Hoe vorsten slapen. Hoe de Giiineezsn met hun goden omgaan. Kunstverrichtingen op reclamegebied. I nc, keek haar aan met zijn roode oogen, die fonkelden van geluk, en fluisterde: „O Pégotte, wat ben ik gelukkig!... Ik ben zóó gelukkig, zie je, dat ik niet weet, hoe ik je dat kan toonenWil je Zondag met mij naar de zee gaan?" Pégotte slaakte een zucht, alsof haar ziel het paradijs binnenging. Wat kon haar nu nog de straf schelen, i die de baas en de vrouw haar zouden toe- l dienen I Zij zou de zee zien 1 De zee met Branot 1 Zij sloot haar oogen van geluk en meen de, in de verte de zee te hooren, haar vriendin, die haar toefluisterde over de pijnboomen„Hé, hól misschien heb je hem reeds Maandag, dien vrijer, dien je je zooeven gedroomd hebtl... Je zal hem zeker vinden, Pégotte 1" De slaap der vorsten is niet die van een gewonen sterveling. Soms is hij grandioos en soms afschuwwekkend; nu eens vol zachte poëzie, dan weer vol koortsige tra giek. „Hij, die een koning heeft zien slapen", zegt Carlyle, „heeft in het leven van een volk gelezen", en een ander philo- soof beweert, dat de vorsten slapen zooals zij stervenalleen het aantal hovelingen om de legerstede verschilt. President Roosevelt slaapt het zij met de noodige hoffelijkheid hier gezegd als een os. „Hij slaapt", zegt een zijner Ameri- kaansche biografen, „als een soldaat en als een wijsgeer: de vuisten gebald en den mond open..." Dit bcteekent in de gewone burgermanstaai, dat de President snurkt. Tsaar Nicolaas slaapt onrustig: „Zelfs mijn ergstcn vijand", heeft hij eens aan Stead, den Engclschen journalist, gezegd, „wensch ik geen nachten toe, zooals ik door breng." De Vredesengel waakt dus blijk baar niet over deze keizerlijke sponde. Keizer Wilhelm is het eigenlijk wel noodig dit te zeggen? spreekt in zijn slaap hard-op en rolt zich van links naar rechts. In de eerste jaren van zijn regeering stond hij dikwijls in het holst van den nacht op, steeg te paard, blies alarm in een of an dere kazerne en liet bij 't schijnsel der lan taarns de troepen de revue passeeren. De brave Berlijncrs waren versteld over zoo veel activiteit en riepen bewonderend: „Wat 'n keizer 1" Totdat op zekeren dag, door een onbe scheidenheid van een der hovelingen, uit- lekte, dat de Keizer een holle kies had, die hem dikwijls uit den slaap hield. Doch do slaap, die ontzet, waarvoor inen gruwt, is c'.ie van den Sultan aan den Bos porus. Hier staan we midden in Shakespea- re, midden in Aeschylus Als de avond valt, komt over den on gelukkige een waanzinnige angst. De scha duwen, die zich rekken en rekken, doen hem in elkaar krimpen en de stilte van den nacht doet hem sidderen. Dan beveelt hij, dat in alle kamers en gangen van zijn paleis licht worde ontstoken, dat tot zelfs de afge- legenste lanen van het onmetelijke Yildiz- pnrk a giorno verlicht worden, van het val len van de schemering tot het opgaan der zon. En om do booze geesten te verjagen, die hem achtervolgen, laat hij zijn orkest spelen tot Hiep in den nacht of luistert angstvallig naar het eentonig gestap der schildwachten, die urenlang onafgebroken onder zijn vensters heen en weer wandelen. Als hij do oogen sluit, is het voor een enkel oogenblik. Zijn ademhaling is ge jaagd. Verschrikt wordt hij wakker, hot angstzweet op het voorhoofd, en ineenge krompen onder de herinneringen aan e-n boozen droom, laat ïïij zijn trouwen Ebdoel Hooda roepen om hem de bedoeling der geesten uit te leggen. Soms laat hij zich rapporten van zijn spionnen brengen cn daar, op zijn leger stede. tusschen twee aanvallen van zinne- loozen angst, beveelt hij nieuweher vormingen. Dan weer staat hij op, sluipt naar een der^ terrassen en bespiedt angstig den horizon. Want deze man verwacht elk oogenblik de schepen, die hem verjagen zullen. Hij vreest EuropaMaar dat is alleen in zijn slaap. De Chineezen stellen zich hun goden met dezelfde eigenschappen voor als zij zelf hebben en door deze opvatting bestaat er een zekere gemeenschap met de godsdien sten van heidensche volken. „Hoe? Zouden deze goddelijke wezens ook niet een ontvankelijk gemoed hebben voor omkooperij en vleierij V' vraagt de Chi nees zich af en tracht de goden te bedrie gen, zooals hij ook de menschen graag doet. Zoo geeft de een of andere vrome zijn bij drage tot herstel van een tempel op de lijst met 1000 koperen munten aan, terwijl hij er in werkelijkheid slechts 200 offert. De aangeroepen god zal het wel niet zoo nauw keurig narekenenGedurende den tijd, dat de tempel gerestaureerd wordt, plakt men de oogen van den god dicht, opdat hij zich niet aan de heerschende wanorde zal erge ren. Het treffendste voorbeeld hoe de Chinee zen trachten hun goden te bedriegen, geeft de bejegening van den keukengod, die op het eind van het jaar naar den hemel gaat, om zijn jaarlijksch verslag over de respec tieve families te geven. Opdat hij niets kwaads zal zeggen, besmeert men zijn lip pen met honig. Dikwijls wordt ook op de altaren valsch geld, dat van zilverpapier gemaakt is en er als zilverstaven uitziet, verbrand. De desbetreffende god zal het wel als baar geld aannemen. De Chineesche zeelieden ge- looven, zooals bekend is, nog steeds, dat de gevreesde Tyfoon door booze geesten ver oorzaakt wordt. Heeft de storm zijn hoogsten graad be reikt, dan zet men, volgens een oud gebruik, een papieren schip, dat een getrouw beeld van een werkelijk vaartuig is, op de golven, opdat de booze geesten zich hierop storten en het eigenlijke vaartuig intusschen ont vluchten kan. Breekt in China een epidemie uit, zoo als cholera, enz., dan begint men spoedig midden in het jaar een nieuw jaar. De god der pest. zal dan tot het besef komen, dat hij zich in den tijd heeft vergist en verdwij nen, de booze ziekte met zich nemend. Een andere misleiding is de volgende: Een man kruipt onder de tafel, waarop de offers staan, en steekt zijn hoofd door een tot dat doel in het midden aangebraent gat. Men tracht op deze wijze den god voor te spiegelen, dat hem werkelijk een men- schenhoofd geofferd wordt. Na een zekeren tijd bevrijdt de goede man zich weer uit zijn gedwongen positie en is trotsch op zijn groote daad. Ook is een geval bekend, dat een dis- tricts-beambte een strijd tusschen een priester en den Boeddha van den tempel te beslechten had. De god werd voor het ge recht gedaagd en moest voor den rechter knielen: een merkwaardig bevel voor een houten figuur. Toen hij dit hevel niet op volgde, veroordeelde do rechter hem tot 500 slagen met een bamboeriet, waardoor er spoedig niet veel meer van hem heel was. Bijna elk jaar brengt men den regengod bijzondere offers, opdat hij het land, dat anders in het geheel niet te bebouwen is, vruchtbaar zal maken. Geven deze offers in het geheel geen uitkomst, dan dragen ue landbewoners den god uit den tempel en zetten hem daar, waar de zon het heetst brandt, opdat hij zelf eens op zijn eigen corpus de hitte voelen zal. Een dorp van schaakspelers. Niet ver van HaJberstadt, jn het Prui sische district Maagdenburg, is een dorp van 1200 inwoners, Stroebeck geheeten, waar iedereen, oud on jong, aan het schaak spel doet. Volgens de overlevering heeft in de 11de couw een politiek overtreder, die op 't kas teel midden in het dorp gevangen zat, dat spel geleerd aan zijn bewakers, die boeren uit het dorp waren. Die boeren leerden het weder aan de le den van hun gezin en sinds dien tijd is scha ken daar 't geliefkoosd tijdverdrijf der dor pelingen gebleven. Het is er zelfs een der verplichte leervak ken op de lagere school, waar dagelijks een of twee uren worden gewijd aan het oefe nen in het schaken en 't samenstellen en op lossen van problemen. Tweemaal per jaar is er es am en in het schaken, waarbij dan een fraai schaakbord als prijs wordt toegekend aan den besten speler. Ook wordt er jaarlijks een schaakwed strijd gehouden in de oude herberg „Het Schaakbord" en eenige van de beste spelers hebben wel aan dien wedstrijd deelgenomen. Reeds jaren geleden klaagde iemand, die een bezoek had gebracht Engeland, er over, dat men daar vanwege de reclame zijn hoofd moest neerleggen op kussens, die met annonces bedekt zijn; dat men zich wassohen moest in waschkommen, die het meer of minder trotsch© opschrift dragen, dat de een of andere zeep onovertreffelijk voor het een of ander is, enz. Onlangs werd op een vroegen morgen een melkboer te Cardiff achterhaald door een ondernemenden theater-agent, die aan dui zenden deuren een kaart had bevestigd met de mededeeling: „Niet thuis. Uitgegaan, om „Waarom Smith zijn huis verliet" te zien." Een kleederfabrikant te Cardiff stelde zich met alle groote bakkers in zuidelijk Wales in verbinding en daardoor vertoonde het versche brood op een morgen tot verba zing der bewoners met duidelijk schrift de woorden: „Draagt Milton's kleederen." Verlokkender dan het recht, zich gratis een tand of een kies te laten trekken, dat een winkelier te Brixton zijn klanten bij een inkoop ter waarde van f 1.80 cadeau gaf (voor 57.60 kon dus een volledig gebit vernield worden), is een aanbod van het Amorikaansche coupon-schema, dat den bes ten koopers een gratis-reis naar Parijs in uitzicht stelde. Dit denkbeeld is daarna op verschillende manieren gevariëerd, o.a. in 1899 door den directeur van een schouwburg to Washing ton, die dengene, die op liet eind van het seizoen de meeste biljetten voor besproken plaatsen kon laten zien, een reis van ver scheidene weken naar Engeland beloofde. De Amerikanen hebben het met de recla me het verst gebracht. Zoo schreef een fir ma in Tennessee op de grafzerk van één ha- rer vroegere leden: ..Ter herinnering aan John Wills, oudste lid gedurende 20 jaar van de firma Wills en Bute, thans J J. Bute en Co." Een firma te Chicago verwijst naar een weide, in het bezit van varkensleveranciers, waar ieder gevoed varken verkondigt, dat de worsten van do firma de beste zijn: „Wij kunnen er voor instaan." Eenige jaren geleden kwam de eigenaar van een speelgoedwinkel in een badplaats aan de zuidkust van Engeland op het ge lukkige denkbeeld, iederen morgen een waggonlading mosselschelpen, op welker lichte binnenzijde een reclame voor zijn fir ma gedrukt was, op het strand te laten strooien voor de aankomst der badgasten Deze inval werd echter in de schaduw ge steld door dien van een ondernemende com binatie van whiskey-handelaars op Ceylon, die met eon luchtschipper contracteerde, om bij het opstijgen met zijn ballon kleine procfflesschcn der lirma aan minia tuur-valschermen naar beneden te laten. Grootmoediger nog dan deze firma geeft een schoenenhandelaar te Quebec bij ieder paar schoenen een paar oversohoenen ca-, deau, waarvan de zolen bij iederen stap op de sneeuw e woorden aidrukken: „Fitall's schoenen zijn het sterkst." Een schouwburgdirecteur te Nieuw-York verzond eenige jaren geleden circulaires met de volgende medcdeeling: „Goachte'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 12