LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 20 JANUARI. - TWEEDE BLAD.
A11110 1904.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
De dolle hond.
No. 13469
De Residentiebode gelooft, dat de af
schaffing der haardstedo n-bo 1 as-
t i n g aanbeveling verdient.
„Niet echter", schrijft zij, ,,op liet mee-
rendeel doi mot wen, door d© Regeering
aangevoerd. De Regeering toch stelt op den
voorgrond, dat- de belasting zoo impopu-
laiT is. Omstandigheid, „waarin men slechts
zou mogen borusten, indien gewichtige voor-
decleai daar tegenover stonden". Die voor-
deolen ontkent de Regeering op de volgende
gronden Bij meergegooden als bij minge-
goeden worden verwarmingstoestellen in ge
bruik genomen, die onbelast zijn oin prac-
tisoho redenen. Spitsvondigheden ontdui
ken do belasting; centraio verwarming heet
haar te ontwijken. Zoowel uit een moreel
als uit een fiscaal oogpunt wordt zij daar
om veroordeeld. De Staat, heet het, zou
verpfioht zijn tot afschaffing, wegens „den
algemeenen afkeer eenerzijds, de ondoelma
tigheid anderzijds."
Al deze argumenten zijn voor ons van geen
overwegenden aard. Impopulair toch is
elko belasting. Spitsvondigheden em ontdui
king kan men beteugelen door haar, waar
betrapt, mcedoogenloos streng to straffen.
Centrale verwarming, voor zoover bij par
ticulieren bestaande, meestal uit rijke beurs
aangebracht, kon door elk verwarmbaar
vertrek te treffen, juist een aan
zienlijke bron van inkomsten zijn, waarbij
geen ontduiking mogelijk zou vallen wegens
het stabiele dor inrichting.
Daarentegen zouden wij haardsteden een
bceer goeden aanslag noemen, omdat het
verwarmd bewonen van meerdere vertrek
ken zoo al niet op weelde dan toch op go-
mak van beweging wijst, wolk» in een ver
teringsbelasting, zooals het Personeel, zeer
goed te treffen valt. Terwijl het motief, dat
de Staat uit moreelc gronden geroepen zou
rijn den grondslag to laten vallen, in nog
veel grooter mat» op vermogens- en succes
siebelasting toepasselijk is en ons herinnert
aan do beginsri ruiterij, bij do afschaffing
dor Staatsloterij gehuldigd. Er is voor ons
echter een ander motief, waarom wij den
grondslag haardsteden veroordeelt n. Hot
een'gste, maar ook een alles afdoend argu
ment."
Dat is de vervanging van haardsteden
Öoor toestellen tot verwarming zonder at-
ivoer in de open lucht.
„In plaats van luchtververschende haard
steden", zegt het blad, „kwam hot lucht-
vergifti gen de verwarmingstoestel.
En deze ©llendigo longenverdelger, her-
Bon vorstomper en zenuwslijter breidt zijn
gebied hoe langer zoo meer uit; zooals de
Memorio van Toelichting terecht opmerkt
„bij mecrgegocden. zoowel a-Ls bij mingogoo-
!den."
Men strijdt tegen de tuberculose over de
geheel© linie. Maar een der eerste midde
len om haar tegen te gaan: het reinhouden
van de lucht, wordt maar al te veel vernala-
fcigd. En toch zijn, naar onze overtuiging,
luoht, licht en beweging hij die deze trits
somwijlen derven moot, kent maar al te bit
ter hun gemis 1 even noodzakelijk om go-
Bond to zijn als voedsel noodig is tot het
leven
Wij nu vertrouwen, dat, als eenmaal de
haardstede is vrijgesteld van belasting,
het misbruik der verwarmingstoestellen
gaat afnemen. Althans zullen d© genccshee-
ron, en zij, die met het toezicht op de volks
gezondheid belast zijn, in vele gevallen
daartegen met meer kracht kunnen opko
men.
De Residentiebode gelooft ook, dat het
goed gezien was, het door den fiscus te lij
don verlies op den grondslag haardsteden te
verbalen op don grondslag mobilair, door
dezen met 50 percent te verhoogen, mits or
degelijker waarborgen te vinden zijn voor
de taxatie van het mobilair. Deze exceptie
nadrukkelijk op den voorgrond plaatsende,
kan het blad niet anders, dan de keuze van
hot equivalent beamen. Wel gelooft zij, dat
Slot.)
„Ook mot een lancet, als u wil; maar dh
methode is minder aan te bevelen." De ge
neesheer was ietwat verbaasd.
„Maar menigmaal werkt zij toch zeer
goed.
De dokter keek Beck met toenemende ver
wondering aan; zijn gelaat was echter geheel
zonder uitdrukking.
„Hoor eens, mijn waarde", zcido hij
«enigszins geraakt, „de wijze van behande
len moet gij aan mij overlaten; van u wil ik
slechts de symptomen weten. Op welken dag
is het litteeken begonnen voor het eerst,
pijn to doen?"
„Eergisteren, toen de weduwe Muidoorn
mij van den versohrikkelijken dood van den
ouden heer Feely vertelde, dio vóór mij
haar kamers heeft bewoond. Hij is immers
aan watervrees gestorven, niet waar?"
Een zekere nadruk op de laatst» woorden
dwong den geneesheer Beek nog eens op
merkzaam aan te kijken. Zijn ietwat han
gende onderlip was nu geheel opgetrokken
en de lichtblauwe oogen hadden een kouden
glans.
„Ja, juist, hij is aan watervrees gestor
ven", zeido de geneesheer langzaam.
„De methode van Pasteur is bij hem niet
toegepast?"
„Mijn collega, dokter Molly, was daar
niet voor. Maar ik begrijp niet, wat dat
met uw geval te maken heeft."
„Wacht een oogenblik, dokter, dan zal u
hot wel zien. Juist daarom ben ik bij u ge
komen. Zooals gezegd, vrouw Muidoorn
heeft mij al de bijzonderheden van de ziekte
meegedeeld. Mij zijn de haren daarbij te
berge gerezen en ik heb tooh volstrekt geen
hiordoor eenzijdig naar beneden wordt weg
genomen en na-ar boven verplaatst.
„To loochenen valt het niet", zegt- zij,
„dat deze nieuwe regeling een aanzienlijke
verplaatsing van den druk naar boven
ten gevolge hoeft.
Dat iedere zoodanige verplaatsing per eo
te prijzen valt, zullen wij allerminst bewe
ren, omdat wij het een juist beginsel achten
ook den minder welgestelde een deel in de
gomeeno lasten to doen dragen.
In dit geval hebben wij echter tegen dezen
verzwaarden druk geen bezwaar, omdat hij
uitsluitend op wedde drukt. Iminors, men
kan door een groot gezin gedwongen wor
den een grooter huis to bewonen dan men
wenscht... Vindt men het noodig dat rijx
tc stoffeeren of daarin kostbare voorwor
pen to pronk te zetten, dan is zulks zuiver
weelde cn liet hindert niets, dat men daar
voor wat dieper in den zak tast, en een an
der, die dezo weeldo niet geniet, daarmede
ontlast.
Onder het opschrift: „Een gedroomde
flirtation" sohrijft Do Nederlander een ar
tikeltje naar aanleiding van do gevolgtrek
kingen, die men afgoloid heeft uit het laat
st» artikel van prof. Van der Ylugt
over „Politisoh Idealisme" in het Januari
nummer van Onze Eeuwwaarin hij het
bock van ror. De Savornin Lobman:
„Onze Constitutie", bespreekt.
Eerst geeft De Nederlander het volgende
citaat uit prof. Van der Viugt's artikel:
Dat was dc stevig vastgehouden
grondgedachte, die in wel menig hoofdge
schil van stellig recht ons andere wogen
dan de zijne deed bewandelen, en dus het
mcerendeel der afwijkingen tussch?n ome
lezing der Grondwet en den inhoud van
zijn boek begrijpelijk maakt. In het orit^soh
toetsen daarentegen, of liever: in do keuze
van den toetssteen, heerscht groot» een
stemmigheid. Zij ook liet Wijsgcerig uit
gangspunt verschillend, één is, in hoofd
zaak, het inzicht in wat noodig ware pn
dreigt te loor te gaan.
„Steeds moet", zegt mr. Lohman in den
aanhef van zijn bock, „steeds moet het stre
ven des wetgevers zijn, de voorschriften zoo
in to richten, dat do onpartijdige booor-
dcelaar de billijkheid er van moet toegeven".
Men zal wel gaarne erkennen, dat tusrehen
den schrijver dior zinsnede en den idealist,
op bladzijde 12 dezer studie aan het woord,
de kans niet hopeloos staat op overeenstem
ming omtrent den koors, die aan do consti-
tutioneelc ontwikkeling van het Koninklijk
dor Nederlanden voorshands het liefst moet
worden tooge-wenscht.
Dan zegt De Nederlander-.
„Voor wie dc artikelen in hun onderling
verband gelezen heeft, is het zoo klaar al3
de dog, dat prof. v. d. Vlugt met de geci
teerde woorden niets anders bedoelt dan
een nadere uiteenzetting van zijn stand
punt tegenover „Onze Constitutie". Ze vor
men eern noodzakelijke schakel in zijn be
toog een element in zijn critisch© beschou
wing. Ze bewegen" zich uitsluitend op het
terrein der wetenschap.
Toch heeft eersL IIet V aderland, en nu
zelfs m r. Aalborso in Het Centrum
(zio ons vorig Overzicht) gemeend dit al
dus t» moeten opvatten, dat een hengeltje
wordt uitgeworpen tot samenwerking bij de
eerstvolgende stembus".
En na aangehaald te hebben wat mr. Aal-
berse in Het Centrum schreef en wat wij
in ous Persoverzicht hebbon medegedeeld,
oindigt De Nederlander
„Het verwondert ons, dat zelfs dc schrij
ver in Het Centrum blijk geeft, zich zóó
weinig tot het peil van mr. v. d. Viugt's be
toog te kunnen opwerken."
Naar aanleiding van dit artikeltje in De
N ederlansier schrijft Het Vaderland
„Het zal wel waar zijn, nu De Nederlan
der (die het weten kan) het komt verzeke
ren, aan mr. Aalberse's adres en atin het
onze dat prof. Van der Vlugt in zijn
jongst» Onze Eeuw-artikel, dat iets weg
had van een toenadering tot de Lohman-
zwakke zenuwen. U weet wel, dokter, hoe
spraakzaam de vrouw is en welk een goed
geheugen zij heeft. Vooral hetgeen zij van
den kleinen hond Jack vertelde, was merk
waardig. U herinnert u dat kleine hondje
tooh zeker nog?"
Do geneesheer wierp een onderzoekenden
blik op Beck, in do hoop, dions eigenlijke
bedoelingen te doorgronden. Zyn eigen go-
zicht was geheel geel geworden: hy zag er
toornig on tevon3 vreeeeiyk uit.
„Wat wil u, mynheer? U houdt my hier
voor don gok", riep hy ongeduldig. „Myntyd
is kostbaar en ik moet u vorzoeken
„Slechts nog een paar oogenblikken, dokter."
Kilkaddy zag hom weer aan en aarzelde
eon oogenblik, waarop hy voor zyn schryf
tafel ging zitien en z(jn arm daarop liet rusten.
„Natuuriyk herinnert gy u don kleinen
hond Jack", ging Beek op zacht en toon voort.
„Die is immeis do schuld van het geheele
ongeluk geweest? Nietwaar, dokter, diens
schuld is het geweest?"
De geneesheer gaf geen antwoord en Bock
ging voort:
„U herinnert u zeker, hoe do hond op ze
keren dag op u kwam toeloopen om zich te
laten 6treelen en hoe hy daarna schynbaar
zonder reden huilend wegliep. Schynbaar
zonder reden, is dat niet merkwaardig? Vrouw
Muidoorn kon zich dat nog zeer goed her
innoren."
„Ik moet u werkelyk verzoeken..."
„Geduld slechts, ik kom nu tot de zaak
zelve, tot de zaak, die my hierheen gebracht
heeft, en ik zou u raden my te laten uitspreken,
geloof me. Ikzelf heb my zeer voor den kleinen
hond geïnteresseerd Van morgen heb ik zelfs
zUn lykje opgegraven, om hem te onderzoeken."
De dokter luisterde met gespannen opmerk
zaamheid; hy hield den mond half open en
zag er uit als een opgejaagd eiuk wild.
„Ik heb hem zeer zorgvuldig onderzocht,"
ging Beek ongestoord voort, „en daarby vond
ik aan z\jn vei in den omtrek van den hals
groep, zich bewoog „uitsluitend op het ter
rein der wetenschap" zonder ook maar ©eni
ge politieke nevenbedoeling. Gaarne nemen
wij aan, dat de Leidsche hoogleeraar, niet
de Leideche afgevaardigde ter Tweede Ka
mer, in dat opstel aan het woord was; dat
anderen deegewenscht, het trekken van
pTactische conclusies uit die louter thcore-
thische bespiegeling bleef overgelaten.
Maar ronduit gezegd, schijnt ons dit voor
de polit-ieko beteekenis van het besproken
tijdschriftartikel een tamelijk onverschillige
zaak. Immers, de vraag is niet: of dc schrij
ver zelf uit zijn betoog een practische slot
som heeft getrokken, maar enkel: welke
slotsom voor de praotijk des politiekon le
vens uit dat vertoog te trokken valt. Het
„haec fiibula doce^ kaa de niet al to arge-
looze lezer er ook zonder hooggeleerde hulp
wel aan toevoegen.
„Politisch idealisme" leidt, nu het een
maal do studeerkamer op do rustige Hooi
gracht verlaten heeft, een eigen, zelfstan
dig leven.
En hot Kamerlid voor Leiden zal, ook on
danks den wonsch van den Leidschen pro
fessor, voor de „politische" consequenties
van diens „idealistisch" gemijmer hebben to
staan."
De Residentiebode zegt verder, dat zij hot
goed gezien vindt, dat. de minister van fi
nanciën heeft voorgesteld bij de verhooging
van den grondslag mobilair den nieuwen
zesden grondslag automobielen to
voegen.
„Do automobiel toch", schrijft het blad,
„vervangt ten volle „liet houden van paard
on rijtuig", doet dit alleen voorloopig nog
op kostbaarder wijze, zoowel wegens aan
schaffing als door onderhoud. Rekent men nu
zooala do Momorie van Toelichting terecht
aanvoert, de automobiel onder bet mobi
lair, dan zou do vorkoopswaarde moeten ge
schat worden cn zou de kostbare liefhebberij
niet to treffen vallen. Daarom is het voor
stel dor Regcoring, iedere automobiel in
hoofdsom met 40 te belasten. Dat is ge
makkelijk uitvoerbaar, daar het berijden
van 's Rijks wegen met automobielen het
dragen van een bepaald nummer voor
schrijft.
Goed gezien noemen wij het daarom ook,
de zoogenaamde motorrijwielen, welke even
eens meer het karakter van weelde
doen veronderstellen, met 0 te belasten,
in plaats van f 2, welk bedrag van een ge
woon rijwiel voor één persoon in hoofdsom
geheven wordt.
Dit noemen wij billijk, omdat het een ze
kere mate van weelde breft, wijl juist ande
re bepalingen omtrent den grondslag rijwie
len do belasting daarop, indien zij onmis
baar ten behoove van het bedrijf gobezigd
worden, verlichten.
Zelfs betreuren wij het, dat de Regeering
ten deze niot verder gaat, en nog andere
voorworpen van weelde afzonderlijk poogt
to treffen. Zeer zouden daarvoor, ons er-
achtons, nog een drietal afrtikelen in aan
merking komen:
lo. het houden van piano's en orgels,
wanneer dit niet voor hot geven van onder-
riohfc is. Buitenlandschc instrumenten zou
den daarbij iets hooger kunnen getroffen
worden, daar zij meestal duurder zijn en
dus hooger waarde vertegenwoordigen
2o. hot hebben van wijn in kelder boven
een zeker, niet tc hoog te stellen, maximum
door particulieren. Zij, die er een eer in
6t»llcn, or een kolder op na te houden, wel-
ko goed bekend staat, veroorloven zien toch
buiten kijf een geheel onnoodige weelde,
die flink kan belast worden, terwijl deze
bopaling gedeeltelijk aan de plaatselijke
wijnhandelaren zou ten goede komen. Van
hotels cn koffiehuizen zou daarbij geringer
bodrag kunnen geheven worden, terwijl na
tuurlijk bepaalde wijnhandelaren moeeten
vrijgesteld zijn. Reeds tijdens de behande
ling der wet op do pcrsoneele bolasting
werd dit denkbeeld door ons aanbevolen;
3o. een weeldeartikel ,dnt we haast niet
durven noemen, uit vrees ons den toorn der
drie kleine litteekens, vlak naast elkaar. Ia
dat een symptoom, hetwelk meermalon by
watervrees voorkomt, dokter?"
Do geneesheer kon zich niet langer goed
houden en barstte woedend los: „Zyt gy
dronken? Of zyt gy gek?"
„Geen van beide", antwoordde Bock mot de
grootste zachtmoedigheid. „Het spUt my, als
ik u verveeld heb; maar een kleinigheid zou ik
u toch gaarne nog laten zien, voor ik heenga."
By deze woorden nam hy eon stukjozydo-
papior uit zyn vestzakje on wikkelde dat lang
zaam los, terwyi de doktor hem vol spanning
op do vingers keek.
Daarop liield Beek hem het papier toe; er
lag een kleine, scherpe slaalsplintor op, glin
sterend als een glasscherf.
„In een der kleine sneden heb ik het splln-
tertjo gevonden, dat ik daarop weer blank
heb gemaakt. Wat heeft die watervrees toch
vreemde symptomen I Maar het vreemdste zal
ik u nu nog laten zien." Beek sprak lang
zaam en zyn stom klonk dreigend. „Do kleine
staalsplinter past precies aan de afgobroken
punt van eon van uw lancetten."
De geneesheer keek schuw naar de plaats,
waar zyn lancetten étui had gelegen.
Beek ving dien blik op en wees op ryn
vestzakje.
Nu gleed do hand van den geneesheer
heimelyk in de half geopende lade van zyn
schrijftafel.
„Halt!" riep Eeck in hetzelfde oogenblik.
„Het helpt u niets. Ik heb myn revolver ge
laden in den zak van myn jas en myn vinger
ls aan den baan."
De dokter trok zyn hand, zonder iets er ln,
uit de lade.
„Sluit die l" boval de heer Bock.
Dat gebeurde.
„Geef my nu den sleutel!"
Hy gaf hem dien.
„Met dezelfde revolver heeft u zeker den
kleinen Jack doodgeschoten," zeide Beek dood
bedaard, terwyi by den sleutel in zyn zak
schoone sekse op den hals te halen. En toch
wagen wo het, omdat het tevens een zaak
van gezondheid geldt."
Het blad bedoeld vitrage® en gordijnen;
bet spreekt van „een zesvoudige barricade,
welke behalve buitensluit©.. van het licht dc
verdiensten heeft: lo. een vrucMbaalr ma
gazijn t» wezen voor onreine stofdeden en
vorgiftigo microben2o. de rekening van do
behangers zoo hoog op te voeron, dat tal
van jongelieden uit den gegoeden stand on
gehuwd blijven, omdat zij zeer goed beseffen
aan de eischen, welke het moderno leven
o. a. aan de inrichting dor woning stolt,
niet te kunnen voldoen."
Niet ieder der drie genoemde artikelen,
zogt rij, kan voor afzonderlijken grondslag
van bolasting in aanmerking komen, maar
toch gelooft het blad, dat er wellicht iets
op te vinden ware hen, zoo mogelijk net
nog enkele categorieën vermeorderd, naar
een nndoro basis en hooger to treffen dan
hot gewone mobilair, onder den naam van:
voorwerpen van weelde.
De oud-hooglceraar P. van Geer zegt in
Het Vaderlanddat dc indruk slechte on-
bovrodigend kan zijn, wanneer men do
conclusion van het lange verslag over het
h o ogor-onderwijs-ontworp samen
vat.
„Immers, van hervorming in het alge
meen", schrijft hij, „ia geen sprake. Zoo
dra do commissie hierop wijst cn belangrij
ke onderwerpen aanroert, is het antwoord:
dit moet wachten op het verslag der incen-
schakelingscommissie, een vorslag, waar
van niemand, ter zake kundig, wegens haar
eenzijdige samenstelling, veel goeds ver
wacht. Nauwelijks kan ik mij voorstellen,
dat de Minister zelf een betere verwachting
koestert; thans is deze oommissie voor hem
do kapstok, waaraan allo voorstellen, waar
van hij zich af wil maken, worden opgehan
gen. En had hij dat nog consequent door-
gevoordDan waro menig voorstel, dat
thans wordt doorgedreven, in dc pen geble
ven. Want hier e-n daar wordt do bestaande
inecnschakeling van do verschillende tak
ken van onderwijs, met name van hooger cn
middelbaar onderwijs, geducht gehavend
dan heet het, dat dezo verandering geen uit
stel gedoogt cn zeker zal passen in het nog
te ontworpen plan dor commiss-ic. Valt edi
tor een vooretel niet in den smaak des Mi
nisters, dan wordt het tot een definitieve
regeling na de voorstellen der oommissie,
dat wil dus zeggen „ad calenda© graecas".
uitgesteld.
Intusschen ia het plan van den Minister
met dezo voorloopigo horvorming van het
hooger onderwijs door den smeltkroes der
schriftelijke behandeling meer geaccentu
eerd het doel is boter dan to voren aan het
licht gekomen. De zoogenaamde vrijmaking
is op den achtergrond geraakt, en het
voorname doelde bevordering van hot bij-
zondor hooger onderwijs, in het vollo licht
getreden. Do bijzondere universiteit te Am
sterdam, tot nu too do Vrije genaamd, is de
spil, waarom alles draait; dat do katho
lieke partij met aandrang wordt uïtgenoo-
digd, om mede tot de stichting cencr hij-
zondore universiteit over te gaan, is slechts
een doekjo voor het bloeden, ^an die zijde
is do aandrang nooit sterk geweest; thans
wordt zij door den Minister hiortoo opge-
zweopt; of zij na de aannoT. ing d©r wet
voor dien aandrang zal bezwijken, staat nog
tc bezien.
Naast dit alles behcerschend onderwerp
staat een tweede, dat er hoegenaamd niets
mede te maken heeft: hot is do overbren
ging dor polyt. school van het middelbaar
naar het hooger onderwijs; nu worden er
zelfs nog Iweo hoogcecholen bijgevoegd: een
hoogcschool en een landbouwschool, doch
deze moeten wachten op een supplementai
re wet. De P. 8. to Delft behoeft echter
niet te wachten „geen dag en geen nacht";
wol zal do overgang veel kosten: een jaar-
lijkscho vermeerdering van f 112,000 cn een
uitgaaf ineens van f 1,737,000 cn nog zijn
dit slechts ruwe ramingen
slak. „Het was toch zeer merkwaardig, boe
nauwkeurig u vooraf wist, dal Jack moest
doodgeschoten worden. Maar, ziot u, ik ben
Jack niet."
„Voor don duivel, wie zyt gy en wat wilt
ge? Natuuriyk gold; waarom vraag ik ook
eerst? Hoeveel?"
„Myn naam is Beek, maar u hoeft mogolUk
nog nooit van oon zekeren Beck gohoord? Van
beroep ben ik de'.ectivo en ik heb roods mcor
dan eons ln myn loven zeor ingewikkoldo
geschiedenissen opgehelderd, maar nog nooit
zoo iets vreemds beleefd als dit goval. Gold
heb ik niet noodig, dat wil zoggen niot voor
myzolven."
Do geneesheer haalde verruimd adom: do
man liet zicli omkoopen.
„Natuuriyk niet voor uzelven," antwoordde
hy hoonend, „slechts voor treurende weduwen
on verlaten woezen. Nu willen wy echter dien
onzin laten varen en ter zake komen: Zult
KÜ tvvygen, als gy de helft van het vermogen
van dsn ouden man krygt?"
„Neen, ik heb zyn goheele vermogen noodig
olken rooden penning en wel voor den
rechtmatigon eigenaar, Malacby Kirwan. Biyf
zitten," zeide hy baracb, toen de dokter van
zyn sioel in de hoogte rees. „Gy moet be
daard naar my luisteren, als gy niet aan den
galg wilt komen. Ik laat niet met my gok-
scheren on weet precies, dat gy den ouden
Feely vermoord hebt en wel op oen veol
wreedero wyze dan wanneer gy hem een mee
in de borst badt gestooten. Mot een waarlyk
duivel8ch vernuft hebt gy liet plan uitgedacht."
Beek koQ een zekere waardooring niot onder
drukken. „En toch is de misdaad geheel
vanzelf aan hot licht gekomen. Ik geloof, dat
lk gegronde bewyzen heb, om u een proces
aan te doen. Zy zouden hoogstwaarschynlUk
voldoende zyn, maar zeker weet ik bet niet,
andeis zoudt gy don strop niet ontgaan. De
gezworenen zyn dikwyis mooiiyk van begrip
en het geval ls ingewikkeld. Als het u gelukte,
er door te rollen, zoudt gy het gold en do
Zonderling is deze voorliefde van den
voormaligen predikant en thoorctischcn
wijsgeer voor het technisch onderwijs; zij
geeft geen blijk van grondige kennis, maar
van dilettantisme. En dat leidt op gevaar
lijke en kostbare wegen 1 Uit een zuivor
standpunt beschouwd, is technisch hooger
onderwijs een contradictio in terminis.
Technisch onderwijs kan, in den waren zin
genomen, geen hooger onderwijs zijn cn hoo
gor onderwijs kan nooit technisch zijn. Wil
men het er wettelijk toe brongen, dan wordt
het als suiker in water, niet eon oplossing,
maar een vermenging. En om oen vergelij
king t» gebruiken, die in de lijst der verge
lijkingen van den Minister past: hij poetst
het technisch onderwijs op, r<!s de vrouw
van een parvenu hnar dochter opsiert, om
haar het air «ener aristocrate lo geven. Z"®
slecht als dit ooit kon gelukken, even wei
nig slaagt do Minister in zijn streven om
het technisch ondcrw-Js een hooger aanzien
t» geven. Tevergeefs beroept hij zich dn nhij
op do medisch© faculteit nan do universi
teit; hij ziet voorbij, dat hnar e. cstc kwee-
kelingen zijn artsen, die niot door do wet
op het hooger onderwijs, ma r door de'
artsen vrob naar de universiteit zijn gedreven
om daar onderwijs t© ontvangen cn exa
mens af to leggen. Lnat men Hezen ter zij
de, dan blijft do medischo faculteit op ge
lijken rang mot do vior andere faculteiten;
zij behandelt het orgnnismo van den
monsch, terwijl het technisch ondonvijs zicli
bepaalt tot mechanisme.
Zoo wordt nu do P. S. !o Delft door den
Minister omkleed met. het apparaat der
universiteit: curatoren, een senaat, een
roctor-magnificus, zolfs do doctorale hul
mag niet ontbreken. Faculteiten vond hij
hier toch ook misplaatst; dezo oudo instel
ling wordt vervangen door het modern be
grip van: afdeclingen, Aldus opgetuigd ral
zij, naar zijn mccning, in liet hooger onder
wijs geen kwaad figuur maken. Do erva
ring znl ons weldra Tecrcn, wat zij in
Duiteohland reeds geleerd heeft-, hoe gebrek
kig do opgedrongen rol wordt vervuld l"
Do oud-hoogleoraar morkt voort® op, dat
in hot oorspronkelijke ontwerp do hij zondore
universiteiten slecht® drio faculteiten be
hoefden to bevatten, elko faculteit moest
minstens drio leden tellen, maar do mog-v
lijkhoid was niet uitgesloten, dat do senaat
uit minder dan 3 maal 3 is gelijk 9 leden
bestond, omdat een hooglccraar iu mcor
dan een faculteit zitting verkreeg.
„Dezo mogelijkheid", schrijft hij, „is
thans weggenomen door de bopaling, dat
elko hooglccraar slechts in één faculteit mag
medetellen (art. 107 1, 4do lid). Dit is do
uiterste concessie, waart»© do Minister bo-
reid is gevonden. Drio faculteiten, elk drio
hoog leeraren be vattende, zoodat do senaat
uit 9 leden bestaat-, kunnen een universi
teit vormen, dio gelijke bevoegdheid erlangt
als dc 4 openbare universiteiten. Men moet
al een zonderlinge voorstelling hebben van
hot begrip „universiteit" om zich hiorme-
de tevreden te stollen I Volgens het vorslag
is het in eonfesso, dat do medische cn wis-
cc natuurkundige faculteiten worden bui
tengesloten. Wegens dc koog» kosten clczor
faculteiten, zegt het verslag. Zou geen an-
dero hior verzwegen reden zich doen gel
den? Reeds waagdo ik dc voron do retelling,
dat do strijd tusschcn wetenschap cn geloof
aan do uitsluiting niet vreemd wai."
Het ligt voor do hand, zegt do schrijver
verder, dat do tlieologie do hoofdrol zal
vervullen. Do bindende bepalingen der bei
de andero faculteiten (rechten cn letteren)
golden niot voor haar; zij blijft vrij van be
perkende voorwaardon en zal or weldra op
permachtig heorechen.
„Reeds zijn bepalingen opgenomen om de
loden eener faculteit, die zich niot aan hnar
voogdij willen ondorwerpen, althans niet
broodoloos to maken, door hun na ontslag
een geldelijke schadeloosstelling to vorleo-
ncn. Waar zulko voorzorgen moeten geno
men worden, behoeft men niet t© vragen,
hoo het met do hooggeroemde vrijheid van
hot bijzonder onderwijs is gesteld I"
vasto goederen van den ouden man krygen.
Ik Interesseer my niot zonder rodon
voor bot welzyn van don jongen Kirwan.
Onlerteeken eon akte van schonking on ik
zal myn mond bondon."
„Eon schenking van hot gebeelo vermogen ?r
„Van het golioelo vormogon."
„En als ik nu weiger?"
„Dan rust ik niet, voordat gy aan den galg
komt. Gy kunt Immers zelf booordeelon, of
my dat golukkon zall Gy zult aan het kortste
eindje trokken, want ik heb bittor weinig lust,
u vry to laten. Gy zyt elgoniyk veol to ge-
vaariyk om vry rond te loopon; maar, my-
dunkt, do lust zal wol by u vergaan zyn, om
het spol nog verder door te zotton; ik zal u
in hot oog houden."
„Laat my tot morgen tydl tot ovorleggon."
„Zeer gaarne. Ik woet wol, hue hot antwoord
zal uitvallen."
Bock had zich echtor vergist.
Den volgenden morgen werd gobeol Bally-
duff in opschudding gebracht door de tyding,
dat doktor Kilkaddy plotseling gestorven was.
Het gorochtoiyk onderzoek had dadoiyk plaats.
Op de tafel naast zyn bod vond mon oon doosjo
pillen met hot opschrift: „Cbinino;" or waren
nog eenige pillen in en men wist, dat da
dokter dikwyis cliinine innam. Do analyse
boweos echter, dat elke pil eon doodoiyke dosis
morphine bevatte. Hoe de morphine in de
chininepoeder was gekomen, kon nlomand
raden, behalve Bock.
„Hy is op de kortste wyze aan den dana
ontsprongen," mompelde de detective by zich-
zeiven, toen hot bericht hem bereikio. „En ik
ben er biy om."
Malacby Kirwan ging toch niot naar Arno-
rika. Do dokter had geen testament nagelaten
on het geheele vermogen viel den jongen man
toe, als den rechtmatigen erfgenaam on naaston
bloedverwant. De hoer Beek bracht eon paar
zeer aangename weken te Ballyduff door en
is voor don volgenden zomer op oen bruiloft
genoodigd, die daar zal plaats vinden.