No. 13454
LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 2 JANUARI. - VIERDE BLAD.
Anno 1304
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
lie testamentaire beschikking.
Wet lot regeling van het Honger Onderwijs.
Oudejaarsavond zijn eenige uitvoerige
stukken verschonen betreffende do bij de
Tweede Kamer aanhangige wijziging der
wet tot regeling van het hooger onderwijs.
Het wetsontwerp werd den 25sten, 26sten
en 30sten Juni jl. in do afdcelingen der
Tweede Kamer onderzocht. Het naar aan
leiding van dit onderzoek opgemaakte Ver
slag is op 2 September aan de Regeering
gezonden, die op 19 October een memorie
van antwoord met gewijzigd wetsontwerp
indiende. Don 22sfcen December heeft een
mondeling overleg plaats gehad tusschen
den minister van ^mnonlandsche Zaken en
de Commissie ian Voorbereiding uit do Ka
mer, naar aanleiding waarvan de Regeering
eenige nadere wijzigingen in het ontwerp
(heeft aangebracht.
Als gevolg dstarvan zijn thans rondgedeeld
het verslag van het afdeelingsonderzock met
de Memorie van Antwoord, echter niet als
afzonderlijke stukken, maar telkens worden
de opmerkingen uit het verslag onmiddel
lijk door den minister beantwoord, terwijl
tevens zijn ingelascht de uitkomsten van het
mondeling overleg. Bij het vorslag zijn ge
voegd de nota van wijziging cn het gewij
zigd ontwerp, ingezonden bij de Meinonc
van Antwoord, een nadrre nota van wijzi
ging, waarin de wijzigingen zijn aange
bracht, welke voortvloeiden uit het monde
ling ovorleg en een aantal andere wijzigin
gen, welke in hoofdzaak van formeelcn
aard zijn, benevens een nader gewijzigd
wetsontwerp.
Hier volgt een uittreksel van hetgeen om
trent de algemcene strekking van het wets
ontwerp in de afdeelingen dor Kamer werd
opgemerkt en wat uierop door den minister
van Binnenlandsche Zaken is geantwoord.
Een aantal leden verklaarden met de in
diening van dit wetsontwerp geenszins in
genomen to zijn.
Eenigen keurden de methode van wetge
ving, welke dat ontwerp naar hun inzien
kenmerkt, af, en meenden, dat do materie
daarbij te zeer van don kleinen kant is aan
gevat. Het ontwerp strekt tot verwezenlij
king van enkele wensch:n, die den minister
van Binnenlandsohe Zaken bijzonder ter
harte gaan, maar een grondige herziening
raln het hcoger onderwijs is van de baan
geschoven door de benoeming der Staats
commissie' voor do betere ineenschakeling
van de verschillende takken van onderwijs.
Het hooger onderwijs is, in zooverre het
strekt tot wetenschappelijk onderzoek, ze
ker een gewichtig algemeen belang, maar de
wetenschappelijkheid van dat onderwijs zou,
naar men meende, door de aanneming van
dit wetsontwerp niet bevorderd worden.
Voor zooverro het hooger onderwijs strekt
tot vakopleiding, achtten deze leden hot van
weinig gewicht voor het overgroot gedeelte
van 'net volk. Zij zouden daarom liever ge
zien hebben, dat de Regeering, in plaats
van met dit wetsontwerp, gekomen ware
met een voorstel om kosteloos lager onder
wijs voor allen in te voeren of met ma-atre-
golen tor bevordering van ambachtsonder-
wijs.
Eoiï ander lid was ovonzeer door het wei
nig principieele karakter der voordracht te
leurgesteld. Uit de benoeming der bovenge
melde Commissie kan worden afgeleid, dat
de Regeering hot onderwijs in zijn geheel wil
rogelen, maar dan dient bij een herziening
van de wet op het hooger onderwijs ook het
stanopUDt vast te staan, dat door de Regee
ring in beginsel ton aanzien van het ondor-
wi.is zal worden Ingenomen.
F^t ontwerp is cchtor stelselloos. Het wil
slechts to gemoet komen aan eenige bezwa
ren van het bijzonder hooger Onderwijs,
maar handhaaft do bestaande inrichting
dor Rijksuniversiteiten. Gevreesd werd, dat
bij aanneming van het wetsontwerp politie-
ke stroominge-n beslissonden invloed zullen
blijven uitoefenen op het openbaar hooier
onderwijs.
Sommige leden keurden do algemeenc
strekking van het wetsontwerp af, omdat
daarbij niets gedaan wordt om verbetering
van het openbaar onderwijs te verkrijgen.
De wet van 1876 had, naar het inzien dezer
leden, ten gevolge gehad, dat de openbare
universiteiten meer vak- en drilscholen, dan
instellingen tot zelfstandige beoefening der
wetenschappen zijn geworden. Het wets
ontwerp doet niets om hierin verandering
te hreDgen. Voorgesteld wordt om de Poly
technische School als technische hoogeschoi 1
ondor de inrichtingen van hooger onderwijs
op te nemen cn het verkrijgen van docto
raten aan die school mogelijk te maken Dit
zal ten gevolge hebben, dat het geheele hoo
ger onderwijs nog meer tot vakopleiding
wordt ingericht cn dat de waarde van den
doctorstitel vermindert. Verder strekt het
wetsontwerp om oprichting van bijzondere
universiteiten te bevorderen, ofschoon al
gemeen erkend wordt, dat het wenschelijk
ware het aantal universiteiten te vermin
deren en dat het zeer moeilijk is voor de
bezetting oer professoraten geschikte krach
ten to vinden. Ook in dit opzicht gaat het
ontwerp juist de verkeerde, richting uit.
Eenige andere leden verklaarden, dat zij
niet gesteld waren op monopoliseering van
het hooger onderwijs door den Staat en het
Wetsontwerp 'dus slechts zouden toetsen aan
de vraag, of er gevaar is, dat het peil van
het hooger o derwijs door de voorgestelde
bepalingen zou dalen of dat het karakter
van dat onderwijs daardoor zou worden
aangetast. Blijkt dit niet het geval te zijn,
dan zouden zij 'daaraan hun stem kunnon
geven, wanneer het inderdaad aan billijke
wenschen tegemoet komt. Intusschen
vreesden zij voorshands, dat dit gevaar wèl
bestaat, en in geen geval zouden zij kun
nen erkenn i, dat een toegevende houding
teil aanzien van oillijke eischcn op het ge
bied van het lager onderwijs tot noodzake
lijke consequentie zou moeten hebben, dat
een gelijke houding ten aanzien van het
hooger onderwijs moet worden aangenomen,
daar men hierbij met een geheel ongelijk
soortige grootheid te maken heeft.
Nevens deze opmerkingen omtrent de ol-
gemeene strekking van het ontwerp werden
ook bedenkingen gemaakt betreffende het
tijdstip van indiening.
In de eerste plaats had naar het inzien
van verscheidene leden verwacht mogen
worden, dat aan de indiening van een wets
ontwerp tot meordero „vrijmaking" van het
lager onderwijs do prioriteit zou zijn gego-
ven. Niet alleen is de vrijmaking bij dc
jongste algemeeno verkiezingen door de
voorstanders van het tegenwoordigo mini
sterie allerwcgo op den voorgrond gesteld,
maar omtrent dit onderwerp bestaat, naar
men meende, bij de verschillende groepen,
welke het Kabinet steunen, meer overeen
stemming van gevoelen dan omtrent de
punten in dit wetsontwerp behandeld.
In de tweede plaats werd door velen aan
gevoerd, dat-, al moge de indiening van hot
wetsontwerp uit een politiek oogpunt ver
klaarbaar zijn, zij voorbarig geacht moet
worden, nu dc Regeering zelve het noodig
heoft geacht de voorlichting ecner Staats
commissie in te roepen „tot hot voorberei
den van voorstellen aan de Regeer ing tot
reorganisatie van het lager-, middolbaar-
cn hooger onderwijs, voor zoover deze tot
een botere inecnschakeling van de onder
scheidene deelen van het onderwijs noodig
zal blijken." Dat het wetsontwerp zich be
weegt op het terrein van de werkzaamheid
der Staatscommissie, blijkt uit de Memorie
van Toelichting, waarin do Minister zijn
nicening omtrent het karakter van het hoo
ger-, middelbaar- en lager onderwijs uit
eenzet in verband met zijn voorstel om do
Polytechnische School onder het hooger on
derwijs te brengen. Dat niet alleen dio uit
eenzetting, maar ook dit voorstel zelf voor
uitloopt op den arbeid der Staatscommis
sie, kan, meende men, kwalijk ontkend
worden. Voorts wordt door de indiening
van een wetsontwerp, dat de gymnasia ah
inrichtingen van hooger onderwijs blijft
aanmerken, een quaestie beslist, welke niet
uitgemaakt behoort to worden, voordat de
commissie, die wellicht van gevoelen zal
zijn dat het voorbereidend onderwijs, het
welk toegang geeft tot de hoogescholen, ge
reorganiseerd behoort tc worden en dat de
inrichting zoowel van de gymn. als van do
H B. S. op ingrijpende wijze be
hoort to worden veranderd, do door de Re
geering zelve noodig geachte voorlichting
heeft geschonken. Ook kan bij een wetsont
werp, dat doctorstitels beschikbaar wil
stellen voor jongelieden, die na het bezoek
eener hoogere burgerschool aan. een techni
sche hoogeschool hebben gestudeerd, niet
buiten bespreking blijven de vraag, of ten
opzichte van 't verkrijgen van dien titel bij
de filosofische of medische faculteit, het
eindexamen van 'do hoogere burgerschool
niet met dat van het gymnasium gelijkge
steld behoort to worden. Maar met dc be
spreking van dio vraag komt men geheel
op het gebied van de Staatscommissie. Er
waren er die meenden, dat ook omtrent de
toekenning van diplomeeringsrecht aan bij
zondere universiteiten, omtrent de vraag,
of universitaire diploma's het recht behoo-
ren te geven tot het bekleeden van zekero
betrekkingen en omtrent de bevoeghcid van
besturen van bijzondere cn openbare gym
nasia tot regeling van het leerplan geen
beslissing behoort genomen te worden,
voordat het rapport dier commissie is uit
gebracht. Wordt reeds door do indiening
van dit wetsontwerp in verschillende op
zichten vooruitgeloopm op do uitkomst
van den arbeid der Staatscommissie, nog
meer zal dit het geval zijn, wanneer het
wetsontwerp tot herziening van dc wet op
het middelbaar onderwijs, dat, naar men
meende te weten, hot departement van Bin
nenlandsche Zaken reeds heeft verlaten, bij
de Staten-Generaal wordt ingediend.
Vele andere leden juichten do indiening
van het wetsontwerp toe. Met den minister
waren zij van meening, dat voor een geheelo
herziening van do wot op het hooger onder
wijs tijd nog niet is gekomen. Zij voegden
hieraan too, dat met dit wetsontwerp ook
niet alles wordt verkregen, wat door de mo
destanders van het tegenwoordige ministe
rie wordt verlangd. Maar dit is naar do
meening dezor loden geen reden om niet
in te stemmen met de verbeteringen, welke
door aanneming van het wetsontwerp kun
nen worden verkregen. Hoofddoel van hot
thans gedane voorstel is verbetering te
brengen in do positie van het bijzonder hoo
ger onderwijs en de vrijheid, welke dat on
derwijs thans slechts in naam geniet, tot
een werkelijkheid to maken. De verwezen
lijking van dit doel is van groote betceke-
nis voor hen, dio mecnen, dat het onder
wijs aan de openbare universiteiten een ra
tionalistisch karakter heeft en dio wen
schen hun kinderen hooger onderwijs te kun
nen doen genieten, dat berust op de begin
selen, die zij toegedaan zijn.
Gelijk gewoonlijk het geval is bij belang
rijke wetsvoorstellen, is ook thans do mec-
ning geuit, dat een ander onderwerp do
prioriteit had verdiend. Intusschen kon
mot liet oog op do antecedenten van den
minister van Binnenlandsche Zaken ver
wacht worden, dat hij zoo spoedig mogelijk
zou. komen mot een voorstel tot verbetering
van de positie van het bijzonder hooger on
clerwijs, on hot verdient, naar men meen do
goedkeuring, dat do Regiering haar voor
stellen indient, naarmato zij gereed zijn.
Voorts word aangevoerd, dat er een bij
zonder© reden is om de voorgestelde bepa
lingen bctreffonde de bijzondere univorsitei
ten zoo spoedig mogelijk vast te stellen. Do
aanneming van het wetsontwerp zal, naar
men hoopte, spoedig leidon tot het toeken
nen van diplomeoringsreobt aan een of meer
bijzondere universiteiten. Intuescbon moe-
ton do kinderen van ouders, dio hen het
onderwijs aan zulk een universiteit wen
schen te doen genieten, daartoo een voor
bereidende opleiding ontvangen. Do voor
gestelde regelang zal dus haar volle werking
eerst erlangen, nadat eenige jaren zijn voor
bijgegaan. Maar dan is het ook gowenscht
met die regeling niet tc dralen.
Verder merkto men op, dat do voorge
stelde verbetering van heb technisch hooger
onderwijs ook aan do arbeidende klasse ten
goedo zal konion. Door die verbetering zal
do ontwikkeling der industrie bevorderd
worden cn bij deze ontwikkeling zijn do be
langen der arbeidors ten nauwste betrokken.
Het bezwaar, dat door dit wetsontwerp
zou worden voornitgeloopen en i uitkom
sten van den arbeid der Staatscommissie
voor de inconschakeling der verschillende
takken vaja onderwijs, achtte men van wei
nig belang. In do rangschikking der gym
nasia onder het hooger onderwijs brengt
het wetsontwerp geen verandering. Even
min wordt daarbij voorgesteld wijziging te
brengen in de bestaande regeling omtrent
het verkrijgen van een doctorstitel door stu
denten bij dc filosofische of medische facul
teit. Het eenige in het ontwerp behandeld©
onderwerp, dat verband houdt met don ar
beid der Staatscommissie, is do rangschik
king der technische hoogeschool onder bet
hooger onderwijs. Maar, naar men meen
de, bestaat omtrent dc juistheid van deze
rangschikking weinig verschil van gevoelen.
Terwijl van verschillende zijden hulde ge
bracht word aan den vorm en inhoud der
Memorie van Toelichting en van de daarbij
bohoorende bijlagen, waren sommige leden
van meening, dat de vorm van het wetsont
werp zelf te wenschen overlaat. De nieuwe
artikelen zijn, meende men, te lang, hetgeen
te moor treft, wanneer men ze vergelijkt met
do artikelen der bestaande wet, die over
het algemeen door kortheid en duidelijkheid
uitmunten. De vorm waiv naar het gevoe
len dezer leden door splitsing der artikelen
te verbeteren.
Men meldt ons uit Hazorswoude,
dd. 81 Dec. De veehouder A. Q., wononde in
den Bont alhier, was gisteren b(jna do dupe
geworden van oen drlotal sluwe oplichters.
Voor 't gemak zullen wo ze CZ. on P.
noemen, hoewol de namon ons voluit bo-
kend z(jn.
Hot waarJige drietal, voorgovendo mis
schien ls het wel zoo Haagscho veehan
delaars te zyn, kwam by Q., om schapen to
koopen. Men werd het oons over don koop
van 29 mooie beestjes voor 23 gulden per
stuk, den volgenden marktdag te leveren
tegen contant geld. Volgons afspraak komt
de heer Q. met zyn verkochto echapon te
Lelden en wordt door C. uitgonoodlgd in 't
café van den hoer Bremmor af te rekonen.
„Wat zult u gebruiken?" vraagt Q., eu 't
autwoora ls: „een kop kolfle". Of do kollio
te heet of te koud was, wordt niet gemeld;
maar C. krygt onder hot drinken zoo'n hevigon
pyn In den buik, dat hy met permissie
even enfin,, hy legt zyn regenjas op eon
stoel, zfin stok er naast, laat zyn kolflo staan
en gaat mot of zonder permieslo naar de
daartoe bestemde plaats. Na oenigo minuton,
de man zegt vyf, gaat Q. eens poolshoogte
nemen en bevindt tot zyu schrik, dat do vogel
gevlogen ls.
Ondertu8schen hebben Z. en P. de 29 mooio
scbapen voor eeu schuilje aan don hoor Vau
den T., van Overschio verkocht, dio ala een
eeriyk man overal genoemd mag worden en
nnluuriyk meende, een bosten koop gedaan to
hebben. De lieor A. van den B., van Bont
huizen, die zeer goed met Q bekend ls, waar
schuwde don koopor, niet te betalen, daar de
schapen ondor de waarde waren verkocht. Do
hoor Q. wendde zich tot de poJilie, dio hem
den raad gaf, zyn schapen torug to koopen
van don Overschiaschen kooper en by niinno-
ïyke uchikking kocht Q. zyn eigen schapen
▼oor een gulden por stuk terug. Waar liet
gefopte drietal gestoven of gevlogon was, kon
mon slechts gissen; maar Q. kceide met zyn
beestjes naar huis weder, Lorwyi hy zich ver-
blUdde, er nog voor een koopjo af te zyn ge
komen, daar hot geval hem anders oitolyko
honderden guldens zou hebbon gekost. Men
is nu gewaarschuwd en kan zich voordoige
ïyke zwendelaiy wachton.
In het Ziokonhuis. ,,D c N. C."
eohrijft:
Do muren van ons stedelijk ziekenhuis
(in Den Haag) kunnen droeve gwschi ode nis-
een verhalen.
Zij was do dochter van een Amsterdamsch
geneesheer, vrij vermogend, maar ook onbe
krompen vrijgevig. Niemand ging van hem
ongeholpen cn ongetroost. Hij liet haar
echter genoeg na om te kunnen boataan.
Maar zij, luohbhartig on vrijgevig als haar
vader, stond haar erfdeel af aan een broe
der, dio cr zaken mee zou drijven. De zaken
gingen fout; het geld was weg, en zij zag
zioh gedwongen een pension te beginnen,
waarvoor zij kapitaal opnam.
Hot was een gezellig, smaakvol ingericht
homo, cn men gevoelde or zich in een be
schaafde omgeving.
Hot ponsion werd een dor eersto in de
16)
Ik dacht, dat Drosendorf, er haar toe ge
oracht had haar mislukt „gastspiel" af te
breken, en die gedachte ergerde my vreesolyk.
Ik ging al vroeg naar het station en besloot
daar op haar te wachten. Ik had het gevoel,
r' het myn plicht was haar in het oog te
i uden. Ik zag haar met haar kamenier aan
het loketje. Wy zaten in denzelfden trein en
kwamen tegoiyk hier aan. Ik volgdo haar op
de hielen, totdat zy in een rytuig stapte en
haar adres in do Schillerstrasse opgaf."
„Zy is dus weer hier?" zei Wondlmg ver
baasd, „en hy zou haar gevraagd hebben om
terug te komen en is op het oogenbhk hier?
Dat zou toch al te onwaarschyniyk zynl"
„Ja, beste vriend, toen ik. hier komende,
hoorde, dat Drosendorf ook hier was, moest
ik wel tegen mezelf zeggen: Dat telegram
was niot van hom, hy weet in het geheel
niet, dat ze al weer thuis is!"
„Hoe denkt go u den stand der zaken dan?"
Hölleritz antwoordde met een vraag: „Dro
sendorf heeft toch niet weor verlof aange
vraagd, dat morgen, na ons duel, zou ingaan?"
„Voor zoover ik weet, niet."
„Hy kan dus niet op reis gaan, wat ik
mezelf had voorgepraat, zoolang ik gelooven
kon, dat dat telegram van hem was. Ik ver
beeldde me, dat hy haar in zyn brief een
verzoening had aangeboden en haar naar
taJiö zou volgen om haar daar te trouwen."
„Hoe kwaamt ge op dat idee van een reis
•n dat juist naar Italië?" vroeg Wendling.
„Omdat ik in hot elation gehoord heb, dat
de kamenier het grootste deel van haar bagage
als yigood naar Genua doorstuurde!"
De ritmeester stootte een kreet uit, alsof
hem plotseling een licht opging.
„Naar Genua? Daar gaat prins Chlodwig
morgen of overmorgen heen."
flölleritz bogon hard te lachen. „Wat ben
ik toch een ezel, een vreeseiyke uil I Nu komt
alles terecht!"
„Ik begryp u nietl Juicht u?"
Natuuriyk, want nu is het zoo duidoiyk
als maar iets. Drosendorf heeft de juffrouw
haar woord teruggegeven en Frohwald ls vry
en volgt een nieuwe ingeving haars harten
door prins Chlodwig te beminnen. Zy heeft
hem tot nu toe aan den praat gehouden en
eerst de scheiding, die zeker in den brief van
Drosendorf gestaan heeft, heeft haar genood
zaakt een besluit te nemen. Er was toch
maar een heel klein schakeltjo noodig om de
verbinding tot stand to brengen!"
„Ik weet hot niot, ik weet het niet, maar
het komt my toch voor al6of u al te opti
mistisch waart."
„Hoezoo? Het kan niet anders. Als ze den
Prins accepteert, is het tusschen haar en Dro
sendorf uit, voorgoed uit."
„Laten we daar oens op klinken 1 Hy heeft
ondervinding opgedaan voor zyn heele leven.
Wel bekome z\j hem!"
Zy klonken met elkaar. Een oogenblik daar
na vorlielen ze de zaal.
Toen de kellner even daarna de flesch en de
glazen kwam halen, riep uit het aangrenzende
kabinet een stem hem toe: „Nog een flesch
champagne 1"
Zelfs de meest intiemo kennissen van graaf
Erwin Drosendorf zouden zyn stem niet her
kend hebben, Hy zat achter het scherm en
staarde mot brandende oogen voor zich uit,
tot de nieuwo flesch champagne voor hem stond.
Hy kromp ineen; dan schonk hy zich een glas
in en zóó vol, dat het er byna overging. Hy
dronk het uit onzin I Dat waren maar een
paar druppels in een vingerhoed, dat was bocht,
het veranderde in gif on leschte zyn dorst niot.
Hy nam een waterglas van do tafel, schonk
het vol en dronk het leeg. Diezelfde manoeu
vre herhaalde by totdat de flesch leeg was.
Maar do vlam, dio hem van binnen verteerde,
was nog steeds niet uitgedoofd.
Hy nam hot glas op on gooide het op den
grond. Do kellner hoordo hot en kwam
kyken.
Hy wilde al zeggen „nog een flesch", toen
zyn blik toevallig op do klok viel. Plotseling
veranderde bU van idee. Het was twintig mi
nuten voor twaalven en om twaalf uur was
het démasquól Prins Chlodwig on zyn blauwe
domino zouden het niet wagen hun masker
te laten vallen; 2(1 zouden vóór dien tijd weg
gaan en dus had hy geen tyd te verliezen,
als hy hen nog in de zaal wilde aantreffen.
Hy wierp den verbluften kellner een goudstuk
toe en vloog weg. Opeens voelde hy, dat hy
door oen duizeling werd aangegrepen. De
electri8che lichtjes dansten om hem heen en
de zuilen waggelden. Hy vreesde, dat hy ben
in het gedrang der zaal niet zou vinden.
Plotseling liep hy tegen een kleinen, breed-
gebouwden man aan. Dat was alweer oom
Aribert. Erwln trachtte zich te beheerschen.
Men mocht niets aan hem merken. „Hoe be
valt het u hier? Amuseert u u nogal? Is het
hier niet aardig?"
„Je mama heeft boofdpyn gekregen van
de drukte, we moeten naar huis," zei oom
Aribert.
„Weet jo w: t, pk met oaa mee," zei barones
Heimine. „Ik geloof, dat die drukte voor jou
ook niet goed is. Ga mee."
Hy volgdo geheel willoos, geheol versuft
door al het gepraat, het gegons der stemmen
en de dansmuziek.
In de koele vostibule voelde hy zich wat
beter.
„Elke stap doet me pyn," zei Holmine,
terwyi ze zwaar op zyn arm leunde. „Wat
een afschuweiyke pynl En ik had mo zoo
verheugd op hot algemeone démasquól"
Do woorden der barones herinnerden hem
weer aan liet démasqué, dat weldra zou be
ginnen l Hy mocht geen minuut meer wach
ten. Hy sleepte zyn stiefmoeder naar den
uitgang. Daar was het rytuig; er nu gauw
in 1 Een paar afscheidswoorden, een onver
staanbaar excuus, en hy ging de vostibule
weer binnen en mengde zich midden In het
godrang, dat daar ontstaan was. Er waren
genoeg gasten, die ook vóór het démasqué
wilden verdwUnen. Hy kon byna niet vooruit
komon te midden van die menschenmassa.
Dat was waar ookhet was de eenige uit
gang voor hen, die op hun rytuig wachtten.
Ha! was dat niet een slanke gestalte in
donkerblauw fluweel gekleed, die daar voorby
gleed I Vier, vyf personen hadden zich in oen
oogwenk tusschen hem on die verscbyning
gedrongen, maar hy had toch ook don langen
Wallensteinschen soldaat gezien, met wui
vende veeren op zyn hoed, die naast do blauwe
domino liep. En hy deed dadeiyk zyn uiterste
best om zich door de menschenmassa heen
te dringen. Als hy niet met zyn wapperenden
roovermantel aan den degen van een ridder
uit de 18de eeuw was biyven vast zitten,
dan had hy het paar met een paar schreden
kunnen inhalen. Hy rukte zich los en vloog
de straat op.
provinciestad; het bloeide; het opgenomen
geld werd langzamerhand afgeloöt.
Doch ziekte kwam. Zij streed, zij worstel
de, zij liet zich niet op het ziekbed vallen,
vóór zij waarlijk niet meer kón.
Zij leed aan tuberculose, die nu hier, dan
daar optrad en operatie na operatie vorder
de. Ten laatst» verkocht zij het pension en
ging een tijd lang onder behandeling Zij
sterkte nan, durfde hot wel weer wagen
Niet als eigenares van con groc1 boarding-
house evenwel: mot do bescheiden betrek
king van juffrouw van gezelschap stelde do
vijftigjarige zich nu tevreden.
Maar do zieke keerde terug. Eén nieuwo
operatic werd noodzakelijk
En nu ligt zij in do betalende derde fclnn-
afdeoling van liet groote gemeente-zieken
huis aan den Zuidwal enzal daar niet
kunnen blijven, want nJ haar spaarpennin-
gen zijn verteerd.
Zij ziet thans geen uitkomst meer, tenzij
er onverwachts hulp opdaagt.
Do muren van het ziekenhuis vertellen'
droevige verhalen
Dozo r dagen heeft tc Zutfon hot
volgende treurige geval plaat» gehad:
Toon j.l. Zaterdagmorgen (tweedon Kerst
dag) de familie L. aan den Coelioor- s ngel
aldaar, t© ongeveer half twaalf uit do kerk
tliuLs kwam, bevond de 22 jarige dienstbode
Mina Teeuwsen (uit Ettcn Hij Tor borg) zich
tot aller verwondering niet in do woning.
Terwijl ©r boren naar haar gezocht werd, in
de meen ing, dat zij op haar katner wo», had
een der huiagonooton de huisdeur openge
maakt en vond daar het moisjo bewusteloos
op den grond liggen, bloodendo uit een
Ideine wonde aan een dor slapen.
Het geval bracht natuurlijk een groote
ontsteltenis teweeg. Hot bowustcloozo li-
ohaam word binnengebracht, cn vorvolgens
ging de heer L. onmiddellijk er op uit oiu
een dokier te halen. Deze achtte na een
voorloopig onderzoek ovorbrenging naar het
Ziekenhuis noodig Dit geschiedde. Tot he
den evenwel, na een tijdsverloop van meer
dan 5-maal 24 uren is het moisjo ondanks
allo daartoe door do geneeskundigen oango-
wen de middelen nog niet tot lust bewustzijn
teruggekeerd, en men begint haar toestand
nu zeer zorgelijk in to zien. Reeds zijn de
doktoren er toe moeten overgaan langs
knnstmatigen weg voedsel in het liohaam to.
brengen, en er beginnen zich symptomen vn„
koorts tc vertoonen.
Intusschen schuilt de oorzaak van het go-
val nog steeds in het duister Hot meisje
staat als zeer oppassend bekend Het laatste
wat omtrent liaar doen en laten op den
morgen van het ongeluk kan worden nage
gaan is, dat zij tc kwart over 10 melk heeft
gonomen bij den melkboer aan de deur. Aan
vankelijk vreesde men, dat liet wondje aan
haar slaap een schotwond zou zijn, veroor
zaakt door een schot uit een flobertbuks. dat
zeer onvoorzichtig in een van de aan elkaar
grenzende tuinen kon gelost zijn en ongeluk
kig liet meisje liad getroffen.
Maar het geneeskundig onderzoek heoft
uitgemaakt, dat dc wond geen schotwond is.
Ook is de wond op zichzelf van zeer weinig
betcekemis. (A. C.)
Men schrijft uit don Geldor-
sclien Aclitorhook aan de „Arnh. Ct.":
Niet in het geheim, doch openiyk zag mon
In ten aanlal plaatson dezor streek aango-
kondigd, dat lor gologenhoid vau do feoston
ora brood, gebak, enz. zou worden gedobbeld.
Dit dobbelen en loten, waaraan vooral jonge
lui deelnomen, is hier oonmaal in zwang en
al bestaan er politieverordeningen dio hot
verbieden, het euvel by do bevolking ia zoo
diep ingeworteld, dat het moeliyk uit to
roeien zou zyn. Wanneer een landbouwor of
nrbolder kippen on hulsmeubelo kwyt wil
zyn, dio hy niet togen goeden prijs voi koopen
kan, dan zet hy masr oen lotorU op en mot
een 100 lootjes van 2 tot 6 eont per edik
gaat hy by zyn kennissen rond. Voor de
aardighold neomt zoowat iedor oer. lot. De
lotery ondernemer krUgt echter vaak voor
helgoon hy verkoopt het drlovoudige der,
waardo. Do kindoren, die in de winkels rendu
aan bat dobbelen raken, kunnon het later
niet moer laten, en do ondernemers van zoo
genaamde markt- en provlnclalo loterUon vin
den in onze iandbouwors en arbeidors do
beste klanten.
Waar waren zy? Er stond een ontelbaro
monigto ry tuigen, do portiers riepen de
nummers dor huurrytuigen en do namen der
livreibodiendon af en er was oen gedrung
alsof or een vreesolyk govaar in aantocht:
was. Maar ineens zag hy tusschen de rijtuigen,
dio midden op de straat stondon, do man van
een blauwe do"mlno voor eon porlioriaampje.
Torwyi het rytuig vooruit reod, zag hU, dat
hot raampje dicht word gedaan, dan verdween
het rytuig tusschen al de andore vehikels,
die dozelfde richting insloegon. Aan dien kant
van de stad was ook de Schillorstrasso.
De grond branddo hem ondor zyn voeten.
Hy wilde zyn koetsier aanroepen, maar bodachti
dat by zyn rytuig eerst tegen drie uur besteld
had. Dan maar eun huurrytuig. Maar hoe zou
hy or een krygen? Zo waren allemaal al be*,
sproken. Hy nam snel een besluit on ging
te voet.
Het was een byzondor heldore winternacht^
Het weer had eon kalmeerenden invloed op
hem, maar daarom vergat hy toch geen oogon*
blik hoe gemeen die vrouw hem bohandold haik
Weldra was hy in de Schillerstrasso. HU
sloeg den hoek om. Het was er doodstil; hg
hoordo alleen zUn eigen vootstappen. Do be'
fcoorlUke villa'tjes zagen er als uiigestorveaj
uit; slechts hier en daar was een vorlichtt
venster.
In Ella's villa waren ook twee vensters vor-1
licht. Zy was dus thuis. Misschien, neen hoogst-
waarschyniyk waa prins Ohlodwlg ook nog
by haar.
(Wordt vervolgd»)