Bloemen in de lente. Scheepsramp voor Terschelling. WekellJksche Kalender. v v Heer, ik neem aan, dat Uw inkomen 15,000 dollars per jaar bedraagt (een zeer vleien de onderstelling voor het meerendcel der lezersI) en dat U het feit erkent: Tijd is geld. Daarom voegen wij bij deze circulaire 4 cents als betaling voor 2 minuten van Uw tijd, opdat U dien gebruiken zult voor het lezen van een verslag over de oor spronkelijke, nieuwe zetten, die voorkomen in de klucht van drie bedrijven, welke Maandagavond voor de eerste maal te Nieuw-York wordt opgevoerd 1" Zelfs de tooneelspelers moeten het hunne bijdragen tot reclame. Toen Jozef Jeffer son, een Amerikaansche tooneelspeler, voor het eerst met het stuk ,,Rip van Winkle" een tournée door de westelijke staten maak te, schreef de uitvinder van een bed met 8pringveeren, Winterbottom genaamd, hem: ,,Ik neem de vrijheid, U als oewija van mijn dankbaarheid één van mijn bedden te zenden ten gebruike in Uw gezin. Daarvoor verzoek ik U alleen, als U in het laatste bedrijf wakker wordt, te zeggen, dat ge U niet half zoo onlekker zoudt gevoeld heb ben, als ge geslapen hadt op een bed met springveeren van Winterbottom." In de eerste plaats noemen wij Scilla si- birica, die haar allerliefste hemelsblauwe bloempjes laai zien, voordat de lente offi cieel is aangekondigd. Wanneer men de bol letjes van deze plant nu 10 cM. diep plant en den grond afdekt door wat turf strooisel, dan zult u eens zien hoe fraai die kleine bloempjes boven dat bruine turfatrooisel uitkomen. Een ander voordeel, dat aan dece bedekking verbonden is, ia, dat bij he vige stortregens de bloempjes niet vuil worden. Wie niet van blauw houdt, die bestelt een" voudig de witte variëteit, die een paar jaren geleden mot een certificaat 1ste klasse be kroond werd. Mood is ze zeker, maar wij prcfereeren het type met haar m-mooie blauwe toiletje, dat haar zoo bijzonder goed staat. Scilla cam- panulata hebben wij al meer dan eenmaal een goed getuigschrift gegeven en bij her haling doen wij dat gaarne. Wie zou dat met ons niet gaarne doen voor een plant, die zoo bescheiden ifl als deze, nimmer eisohen stolt en daarbij elk voorjaar haar fraaie bloemen in grooten getale laat zien. De afzonderlijke bloemen zijn licht-blauw van kleur, en klokvormig. Zij hangen ten get ale van 14 20 aan een gemeen schap- pel ij ken steel en herinneren ons aan een bloemstengel van een hyacint, ofschoon wij er aan moeten toevoegen, dat de bloei wijze van de blokvormige Scilla heel wat losser en gracieuzer is dan onze Nageltak. De on dervinding heeft ons geleerd, dat deze Scilla bij voorkeur onder plantsoen groeit, wat een aanbeveling te meer voor haar is. Ook van deze soort bestaat een verschei denheid met witte en een met rose bloemen, welke worden aangeduid met de namen al- ba" en ..Rose queen". Er zijn nog veel meer Sc ill a's: wij herin neren aan Scilla amoena, met snoeperige bloempjes, die onze huismoeders aan ko geltjes-blauw doen denken, aan Scilla bifo- lia, welke al zeer vToeg in het voorjaar bij de hand i6, aan Scilla nutans, de knikkende Scilla met ld abt-blauwe bloempjes, aan zoo veel andere, te veel om op te noemen. Het uitgebreide geslacht Iris, dikwijls de orchideeën van den kouden grond ge noemd, bezit ook eanige soorten, die ons bloemen in de lente geven, en dat wel bloe men van buitengewone schoonheid, zoowel wat vorm als kleur betreft. Bestel eens een aantal bollen van Trie reticulata, plant die op een zonnig en in het oog loopend plek je van uw tuin, en vertel ons in Maart eens hoe u die violetkleurige bloemen vindt, die dikwijls boven sneeuw en ijs uitkomen. Om de lekker riekende bloemen toch maar goed te doen uitkomen, blijven de blade ren terug, evenwel zijn deze uitge bloeid, dan schieten ineens de rolronde bladeren omhoog om nieuwe krachten te verzamelen voor een volgend jaar. Zijn de bladeren geel geworden, dan haalt men de bollen uit den grond, om ze in October- November weer te planten. Iris peraioa draagt lichtblauwe bloe men, die met gouden vlekjes beschilderd zijnIris Danfordiae tooit zich met gele bloemen en wordt nauwelijks 15 cM. hoog. Reeds in Februari staat zij in vollen bloei. Iris Bakeriana bloeit met hemelsblauwe bloemen, die even lekker ruiken als de be kende viooltjes. Wij zouden er nog best een dozijn kunnen noemen, maar achten dat niet noodig, immers, waar deze te koop zijn kan men ook andere krijgen, zegt het „Utrechtsch Dgbl." Blauwe Druifjes zijn allerliefste lente boden, die bijna voor een zuur gezicht te krijgen zijn. Daarbij komt, dat zij al zeer weinig eischend zijn en eenmaal geplant, komen zij elk voorjaar ons met haar op miniatuur-druiven gelijkende bloemen be groeten. Men weet het, dat deze bolgewas sen tot de familie der Liliaoeae bchooren en in de wetenschap bekend zijn als Mus- oari botryoides. Allergekst zien de bloeiwijzen er nit van Muscari plumosus monstrosum van een bloemdek, van meeldraden, van een stamper is geen spoor te zien. De geheele inflorescentie wordt gevormd door een reeks van gekleurde vertakkingen, die te zamen een pluim vormen. Inderdaad, ook dergelijke afwijkingen zijn interessant, zij geven stof tot denken, tot onderzoekingen en tot leerzame discussies. SCHIPBREUK VAN DE CLARA JOHANNA", 18 October 1903. Do lucht is dik en zwart de nacht, De zee loeit aan met woest geklater. d'Orkaan woedt met ontemb're kracht, En zweept en beukt hot zilte water. Hier rijzen eensklaps bergen op, Ginds dalen zij weer dond'rend neder, En vrees'lijk klinkt bij 't stuimig weder 't Gedaver van het bruisend sop. En hoop'loos zwalkt het kleine schip Daar op de wilde watervloeden, O, God, wil Gij het toch behoeden, Want onder 't water schuilt de klip. Geen enk'le baken wijst hun 't spoor, Nu opgeheven naar de wolken, Dan neergedaald in diepe kolken, Zoo gaan zij reddeloos teloor. Een schok..., daar beukt het schip op 't zand. ,,0 God, o God, wij zijn verloren. Wij komen niet meer aan het strand, Maar zullen in de golven smoren. Erbarming, red ons, red ons, Heer!" Klinkt 't angstgeroep der schepelingen, En 't meerendeel der zwalkelingen Zmkt biddend op net scheepsdek neer. Daar nadert van Terschellings strand De reddingsboot met forsche slagen. Goddankmen zal due van het lnnd Een poging nog tot redding wagen. Zij vord'ren echter langzaam slechts Die helden hoe ook sterk in krach - ten, Daar zij door booze ir^odweers-machten Geelingeri worden links en rechts. Mot vreugd zien d'arroe visschers dra, Hoe daar do redding op komt dagen. Zij slaan met angst den kampstrijd g&, Dien 't bootsvolk met de golven wagen. Er komt weer hoop in 't angstig hart. Een iuich.creet trilt er door hun zielen, Zij bidden, smeeken, zuchten, knielen, Terwijl nog 't schip de golven tart. Doch neen... helaas! hoe vol van kracht-, De boot wordt weer teruggeslagen. Zwaar deint de zee in 't zwart der nacht, En tolkens feller zijn de vlagen. De waterzeeën rollen aan, Omhoog, met wit gekuifde koppen, Als borgen met besneeuwde toppen, Die dreigend ter vernieling gaan. Intusschen zinkt *het schip al meer, Daar komt een stortzee aangevlogen, Smakt woedend op het vaartuig neer, Dat opsplijt door dat wreed vermogen. Het dek slaat weg, de maat stort mee, 't Wordt alles eensklaps opgenomen, En 't volk, in 't water neergekomen, Stort stervend nog zijn laatste beê. Een enk'le slechte door Gods genfi. Bewaard drijft op de wilde golvem Nu opgeheven, dan bedolven; Maar 't reddingsvaartuig naakt weldra, En neemt hem op met open armen, Hij doet het deerniswaard verhaal, Terwijl een traan welt menigmaal Yan 't treurig einde van de armen. Do morgenscheem'rmg breekt weer door, En glanst weemoedig op de golven, Waarin acht menschen zijn bedolven; Acht levens gingen kier teloor. Al stiller, stiller wordt het- klaat'ren, De zee wordt kalm, de lucht dunt af. Een lichtstraal speelt er op do waat'ren, Thans 't versch gesloten zeemansgraf. Natuur! wij sidd'ren voor uw kracht, En buigen voor uw groot vermogen; En in ontzetting neergebogen. Erkennen wij uw overmacht. Wij bidden met eerbiedig vreezen: „O God! zie neer met medelij, Sta weduwen, en weezen bij. Wil hun tot hulp en trooste wezen." Leiderdorp, Nov. 190Q. Zondag. Wie zelf een glanen dak heeft (en wie heeft het niet?) moet op andene hiuzen geen steenen werpen. Maandag. Kennissen maken is gemakkelijk, er af te komen is moeilijk. Dinsdag. Men vindt wel eens oude, knorrige groot jes van achttien en bekoorlijke, lieve, vroo- lijke meisjes van zes en zestig jaren. Woensdag. Edele karakters werken altijd op de edel ste eigenschappen van ieder, mat wie ze in aanraking kom^n. Donderdag. Wilt gij veel werk afdoen en spoedig? Haast u dan, als gij den tijd hebt; dan hebt gij den tijd, als gij haast hebt. Vrijdag. Men verricht het eenvoudige alleen dan met meesterlijke zekerheid, wanneer men meer kan dan dat. Zaterdag. Om alles te doorgronden, moet gij niete weten; oen allee te bezitten, niets bezitten; om alles te worden, niete worden. Kaffers en Eau de CoBogne. Kaffers zijn, gelijk men weet, bijzonder op 6terken drank gesteld. Maar aangezien de drank hen minder geschikt maakt voor den arbeid, is het verboden hun die te ver- koopen. Of het de Kaffers zijn, die er ach ter zijn gekomen, of dat een slimme winke lier hen op het denkbeeld heeft gebracht, valt- moeilijk uit te maken, maar een feit is, dat zij zich een roes drinken aan eau i de cologne. Een poos lang kon de directie j van sommige mijncompounds van den Rand i waarnemen, dat hun Kaffers zich aan ster ken drank te buiten gingen, maar nnrinnb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 13