No. 15454 LEIDSCK DAGBLAD. ZATERDAG 2 JANUARI. TWEEDE BLAD. Ann# 1904. PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Da testamentaire beschikking. Onder het hoofd Kinder-exploitatie lezen wy in Het Nieuwsblad voor Nederland het volgende: Er is een goed werk verricht door de af- deeling Amsterdam van don Onderwijzersbond: zy heeft een onderzoek ingesteld naar toe standen, van welker bestaan menigeen onbe wust zal zyn geweest, en ontdekkingen gedaan, die ook de meer ingewyden verbaten moeten. Het onderzoek betrof den arbeid der school kinderen, niet den arbeid op school noch bet huiswerk voor de school, doch don arbeid door schoolkinderen verricht buiten den schooltyd ten dienste van eenig bedryf of een tak van handol. Dat kan niet veel zyn, opport allicht de niet-sngewyde; in de eerste plaats toch ver biedt do Arbeidswet, dat kinderen beneden 12 jaar arbeiden voor fabrieken of onder nemingen en onze arbeid si nspectie xal toch wel „mans genoeg" zyn om dat verbod te handhaven. In de tweede plaats echter is het toch vry wel ondoeniyk een kind, waarvan de ochtend en de middaguren door de school In beslag &yn genomen, geregeld to laten werken. Beide beweringen stryden intuascbe» met de werkelykheiddat leert ons het rapport der enquête van de onderwyzers. Daaruit toch zien we onder meer, dat 89 jongens en 20 moisjos beneden 12 jaar van do openbare scholen der lsto en 2de klasse, waarop het rapport betrekking heeft, arbeid verrichtten in induetrieelo bedryven, 283 jongens en 101 meisjes beneden dien leeftyd werkten voor dergelyko bediyven. Nu i9 het mogeiyk, dat het werk dier kinderen eon enkele maal niet onder de Arbeidswet viel, men kan oveituigd zyn, dat in verreweg do meesto gevallen die wet door deze kinder exploitatie met voeten werd gotreden, trots de arbeidsinspectie. Die cijfers vormen intusschen slechts een betrekkoiyk klein onderdeel van de totaal uitkomst. Immers, als wo de getallen van alle schoolgaande kinderen, die buiton den schooltyd werk verrichteu, kinderen boven 12 jaar, kinderen, die vader helpen, enz. bUeentellen, verkrijgen we oen eindcijfer van 2919 op oen totaal van ongeveer 25,00® kin deren, waarovor het onderzoek liep, d. i. dus meer dan 10 percent. Nu zouden wo op de zaak missohien Uch niet verder zyn ingegaan, indien dat werk uit het doen van enkele boodschappen, hot ver richten van eenige huiseiyke bezigheden, ene. bestond, maar wo hebben ons buitengewoon geörgerd over de gruweiyke exploitatie, waar van tal van die kinderen do slachtoffers zyn. In de staten der enquête commisaio vindoa we vei meld kinderen van 8 jaar, die buiten schooltyd 24 tot 80 uur per week werken; kinderen van 12 jaar, die het tot moer dan 80 uur brengen, dat is dus 6 uur per dag buiten de 5 uur schooltyd! En dan moet men lezon do concrete voor beelden van kinder exploitatie, welke de com missie op liaar statistische modedeeliugen doet volgen 1 Een paar aanhalingen slechts: L. v. d. B., een meisje van 12 jaar, bozorgt brood. Ze is geheel scheelgegroeid. W. V. en M., respectievelijk 13 en 12 jaar, zyn zakjesplakstors. Ze werken ruim 80 uur voor 50 cents per week. Beidon zy« zeer zenuwachtig, 'e middags vorbazond suf en mat. Het vele werk buiten de school is oorzaak, dat ze vaak haar lossen niet kennen. P. C. J. K., 11 jaar, broodbezorger 50 cent per week. Ia in dienst bg de bekende firma Staat om halfvior op. Moet er halivyr zUn, tot schooltyd. Na schooltyd van halfvyf tot zes. Dos Zaterdagsavonds tot halfóón 1 Hy zegt, dat er by 11 jongens aldus werken. Hy is een paar maal biyven zitten, toch vrU- wel normaal in zyn vermogens. Echtor be- weegiyk en lastig. W. W., 11 jaar, kousjes-gloeien voor z(jn vader. Holpt meer dan twaalf uur per week. Kan z«er slecht zien. M. M., 11 jaar, barbiersleerling, levert zoo nu en dan overtuigende bewijzen van slechten Invloed van het baantje. Niet zoozeer nog ten gevolge van do inspanning als wel van de eigenaardige omgeving. Hy rookt 'b Zondags (en misschien in de week) van de 6, pandoert met zyn vader on trakteert dezen, als de kansen van hot spel den zoon gunstig zyn. Alles van loon en fooien. 14) „Hoe hebt ge hem dan herkend?" vroeg Biberich, die biy was, dat Drosendorf zich alleen maar vrooiyk maakte over zyn door- luchtigun tegenstander. „Ik kwam juist by het buffet, toen hy zyn masker oplichtte om zijn terdego ontwikkelden neus in een champagneglas te stoken." Erwin glimlachte minachtend. „Hy is op avontuur uit; daar kunt ge zeker van zyn!" Erwin keek de beide officieren torsluiks na, toen zo zich na een poosje verwyderden. Hy had ondanks zyn gesprek heel goed gemerkt, dat zy een paar maal met elkaar gefluisterd en hem even aingekekon hadden. Nu hoorde hy dicht by zich een vreemden officier vertellen, dat men prins Chlodwig ontdekt had, en wel In gezelschap van een vrouwelgke domino, dio een echte Juno-ge- stalte had. Dat was pikant! Erwin verwyderde zich weldra en mongde xich in het godrang der groote zaal. Plotse ling kwam er een vrouweiyk masker naar hem toe, een donkere domino, dio heel wat •mvang bad. „Ge schUnt u niet byzondor te amuseeren, •dele rooverhoofdman," zei de domino. Erwin herkende de stem dadelyk en vervolgens be greep hy ook wie de als een Friescho boer gekleede heer was. „Schoon masker," antwoordde hy glim lachend, „ik ken je. Als het hier in deze •mgeving niet op het kantje af van ongalant Reeds een paar maal moest hy overgeven onder schooltyd; eenmaal van het rooken en eens van „negrohead". Hoewel de opvoeding thuis dus in geen geval een ideale zou zUn, geloof ik toch, dat het baantje het zeer verergert. Buiten de acute gevallen van misselijkheid is de jongen doorloopend slordig. Maar hy heeft een good vorstand, en kan daardoor over het geheel nog mee. S., 10 jaar. De vader van dezen jongen brengt brood rond by de winkeliers (met paard en kar). S. moet daarby helpen. Staat om twee uur op en is bezig van half drie tot acht uur. Tusschen schooltyd helpt bij in een water- en vuurnering (voor 12'/, cent per week). Moet dan ook het paard nog Inspannen. Om 4 uur geld ophalen van hot bezorgde brood en afdragen aan de fabriek. Om balfzes is hy vry, maar moet dan natuur lijk spoedig naar bed. Dit jongetje heeft dus een dageiykschen werkdag van 8 9 uur. Op Woensdag- en Zaterdagmiddag moet hy vader ook helpen, 's Zaterdags gaat hy 12 uur naar bed, staat 's Zondags om 10 uur op. Moet dan tuig poetsen, paard rossen, enz. Gaat dan weer wat slapen en daarna een poosje loopen met vader. Speelt natuuriyk nooitl Wie leest die laatste levensgeschiedenis met droge oogen? Is het niet verschrikkeiyk, dat een kind van 10 jaar aldus wordt alge- beuld onder bescherming der wet? Is dat niet terecht een „treurzang der ellondo", geiyk de commissie van rapporteurs zich uitdrukt? Toon we kennis genomen hadden van de bloemlezing der commissio uit de door haar verzamelde feiten, hebben wo dan ook do rest barer conclusios tor zyde gelegd: of c'e arbeid buiten de school invloed heeft op hot onderwys of niet, is voor ons een vraag van don tweedon rang geworden; do hoofdvraag is voor ons: Kunnen we hot maatschappeiyk leven zo<5 inrichten, dat do kinderen kunnon genieten van de vrijheid hunner jeugd? En die vraag zouden we niet willen, niet mogen ontkennend boantwoorden. Die kinderexploi tatie is oen aanklacht togen onze maatschappij, welke zoo spoedig mugeiyk te aiot moet worden gedaan, door zedeiykon dwang, door den invloed dor beschaving en daarnaast door wettelijke maatregelen, die den ouder dwingen om aan het kind te geven wat het rocht van het kind is, hot recht om van de korte spanne tyds, die zyn jeugd vormt, te genieten, wat er van te genieten valt. Aan kinder-exploiiatie, geiyk de enquête onthulde, moot een eind worden gemaakt. Van het Tijdschrift van het Centraal Bureau voor de statistiek heeft by Gebrs. Belinfante de G.ie aflevering het licht gezien, bevattende do inlichtingen, door de Kamers van Ar beid verstrekt over het 2de kwartaal 1903. De Inlichtingen betreffen do wyzo van uitbetalen van het loon, de hoogrootheid van loon en arbeidsduur, opgaven omirent overwerk, nacht arbeid on Zondagsarboidby zonderheden om trent de arbeidsmarkt; andere geschillen over arbeidsaangelegenheden dan werkstakingen on uitsluitingen; loon- en arbeidsduurregelingen oprichting en te-niet-gaan van vakverenigin gen van patroons en van werklieden; andoro belangryke voorvallen op het gebied der arbeids verhoudingen statistiek van do berochting der vertredingen van de Arbeids en Veiligheids wet; verrichtingen ex art. 35 der Leerplicht vrot gedurende 1902. Ten slotte wordon eenige mododeolingen epgenomen van Nederlandsche gezanten en consuls in het buitenland In do statistiek betreffende de loonen en d6n arbeidsduur komt ook een kolom voor behelzende Inlichtingen omtrent Zondags rust. Daaruit blykt, dat slechts in elf gevallen „goen Zondagsrust" moest aangoteekond wor den. Daarvan waren verstoken: buffel juffrou wen, kellners en bedienden in koffiehuizen, kamermeisjes in hotels, koks in idem, bedien den by een photograaf to Amsterdam, werk- lioden in een kur.stmeststoffenfabriek te Dordrecht (welk bedryf gerangschikt wordt onder do voedings en genotmiddelende bedienden in oen tabaks on sigarenfabriek te Haarlem (dio 1 of 2 vrye avonden per week genieten) en de werklieden in een zwavelzuur- Ook glas on zwavelzaur worden gerangschikt onder de voedings- en genotmiddelenI was, dan zou ik u als myn geachte moeder aanspreken." „Hy laat zich niet voor den gok houden," antwoordde oom Aribert met een lulden lach en nam ook zyn masker af. „Wat is het bier warm, bó? Ik stik byna, maarHolmine vindt het aardig 1 Waar gaat ge heen, ouwe jongen? Gaat ge met ons wat gebruiken?" „Dank u, ik kom pas van het buffet. Neem me niet kwaiyk, maar ik heb afspraak met een paar kameraden on Ik zio, dat ze al naar my uitkykenl" „Ja, dat is waar, ge gaat nu weer druk mot hen om, ook in do sociëteit. Nu, tot zienB dan 1" Die met nadruk uitgospioken woorden deden den graaf onaangenaam aan. Dus die waren ook al op de hoogte van dio geschiedenis I Hoe was het mogeiyk, dat zoo iets zoo gauw verspreid werdl „Hoe vreemdl" zei barones Heimine tegen haar man. „Hebt ge hem goed aangekeken? Hy heeft zoo'n vreemde uitdrukking in zyn oogen; ik zou byna zeggen, dat er iets dwalends in iel" „Ik geloof, dat hy al weer te veel op heeft. Hy moest juist erg voorzichtig zyn op dat punt." Erwin bleef tegen een zuil geleund staan en keek naar de menschen, die voorby kwamen. Hy zou het liefst weggegaan zyn. Maar zyn kameraden mochten zich niet vrooiyk over hem maken. Hy wilde een van de laatste zyn, die naar huis ging. „Een flesch Pommery, daar gindsl" zei hy tegen een kellner en trok zich terug in een van de kabinetjes, die in een gedeelte van den foyer door hcoge kamerschermen waren gemaakt. Hier stonden kleine gedekte tafeltjes en rood-fluweelen divans. Dat was het toevluchtsoord voor verliefde paartjes. fabriek te Dordrecht (waar in dag- en nacht ploegen wordt gewerkt). Overigens vindt men aangeteekenddat In katoonspinneryen, behoudens herstellingen aan machines, 's Zondags niet gewerkt wordt; voor enkele andere fabrieken en workplaatsen, dat wanneer Zondagsarbeid voorkomt, het loon met wordt verhoogd; by anderen, dat 's Zondags door enkolen gedurende korter of langer tyd gewerkt moet worden, wat vooral in brood- en banketbakkeryen het geval Is; ook komt enkele malen voor de vermel ding soms komt in den schoonmaaktyd Zondagsarbeid voor (witters, behangers en stoffeerders); en 's zomers geen Zondagsarbeid in enkele gasfabrieken, of in den zomor wordt enkele uren gewerkt by slagers en mineraal water fabrikanten. Al deze vermeldingen zyn uitzonderingen. By do zeor groote meerderheid van work- lieden vindt men aangeteekend geen Zondags arbeid, of Zondagsarbeid komt zelden of hoogst zelden voor. By de werklieden in dienst van eon goud- on zilverborduurder te Amsterdam vindt men aangetookeDd, dat zy dikwyis op cbristeiyke leeatdagon moeten werken. In No 60 der Mededeelingen van de Ver eeniging tot verbetering van Armenzorg te Rot terdam (Oppert 61) komen voor onkele dingen, welke in breeder kring aandacht verdienen. Sprekende over ziekto verzekering schryft Aletta Hingst, te Amsterdam, o. a. „Nu in do wetgeving het beginsel van ge dwongen verzekoring eenmaal is aanvaard, is het te voorzien, dat een pnncipieele bestryding van vorpliohto ziekteverzekering meer een theoretische dan een practischo waardo zal hebben. En toch is hot geheel Iets anders of de werk gever godwongon wordt tot vorgoeding van de door zyn bediyf veroorzaakte schade, dan wel of de workman gedwongen wordt do noodigo voorzorgsmaatrogolen to nemen voor zich en zyn gezin. Do hoofdvraag is, of het duurzaam belang dor maatschappy medebrengt, hon, die zei ven verzuimen zoodanige maatregelen te nemon, van overheidswege hiertoe door dwang te brengen. De Staatszorg grypt hier diep in, ofschoon op vorro na niet zoo krachtig als by de oudendag verzekering. Want by deze is ook een uitgebreide firiancieelo steun van het Ryk oen onmisbaar vereischte, zells by de minder radicale plannen, die alleon eenige kans van slagen zouden hebben. By deze komen veel vei dor reikende overwegingen te pas dan by de ziekteverzekering. Bydragen worden geöiacht van do minst-bedeelden, dio veelal de vruchton van hun medewerking nooit zulten plukken. Een stelsel wordt opgebouwd, waarvoor onze maatschappy eigeniyk niet ryp kan worden geacht. Dit kan niet worden gezegd van de ziekte verzekering. Zy voorziet in oen behoefte, dio ledoren dog door lederen werkman kan worden gevoeld, die duideiyk tot hem spreekt, die telkens offers van hem eischt. Zy zal ook in vele gevallen de armbesturen van zorg ont lasten en do workliodon weerhouden den weg daarheen te zoeken. Zy wekt niet do begeorlykheid op van de groote massa, dio de schatkist gaarne ton behoeve van haar peusionneering ziet ontsloten. Zy is dan ook niet als de oudendagvorzekering by voorkeur binnen don kring der politieke propaganda getrokken. Maar juist daarom achten wy baar ook aan minder bedenking ondeihevig. De belanghebbenden zullon zeiven de middelen moeten opbrengen voor het herstel en voor het onderhoud van vrouw en kinderen; zy zullen, zy het gedwongen, zich niet kunnen onttrokken aan do zorg, die het deel is van Ieder hoofd van oon g«-zin. En daarby komt, dat aan de werklieden, de bolanghobbonden zeiven, een ruime plaats zal kunnen worden gegund by beheer en toezicht van de ziekte- kassen, wat op hun vorming en ontwikkeling niet anders dan gunstig werken kan." Vorder brengen doze Mededetlingen een stuk uit eon brief van X. over kindervoeding en -k 1 o e d i n g op de lagere school. Hieruit dit: „Hot verstrekken van voodsel en kleeding van ovorhoidswogo verwerp ik op dezen grond, dat ouders noch kinderen zich aan de overheid gehecht kunnon gevoelen. Op den invloed van particulieren juist komt alles aan. „Doch hot voedsel, dat men den kindoren op school of op de spysuitdeellng verstrekt, dat kunnen de ouders hun toch niet ontnemen," zult gy my togonwerpen, want ge wilt zoo gaarne die stumperds helpen. Hy ging op de sofa zitten en ontdeed zich in do allereerste plaats van zyn pistolen, door zo naast zich noor to loggen. De kollner bracht de llosch in het zilvoron koelvat en bleef dan in eorbiedige houding staan wachten O ja, hy moest dadelyk botalen. Erwin tastto in zyn vestjeszak. Het eerste, wat hy aanraakto, was een klein sleuteltjo. Er gleed een glimlach ovor zyn gelaat. Was dat niet een toeder aanJenkon aan haar, over wie hy juist in dit stille hoekje wilde gaan zitten peinzen? En hy drukte het kleine metalen voorwerpje met een vuur en eon hartelykheid in zyn hand, alsof hot een talis man was, die zgn gevoelens kon overbrengen. Hot was de sleutel van het achterdeurtje van de villa in de bekende 6traat. Hy had hom ouder gewoonte en zonder er by te donken in zyn zak goatoken, toen hy zyn kostuum aantrok. Maar noon, er bestaat geen toevalt Alles is het weik van het noodlot en zyn hand had zich aangetrokken gevoeld door dat voorwerp. Toen de kellner weg was, verzette Erwin het scherm, zoodat geen onbescheiden blik tot hem kon doordringen. „Ella", lispelde hy en nam zyn glas op alsof by met een onzicht bare tafeldame wilde klinken. Maar do betrekkoiyke kalmte om hom heen duurde niet lang. Twoe heeron kwamen de zaal binnen en gingen al doorpratende in een kabinet naast h6t zyne zitten. Aan de stem van den een kon men hooren, dat hy opge wonden waS. „Ik ben by u aan huis geweest," zei hy en Erwin herkende tot zUn pyniyko verbazing de 6tem van Guadaccar von Hölleritz, „en ik ben nu ook alleen hier om u te spreken. Hier kunnen wo zonder getuigen praten er is geen levende ziel te bekennen en als Ik acht het middel (voedsel en kleeding verstrekken, zonder onderzoek naar d® gesteld heid enz. der ouders) echter erger dan de kwaal, en met hetgeen ge doet, krygt gy goen verbetering van den toestand (wat het eindresultaat moet kunnen zyn van goede armenzorg). Wilt go u voor het kind inderdaad Ter- dlen8teiyk maken, gaat dan in dienst van oen liefdadige instelling de woningen der armen binnen en onderzoekt daar den toestand, tracht slechte ouders tot hun plichten te brengen en helpt de goedo." Onder het opschrift „Geldnood" wordt do stryd herdacht, dien do Vereeniging steeds gevoerd heeft tegen hot organitoeren van feesteiykhoden om liefdadighoidsgenootschap- pen uit hun geldnood te redden, on om die genen, die geen belangstelling toonen en dio niet geven willen, door een vrooiyko mise-en- ■cöne tot geven to dwingen. „Wy hebben" schryft het verslag rdien stryd nog stoeds to voeren, als wU ontmoedigd niet de wapens willon neerleggen, want al minder en minder zien philanthropischo ver- eenigingon er tegen op, van de gelegenheid gebruik te maken of die op to zooken, om door zulk oen iodirecte belangstelling haar kas te styven." De Amhemsche Courant zegt: In eon asterisk over den „gaug van zakon" in de Tweode Kamer na het rocès maakt De Standaard zich bezorgd, dat do Drankwet in het gedrang zaI komen. Hierop laat eerstgenoemd blad do asterisk volgen, door ons reeds in ons vorig Pors ovorzicht opgenomen, om or dan dit by nan te tookonen: Is dit te boschouwon als eon proof ballon, als eon waarschuwing aan de meerderheid, dat het dien wog op zal moeten? Het zou amfora moeiiyk verklaarbaar zyn, dat het lyforgaan van don Ministor van Hlnnenlandsche Zakon de openbare meening voorboroi lde op het uitstollen oenor taak, waarvan hy reeds by zgn oplreden wist, dat de vervulling aan een bopaaldon termUn gebonden was, torwgi juist dio ter my ii gesteld was, om te voor komen, dat de regeling dor Drankwotquaeslio kort vóór de periodieke verkiezingen aan do ordo zou komen. Tegen de juistheid van don horoscoop, wolkon De Standaard trokt van do wyzo, waarop na hot Kerstrecês door de Kamer do beschikbare tyd vormoodeiyk bostood zal moeten worden, valt inderdaad weinig in to brengen, maar het mag gevraagd worden aan wie do schuld, als de Drankwet niot bytyds behandeld worden kan? Do nfgovaar- digde voor Arnhem, mr. Rink, hooft tot twcomalon toe op spoedige indiening van het Drankwetwet8ontwei p aangedrongen, maar toch liet zo op zich wachten tot do Kamer, te midden van den begrootingsarboid, mot work was overladen en als ware het don tyd moest uitbroken voor hot afdeelings- ondorzoek. En toch word mr. Drucker's grief onbiliyk goheeten, dat door den proinlor wol veel wordt overhoop gohaald, maar zyn arbeid methode mlstl llad niot, waar do Drankwet aan den fatalon tormyn van 1 Mei 1904 was gebonden, aan baar boven velo andoro zakon, waarvan vermoedoiyk toch mots komt, de voorrang gogo ven raooton zUn? De Ntderlander zogt, dat wy nu eenmaal onder wotton lovon, waaraan zoowol do ovor- heid als de onderdanen onderworpen zyn, en dio niet, om welke reden ook, tor zyde kun non wordon gezet. „Maar dio wotton zolven", schryft hot blad, „kunnon zeer wol onrochtvaardig zyn; zy kunnen zelfa ons dwingen tot lete, wat wy in stryd achten mot Gods gebod In zoodanig goval moet wel de wet door do oveihoid worden toegepast, maar kan het voor den onderdaan plicht zyn liever de wet te over treden, dan te handelen legen wat hy voor het gebod Gods houdt. Kiost hy dit laatste, dan behoort hy zich rustig to ondorwerpon aan den hem opgelegden dwang, goiyk zoo vele goede Christenen to allen tydo gedaan hebben, zonder over rechtsverkrachting te klagen, want rechtsverkrachting is het niot. Voor hon echtor, die invloed op do wet geving kunnen uitoofenen, ryst d« vraag, of hot geoorloofd en of het onvermydeiyk is iemand aldus te plaatsoa tusschen do kouze er iemand kwam, dan zoudon wo hot toch van te voren hooron." Nu kwam ook do kellner opdagen om den beidon gaston de ander was ritmeester Wendling hun wyn te brengen. Toon do kollner weer terugkwam, dacht Erwin er over of hy maar niot zou weggaan of ten minste een lovonsteeken geven, aangezien do twee officieren alleen wildon z(jn. Maar liet was hem onaangonaam Hölleritz to ontmoeten. „Zyt gy met den middagtrein gekomen?" vroeg Wondllng. „Ja, en ik bevind me in een onbeschryfiyk onrustige «temming. Wat wordt er over zyn Ella verteld?" „Hoe komt go daarop? Wordt er over die dame buiten do stad dan evenveel gepraat als hier?" „Ik heb toevallig to Boriyn in betzolfde hotel galogoerd als zyi" „Zoo, zool Ik bob alleen hooron zeggen,dat Juffiouw Frohwald zich erg gocompromittoord heeft met den Pi ins. Als dat waar is en als het Drosendorf tor oore Is gokomon, dan was haar overhaast vertrek zeker het gevolg van een breuk tusschen hen. Anderen beweren weer dat er geen scheiding is tusschen hon en dat hy nl jts afweet van alles, wat or verteld wordt. Onmogeiyk zou het niet zyn; het gebeurt zoo dikwyis, dat degeen, wien het het meest aan gaat, het 't laatst hoort." Erwin goot den inhoud van zyn glas naar binnen; by voelde iets jeuken in zyn keel. Hölleritz liep weer op en neer, biykbaar in zyn gedachten verdiept. „Ik kan u niet verbergen, dat lk vrees, dat het mis zal gaaner zyn allerlei mogeiykheden. Die Drosendorf is zoo'n verbazend opgewonden standje. En het allerergste zou zyn, lk voor mjj kan het niet begrypeD, maar ik heb het om èf aan Gods gobod êf aan de menscheiyke wet ongohoorzaam te zyn. Wat hebben wy nu to denkon over dienst- weigorlng op grond vau gewetensbe zwaar? Dienstweigering kan haar grond vindon in de overtuiging, dat landsverdediging onnoodig of onmogeiyk is. Daarmee hebben wy echtor niet te rokener. Tl don Staat beslist de wet, en aan haar gt i od is ieder, onverschillig hoe hU over de wet uonkt, gebonden. Dienstweigering kan ook baar grond vindon in gomoedsbezwaron, in dien zin, dal iemands gemoed, overtuiging, in verzet komt logon de wet. Volgens Bpinoza oon zoor vryzinnig man, oen vrijdenker en hot tegendeel van een cloricaal moet zoo'n bezwaarde zich ondorwerpon. Mon moot dikwijls liandelon in stryd met datgene, wat -men good achtmuil moet zelfs zoó doen, wil mon zich een iecht- vaardig on vroom burger botoonen, omdat do vraag wat rocht is, en kol atliangt van do be slissing dor ovorheid. Van bet standpunt dar genen, die geen lioogor gobod kotinsn dan de menscheiyke wet, schijnt ons doze uitspraak onaantastbaar. Tusschen goiyk waardige ge voelens moet, waar conhoid van hamlolen noodig is, onkel do wot beslissen, on hoeft hy, wions gevoelon met de overhand wist io behalen, te buigen. Dit goschiodt dan ook dageiyks. Do oigoniyko mooiiykhoid ontstaat eerst, waar de monsch gostold wordt tusschen do monschoiyko wet en eon hoogore wot; nl. zUn aan Gods wot gebonden geweien." Wanneor do overheid van do echtheid van een gewetensbezwaar oveituigd is, dan moet zy, meent De Nederlander, voor dat bozwaar uit don wog gaan, mits zy daardoor niot een onrochtvaardighoid boga tegenover andeion; want dit zou mot haar hoogste roeping In strgd zyn. „Dit nu zou," schryft het blad, „ging z(j bier voor dea bezwaarde uit don weg, juist hot goval zyn. Immors zouden, list zy do gowetonsbozwaarden vry, andoren voor hon mooton opkomen. Zou dit niet scliromeiyk onrechtvaardig zyn? En zou do gewetons- bozwaardo zelf met die vervanging vrodo kunnon liobbon, indion hy bodachi, dat hot door hom veroordooldo kwaad, zoo al niot door hem, dan toch ton gevolge zyner woigo- ling, door oon ander goploogJ word? Wy hebbon vt»ak voor hot rocht dor oudors om zich togen do inenting to vorzotlon, go- stroden, maar altijd onder óón voorwaarde, n.l. dat niot bowozon werd, dat oningoönton gevaariyk zyn voor hun ingeönto omgeving. Indion dat bowezen kon worden, achtten w(| stoods don dwang van ovorhoidswogo ook tegenover gowotonsbezwaarden geoorloofd. Want ook do overheid hoeft oen gowoton zy mag niot hot lovon dor burgers In gevaar laten brengen door anderon; indien dezo over tuigingen koostoreu, dio zy zolvo met voor gegrond acht. Zoo oordeolon wy ook in het ondorhavig geval, dat de overheid niet boboeft en ook niet mag wykon, Indion daardoor eon ander in last komt. Zulks te minder, omdat do gowetonsbo- zwaardo, zoolang er geen oorlog is of lig nist tot het Bchieton op medemenschon goroopen wordt, zgn gowoton niot verkracht. Uy be weert wol, dat liU, zich voorberoidondo voor den kryg, toch iots ongooorloofds doet, maar goheol ton onrechte. God hooft hom, mount hy, verboden to doodon; welnu, dat doet IffJ niot; hy kan zolfs wolgoren in don kryg van zyn wapen gebruik io makon. Maar zoolang er geen oorlog isovertreedt hy bodoold gobod niot. Zijn woigoring daarentegen om aan do ovorheid lo gehoorzamen is wel in stryd inet Gods gobod, maar uiet het zich ootonen, tiet doel uitmaken van eon logorkorps. Dat hy dit niet inziot, komt hior vandaan, dat hy zich plaatst op den stool dor ovorheid, en dan redeneert als volgt: fndion ik overheid ware, zou ik, dio niet doodon wil, ook goon voorbereiding voor den oorlog willen, dorhalve onderwerp ik my ook mot aan oen overheid, dio zich wel voorbereidt, zolia niet zoolang zy my niot bevoelt te dooden. Indien men zich wil ouder worpen a&n het bevel Gods, goed. Maar men houdo zich dan ook strikt nan dat bevel." Hot blad moent daarom, dat aan bodoold gewetensbezwaar van dienstplichtigen nist raag worden toegegeven, ook al meenen zy, dat Gods Woord hun hot voorbereiden tot al wol eons bygowoond, dat iemand zyn hans- tocht niet kon beheerschen en er per niot het slachtoffer van werd. Gostold, dal hy nog niet wist hoe de zakon zich oigoniyk hadden toegedragon, zou het dan niet oon guode daad zUn om hem te bewijzen, dat zU hem bodriogt, dat zy tydons haar vorbiyf to Beriyn mot prins Chlodwig gecorrespondeerd hoeft?" „Wat! Zyt go daar achter gekomen?" „Door oen zeor allodaagsch toeval. Toon ik by don portier vau liet hotoi naar myn brieven zocht, kroeg ik oen wolriokend briefje lil handen, dat aan Ella Frohwald geadressoord was en waarop het wapen van onzen Prins prykte; het poststempol maakte oon einde aan eiken twyfel aangaanilo de horkomst van dat briefje. Gistermorgen ik bekon, dat ik liet geen onbescheidenheid vond om een oog in het zoil te houden vond ik een brief van Drosendorf lk ken zUn hand hoel good en weor zoo'n rose briefje met het zegol van den Prins er op. En de portier, die zeker iois gemerkt had van mUn bolangslolling, vertelde my, zonder dat ik er hom naar vroeg, dat de juffrouw het vorige briefje, mot het wapen er op, zelf was komen halen en er schynbaar at met ongeduld op gewacht had. lk kun u niot zeggen hoe onaangenaam hot my aandeed te zien, dat Drosendoif ook aan haar goschro- von had het stempel was van Zondag gedateerd. Vanmorgen vroeg wae ik bezig met do toebereidselen voor myn vertrok en gaf den portier myn adres op, toen hy my vertelde, dat er dien nacht een telegram voor juffrouw Frohwald was gekomen, waarop zy door haar kamenier al heel vroeg om do rekening had laten vragen, om zoo spoedig mogoiyk te kunnen vertrokken. (Wotdi iTvolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 5