beaam ik natuurlijk ten volle. En nu weet
ik wel, dat het volgen van dezen leidsman
misschien den heer L.L. niet zal to€6chij-
>cn als een sterk voorbehoedmiddel tegen
do verkondiging van ketterijen, maar toch
bij do gedachte aan eventueel vermaan van
Kerk en pers stemt mij een beroep op do
le autoriteit uiterst kalm. In het „Want
God heeft den mensch naar Zijn beeld ge
maakt" ligt voor mij de ratio, waarom de
moordenaar aan den lijve moet worden ge
straft. Do aanranding van het beeld Goda
in den mensch cischt do doodstraf, maar
waar in het begrip „aanranding" het op
zettelijke der handeling ligt uitgedrukt,
mag dio eisch slechts bij den opzette-
1 ij ken doodslag gesteld worden.
Ik meen den heer L. L. op dit punt als
mijn medestander te kunnen begroeten,
want in den aanvang zijner verhandeling,
als hij zijn droeve weeklacht uit over onze
Regecring, die verklaarde, dat van haar
geen wederinvoering der doodstraf is t>e
verwachten, sluit hij in den kring der be
droefden slechts hen in, „die naar luid
van het Woord Gods, do doodstraf voor
'den opzettelijken moordenaar als
een eisch van Gods gerechtigheid erken
nen." Bij goede lezing had de schrijver
kunnen zien, dat hostrijding van de aanwe
zigheid van dit opzet hoofdmotief mijner
verdediging was, en dus had zijn scherpe
aanval achterwege kunnen blijven. Ter za
ke doet dit eigenlijk niets af, want al had
in het besproken geval werkelijk opzet be
staan, dan was nog in geen enkel opzicht
to kort gcJaan aan het principe, dat Gods
.Woord stelt, door een verdediging, waarin
op nict-toepassing van do hoogste straf
werd aangedrongen. Immers, het is juist
bet eigenaardig karakter van de doodstraf,
dat zij een ondeelbare straf is, waarbij al
lerlei verzachtende omstandigheden zich
niet kunnen doen gelden, terwijl deze wel
bij do oplegging van een vrijheidsstraf
kunnen influencecren."
Mr. Diepenhorst betoogt dan verder, dat
een advocaat niet slechts een onschuldigo,
maar vooral eeD schuldige heeft bij te
staan.
Nu iets uit het schrijven van prof. Fa-
bius, dio als volgt schrijft over dc taak
van den advocaat in het strafproces:
„Deze nu heeft tot taak te voorkomen,
Öat iemand veroordeeld wordt, „zonder
Idat alles is aangewend en onder dc oogen
gezien, wat ten voordcclo van den beschul
digde pleit." De advocaat moet zich beij
veren alles, wat naar waarheid de daad
en den persoon des beschuldigden ontlast,
in het licht te stellen Ja, do rechtbank
zelf moet er p r ij s op stellen, dat zij ken
nis draagt van al hetgeen ten gunste des
beschuldigden pleit Dit is bet hoog© in de
techtspraak, dat geen vonnis wordt geveld,
tenzij alles is gezegd, wat van do zijde
«des beschuldigden gezegd kan worden Hoe
scherper dus dc advocaat dit doet, in
h»"» schooner licht daarna de uitspraak
komt, die niet mag rusten op een onvor-
hoord voroordeelon, een wegmoffelen, een
verzwijgen van wat van de zijde des gc-
Üaagdeu z< a kunnen worden aangevoerd.
Er zijn soms gevallen, dat letterlijk
niets ten gunste des beschuldigden lean
worden ingearacht. Welnu, juist dèn zie
ik het liefst den advocaat, dio zijn beroep
het ernstigst opvat, steeds in liet besef vcr-
keert, dat het gaat om heilig recht.
Deze zal in dat. geval zeker niet veel anders
'doen, dan, gelijk in dergelijke omstandig
heden gebruikelijk is: den beschuldigdo
aanbevelen in des rechters clcmentio.
Maar, zegt L L in de hoofdstad is een
gov al voorgekomen, dat een Gereformeerd
advocaat heeft aangedrongen op 1 a g o r
straf dan het O. M .togen den moordenaar
had geëisoht, terwijl do rechtbank in haar
uitspraak zelfs tweo jaar mcc-r heeft ge
geven dan het O. M. had voorgesteld,
i Eilieve, wat bewijst dit? Dat do rechtbank
gelijk had? Waarom? Omdat deze de zwaar
ste straf nam? Is die dan altijd do juiste?
Tot do taak van den advocaat behoort
ook te voorkomen, dat niemand zwaarder
gestraft wordt dan hij verdiend heeft. En
aJ is een menschenloven vernietigd, dan is
or immors nog velerlei verschil van
straf mogelijk. Moord en doodslag, het han
delen met voorbedachten rade on het han
delen zonder voorbedachten rade, mogen
niet gelijk worden behandeld.
D;\t loert Gods Woord juist. En
ala do advocaat meent ,dat er alleen d oo d -
slag was, terwijl het O. M het aanziet
voor moord, dan moet hij desnoods wor
stelen tqgen het O. M., met alle kracht
lager straf vragen dan het O M. cischt.
In naam van het heilige r e o h t. Ovcr-
eomkomriig onze strafwet. Naar hot
Woord van God.
Professor Lindeboom is door do gegeven
antwoorden niet bevredigd; vraagt enkelo
inlichtingen aan mr. Diepenhorst en zaJ,
wanneer deze verstrekt zijn, do bezwaren
tegen diens standpunt nader uiteenzetten.
Gciiiccnicrand van Koudekerk.
Voorzitter do lieer J. C. van Voorthuij-
een, burgemeester. Tegenwoordig alle le
den.
Do Voorzitter opent de vergadering,
waarna de notulen dor vorige worden gele
ien en onveranderd goedgekeurd.
Worden ter tafel gobraoht en gelezen.
lo. Een verzoek van N. v.d. Velden
Koudekerk, waarbij zoo voor zich als voor
dc mede-erfgenamen van zijn vader J.
Velden Sr ontheffing van de betaling van
lioofd. omslag verzocht wordt. Wordt aan
gehouden tot behandeling reclames hoofd,
omslag.
2o. Een missive van Ged. Staten dezer
provincie, houdende terugzending van een
goedgekeurd raadsbesluit, tot wijziging be
grooting 1903.
3o. Een missive van hetzelfdo College
houdende toezending van een afschrift der
beschikking van den Minister van Binnen
lanclsche Zaken, tot vaststelling der Rijk#-
Vergood mg in de kosten van bet lager on
derwijs, over het jaar 1901, overeenkomstig
art. 45 dor wet op heb L. O.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
Vorvolgens wordt mededeel i ng gedaan
van:
lo. Het proces-verbaal van de opneming
der boeken en kas, 1 Oct jï.f waaruit blijkt,
dat in kas was een bedrag van 1269.21 ©n
de boeken in orde werden bevonden.
2o. uitslag van de gehouden aanbesteding
van do petroleum ten behoeve der straat
verlichting, seizoen 19031904.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
Dc Voorzitter geeft vervolgens in overwe
ging, om het voorstel-Dorrepaal aan te
houden, totdat het schrijven van Ged. Sta
ten, waarhij do rekening 1902 wordt terug
gezonden, is ingekomen.
Wordt goedgevonden.
Daarna wordt tot een bedrag van 83.00
vastgesteld het kohier schoolgeld 3de kwar
taal 1903, welk kohier aan Ged. Staten de
zer provincie ter goedkeuring zal worden
aangeboden, ovonals de bcgrooting schutte
rij, welke voorloopig wordt vastgesteld in
ontvang en uitgaaf op /2Gl.
Aan de orde woondt gesteld: Rekening en
begrooting Algemeen Armbestuur.
Op verzoek van den Voorz. brengt do
Commissie van onderzook rapport uit en
adviseert de rekening 1902 goed te keuren.
Do rekening bedraagt in ontvang
2279.96 1/2 en in uitgaaf 2296.77 1/2 en
sluit aizoo met een nadeelig saldo vaai
16.81.
Wordt zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
Vervolgens komt in behandeling de bc
grooting 1904 van hetzelfdo college. De
Voorzitter deelt mede, dat na de indiening
der bogrooting van liet Algemeen Armbe
stuur, door dit bestuur een schrijven is in
gediend, waarbij wordt medegedeeld, dat de
post „Gemeente-subsidie", groot f 1000, zou
kunnen worden teruggebracht tot een be
drag van 850, aangezien na het opmaken
dor begrooting een nieuwe bron van inkom
sten ia ontdekt. B. en Ws. zagen zeer gaar
ne, dat de post .schrijfloon voor den secre
taris", groot 10, niet op do begrooting
voorkwam, aangezien deze ook niet op vo
rige begrootingen voorkomt. Dc Voorzitter
kan niet andere dan met allen lof spreken
van do werkzaamheden van dit bestuur,
maar ia tegen het toekennen van salaris.
Het was den loden van het Armbestuur be
kend, dat aan deze betrekicing geen salaris
was verbonden.
Taarna wijst de Voorzitter nog op don
minder gunstig financieelcn toestand der
inrichting.
De Voorzitter vergelijkt de werkzaamhe
den van den secretaris met die van den pen
ningmeester. Met evenveel recht zou ook de
penningmeester om salaris kunnen vragen,
en waar is dan dc grens?
Do Voorzitter stelt voort namens B. en
Ws voor den poet „Gemeente-subsidie", die
evenals 't vorige jaar to brengen op 650.
Hij, dc Voorzitter, deelt mede, dat het Dag.
Bestuur met- het Algemeen Armbestuur een
conferentie geluid heeft en zij de zakon
c»ns good nagegaan hebben en dat gebleken
dat de bestedolingon uit andore gemeen
ten in evenredigheid te weinig betalen.
Wanneer dit alles goed geregeld is. zou het
Armliestuur een subsi dieëering bohoovon
van 650.
De heer Dorrepaal verklaart zich tegen
aio voorstel en zou de subsidie willen bren
gen op 850.
De he ca- Van Egmond stolt voor dezen
post voorloopig voor memorie uit te trek
ken totdat de vcrpleoggolden naclor zijn ge
repeld.
Hierop volgt een langdurige discussie,
waarna do heer Qualm ten slotte voorstelt
het subsidie to bepalen op 750.
De heer Dorrepaal vraagt vervolgons naar
het bedrag, dat voor huiszittende armen 16
uitgegeven.
Nadat do Voorzitter hieromtrent inlich
tingen verstrekt heeft, verklaart de heer
Dorrepaal zijn voorstel, om de subsidie te
bepalen op f 850, te handhaven.
Alsnu wordt door den Voorzitter het
.voorstel van B. en Ws. in stemming ge
bracht, welk voorstel met 5 tegen 2 stem
men wordt verworpen. Vóór stemden de
hceron Op polaar en Blonk. De heer Van
Egmond trekt zijn voorstel in.
Het voorstel-Dorrepaal in stemming ge
bracht, wordt met algemeen© stemmen ver
worpen, behalve die van dqn voorsteller.
Het voorstcl-Quolm, daarna in stemming
gebracht, wordt met 6 tegen 1 stem, die van.
don heer Oppelaar, aangenomen.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde:
Vaststelling van de Gemeente-begrooting,
dienst 1904, die post voor post wordt voor
gelezen.
Bij volgnummer 30: „Jaarwedden van de
ambtenaren en bedienden ter gemeente-se
cretarie, den concierge en den bode", stelt
de Voorzitter, namens B. en Ws. voor, don
volontair ter secretarie een belooning van
25 's jaars toe te kennen.
Wordt na eonigo bespreking goedgevon-
den.
Bij volgnummor 54: „Belooning van da
Inspecteurs, dienaars en verde beambten
van politie, mitsgaders van de veldwach
ters", deelt de Voorzitter mede, dat hot
B. en We. wcnsohelijk voorkomt het salaris
van den gemeente-veldwachter met 50 te
verhoogen. De hcor Van Egmond deelt me
de, dat hij tegen jaarweddc-verhooging Is.
aangezien de veldwachter nog maar zoo kort
in dc gemeente is en wish dat de jaarwedde
350 bedroog; bovendien meent spr. er op
ti moeten wijzen, dat hij gedurende gerui-
raen tijd nog het traktement van marechaus
see heeft genoten.
De Voorzitter deelt alsnu mede, dat de
veldwachter toch nog een zekeren stand
heeft op te houden en geen woning tegen de
allerlaagste markt kan bewonen. Voorts
heeft de Voorzitter bij verschillende zijner
ambtgenooten van gemeenten met- gelijk aan
tal zielen cn dezelfde grootte naar de trak
tementen van het politic-personeel geïnfor
meerd, waarbij hem blijkt, dat over 't al
gemeen de veldwachters aanmerkelijk beter
gesalarieerd worden dan. hier.
Voorts wijst de Voorzitter er op, dat do
veldwachter de fiets, welke ten dien .j der
gemeente wordt gebruikt, uit eigen midde
len betaald heeft, terwijl in andere gemeen
ten het aanschaffen van een njwiel van ge
meentewege geschiedt. Daarbij moet bet on
derhoud van zoo'n machine niet uit het
oog verloren worden.
Do Voorzitter is van oordcol, dat met het
traktement, dat d© veldwachter als mare
chaussee genoten heeft, geen rekening mag
worden gehouden, immers men moet vra-
gen: wat moet een veldwachter prestoeren
cn wat moet billijkheidshalve daarvoor wor
den betaald? Verder deelt hij (de Voorzit
ter) mede, dat de veldwachter niet om trak
tementsverhooging heeft verzocht en dit
vooretel heeft ingediend, omdat hij zich
naar aanleiding van de April-beweging
heeft afgevraagd: hoe worden de mindere
ambtenaren door de gemeenten gesala
rieerd en zijn er werkelijk ook gronden tot
klachten
Do heer Dorrepaal kan zich niet met
hot voorstel vereenigen, terwijl de heer
Qualm de jaarwedde met 25 zou willen
verhoogen, wijzende op do verdienste van
een timmermansknecht. Hij verklaart zich
tegen de verhooging van 50.
Na nog conige discussie, wordt het voor
stel van B. on Ws, in stemming gebracht
en aangenomen met 4 tegen 3 stemmen. Te
gen stomden de hoeren Dorrepaal, Van Eg-
mond on Qualm.
Bij volgnummer 55: „kleeding en uitrus
ting der politie-dienaare on veldwachters,"
deelt do Voorzitter mede, dat B. en Ws.
een bedrag van 50 te weinig oordeelen. In
do meeste gemeenten ie dit bedrag aanzien
lijk hooger, vandaar het voorstel om dezen
post te brengen op 75.
Dit voorstel, na nog eenige discussie, in
stemming gebracht, wordt verworpen met
6 tegen 2 a temmen.
Vóór stemden de heeren Oppelaar en Rey-
noveld.
Bij volgnummer 56: „Onkosten voor de
nacht- en stille wachten", wijst de Voor
zitter op de noodzakelijkheid om een poli
tieman, uitsluitend aangesteld voor de zes
wintermaanden, die flink zijn dienst doet,
naar behooren te bezoldigen. Nadat de
Voorzitter nog door het maken van een be
rekening heeft aangetoond, dat het salaris
thans te laag is, wordt het voorstel van B.
en Ws. om het salaris te brengen op 150
in stemming gebracht en met algemeen©
stemmen aangenomen.
Bij volgnummor 1: „Batig saldo der ge
wone ontvangsten en uitgaven, volgens de
laatst vastgestelde rekening, voor zoover
daaraan niet reeds een bestemming is gege
ven", maakt de heer Dorrepaal de opmer
king, dat dit bedrag niet met het in een
vorige vergadering genomen besluit over
eenkomt
De Voorzitter deelt hierop mede, dat de
rekening, dienst 1902, door B. en Ws. in
gediend, juist is opgemaakt en zooals hij
reeds meermalen heeft gezegd, het in de vo
rige vergadering genomen besluit naar zijn
me on ing beslist fout is. God. Staten kunnen
ook de rekening 1902 niet andere vaststel
len dan met een voordeel ig saldo van
277.66.
De Voorzitter is van oordeel, dat dc heer
Dorrepaal niet beoordeclen kan in hoever
deze rekening niet goed zou zijn opgemaakt,
irnmere van gom. comptabiliteit is hij abso
luut niet op de hoogte. Waar zou dit ken
nis vandaan moeten komen?
De heer Dorrepaal verklaart inlichtingen
te hebben ingewonnen van een zeer bekwaam
rechtsgeleerde
De Voorzitter is van meening, dat deze
rechtsgeleerde evenmin kan beoordeelen, hoe
de rekening 1902 is opgemaakt.
De heer Van Egmond vindt-, dat de reke
ning lang bij Ged. Staten blijft en zou
willen voorstellen om dezen post voor me
morie uit te trekken.
De heer Dorrepaal zou het nadeelig saldo
in de begrooting willen opnemen of anders
de behandeling van de begrooting willen
aanhouden.
De heer Qualm deelt het gevoelen van
den heer DorropaaL
De heer Van Egmond zou met de behan
deling van de begrooting willen wachten en
bij Ged. Staten op een spoedige behande
ling van de rekening 1902 aandringen.
Do Voorz. geeft evenwel in overweging
met de vaststelling niet te wachten; hij
wenscht, in verband mot deze quacstie, den
Raad nog eens flink onder het oog te bren
gen hot werkelijk foutieve besluit, genomen
in laatste vergadering, waardoor ernstige
moeilijkheden niet achterwege kunnen blij
ven. Hij, de Voorz., Btdt daarom voor tot
geheime vergadering over te gaan.
Na heropening der vergadering stelt de
heer Oorts voor het besluit, waarbij de reke
ning 1902 voorloopig word vastgesteld met
een nadeelig saldo van 527.34, van Ged.
Staten terug te vragen, te wijzigen en te
doen sluiten mot een batig saldo van
277.66, zooals door B. en Ws. werd aange
geven, zulks na B. en We. nader te hebben
gehoord.
Het voorstel-Corte wordt aangenomen.
Tegen stemden de heeren Dorrepaal en
Qualm.
Alsnu wordt do post, voorkomende onder-
volgnummer 1 der begrooting 1904 bepaald
op 277.66. De begrooting daarna in haar
geheel in stemming gebracht, wordt mot al
gemeen© stemmen vastgesteld in ontvang en
uitga-af op f 11,012.23.
Met het oog op het vergevorderde uur
worden de beide laatste punten van de agen
da: reclames Hoofd. Omslag en Supp ko-
hieT Hoofd. Omslag, tot een volgende ver
gadering uitgesteld.
Bij de gewone rondvraag niemand meer
bet woord verlangende, sluit de Vooratter
do vergadering.
van marine Pelletan. Over het geheel heeft
do zaak-Dreyfus baar vroegere politieke
attractie voor do part^en verloren. Alleen de
nationalisten beproeven, zooals men uit bet
ondoistaande resumó dor boschouwingen in
de bladen kan zien, er op politiek gebiod nog
munt uit to slaan. De nationalistische afge
vaardigde Congy wil nl. den minister van
oorlog over z[jn, volgens nationalistisch©
lezing tegen den wil van de Kamer ingesteld
onderzoek interpelleeren, ra, a. w. lifl wil
trachten in de Kamor, ala men in 't gomeene
loven zegt, „eon poljo te vuur te zelton",
om do zaak uit hot gebied der Justitie nog
maals in dat dor politiek to sloepen, en dit
onder voorwendsel, dat do minister van oorlog
Andró zelf in stryd met de motie van 7 April
aldus gehandeld heeft; wat zonderling ge
noog klinkt, daar toch de heer André het
gansche dossier juist aan zijn ambtgenoot
van Justitie had overgedragen.
Dreyiua' eerherstel schijnt niettemin kans
te hebben werkelijkheid te worden. Het
groot© feit is dit, dat cle Fransche minister
van Justitie de voor cenigen tijd ingediende
aanvrage des kapiteins om herziening van
zijn proces, benevens het van zijn ambtge
noot van Oorlog ontvangen dossier, den
raadsheer van het Hof van Cassatie Du-
rand, voorzitter der bij de wet "van 8 Juni
1895 ingestelde commissie voor zulke her
zieningen, heeft doen toekomen.
Gezegde commissie bestaat uit nog twee
raadslieorcn en drie afdcelingsdircteuren
van hot departement van Justitie. De heer
Durand behoort als „professeur honoraire"
tot do Faculteit der rechtsgeleerdheid te
Renncs: de plaats, waar Dreyfus ten twee
don male schuldig werd verklaard. Aardig
is 't ook, dat de oudste der drie afdeelings-
dirccteunan, en die 't rapport zal hebben
uit te brengen, een naamgenoot is van
Dreyfus' grooteten vijand, generaal Mer-
cier. BijgeJoovige vrienden van den onschul
dig veroordeelde zullen wegens een en an
der wel hun hart vasthouden over de te
wachten slotsom van dat rapport.
De verklaring de© ministère van Oorlog
André, dat hij een onderzoek zou instellen
naar hetgeen do heer Jaurès e.a. in de Ka-
mor haaien te berde gebracht, is den 7den
April afgelegd. Wellicht herinnert men
zich, dat de heer Jaurès toen generaal Mer-
cier beschuldigd© van de fabel betreffende
Keizer Wilhelra's aanteekening op het borde
rel bij het proces te Renncs ingang te heb
bon doen vinden cn anderzijds de oud-niinïs
ter-president Brisson zijn voormaligen col
lega van Oorlog Cavaigmac verweet een
Brief van generaal De Pollioux voor hem
verborgen gehouden te hebben. Do Kamer
nam toen een motie aan, het besluit uitspre
kende om „de zaak Droyfus~niot buiten het
gebied der justitie te laten treden." Veer
tien dagen later diende Dreyfus zijn aan
vrage om revisie bij den minister van
Justitie in.
Daar zijn onderzoek was afgcloopcn,
bracht generaal André Vrijdag de zaak in
don ministerraad, die na kennis genomen te
hebben van het dossier cn van een ver
nieuwde aanvrage van Dreyfus, den 26sten
dezer ingezonden, den minister van Justi
tie machtigde om de stukken aan do boven
genoemde oommissie toe te zenden.
De nation al istische bladen zijn natuur
lijk ten hoogste verbolgen en spreken
reeds van „een schande een mis
daad een verraad." Henri Roche-
fort vooral is woedend. ,,Dio lie
den" (de ministers André, enz.) vindt hij
nog erger verraders dan Drey-us zelf, want
deze is „geen Franschman" waarom
niet, zou Roche fort zelf wel niet gemakke
lijk kunnen zeggen. ïtföer, beweert de oude
Lantemist verder, „heeft het recht om hen
te lijf te gaan en lien to worgen."
Generaal Gonso daarentegen heeft in een
onderhoud verklaard, dat het geval zijn
koude kleeren niet raakt; wat hij licht zeg
gen kan, nu de Amnestiewet hem voor alle
straf wegens zijn misdadige handelingen
tegen den onschuldige vrijwaart. Generaal
Mercier en mr. Labori weigeren zich over
de zaak te uiten, maar de heer Brisson
verklaart er een rechtvaardiging in te zien
van al zijn handelingen, zijn geheele
houding in dezen.
De „Dóbats" wijdt een hoofdartikel aan
„de revisie, waarin het blad de hoop nit-
spreekt, dat het land ondanks alle ophitsin
gen in allerlei geert, zijn kalmte zal weten
te bewaren. Het vertrouwt, dat de Regee-
ring tot een zoo ernstigen stap niet licht
vaardig zal zijn overgegaan, maar in 't be
sef van dc uitgestrektheid der verantwoor
delijkheid, die zij aldus op zich neemt. De
regeerders, vervolgt de Débats, „moeten
wel zeker zijn van hun zaak om opnieuw
een reeds tweemaal uitgemaakte quacstie
op te werpen." In elk geval moet ieder ho
pen, dat er nu een licht opga, hetwelk al
len twijfel wegneemt. Daartoe moet alle
politieke hartstocht van wat men weleer
„hot heiligdom des rechts" noemde, verre
blijven. De „Débats" heeft hierop goeden
moed. De overgroot© meerderheid verlangt
bovenal, zegt zij, dat do zaak definitief
worde afgedaan, zoodat men or niet meer
van hooren zal
De namen uit den Dreyfus-tijd komen al-
zoo één voor één ook wel bij trosjes te
gelijk wedor in de bladen opduiken.
Gons©, Gribelin, Cavaïgnacwie al niet
meer. Ook generaal Zurlinden, die evenals
famdero generaals vroeger feegen Dreyfus
partij heeft gekozen, vindt het noodig zijn
naam weder eens in de krant te zien. Hij
heeft aan den „Gaulois" een schrijven ge
richt, waarin hij do Rcgcering verwijt het
De zaak-Dreyfus.
De hervatting van de Dreyfus-zaak heeft
in de couloira der Kamer slechts weinig
politieke belangstelling gewekt, omdat men
thans meer gespitst ie op den afloop van een
scherp duel tusscheQ Lockroy en den minister
land opnieuw in rep en roer te willen bren
gen, 3 slapende hartstochten wederom te
willen ontketenen. Handelt zij uit recht
vaardigheidszin of uit partijzucht? vraagt
hij. Men zal dat eerst kunnen zeggen, wan
neer het nieuwe dossier is bekend gemaakt.
Daarom raadt de generaal aan voorloopig
kalm te blijven en de zaak met te meer op
lettendheid te volgen, aangezien de Rcgce
ring tot dusver genoegzaam van haar par
tijdigheid heeft doen blijken en zij zich al
zeer weinig moeite heeft gegeven de justi
tie aan den invloed der politieke partij
schappen te onttrekken.
In do „Petite République" verdedigt'
Jaurès den minister van Oorlog tegen de
nationalisten, welke dezen verwijten tegen
don uitdrukkelijken wil der Kamer in te
handelen.
Jaurès voert aan, dat dc motie, welke in
do Kamerzitting van 7 April werd aangeno
men, volstrekt niet ten doel had een her
nieuwd onderzoek der processtukken te be
letten maar enkel te bepalen, dat do zaak
voortaan geheel binnen juridische grenzen
zou worden gehouden.
De „Aurore", die onder Clémenceau's
leiding staat en de vroegere voorvechtster
van Dreyfus was, wijdt thans geen breede
politieke beschouwing aan dc zaak, maar
bepaalt zich or toe, een opsomming van fei
ten te geven. Clémenceau zelf verzekert, dat
do minister van justitie op eigen verant
woordelijkheid, en niet dc ministerraad, de
zaak weder op het tapijt heeft gebracht,
hoewel hij zijn collega's bijtijds van zijn
voornemen, in kennis heeft gesteld. Verder
zegt de „Aurore", nuehtertjesweg„Eeö
proces begint, een °°-nvoudig proces, waar
in een Franschman zich tot Fransche rech
ters wendt, om gebruik te maken van de
voorrechten, welke de Fransche wetten schen
ken. Hoe men ook schreeuwt of met de ar
men zwaa.it, iets anders zal men niet in de
heropening van dc Dreyfus-zaak kunnen!
zien."
J'ion wil hierin een bewijs zien, dat de re-
geering'spartij het proces werkelijk geheel
bo»j?n de politiek wil houden en de blaam
op do nationalisten laden wanneer het er
weder op mooht terugkeeren.
De nationalisten beweren, dat do re
geering juist nu met de Dreyfus-zaak op d6
proppen is gekomen, omdat zij de aandacht
wil afleiden van de schandalen, welke de
opning van het geheime Humbert-dossier
aan liet licht zou brengen.
Volgens bewering van d& vrienden van
Dreyfus, zou men minstens een honderdtal
documenten, die in het voordeel van Drey
fus waren, eenvoudig niet aan den krijgs
raad van Rennes overgelegd hebben. Tus-
schen de valsche stukken zou een brief zijn,
van generaal De Pellieux.
De vervalschingen zoudeD het werk zijn'
van den archivaris Gribelin en kolonel
Hcnry. De schriftvervalschers zouden we
tens of onwetens gedekt zijn geworden dooi;
generaal Gvnse.
Men doet opmerken, dat, zoo de verval-
sching bewezen wordt, de vervalsc.'iers we
gens verjaring der feiten niet r eer kunnen'
vervolgd worden.
Na onderzoek zouden generaal André, de
minister van justitie Vallé, en daarna pre
sident Loubet eD de overige ministers, de
feiten van zóó groot gewicht gevonden heb
ben, dat een behandeling van de zaak door.
het hof van cassatie noodig werd geoor
deeld.
Do stukken werden bijgevolg gezonden;
naar de commissie van revisie in het mi
nisterie van justitie, die bestaat uit dc hee
ren: Durand (Katholiek), Alphandery (Is
raëliet) en Marigny (Protestant), raads-
heeren bij het hof van cassatie, en Mercier,
Geoffroy en Dupré, chefs in het departe
ment van justitie.
Do commissie vergadert Vtijd ig n zal
enkel prae-adviseeren.
In geval de revisie aangenomen v.ordt,;
kan het hof: lo. een nieuw onds.'zook be
velen; 2o. Dreyfus voor een nieuwen krijgs
raad dagen; 3o. over het fond der zaak uit
spraak doen, zonder een nieuw proces Al
gemeen denkt men, dat tob difc laatste zal
besloten worden.
Volgens een nieuwe lozing over do re',
door den oud-archivaris Gribelin gespeold In
de Droyfus-zaak, zou bjj verklaard liebbon te
Rennes geen onwaarheid te hebben gesproken.
Alles wat h\j daar gezegd heeft werd hem
door zün superieuren gedicteerd, aan wio h\J
meende te moeten gehoorzamen, zonder zioh
rekenschap af te vragen van zyn daden.
Het is kenschetsend, dat een blad als de
„Temps" zich genoopt gevoelt om een hoofd
artikel te wijden aan 't bestrijden van de
vorder opduikende bewering der Nationalisten,
volgens wolko een herziening van 't arrest
te Rennes een beleediging zou zijn voor 't
leger en aan 't betoog, dat krijgsraden even
min onfeilbaar zjjn als de burgerlijke rechter.
De openbaie meonlng houdt zich over 't
algemeen bezig met de vraag, of het Hof van
Cassatie Dreyfus voor een nieuwen krijgsraad
zal doen dageD, dan wel of het door eenvoudig
liet vonnis van Rennes op te heffen, het laatste
woord zal spreken. Men houdt hot laatste om
juridieke redenen voor waarschijnlijker, on om
politieke voor wenschelUker.
Z0ETERW0UDE. Geboren: Maria Apolonia,
D. van J. van Leeuwen en J. v. d. Geest.
Arend, Z. van G de Wit en N. v. d. Berg.
Cornelia, D. van 0. v. d. Drift en A. Groeneveld.
Willem, Z. van H. Zwart en M. P. de Graaff.
Overleden- A. M. C. Thoys jd. 33 j.
Levenl. Z. van W. Bosman en J. H. de Regt.
berichten over RijnlaniFs boezem,
gedurende de week van 22 28 Nov. 1903.
Stand van den boezem te Leiden.
Idem te Oude-Wetering
Working der stoomgemalen
Waterl'oozing langs natuurlijk, weg.
Waterinlatiog
Regenval ia Min.
22 Nov. 23 Nov. 24 Nov 25 Nov. 26 Nov. 27 Nov. 28 Nov.
61 54 49 53 64 56 63 cm.—A.P.
60 58 46 49 48 53 57 cm—MP.
Spaarndam 144.30 u., Halfweg 95.30 u.,Gouda93.15 u;,Katwijk u.
Spaarndam u., Halfweg u., Gouda u., K;#%wjjk u.
Door de sluis te Gouda u.
11.