Korte Nieuwstraat, Beschuitsteeg, Burchtsteeg on Hartestoeg
Maarsmanssteeg, Mandenmakerssteeg en Diefsteeg
Koorlammersteeg, Langebrug, Ketelboeterssteeg, Zonnsveldstoeg
Bree8traat en Wolsteeg
LaDge en Korte Pieterskerk Koorsteeg en Pieterskerkgracbt
Gerecht, Lokhorststraat, Houtstraat, Kloksteeg, Heerensteeg, Salomonsleog en Nleuwsteeg
Vischmarkt en Botermarkt
Aalmarkt, Boom- en Bloemmarkt, Hoogstraat, Lango Vrouwensteog en Kort Rapenburg.
Nieuwe R\jn
Barbarasteeg, St.-Jorissteeg, Wielmakorssteeg, Spllsteog, Koenesteeg on Bolwerkstraat.
Oude Hoogewoerd, Watersteegjes en Nieuwebrugsleog
Nieuwe Hoogewoerd, Hooge Rijndijk mot Jaagpad
Utrechtsche Veer, 4de Binnenvestgracht
Levendaal
Kraalorsstraat en Rijnstraat.
Haverstraten, Gortestraten, Qeeregracht, Geerestraat en Zijdgracht
Gar6nmarkt, Raamstegen, St. Jacobagracht en Hoefslraten
Doezastaat, VJlet, Molensteeg en Bakkorssteeg
Kai6er8traat, Rapenburg, Kolfmakerssteeg, Doelensteeg, Doolengracht en Groenhazengracht
Heerenstraat, Schelpenpad, Jan van Goyenkade, Bilderdykstraat, Vreewijk straat, Gerrit Dou straat.
Noordeinde, Galgewater, Rembrandstraat en Oude Varkenmarkt
Morschslngel, Boerhavestraat, Smldsteeg, Kruisstraat, Narmslraat, le, 2e, en 3e, Binnenvest-
gracht en Kort Galgewater
Morschstraat, Morschpoort, Morschweg, Stoynstrnat, on Paul Krugerstraat
Steenstraat
Stationsweg, Haverzaklaan, Aloölaan, Rljnsburgerslngel, Heinslusplein, Warmonderstraat on
Sohutterstraat
Lammermarkt
Nieuwe Beestenmarkt, Beestenmarkt en Scheistraat
Óverige, niet in deze Hjst genoomde straten en buurten
25 Januari.
9-12 en 1-4
26 Januari.
9-12 en 1-4
27 Januari.
9-12 en 1-4
28 Januari.
9-12 en 1-4
1 Februari.
9-10
id.
10—12 en 1-2
id.
2—4
2 Februari.
9-12 en 1-2
id.
2-4
8 Februari,
9-12 en 1-2
id.
2-4
4 Februari.
9-10
id.
10-12
id.
1-4
8 Februari.
9-12
id.
1-4
9 Februari.
9-12
id.
1—4
10 Februari.
9-12 en 1-4
11 Februari.
9-12
id.
1—4
15 Eebruari.
9-12 en 1-4
16 Februari.
9-12 en 1—2
id.
2-4
17 Februari.
9-12
id.
1-4
18 Februari.
9-12
id.
1-4
22 Februari.
9-11
id.
11-12 en 1-4
23 Februari.
9-12
id.
1-4
24 Februari.
9-12
id.
1-4
25 Februari.
9-12en 1-4
29 Februari.
9 10£
id.
10i -12 en 1-4
1 Maart.
9—12 en 1-2
id.
2-4
2 Maart.
9-12 en 1-4
8 Maart.
9-12
id.
1—4
7 Maart,
9-12
id.
1-4
8 Maart.
9-12
id.
1-4
9 Maart,
9-12
id.
1-4
10 Maart.
9—12 en 1 4
14 Maart.
9—12
id.
1-4
15 Maart.
9-12
ld.
1-4
16 17 Maart.
9-12 en 1-4
Voor de nieuw vervaardigde maten en ge
.wichten iedoren Vrijdag en Zaterdag, tel
kens des voormiddags van nogen tot twaalf
ti ren.
Voorts vestigen zij dc aandacht van be
langhebbenden op het volgende:
dat in dit jaar do herijk zich weder uit
strekt tot alle "maten en gewichten zonder
onderscheid;
dat, voor zooverre daarvoor vatbaar, ge
wichten, dio onjuist zijn geworden, aan het
ijkkantoor kunnen worden gejusteerd en het
daarvoor verschuldigde, ten bate van
Rijks kas te heffen justeerloon bij de we
der afgifte der stukken aan den ijker moet
worden voldaan.
dab alleen behoorlijk gereinigde voorwer
pen kunnen worden onderzocht en gestem
peld;
Vervolgens wordt ter kennis van de be
langhebbenden gebracht, dat volgenö besluit
van den Mmaster van Waterstaat, Handel
en Nijverheid, van den lGden October 1903
dc letter p in den gewonen schrijfvorm, be
stemd is tot goedkeuringsmerk, zoowol bij
den ijk als bij den herijk der raaien en ge
wichten en bij den ijk van gasmeters de Ko
ninklijko Kroon, terwijl het kantoormerk
voor do gemeente Leiden is het cijfer 7 ©n
eindelijk, dat de maten en gewichten, op ge
vaar van straf, voorzien moeten blijven van
de vereisehte stempel merken: dat dus het
laatst geplaatste goedkeuringsmerk voort
aan gedurende twee jaren ongeschonden
moet worden bewaard.
En geschiedt hiervan openbare kennisge
ving door aanplakking cn door plaatsing
in het ,,Leidsch Dagblad."
Burgom. en Weths. voornoemd,
DE RIDDER, burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, den 4den Januari 190-1.
Het Utrechtsch Dagbfod komt terug op
dc wonderlijke misvatting om p n> fV a n
der Vlugt's oritische studie over
het werk van jhr. mr. Do Savornin
L ohm an (,,Onzc Constitutie"! te be- j
schouwen als een „ballon d'essai."
„Eigenaardig symptoom van het wankel
bare evenwicht, waarin men zich in sommi
ge kringen acht gezeten, was de schrik, die
dien democratischer! organen bij het lezen
van mr. v.d. Vlugt's artikel om bet hart
sloeg.
Uit de enkele verklaring op bk. 19 dor
studie, dat op overeenstemming omtrent
den koers, die aan de oonstitutionecle ont
wikkeling van het Koninkrijk der Nederlan
den moet worden toegewensoht, de kans
tusschen mr. v.d. Vlugt cn mr. Do Savornin
Lobman niet hopeloos staat, leidde men on
middellijk de voorbereiding van een tactisch
verbond af. Wonderlijk voorbarige conclu
sie 1 Tot dc optelsom, dat acht rcchts-libera-
len en negen chr.-historischon te zamen nog
geen vijftig uitmaken, had men don scherp-
zinnigen schrijver in Onze Eeuw toch wel
in staat kunnen rekenen. Dc angst evenwel
scheen spoken te doen zien. Do fusie rechts
werd voor het ontruste geweten links aan
stonds werkelijkheid, en do moeite, dio van
tweeërlei democratischen kant word aange
wend, om het bedenkelijke van een politiek
vriendschapsverbond tusschen mr, v.d.
Vlugt on mr. Lobman aan te toonen, ver
ried het gewicht, dat aaD dc mogelijkheid
van zoodanig verbond hechtte.
Do links-liberalen zijn dan ook in een
moeilijk parket. Torwijl de loiders hun
hoogste ideaal er in schijnen te zoeken,
geleid to worden door de heeren Troelstra
en Drucker, onder do banier van Algemeen
Stemrecht, weet men in do partij zeer wel,
dat de overgrooto massa der kiezers voor
een actie om algemeen stemrecht thans min
der dan ooit zal zijn te vinden.
Gaat do „Liberale Unie/' met de vrijzin
nig- en sooiaal-domocraton mede, dan ia
daarvan een scheuring als in 1901 het on
vermijdelijke gevolg, en erger nog dan in
1901 zal dan in 1905 do dób&cle wezen.
Komt nu ten overvloede tusschen jhr.
Lobman cn prof. v.d.' Vlugt een entente tot
stand, dan voelt men zioh links in het geheel
niet meer aangenaam gestemd, en vandaar
de ijver, waarmede men aanstonds tegen een
el echte in de verbeelding bestaando „ver
kenning" optrok
Toch had eenig sondceren zekerheid kun
nen verschaffen, of over en weer bij do be
trokken Kamer-groepen een dergelijke maat
regel in voorbereiding was. Toch luid gezet
te overweging van de drie Onzc-Eeuw-ziYti-
kölen in onderling verband ze kunnen docu
kennen als bloot-theoretische studie. Maar
do beduchtheid voor wat zou kunnen gebeu
ren legde aan kalmer overleg het zwijgen
op; bet was het kwade geweten, dat sprak."
Niettemin heeft, voor de intieme ontwik
keling van ons staatsleven, het tijdschrift
artikel blijvende waarde. Waardccring voor
Lohman'e antistrofe van Buys' Grondwet
mocht van Buys' opvolgers niet uitblijven.
Wat hot souveremiteitsrccht der Oranjes
betreft, staat het Utrecht sch Dagblad meer
aan de zijde van De Savornin Ix>hman, dan
aan die van Van der Vlugt. In andor op
zicht (omtrent de waarde der H. Schrift als
basis voor de kennis der verhouding tus
schen overheid cn volk) wijkt het meer van
eerstgenoemde af, Van meer belang dan do
punten van verschil, zijn echter die van
overeenstemming.
„Maar op d i t punt kan zonder twijfel
tusschen wie hier aan het woord zijn alzij
dig overeenstemming bestaan: dat, om do
noodlottige gevolgen der meer cn meer
overhand nemende demooratie te temperen,
gewerkt zal moeten worden in drieërlei
geest; gelijk pref. v.d. Vlugt aanwees op
blz. 40 in zijn eindoonolusic in Onze Eeuw:
lo. Terugkeer uit clo ontwikkeling van ons
staatsleven in Fransoh centralistischo rich
ting tot de Gcrmaansche beginselen van
autonomie eti zelfbestuur.
2o. Het recht aan de rechterlijke macht te
geven, de wet to toeteen aan de Grondwet.
3o. Te breken met do praktijk, die dc Sta-
ten-Generaal machtigt een bcgrooting te
verwerpen om redenen, daar buiten gelegen;;
te breken dus met het parlementarisme."
„Welke gevolgen zijn nu ©venwel in do
praotische politiek uit deze pracmisson af
le leiden?
Men bedenke eerst, dat omtrent menigo'
dier wenscken niet overeenstemming be-
staat tusschen mr. Lohman en mr. Van der
Vlugt alléón.
Dc wensch naar ontwikkeling van ons
staatsbestuur in den geest van minder oen-j
traJisatie, meer zelfbestuur en autonomie,!
mooi* souvereiniteit in eigen kring wordt
in theorie althans door de anti-revoluti-'
onaire groep onder minister Kuypcr ge
huldigd.
Het toetsingsrccht werd nog onlangs ver
dedigd in de Provinciale Groninger Cou
rant
Omtrent het budgetrecht bleek uit paa
gewisselde artikelen tussohon dit blad en
De(n) Nederlanderen dus allicht ook tus
schen de staatslieden, die zich van deze ka-'
theders plegen te bedienen, althans dc mo
gelijkheid van overeenstemming.
Omtrent do voorkeur, dio het constituti
oneel© stolsel boven het parlementaire ver
dient, bestaat in allengs zich broeder uit
dijende kringen geen twijfel meer."
Dc uiting ecnor fundamenteel© levens
overtuiging van prof. v.d. Vlugt te be
schouwen als ee>n conoroten tuctischon zet
aan het parlementaire schaak tafeltje was'
dus een groot© fout. Wat niet wegneemt-, dat
niemand weten kan wat de practijk op den
duur brengen zal. Immers coalities liggen, 1
gegeven de versnippering der politieke par
tijen. in den aard der zaak.
„Nu zal, zoo lang de kiezers der overzijde
aan do candidatcn den eisch van positieve
christelijkheid blijven stellen, zelfs een tac
tisch samengaan van liberalen en christe
lijk-nat ion al en niet zonder bezwaar zijn.
Een ministerie Röoll-Lohman-Van der
Vlugt-, waarvan do altijd sanguinisohe kro
niek dor Stemmen voor Waarheid cn Vrede
reeds droomde, zien wij dan ook nog niet
aan de kimmen.
Toch zal niemand willen beweren, dat do
bestaande rangschikking der parlementaire
coalit-io op den duur de eenigc denkbare en
geonorlei verschuiving to eeniger tijd moge
lijk zou wezen.
Doch wij willen ons niet in mogelijke toe
komstcombi naties verdiepen. Het zal even
wel goed zijn, zoo men zioh, voor nu zoowel
ati later, aan de oudo sleur ontworstelt, als
zou tusschen de naastverwante politieke
groepen in den lande slechts beginselsoha-
keering, doch tusschen do beide centra een
onoverbrugbare kloof bestaan, liet zal
goed zijn zoo men zich herinnert, dat van
mannen van principieel-liberale denkwijze
de afstand tot mr. Do Savornin Lohman
zeker niet grooter, wellicht zelfs mindor
groot is, dan die bijv. tot mr. Goeman Bor-
gesius.
Maar dit ideecle feit een er bestaande
overeenstemming in beginselovcrtuiging
aanstonds te verdichten tot een tastbaar
politiek verhond, het is de daad van hen,
die aan „wat zioh Iaat voelen cn taston"
meer waarde toekennen, dan dc mate riool o
efeor van hot loven verdient."
Onder het opschrift: „Goed of quaet*
zegt Dc Nieuwe Courant
Vraag. Is het danssen, heden ton dage go*
bruyekclick, goeb of quaet?
Antw. Quaet.
V. Is hot niet een middelmatige sake,
dio men doen of laten raagh?
A. Neon.
V. Wat swarighoyt is er dan in gele
gen?
A. Het is een aanleydinge tot ydolhcyfc,
lichtvcerdighoit, ende onkuysheyt.
V. Het schijnt nochtans dat het danssen
geoorloft is, want David heeft gedanst, 2
Sam. 0 vs. 14?
A. Dat ia sulck danssen niet geweest als
heden ten dage gchruyokelick is.
V. Hoe danste David dan?
A. David sprongh op endo huppelde
voor don Heere sijnen Godt, tot een teecken
endo betooninge van sijne gee6telïckc vreug-'
do. 2 Sam. 6 vs. 14, 21.
V. Hoe danssen dc menschcn heden ten
dage?
4)
„Maar kun je niet protesteeren?"
„Helaas, neen. Het is mijn eigen ondertee-
kening."
W(j begaven ons onmiddellijk naar don
commissaris van politie, eon zeer beschaafd
Franschman, die uitstekend Engel6ch sprak,
doch met een AmerJkaanscli accent. Hy was
nameiyt tien jaar in New-York detective ge
weest. Toen hjj ons verhaal had aangehoord,
sprak hU:
„lk geloof mot zekerheid to kunnen zeg
gen, dat u door majoor Clay zyt beotgenomen."
„Wie ie majoor Clay?" vroeg sir Charles.
„Ja, dat zou ik zelf ook gaarne willen
weten," antwoordde do commissaris.
„Hy noemt zich zoo. Zyn ware naam is
piot bekend. Hy is Franschman, maar tegeiyk
Engolschman, en zyn adres is overal en ner
gens. Hy verstaat de kunst om zyn gezicht
lh alle mogeiyke plooien to brengen. Hy is
i vroeger boeldhouwor geweest en heeft veel
waison poppen voor het „Musóe Grévin" ge-
maakt. Met behulp van een weinig was ver
andert hy zyn gelaat zoo, dat men hom niet
herkent. Een arendsneus, zegt u, dat hy had?
Hm. Gelykt hy op een van deze portretten?"
Dit zeggende toonde hy ons twee photogra-
phieëD.
„Volstrekt geen goiykenls," zei myn zwager.
„Hier, de lijnen van den hals, zouden misscbion
eenige overeenkomst hebben, maar overigens,
zweem 1"
„Dus is het majoor Clay geweest 1'' riep de
commissaris op triomfantelyken toon en wreef
zich van plezier in de handen. Toen nam hy
een potlood on schetste daarmede vluchtig
don omtrok van oen gelaat en zeido: „Ziet
u dit vriendoiyk lacliendo gezicht van een
Jongen man, zonder eenige byzondere uitdruk
king? Dat is majoor Clay, zooals hy er in
werkelykheid uitziet. Goed. Stel u nu eens
voor, dat hy op zyn neus een stuk was heeft
geplakt, zoodat hy den vorm van oen arends
neus krygt; nu ook nog oen stuk aan de kin,
zoo; eon pruik, bruine verf op zyn gezicht en
handen, en de bedrieger is klaar, niet waar?"
„Uitstekend I" riepen wy als uit één mond.
„Maar hy had groote zwarte oogen, en do
man op die photographle heeft kleine, lichte
vi6choogen."
„Ja, maar eon paar druppels bella donna
zetten de pupil uit, en een weinig opium doet
haar zich samentrekken en geeft er de domme,
onschuldige uitdrukking aan Laat de zaak
aan my over, myne heeren. Ik zal zien, wat
ik doen kan. Ik durf niet beloven, dat ik don
schelm zal pakken. Tot nu toe la niomand
er in geslaagd majoor Clay to vangen, maar
misschien kan ik u vertellen, hoe by het
heeft aangelegd om u boet t9 nemen, en me
dunkt, dat een man als u, sir Charles Van
drift, zich daardoor voor het verlies van een
armzalige vyf duizend pond zal schadeloos
gesteld achten."
„U bent geen gewone commissaris van
politio," zeide ik.
„Vindt u?" vroeg hy en richtte zich4nzyn
volle longte op. „Myne hoeren," vervolgde hy
toon in het Fransch, „ik zal niets onbeproefd
laten om u het geheim te onthullen, en als
ik kan, zal ik den schuldige in hechtenis doen
nemen."
Natuuriyk telegrapheerden wy nog naar
Londen en schreven aan de Bank, er oen
nauwkeurige boschryviDg van den verdachte
byvoegend, maar ik behoof zeker wel nauwe-
lyks to vertollen, dat dit tot niets leidde.
Drie dagon later kwam do commissaris van
politio by ons.
„Mijne heeren," zeido hij, „hot doet mij
genoegen u tc kunnen mededeelon, dat ik
alles heb ontdekt."
„Wat? Hebt u den ziener in hechtenis
genomen?"
De commissaris maakte een beweging als
of hij zeggen wilde, dat een dergelijk ver
moeden niet in het brein van een verstandig
mensch kon opkomen.
„Majoor Olay in hechtenis genomen I Hoe
komt u op het denkbeeld, heeren? Ik ben
toch maar een gewoon sterveling 1 Neen,
neen, gepakt hebben we hem niet, maar ik
weet nu ten minste hoe hij het heeft aange
legd. En het is reeds zeer veel, wanneer men
de listen van majoor Clay heeft kunnen
ontdekken."
„Welnu, vertel ons dan wat u weet," zei-
de sir Charles gelaten.
De commissaris ging zilbon en begon
„In de eerste plaats, heeren, moet ik u
er op wijzen, dat u zich vergist, indien u
hebt gedacht, dat Senor Herrera niet gewe
ten heeft, bij wien hij gehaald werd. Ik
voor mij twijfel er geen oogonblik aan., dat
Senor Herrera of majoor Clay met het
doel om u op te lichten naar Nioe is ge
komen."
„Pardon, ik zelf heb hem bij mij laten,
brengen," viel Charles hem in de rede.
„Ja, ja, maar hij heeft u er als het ware
toe gedwongen. Hij had zijn dame zijn
vrouw of zijn zuster in dit hotel ondepr
dak gebracht. Ze noemde zich madame Pi
cardet. Dozo haalde eenige dames, waarme
de ook u omging, over om de voorstellin
gen van Senor Herrera bij te wonen. Zij
spraken natuurlijk over al die wond ren cn
uw nieuwsgierigheid wae daardoor ont
waakt. Ik durf wedden, dat hij, toen hij
dit vertrek binnentrad, volmaakt op do
hoogte was van al uw aangelegenheden.
„Sey, wat zijn we dom geweest 1" zeide
Oharlee. „Ik doorzie nu alles. Die slimme
heke heeft hem dadelijk doen weten, dat ik
van plan was hem bij mij te laten komen,
en toen hij in ons salon verscheen, was hij
natuurlijk voorbereid."
„Juist," zei 'de commissaris. „Hij heeft
toen uw naam op zijn beide armen geschre
ven en ook al de overige maatregelen, om u
in dem val te laten loopen, genomen."
„U bedoelt den wissel? Ja, hoe beeft hij
dat klaar gespeeld?"
Do commissaris stond op cn opende de
deur, om can jongen man binnen te roepen,
dien wij dadelijk herkendenhet was de
eerste klerk van het bankiershuis „Lo Cré
dit Marseillais."
„Wees zoo goed den heeren mede te dee-
len wat u omtrent dezen wissel bekend is,"
zeide de commissaris, hom het papier too-
nend ,dat wij aan de politie als corpus de
licti hadden gegeven.
„Ongeveer vier weken geleden..." begon
hij.
„Dus veertien dagen vóór het bezoek van
Senor Herrera In uw hotel," voegde de com
missaris er bij
„Ongeveer vier weken geleden,'' hernam
de klerk, „kwam een heer met lange haren,
een arendsneus, 'donkore golaatskleur, met
heb voorkomen van een vreemdeling, in ons
kantoor en vroeg mij, of ik hem 'den naam
kon noemen van het bankiorsbuis, dat do;
zaken van sir Charles Yandrift bestuurde.
Hij zeide, dat hij ccn som aan u had uit
te betalen, cn vroeg, of wij dat geld kon-;
don accepteeren. Ik antwoordde, dat het1
niet gebruikelijk was, geld voor iemand to
incasseeren, waarmede wij geon zaken doen
maar dat uw bankiershuis Durby, Drum
mond cn Rothenberg, Lmtd. heette."
„Juist," prevelde sir Charles.
Tweo dagen later kwam ccn dame, mada-(
mo Picardet, met wie wij zaken doen, en i
bracht een wissel van driehonderd pond en
verzocht dat geld over te zenden aan do
firma Durby, Drummond cn Rothenberg,
en daarmede bij die Bank een crediet voor
haar te openen. Wij deden dat en ontvin
gen van het Londcnschc bankiershuis ccn
wissclbock."
„En daaruit is do wissel genomen," zei-'
do do commissaris, „en op dcnzelfdcn dag,
waarop uw wissel daar werd aangeboden,
verlangde madame Picardet haar geld te
rug."
„Maar ik heb toch den wissel ondertee
kend?" riep Charles. „Hoe is de schelm
aan mijn handteekening gekomen?"
Do commissaris haalde een kaart uit zijn
zak.
„Zag de kaart, die hij u liet beschrijven,
or ongeveer uit als deze?" vroeg hij.
„Ja, precies zool"
„Dat dacht ik wel. De majoor kocht eon
pak zulke kaarten, welke in een winkel op
de Quai Maasena voor een godsdienstig dool
worden verkocht. Hij sneed het middenstuk
er uit, ziet u, en deed zóó."
(Wordt vervolgd