1342b "Vrijdag; QV November. A\ 1903. feze (§oarant wordi dagelijks, met mtzonderiag van !§pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Leiden of Amsterdam? PIUJS DEZEU COUttAKT» PU1JS DER ARVERTENTlftK: Van 16 fegela /1.05. Iedere regel moer 0.17 A. Grootere lettere naar plaatsruimte. - Kleine advortentiön van 30 woorden 40 Oonts oontant i elk tiontal woorden «neer 10 Oents.-Voor bet Incasseeren wordt f 0.05 berekend. Voor Lelden per week 6 Cents pei 8 maanden i f 1.10. Bniten Leiden, per loopw en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post 1.65. Onderzoek naar de militaire be- tf.waamlieid en lichanieiyke ge- oeiendlieid vao loteliugen der militie en Tan adspirant-kader- reserristen. l)e Bargcmeester der gemeente Leiden; Goxfrn dc clrenlairo vtui den Commissaris der KouiagL'i in de provincie Zuid-Holland, dd. 20 November jl., betreffende het onder zoek: lo. van lotelingon voor de lichtingen dor militie van de jaren 1903 en 1904, die het getuigschrift Tan voldoende militaire bekwaam heid cn lichamelijke geoefendheid of van een van beide iTonschen to verkrijgen; en 2o. van .jongelieden, dlo het militaire getuigschrift, •YcreiscLt tot het aangaan van een verbintenis jbij het reservekader der Infanterie, Vosting- tartiUovie of Gouie, weusclien te erlangen; Mankt bij deze bekend, dat het vorenbedoeld onderzoek zoowel voor hen, die aan de loting voor do lichtiug der militie van bet volgende jaar hebben deelgenomen als voor de loteliu gen van do liohling der militie van dit jaar, die in Maart 1904 moeten worden ingelijfd, alsmede voor jongelieden, die zich vrijwillig willen verbinden om bij het rcsorvckader van oen der bovengenoemde korpsen te dienen, alhier zal plaats liobbeu tusschen 4 on 10 Januari 1904, cn dat zij, dio in deze 'gom cento woonachtig zijn of verblijf houden en zik.li aan dat onderzoek wonsclieit te onder werpen, zich vóór of op 10 December n. g, bohoortn aan te melden tor Gemeente secretarie (afd. Milltio en Schutterij, kaïner No. 9), zullende tijd en plaats vau het onder zoek lezorzljds nader worden bekendgemaakt. In verband hiermede wordon belanghebben den herinnerd auu art. 104 der Milftlewet 1901, waarbij Is bepaald, dat voor do samen stelling van liet gedeelte tot korte oefenlug in te lijven, in de eerste plaats in aanmerking koin?/i do lotolingen, die aan zekere eiseheu van miiltalro bekwaamheid cn lichamelljko geoefendheid yoldooa, terwijl zij, dlo slechts aan één der genoemde elsohen voldoen, wor den ingelijfd bij hot korps en geplaatst in liet garnizoen hunner konze, Toor zoover zij daartoe gosehlkt bevonden zijn en een en ander met dc belangon van den dienst is overeen t© bre «gon. De Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 27 November 1903. Burgemeester en Wothouders van Leiden, Gezien de adressen van G. M. DEE on A. J, STALLINGA, houdendo verzoek om ver gunning tot oprichting van een bewaarplaats van vluchtige producten, respeetioveiyk in do perc;eïen Broestraat No. 28, kad. bekend Sectie G No. 33, en Hoogewoord No. 68, kad. bekend Sectie D No. 889; Gelet op de artt. 6 en 7 dor Hinderwet; Goven by deze kennis aan het publiek, dat genoemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dozer gemeente ter visie gelegd zijn; alsmede, dat op Vrijdag 11 Dec. a. s., 'n voormiddags to elf uron, op het Raadhuis, ge/ogenhold zal worden gogeven, om bezwaren loge n die verzoeken In te brengen. 'Bnrgemeoster en Wethouders voornoemJ, DE RIDDER, Burgemeester. YAN HEYST, Secretaris. Lolden, 27 November 1903. Burgemeester en Wethouders van Leidon, Gezlon de missive van den Minister van Binnonlandsche Zaken, d.d. 26 November, Ko. 3013, afd. K W., waarbU wordon toe gezonden de stukken, bedoeld bU art. 5 der Hinderwet, betreffende de plaatsing van een luchtdrukmachine in bet Organ i- s o li e Chemisch Laboratorium der P.yks-Universitelt to Leiden, kad. bekend Sectio M No. 1224; Gelet op art. 6 der bovengenoomde Wet; Geven by deze kennis aan het publiek dat de bedoelde stukken op de Secretarie dezer gemeente ter visie nedergelegd zyn. Burgemeester en wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeesbor. VAN HEYST, Secretaris. LoldeD, 27 November 1903. Db Museum-qüaestib. II. Na „Het Nieuws" opende ook het „Alge meen Handelsblad" z'u'n kolommen voor een bespreking dezer quaestio. Wat er echter onder den titel „Amsterdam en het Enthno- graphtsch Museum" ln dat blad werd gezegd, komt ln opzet en strekking wonderwel over een met betgeon ln het eerstgenoemd blad verscheen. Met zekeren trots wordt er ook daarvan gewaagd dat de gemoente Amster dam nog altyd haar waardig aanbod, gebouw en terreinen voor een te stichten Ethnogra- phisch Museum af te staan, gestand doot. Tegenover deze ferme houding wist de Regeering echter niets anders te doen dan een commissie te benoemen om baar te adviseeren. Natuuriyk had die schrijver liever gezien dat de Regeering onmlddeliyk het aanbod van Arasterdam had aangenomen, maar of daar mede Lelden onrocht zou zjjn geschied en wellicht het landsbelang en de belangen der wetenschap geschaad, dat zyn vragon, waar over men zich ln Amsterdam niet zou hebben bekommerd. Het rapport der commissie wordt vervolgens nog eens in 't kort medegedeeld en de argumenten der meerderheid werden op dezelfde gronden, als door „Het Nieuws", als niet steekhoudend, afgewezen. Natuuriyk wordt ook hier weder de autoriteit van mr. Serrurler tegen de Leidscho heeron uit gespeeld. En nu komt der Dritte in Bunde ln den vorm van „De Amstordammer, Weekblad voor Nederland". Drie onzer hoogloeraron, leden der boven genoemde staatscommissie, do heoren De Goeje, De Groot enHolwerda, haddon in „Het Nieuws" protest aangeteekend tegen de daarin gegeven voorstelling dor quaeatle en zich terecht op het hooge standpunt geplaatst dat het niet geldt een Leidsche, Amitordamsohe of Haagsche quaostie, maar dat het goldt de belangon van liet Vaderland, on zy voegen er fier aan toe dat zy aan de behaitiglng dier bolaugen hun leven gewyd hebben, waarom zU zich ook geroepen achten daaromtrent ons volk voor te lichten. Daarop vat een sohryver in do „Groene" vuur. Opmerkeiyk, dat hU ook al weor aan vangt met te wUzon op hot aanbod vau de gemeente Amstordam. Wy komen nu nog to weten, dat het terrein van het voormalig Bulten Gasthuis 184,000 M1. beslaat, wat In de vorige artikelen nog was vergoten mode te deelen. Daarop citeert do schrijver nog eona uit „Hot Nieuws" wat mr. Sarrurier heeft geschreven on vraagt aan de drie professoren „was dozo goleerdo (dat is mr. Serrurler), dlo van 1877 tot 1896 zich aan die verzamelin gen wydde, eon betrouwbaar man, zoodat wy, wat hU als grondslag van zyn redeneering vermeld, als feiten kunnon aannemen?" Na hetgeon wy in ons oerste artikol omtrent de verhouding, die er in de laatste jaren van zyn directeurschap tusschen mr. Serrurier en het Museum bestond, hebben medegedeeld, zal men licht beseffen, welk antwoord op deze vraag zou mooten worden gogovon. Er heorschto een geest van onwillendheid, van elkander niet verstaan tusschen den directeur en de hoogleeraren, welke zich ook modedeelde aan de studenten. Wanneer het waar is dat nir. Serrurier slechts eenmaal op verzoek van een hoogleeraar Iets aan studenten heeft vertoond on tydens zyn lectorschap het met een doctor in de rechten als eenig auditor heeft moeten stellen, wat wy noch ontkennen noch bovestigen kunnen, dan zal men dit mosten tooschryven aan <le slechte verhouding, die er bestond tusschen dezen directeur en de mannen van het universitair onderwys en de studenten. Indien we het geoorloofd achtton over te vertellen wat ondergeschikten weton mede to deelen omtrent de weinige belangstelling van den directeur ln de laatste jaren van zyn dirocteurschap, zou zelfs „De Amsterdammer" hot verklaarbaar vinden dat toentertyd ondor de geleerden en studenten de lust gering was, zich ten beho9ve hunner studiën tot mr. Ser rurier te wendon. In Leidon is het niot onbekend, dat prof. Wilken, die eens tot na vloien in hot Museum bleef vertoeven, door den directeur op min heusche wyzo word verzocht heen te gaan. Mogsn wy den ecbrUver herinneren, dat prof. Haborlandt,te Woenen, zich in de Annalen van het Weener Hoofd-Museum beklaagde over de bejegening in het Leidsch Ethnogra- pliisch Museum ondervonden? Schreef niet dr. Schultz na een t-weede bo- zook aan hot Museum, thans onder het direc teurschap van Serrurler's opvolger„Er waait •en nieuwe frissche goest door het Museum?" Men zal onB ten goede houden, dat wy hierop niet verder ingaaD, doch we zouden don viienden van Serrurier in hun eigen be lang aanraden dit punt verder buiton het debat te laten. Indien de drie Leidsche hoog- leoraren uit hun ervaring daarvan alles eens wilden mededeolon, dan zou „De Amster dammer" wellicht berouw gevoelen hen daartoe te hebben gesommeerd. „Maar," zoo vraagt de schryver verder, „ls intusschen te Leiden onder geleerden en stu denten de lust tot etliqographlscho studie nu zooveel krachtiger en algemeener geworden?" Laat de schryver ona voorbeeld volgen en do jaarverslagen na 1897 lot op heden eens vergeiyken met die van 1838 tot 1897; hy zal tot oen verrassend rosultaat komen en zyn wel wat naïeve vraag beantwoord zien. Opdat men ons niet zal verwyten, dat wy ons er met algemeenheden afmaken, willen we een en ander aanstippen uit hetgeen do directeur onder het hoofd „Gobruik van het Museum gemaakt" in hot verslag over het tydvak van 1 October 1901 tot 30 Septombor 1902 laat afdrukken: „De colleges in de Land- en Volkenkunde van den Indischen Archipel door den hoog leeraar ln die vakken (prof. De Groot) In het gebouw Hoogewoord gegeven, hadden ook dit jaar plaats en het aantal der hoorders verkreeg een buitengewone vermeerdering. Ten gevolge daarvan ls het noodig geworden voor den nieuwen cursus de Nlouw-Guinoa- zaal, rechts van den ingang gelykvloers, voor een groot gedeelte te ontruimen en voor dat college in te richten." „Van hetzelfde lokaal wordt ook gebruik gemaakt door don assistent dr. Juynboll aan een aantal kwoekellngen van het Nederlandsch Zendeling-Genootschap, waartoe hem op voor stel van den ondergeteekonde, door heeren Curatoren dezer Universiteit vergunning werd verleend." „Den 27ston Mei 1902 en den I3den Juni d. a. v. word de Maleische afdeeling van het Museum bezocht, den eersten keor door 22 en den tweeden keer door ±16 leerlingen dor Landbouwschool te Wageningen, onder leiding van den heer T. J. Bezemer, leoraar aan die inrichting. In beide gevallen werd door den ondergeteekende het gebruik van een aantal voorwerpen met eenige woorden toegollcht, waarvoor de Directie van genoemde Inrichting haren dank betoonde." „Den lldon Augustus bezochten 40 leden van het Dultsclie Anthropologlsche Genoot schap op hun oxcursie door Nederland het Museum. „Prof. A. E. J. Holworda bestudeerde oen gedeelte van den Museum-inhoud met hot oog op de oerste stadlöa der teekenkunst bU de natuurvolkeren on maakto voor hetzelfde doel van do bibliotheek gebruik." „Do heer H. T. van IJsaeldyk, gepensionneerd kap. O.-I leger, bestudeerdo gedurende eonlgo wekon do Maleische afdoeling van het Museum in hot belang zyner, by den Hoofdcursus te Kampen te geven lessen." „Door den heer J. A. Loebèr Jr., alhier, werd voor ztlue studiön over Indische orna mentiek en Indisch vlechtwerk ook dit jaar van den Museuminhoud profyt getrokken. „De heer Jan Toorop, te Katwyk aan Zee, en de dames De Graay on Rink, van 's-Gra- vonhage, bestudeerden een gedeelte der ver zameling Japanscbe kloureDprenten en prenten boeken. „Prof. Thilenlus, van Breslau, nam by ge legenheid van het bezoek van het Duitsch Anthropologl8ch Genootschap meer in 't by- zonder konnis van den inhoud van het Museum aan voorworpen van de Stille Zuidzee. „Prof. Hermann Klaatecb, van Heidelberg, bestudeerde by diezelfde gelegenheid oen ge deelte der Anthropologlsche afdeeling en keerde na afloop van do excursie voor hetzelfde doel andermaal naar Leiden torug, ten oinde een der Australiër-skeletten, die het Museum bezit, meer in 't byzonder te bestudeeren. „Over de uitkomsten hiervan wordt ver- wezon naar een uittreksel van oen door den heer Klaatsch tot den ondergeteekende ge richt achryven, dat als byiago het verslag volgt. „Prof. Alexander Tschlrch, uit Bern, vroeg tijdens zyn aan het Museum gobracht bezoek, inlichtingen omtrent primitieve oplumpypen, die aan dien geleerde later werden verstrekt." Wy zullen het by deze aanhalingen laten. Do schryver kan er uit zien, dat uit Leiden zelf en daarbuiten ook door geleerden thans ruimschoots van het Museum gebruik gemaakt wordt. HU noemde dit een hoofdpunt der quaeetle. Welnu, hU zal dan op dit hoofdpunt tevreden gesteld zyn. Mocht hy nog niet voldaan wezen, dat hy de moeite neme even de door ons genoemde jaarverslagen zelf in te zien. Wy voegen hier nog alleen aan toe dat de directeur om de belangstelling by hot groote publiek in het Museum te doen toe- nomen voor diegonon, welke godurer.d3 de werkdagen van de gelegenheid beroofd zUn en musea te bezoeken, wandolcursussen op Zondag heeft geopend, die goed bezocht wordon en waarvan vooral door gezelschappen, leden van een of andere vereenigiog, gebruik gemaakt wordt. Sedert wanneer Lelden oen stil uithoekje wordt genoemd, weten wy niet; misschien geldt de qualificatie voor den schryvor alleen; maar dan mag toch gezegd worden, dat het Ethnographisch Museum ook als monument van een instituut ter beschaving er mag zyn. Zou het niet kunnen wezen dat een Museum als dit, juist omdat het in oen stille, rustige Academiestad is geplaatst, meer de aan- daoht trekt, dan het dit in een groote stad zou doen, waar het onder de vele instellingen van soortgeiyken aard zou verzinken? Daarom schroef de heer O. KamerÜDgh Onnes in het „Alg. Ned. Exportblad" zoo te recht: „Laat wie te beslissen hebben over wegen dat in een land als het onze met een bovolking zoo prat op individualiteit, decen tralisatie voor instellingen ten algomeenon nutte eisch is on niet het opeonhoopon van Instellingen, welke ook, in óéne stad." En dan nog, wy willen niet gill*o lots afdingen op hetgeen de hoofdstad dos Ryks heeft gedaan en nog doet voor de wetenschap, wy hebben niets dan lof over voor haar ge- moonteiyke Universiteit, maar de Universiteit van Leiden is een rykeunlvorsiteit en nu zou het toch van do Rogeering wel wat al te veel gevergd zUd, dat zy ter wille v&u Amsterdam haar eigen en oudste hoogosohool ging be- rooven van een Instelling, die by het Univor- sitair onderwys hier tor stede noode gemist kan wordon. De gemeento Amsterdam heeft zelf haar Universiteit gesticht, meent zy oeu verzameling als thans in hot Ethnographisch Museum te Lelden geborgen is, noodig te hebben voor haar universitair onderwys, dat zy ook daar zelf voor zorge. In al de stukken, die in do Amsterdamsche bladen ten gunste van oen verplaatsing van 's Ryks Ethnographisch Museum zyn geschre- von, hebben wy dan ook niet oen erikel argument gevonden, dat ons steekhoudend voorkomt. In een volgend en slotartikel hopen wy echter het goed recht van Leiden op hot behoud van zyn Ethnographisch Museum aan te toonen. LEBDEN, 27 November. Betreffende hot bezoek van den Commis saris der Koningin aan dezo gemeente, wordt ons nader gemeld, dat des namiddags een bezoek werd gebracht aan de oponbare school der 4de klasso in de Gortestraat en aan die der 3de klasse aan de Nieuwo Maro. Op verzoek van den Commissaris zongen de leerlingen der belde hoogste klasse van laatst genoemde school een drietal liederen. Van een voorgenomen bozook aan do Lakenhal word afgezien. De heer J. Smit, van Leiden, is goslaagd voor de akte schoonschryvon M. O. Hy is leerling van den hoor D. G. v. d. Horst, alhior. De Vcreeniging voor do Stichting van con Museum voor Land- cn Volkenkunde to Amsterdam heeft zich kort geleden tot den ministor van binncnlandscho zaken gowend met een schrijven, waarin op ccn beslis sing van o»v museum-vraagstuk wordt aan gedrongen. Do Vereeniging is nl. opvolgster van do commissie ,aaa welke van Rcgeeringswegc tor bewaring werden toevertrouwd dc voor worpen, afkomstig van do koloniale inzen- dingon op do Parijschc wereldtentoonstel ling van 1900 Deze voorwerpen werden, naar men zich herinnert, verecnigd tot een tentoonstelling in het Stedelijk Museum. Na do sluiting dozer expositie wendde de toenmalige oommissie zich tot den minister van -.nnonlandscho zaken met het verzoek, do quaestio van een nieuw en naar de eischon des tijds ingericht ethnographisch museum in ernstige overweging tc nemen. Indien clo Parijschc verzameling werd toegovoogd aan do Rijksverzamelingen to Loiden, dan zou dc verdere bezichtiging in het roods overvolle Museum alhier onmoge lijk worden gemaakt, en feitelijk gelijkstaan met algoheelo opberging. Maar do commis sie herinnerde met nadruk aan het bekende aanbod van do stad Amsterdam, dio het voormaligo Buitengasthuis met het bijbe- hoorondo terrein ter beschikking had ge steld van het Rijk, mot bestemming voor ccn Ethnographisch museum. Indien de Re giering mocht besluiten op dit aanbod in te gaan, dan lagon do voordeden voor de hand. voor dat geval waren reeds vele col lecties toegezegd, en daarbij o.a. do bclang- rijko cthnographisclic vorzamcling van „Natura Artis Magistra", benovens veie voorwerpen, welke in bruikleen dooi par ticulieren waren afgestaan voor do Indi sche tentoonstelling, maar alsdan in eigen dom zouden ovorgaan. Bovendien had do contralo commissio te Parijs aan adressantc het batig saldo der Indische afdeeling ter beschikking gesteld, onder voorwaarde dit bedrag te bestoden uitsluitend ten. bate van cn in geval tot stichting van ccn nieuw eth nographisch on koloniaal museum word overgegaan. Dit alles werd door dc toenmalige com missie in October 1901 uiteengezet, maar dc quaestio is sedert onafgedaan gobleven. Door do bestaande onzekerheid ziet do Vereeniging zich nu voor ernstige moeilijk heden geplaatst. Zij is verantwoordelijk voor de ongeschonden bewaring van een rij ke verzameling aan don lande toebchooron- dc voorwerpen, die, dank zij dc welwillend heid van het dagelijksch bestuur van Ara- sterdam, tijdelijk zijn weggeborgen in eenigo lokalen van het Stedelijk Museum. Evonwel, ,,daar het buiten haar macht ligt om voor een behoorlijke verzorging dier schatten to waken, is het gevaar niet ge ring, dat zoodoende veel kan verloren gaan wat voor de land- en volkenkundige weten schap van het grootste belang is tc achten. Voorts kan zij niot voldoen aan den eisch, die bij do bewaargeving wol niet werd ge steld, doch dio uit de waarde der voor worpen als van zelve voortvloeit, don eisch nl. dat de haar toevertrouwde voorwerpen, die zij met geldelijke offers voor korten tijd onder de oogen van het publiek bracht, blijvend tot leering en nut van het Ncder- landscho volk zulen worden tentoongesteld." Om deze reden meent de Vereeniging, dat met het nemen van een beslissing niet te lang meer mag wordon gedraald. Do Vereeniging voor de Stichting van een Museum voor Land- en Volkenkunde la Amsterdam bestaat uit do volgende heeren51 mr. N. P. van den Berg, voorzitter, J. M. van Bosse, H. C. van den Honcrt, dr. G.' Korbert, Hugo Muller, G. A^. baron Tin Ja!, J. R. Wüste, J. H. van Ecghcn, dr. H. F.' R. Hubrecht, J. W. IJzerman, prof. Max Webor, E. Heldring, penningmeester, oa K. F. van den Berg, cecretaris. De vereeniging van bezoldigdo agen- ton van politio ,,Door Eendracht Saamgo- braoht", alhier, hoopt haar driejarig be staan feestelijk te herdenken op Maandag 30 November en Dinsdag 8 December a. a. in de zaal van „Hotel du Nord." Naar aanleiding van do door hot Raads lid R. A. van Sandick Ingediendo motio, heb ben B. en Ws. van Den Haag den gemeenteraad voorgestold te besluiton om met 1 Januari aan de Raadsleden eon presentiegeld toe to konnen voor iedore door hen bijgewoonde raadszitting en aan Ged. Staten te verzoeken dat te willen vaststelion op f 3 per lid en por zitting. In dc gisteren gehouden Raadszitting tc Rottendam kwamen eenige voorstellen in met betrekking tot do Nieuwe Maashaven. B. en We. vragen 315,000 om liet Oostelijk deel dier haven uit tc baggeren. Zij stellen verder voor, don Z.-W. hoek to bestemmen als ligplaats voor liet vierde droogdok on vragon daarvoor, alsmede voor oevervoor ziening, eveneens een krediet. Door do genie werd gisteren tc Haar lem aanbesteed het maken van bomvrij© ge bouwen in hot fort bij Hoofddorp. Raming 67,000. Minsto inschrijver J. van Olden burg Jzn tc Borgen, voor f 61,928. Do genioenteraad bonoomde tot hoofd eener lagoro school don hoer J. Voogd, to Rotter» dam. In zake liet voorstol betreffondo het arm huis werd aangenomen liet. voorstel van den heer J. Verheul Dz. om B. on Ws. uit te noodlgen, vordore plannon in lo dienen tot hot bouwen van oon nieuw armhuis ovor- oonkomstig het plan van don directeur van goineentoworken. Mon meldt dat de hoer A. J. W. van der Grinton, kapitein commandant van het garnizoen In Curasao, aldaar met de Hol- landsche boot is aangokomon. Het stoffeiyk overschot van wyien don Amstordamschen gomeonte secretaris, den heer A. van der Eist Azn zal Maandag to ongevoer 12'/4 uur op do nieuwe Oosterbegraafplaats ter aarde worden beslold. Wegons hot ovorlyden van don beer Van der Eist wordt de functie van secretaris dozer gemeento tydelyk waargenomen door mr. J. A. Baëze, hoofdcommies op de afdoeling finan ciën tor' gemeonlo secretario. Het s.s. „Goentoor", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 26 Nov. van Marseille; do „Moissen", van Java naar Amsterdam, ar riveerde 26 Nov. tc Suez; do „Koningin- Regentes", van Java naar Amsterdam, pas seerde 26 Nov. Ouessant; de „Herzog" (uit- roi6) vertrok 2& Nov. van Zanzibar; do „Kurfiirat" (uitreis) vertrok 25 Nov. van Lissabon; dc „Lawoo" arriveerde 25 Nov. J van Rotterdam te Batavia; dc „Kanzlor" (thuisreis) vertrok 21 Nov. van Kaapstad; do „Kediri", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 2 Nov. van Port-Said; de „Solo"' arriveerde 26 Nov. van Pcnarth te Padang; do „Timor" arriveerde 26 Nov. van Am sterdam te Padang; dc „Rhipeus", van Ja va naar Amsterdam, passeerde 24 Nov. Gi braltar; clc „Duisburg", van Java naar Am sterdam, passeerde 24 Nov. Sagrès. tllllegom. Van de drie aftredende notabo- len der Ned.-Herv. Gem. alhier, zyndo de heeren J. van Til Rz,, J. van Til Jz. en R. M. Taat, werden gisteren do beide eerst genoemden met 60 en 67 van do uitgobrachte stenimonl herkozen en werd in de plaats van R. M.j Taat gokozen met 38 stemmen de heer F. j W. Vlotman alhier. Op den heer R. M. Taat' worden 21 stemmen uitgebracht. Kaag. Gisteravond heeft de derde algo-, meene vergadering der leden van de IJsclub' „Kagia" plaats gehad ln het cafó „Do Goud-1 vl8ch" te Kaag. Do werkzaamhoden liepon| flink van stapel. De secretaris on do penning-, raeestor kwamen met degolyko verslagen voor[ den dag en werden met genoegen door do loden, dlo talryk waren opgekomen, aange-j hoord en tonder eenige discussie goedgekeurd. Do verdere voorstellen van het bestuur werdont alle bU acclamatie aangenomen. Hel was zonderj eenige overdryving, met recht oen genoeglUke; avond. Moge nu maar ys en weder dlenendo( zyn, opdat de 2 a 3 bardiyderyen, die zullen plaats hebben, zonder sluiting kunnen ge-; 8cbieden 1 Tot notabelen zyn gekozen de heeren. Lelyvold on De Groot en tot kerkvoogd de; heer Do Graoff. j Hazorswoudo. Gisteren zouden degebroe-, dors J. on P. van dor Werf, boomkweekers-! bedienden te Boskoop, voor de firma P. (V van Nes en ZoDen een bok of 6chuit, geladenj met boomen, naar de stadskweekery te Lelden] vervoeron; doch ter hoogte van de „Viefj Heemskinderen", werd hun de stryd tegen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1