N°. 13466 Zaterdag 16 Januari. A0. 1934. feze <§ourant wordt dagelijks, met mtzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. De dolle hond. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANTS Voor Lolden per week 9 Oentaj per 8 maanden 1.10. Buiten Leidon, por loop® «n waar agenten gevestigd rijn 1.30, Frcaeo per poet1.65. PRIJ8 DER ADVEUTKMIKNt Van 18 regels ƒ1.06. ledore regel meer fOA7\. - Orootere letter» naar plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oeute contant i elk tiental woorden me6r 10 Oenta. - Voor bet incasseeren wordt 0.06 berekend. Plaatselijke l>irecie Belasting. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeone kennis, dat het 2de jSup plet oir Kohier der Plaatselijke Directe Belasting d i e n t 1 9 O 3, in "afschrift gedurende 5 maanden ter Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd dat bezwaren tegen den aanslag binnen 3 maanden na de uitreiking der aanslagbiljetten 1 op ongezegold papier by den Gemeenteraad kunnen worden ingediend; en dat togon 's Raads beslissing binnen j80 dagen na de kennisgeving daarvan, by de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid- I Holland in beroep kan worden gekomen, eveneens by ongezegeld adres. Zy herinneren er voorts de belanghebbenden uitdrukkelijk aan, dat door het indienen van bezwaren en het instellen van beroep, de verplichting tot betaling van den aanslag niet wordt opgeschort. Burgemeoster en Wethouders van Leiden, (get.) DE RIDDER, Burgemeoster. (get.) VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 16 Januari 1904. KENNISGEVING. ZEEMILITIE. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gelet op art. 138 der Militiowet 1901; Noodigon do lotelingen voor de lichting Van dit jaar, uit deze gomeente, die voor volledige oefening bij do militie te land zouden moeiten worden ingelijfd, een der na te melden beroepen uitoefenen en ver langen bij de Zoomilitie te dienen, uit, zich daartoe aan te melden of te doen opgeven vóór den lsten Februari aanstaan de, op een werkdag, tusschen des voorn.id- dags tien en des namiddags drie uren, ter Secretarie dezer gemeente (afd. Militie en Schutterij, kamer No. 9). De door den Minister van Marine, over eenkomstig de eerste zinsnede van art, 137 der wet, aangewezen beroepen, welke geacht kunnen worden hen die zo uitoefenen, het meeet geschikt tc doen zijn ter opleiding bij do zeemilitie, zijn de navolgende: Zeevarenden. A. Stuurlieden, stuurmansleerlingen, matrozen, lichtmatrozen en jongens op koopvaardijschepen van de groote en kleine vaart en op zeesleepbooten. Stuurlieden, schippers cn verdere opva renden van loods vaartuigen en tonnenleg- gers. Diepzeetvisschers en Noordzeekust-vis- aohers. Binnenschippers. B. Stuurlieden, schippers en schippers knecht» van Rijnsohepen, aken, tjalken en kleinere vaartuigen. Stuurlieden, matrozen, schippers en schippersknechts van passagiers- en slecp- booten op binnenwateren. Z ui derze e visschera. Vissohcrs op Zeeuwsohe watoren en op groote rivieren. Mossel- en oestervisschers. Sohuitonvoerdere, vletterlieden en veer lieden. Smedenstokersmachinisten en bank-' werkers. C. Machinisten on machinist-leerlingen op schepen en vaartuigen bij spoor- of tramwegen cn op fabrieken en andere in richtingen. Stokers als boven. Machinedrijvers. Smeden en smid-bankwerkors. Machine-bankwerkers en gewone bank werkers (hieronder ook te verstaan rijwiel herstellers). Werktu i gmakers. Kolentremmors. Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koperslagers, ketel makers, vijlenkappers en voorslagers). Electricions- Overige ambachten. D. Scheopsbeschieters. Scheepstimmerlieden (soheep makers). E. Koek- en banketbakkers of knechts. Koks en koksmaats, hetzij aan boord van 6chopen of vaartuigen, hetzij aan den wal. F. Koffiehuis- en hotelbedienden. Hof meestere of kellneis op schepen of booten. G. Ziekenverplegers. Barbiers. Apothekersbedienden. H. Personeel van 's Rijkswerven. N. B. Do personen, genoemd onder A, B en D komen allereerst in aanmerking voor inlijving als zeeanilicien-matroos De personen, genoemd onder C komen al lereorst in aanmerking voor inlijving als zcemilioien-stokcr. De personen, genoemd onder E komen in aanmerking voor inlijving als zeemili cien-kok. De personen, genoemd onder F komen in aanmerking voor inlijving als zccmili- ci en-hof meeste r. De personen, genoemd onder G. komen in aanmerking voor inlijving als zccmili- cien-ziekenverpleger. De personen, genoemd onder H komen in aanmerking voor inlijving als zce-mili- oicn-matroos of stoker, al naarmate van het beroep, dat zij uitoefenen. Uit de lotelingen, die een dezer beroepen uitoefenen, wordt de voorkeur gegeven aan hen, die zioh overeenkomstig deze uitnoo- diging voor den dienst ter zee hebben aan gemeld of hebbcfri doe* opgeven; do overige voor dien dienst noodige manschappen worden te zijner tijd door loting aange wezen. In verband hiermede wordt do aandacht der lotelingen gevestigd op het voorschrift van art. 116 van bovengenoemde wet, lui dende aldus: ,,Do bij de militie te land ingelijfden worden niet tot het aangaan van een ver bintenis voor do buitenlandsche zeevaart toegelaten, zonder schriftelijke toestem ming vanwege Onzen Minister van Oorlog Die toestemming wordt in gewone tij den niest gewoigerd aan de lotelingen, die reeds vóór hun inlijving bij de militie hun beroep van de buitenlandscho zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 138 voor de zeemilitie bobben aangeboden, doch daarbij niet hebben kunnen wordea aangenomen. Burgemeester cn Wethouders voornoemd: DE RIDDER, Burgemeester. YAN HEYST, Secretaris. "Leiden, 16 Jan. 190-1. Aangifte van woningen. Ingoeolgo art. 9 der Woningwet zyn ver huurders van woningon, welke drte of minder ter bewoning bestemde vertrekken bevatten, onverschillig of do woning op zich zelve een gebouw vormt, of wel van een gebouw doel uitmaakt, verplicht b(j het bestuur der ge meente, waarin de woning is gelegen, daarvan aangifte te doen. De daarvoor noodige for mulieren worden ter Secretarie (in onze gomeente aan het bureau van den Burgerlijken Stand) kosteloos verkrijgbaar gesteld. Dozo formulieren zyn zoo Ingericht, dat de invulling er van weinig bozwaar oplovert en door iedereen, die eemgszins de pen hanteert, kan worden volvoerd. Langs dezeu weg wordt het bestuur der gemeente in staat gesteld zich een zuiver beeld van de woningtoestanden te vormen. Het komt niet alleen op de hoogte van het getal woningen met drie of minder vertrekken aan, het wordt meteen gewaar aan hoevuol peraonen in bodoelde woningen buis vesting wordt verleend, een omstandigheid, waarop het by do beoordeeling of eon woning bewooubaar is of niet, vooral aaDkomt. Een woning met b(Jv. tweo kleine vertrok ken zal nog goed zyn voor twee menachon, maar niet bruikbaar voor een meer talrijk gezin. Do Woningwet eischt van an geeft aan do gemeen:ebe8tuien het recht om in de woning* toosiauden in te grypen, wil het dit, dan be hoort het volkomen met den plaatseiyken toestand op de hoogte te zyn. Daarvoor ia de voorgeschreven aangilte een uitnemende maat regel. Men meeno echter niet dat het gevolg van deze aangifte zal z(|u dat straks vele dezer woningen zullen worden onbewoonbaar ver klaard. Zoo diep zal men or het mes voor- loopigenook in do naaste toekomst niel inzetten. Gezinnen, die slechts voor wonlnghuur f 1.50 a f2 per wo.k kunnen missen, zou mon daarmede een slechten dienst bew(Jzen. Die vrees bohoell verhuurders dezer woningen derhalve niet te weerhouden aangifte te doen. Doch al ware hol zoo en al vindt men dit ingr(jpeü der overheid niet aangenaam, men woidt tot de aangilte verplicht. N'iet-na- koming dezer verplichting zal voor don ver huurder onaangename gevolgon hebben. Immers, do vernuurder, die niet behooriyk voldout aan z(Jn verplichting tot aangilte, wordt krachten» art. 39 der Woningwet gestialt met eon geldboete van ten hoogste f 25. De eers e aangilto moest geschied z(Jn vóór o( op den 16den Januari; wie later als ver- huuiders optreden, moeten aangiften doen bin nen oen maand, nadat de woning is betrokken. Wordt een woning door oen nieuwen bewoner betrokken, dan z(Jn de verhuurdeis verplicht binnen een maand ook daarvan opgave to doen. Hoewel de datum van 15 Januari roods is gepasseerd, vernamen w(J dat velen nog in georeke z()n gebleven do aangifte te doen. Deze allen stonden derhalve aan het gevaar bloot vervolgd te worden en voioordeefd tot de betaling eoner geldboete. Hoe noode het gemeentebestuur daartoe zou ovorgaan, als handhaver der wot is het daartoe verplicht. Eigenaars of verhuurdera van dit soort woningen, die tot dusverre nog verzuimden de verolschte aangifte te doen, zullen daarom verstandig handelen zoo spoedig moge- ïyk dit verzuim te horstellen. Hot zou hun duur komen te staan en een gang naar het bureau van den Burgerlijken Stand is toch niet zoo moeilijk. Leiden, 16 Januari. Dinsdag-avond a. s. zal In do kleine zaal der Stadszaal door mej. Joanne Ziock alhier met medewerking van den heer G. van Lam meren, volgens hot programma pianist uit Weenen, een liederenavond worden gegeven. Van mej. Zieck mochten wo na haar optreden alhier reeds moor dan oens iets goeds zoggen en in andere bladen ook lozen, torwyi betref- fendo den heer Van Lammoren, leerling van Leschetizky, ons thans ook gunstige beoor- deelingen in buiton- on binnenlandscho bladen worden getoond, waarin z(Jn voordracht on techniek worden geroemd. Hot bestuur van het „Historisch Genoot schap", gevestigd to Utrecht, heeft tot gewoon lid benoemd mr. A. C. Visser, te Lelden. Het jongste werk van ds. Wisse over ,,Do Moraal in het 7de gebod" is uitver kocht. Een tweede druk is ter perse. Ook is van dit boek een Duitsche uitgave in be werking, welke eerstdaags te Leipzig in den Duitecbcn boekhandel zal verschijnen. De kapitein W D. A. Op horst van het 4de regiment infanterie alhier, is tc 's-Gra- venhage gedetacheerd tot het volgen van een tactischen cursu6 voor kapiteins. De eorgoant-majoor Vonk van hot 4- de bataljon 4de regiment infanterie alhier, wordt aangesteld tot adjudant-onderoffi cier bij het lato bataljon van het korps tc Delft in garnizoen. Voor hot front van liet 4de bataljon 4de regiment infanterie alhier, is door den majoor P. A. Spaan, dc bronzen medaillo voor trouwen dienst uitgereikt aan den sergeant-titulair Wijchgel van Sckildwoldo. Do kapilcin-kwarticrmccstcr F. O. Broeksma van het 3de regiment huzaren alhier, is vervangen door don kapitein- kwartiermeester J H. K. M. van Kestcrcn van hot 2de regiment infanterie. De Nederland8cho mail uit Oost-Indiö wordt morgonoohtend alhier verwacht. Ned.-FJorv, Kerk. Bedankt Is voor Eior- land on De Coksdorp, door don heer J. N. van Druten, cand. to Rynsburg. Do Vereeniglng van Hoofden van Scholen in Nederland houdt haar zesde algemeene vergadering op Zatordag 2 April to Utrecht. Op de agenda staat o. m.: Rede to houden door prof. dr. H. Y. Groene- wogen te Leiden. Behandeling van het rapport In zake school artsen. „Het Nieuwo Schoolblad" als orgaan der Vor. v. H. v. S. In N. „Het onderwijs ten plattelande," in te leidon dour den beer J. N. van Hestoren, hoofd der 6chool te Ambt-Dolden. a. De onderwys toestanden ten plattelande eischen dringend verbetering b. Welke van die verbeteringen bohooron in de eersto plaats to worden aangebracht? c. Op welko wyze kan onzo vorooniging daartoe medewerken? In Juni a. s. moeten de volgende lo den van dc Provinciale Staten van Zuid- Hollaaid aftreden: District Leiderdorp: Mr. L. M. H. Eerstens cn J. J. van Hoeken. Loidon: H Paul cn H. O. Juta. Zootermeor: R. G. S. baron vou Rhemen van Rhemenshuizcn en Jhr. J. W. J. O. M. van Nispen tot Sevenaor. 's-G ravonhagc: P. O. Evers, J. O. van Hattum van Ellewoutsdijk, Jhr. mr. W. Th. Gevers Deynoot, J. D, baron van Wassenacr van Rosando en M. do Mos Jr. Vlaardingeu: A. W. Schippers ca M. P. van Iluyvon. Delft: Mr. H. A. van de Velde on Mr. L. W. C. van den Berg. Schiedam: P. Loopuyt. Rotterdam I: Mr. P. D. ÏCley on Mr. S. Muller Hz. Rotterdam II: S. J. R. de Monchy. Rotterdam III: P. C. van Vollon- hove en Mr D. Fock. Rotterdam IV: P. Havolaar Jr. Rotterdam V: A. van Hobokon van Corbgono op P R. Mees. Alfen: N. D Kemink cn F. H van Wichen. Gouda: Mr. D N. Brouwer, C. Brunt P.Jz. en J. van Galen. Gorkum: Mr A. C. Visser en T. O. Hoogondoorn. Sliodrocht: T. Swete Tz. cn A. Pijl Jz Dordrecht: E. van der Gijp Barcn- drecht cn A. O. Volkcr Az. Oud-Beierland: G. A. vam Drie!. Ridderkerk: A, van Namen nz., en Jhr. mr. D J dc Geer. Briolle: Mr G. J. Goekoop. Middelharnis: J. Roodzant Kz. en H. Ch Vcgtel. Tor vervanging van wijlen don heer Zonardelli, heeft dc Italiaanse io regecring bonoemd tot lid van het Hof van Arbitrago tc 's-Gravenhage den hcor ridder Giuscppo Biancheri, president van de Kamer van Afgevaardigden te Rome. Naar wij vernemen, zal ingovolgc ceno opdracht der Rcgcering door den directeur van het Rijkslandbouwproof-station te Hoorn en den di ctcur va.i liot Rijkszuivel- atation to Leidon eon onderzoek worden in gesteld naar het verband dat or bestaat t"3- schon het vetgehalte van kaas on het vetge halte van do molk, waaruit dio kaas bereid is Bedoeld onderzoek zal betrekking heb ben op verschillende kaassoorten bereid in do provirciiin Noord-Holland, Zuid-Hol land, Utrecht on Friesland en houdt, naar wij vernemen, verband met do pogingen, dio ook van p rticuliere zijde worden aango- wend om betere toestar 3en in den kaashan del to verkrijgen. (W. li, C.) Woensdag 27 dezer bieden do leden dei Eersto Kamer hun voorzitter in het „Res taurant Royal" to '6-Grnvcnhagc een diner aan. Do Gemeenteraad van Woudrichcm heeft met algemccno stemmon een voorstel van den onlangs benoemden burgemeester Verhagen verworpen om voortaan do ver gaderingen met gebed tc openen. (N. Gor Ct.) Do letterlievende verconiging ,,Van Onzen Tijd", gevestigd tc Haarlem, heeft, behalve als doel het uitschrijven van lite raire wedstrijden, ook een morcclo otrek- king, nl. een p ractischc poging te wa gen liet mindorwaardigo cn slechte op het gebied van literatuur, waartegen ook do i) Beek kwam van de veel bezochte badplaats Mount Eagle, waar h(j de laatste veertien dagon zeer nuttig en aangenaam bad door gebracht. H(J reed op z(jn wiel den steilen berg af, waaraan het mooie dorpje Ballyduff ligt, en zag oen lijkstoet, welke zlcb door de straten bewoog, en zyn belangstelling was "dadeiyk opgewekt. Hot was namelijk een zeer «onderlinge begrafenis, want slechte drie per sonen namen er deel aan, wat in Ierland iets zeldzaams is. Op een bankje aan den buiten- .kant van den ïykwagen zat met een blozend gelaat een vriendelijk heer van middelbare jaren, uitgedost met een witte sjerp en een wit linnen band om den hoed. Beek ver moedde in hem dadelijk den geneesheer van de plaat» en daarin vergiste h(j zich niet. Een zekere welbehaaglijke goedmoedigheid was op het gelaat van den man te lezen, ofschoon het nu een treurige uitdrukking had, zooal» de gelegenheid dat meebracht. Een paar stap pen achter den dokter liep de knapste jonge man, dien Beek ooit gezien had, en Beck had •en oog zoowel voor mannelijke als voor vrouwelijke schoonheid. HU had een flinke gestalte, zag er krachtig en gezond uit, had donker krullend haar en blauwzwarte Ierscbe oogen. Wel droeg hy niet, evenals de dokter, uiierlyke teekeuon van rouw, maar over zyn knap gelaat lag een waas van verdriet en ontevredenheid, hetwelk, ofschoon dat by een begrafenis goed paste, den jongeling anders teai scheen ts sjjn. Het slot van den stoet vormde een dikke, bejaarde vrouw, die een zwaren mantol van blauw laken droeg en een wollen doek om het hoofd, niettegenstaande de stralen der herfstzon in de lucht trilden en op den drogen, witten weg brandden. Onder het loopen waren haar oogen onafgewend gericht op het mooie hoofd en de breedo Behouders van den jongen man, dio voor haar uit ging. Beek reed den berg geheel af en kwam bU het kerkhof aan, toen de ïykwagen door de poort reed. Hy zotte zyn wiel tegen oen boom en bleef er geduldig naast Btaan, totdat de korto ceremoniën, waarmede de mensch aan de aarde wordt teruggegeven, afgeloopen waren. Toen de beide manneiyke rouwdragers weer naar buiten kwamen en zy, zonder een woord te wisselen, elk een verschillenden kant uit gingen, nam Beek beiden nauwkeurig op. De vrouw sprak nog eenige gebeden by het nieuwe graf en toen zy hem daarna ook pas seerde, sprak Beek haar aan. „Ik vraag wel excuus, mevrouw," zeide hy op zyn rondborstige, barteiyke wyze, welke op allo menscheu zulk een goeden indruk maakte, „maar ik ben bier vreemd in de stad. Zou u zoo goed willen zyn, m(j te zeggen, welk logement hier hot beste is?" „Heel gaarne; maar bet beste is nog altyd slecht," was haar vrooiyk antwoord. „"Weet u, daar hebt ge Boylan's logement, dat wil zeggen, drie weken geleden heette het zoo; nu moet men „hotel eerste klasse" zeggen. Jawel, eer»te klasse t Ik zou wel eens willen weten, wat daaraan eerste klasse is, behalvo de rekeningen I En dan is er nog „Ik zou gaarne logies in een stil, rustig logoment hebben." „Biyft u een tydlang?" vMisschien veertien dagen." „Nu, als dat zoo is, zou ik u ten slutte zolvo wel onder dak kunnen brongen. Ik hob immers nog de twee kamers vry, waarin die daar" zy wees met den duim naar het kerk hof „byna dertig jaren gewoond heelt. Zy zyn netjes en zindelijk, al zeg ik dat ook zelf, en volstrekt niet duur." „Zou ik ze kunnen zien?" „Zeker, ik ga nu dadeiyk naar huis," Beek leidde zyn wiel, aan welks stuurstang de reiszak hing, terwyi een hengelroede achter de lamp was bevostigd, langzaam de stille straat door, lei wyi hy naast do vrouw liep, die sneller praten dan loopen kon. „Het ziet er nu een beetje wanordeiyk uit," ging zy voort, „want de oude man had zulk een wondoriyke ziokto, niets besmottelyks, neen, daar kan u zeker van zyn; maar als de aanval kwam, zoo'n beetje wild. In oen uur zal echter alles in orde zyn en glimmen als een spiegel. Het was oen grappige begrafenis, vindt u niet?" liet zU or na oen oogenblik van etilzwygen op volgen. Beek knikte. „Ja, ja, en de man, die gestorven is, was ook vreemd en zyn dood ook. U hoelt zeker in den vreemde wel nooit van den ouden Michael Feely gehoord? Dat was zyn naam en ik kan u verzekeren, dat by eon vrekkige, oude gierigaard is geweest. De Hemel vergeve my de zonde l Van de doodon mag men mots slechts zeggen. Zyn asch ruste in vrede 1" „Was hy ryk?" „Ryk, zegt u? Wel, ryk is niet het woord; hy heelt zich In zyn geld gowenteld, zeg ik u. Eerst was hy een woekeraar en geldschieter, vervolgens ls hy begonnen „landgoederen te grabbelen," zooals wy dat hier te lande noemen. Hy heeft den geheelen omtrek hier opgekocht, steeds het eene landgoed na het anderet als een van do voornamon ten gronde ging. Dan moesten do pachters, die arme kerels, steeds de dubbele pacht betalen. Ten slotte heeft by vier groote huizen gehad, maar by is altyd by mU biyven wonen, waar bet zoo goedkoop was. En over een cent kon hy langer redo- neeron dan een van ons over oen gulden. Hoe dlkwyis heeft hy niet tegen my gezegd: „Vrouw Muidoorn, van morgen hebben do vi8bchers een goede makreelenvangst gehad," dat merkte hy altyd van uit zyn raam op. „Als er zooveel zyn, moeten zy goedkoop wezen. Ik zou wel een by het ontbyt willen hebben. Maar geef er niet meor dan vyf centen voor on zook den mooiste uit. Den laatston keer hebt gy vyftien betaald; dat was bepaald verkwisting, vrouw Muidoorn." Verkwisting, verkwisting, vorkwisting, dat was altUd zyn lieveling8woord. Wat helpt hem nu al zyn geld? Nu ia hy dood." Middeierwyi waren zy by vrouw Muldoorn's goed ondorhouden huisje beland, dat oen oindjo van den oever afstond, met don achterkant naar do stad en hot front naar de zee. Hot bad vóór een kleinen, achier eon grooten tuinin beide bloeide een overvloed van ouder- wetsche veolklourige en welriekendo bloemen. De meubelen in de mooie kleine woonkamer stonden wanordeiyk in bot rond. Eon stoel en een porseleinen vaas lagen gebroken op den grond. „Slechts een oogonblikje, dan is alles weer ln orde," zeide vrouw Muidoorn. „Ik heb de ge- heele laatste week geen minuut tyd gehad. Dat daar beeft hy pas by zyn laatsten aan val gebroken," zeide zy verontschuldigend. „Maar gedronken heeft hy nooit iets; neen, dat moet Ik zeggen, by was altyd nuchter. Hy zou het ook niet over zyn hart vorkregen hebben. By heoi was het in het laatst juist het tegendeelwannoor hy maar iets drinkbaars zag, al was hor ook maar onschuldig, koud water, goraakie hy bulten zichzelvon Hy hooit zolfs don koudon wind, dio uit zee kwam, niet kunnen verdragon; hy had zoo'n hondo- ziekte, hoo noemt men die ook weer?" „Watorvrees?" „Ja, ja. Zyn eigen hondje, Jack, heeft hom voor ongeveer zes weken gebeten. Maar ik ben zeer vervelend met myn gobubboll Gy zult zeker liever wat te eten en te drinkotJ hebbon na uw vermoeienden tocht op uw rUwiel." „Ga gy toch zitten, vrouw Muidoorn," zeide Beek zeer vriendelUk. „Gy hobt moor reden om moe te zUn dan ik. Ik vorzoker u, dat uw verhaal my zeor interessoort." En dat was do zuivere waarholdBeek stelde belang in kletspraatjes alsof hy oen oudo juffer was. Vrouw Muidoorn voolde zich door dit feit dadeiyk tot don vreemden, good- hartigen hoer aangetrokken. „Excuseer my slechts een oogenblikje," zeide zy en ging naar de deur. „Marlet" riep zy naar do keuken. „Maak dadeiyk een colelet klaar en zet thee." Daarop wondde zy zich vragend tot Beek. „Of heeft u llovor een flesch bier of wat whiskey Ik heb een heel goede soort in buis „Neon, ik zou gaarne thee hebben, als gy my gezelschap wilt houden. Do oude man la dus aan de watervrees gestorven; zeidet gy dat niet?" Vrouw Muidoorn knoopte haar mantel los en nam den doek van het hoofd, streek zich met beide banden het haar glad en zetts zich tot een gezollig praatje bebaaglUk in eon leuningstoel. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 1