LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 20 JANUARI. - TWEEDE BLAD. A11110 1904. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. De dolle hond. No. 13469 De Residentiebode gelooft, dat de af schaffing der haardstedo n-bo 1 as- t i n g aanbeveling verdient. „Niet echter", schrijft zij, ,,op liet mee- rendeel doi mot wen, door d© Regeering aangevoerd. De Regeering toch stelt op den voorgrond, dat- de belasting zoo impopu- laiT is. Omstandigheid, „waarin men slechts zou mogen borusten, indien gewichtige voor- decleai daar tegenover stonden". Die voor- deolen ontkent de Regeering op de volgende gronden Bij meergegooden als bij minge- goeden worden verwarmingstoestellen in ge bruik genomen, die onbelast zijn oin prac- tisoho redenen. Spitsvondigheden ontdui ken do belasting; centraio verwarming heet haar te ontwijken. Zoowel uit een moreel als uit een fiscaal oogpunt wordt zij daar om veroordeeld. De Staat, heet het, zou verpfioht zijn tot afschaffing, wegens „den algemeenen afkeer eenerzijds, de ondoelma tigheid anderzijds." Al deze argumenten zijn voor ons van geen overwegenden aard. Impopulair toch is elko belasting. Spitsvondigheden em ontdui king kan men beteugelen door haar, waar betrapt, mcedoogenloos streng to straffen. Centrale verwarming, voor zoover bij par ticulieren bestaande, meestal uit rijke beurs aangebracht, kon door elk verwarmbaar vertrek te treffen, juist een aan zienlijke bron van inkomsten zijn, waarbij geen ontduiking mogelijk zou vallen wegens het stabiele dor inrichting. Daarentegen zouden wij haardsteden een bceer goeden aanslag noemen, omdat het verwarmd bewonen van meerdere vertrek ken zoo al niet op weelde dan toch op go- mak van beweging wijst, wolk» in een ver teringsbelasting, zooals het Personeel, zeer goed te treffen valt. Terwijl het motief, dat de Staat uit moreelc gronden geroepen zou rijn den grondslag to laten vallen, in nog veel grooter mat» op vermogens- en succes siebelasting toepasselijk is en ons herinnert aan do beginsri ruiterij, bij do afschaffing dor Staatsloterij gehuldigd. Er is voor ons echter een ander motief, waarom wij den grondslag haardsteden veroordeelt n. Hot een'gste, maar ook een alles afdoend argu ment." Dat is de vervanging van haardsteden Öoor toestellen tot verwarming zonder at- ivoer in de open lucht. „In plaats van luchtververschende haard steden", zegt het blad, „kwam hot lucht- vergifti gen de verwarmingstoestel. En deze ©llendigo longenverdelger, her- Bon vorstomper en zenuwslijter breidt zijn gebied hoe langer zoo meer uit; zooals de Memorio van Toelichting terecht opmerkt „bij mecrgegocden. zoowel a-Ls bij mingogoo- !den." Men strijdt tegen de tuberculose over de geheel© linie. Maar een der eerste midde len om haar tegen te gaan: het reinhouden van de lucht, wordt maar al te veel vernala- fcigd. En toch zijn, naar onze overtuiging, luoht, licht en beweging hij die deze trits somwijlen derven moot, kent maar al te bit ter hun gemis 1 even noodzakelijk om go- Bond to zijn als voedsel noodig is tot het leven Wij nu vertrouwen, dat, als eenmaal de haardstede is vrijgesteld van belasting, het misbruik der verwarmingstoestellen gaat afnemen. Althans zullen d© genccshee- ron, en zij, die met het toezicht op de volks gezondheid belast zijn, in vele gevallen daartegen met meer kracht kunnen opko men. De Residentiebode gelooft ook, dat het goed gezien was, het door den fiscus te lij don verlies op den grondslag haardsteden te verbalen op don grondslag mobilair, door dezen met 50 percent te verhoogen, mits or degelijker waarborgen te vinden zijn voor de taxatie van het mobilair. Deze exceptie nadrukkelijk op den voorgrond plaatsende, kan het blad niet anders, dan de keuze van hot equivalent beamen. Wel gelooft zij, dat Slot.) „Ook mot een lancet, als u wil; maar dh methode is minder aan te bevelen." De ge neesheer was ietwat verbaasd. „Maar menigmaal werkt zij toch zeer goed. De dokter keek Beck met toenemende ver wondering aan; zijn gelaat was echter geheel zonder uitdrukking. „Hoor eens, mijn waarde", zcido hij «enigszins geraakt, „de wijze van behande len moet gij aan mij overlaten; van u wil ik slechts de symptomen weten. Op welken dag is het litteeken begonnen voor het eerst, pijn to doen?" „Eergisteren, toen de weduwe Muidoorn mij van den versohrikkelijken dood van den ouden heer Feely vertelde, dio vóór mij haar kamers heeft bewoond. Hij is immers aan watervrees gestorven, niet waar?" Een zekere nadruk op de laatst» woorden dwong den geneesheer Beek nog eens op merkzaam aan te kijken. Zijn ietwat han gende onderlip was nu geheel opgetrokken en de lichtblauwe oogen hadden een kouden glans. „Ja, juist, hij is aan watervrees gestor ven", zeido de geneesheer langzaam. „De methode van Pasteur is bij hem niet toegepast?" „Mijn collega, dokter Molly, was daar niet voor. Maar ik begrijp niet, wat dat met uw geval te maken heeft." „Wacht een oogenblik, dokter, dan zal u hot wel zien. Juist daarom ben ik bij u ge komen. Zooals gezegd, vrouw Muidoorn heeft mij al de bijzonderheden van de ziekte meegedeeld. Mij zijn de haren daarbij te berge gerezen en ik heb tooh volstrekt geen hiordoor eenzijdig naar beneden wordt weg genomen en na-ar boven verplaatst. „To loochenen valt het niet", zegt- zij, „dat deze nieuwe regeling een aanzienlijke verplaatsing van den druk naar boven ten gevolge hoeft. Dat iedere zoodanige verplaatsing per eo te prijzen valt, zullen wij allerminst bewe ren, omdat wij het een juist beginsel achten ook den minder welgestelde een deel in de gomeeno lasten to doen dragen. In dit geval hebben wij echter tegen dezen verzwaarden druk geen bezwaar, omdat hij uitsluitend op wedde drukt. Iminors, men kan door een groot gezin gedwongen wor den een grooter huis to bewonen dan men wenscht... Vindt men het noodig dat rijx tc stoffeeren of daarin kostbare voorwor pen to pronk te zetten, dan is zulks zuiver weelde cn liet hindert niets, dat men daar voor wat dieper in den zak tast, en een an der, die dezo weeldo niet geniet, daarmede ontlast. Onder het opschrift: „Een gedroomde flirtation" sohrijft Do Nederlander een ar tikeltje naar aanleiding van do gevolgtrek kingen, die men afgoloid heeft uit het laat st» artikel van prof. Van der Ylugt over „Politisoh Idealisme" in het Januari nummer van Onze Eeuwwaarin hij het bock van ror. De Savornin Lobman: „Onze Constitutie", bespreekt. Eerst geeft De Nederlander het volgende citaat uit prof. Van der Viugt's artikel: Dat was dc stevig vastgehouden grondgedachte, die in wel menig hoofdge schil van stellig recht ons andere wogen dan de zijne deed bewandelen, en dus het mcerendeel der afwijkingen tussch?n ome lezing der Grondwet en den inhoud van zijn boek begrijpelijk maakt. In het orit^soh toetsen daarentegen, of liever: in do keuze van den toetssteen, heerscht groot» een stemmigheid. Zij ook liet Wijsgcerig uit gangspunt verschillend, één is, in hoofd zaak, het inzicht in wat noodig ware pn dreigt te loor te gaan. „Steeds moet", zegt mr. Lohman in den aanhef van zijn bock, „steeds moet het stre ven des wetgevers zijn, de voorschriften zoo in to richten, dat do onpartijdige booor- dcelaar de billijkheid er van moet toegeven". Men zal wel gaarne erkennen, dat tusrehen den schrijver dior zinsnede en den idealist, op bladzijde 12 dezer studie aan het woord, de kans niet hopeloos staat op overeenstem ming omtrent den koors, die aan do consti- tutioneelc ontwikkeling van het Koninklijk dor Nederlanden voorshands het liefst moet worden tooge-wenscht. Dan zegt De Nederlander-. „Voor wie dc artikelen in hun onderling verband gelezen heeft, is het zoo klaar al3 de dog, dat prof. v. d. Vlugt met de geci teerde woorden niets anders bedoelt dan een nadere uiteenzetting van zijn stand punt tegenover „Onze Constitutie". Ze vor men eern noodzakelijke schakel in zijn be toog een element in zijn critisch© beschou wing. Ze bewegen" zich uitsluitend op het terrein der wetenschap. Toch heeft eersL IIet V aderland, en nu zelfs m r. Aalborso in Het Centrum (zio ons vorig Overzicht) gemeend dit al dus t» moeten opvatten, dat een hengeltje wordt uitgeworpen tot samenwerking bij de eerstvolgende stembus". En na aangehaald te hebben wat mr. Aal- berse in Het Centrum schreef en wat wij in ous Persoverzicht hebbon medegedeeld, oindigt De Nederlander „Het verwondert ons, dat zelfs dc schrij ver in Het Centrum blijk geeft, zich zóó weinig tot het peil van mr. v. d. Viugt's be toog te kunnen opwerken." Naar aanleiding van dit artikeltje in De N ederlansier schrijft Het Vaderland „Het zal wel waar zijn, nu De Nederlan der (die het weten kan) het komt verzeke ren, aan mr. Aalberse's adres en atin het onze dat prof. Van der Vlugt in zijn jongst» Onze Eeuw-artikel, dat iets weg had van een toenadering tot de Lohman- zwakke zenuwen. U weet wel, dokter, hoe spraakzaam de vrouw is en welk een goed geheugen zij heeft. Vooral hetgeen zij van den kleinen hond Jack vertelde, was merk waardig. U herinnert u dat kleine hondje tooh zeker nog?" Do geneesheer wierp een onderzoekenden blik op Beck, in do hoop, dions eigenlijke bedoelingen te doorgronden. Zyn eigen go- zicht was geheel geel geworden: hy zag er toornig on tevon3 vreeeeiyk uit. „Wat wil u, mynheer? U houdt my hier voor don gok", riep hy ongeduldig. „Myntyd is kostbaar en ik moet u vorzoeken „Slechts nog een paar oogenblikken, dokter." Kilkaddy zag hom weer aan en aarzelde eon oogenblik, waarop hy voor zyn schryf tafel ging zitien en z(jn arm daarop liet rusten. „Natuuriyk herinnert gy u don kleinen hond Jack", ging Beek op zacht en toon voort. „Die is immeis do schuld van het geheele ongeluk geweest? Nietwaar, dokter, diens schuld is het geweest?" De geneesheer gaf geen antwoord en Bock ging voort: „U herinnert u zeker, hoe do hond op ze keren dag op u kwam toeloopen om zich te laten 6treelen en hoe hy daarna schynbaar zonder reden huilend wegliep. Schynbaar zonder reden, is dat niet merkwaardig? Vrouw Muidoorn kon zich dat nog zeer goed her innoren." „Ik moet u werkelyk verzoeken..." „Geduld slechts, ik kom nu tot de zaak zelve, tot de zaak, die my hierheen gebracht heeft, en ik zou u raden my te laten uitspreken, geloof me. Ikzelf heb my zeer voor den kleinen hond geïnteresseerd Van morgen heb ik zelfs zUn lykje opgegraven, om hem te onderzoeken." De dokter luisterde met gespannen opmerk zaamheid; hy hield den mond half open en zag er uit als een opgejaagd eiuk wild. „Ik heb hem zeer zorgvuldig onderzocht," ging Beek ongestoord voort, „en daarby vond ik aan z\jn vei in den omtrek van den hals groep, zich bewoog „uitsluitend op het ter rein der wetenschap" zonder ook maar ©eni ge politieke nevenbedoeling. Gaarne nemen wij aan, dat de Leidsche hoogleeraar, niet de Leideche afgevaardigde ter Tweede Ka mer, in dat opstel aan het woord was; dat anderen deegewenscht, het trekken van pTactische conclusies uit die louter thcore- thische bespiegeling bleef overgelaten. Maar ronduit gezegd, schijnt ons dit voor de polit-ieko beteekenis van het besproken tijdschriftartikel een tamelijk onverschillige zaak. Immers, de vraag is niet: of dc schrij ver zelf uit zijn betoog een practische slot som heeft getrokken, maar enkel: welke slotsom voor de praotijk des politiekon le vens uit dat vertoog te trokken valt. Het „haec fiibula doce^ kaa de niet al to arge- looze lezer er ook zonder hooggeleerde hulp wel aan toevoegen. „Politisch idealisme" leidt, nu het een maal do studeerkamer op do rustige Hooi gracht verlaten heeft, een eigen, zelfstan dig leven. En hot Kamerlid voor Leiden zal, ook on danks den wonsch van den Leidschen pro fessor, voor de „politische" consequenties van diens „idealistisch" gemijmer hebben to staan." De Residentiebode zegt verder, dat zij hot goed gezien vindt, dat. de minister van fi nanciën heeft voorgesteld bij de verhooging van den grondslag mobilair den nieuwen zesden grondslag automobielen to voegen. „Do automobiel toch", schrijft het blad, „vervangt ten volle „liet houden van paard on rijtuig", doet dit alleen voorloopig nog op kostbaarder wijze, zoowel wegens aan schaffing als door onderhoud. Rekent men nu zooala do Momorie van Toelichting terecht aanvoert, de automobiel onder bet mobi lair, dan zou do vorkoopswaarde moeten ge schat worden cn zou de kostbare liefhebberij niet to treffen vallen. Daarom is het voor stel dor Regcoring, iedere automobiel in hoofdsom met 40 te belasten. Dat is ge makkelijk uitvoerbaar, daar het berijden van 's Rijks wegen met automobielen het dragen van een bepaald nummer voor schrijft. Goed gezien noemen wij het daarom ook, de zoogenaamde motorrijwielen, welke even eens meer het karakter van weelde doen veronderstellen, met 0 te belasten, in plaats van f 2, welk bedrag van een ge woon rijwiel voor één persoon in hoofdsom geheven wordt. Dit noemen wij billijk, omdat het een ze kere mate van weelde breft, wijl juist ande re bepalingen omtrent den grondslag rijwie len do belasting daarop, indien zij onmis baar ten behoove van het bedrijf gobezigd worden, verlichten. Zelfs betreuren wij het, dat de Regeering ten deze niot verder gaat, en nog andere voorworpen van weelde afzonderlijk poogt to treffen. Zeer zouden daarvoor, ons er- achtons, nog een drietal afrtikelen in aan merking komen: lo. het houden van piano's en orgels, wanneer dit niet voor hot geven van onder- riohfc is. Buitenlandschc instrumenten zou den daarbij iets hooger kunnen getroffen worden, daar zij meestal duurder zijn en dus hooger waarde vertegenwoordigen 2o. hot hebben van wijn in kelder boven een zeker, niet tc hoog te stellen, maximum door particulieren. Zij, die er een eer in 6t»llcn, or een kolder op na te houden, wel- ko goed bekend staat, veroorloven zien toch buiten kijf een geheel onnoodige weelde, die flink kan belast worden, terwijl deze bopaling gedeeltelijk aan de plaatselijke wijnhandelaren zou ten goede komen. Van hotels cn koffiehuizen zou daarbij geringer bodrag kunnen geheven worden, terwijl na tuurlijk bepaalde wijnhandelaren moeeten vrijgesteld zijn. Reeds tijdens de behande ling der wet op do pcrsoneele bolasting werd dit denkbeeld door ons aanbevolen; 3o. een weeldeartikel ,dnt we haast niet durven noemen, uit vrees ons den toorn der drie kleine litteekens, vlak naast elkaar. Ia dat een symptoom, hetwelk meermalon by watervrees voorkomt, dokter?" Do geneesheer kon zich niet langer goed houden en barstte woedend los: „Zyt gy dronken? Of zyt gy gek?" „Geen van beide", antwoordde Bock mot de grootste zachtmoedigheid. „Het spUt my, als ik u verveeld heb; maar een kleinigheid zou ik u toch gaarne nog laten zien, voor ik heenga." By deze woorden nam hy eon stukjozydo- papior uit zyn vestzakje on wikkelde dat lang zaam los, terwyi de doktor hem vol spanning op do vingers keek. Daarop liield Beek hem het papier toe; er lag een kleine, scherpe slaalsplintor op, glin sterend als een glasscherf. „In een der kleine sneden heb ik het splln- tertjo gevonden, dat ik daarop weer blank heb gemaakt. Wat heeft die watervrees toch vreemde symptomen I Maar het vreemdste zal ik u nu nog laten zien." Beek sprak lang zaam en zyn stom klonk dreigend. „Do kleine staalsplinter past precies aan de afgobroken punt van eon van uw lancetten." De geneesheer keek schuw naar de plaats, waar zyn lancetten étui had gelegen. Beek ving dien blik op en wees op ryn vestzakje. Nu gleed do hand van den geneesheer heimelyk in de half geopende lade van zyn schrijftafel. „Halt!" riep Eeck in hetzelfde oogenblik. „Het helpt u niets. Ik heb myn revolver ge laden in den zak van myn jas en myn vinger ls aan den baan." De dokter trok zyn hand, zonder iets er ln, uit de lade. „Sluit die l" boval de heer Bock. Dat gebeurde. „Geef my nu den sleutel!" Hy gaf hem dien. „Met dezelfde revolver heeft u zeker den kleinen Jack doodgeschoten," zeide Beek dood bedaard, terwyi by den sleutel in zyn zak schoone sekse op den hals te halen. En toch wagen wo het, omdat het tevens een zaak van gezondheid geldt." Het blad bedoeld vitrage® en gordijnen; bet spreekt van „een zesvoudige barricade, welke behalve buitensluit©.. van het licht dc verdiensten heeft: lo. een vrucMbaalr ma gazijn t» wezen voor onreine stofdeden en vorgiftigo microben2o. de rekening van do behangers zoo hoog op te voeron, dat tal van jongelieden uit den gegoeden stand on gehuwd blijven, omdat zij zeer goed beseffen aan de eischen, welke het moderno leven o. a. aan de inrichting dor woning stolt, niet te kunnen voldoen." Niet ieder der drie genoemde artikelen, zogt rij, kan voor afzonderlijken grondslag van bolasting in aanmerking komen, maar toch gelooft het blad, dat er wellicht iets op te vinden ware hen, zoo mogelijk net nog enkele categorieën vermeorderd, naar een nndoro basis en hooger to treffen dan hot gewone mobilair, onder den naam van: voorwerpen van weelde. De oud-hooglceraar P. van Geer zegt in Het Vaderlanddat dc indruk slechte on- bovrodigend kan zijn, wanneer men do conclusion van het lange verslag over het h o ogor-onderwijs-ontworp samen vat. „Immers, van hervorming in het alge meen", schrijft hij, „ia geen sprake. Zoo dra do commissie hierop wijst cn belangrij ke onderwerpen aanroert, is het antwoord: dit moet wachten op het verslag der incen- schakelingscommissie, een vorslag, waar van niemand, ter zake kundig, wegens haar eenzijdige samenstelling, veel goeds ver wacht. Nauwelijks kan ik mij voorstellen, dat de Minister zelf een betere verwachting koestert; thans is deze oommissie voor hem do kapstok, waaraan allo voorstellen, waar van hij zich af wil maken, worden opgehan gen. En had hij dat nog consequent door- gevoordDan waro menig voorstel, dat thans wordt doorgedreven, in dc pen geble ven. Want hier e-n daar wordt do bestaande inecnschakeling van do verschillende tak ken van onderwijs, met name van hooger cn middelbaar onderwijs, geducht gehavend dan heet het, dat dezo verandering geen uit stel gedoogt cn zeker zal passen in het nog te ontworpen plan dor commiss-ic. Valt edi tor een vooretel niet in den smaak des Mi nisters, dan wordt het tot een definitieve regeling na de voorstellen der oommissie, dat wil dus zeggen „ad calenda© graecas". uitgesteld. Intusschen ia het plan van den Minister met dezo voorloopigo horvorming van het hooger onderwijs door den smeltkroes der schriftelijke behandeling meer geaccentu eerd het doel is boter dan to voren aan het licht gekomen. De zoogenaamde vrijmaking is op den achtergrond geraakt, en het voorname doelde bevordering van hot bij- zondor hooger onderwijs, in het vollo licht getreden. Do bijzondere universiteit te Am sterdam, tot nu too do Vrije genaamd, is de spil, waarom alles draait; dat do katho lieke partij met aandrang wordt uïtgenoo- digd, om mede tot de stichting cencr hij- zondore universiteit over te gaan, is slechts een doekjo voor het bloeden, ^an die zijde is do aandrang nooit sterk geweest; thans wordt zij door den Minister hiortoo opge- zweopt; of zij na de aannoT. ing d©r wet voor dien aandrang zal bezwijken, staat nog tc bezien. Naast dit alles behcerschend onderwerp staat een tweede, dat er hoegenaamd niets mede te maken heeft: hot is do overbren ging dor polyt. school van het middelbaar naar het hooger onderwijs; nu worden er zelfs nog Iweo hoogcecholen bijgevoegd: een hoogcschool en een landbouwschool, doch deze moeten wachten op een supplementai re wet. De P. 8. to Delft behoeft echter niet te wachten „geen dag en geen nacht"; wol zal do overgang veel kosten: een jaar- lijkscho vermeerdering van f 112,000 cn een uitgaaf ineens van f 1,737,000 cn nog zijn dit slechts ruwe ramingen slak. „Het was toch zeer merkwaardig, boe nauwkeurig u vooraf wist, dal Jack moest doodgeschoten worden. Maar, ziot u, ik ben Jack niet." „Voor don duivel, wie zyt gy en wat wilt ge? Natuuriyk gold; waarom vraag ik ook eerst? Hoeveel?" „Myn naam is Beek, maar u hoeft mogolUk nog nooit van oon zekeren Beck gohoord? Van beroep ben ik de'.ectivo en ik heb roods mcor dan eons ln myn loven zeor ingewikkoldo geschiedenissen opgehelderd, maar nog nooit zoo iets vreemds beleefd als dit goval. Gold heb ik niet noodig, dat wil zoggen niot voor myzolven." Do geneesheer haalde verruimd adom: do man liet zicli omkoopen. „Natuuriyk niet voor uzelven," antwoordde hy hoonend, „slechts voor treurende weduwen on verlaten woezen. Nu willen wy echter dien onzin laten varen en ter zake komen: Zult KÜ tvvygen, als gy de helft van het vermogen van dsn ouden man krygt?" „Neen, ik heb zyn goheele vermogen noodig olken rooden penning en wel voor den rechtmatigon eigenaar, Malacby Kirwan. Biyf zitten," zeide hy baracb, toen de dokter van zyn sioel in de hoogte rees. „Gy moet be daard naar my luisteren, als gy niet aan den galg wilt komen. Ik laat niet met my gok- scheren on weet precies, dat gy den ouden Feely vermoord hebt en wel op oen veol wreedero wyze dan wanneer gy hem een mee in de borst badt gestooten. Mot een waarlyk duivel8ch vernuft hebt gy liet plan uitgedacht." Beek koQ een zekere waardooring niot onder drukken. „En toch is de misdaad geheel vanzelf aan hot licht gekomen. Ik geloof, dat lk gegronde bewyzen heb, om u een proces aan te doen. Zy zouden hoogstwaarschynlUk voldoende zyn, maar zeker weet ik bet niet, andeis zoudt gy don strop niet ontgaan. De gezworenen zyn dikwyis mooiiyk van begrip en het geval ls ingewikkeld. Als het u gelukte, er door te rollen, zoudt gy het gold en do Zonderling is deze voorliefde van den voormaligen predikant en thoorctischcn wijsgeer voor het technisch onderwijs; zij geeft geen blijk van grondige kennis, maar van dilettantisme. En dat leidt op gevaar lijke en kostbare wegen 1 Uit een zuivor standpunt beschouwd, is technisch hooger onderwijs een contradictio in terminis. Technisch onderwijs kan, in den waren zin genomen, geen hooger onderwijs zijn cn hoo gor onderwijs kan nooit technisch zijn. Wil men het er wettelijk toe brongen, dan wordt het als suiker in water, niet eon oplossing, maar een vermenging. En om oen vergelij king t» gebruiken, die in de lijst der verge lijkingen van den Minister past: hij poetst het technisch onderwijs op, r<!s de vrouw van een parvenu hnar dochter opsiert, om haar het air «ener aristocrate lo geven. Z"® slecht als dit ooit kon gelukken, even wei nig slaagt do Minister in zijn streven om het technisch ondcrw-Js een hooger aanzien t» geven. Tevergeefs beroept hij zich dn nhij op do medisch© faculteit nan do universi teit; hij ziet voorbij, dat hnar e. cstc kwee- kelingen zijn artsen, die niot door do wet op het hooger onderwijs, ma r door de' artsen vrob naar de universiteit zijn gedreven om daar onderwijs t© ontvangen cn exa mens af to leggen. Lnat men Hezen ter zij de, dan blijft do medischo faculteit op ge lijken rang mot do vior andere faculteiten; zij behandelt het orgnnismo van den monsch, terwijl het technisch ondonvijs zicli bepaalt tot mechanisme. Zoo wordt nu do P. S. !o Delft door den Minister omkleed met. het apparaat der universiteit: curatoren, een senaat, een roctor-magnificus, zolfs do doctorale hul mag niet ontbreken. Faculteiten vond hij hier toch ook misplaatst; dezo oudo instel ling wordt vervangen door het modern be grip van: afdeclingen, Aldus opgetuigd ral zij, naar zijn mccning, in liet hooger onder wijs geen kwaad figuur maken. Do erva ring znl ons weldra Tecrcn, wat zij in Duiteohland reeds geleerd heeft-, hoe gebrek kig do opgedrongen rol wordt vervuld l" Do oud-hoogleoraar morkt voort® op, dat in hot oorspronkelijke ontwerp do hij zondore universiteiten slecht® drio faculteiten be hoefden to bevatten, elko faculteit moest minstens drio leden tellen, maar do mog-v lijkhoid was niet uitgesloten, dat do senaat uit minder dan 3 maal 3 is gelijk 9 leden bestond, omdat een hooglccraar iu mcor dan een faculteit zitting verkreeg. „Dezo mogelijkheid", schrijft hij, „is thans weggenomen door de bopaling, dat elko hooglccraar slechts in één faculteit mag medetellen (art. 107 1, 4do lid). Dit is do uiterste concessie, waart»© do Minister bo- reid is gevonden. Drio faculteiten, elk drio hoog leeraren be vattende, zoodat do senaat uit 9 leden bestaat-, kunnen een universi teit vormen, dio gelijke bevoegdheid erlangt als dc 4 openbare universiteiten. Men moet al een zonderlinge voorstelling hebben van hot begrip „universiteit" om zich hiorme- de tevreden te stollen I Volgens het vorslag is het in eonfesso, dat do medische cn wis- cc natuurkundige faculteiten worden bui tengesloten. Wegens dc koog» kosten clczor faculteiten, zegt het verslag. Zou geen an- dero hior verzwegen reden zich doen gel den? Reeds waagdo ik dc voron do retelling, dat do strijd tusschcn wetenschap cn geloof aan do uitsluiting niet vreemd wai." Het ligt voor do hand, zegt do schrijver verder, dat do tlieologie do hoofdrol zal vervullen. Do bindende bepalingen der bei de andero faculteiten (rechten cn letteren) golden niot voor haar; zij blijft vrij van be perkende voorwaardon en zal or weldra op permachtig heorechen. „Reeds zijn bepalingen opgenomen om de loden eener faculteit, die zich niot aan hnar voogdij willen ondorwerpen, althans niet broodoloos to maken, door hun na ontslag een geldelijke schadeloosstelling to vorleo- ncn. Waar zulko voorzorgen moeten geno men worden, behoeft men niet t© vragen, hoo het met do hooggeroemde vrijheid van hot bijzonder onderwijs is gesteld I" vasto goederen van den ouden man krygen. Ik Interesseer my niot zonder rodon voor bot welzyn van don jongen Kirwan. Onlerteeken eon akte van schonking on ik zal myn mond bondon." „Eon schenking van hot gebeelo vermogen ?r „Van het golioelo vormogon." „En als ik nu weiger?" „Dan rust ik niet, voordat gy aan den galg komt. Gy kunt Immers zelf booordeelon, of my dat golukkon zall Gy zult aan het kortste eindje trokken, want ik heb bittor weinig lust, u vry to laten. Gy zyt elgoniyk veol to ge- vaariyk om vry rond te loopon; maar, my- dunkt, do lust zal wol by u vergaan zyn, om het spol nog verder door te zotton; ik zal u in hot oog houden." „Laat my tot morgen tydl tot ovorleggon." „Zeer gaarne. Ik woet wol, hue hot antwoord zal uitvallen." Bock had zich echtor vergist. Den volgenden morgen werd gobeol Bally- duff in opschudding gebracht door de tyding, dat doktor Kilkaddy plotseling gestorven was. Het gorochtoiyk onderzoek had dadoiyk plaats. Op de tafel naast zyn bod vond mon oon doosjo pillen met hot opschrift: „Cbinino;" or waren nog eenige pillen in en men wist, dat da dokter dikwyis cliinine innam. Do analyse boweos echter, dat elke pil eon doodoiyke dosis morphine bevatte. Hoe de morphine in de chininepoeder was gekomen, kon nlomand raden, behalve Bock. „Hy is op de kortste wyze aan den dana ontsprongen," mompelde de detective by zich- zeiven, toen hot bericht hem bereikio. „En ik ben er biy om." Malacby Kirwan ging toch niot naar Arno- rika. Do dokter had geen testament nagelaten on het geheele vermogen viel den jongen man toe, als den rechtmatigen erfgenaam on naaston bloedverwant. De hoer Beek bracht eon paar zeer aangename weken te Ballyduff door en is voor don volgenden zomer op oen bruiloft genoodigd, die daar zal plaats vinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5