Straatpostkantoren. Stofgoud. Utrecht gedurende het eerste deel van uw „gesprek" aan zijn rechterhand had, had het gedurende het tweede gedeelte aan zijn linken-hand." Lang keken beide mannen elkander ont hutst aan, tot de slimste van beiden einde lijk zei: „Drommels, dat we dat niet zelf ontdekt hebben 1" Dokters genieten in Frankrijk de voorkeur. De vele, en vaak leerzame enquêtes over alles en nog wat zijn met één vermeerderd. Een Fransch tijdschrift voor vrouwen heeft beantwoording verzocht van de vraag: welk beroep de man naar de keus der lezeressen moest uitoefenen. De „geneosheer" heeft het schitterend gewonnen. Pas veel later kwamen aan de beurt de militairen, dan pas do zeeofficier, de inge nieur, weer veel verder de letterkundige, schilder, beeldhouwer, de landbouwkundige tooneelspelers en politici kregen een treu rig laag steramen aantal, cn heelemaal niet m aanmerking kwamen: de geleerde, dc bankier cn de musicus, om niet te spreken van tal van andere beroepen, bijv. het eer volle beroep van journalist! Er is een troost voor ons allen, dat zij. die het minst in aanmerking komen, wel licht het eerst gehuwcl raken en de geluk kigste huwelijken hebben Toch ware het de moeite waard, na te gaan waarom de Fransehe vrouw bij voor keur haar keus op den geneesheer vestigt. In Duitsohland heeft men wel eens soort gelijke prijsvragen uitgeschreven, en, was voor do hand ligt, schitterde daar natuur lijs op do allereerste plaats: das Milit-ar! In Duitsohland wilde het rrouwenplebis- ,ciet weinig weten van een geneosheer als echtgenoot. Het „waarom" is een even open vraag als <le betreffende voorkeur voor den medicus in Frankrijk. In Engeland zou men mogen aannemen, dat ook daar do geneesheer niet nummer één staat als huwelijkscandidaat; sekure statistieken bewijzen toch practisch, dat de Engelscho doctoren van jaar tot jaar op la- teren leeftijd in het huwelijk treden. Ook voor ons land is de beantwoording dezer vraag niet gemakkelijk; onze vrouwen rijn te leuk, om zich met dergelijke prijs vragen in te laten cn de statistiek houdt zich liever met nóg nuttiger onderwerpen bezig dan met do vraag: welk beroep een mn.n de beste huwelijkskansen biedt. Zou de vraag niet het nuchterst beant woord kunnen worden aldus: Als de tcare Jozef komt, doet het beroep van Jozef er niet toe. Ge garderobe van koningin Draga. Buitenlan-dsche bladen deelden onlangs mede, dat binnenkort te Belgrado in het openbaar zou worden verkocht dc nalaten schap van het vermoorde koningspaar van Servië. Daaronder bevinden zich ook de garderobe en de tpifetbenoodigdhcdcu van koningin Draga, die als volgt zijn gecata logiseerd In de eerste plaats de witzijden met mir ten gegarneerdo bruidsjapon der ongelukki ge Vorstin en verder: 19 nachtjaponnen van zijde en batist, 21 wandeltoiletten van stof in verschillende kleuren, voornamelijk grijs, 9 wandeltoiletten van zijde in ver schillende kleuren, (ook deze zijn in hoofd zaak grijs), 18 zijden blouses, 14 batisten blouses, 1 batisten blouse, model „luitenant der artillerie", 9 blouses van andere stof, 11 verschillende jacquetten, 17 verschillende morgenjaponnen, 8 friseermantels, 3 stof mantels, 6 badmantels, 6 mantels voor ver schillend gebruik, 16 gekleurde onderrok ken, 14 witte onderrokken van zijde, 10 wit te onderrokken vaD linnen, 6 damcstricot3, 4 amazoneiokken, 18 nachtkcrsetten, 15 wit te hemden van Servisch linnen, met goud ge stikt, 11 witte hemden van gewoon linnen, 24 hemden van batist in verschillende kleu ren, 38 hemden van zijde in verschillende kleuren, 24 nachthemden van zijde en ba tist, 18 verschillende hc len, 6 zijden sjaals, 186 paar verschillende schoenen, 122 paar verschillende zijden kousen, 94 paar ver schillende zalcdoeken, 46 paar verschillende handschoenen, 14 waaiers, 6 parasols, waar van de knoppen met edele steenen zijn be zet, 4 gewone jjarapluies, 46 verschillende voiles, 8 korsetten, 15 verschillende ceia- tuurs, 1 theaterkap, 3 zijden hoofddoekea. 0 paar gestikte pantoffels, 28 verschillende parfum-flacons, 6 flesschen Benedictijner- tandwater, 6 doosjes tandpasta en 7 stuks toiletzeep. Om do curiositeit deelen we mede, dat onder de door koning Alexander nagelaten voorwerpen staan genoteerd: een telephoon- toestel, een Jectriscer-machinc en drie pruiken. Koning Alexander zat namelijk zeer dun in zijn haar en droeg daarom bij officieele bezoeken, recepties of audiënties altijd een toupet. Het briefpostverkeer in dc grooto steden neemt jaarlijks toe. Het gevolg is, dat men overal te kampen heeft met do technische bezwaren van den besteldienst. Hier te lande wordt in de groote steden nog steeds van uit het hoofdkantoor besteld. Bij de vele voordeden heeft dat toch ook weer de na- deelen van verzwaarde diensten van het be stel lerspersoneel on het vertragen van dc correspondentie. Vooral de buitenwijken ondervinden de nadeelcn van dat systeem van bestellen, waarbij de buitenwijken van Amsterdam en Rotterdam nog in gunsti ge omstandigheden verkeeren, daar in Am sterdam de bestellers in rijtuigen naar hun wijken worden vervoerd en zij in Rotter dam van de tram mogen gebruik maken. Echter schijnen onze steden niet groot ge noog om er met voordeel een ander systeem van bestellen in te voeren. Slechts in de al lergrootste steden schijnt het voordeelïg zooveel mogelijk bijkantoren met den be steldienst te belasten. Immers, het samen stel van hoofdkantoor met bijkantoren wordt zooveel gecompliceerder en het ver deden in bestellingskringen wordt moei lijk vooral daar, waar twee bijkantoren in dezelfde hoofdstraten zouden moeten be stellen. In millioenen-steden rijn bijna alle bij kantoren met bestelling belast. Berlijn bijv. bestelt niet alleen van uit het hoofd kantoor, maar bovendien nog van pl. m. 48 bijkantoren, welke kantoren trouwens ook zelfstandig expediecren. In 1889 be stelden dc bijkantoren van Berlijn per dag ongeveer 150,000 brieven, verdeeld over 12 bestellingen. Het gevolg van het rkfstau- dig bestellen der kantoren is echter, dat, daar in de groote steden het getal stads brieven zoo enorm groot is, dc bijkanto ren ook onderling in verbinding moeten worden gebracht. Dit nu is een der groot ste bezwaren van het bestellingssysteem; immers, bij 12 bestellingen zullen de bij kantoren ook onderling drukke depeche- wisseling moeten onderhouden. Om de de- pechewisscling te bespoedigen en vooral de werkzaamheden der kantoren te verlichten, heeft men in 1889 te Berlijn de Straszen- posten" ingesteld, een soort rijdende post kantoren. Zij dienen om de bijkantoren op de snelste wijze met elkaar, en met het hoofdkantoor te verbinden en onder het rijden voor verschillende richtingen depe- ches te maken. Yan 's morgens 10 uren tot 's avonds 7 uren rijden in elf richtingen, om liet uur dc wagens af. Gedurende don rit lichten de conducteurs de bussen, stem pelen en sorteeren de brieven en ontvan gen en maken depeches. De inrichting der wagens is de volgende: de wagen heeft een bijzonder onderstel, waarin de -:ast in een samenstel van slappe veeren hangt.. Die kast, ,,het kantoor" dus, is 2.28 M. lang, 2.11 M. hoog en 1.69 M. breed. Groot is de ruimte dus niet, als men bedenkt, dat sommige vierwielige postrijtuigen een vloeroppervlakte van 9010 31. bij 2940 M. hebben. De wagens worden door paardco getrokken. Links naast de deur is een brie venbus voor het publiek aangebracht. Zoo als bij trams, geeft een schild de richting aan, welke de wagen rijdt. De ramen zijn niet op zijde aangebracht, maar de verlich ting geschiedt door bovenlicht. De wagen bevat een stem pel tafol en paktafel, voort») de noodige loketkastjes, stempels, een zak ken bergplaats en een bergplaats voor waar- de-zendingen. Door een statistiek, in bet eerste jaar van dezen nieuwen dienst go- houden, kwam m«p tot do verrassende re sultaten, dat in dat jaar 70,000 brieven door de Straszcnposten" waren verwerkt. Hiervan waren 47,300 brieven 1 uur eer der, 15,000 brieven 2 uur eerder en 8000 brieven 12 uur eerder besteld dan onder de oude omstandigheden het geval zou zijn ge weest. Ook Weenen heeft zijn „Straszenposten". Zij werden na tallooze proeven in 1899 in gevoerd. Men had in Weenen, dat r.u juist geen prachtigo bestrating heeft, vooral veel moeite met het construeeren der wagens. Eindelijk slaagde men er toch in wagens samen te stellen, waarin de beambten, zon der wagenziak te worden, konden werken. De dienst- is verder geheel als in Berlijn ingericht en wordt op 13 lijnen uitgevoerd. Meer algemeen, dan de „Straszenposten" zijn in Duitschland de „Tramwayposten"/ n.l.: een tramdienst uitsluitend voor Post vervoer. De Administratie heeft in het ge wone tramnet der stad ecnige goederenwa gens loopen. Bij het Hoofdkantoor is een zijlijntje aangebracht, waar de wagens ge laden en gelost worden. Op gemakkelijke en goedkoope wijze vervoert men zoo vrach ten voor het station, 't Is om de Duitschers te benijden. Men stelle zich voor te Am sterdam, een zijlijntje van den Dam naar het Hoofdkantoor en een van het stations plein naar het emplacement, en ruime, net te clectrische postrijtuigen in één rit. pak ket- en brievenpost naar het Centraalsta tion voerend. Ten slotte nog iets over de straat-post kantoren in Amerika Hier dienen zij niet tot in-stand-houding van een snel stads- postverkeer voor decentralisatie van post verkeer der groote steden, ze zijn hier meer vervoerbaro hulppostkantoren. Een „post master" (brievengaarder) rijdt dagelijks met één postkar tusschen do postkantoren en houdt in alle dorpen en gehuohten en bij boerenplaatsen stil. Hij licht bussen, ver koopt zegels, neemt brieven, postwissels, aangetcokende stukken en pakketten aan en bestelt ze. Onze hulpkantoren met hun „wandelende kantoren" lijken echter wel zoo goed. Het volk heeft geen afkeer van den adel, maar sleohts die wangunstigen, die te veel nijd bezitten om een groote naast zich te dulden, en te weinig gevoel van eigenwaar de, om hem do macht van eigen verdienste tegenover te stellen. S t ah 1. Alle welsprekendheid moet voortkomen uit bewogenheid, en iedere zielsbeweging geeft natuurlijke welsprekendheid. Joubert. Niet hij is ougeloovig, die do meeningen der menigte over de goden ontkent, maar, die op de goden de meeningen der n.« nschea overbrengt. Epicurus. Er komen evanveel ondeugden hieruit voort, dat men zichzelf niet genoeg acht.. als daaruit, dat men zich te hoog schat. Montesquieu. Indien wij gierig zijn ten opzichte van God, hoe zouden wij kunnen hopen, dat Hij te onzen opzichte edelmoedig zoude han delen 1 H. Alph.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 15