No. 13454 LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 2 JANUARI. - VIERDE BLAD. Anno 1304 Gemengd Nieuws. FEUILLETON. lie testamentaire beschikking. Wet lot regeling van het Honger Onderwijs. Oudejaarsavond zijn eenige uitvoerige stukken verschonen betreffende do bij de Tweede Kamer aanhangige wijziging der wet tot regeling van het hooger onderwijs. Het wetsontwerp werd den 25sten, 26sten en 30sten Juni jl. in do afdcelingen der Tweede Kamer onderzocht. Het naar aan leiding van dit onderzoek opgemaakte Ver slag is op 2 September aan de Regeering gezonden, die op 19 October een memorie van antwoord met gewijzigd wetsontwerp indiende. Don 22sfcen December heeft een mondeling overleg plaats gehad tusschen den minister van ^mnonlandsche Zaken en de Commissie ian Voorbereiding uit do Ka mer, naar aanleiding waarvan de Regeering eenige nadere wijzigingen in het ontwerp (heeft aangebracht. Als gevolg dstarvan zijn thans rondgedeeld het verslag van het afdeelingsonderzock met de Memorie van Antwoord, echter niet als afzonderlijke stukken, maar telkens worden de opmerkingen uit het verslag onmiddel lijk door den minister beantwoord, terwijl tevens zijn ingelascht de uitkomsten van het mondeling overleg. Bij het vorslag zijn ge voegd de nota van wijziging cn het gewij zigd ontwerp, ingezonden bij de Meinonc van Antwoord, een nadrre nota van wijzi ging, waarin de wijzigingen zijn aange bracht, welke voortvloeiden uit het monde ling ovorleg en een aantal andere wijzigin gen, welke in hoofdzaak van formeelcn aard zijn, benevens een nader gewijzigd wetsontwerp. Hier volgt een uittreksel van hetgeen om trent de algemcene strekking van het wets ontwerp in de afdeelingen dor Kamer werd opgemerkt en wat uierop door den minister van Binnenlandsche Zaken is geantwoord. Een aantal leden verklaarden met de in diening van dit wetsontwerp geenszins in genomen to zijn. Eenigen keurden de methode van wetge ving, welke dat ontwerp naar hun inzien kenmerkt, af, en meenden, dat do materie daarbij te zeer van don kleinen kant is aan gevat. Het ontwerp strekt tot verwezenlij king van enkele wensch:n, die den minister van Binnenlandsohe Zaken bijzonder ter harte gaan, maar een grondige herziening raln het hcoger onderwijs is van de baan geschoven door de benoeming der Staats commissie' voor do betere ineenschakeling van de verschillende takken van onderwijs. Het hooger onderwijs is, in zooverre het strekt tot wetenschappelijk onderzoek, ze ker een gewichtig algemeen belang, maar de wetenschappelijkheid van dat onderwijs zou, naar men meende, door de aanneming van dit wetsontwerp niet bevorderd worden. Voor zooverro het hooger onderwijs strekt tot vakopleiding, achtten deze leden hot van weinig gewicht voor het overgroot gedeelte van 'net volk. Zij zouden daarom liever ge zien hebben, dat de Regeering, in plaats van met dit wetsontwerp, gekomen ware met een voorstel om kosteloos lager onder wijs voor allen in te voeren of met ma-atre- golen tor bevordering van ambachtsonder- wijs. Eoiï ander lid was ovonzeer door het wei nig principieele karakter der voordracht te leurgesteld. Uit de benoeming der bovenge melde Commissie kan worden afgeleid, dat de Regeering hot onderwijs in zijn geheel wil rogelen, maar dan dient bij een herziening van de wet op het hooger onderwijs ook het stanopUDt vast te staan, dat door de Regee ring in beginsel ton aanzien van het ondor- wi.is zal worden Ingenomen. F^t ontwerp is cchtor stelselloos. Het wil slechts to gemoet komen aan eenige bezwa ren van het bijzonder hooger Onderwijs, maar handhaaft do bestaande inrichting dor Rijksuniversiteiten. Gevreesd werd, dat bij aanneming van het wetsontwerp politie- ke stroominge-n beslissonden invloed zullen blijven uitoefenen op het openbaar hooier onderwijs. Sommige leden keurden do algemeenc strekking van het wetsontwerp af, omdat daarbij niets gedaan wordt om verbetering van het openbaar onderwijs te verkrijgen. De wet van 1876 had, naar het inzien dezer leden, ten gevolge gehad, dat de openbare universiteiten meer vak- en drilscholen, dan instellingen tot zelfstandige beoefening der wetenschappen zijn geworden. Het wets ontwerp doet niets om hierin verandering te hreDgen. Voorgesteld wordt om de Poly technische School als technische hoogeschoi 1 ondor de inrichtingen van hooger onderwijs op te nemen cn het verkrijgen van docto raten aan die school mogelijk te maken Dit zal ten gevolge hebben, dat het geheele hoo ger onderwijs nog meer tot vakopleiding wordt ingericht cn dat de waarde van den doctorstitel vermindert. Verder strekt het wetsontwerp om oprichting van bijzondere universiteiten te bevorderen, ofschoon al gemeen erkend wordt, dat het wenschelijk ware het aantal universiteiten te vermin deren en dat het zeer moeilijk is voor de bezetting oer professoraten geschikte krach ten to vinden. Ook in dit opzicht gaat het ontwerp juist de verkeerde, richting uit. Eenige andere leden verklaarden, dat zij niet gesteld waren op monopoliseering van het hooger onderwijs door den Staat en het Wetsontwerp 'dus slechts zouden toetsen aan de vraag, of er gevaar is, dat het peil van het hooger o derwijs door de voorgestelde bepalingen zou dalen of dat het karakter van dat onderwijs daardoor zou worden aangetast. Blijkt dit niet het geval te zijn, dan zouden zij 'daaraan hun stem kunnon geven, wanneer het inderdaad aan billijke wenschen tegemoet komt. Intusschen vreesden zij voorshands, dat dit gevaar wèl bestaat, en in geen geval zouden zij kun nen erkenn i, dat een toegevende houding teil aanzien van oillijke eischcn op het ge bied van het lager onderwijs tot noodzake lijke consequentie zou moeten hebben, dat een gelijke houding ten aanzien van het hooger onderwijs moet worden aangenomen, daar men hierbij met een geheel ongelijk soortige grootheid te maken heeft. Nevens deze opmerkingen omtrent de ol- gemeene strekking van het ontwerp werden ook bedenkingen gemaakt betreffende het tijdstip van indiening. In de eerste plaats had naar het inzien van verscheidene leden verwacht mogen worden, dat aan de indiening van een wets ontwerp tot meordero „vrijmaking" van het lager onderwijs do prioriteit zou zijn gego- ven. Niet alleen is de vrijmaking bij dc jongste algemeeno verkiezingen door de voorstanders van het tegenwoordigo mini sterie allerwcgo op den voorgrond gesteld, maar omtrent dit onderwerp bestaat, naar men meende, bij de verschillende groepen, welke het Kabinet steunen, meer overeen stemming van gevoelen dan omtrent de punten in dit wetsontwerp behandeld. In de tweede plaats werd door velen aan gevoerd, dat-, al moge de indiening van hot wetsontwerp uit een politiek oogpunt ver klaarbaar zijn, zij voorbarig geacht moet worden, nu dc Regeering zelve het noodig heoft geacht de voorlichting ecner Staats commissie in te roepen „tot hot voorberei den van voorstellen aan de Regeer ing tot reorganisatie van het lager-, middolbaar- cn hooger onderwijs, voor zoover deze tot een botere inecnschakeling van de onder scheidene deelen van het onderwijs noodig zal blijken." Dat het wetsontwerp zich be weegt op het terrein van de werkzaamheid der Staatscommissie, blijkt uit de Memorie van Toelichting, waarin do Minister zijn nicening omtrent het karakter van het hoo ger-, middelbaar- en lager onderwijs uit eenzet in verband met zijn voorstel om do Polytechnische School onder het hooger on derwijs te brengen. Dat niet alleen dio uit eenzetting, maar ook dit voorstel zelf voor uitloopt op den arbeid der Staatscommis sie, kan, meende men, kwalijk ontkend worden. Voorts wordt door de indiening van een wetsontwerp, dat de gymnasia ah inrichtingen van hooger onderwijs blijft aanmerken, een quaestie beslist, welke niet uitgemaakt behoort to worden, voordat de commissie, die wellicht van gevoelen zal zijn dat het voorbereidend onderwijs, het welk toegang geeft tot de hoogescholen, ge reorganiseerd behoort tc worden en dat de inrichting zoowel van de gymn. als van do H B. S. op ingrijpende wijze be hoort to worden veranderd, do door de Re geering zelve noodig geachte voorlichting heeft geschonken. Ook kan bij een wetsont werp, dat doctorstitels beschikbaar wil stellen voor jongelieden, die na het bezoek eener hoogere burgerschool aan. een techni sche hoogeschool hebben gestudeerd, niet buiten bespreking blijven de vraag, of ten opzichte van 't verkrijgen van dien titel bij de filosofische of medische faculteit, het eindexamen van 'do hoogere burgerschool niet met dat van het gymnasium gelijkge steld behoort to worden. Maar met dc be spreking van dio vraag komt men geheel op het gebied van de Staatscommissie. Er waren er die meenden, dat ook omtrent de toekenning van diplomeeringsrecht aan bij zondere universiteiten, omtrent de vraag, of universitaire diploma's het recht behoo- ren te geven tot het bekleeden van zekero betrekkingen en omtrent de bevoeghcid van besturen van bijzondere cn openbare gym nasia tot regeling van het leerplan geen beslissing behoort genomen te worden, voordat het rapport dier commissie is uit gebracht. Wordt reeds door do indiening van dit wetsontwerp in verschillende op zichten vooruitgeloopm op do uitkomst van den arbeid der Staatscommissie, nog meer zal dit het geval zijn, wanneer het wetsontwerp tot herziening van dc wet op het middelbaar onderwijs, dat, naar men meende te weten, hot departement van Bin nenlandsche Zaken reeds heeft verlaten, bij de Staten-Generaal wordt ingediend. Vele andere leden juichten do indiening van het wetsontwerp toe. Met den minister waren zij van meening, dat voor een geheelo herziening van do wot op het hooger onder wijs tijd nog niet is gekomen. Zij voegden hieraan too, dat met dit wetsontwerp ook niet alles wordt verkregen, wat door de mo destanders van het tegenwoordige ministe rie wordt verlangd. Maar dit is naar do meening dezor loden geen reden om niet in te stemmen met de verbeteringen, welke door aanneming van het wetsontwerp kun nen worden verkregen. Hoofddoel van hot thans gedane voorstel is verbetering te brengen in do positie van het bijzonder hoo ger onderwijs en de vrijheid, welke dat on derwijs thans slechts in naam geniet, tot een werkelijkheid to maken. De verwezen lijking van dit doel is van groote betceke- nis voor hen, dio mecnen, dat het onder wijs aan de openbare universiteiten een ra tionalistisch karakter heeft en dio wen schen hun kinderen hooger onderwijs te kun nen doen genieten, dat berust op de begin selen, die zij toegedaan zijn. Gelijk gewoonlijk het geval is bij belang rijke wetsvoorstellen, is ook thans do mec- ning geuit, dat een ander onderwerp do prioriteit had verdiend. Intusschen kon mot liet oog op do antecedenten van den minister van Binnenlandsche Zaken ver wacht worden, dat hij zoo spoedig mogelijk zou. komen mot een voorstel tot verbetering van de positie van het bijzonder hooger on clerwijs, on hot verdient, naar men meen do goedkeuring, dat do Regiering haar voor stellen indient, naarmato zij gereed zijn. Voorts word aangevoerd, dat er een bij zonder© reden is om de voorgestelde bepa lingen bctreffonde de bijzondere univorsitei ten zoo spoedig mogelijk vast te stellen. Do aanneming van het wetsontwerp zal, naar men hoopte, spoedig leidon tot het toeken nen van diplomeoringsreobt aan een of meer bijzondere universiteiten. Intuescbon moe- ton do kinderen van ouders, dio hen het onderwijs aan zulk een universiteit wen schen te doen genieten, daartoo een voor bereidende opleiding ontvangen. Do voor gestelde regelang zal dus haar volle werking eerst erlangen, nadat eenige jaren zijn voor bijgegaan. Maar dan is het ook gowenscht met die regeling niet tc dralen. Verder merkto men op, dat do voorge stelde verbetering van heb technisch hooger onderwijs ook aan do arbeidende klasse ten goedo zal konion. Door die verbetering zal do ontwikkeling der industrie bevorderd worden cn bij deze ontwikkeling zijn do be langen der arbeidors ten nauwste betrokken. Het bezwaar, dat door dit wetsontwerp zou worden voornitgeloopen en i uitkom sten van den arbeid der Staatscommissie voor de inconschakeling der verschillende takken vaja onderwijs, achtte men van wei nig belang. In do rangschikking der gym nasia onder het hooger onderwijs brengt het wetsontwerp geen verandering. Even min wordt daarbij voorgesteld wijziging te brengen in de bestaande regeling omtrent het verkrijgen van een doctorstitel door stu denten bij dc filosofische of medische facul teit. Het eenige in het ontwerp behandeld© onderwerp, dat verband houdt met don ar beid der Staatscommissie, is do rangschik king der technische hoogeschool onder bet hooger onderwijs. Maar, naar men meen de, bestaat omtrent dc juistheid van deze rangschikking weinig verschil van gevoelen. Terwijl van verschillende zijden hulde ge bracht word aan den vorm en inhoud der Memorie van Toelichting en van de daarbij bohoorende bijlagen, waren sommige leden van meening, dat de vorm van het wetsont werp zelf te wenschen overlaat. De nieuwe artikelen zijn, meende men, te lang, hetgeen te moor treft, wanneer men ze vergelijkt met do artikelen der bestaande wet, die over het algemeen door kortheid en duidelijkheid uitmunten. De vorm waiv naar het gevoe len dezer leden door splitsing der artikelen te verbeteren. Men meldt ons uit Hazorswoude, dd. 81 Dec. De veehouder A. Q., wononde in den Bont alhier, was gisteren b(jna do dupe geworden van oen drlotal sluwe oplichters. Voor 't gemak zullen wo ze CZ. on P. noemen, hoewol de namon ons voluit bo- kend z(jn. Hot waarJige drietal, voorgovendo mis schien ls het wel zoo Haagscho veehan delaars te zyn, kwam by Q., om schapen to koopen. Men werd het oons over don koop van 29 mooie beestjes voor 23 gulden per stuk, den volgenden marktdag te leveren tegen contant geld. Volgons afspraak komt de heer Q. met zyn verkochto echapon te Lelden en wordt door C. uitgonoodlgd in 't café van den hoer Bremmor af te rekonen. „Wat zult u gebruiken?" vraagt Q., eu 't autwoora ls: „een kop kolfle". Of do kollio te heet of te koud was, wordt niet gemeld; maar C. krygt onder hot drinken zoo'n hevigon pyn In den buik, dat hy met permissie even enfin,, hy legt zyn regenjas op eon stoel, zfin stok er naast, laat zyn kolflo staan en gaat mot of zonder permieslo naar de daartoe bestemde plaats. Na oenigo minuton, de man zegt vyf, gaat Q. eens poolshoogte nemen en bevindt tot zyu schrik, dat do vogel gevlogen ls. Ondertu8schen hebben Z. en P. de 29 mooio scbapen voor eeu schuilje aan don hoor Vau den T., van Overschio verkocht, dio ala een eeriyk man overal genoemd mag worden en nnluuriyk meende, een bosten koop gedaan to hebben. De lieor A. van den B., van Bont huizen, die zeer goed met Q bekend ls, waar schuwde don koopor, niet te betalen, daar de schapen ondor de waarde waren verkocht. Do hoor Q. wendde zich tot de poJilie, dio hem den raad gaf, zyn schapen torug to koopen van don Overschiaschen kooper en by niinno- ïyke uchikking kocht Q. zyn eigen schapen ▼oor een gulden por stuk terug. Waar liet gefopte drietal gestoven of gevlogon was, kon mon slechts gissen; maar Q. kceide met zyn beestjes naar huis weder, Lorwyi hy zich ver- blUdde, er nog voor een koopjo af te zyn ge komen, daar hot geval hem anders oitolyko honderden guldens zou hebbon gekost. Men is nu gewaarschuwd en kan zich voordoige ïyke zwendelaiy wachton. In het Ziokonhuis. ,,D c N. C." eohrijft: Do muren van ons stedelijk ziekenhuis (in Den Haag) kunnen droeve gwschi ode nis- een verhalen. Zij was do dochter van een Amsterdamsch geneesheer, vrij vermogend, maar ook onbe krompen vrijgevig. Niemand ging van hem ongeholpen cn ongetroost. Hij liet haar echter genoeg na om te kunnen boataan. Maar zij, luohbhartig on vrijgevig als haar vader, stond haar erfdeel af aan een broe der, dio cr zaken mee zou drijven. De zaken gingen fout; het geld was weg, en zij zag zioh gedwongen een pension te beginnen, waarvoor zij kapitaal opnam. Hot was een gezellig, smaakvol ingericht homo, cn men gevoelde or zich in een be schaafde omgeving. Hot ponsion werd een dor eersto in de 16) Ik dacht, dat Drosendorf, er haar toe ge oracht had haar mislukt „gastspiel" af te breken, en die gedachte ergerde my vreesolyk. Ik ging al vroeg naar het station en besloot daar op haar te wachten. Ik had het gevoel, r' het myn plicht was haar in het oog te i uden. Ik zag haar met haar kamenier aan het loketje. Wy zaten in denzelfden trein en kwamen tegoiyk hier aan. Ik volgdo haar op de hielen, totdat zy in een rytuig stapte en haar adres in do Schillerstrasse opgaf." „Zy is dus weer hier?" zei Wondlmg ver baasd, „en hy zou haar gevraagd hebben om terug te komen en is op het oogenbhk hier? Dat zou toch al te onwaarschyniyk zynl" „Ja, beste vriend, toen ik. hier komende, hoorde, dat Drosendorf ook hier was, moest ik wel tegen mezelf zeggen: Dat telegram was niot van hom, hy weet in het geheel niet, dat ze al weer thuis is!" „Hoe denkt go u den stand der zaken dan?" Hölleritz antwoordde met een vraag: „Dro sendorf heeft toch niet weor verlof aange vraagd, dat morgen, na ons duel, zou ingaan?" „Voor zoover ik weet, niet." „Hy kan dus niet op reis gaan, wat ik mezelf had voorgepraat, zoolang ik gelooven kon, dat dat telegram van hem was. Ik ver beeldde me, dat hy haar in zyn brief een verzoening had aangeboden en haar naar taJiö zou volgen om haar daar te trouwen." „Hoe kwaamt ge op dat idee van een reis •n dat juist naar Italië?" vroeg Wendling. „Omdat ik in hot elation gehoord heb, dat de kamenier het grootste deel van haar bagage als yigood naar Genua doorstuurde!" De ritmeester stootte een kreet uit, alsof hem plotseling een licht opging. „Naar Genua? Daar gaat prins Chlodwig morgen of overmorgen heen." flölleritz bogon hard te lachen. „Wat ben ik toch een ezel, een vreeseiyke uil I Nu komt alles terecht!" „Ik begryp u nietl Juicht u?" Natuuriyk, want nu is het zoo duidoiyk als maar iets. Drosendorf heeft de juffrouw haar woord teruggegeven en Frohwald ls vry en volgt een nieuwe ingeving haars harten door prins Chlodwig te beminnen. Zy heeft hem tot nu toe aan den praat gehouden en eerst de scheiding, die zeker in den brief van Drosendorf gestaan heeft, heeft haar genood zaakt een besluit te nemen. Er was toch maar een heel klein schakeltjo noodig om de verbinding tot stand to brengen!" „Ik weet hot niot, ik weet het niet, maar het komt my toch voor al6of u al te opti mistisch waart." „Hoezoo? Het kan niet anders. Als ze den Prins accepteert, is het tusschen haar en Dro sendorf uit, voorgoed uit." „Laten we daar oens op klinken 1 Hy heeft ondervinding opgedaan voor zyn heele leven. Wel bekome z\j hem!" Zy klonken met elkaar. Een oogenblik daar na vorlielen ze de zaal. Toen de kellner even daarna de flesch en de glazen kwam halen, riep uit het aangrenzende kabinet een stem hem toe: „Nog een flesch champagne 1" Zelfs de meest intiemo kennissen van graaf Erwin Drosendorf zouden zyn stem niet her kend hebben, Hy zat achter het scherm en staarde mot brandende oogen voor zich uit, tot de nieuwo flesch champagne voor hem stond. Hy kromp ineen; dan schonk hy zich een glas in en zóó vol, dat het er byna overging. Hy dronk het uit onzin I Dat waren maar een paar druppels in een vingerhoed, dat was bocht, het veranderde in gif on leschte zyn dorst niot. Hy nam een waterglas van do tafel, schonk het vol en dronk het leeg. Diezelfde manoeu vre herhaalde by totdat de flesch leeg was. Maar do vlam, dio hem van binnen verteerde, was nog steeds niet uitgedoofd. Hy nam hot glas op on gooide het op den grond. Do kellner hoordo hot en kwam kyken. Hy wilde al zeggen „nog een flesch", toen zyn blik toevallig op do klok viel. Plotseling veranderde bU van idee. Het was twintig mi nuten voor twaalven en om twaalf uur was het démasquól Prins Chlodwig on zyn blauwe domino zouden het niet wagen hun masker te laten vallen; 2(1 zouden vóór dien tijd weg gaan en dus had hy geen tyd te verliezen, als hy hen nog in de zaal wilde aantreffen. Hy wierp den verbluften kellner een goudstuk toe en vloog weg. Opeens voelde hy, dat hy door oen duizeling werd aangegrepen. De electri8che lichtjes dansten om hem heen en de zuilen waggelden. Hy vreesde, dat hy ben in het gedrang der zaal niet zou vinden. Plotseling liep hy tegen een kleinen, breed- gebouwden man aan. Dat was alweer oom Aribert. Erwln trachtte zich te beheerschen. Men mocht niets aan hem merken. „Hoe be valt het u hier? Amuseert u u nogal? Is het hier niet aardig?" „Je mama heeft boofdpyn gekregen van de drukte, we moeten naar huis," zei oom Aribert. „Weet jo w: t, pk met oaa mee," zei barones Heimine. „Ik geloof, dat die drukte voor jou ook niet goed is. Ga mee." Hy volgdo geheel willoos, geheol versuft door al het gepraat, het gegons der stemmen en de dansmuziek. In de koele vostibule voelde hy zich wat beter. „Elke stap doet me pyn," zei Holmine, terwyi ze zwaar op zyn arm leunde. „Wat een afschuweiyke pynl En ik had mo zoo verheugd op hot algemeone démasquól" Do woorden der barones herinnerden hem weer aan liet démasqué, dat weldra zou be ginnen l Hy mocht geen minuut meer wach ten. Hy sleepte zyn stiefmoeder naar den uitgang. Daar was het rytuig; er nu gauw in 1 Een paar afscheidswoorden, een onver staanbaar excuus, en hy ging de vostibule weer binnen en mengde zich midden In het godrang, dat daar ontstaan was. Er waren genoeg gasten, die ook vóór het démasqué wilden verdwUnen. Hy kon byna niet vooruit komon te midden van die menschenmassa. Dat was waar ookhet was de eenige uit gang voor hen, die op hun rytuig wachtten. Ha! was dat niet een slanke gestalte in donkerblauw fluweel gekleed, die daar voorby gleed I Vier, vyf personen hadden zich in oen oogwenk tusschen hem on die verscbyning gedrongen, maar hy had toch ook don langen Wallensteinschen soldaat gezien, met wui vende veeren op zyn hoed, die naast do blauwe domino liep. En hy deed dadeiyk zyn uiterste best om zich door de menschenmassa heen te dringen. Als hy niet met zyn wapperenden roovermantel aan den degen van een ridder uit de 18de eeuw was biyven vast zitten, dan had hy het paar met een paar schreden kunnen inhalen. Hy rukte zich los en vloog de straat op. provinciestad; het bloeide; het opgenomen geld werd langzamerhand afgeloöt. Doch ziekte kwam. Zij streed, zij worstel de, zij liet zich niet op het ziekbed vallen, vóór zij waarlijk niet meer kón. Zij leed aan tuberculose, die nu hier, dan daar optrad en operatie na operatie vorder de. Ten laatst» verkocht zij het pension en ging een tijd lang onder behandeling Zij sterkte nan, durfde hot wel weer wagen Niet als eigenares van con groc1 boarding- house evenwel: mot do bescheiden betrek king van juffrouw van gezelschap stelde do vijftigjarige zich nu tevreden. Maar do zieke keerde terug. Eén nieuwo operatic werd noodzakelijk En nu ligt zij in do betalende derde fclnn- afdeoling van liet groote gemeente-zieken huis aan den Zuidwal enzal daar niet kunnen blijven, want nJ haar spaarpennin- gen zijn verteerd. Zij ziet thans geen uitkomst meer, tenzij er onverwachts hulp opdaagt. Do muren van het ziekenhuis vertellen' droevige verhalen Dozo r dagen heeft tc Zutfon hot volgende treurige geval plaat» gehad: Toon j.l. Zaterdagmorgen (tweedon Kerst dag) de familie L. aan den Coelioor- s ngel aldaar, t© ongeveer half twaalf uit do kerk tliuLs kwam, bevond de 22 jarige dienstbode Mina Teeuwsen (uit Ettcn Hij Tor borg) zich tot aller verwondering niet in do woning. Terwijl ©r boren naar haar gezocht werd, in de meen ing, dat zij op haar katner wo», had een der huiagonooton de huisdeur openge maakt en vond daar het moisjo bewusteloos op den grond liggen, bloodendo uit een Ideine wonde aan een dor slapen. Het geval bracht natuurlijk een groote ontsteltenis teweeg. Hot bowustcloozo li- ohaam word binnengebracht, cn vorvolgens ging de heer L. onmiddellijk er op uit oiu een dokier te halen. Deze achtte na een voorloopig onderzoek ovorbrenging naar het Ziekenhuis noodig Dit geschiedde. Tot he den evenwel, na een tijdsverloop van meer dan 5-maal 24 uren is het moisjo ondanks allo daartoe door do geneeskundigen oango- wen de middelen nog niet tot lust bewustzijn teruggekeerd, en men begint haar toestand nu zeer zorgelijk in to zien. Reeds zijn de doktoren er toe moeten overgaan langs knnstmatigen weg voedsel in het liohaam to. brengen, en er beginnen zich symptomen vn„ koorts tc vertoonen. Intusschen schuilt de oorzaak van het go- val nog steeds in het duister Hot meisje staat als zeer oppassend bekend Het laatste wat omtrent liaar doen en laten op den morgen van het ongeluk kan worden nage gaan is, dat zij tc kwart over 10 melk heeft gonomen bij den melkboer aan de deur. Aan vankelijk vreesde men, dat liet wondje aan haar slaap een schotwond zou zijn, veroor zaakt door een schot uit een flobertbuks. dat zeer onvoorzichtig in een van de aan elkaar grenzende tuinen kon gelost zijn en ongeluk kig liet meisje liad getroffen. Maar het geneeskundig onderzoek heoft uitgemaakt, dat dc wond geen schotwond is. Ook is de wond op zichzelf van zeer weinig betcekemis. (A. C.) Men schrijft uit don Geldor- sclien Aclitorhook aan de „Arnh. Ct.": Niet in het geheim, doch openiyk zag mon In ten aanlal plaatson dezor streek aango- kondigd, dat lor gologenhoid vau do feoston ora brood, gebak, enz. zou worden gedobbeld. Dit dobbelen en loten, waaraan vooral jonge lui deelnomen, is hier oonmaal in zwang en al bestaan er politieverordeningen dio hot verbieden, het euvel by do bevolking ia zoo diep ingeworteld, dat het moeliyk uit to roeien zou zyn. Wanneer een landbouwor of nrbolder kippen on hulsmeubelo kwyt wil zyn, dio hy niet togen goeden prijs voi koopen kan, dan zet hy masr oen lotorU op en mot een 100 lootjes van 2 tot 6 eont per edik gaat hy by zyn kennissen rond. Voor de aardighold neomt zoowat iedor oer. lot. De lotery ondernemer krUgt echter vaak voor helgoon hy verkoopt het drlovoudige der, waardo. Do kindoren, die in de winkels rendu aan bat dobbelen raken, kunnon het later niet moer laten, en do ondernemers van zoo genaamde markt- en provlnclalo loterUon vin den in onze iandbouwors en arbeidors do beste klanten. Waar waren zy? Er stond een ontelbaro monigto ry tuigen, do portiers riepen de nummers dor huurrytuigen en do namen der livreibodiendon af en er was oen gedrung alsof or een vreesolyk govaar in aantocht: was. Maar ineens zag hy tusschen de rijtuigen, dio midden op de straat stondon, do man van een blauwe do"mlno voor eon porlioriaampje. Torwyi het rytuig vooruit reod, zag hU, dat hot raampje dicht word gedaan, dan verdween het rytuig tusschen al de andore vehikels, die dozelfde richting insloegon. Aan dien kant van de stad was ook de Schillorstrasso. De grond branddo hem ondor zyn voeten. Hy wilde zyn koetsier aanroepen, maar bodachti dat by zyn rytuig eerst tegen drie uur besteld had. Dan maar eun huurrytuig. Maar hoe zou hy or een krygen? Zo waren allemaal al be*, sproken. Hy nam snel een besluit on ging te voet. Het was een byzondor heldore winternacht^ Het weer had eon kalmeerenden invloed op hem, maar daarom vergat hy toch geen oogon* blik hoe gemeen die vrouw hem bohandold haik Weldra was hy in de Schillerstrasso. HU sloeg den hoek om. Het was er doodstil; hg hoordo alleen zUn eigen vootstappen. Do be' fcoorlUke villa'tjes zagen er als uiigestorveaj uit; slechts hier en daar was een vorlichtt venster. In Ella's villa waren ook twee vensters vor-1 licht. Zy was dus thuis. Misschien, neen hoogst- waarschyniyk waa prins Ohlodwlg ook nog by haar. (Wordt vervolgd»)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1904 | | pagina 17