N°. 13466
Zaterdag 16 Januari.
A0. 1934.
feze <§ourant wordt dagelijks, met mtzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
De dolle hond.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANTS
Voor Lolden per week 9 Oentaj per 8 maanden 1.10.
Buiten Leidon, por loop® «n waar agenten gevestigd rijn 1.30,
Frcaeo per poet1.65.
PRIJ8 DER ADVEUTKMIKNt
Van 18 regels ƒ1.06. ledore regel meer fOA7\. - Orootere letter» naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Oeute contant i elk
tiental woorden me6r 10 Oenta. - Voor bet incasseeren wordt 0.06 berekend.
Plaatselijke l>irecie Belasting.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeone kennis, dat het 2de
jSup plet oir Kohier der Plaatselijke
Directe Belasting d i e n t 1 9 O 3, in
"afschrift gedurende 5 maanden ter Secretarie
der gemeente voor een ieder ter lezing is
nedergelegd
dat bezwaren tegen den aanslag binnen 3
maanden na de uitreiking der aanslagbiljetten
1 op ongezegold papier by den Gemeenteraad
kunnen worden ingediend;
en dat togon 's Raads beslissing binnen
j80 dagen na de kennisgeving daarvan, by
de Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-
I Holland in beroep kan worden gekomen,
eveneens by ongezegeld adres.
Zy herinneren er voorts de belanghebbenden
uitdrukkelijk aan, dat door het indienen van
bezwaren en het instellen van beroep, de
verplichting tot betaling van den aanslag
niet wordt opgeschort.
Burgemeoster en Wethouders van Leiden,
(get.) DE RIDDER, Burgemeoster.
(get.) VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 16 Januari 1904.
KENNISGEVING.
ZEEMILITIE.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gelet op art. 138 der Militiowet 1901;
Noodigon do lotelingen voor de lichting
Van dit jaar, uit deze gomeente, die voor
volledige oefening bij do militie te land
zouden moeiten worden ingelijfd, een der
na te melden beroepen uitoefenen en ver
langen bij de Zoomilitie te dienen,
uit, zich daartoe aan te melden of te doen
opgeven vóór den lsten Februari aanstaan
de, op een werkdag, tusschen des voorn.id-
dags tien en des namiddags drie uren, ter
Secretarie dezer gemeente (afd. Militie en
Schutterij, kamer No. 9).
De door den Minister van Marine, over
eenkomstig de eerste zinsnede van art, 137
der wet, aangewezen beroepen, welke geacht
kunnen worden hen die zo uitoefenen, het
meeet geschikt tc doen zijn ter opleiding
bij do zeemilitie, zijn de navolgende:
Zeevarenden.
A. Stuurlieden, stuurmansleerlingen,
matrozen, lichtmatrozen en jongens op
koopvaardijschepen van de groote en kleine
vaart en op zeesleepbooten.
Stuurlieden, schippers cn verdere opva
renden van loods vaartuigen en tonnenleg-
gers.
Diepzeetvisschers en Noordzeekust-vis-
aohers.
Binnenschippers.
B. Stuurlieden, schippers en schippers
knecht» van Rijnsohepen, aken, tjalken en
kleinere vaartuigen.
Stuurlieden, matrozen, schippers en
schippersknechts van passagiers- en slecp-
booten op binnenwateren.
Z ui derze e visschera.
Vissohcrs op Zeeuwsohe watoren en op
groote rivieren.
Mossel- en oestervisschers.
Sohuitonvoerdere, vletterlieden en veer
lieden.
Smedenstokersmachinisten en bank-'
werkers.
C. Machinisten on machinist-leerlingen
op schepen en vaartuigen bij spoor- of
tramwegen cn op fabrieken en andere in
richtingen.
Stokers als boven.
Machinedrijvers.
Smeden en smid-bankwerkors.
Machine-bankwerkers en gewone bank
werkers (hieronder ook te verstaan rijwiel
herstellers).
Werktu i gmakers.
Kolentremmors.
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan
koperslagers, ketel makers, vijlenkappers
en voorslagers).
Electricions-
Overige ambachten.
D. Scheopsbeschieters.
Scheepstimmerlieden (soheep makers).
E. Koek- en banketbakkers of knechts.
Koks en koksmaats, hetzij aan boord van
6chopen of vaartuigen, hetzij aan den wal.
F. Koffiehuis- en hotelbedienden.
Hof meestere of kellneis op schepen of
booten.
G. Ziekenverplegers.
Barbiers.
Apothekersbedienden.
H. Personeel van 's Rijkswerven.
N. B. Do personen, genoemd onder A, B
en D komen allereerst in aanmerking voor
inlijving als zeeanilicien-matroos
De personen, genoemd onder C komen al
lereorst in aanmerking voor inlijving als
zcemilioien-stokcr.
De personen, genoemd onder E komen
in aanmerking voor inlijving als zeemili
cien-kok.
De personen, genoemd onder F komen
in aanmerking voor inlijving als zccmili-
ci en-hof meeste r.
De personen, genoemd onder G. komen
in aanmerking voor inlijving als zccmili-
cien-ziekenverpleger.
De personen, genoemd onder H komen
in aanmerking voor inlijving als zce-mili-
oicn-matroos of stoker, al naarmate van
het beroep, dat zij uitoefenen.
Uit de lotelingen, die een dezer beroepen
uitoefenen, wordt de voorkeur gegeven aan
hen, die zioh overeenkomstig deze uitnoo-
diging voor den dienst ter zee hebben aan
gemeld of hebbcfri doe* opgeven; do overige
voor dien dienst noodige manschappen
worden te zijner tijd door loting aange
wezen.
In verband hiermede wordt do aandacht
der lotelingen gevestigd op het voorschrift
van art. 116 van bovengenoemde wet, lui
dende aldus:
,,Do bij de militie te land ingelijfden
worden niet tot het aangaan van een ver
bintenis voor do buitenlandsche zeevaart
toegelaten, zonder schriftelijke toestem
ming vanwege Onzen Minister van Oorlog
Die toestemming wordt in gewone tij
den niest gewoigerd aan de lotelingen, die
reeds vóór hun inlijving bij de militie hun
beroep van de buitenlandscho zeevaart
maakten en die zich overeenkomstig art.
138 voor de zeemilitie bobben aangeboden,
doch daarbij niet hebben kunnen wordea
aangenomen.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd:
DE RIDDER, Burgemeester.
YAN HEYST, Secretaris.
"Leiden, 16 Jan. 190-1.
Aangifte van woningen.
Ingoeolgo art. 9 der Woningwet zyn ver
huurders van woningon, welke drte of minder
ter bewoning bestemde vertrekken bevatten,
onverschillig of do woning op zich zelve een
gebouw vormt, of wel van een gebouw doel
uitmaakt, verplicht b(j het bestuur der ge
meente, waarin de woning is gelegen, daarvan
aangifte te doen. De daarvoor noodige for
mulieren worden ter Secretarie (in onze
gomeente aan het bureau van den Burgerlijken
Stand) kosteloos verkrijgbaar gesteld. Dozo
formulieren zyn zoo Ingericht, dat de invulling
er van weinig bozwaar oplovert en door
iedereen, die eemgszins de pen hanteert, kan
worden volvoerd. Langs dezeu weg wordt
het bestuur der gemeente in staat gesteld zich
een zuiver beeld van de woningtoestanden
te vormen. Het komt niet alleen op de hoogte
van het getal woningen met drie of minder
vertrekken aan, het wordt meteen gewaar aan
hoevuol peraonen in bodoelde woningen buis
vesting wordt verleend, een omstandigheid,
waarop het by do beoordeeling of eon woning
bewooubaar is of niet, vooral aaDkomt.
Een woning met b(Jv. tweo kleine vertrok
ken zal nog goed zyn voor twee menachon,
maar niet bruikbaar voor een meer talrijk
gezin.
Do Woningwet eischt van an geeft aan do
gemeen:ebe8tuien het recht om in de woning*
toosiauden in te grypen, wil het dit, dan be
hoort het volkomen met den plaatseiyken
toestand op de hoogte te zyn. Daarvoor ia de
voorgeschreven aangilte een uitnemende maat
regel.
Men meeno echter niet dat het gevolg van
deze aangifte zal z(|u dat straks vele dezer
woningen zullen worden onbewoonbaar ver
klaard. Zoo diep zal men or het mes voor-
loopigenook in do naaste toekomst niel inzetten.
Gezinnen, die slechts voor wonlnghuur f 1.50
a f2 per wo.k kunnen missen, zou mon
daarmede een slechten dienst bew(Jzen.
Die vrees bohoell verhuurders dezer woningen
derhalve niet te weerhouden aangifte te doen.
Doch al ware hol zoo en al vindt men dit
ingr(jpeü der overheid niet aangenaam, men
woidt tot de aangilte verplicht. N'iet-na-
koming dezer verplichting zal voor don ver
huurder onaangename gevolgon hebben.
Immers, do vernuurder, die niet behooriyk
voldout aan z(Jn verplichting tot aangilte, wordt
krachten» art. 39 der Woningwet gestialt
met eon geldboete van ten hoogste f 25. De
eers e aangilto moest geschied z(Jn vóór o(
op den 16den Januari; wie later als ver-
huuiders optreden, moeten aangiften doen bin
nen oen maand, nadat de woning is betrokken.
Wordt een woning door oen nieuwen bewoner
betrokken, dan z(Jn de verhuurdeis verplicht
binnen een maand ook daarvan opgave to doen.
Hoewel de datum van 15 Januari roods is
gepasseerd, vernamen w(J dat velen nog in
georeke z()n gebleven do aangifte te doen.
Deze allen stonden derhalve aan het gevaar
bloot vervolgd te worden en voioordeefd tot
de betaling eoner geldboete. Hoe noode het
gemeentebestuur daartoe zou ovorgaan, als
handhaver der wot is het daartoe verplicht.
Eigenaars of verhuurdera van dit soort
woningen, die tot dusverre nog verzuimden
de verolschte aangifte te doen, zullen daarom
verstandig handelen zoo spoedig moge-
ïyk dit verzuim te horstellen.
Hot zou hun duur komen te staan en een
gang naar het bureau van den Burgerlijken
Stand is toch niet zoo moeilijk.
Leiden, 16 Januari.
Dinsdag-avond a. s. zal In do kleine zaal
der Stadszaal door mej. Joanne Ziock alhier
met medewerking van den heer G. van Lam
meren, volgens hot programma pianist uit
Weenen, een liederenavond worden gegeven.
Van mej. Zieck mochten wo na haar optreden
alhier reeds moor dan oens iets goeds zoggen
en in andere bladen ook lozen, torwyi betref-
fendo den heer Van Lammoren, leerling van
Leschetizky, ons thans ook gunstige beoor-
deelingen in buiton- on binnenlandscho bladen
worden getoond, waarin z(Jn voordracht on
techniek worden geroemd.
Hot bestuur van het „Historisch Genoot
schap", gevestigd to Utrecht, heeft tot gewoon
lid benoemd mr. A. C. Visser, te Lelden.
Het jongste werk van ds. Wisse over
,,Do Moraal in het 7de gebod" is uitver
kocht. Een tweede druk is ter perse. Ook is
van dit boek een Duitsche uitgave in be
werking, welke eerstdaags te Leipzig in den
Duitecbcn boekhandel zal verschijnen.
De kapitein W D. A. Op horst van het
4de regiment infanterie alhier, is tc 's-Gra-
venhage gedetacheerd tot het volgen van
een tactischen cursu6 voor kapiteins.
De eorgoant-majoor Vonk van hot 4-
de bataljon 4de regiment infanterie alhier,
wordt aangesteld tot adjudant-onderoffi
cier bij het lato bataljon van het korps tc
Delft in garnizoen.
Voor hot front van liet 4de bataljon
4de regiment infanterie alhier, is door den
majoor P. A. Spaan, dc bronzen medaillo
voor trouwen dienst uitgereikt aan den
sergeant-titulair Wijchgel van Sckildwoldo.
Do kapilcin-kwarticrmccstcr F. O.
Broeksma van het 3de regiment huzaren
alhier, is vervangen door don kapitein-
kwartiermeester J H. K. M. van Kestcrcn
van hot 2de regiment infanterie.
De Nederland8cho mail uit Oost-Indiö
wordt morgonoohtend alhier verwacht.
Ned.-FJorv, Kerk. Bedankt Is voor Eior-
land on De Coksdorp, door don heer J. N.
van Druten, cand. to Rynsburg.
Do Vereeniglng van Hoofden van Scholen
in Nederland houdt haar zesde algemeene
vergadering op Zatordag 2 April to Utrecht.
Op de agenda staat o. m.:
Rede to houden door prof. dr. H. Y. Groene-
wogen te Leiden.
Behandeling van het rapport In zake school
artsen.
„Het Nieuwo Schoolblad" als orgaan der
Vor. v. H. v. S. In N.
„Het onderwijs ten plattelande," in te leidon
dour den beer J. N. van Hestoren, hoofd der
6chool te Ambt-Dolden.
a. De onderwys toestanden ten plattelande
eischen dringend verbetering
b. Welke van die verbeteringen bohooron
in de eersto plaats to worden aangebracht?
c. Op welko wyze kan onzo vorooniging
daartoe medewerken?
In Juni a. s. moeten de volgende lo
den van dc Provinciale Staten van Zuid-
Hollaaid aftreden:
District Leiderdorp: Mr. L. M.
H. Eerstens cn J. J. van Hoeken.
Loidon: H Paul cn H. O. Juta.
Zootermeor: R. G. S. baron vou
Rhemen van Rhemenshuizcn en Jhr. J. W.
J. O. M. van Nispen tot Sevenaor.
's-G ravonhagc: P. O. Evers, J. O.
van Hattum van Ellewoutsdijk, Jhr. mr.
W. Th. Gevers Deynoot, J. D, baron van
Wassenacr van Rosando en M. do Mos Jr.
Vlaardingeu: A. W. Schippers ca
M. P. van Iluyvon.
Delft: Mr. H. A. van de Velde on Mr.
L. W. C. van den Berg.
Schiedam: P. Loopuyt.
Rotterdam I: Mr. P. D. ÏCley on Mr.
S. Muller Hz.
Rotterdam II: S. J. R. de Monchy.
Rotterdam III: P. C. van Vollon-
hove en Mr D. Fock.
Rotterdam IV: P. Havolaar Jr.
Rotterdam V: A. van Hobokon van
Corbgono op P R. Mees.
Alfen: N. D Kemink cn F. H van
Wichen.
Gouda: Mr. D N. Brouwer, C. Brunt
P.Jz. en J. van Galen.
Gorkum: Mr A. C. Visser en T. O.
Hoogondoorn.
Sliodrocht: T. Swete Tz. cn A.
Pijl Jz
Dordrecht: E. van der Gijp Barcn-
drecht cn A. O. Volkcr Az.
Oud-Beierland: G. A. vam Drie!.
Ridderkerk: A, van Namen nz., en
Jhr. mr. D J dc Geer.
Briolle: Mr G. J. Goekoop.
Middelharnis: J. Roodzant Kz. en
H. Ch Vcgtel.
Tor vervanging van wijlen don heer
Zonardelli, heeft dc Italiaanse io regecring
bonoemd tot lid van het Hof van Arbitrago
tc 's-Gravenhage den hcor ridder Giuscppo
Biancheri, president van de Kamer van
Afgevaardigden te Rome.
Naar wij vernemen, zal ingovolgc ceno
opdracht der Rcgcering door den directeur
van het Rijkslandbouwproof-station te
Hoorn en den di ctcur va.i liot Rijkszuivel-
atation to Leidon eon onderzoek worden in
gesteld naar het verband dat or bestaat t"3-
schon het vetgehalte van kaas on het vetge
halte van do molk, waaruit dio kaas bereid
is Bedoeld onderzoek zal betrekking heb
ben op verschillende kaassoorten bereid in
do provirciiin Noord-Holland, Zuid-Hol
land, Utrecht on Friesland en houdt, naar
wij vernemen, verband met do pogingen,
dio ook van p rticuliere zijde worden aango-
wend om betere toestar 3en in den kaashan
del to verkrijgen. (W. li, C.)
Woensdag 27 dezer bieden do leden dei
Eersto Kamer hun voorzitter in het „Res
taurant Royal" to '6-Grnvcnhagc een diner
aan.
Do Gemeenteraad van Woudrichcm
heeft met algemccno stemmon een voorstel
van den onlangs benoemden burgemeester
Verhagen verworpen om voortaan do ver
gaderingen met gebed tc openen.
(N. Gor Ct.)
Do letterlievende verconiging ,,Van
Onzen Tijd", gevestigd tc Haarlem, heeft,
behalve als doel het uitschrijven van lite
raire wedstrijden, ook een morcclo otrek-
king, nl. een p ractischc poging te wa
gen liet mindorwaardigo cn slechte op het
gebied van literatuur, waartegen ook do
i)
Beek kwam van de veel bezochte badplaats
Mount Eagle, waar h(j de laatste veertien
dagon zeer nuttig en aangenaam bad door
gebracht. H(J reed op z(jn wiel den steilen
berg af, waaraan het mooie dorpje Ballyduff
ligt, en zag oen lijkstoet, welke zlcb door de
straten bewoog, en zyn belangstelling was
"dadeiyk opgewekt. Hot was namelijk een zeer
«onderlinge begrafenis, want slechte drie per
sonen namen er deel aan, wat in Ierland iets
zeldzaams is. Op een bankje aan den buiten-
.kant van den ïykwagen zat met een blozend
gelaat een vriendelijk heer van middelbare
jaren, uitgedost met een witte sjerp en een
wit linnen band om den hoed. Beek ver
moedde in hem dadelijk den geneesheer van
de plaat» en daarin vergiste h(j zich niet. Een
zekere welbehaaglijke goedmoedigheid was op
het gelaat van den man te lezen, ofschoon
het nu een treurige uitdrukking had, zooal»
de gelegenheid dat meebracht. Een paar stap
pen achter den dokter liep de knapste jonge
man, dien Beek ooit gezien had, en Beck had
•en oog zoowel voor mannelijke als voor
vrouwelijke schoonheid. HU had een flinke
gestalte, zag er krachtig en gezond uit, had
donker krullend haar en blauwzwarte Ierscbe
oogen. Wel droeg hy niet, evenals de dokter,
uiierlyke teekeuon van rouw, maar over zyn
knap gelaat lag een waas van verdriet en
ontevredenheid, hetwelk, ofschoon dat by een
begrafenis goed paste, den jongeling anders
teai scheen ts sjjn.
Het slot van den stoet vormde een dikke,
bejaarde vrouw, die een zwaren mantol van
blauw laken droeg en een wollen doek om het
hoofd, niettegenstaande de stralen der herfstzon
in de lucht trilden en op den drogen, witten
weg brandden. Onder het loopen waren haar
oogen onafgewend gericht op het mooie hoofd
en de breedo Behouders van den jongen man,
dio voor haar uit ging.
Beek reed den berg geheel af en kwam bU
het kerkhof aan, toen de ïykwagen door de
poort reed. Hy zotte zyn wiel tegen oen boom
en bleef er geduldig naast Btaan, totdat de
korto ceremoniën, waarmede de mensch aan
de aarde wordt teruggegeven, afgeloopen waren.
Toen de beide manneiyke rouwdragers weer
naar buiten kwamen en zy, zonder een woord
te wisselen, elk een verschillenden kant uit
gingen, nam Beek beiden nauwkeurig op. De
vrouw sprak nog eenige gebeden by het
nieuwe graf en toen zy hem daarna ook pas
seerde, sprak Beek haar aan.
„Ik vraag wel excuus, mevrouw," zeide hy
op zyn rondborstige, barteiyke wyze, welke op
allo menscheu zulk een goeden indruk maakte,
„maar ik ben bier vreemd in de stad. Zou u
zoo goed willen zyn, m(j te zeggen, welk
logement hier hot beste is?"
„Heel gaarne; maar bet beste is nog altyd
slecht," was haar vrooiyk antwoord. „"Weet u,
daar hebt ge Boylan's logement, dat wil
zeggen, drie weken geleden heette het zoo;
nu moet men „hotel eerste klasse" zeggen.
Jawel, eer»te klasse t Ik zou wel eens willen
weten, wat daaraan eerste klasse is, behalvo
de rekeningen I En dan is er nog
„Ik zou gaarne logies in een stil, rustig
logoment hebben."
„Biyft u een tydlang?"
vMisschien veertien dagen."
„Nu, als dat zoo is, zou ik u ten slutte
zolvo wel onder dak kunnen brongen. Ik hob
immers nog de twee kamers vry, waarin die
daar" zy wees met den duim naar het kerk
hof „byna dertig jaren gewoond heelt. Zy
zyn netjes en zindelijk, al zeg ik dat ook zelf,
en volstrekt niet duur."
„Zou ik ze kunnen zien?"
„Zeker, ik ga nu dadeiyk naar huis,"
Beek leidde zyn wiel, aan welks stuurstang
de reiszak hing, terwyi een hengelroede achter
de lamp was bevostigd, langzaam de stille straat
door, lei wyi hy naast do vrouw liep, die sneller
praten dan loopen kon.
„Het ziet er nu een beetje wanordeiyk uit,"
ging zy voort, „want de oude man had zulk
een wondoriyke ziokto, niets besmottelyks,
neen, daar kan u zeker van zyn; maar als de
aanval kwam, zoo'n beetje wild. In oen uur
zal echter alles in orde zyn en glimmen als
een spiegel. Het was oen grappige begrafenis,
vindt u niet?" liet zU or na oen oogenblik
van etilzwygen op volgen.
Beek knikte.
„Ja, ja, en de man, die gestorven is, was
ook vreemd en zyn dood ook. U hoelt zeker
in den vreemde wel nooit van den ouden
Michael Feely gehoord? Dat was zyn naam
en ik kan u verzekeren, dat by eon vrekkige,
oude gierigaard is geweest. De Hemel vergeve
my de zonde l Van de doodon mag men mots
slechts zeggen. Zyn asch ruste in vrede 1"
„Was hy ryk?"
„Ryk, zegt u? Wel, ryk is niet het woord;
hy heelt zich In zyn geld gowenteld, zeg ik
u. Eerst was hy een woekeraar en geldschieter,
vervolgens ls hy begonnen „landgoederen te
grabbelen," zooals wy dat hier te lande noemen.
Hy heeft den geheelen omtrek hier opgekocht,
steeds het eene landgoed na het anderet als
een van do voornamon ten gronde ging. Dan
moesten do pachters, die arme kerels, steeds
de dubbele pacht betalen. Ten slotte heeft by
vier groote huizen gehad, maar by is altyd
by mU biyven wonen, waar bet zoo goedkoop
was. En over een cent kon hy langer redo-
neeron dan een van ons over oen gulden. Hoe
dlkwyis heeft hy niet tegen my gezegd:
„Vrouw Muidoorn, van morgen hebben do
vi8bchers een goede makreelenvangst gehad,"
dat merkte hy altyd van uit zyn raam op.
„Als er zooveel zyn, moeten zy goedkoop
wezen. Ik zou wel een by het ontbyt willen
hebben. Maar geef er niet meor dan vyf centen
voor on zook den mooiste uit. Den laatston
keer hebt gy vyftien betaald; dat was bepaald
verkwisting, vrouw Muidoorn." Verkwisting,
verkwisting, vorkwisting, dat was altUd zyn
lieveling8woord. Wat helpt hem nu al zyn
geld? Nu ia hy dood."
Middeierwyi waren zy by vrouw Muldoorn's
goed ondorhouden huisje beland, dat oen oindjo
van den oever afstond, met don achterkant
naar do stad en hot front naar de zee. Hot
bad vóór een kleinen, achier eon grooten
tuinin beide bloeide een overvloed van ouder-
wetsche veolklourige en welriekendo bloemen.
De meubelen in de mooie kleine woonkamer
stonden wanordeiyk in bot rond. Eon stoel
en een porseleinen vaas lagen gebroken op
den grond.
„Slechts een oogonblikje, dan is alles weer
ln orde," zeide vrouw Muidoorn. „Ik heb de ge-
heele laatste week geen minuut tyd gehad.
Dat daar beeft hy pas by zyn laatsten aan
val gebroken," zeide zy verontschuldigend.
„Maar gedronken heeft hy nooit iets; neen,
dat moet Ik zeggen, by was altyd nuchter.
Hy zou het ook niet over zyn hart vorkregen
hebben. By heoi was het in het laatst juist het
tegendeelwannoor hy maar iets drinkbaars
zag, al was hor ook maar onschuldig, koud
water, goraakie hy bulten zichzelvon Hy hooit
zolfs don koudon wind, dio uit zee kwam,
niet kunnen verdragon; hy had zoo'n hondo-
ziekte, hoo noemt men die ook weer?"
„Watorvrees?"
„Ja, ja. Zyn eigen hondje, Jack, heeft hom
voor ongeveer zes weken gebeten. Maar ik
ben zeer vervelend met myn gobubboll Gy
zult zeker liever wat te eten en te drinkotJ
hebbon na uw vermoeienden tocht op uw
rUwiel."
„Ga gy toch zitten, vrouw Muidoorn," zeide
Beek zeer vriendelUk. „Gy hobt moor reden
om moe te zUn dan ik. Ik vorzoker u, dat
uw verhaal my zeor interessoort."
En dat was do zuivere waarholdBeek
stelde belang in kletspraatjes alsof hy oen
oudo juffer was. Vrouw Muidoorn voolde zich
door dit feit dadeiyk tot don vreemden, good-
hartigen hoer aangetrokken.
„Excuseer my slechts een oogenblikje,"
zeide zy en ging naar de deur.
„Marlet" riep zy naar do keuken. „Maak
dadeiyk een colelet klaar en zet thee."
Daarop wondde zy zich vragend tot Beek.
„Of heeft u llovor een flesch bier of wat
whiskey Ik heb een heel goede soort in buis
„Neon, ik zou gaarne thee hebben, als gy
my gezelschap wilt houden. Do oude man la
dus aan de watervrees gestorven; zeidet gy
dat niet?"
Vrouw Muidoorn knoopte haar mantel los
en nam den doek van het hoofd, streek zich
met beide banden het haar glad en zetts
zich tot een gezollig praatje bebaaglUk in eon
leuningstoel.
(Wordt vervolgd.)