LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 30 JANUARI. - TWEEDE BLAD. Anno 1304. Officieele Kennisgeving. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De "Vervolgde. No. 13478 Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien heb besluit van de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland van den 21sten December 1903 No. 73/3 (Provin ciaal blad No. 117), alsmede het Konink lijk besluit van den 28sten November 1903 •No. 33, waarbij is bepaald, dat dc herijk van de maten en gewichten over de herijk- periode van 1904 en 1905 zal loop en van 1 Januari 1904 tot 1 September 1905, herinne- HERIJ K. ren de ingezetenen dezer gemeente aan hun verplichting, overeenkomstig art. 15 lett. a, der wet van den 7den April 1869 (Staats blad No. 57), tot het doen herijken van al le reeds in gebruik zijnde maten en gewich ten, onder mcdedeeling, dat daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het lo kaal-van den ijk in heb gebouw aan de Lam mermarkt cn wel: voor de maten en gewichten, welke nog niet gebruikt zijn en ten verkoop voorhad den bij handelaren in die artikelen op 4, 5, 7, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 20 en 21 Januari 1901, telkens van des morgens nogen tot twaalf uren en des namiddags van een tot vier uren. Voor de in gebruik zijnde maten en ge wichten van ijkpliohtigen, als volgt: STRATEN, BUURTEN, ENZ. DATUM. Haarlemmerstraat Nos. 1 75 Haarlemmerstraat Nos. 76-150, Caeclllastraat, Vrouwekerksteeg, Angoniotonstraat, Brande- wynsteeg en Vrouwoateog Haarlemmerstraat Nos. 151 225, Schagensteeg en Caeclliastraat Haarlemmerstraat Nos. 226 318, Koestoeg en Pelikaanstraat Paardensteeg en Turfmarkt Oude Vest on Michielstraat Oudo Singel, Apothekersdyk èn Stille RUn Lange en Korte Mare en Stille Mare Maredyk, Maresingel en Marepoort Jan Vossensteeg Mirakelsteeg, Koddesteeg en Klaresteeg Van-der-Werfstraat en Bouwenlouwesteeg Donkersteeg on Kuipersteeg N.- on Z.-Rundersteeg, Volmolengracbt, Gedempte Volmolengracht on Paradijssteeg Hooglandscho Kerksteeg en Oude Rijn Haven, 0. en W. Havenstraat, Havenkado en Looierstraat Oudo Hcerengracht, Heerenslngel, Hooimarkt, Lage Rijndijk, Kooilaan en Drift laan Zijlpoort, Zyislngel, Zijlstraat, Houtmarkt, Koolgracht on straat, Noorderstraat, Oostdwarsgracht, Baatstraat en Lusthoflaan Langegraclit, Zandstraten en Prlnsensteog Kalvermarkt, Kjjfgracht, ZuidslDgel en Korto Langstraat Waardgraclit, Waardplein, Waard kerk steeg, Nieuwe Waardstraat en Langeslraat lste tot 6de Groenesteeg, Wovorsstraat en Kaarsenmakerstraat Öeeregracht en Vestestraat Uiterstegracht en Oranjegracht Hooigracht en Middelstegracht Hooglandscho Kerkgracht, Kerksteeg en Koorsteeg on Middelweg Lange- en Korte Nieuwstraat, Beschuitsteeg, Burchtsteeg on Hartestoeg Maarsmanssteeg, Mandenmakerssteeg en Diefsteeg Koorlammersteeg, Langebrug, Ketelboeterssteeg, Zonnsveldstoeg Bree8traat en Wolsteeg LaDge en Korte Pieterskerk Koorsteeg en Pieterskerkgracbt Gerecht, Lokhorststraat, Houtstraat, Kloksteeg, Heerensteeg, Salomonsleog en Nleuwsteeg Vischmarkt en Botermarkt Aalmarkt, Boom- en Bloemmarkt, Hoogstraat, Lango Vrouwensteog en Kort Rapenburg. Nieuwe R\jn Barbarasteeg, St.-Jorissteeg, Wielmakorssteeg, Spllsteog, Koenesteeg on Bolwerkstraat. Oude Hoogewoerd, Watersteegjes en Nieuwebrugsleog Nieuwe Hoogewoerd, Hooge Rijndijk mot Jaagpad Utrechtsche Veer, 4de Binnenvestgracht Levendaal Kraalorsstraat en Rijnstraat. Haverstraten, Gortestraten, Qeeregracht, Geerestraat en Zijdgracht Gar6nmarkt, Raamstegen, St. Jacobagracht en Hoefslraten Doezastaat, VJlet, Molensteeg en Bakkorssteeg Kai6er8traat, Rapenburg, Kolfmakerssteeg, Doelensteeg, Doolengracht en Groenhazengracht Heerenstraat, Schelpenpad, Jan van Goyenkade, Bilderdykstraat, Vreewijk straat, Gerrit Dou straat. Noordeinde, Galgewater, Rembrandstraat en Oude Varkenmarkt Morschslngel, Boerhavestraat, Smldsteeg, Kruisstraat, Narmslraat, le, 2e, en 3e, Binnenvest- gracht en Kort Galgewater Morschstraat, Morschpoort, Morschweg, Stoynstrnat, on Paul Krugerstraat Steenstraat Stationsweg, Haverzaklaan, Aloölaan, Rljnsburgerslngel, Heinslusplein, Warmonderstraat on Sohutterstraat Lammermarkt Nieuwe Beestenmarkt, Beestenmarkt en Scheistraat Óverige, niet in deze Hjst genoomde straten en buurten 25 Januari. 9-12 en 1-4 26 Januari. 9-12 en 1-4 27 Januari. 9-12 en 1-4 28 Januari. 9-12 en 1-4 1 Februari. 9-10 id. 10—12 en 1-2 id. 2—4 2 Februari. 9-12 en 1-2 id. 2-4 8 Februari, 9-12 en 1-2 id. 2-4 4 Februari. 9-10 id. 10-12 id. 1-4 8 Februari. 9-12 id. 1-4 9 Februari. 9-12 id. 1—4 10 Februari. 9-12 en 1-4 11 Februari. 9-12 id. 1—4 15 Eebruari. 9-12 en 1-4 16 Februari. 9-12 en 1—2 id. 2-4 17 Februari. 9-12 id. 1-4 18 Februari. 9-12 id. 1-4 22 Februari. 9-11 id. 11-12 en 1-4 23 Februari. 9-12 id. 1-4 24 Februari. 9-12 id. 1-4 25 Februari. 9-12en 1-4 29 Februari. 9 10£ id. 10i -12 en 1-4 1 Maart. 9—12 en 1-2 id. 2-4 2 Maart. 9-12 en 1-4 8 Maart. 9-12 id. 1—4 7 Maart, 9-12 id. 1-4 8 Maart. 9-12 id. 1-4 9 Maart, 9-12 id. 1-4 10 Maart. 9—12 en 1 4 14 Maart. 9—12 id. 1-4 15 Maart. 9-12 ld. 1-4 16 17 Maart. 9-12 en 1-4 Voor de nieuw vervaardigde maten en ge .wichten iedoren Vrijdag en Zaterdag, tel kens des voormiddags van nogen tot twaalf ti ren. Voorts vestigen zij dc aandacht van be langhebbenden op het volgende: dat in dit jaar do herijk zich weder uit strekt tot alle "maten en gewichten zonder onderscheid; dat, voor zooverre daarvoor vatbaar, ge wichten, dio onjuist zijn geworden, aan het ijkkantoor kunnen worden gejusteerd en het daarvoor verschuldigde, ten bate van Rijks kas te heffen justeerloon bij de we der afgifte der stukken aan den ijker moet worden voldaan. dab alleen behoorlijk gereinigde voorwer pen kunnen worden onderzocht en gestem peld; Vervolgens wordt ter kennis van de be langhebbenden gebracht, dat volgenö besluit van den Mmaster van Waterstaat, Handel en Nijverheid, van den lGden October 1903 dc letter p in den gewonen schrijfvorm, be stemd is tot goedkeuringsmerk, zoowol bij den ijk als bij den herijk der raaien en ge wichten en bij den ijk van gasmeters de Ko ninklijko Kroon, terwijl het kantoormerk voor do gemeente Leiden is het cijfer 7 ©n eindelijk, dat de maten en gewichten, op ge vaar van straf, voorzien moeten blijven van de vereisehte stempel merken: dat dus het laatst geplaatste goedkeuringsmerk voort aan gedurende twee jaren ongeschonden moet worden bewaard. En geschiedt hiervan openbare kennisge ving door aanplakking cn door plaatsing in het ,,Leidsch Dagblad." Burgom. en Weths. voornoemd, DE RIDDER, burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, den 4den Januari 190-1. Het Utrechtsch Dagbfod komt terug op dc wonderlijke misvatting om p n> fV a n der Vlugt's oritische studie over het werk van jhr. mr. Do Savornin L ohm an (,,Onzc Constitutie"! te be- j schouwen als een „ballon d'essai." „Eigenaardig symptoom van het wankel bare evenwicht, waarin men zich in sommi ge kringen acht gezeten, was de schrik, die dien democratischer! organen bij het lezen van mr. v.d. Vlugt's artikel om bet hart sloeg. Uit de enkele verklaring op bk. 19 dor studie, dat op overeenstemming omtrent den koers, die aan de oonstitutionecle ont wikkeling van het Koninkrijk der Nederlan den moet worden toegewensoht, de kans tusschen mr. v.d. Vlugt cn mr. Do Savornin Lobman niet hopeloos staat, leidde men on middellijk de voorbereiding van een tactisch verbond af. Wonderlijk voorbarige conclu sie 1 Tot dc optelsom, dat acht rcchts-libera- len en negen chr.-historischon te zamen nog geen vijftig uitmaken, had men don scherp- zinnigen schrijver in Onze Eeuw toch wel in staat kunnen rekenen. Dc angst evenwel scheen spoken te doen zien. Do fusie rechts werd voor het ontruste geweten links aan stonds werkelijkheid, en do moeite, dio van tweeërlei democratischen kant word aange wend, om het bedenkelijke van een politiek vriendschapsverbond tusschen mr, v.d. Vlugt on mr. Lobman aan te toonen, ver ried het gewicht, dat aaD dc mogelijkheid van zoodanig verbond hechtte. Do links-liberalen zijn dan ook in een moeilijk parket. Torwijl de loiders hun hoogste ideaal er in schijnen te zoeken, geleid to worden door de heeren Troelstra en Drucker, onder do banier van Algemeen Stemrecht, weet men in do partij zeer wel, dat de overgrooto massa der kiezers voor een actie om algemeen stemrecht thans min der dan ooit zal zijn te vinden. Gaat do „Liberale Unie/' met de vrijzin nig- en sooiaal-domocraton mede, dan ia daarvan een scheuring als in 1901 het on vermijdelijke gevolg, en erger nog dan in 1901 zal dan in 1905 do dób&cle wezen. Komt nu ten overvloede tusschen jhr. Lobman cn prof. v.d.' Vlugt een entente tot stand, dan voelt men zioh links in het geheel niet meer aangenaam gestemd, en vandaar de ijver, waarmede men aanstonds tegen een el echte in de verbeelding bestaando „ver kenning" optrok Toch had eenig sondceren zekerheid kun nen verschaffen, of over en weer bij do be trokken Kamer-groepen een dergelijke maat regel in voorbereiding was. Toch luid gezet te overweging van de drie Onzc-Eeuw-ziYti- kölen in onderling verband ze kunnen docu kennen als bloot-theoretische studie. Maar do beduchtheid voor wat zou kunnen gebeu ren legde aan kalmer overleg het zwijgen op; bet was het kwade geweten, dat sprak." Niettemin heeft, voor de intieme ontwik keling van ons staatsleven, het tijdschrift artikel blijvende waarde. Waardccring voor Lohman'e antistrofe van Buys' Grondwet mocht van Buys' opvolgers niet uitblijven. Wat hot souveremiteitsrccht der Oranjes betreft, staat het Utrecht sch Dagblad meer aan de zijde van De Savornin Ix>hman, dan aan die van Van der Vlugt. In andor op zicht (omtrent de waarde der H. Schrift als basis voor de kennis der verhouding tus schen overheid cn volk) wijkt het meer van eerstgenoemde af, Van meer belang dan do punten van verschil, zijn echter die van overeenstemming. „Maar op d i t punt kan zonder twijfel tusschen wie hier aan het woord zijn alzij dig overeenstemming bestaan: dat, om do noodlottige gevolgen der meer cn meer overhand nemende demooratie te temperen, gewerkt zal moeten worden in drieërlei geest; gelijk pref. v.d. Vlugt aanwees op blz. 40 in zijn eindoonolusic in Onze Eeuw: lo. Terugkeer uit clo ontwikkeling van ons staatsleven in Fransoh centralistischo rich ting tot de Gcrmaansche beginselen van autonomie eti zelfbestuur. 2o. Het recht aan de rechterlijke macht te geven, de wet to toeteen aan de Grondwet. 3o. Te breken met do praktijk, die dc Sta- ten-Generaal machtigt een bcgrooting te verwerpen om redenen, daar buiten gelegen;; te breken dus met het parlementarisme." „Welke gevolgen zijn nu ©venwel in do praotische politiek uit deze pracmisson af le leiden? Men bedenke eerst, dat omtrent menigo' dier wenscken niet overeenstemming be- staat tusschen mr. Lohman en mr. Van der Vlugt alléón. Dc wensch naar ontwikkeling van ons staatsbestuur in den geest van minder oen-j traJisatie, meer zelfbestuur en autonomie,! mooi* souvereiniteit in eigen kring wordt in theorie althans door de anti-revoluti-' onaire groep onder minister Kuypcr ge huldigd. Het toetsingsrccht werd nog onlangs ver dedigd in de Provinciale Groninger Cou rant Omtrent het budgetrecht bleek uit paa gewisselde artikelen tussohon dit blad en De(n) Nederlanderen dus allicht ook tus schen de staatslieden, die zich van deze ka-' theders plegen te bedienen, althans dc mo gelijkheid van overeenstemming. Omtrent do voorkeur, dio het constituti oneel© stolsel boven het parlementaire ver dient, bestaat in allengs zich broeder uit dijende kringen geen twijfel meer." Dc uiting ecnor fundamenteel© levens overtuiging van prof. v.d. Vlugt te be schouwen als ee>n conoroten tuctischon zet aan het parlementaire schaak tafeltje was' dus een groot© fout. Wat niet wegneemt-, dat niemand weten kan wat de practijk op den duur brengen zal. Immers coalities liggen, 1 gegeven de versnippering der politieke par tijen. in den aard der zaak. „Nu zal, zoo lang de kiezers der overzijde aan do candidatcn den eisch van positieve christelijkheid blijven stellen, zelfs een tac tisch samengaan van liberalen en christe lijk-nat ion al en niet zonder bezwaar zijn. Een ministerie Röoll-Lohman-Van der Vlugt-, waarvan do altijd sanguinisohe kro niek dor Stemmen voor Waarheid cn Vrede reeds droomde, zien wij dan ook nog niet aan de kimmen. Toch zal niemand willen beweren, dat do bestaande rangschikking der parlementaire coalit-io op den duur de eenigc denkbare en geonorlei verschuiving to eeniger tijd moge lijk zou wezen. Doch wij willen ons niet in mogelijke toe komstcombi naties verdiepen. Het zal even wel goed zijn, zoo men zioh, voor nu zoowel ati later, aan de oudo sleur ontworstelt, als zou tusschen de naastverwante politieke groepen in den lande slechts beginselsoha- keering, doch tusschen do beide centra een onoverbrugbare kloof bestaan, liet zal goed zijn zoo men zich herinnert, dat van mannen van principieel-liberale denkwijze de afstand tot mr. Do Savornin Lohman zeker niet grooter, wellicht zelfs mindor groot is, dan die bijv. tot mr. Goeman Bor- gesius. Maar dit ideecle feit een er bestaande overeenstemming in beginselovcrtuiging aanstonds te verdichten tot een tastbaar politiek verhond, het is de daad van hen, die aan „wat zioh Iaat voelen cn taston" meer waarde toekennen, dan dc mate riool o efeor van hot loven verdient." Onder het opschrift: „Goed of quaet* zegt Dc Nieuwe Courant Vraag. Is het danssen, heden ton dage go* bruyekclick, goeb of quaet? Antw. Quaet. V. Is hot niet een middelmatige sake, dio men doen of laten raagh? A. Neon. V. Wat swarighoyt is er dan in gele gen? A. Het is een aanleydinge tot ydolhcyfc, lichtvcerdighoit, ende onkuysheyt. V. Het schijnt nochtans dat het danssen geoorloft is, want David heeft gedanst, 2 Sam. 0 vs. 14? A. Dat ia sulck danssen niet geweest als heden ten dage gchruyokelick is. V. Hoe danste David dan? A. David sprongh op endo huppelde voor don Heere sijnen Godt, tot een teecken endo betooninge van sijne gee6telïckc vreug-' do. 2 Sam. 6 vs. 14, 21. V. Hoe danssen dc menschcn heden ten dage? 4) „Maar kun je niet protesteeren?" „Helaas, neen. Het is mijn eigen ondertee- kening." W(j begaven ons onmiddellijk naar don commissaris van politie, eon zeer beschaafd Franschman, die uitstekend Engel6ch sprak, doch met een AmerJkaanscli accent. Hy was nameiyt tien jaar in New-York detective ge weest. Toen hjj ons verhaal had aangehoord, sprak hU: „lk geloof mot zekerheid to kunnen zeg gen, dat u door majoor Clay zyt beotgenomen." „Wie ie majoor Clay?" vroeg sir Charles. „Ja, dat zou ik zelf ook gaarne willen weten," antwoordde do commissaris. „Hy noemt zich zoo. Zyn ware naam is piot bekend. Hy is Franschman, maar tegeiyk Engolschman, en zyn adres is overal en ner gens. Hy verstaat de kunst om zyn gezicht lh alle mogeiyke plooien to brengen. Hy is i vroeger boeldhouwor geweest en heeft veel waison poppen voor het „Musóe Grévin" ge- maakt. Met behulp van een weinig was ver andert hy zyn gelaat zoo, dat men hom niet herkent. Een arendsneus, zegt u, dat hy had? Hm. Gelykt hy op een van deze portretten?" Dit zeggende toonde hy ons twee photogra- phieëD. „Volstrekt geen goiykenls," zei myn zwager. „Hier, de lijnen van den hals, zouden misscbion eenige overeenkomst hebben, maar overigens, zweem 1" „Dus is het majoor Clay geweest 1'' riep de commissaris op triomfantelyken toon en wreef zich van plezier in de handen. Toen nam hy een potlood on schetste daarmede vluchtig don omtrok van oen gelaat en zeido: „Ziet u dit vriendoiyk lacliendo gezicht van een Jongen man, zonder eenige byzondere uitdruk king? Dat is majoor Clay, zooals hy er in werkelykheid uitziet. Goed. Stel u nu eens voor, dat hy op zyn neus een stuk was heeft geplakt, zoodat hy den vorm van oen arends neus krygt; nu ook nog oen stuk aan de kin, zoo; eon pruik, bruine verf op zyn gezicht en handen, en de bedrieger is klaar, niet waar?" „Uitstekend I" riepen wy als uit één mond. „Maar hy had groote zwarte oogen, en do man op die photographle heeft kleine, lichte vi6choogen." „Ja, maar eon paar druppels bella donna zetten de pupil uit, en een weinig opium doet haar zich samentrekken en geeft er de domme, onschuldige uitdrukking aan Laat de zaak aan my over, myne heeren. Ik zal zien, wat ik doen kan. Ik durf niet beloven, dat ik don schelm zal pakken. Tot nu toe la niomand er in geslaagd majoor Clay to vangen, maar misschien kan ik u vertellen, hoe by het heeft aangelegd om u boet t9 nemen, en me dunkt, dat een man als u, sir Charles Van drift, zich daardoor voor het verlies van een armzalige vyf duizend pond zal schadeloos gesteld achten." „U bent geen gewone commissaris van politio," zeide ik. „Vindt u?" vroeg hy en richtte zich4nzyn volle longte op. „Myne hoeren," vervolgde hy toon in het Fransch, „ik zal niets onbeproefd laten om u het geheim te onthullen, en als ik kan, zal ik den schuldige in hechtenis doen nemen." Natuuriyk telegrapheerden wy nog naar Londen en schreven aan de Bank, er oen nauwkeurige boschryviDg van den verdachte byvoegend, maar ik behoof zeker wel nauwe- lyks to vertollen, dat dit tot niets leidde. Drie dagon later kwam do commissaris van politio by ons. „Mijne heeren," zeido hij, „hot doet mij genoegen u tc kunnen mededeelon, dat ik alles heb ontdekt." „Wat? Hebt u den ziener in hechtenis genomen?" De commissaris maakte een beweging als of hij zeggen wilde, dat een dergelijk ver moeden niet in het brein van een verstandig mensch kon opkomen. „Majoor Olay in hechtenis genomen I Hoe komt u op het denkbeeld, heeren? Ik ben toch maar een gewoon sterveling 1 Neen, neen, gepakt hebben we hem niet, maar ik weet nu ten minste hoe hij het heeft aange legd. En het is reeds zeer veel, wanneer men de listen van majoor Clay heeft kunnen ontdekken." „Welnu, vertel ons dan wat u weet," zei- de sir Charles gelaten. De commissaris ging zilbon en begon „In de eerste plaats, heeren, moet ik u er op wijzen, dat u zich vergist, indien u hebt gedacht, dat Senor Herrera niet gewe ten heeft, bij wien hij gehaald werd. Ik voor mij twijfel er geen oogonblik aan., dat Senor Herrera of majoor Clay met het doel om u op te lichten naar Nioe is ge komen." „Pardon, ik zelf heb hem bij mij laten, brengen," viel Charles hem in de rede. „Ja, ja, maar hij heeft u er als het ware toe gedwongen. Hij had zijn dame zijn vrouw of zijn zuster in dit hotel ondepr dak gebracht. Ze noemde zich madame Pi cardet. Dozo haalde eenige dames, waarme de ook u omging, over om de voorstellin gen van Senor Herrera bij te wonen. Zij spraken natuurlijk over al die wond ren cn uw nieuwsgierigheid wae daardoor ont waakt. Ik durf wedden, dat hij, toen hij dit vertrek binnentrad, volmaakt op do hoogte was van al uw aangelegenheden. „Sey, wat zijn we dom geweest 1" zeide Oharlee. „Ik doorzie nu alles. Die slimme heke heeft hem dadelijk doen weten, dat ik van plan was hem bij mij te laten komen, en toen hij in ons salon verscheen, was hij natuurlijk voorbereid." „Juist," zei 'de commissaris. „Hij heeft toen uw naam op zijn beide armen geschre ven en ook al de overige maatregelen, om u in dem val te laten loopen, genomen." „U bedoelt den wissel? Ja, hoe beeft hij dat klaar gespeeld?" Do commissaris stond op cn opende de deur, om can jongen man binnen te roepen, dien wij dadelijk herkendenhet was de eerste klerk van het bankiershuis „Lo Cré dit Marseillais." „Wees zoo goed den heeren mede te dee- len wat u omtrent dezen wissel bekend is," zeide de commissaris, hom het papier too- nend ,dat wij aan de politie als corpus de licti hadden gegeven. „Ongeveer vier weken geleden..." begon hij. „Dus veertien dagen vóór het bezoek van Senor Herrera In uw hotel," voegde de com missaris er bij „Ongeveer vier weken geleden,'' hernam de klerk, „kwam een heer met lange haren, een arendsneus, 'donkore golaatskleur, met heb voorkomen van een vreemdeling, in ons kantoor en vroeg mij, of ik hem 'den naam kon noemen van het bankiorsbuis, dat do; zaken van sir Charles Yandrift bestuurde. Hij zeide, dat hij ccn som aan u had uit te betalen, cn vroeg, of wij dat geld kon-; don accepteeren. Ik antwoordde, dat het1 niet gebruikelijk was, geld voor iemand to incasseeren, waarmede wij geon zaken doen maar dat uw bankiershuis Durby, Drum mond cn Rothenberg, Lmtd. heette." „Juist," prevelde sir Charles. Tweo dagen later kwam ccn dame, mada-( mo Picardet, met wie wij zaken doen, en i bracht een wissel van driehonderd pond en verzocht dat geld over te zenden aan do firma Durby, Drummond cn Rothenberg, en daarmede bij die Bank een crediet voor haar te openen. Wij deden dat en ontvin gen van het Londcnschc bankiershuis ccn wissclbock." „En daaruit is do wissel genomen," zei-' do do commissaris, „en op dcnzelfdcn dag, waarop uw wissel daar werd aangeboden, verlangde madame Picardet haar geld te rug." „Maar ik heb toch den wissel ondertee kend?" riep Charles. „Hoe is de schelm aan mijn handteekening gekomen?" Do commissaris haalde een kaart uit zijn zak. „Zag de kaart, die hij u liet beschrijven, or ongeveer uit als deze?" vroeg hij. „Ja, precies zool" „Dat dacht ik wel. De majoor kocht eon pak zulke kaarten, welke in een winkel op de Quai Maasena voor een godsdienstig dool worden verkocht. Hij sneed het middenstuk er uit, ziet u, en deed zóó." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5