LEIBSCH DAGBLAD. B073BERBAC 24 DEC~i¥!BER. - VJE^DE BLAD.
KERSTMISS.
De testamentairs beschikking.
No. 13448.
Anro I9CS
Met groote blijdschap begroet heel ue
ohristcnwereld heden dezen feestdag met
den uitroep van blijheid: Christus is gebo
ren l Wat 'n eigenaardig bekoorlijk feest
vis het Kerstfeest. Onder allo godsdienstige
masten, zou ik zeggen, eonig in zijn soort.
Eenig, omdat er heden bijna niet één
Christenmensch is, die niet opgaat naar
zijn bedehuis, hetzij dat hij optrekt naar
Zjjn grootsche kathedraal, of dat hij heen
gaat naar zijn eenvoudige dorpskerk; eenig
ook omdat er nooit een vreugdefeest wordt
gevierd, waarop de stem van ernst en op
wekking zoo streng zich laat hooren, als op
hot onze, terwijl ieder er naar luistert cn
hoofdknikkend toestemt, al gaat dan ook
straks ieder toch weer zijn eigen weg, als-
^of die stem niet had gesproken. Maar een
feeat van blijheid blijft 't daarom toch,
want al komen straks weer schaduwen, die
do zon verduisteren, zij kunnen toch nooit
verdrijven de weldadige indrukken, die
hot licht heeft gemaakt, 'de zonnestralen
niet wegnemen, die zijn neergevallen in
meer dan een menschenhart, den zonne-
rand niet wegdrijven, waarmee het licht
het wolkenheir heeft omzoomd, 't Is een
feest van blijheid, omdat het een feest van
zoo goede hope en zoo groot vertrouwen go-
noem d worden mag.
Wat ons feest zoo aantrekkelijk maakt, is
3e groote tegenstelling waaraan het ons
vherinnert. Terwijl het in de natuur koud
'en doodsch is, is er in huis en bij velsn,
'goddankI in de harten ook warmte en le
ven er is wel geen feest, dat zoozeer op
wekt tot liefdebetoon als hot onze; meer
dan één Christenmensch ontfermt zich he
den over den arme, daartoo door den over
vloed van weldadigheid, dien hijzelf mocht
ontvangen, gedrongen.
Wat een tegenstelling ook, als wij de his
toriebladen openslaan, waarop ons do
grootste gebeurtenis der wereld vermeld
wordt, toen misschien eenvoudig over het
hoofd gezien, niet geteld, als zoo gewoon,
too alledaags ,,ecn kindeken is geboren",
dat ze geen bijzondere vermelding verdien
de, maar daarna zoo verheerlijkt,
dat ons oog aanstonds valt op dat eene en
dien Eene, wien dat alles geldt. Ik be
doel, aan de eeno zijde Rome, Rome's kei
zer, van wien ieder woord een bevel was,
onder wien allen zich bukten, naar wien
millioenen omzagen als slaven cn onder
wiens regeering, eenig bijna in do geschie
denis, do Janustcmpel gesloten was, om
dat er vrede was. Wat 'n macht, wat 'n wc-
reldsche grootheid! En later, cn nu? Wat
is er overgebleven van dat machtige Romo?
Zeker, namen van groote redenaars, van
staatkundigen leven nog voort tot in onzo
dagen, maar Rome is gedaald van den eer
sten rang, dien het toen had ingenomen,
en neemt nu maar een heel bescheiden
plaats in onder de volkeren.
En daartegenover in het Joodsche
land, weinig geacht in het oog van Ro-
meinsche groote®, in een klein stadje bijna
onbekend in de wereld, ziet het levenslicht
een kind, dat straks grootgebracht wordt
in een eenvoudig timmormansgezin, dat
met zijn makkers als jongen meespeelde op
Nazareth's marktplein maar dat, man
geworden, een heerscher is geworden, oen
koning, een keizer, die dwong om to luis-
teron naar hem, wiens woord ook een be
vel was, maar een bevel der liefde alleen,
die, wonderlijke tegenstrijdigheid, koning
was, omdat hij do eerste dienaar was en
hccrscher omdat hij aller knecht wilde vre
zen. En toen de naam van keizer Augustus
j niet meer genoemd werd, toen het Romein- I
I scke rijk in flarden gescheurd was, toen
van zijn grootheid niet anders was overge
bleven dan zijn naam, toen groeide het aan
tal vereerders en aanbidders van dat kin
dekon als met den dag aan, toen werd het
tiental straks honderden, daarna duizen
den, nu millioenen, die zijn naam op hun
lippen nemen met dankbare vereering als
•dien van hun Koning. En niet één is er,
niet één durft er wezen, die dien naam
noemen hoort, of hij ontbloot als vanzelf
in gedachten het hoofd, en brengt eerbie
dig een groete aan Koning Jezus.
Hoe komt dat zoo?
Zou het antwoord niet moeten wozen, dat
wat die tegenstelling ons leert, altijd doji.
door den mensch wordt gevoeld, al schijnt
•de mensch uat wel eens ie vergeten.
Kerstmis is, bij die twee gedachten
wensch ik mij heden te bepalen, de vervul
ling van een profetie en zelf weer een pro
fetie.
't Is een vrij overbodig werk te betoogen,
wat eenvoudig een axioma mag hecten, dat
deze wereld voorbijgaat èn dat niets van
deze wereld een mensch volkomen bevredi
gen kon. Het eerste wordt ons ieder oogen-
blik herinnerd en aan het tweede herin
nert ons, d t wij de grootste wetenschappe
lijke mannen, de grootste kunstenaars al
tijd woer de hoogste christelijke ideeën
zien aangrijpen, om uiting te geven aan
do reinsto cn verhevonste aandoeningen
hunner ziel. Allo wetenschap ,alle kunst
wordt geadeld, gewijd doop den Christe-
lijken geest. Ik bedoel, want dat moet ik
toch even zeggen, dat het schoonste sieraad
van alle weten on kennen en kunnen is
eenvoud en waarheid, en dat het heerlijkste
motief daarvan is altijd en overal: het 'die
nen van anderen. Daarom klinken namen
van mannen van de wetenschap en der
kunst zoo hoog uit boven do menigte, om
dat zij zichzelven aan anderen hebben gege
ven of zoo geniaal het hoogste lovensmo-
tief „zelfverloochenende liefde" hebben
vertolkt. Het iB iets wonderheerlijks en
iets wonderverhevens, als wij, nog eons, in
de prachtigste kathedraal of in de eenvou
dige dorpskerk keizer, koning en onder
daan, geleerde on onwetende, aanzienlijke
en geringe, in één gebed, in één lied, in
één luisteren naar de boodschap des Evan
gelies getuigenis zien geven van 's men-
schen behoefte aan meer, dan wat de
wereld kan geven,omdat zij ons niet kan go-
ven, wat wij noodig hebben om vredo te
hebben met lot en met leven.
't Is wonderlijk zoo grillig hot lot is ver
deeld. De vraag om dat wonder op te los
sen heeft eeuwenlang het menschenhart
ontroerd. Zij hebben cr voor gestaan, de
wijzen aller eeuwen, zij hebben hot wonder
erkend, maar tovergeefs hebben zaj, wan
hopig soms, gevraagd na°r het: waarom?
Toen kwam die Eéno, die het wonderwoord
sprak, sprak gelijk het ook vroeger wel was
gesproken, maar ook deed: do mensch zal
bij brood alleen niet leven. Neen, hij ver
achtte niet de woreldscl i goederen, hij was
niet afkeerig van wcreldscho vreugde, maar
eonvoudig was hij, zijn hart ging niet
uit naar wercldsche weelde, cn waar was
hij toen hij sprak: arme rijke dwaas, van
nacht worden deze goederen van u geno
men wat zal er dan worden van uwe ziel 1
Dit is de groote verdienste van Jezus ge
weest, dat hij aan don mensch, aan iede
re® mensch pérsoonlijke waarde tocgokend
heeft. En in die prediking ligt opgesloten
do oplossing van het groote raadsel van
's menschon levenslot. Boven wat geboorte,
omstandigheden, fortuin ons toebedeelcn in
do wereld, staat voor den mensch, wat hij
is. Daarom is die in allen eenvoud gebore
ne, in alle nederigheid opgevoede, gewor
den de man, wiens naam zweefde op aller
lippen, nu hij den mensch verzoend had
met zijn lot. De aarde gaat voorbij en al
haar heerlijkheid, maar de mensch blijft.
Niet alleen heeft hij ons geleerd vrede
te hebben met ons lot, ook met ons leven.
Dat loven met zijn regen- en stormdagen,
met zijn onweers- sneeuw- en hagelbuien,
waartegen een mensch een schuilplaats
zoekt en die toch zeker niet vinden kan on
der den blooton hemel. Zich doornat te la
ten regenen, huiverend en bibberend den
stormwind te troteeeron, zeker, daar zijn
tijden dat 't moot, dat do mensch het leven
in moet en door moot, dat hij kracht moet
toonc® om dat onweor te kunnen door
staan; maar als de mensch eens niet wist,
dat hij straks, als die mooibovolle strijd te
gen het noodweer des levens is doorstreden,
daardoor sterker is geworden, beproefd
maar krachtiger, zoodat hij do omstandig
heden, gunst on ongunst des levens, lief en
leed, leven en dood beheerscht en deze niet
hem; wat 'dan? Wat dkn? Hij zou vergaan
in al zijn smart en rouw I 't Is Jezus ge
weest, dio ons do kracht om to dragen
heeft leeren kennen en doen zien, Jezus
door zijn woord: Onze Vador, die in de
hemelen zijt l God onze Vader, do mensch
Gods kindDe vreugd wordt verdubbeld,
de smart gedeeld I Het kruis, ons op do
schouders gelegd, wordt naar Jezus' voor
beeld, onder opzien naar Boven, zooeven
nog als lood zoo zwaar, straks zoo licht als
een veor. Jezus heeft de® mensch versoend
mot lot en met loven Daarom boven 'dien
van alle wijzen en grooten der aarde zweeft
zijn naam dankbaar op do lippen van allen.
Maar niet alleen heeft hij de profetic
vervuld, dat do monsch koning der aarde
zou zijn, maar hijzolf is ook weer een pro-
fetio geworden.
Men heeft wel eens gezegd, 'dat onzo tij
den in veel opzichten gelijken op die,
waarin Jezus werd geboren. En daAr is
voor te zeggen Daar is weer als toen een
openbaring van macht onder heerschors,
dio verchrikkelijk is, daar hecrscht weer een
weelde, die onrustbarend is, daar woedt
weer een speelzucht, dio angstwekkend is,
daar tiranniseert weer eon genotzucht, die
verderfelijk ia, en daardoor to meer gaat
cr een schreeuw op van 'do straten, die
roept: ik ben hongerend en gij geeft mij
geen brood I
Bederf en verderf aan de eene zoowel als
aan de andere zijde I Lichamelijk cn zedelijk
en maatschappelijk bederf!
Zeker men zoekt naar geneesmiddelen:
wetten, die het kwaad moeten beteugelen,
veranderingen, die misstanden moeten ver
beteren, gelijkmaking der menschen, die
geluk zullen bevorderen en zoo meer Och,
in de tijden van Rome hccrschte do wet ook
o® werd ook hot volk gevoed en op spelen
onthaald. Maar Rome is ten onder gegaan t
Waarom? Omdat ieder volk ten gronde
gegaan is, zooals ons de geschiedenis leert,
en ten gronde gaat ook, als de godsdienst
heeft opgehouden do polsslag van het mon-
6chohjk leven te zijn.
Jezus heeft den mensch weer aan ziehzei
ven teruggegeven I
Daarin ligt de profetie, dat do mensch
eenmaal weer torugkeoren zal om, als in de
dagen van Jezus' geboorte, het kindeken
Jezus eerbiedig zijn hulde te brengen. Kor
ter of langer tijd moge de mensch door deu
waan zijnor grootheid meonen zickzolf ge
noeg te zijn .eenmaal breekt die waan do
grootheid van den mensch blijkt kleinheid
te wozen tegenover den Machtige; dan
buigt do mensch weer zijn knie en aanbidt;
do mensch heeft zichzelven weergevonden;
j vrede is gekomen over menschen en volke
ren, omdat de meusch het levenswoord heeft
vernomen en vorstaan: geloof in uzclvenl
i
Vroolijk mogen dus de Kerstmisklokken j
klinken over de aardeMet blijde aange
zichten mogen heden duizonden, millioenen
het Christuskind]"e in do krib te Bethle
hem begroeten 1 Het verlangen der wereld
is vervuld cn als donkore schaduwou heen
trekken over der volkereu bestaan, over
menschenlot en over menschonleven, heden,
i als het vriondelijk kcrstlicht over de aarde
is opgegaan, hodon komt Gods engel en
roept aan heel do wereld toe: Vreest niet,
ziet ik verkondig u grooto blijdschap
Christus is goborcn I
Leiden, 24 December.
De Vereoniging „Oost on West" te 's-
Gravcnhage wenselit mode deel to nomen
aan de te brongen huldo aan H. M. de Ko
ningin-Moeder bij het zilveren jubilé, dat
zij in Januari a. 8. hoopt to vioren. Het
Hoofdbestuur is voornemens mot medewer
king van allen in den lande, dio met dat
streven 6ympathiseoron, een hulde-albuoj
samen te stellen.
Een Commissio voor dat doel verzoekt
ger circulairo bijdragon van lettorkundigen
of muzikalon aard of een teekening. Aan
H. M. zal een prachtexemplaar van het al
bum wordon overhandigd. Hot album zal
tovons voor den prijs van één gulden voor
eon ieder verkrijgbaar worden gestold en
de notto-opbrengst afgodragen worden aan
do Hoofdcommissio tot het brengen van
een hulde aan Hare Majesteit.
Eon aantal houders van meer dan ééne
vergunning tot vorkoop van Bterkcn drank
in het klein to Amsterdam hebbon eon adres
aan de Tweede Kamer gericht, waarin zij
opkomen togen do bepalingen in het ont
werp tot herziening dor Drankwet, waarbij
vergunning wordt geweigerd, wanneer den
verzoeker reeds een vergunning is verleend,
de vergunning wordt ingotrokken, wanneer
deze omstandigheid lator blijkt aanwezig to
zijn, of ook wanneer de vergunninghouder
langer 'dan drio maanden in hot vergun
ningsjaar niet woont in het huis, waarin
do lokaliteit zich bovindt, voor wolkc de
vergunning is verleend. Adressanten wijzen
op dc bclangrijko schade, dio zij door deze
bepalingen zullen lijdonmerken op, dat
vele gezinnen van personen in hun dienst
er broodcloos door zullen wordendat het
'doel der Drankwet er niet door zal wordon
bevorderddat hun zaken het meest nabij
komen aan die, welke in het vervolg door
Vereenigingen, bedoeld in art. 6 d. van het
ontwerp kunnen worden opgericht; dat in
elk geval geon redclijko grond bestaat om
aan te nemen, dat in twee of meer zaken,
toebehoorendo aan één oigenaar, meer ster
ke drank zal worden gebruikt dan in twee
of meer zaken, toebehoorendo aan twee of
meer eigenaron. Zij verzoeken ten slotte
do door hen bestreden bepalingen uit het
wetsontwerp tc verwijderen.
Do ,,Nederland8che AannemorBbond"
heeft zich, naar aanleiding van hot op
dragen aan prof. Zsohokko to Zurich, van
do vernieuwing op pneumatische fundeo-
ring van de Westelijke viaduct bij liet Cen
traal Station tc Amsterdam, met een adres
gewend tot de Tweede Kamer.
Betoogd wordt, dat bij verschillende wer
ken zonder of zonder noemenswaardige
hulp van buitenlanders luchtdrukfundee-
ringen zijn uitgevoerd, terwijl het zonder
bewijs van het tegendeel niet is aan te na-1
men, dat Nederlandera het werk duurder
zullen uitvoeren dan een buitenlander.
Adressant vraagt ten slotte aan do Ka
mer om er bij den Minister van Waterstaat
op aan tc dringen, dat Ncderlandsche aan
nemers tot mededinging naar de uitvoe
ring van het werk worden toegelaten.
Aangeaie® de rapporten door den Mi-
nistor van Binnenlandscho Zaken ingewon
nen omtrent dc verzorging van armlastige
kinderen, grond geven voor het vermowlfn,
dat de uitbesteding van armlastige kinde
ren in huisgezinnen voor rekening van bur.
gerlijkc of gemengdo armbesturen, hier en
daar geschiedt onder omstandigheden on op
voorwaarden, welke weinig b:\ordcrlijk u
aan, zoo niet uitsluiten oen goede \errer-
ging, heeit dc Minister liet wonsoholijk ge
acht hieromtrent nader en geregeld inlmh.
tingen te notvangwn, waarvoor de Comr is-
saris dor Koningin de tueschenkomst dor
gomccntebosturcn in deze provincie heeft ia-
go roep en.
Door de® Minister van Staat, MïnV
tcr van Oorlog is dc aandacht van den Mi
nister van Waterstaat, Handel cn Nijver
lieid gevestigd op het feit, dat bij de brief
wisseling inzake door con gemeentebestuur
gevraagde voorlichting nopens de to stel
le® voorwaarden bij hot verlccnen cencr ver
gunning tot hot oprichten van een bewaar
plaats voor buskruit is gebleken, dat in dio
gemeente bow aarplaatsen voor ontplofbare
stoffen kunnen aanwezig zijn, zonder dat
dienaangaande voorschriften zijn vastge
steld. Do gomoontebesturen in Zuid-Hol
land zijn dientengevolge uitgenoodigd een
onderzoek in te stellen in hoeverre in
do gemeenten onregelmatige toestanden
ala in deze bedoeld worde® aangetrof
fen c®, in het toestemmend geval, hot
noodigo tc verrichten, opdat daaraan ccn
einde worde gemaakt.
Koudekerk. Door B. on Wa. is tor open-
baro konnis gebracht, dat dc Secretarie do
zer gemeente op 26 Deo. a. s. (2den Kerst
dag) zal geopend zijn des middag» van 1?
tot 1 uur, om, zoo noodg, aangiften tc doen
betreffende don Burgerlijken Stand.
Als lid der commissie tot wering van
schoolverzuim, zijn in detzo gemeente aan
do beurt van aftreding de hceren:.
D. G. Avenarius, M. J. Oppolaar, N. P.
Slogtenhorst, A. Goomans on W. Wille.
Bij do tc Leiden gehouden zitting van
den Militieraad voor do lotelingcn dezor
gemeente, dio vrijstelling hadden aange
vraagd, is Q. don Hollandor vrijgesteld,
terwijl P. Versloot voor den dic-nst is goed
gekeurd.
Mouorugge. De tooncelvcrccniging „Con
cordia" to Koudekerk hield Dinsdagavond
jl. voor dc leden der Sociëteit alhier, in
do zaal van don heer Guldcmond, alhier,
een uitvooring.
Do blijspelen „Ja of Neen," cn „Do lui
tenant en zijn oppasser", bcido in één be
drijf, werden zeer verdienstelijk uitge
voerd, terwijl hot laatste stukjo „Een huis
mLt commensalen," kluchtspel in één be-
diijf, al heel bijzonder in den smaak viel.
Do zaal was goed bezet. Na afloop der
tooneolvoorstellingen bleef men nog gerui-
men tijd gezellig bijeen, zich vcrlustigcndo
op ccn dansje of luisterende naar do mu
ziek.
Do mcisjesvereoniging „Herv.-Kcrk",
alhier, heeft, daartoo in staat gestold door
liefdadigo dorpsgenooten, dezo week uit-
dceling gehouden van allerhande kleding
stukken aan bchoeftigen der kerkelijke Go-
mcontc. Dat dio gaven dankbaar werJen
aanvaard, behoeft zekor geen betoog. Moge
de Vereoniging op den ingeslagen weg
blijven voortgaan en steeds in bloei toeno-
men I
Zoetorwoude. Don 3laten Deoembor zal
het juist 30 jaar geleden zyn, dat de wod.
Snoeker do bediening aanvaardde van het veor
„do Ooievaar" onder Zoetorwoude aan den RUn.
Ondanks haar hoogen (leeftUd zy la 73 jaar)'
beijvert z(| zich nog steeds om hot veer zoo
good mogelUk te bedienen.
Op den 2don Kerstdag zal de Secretarie
dezer gemeente eenige uren geopend zUn. uit-1
sluitend voor aangiften betreffende den Bur-
gelUken Stand en wel van II 1 uur.
De voordracht voor hoofd der openb.
lagere school alhier, door den districts school-:
opziener opgemaakt en aan Burg. on Wet hu.!
ingezonden, luidt aldus: No. 1. K. Lodder,
onderwijzer te Lekkorkerk; no. 2. C. Relres,
onderw. te Middelburg; no. 8. E. A. Ohms,
onderw. te Zwaag, en no. 4. D. A. Bolier,
onderw. te Rotterdam.
Do vierde termijn der uitkoerlng vao
het RUk aan dezo gemeonto te doen Is vast
gesteld op f 2933,28* en wordt 30 dezor be-
taalbaar gesteld.
FEUILLETON.
6)
Ella Frohwald haar eigenlyke naam
was Elise Keiler behoefde eerst 's avonds
naar den schouwburg te gaan. Het weer
was te onaangenaam om te gaan rijden en
hier In die half donkere kamer op die Turk-
echo sofa kon men zoo heerlijk liggen
droomen. Zjj lag met haar banden onder
haar hoofd, languit op den divan, en genoot
du eerst recht van de belofte, die Erwin haar
had gedaan.
Ella Frohwald had or haar gegronde redenen
voor om zich niots ie overhaasten en meer dan
één openhartige bekentenis voor later te be-
waren. Tot nu toe had zo bem alleen verteld,
dat ze alleen op de wereld was, in het geheel
goen familio had dat was volmaakt waar
en dat ze dus vry en onafhankelijk was. Er
i waren wel ls waar nog een paar donkere
vlekjes, die sy niet geheel zou kunnen
verbergen. Maar daar had ze nog geen
haast mee.
Er werd geklopt en op haar droomerig
Bbinnen" stak Lina, haar kamenier, haar hoofd
om den hoek van de deur.
Ella richtte zich een eindje op. „Is het al
tyd om me aan te kleeden?"
,Nog niet. Maar daar is Iemand van den
theater agent, een klerk of zoo iets; by zegt,
dat hy het contract by zich heeft, dat de
juffiouw moet onderteekenon."
„Laat hem maar binnen."
Ella stond zeer opgewekt op en Lina ging
weg om den man te halen. Het was een
merkwaardig type, dat e*n oogenblik later
do kamer binnen kwam. Zyn gelaat was geel-
grauw van tint, zyn oogen stonden hol on
waren niet helder, zyn stoppelige baard en
zyn tameiyk dik en lang haar waren ook
geelachtig grys. Men kon niet zien of men
een grysaard voor zich had of iemand, die
door een ernstige ziekte er geheol onder was
gekomen.
Hy groette niet zeer duideiyk; dan haalde
hy een groote enveloppe te voorschyn en
bood zo Ella met een vreemde, onzekere be
weging aan. Zij nam ze aan zonder voel op
den man te letten.
Terwyl zy het contract aandachtig doorlas,
keek do klerk nu eens naar de lezende vrouw
en dan weer om zich heen. Zyn handen
maakten allerlei griezelige bewogingen. Nu
eens hield by zyn hood in zyn rechterdan
weer in zyn linkerhand. Het was alsof ze
door een uiterste krachtsinspanning van hun
eigenaar in bedwang gehouden werden.
„Het is in orde", zei Ella, ging zitten, en
ondertoekende het contract. „U hebt het andere
stuk zeker ook by u?"
„Jawel," antwoordde de klerk, stak zyn
hand In zyn borstzak, zonder meer dan één
knoop van zyn jas los te maken, en gaf haar
het stuk, dat door den Beriynachen directeur
onderteekend was.
Ella schrikte even, toen zy het stuk in
ontvangst nam. De aanblik van dien onge
lukkige deed haar even rillen. Zy waa
anders noch sentimenteel, noch zenuwachtig,
maar het gezicht joeg haar toch een onbe
stemd gevoel van angst aan. Midden in
haar prachtig boudoir die schamel gekleeds
man, die uit een tehuis voor dakloozen schoen
te komen 1
„Do heer Fuchs geeft zekor heel loge
loonen?" zei zy byna onwillekeurig en opende
een kleine lade in haar schryftafol om dien
armen drommel, die schynbaar op een fooi
wachtte, met een geldstukje gelukkig temaken.
En daarby rustte haar blik op zyn gelaat alsof
er iets in zUn trekken was, dat haar belang
stelling inboezemdo.
Het gelaat van den man was dan ook
heol erg veranderd. Hy had een beetje
kleur gekregon en zyn oogen glinsterden
mot een zonderlingen glans. Hy drukte
zyn tanden zóó krampachtig op elkaar, dat
er diepe kullen in zyn wangen ontstonden;
het was alsof hy met zyn tauden iets wilde
vermorzelen.
„Ellal" mompelde hy; bot was een half
vorstikte kreet en zyn kleurlooze lippen be
wogen zich byna niet.
De actrice uitte een onderdrukten gil. Ze
was opgesprongen alsof men haar met een
gloeiend yzer had aangeraakt. Nu had zy
hem herkend.
„Hoe komt gy.... hoe komt u hier,
meneer.... meneer Minghuis?"
„Ssstl" riep hy, terwyi hy schuw om zich
heen keek. „Ik heet hier Hartmann."
„Yondt u het dus geschikt om een anderen
naam aan te nemen?"
„Gy draagt ook niet jo eigen naaml Het
heeft een poosje geduurd voordat ik er achter
was, dat gy Ella Frohwald waartl"
De toon, dien hy aansloeg, ergerde haar.
„Ik verzoek u niet te vergeten, dat alles
tusechen ons uit Is. U hebt het recht niet
meer my met j\j en jou aan te spreken," zei
zy scherp.
„Ja, dat is waar," mompelde hy en drukte
zyn gesloten vuist tegen zyn mond. „Dat ls
voorby, voor altydt"
Zy zon op middelen om hom met een zoe^
lymje weg te krygen. Dan liep zo naar de deur
en overtuigde er zich van, dat goen dor dionst-
boden voor luistervink speelde. Dan keerdo zy
zich met een zucht van verademing om.
„U schijnt zelf myn spoor ontdekt te
hebben."
Minghuis aarzelde even, dan knlkto hy be
vestigend.
„Mot welk doel, als Ik vragen mag?"
„Weet ik het? Om mezelf nog ongolukkiger
te maken Ik ben als een dronkenlap, die voelt
dat de drank vergift voor hem is en toch al
zyn met moeite verdiende centen naar de kroeg
brengt. Niet waar, jy beeft, jy rilt by de ge
dachte, dat er hier een tuchthuisboef
voor staat en dat jo eens den naam van
dien buef gedragen hebtl"
Ella fronste haar mooi voorhoofd mot een
gebaar van afschuw en trok haar schouders op
alsof ze het plotseling koud kreeg. „Goddank,
dat die naam my is ontnomen," mompelde
zy als om zichzelf gerust te stellen.
„Ja, de heoren van de rechtbank waren zeer
tactvol: my gaven zy drie jaar tuchthuisstraf
en jou gaven zy het recht van Je onteorden
echtgenoot te laten schelden."
„En ik heb zoo spoedig mogeiyk gebruik
gemaakt van dat recht," zei zy. „En de meeste
menschen zullen dat zeer begrypelUk vinden."
„Zyt ge dan heusch van oordeel, dat aan
de hoogere gerechtigheid tusschen ons niet
te kort is gedaan?"
„Had ik je misschien gezelschap moeten
houden?" riep zy verontwaardigd uit, ver
getend dat ze dien man als een vreemde wilde
behandelen.
„Dat misschien niet, maar de vrouw, dio
my beloofd had vreugde en leed mot my te
doelen, had toch later, toen lk weer op vr^Jo
voeten gesteld werd
Hy maakte zyn zin niet af. Hy voelde zeker
wol hoe nutteloos het was om het mee-
gevoel zyner vroegere echtgenoote op te
wokken.
„Neon, goen mensch had van my kunnen
verlangen, dat Ik met jou to grondo zou gaan,"
antwoordde zy. „We hadden nooit moeten
trouwen. Heb Ik Je dat niot al lang voor.Jat
dat ongeluk gobeurdo, gozogd
„Dat ls te zeggen: go hebt mo lachend'
tegen je olschon gewaarschuwd, toen lk Juf-1
frouw Keiler ten huwolUk vroog. Ge waart
wees en juffrouw van gezelschap by de ou ie
vorstin Natschlnkoff. Die excontrioke Russische
had Je bedorven, maar haar plotsolinge dood
ontnam Jo allo hoop op een legaat. Hebt ge
me, toen we elkaar op het terras te BrÜhl
ontmoetten, hebt ge me toen niet bekend,,
dat go u eenzaam en vorlaten voelde en
Daar een tohuia verlangde?"
„Ja, dat is waar; ik was eon onervaren
schepseltje, oen hulpeloos, bittor teleurgesteld
wezentje, dat, na eon beslaan vol weelde,-
plotseling op de straat was gezet Maar als
ge my niet overgehaald badt, als ge my het
kalme bestaan van een ambtenaarsvrouw zoo-
dor geld niet soo mooi had voorgespiegeld,'
dan zon ons allebei het vervolg bespaard zyn
gebleven. Ik wilde toon al naar het tooneel,'
zooals ge n wel suit herinnoren, en heb me'
na dien steeds met die vraag bezig gehouden,
zooals go wol weet."
(Wordt vervolgd.)