So. 13399
LEIDSCH DAGBLAD,
WOENSDAG 28 OCTOBER. - TWEEDE BLAD.
Anno 1905
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Het Huis der Vreeze.
g-
De eerw. heer P- M. Bots, R.-K. priester
fce Leiden, schrijft in een Loidschen Brief
aan De Residentiebode o.m. het volgende:
hoe zoude ik in een brief met Leidcn-
gi.q. kunnen zwijgen van de kerkschilde-
ring door de heeren Van Wmsen en Van
der Wiel inde Mo n-p e e r-k e r k onderno
men Ook m de kerk aan de Hartebrug
heeft do heer Traufcwein bet aangedurfd,
om het heiligdom van Maria Onbevlekt
Ontvangen van een witte local iteit in eon
rijkversierde kerk te veranderen. En voor
zoover dat werk voltooid is, heeft onderge-
teekende (de eerw. heer Bots) alle respect
voor zulk decoreoren. Maar toch, in de
Mon-peor hebben de schilders den ontzet
ten den voorsprong, van in een Gothisch
kerkgebouw te arbeiden en dien voorsprong
te waardceren. O, wafc heerlijkheden vloeien
daaruit thans reeds voort, thane, nn men
nog maar den aanvang en behandeling
van priesterkoor en zij-altaren aanschouwt 1
Immers, de ribben der gewelven, niet te
bont, maar tooh fijn en met goud behan
deld, dwingen ieders oogen naar hun op
gaand karakter te zien en zingen zóó het:
y,Sur sum co-rd-a De ruimten, die vrij groote
ruimten, die tusschen de ribben der gewelven
naar hun middensluitsteen samenloepen,
hebben eon zachten, witten grond, maar zij
worden als bezield door ranke eogeflengedtal-
ten, die elk één van Maria's deugden in een
opschrift ten hemel dragen, wijl dc Mon-
pèrer-kerk aan Maria is toegewijd. Afgezien
nu nog van de harmonie in de tinten, ter
plaatse waar de bogen der zijbeuken bij hefc
priesterkoor aansluiten, afgezien van ta
bleaux nu nog gedeeltelijk achter doeken on
steigers in het priesterkoor verborgen,
geeft datgene, wat boven in de gewelven
van het hoogkoor werd voltooid, reeds het
karakter aan van het geheele werk. Men
doet namelijk hier de schilderkunst geheel
,als dienaresse optreden der bouwkunst en
men heeft dus, (als de Gothiek) in de hoo-
gere deelen der kerk, het opstreven de en
.lichte karakter van tinten en figuren doen
spreken, terwijl de lagere en meer con-
'struötief-sprekende deelen der kerk zwaar
der zullen behandeld worden. Omlaag is
men bij do aarde, omhoog is men in do he-
melen. Dat liet de Gothiek in haar gobou-
wen uitkomen, en dat moet dus ook het be
schilderen van een Gothisch gebouw navol -
gen. Laat ik dus voor u, geliefde vereerders
van de kunst onzer vaderen, mijn klein
woordje over do Mon-peer met het velgend
rijmpje besluiten:
Zie, 't MiddeneeuwBch Gothiek
Zoo zinrijk Katholiek,
Hoo springt hot uit bot duister
Door aller kleuren luister 1
Omlaag hot bonte weenden
Van 't kleurspel, vel en trotsch;
Omboog de reine hcean'len,
Waar rondzweeft de engel Gods I
De Residentiebode heeft een drietal arti
kelen gewijd aan „Initiatief en t ij d-
verspilling bij den parlementa
ren arbeid."
Naast hot overdadig gebruik maken van
het recht van interpellatie en om motien in
te dienen, acht het blad het behandelen van
zoogenaamde in itia/tief-voorstellen, indien
deze toch geen kans hebben tot wet te wor
den verheven, een der voornaamste oorzaken
van tijdverspilling.
Hierbij had De Residentiebode voorname
lijk het oog op de beide voorstellen too
Grondvotsherzionin g.
In haar eerste artikel stelde zaj dan ook
de vraag „waartoe behandeling der beide
tot Grondwetsherziening bij de Tweede Ka
mer der Sta ten-Gene raai aanhangig ge
maakte initiatief-voorstellen zou kunnen
dienstig wezen." Na daarop ten antwoord
gegeven te hebben, dat die behandeling
in de gegeven omstandigheden tot gcenerlei
practisch resultaat van wotgevonden arbeid
zou kunnen leiden, besprak zij in haar twee
de artikel dc quaestie of de Tweede Kamer
het absolute recht bezit een initiatiefvoor
stel haror leden, waarvan zij geen pra isch
resultaat kan verwachten, indien anderre
18)
Ik had kamers in Whitehall Court gehuurd,
in de buurt van het Ministerie van Binnen-
'landsche Zaken, on zou de Zaterdagen en
Zondagen, als ik dat verkoos, te Lorn Abbey
doorbrengen. Maar het was oom Wilfrid's
wonsch geweest en mogelijk ook dien van
miss Hope, dat ik het oude landgoed niet zou
zien vóór den avond van het bal, als al de
veranderingen en verbeteringen waren aange
bracht en het huis op zyn mooist zou zijn.
Oom Wilfrid was er den avond te voren
•heengegaan, door een staf van dienstboden
gevolgd, en lady Towers had beloofd op den
dag van het feest met miss Hope mee
.te komen en er dan een week of langer te
blijven.
Een vreemde gewaarwording, alsof ik mij
in een droom voortbewoog, was over mij ge
komen, toen ik aan het station te Martenhead
uit den trein stapte. Ik had mijn bagage voor-
uit gezonden en besloot naar Lorn Abbey te
wandelen, wijl ik met opzet verzuimd had
den trein op te geven, waarmee ik zou aan
komen.
In de stad was de „season" in vollen gang
en hier in de streek by de rivier genoot men
do heerlijke opwekkende lucht van midden
April. Een leeuwerik vloog zuigend -voor mijn
1 voeten op, terwyi ik het voetpad betrad, dat
de kortste weg was van het station naar het
dorp; en de geheele zichtbare wereld scheen
één maagdelijke wildernis van rosen appel
bloesem en van een vroegtijdige sneeuw van
ha^adeornbloeL
arbeid om behandel i-itg vraagt, te laten
rusten totdat daarvoor tijd en gelegenheid
zal zijn gekomen. Dit absolute recht als on
betwistbaar op den voorgrond gesteld heb
bende, komt zij thans tot de beantwoording
van het tweede Lid der door haar te voren
gestelde vraag: Kan de Tweede Kamer in
de gegeven omstandigheden gevoeglijk van
dat recht gebruik, maken
Na het oordeel van De Nederlander en De
Nieuwe Courant te hebben aangehaald,
waaraan het blad verklaart niet veel toe te
voegen te hebben, brengt het nog het woord
van een gezaghebbend on onwraakbaar ge
tuige te berde, sd, van prof. Buys onder
voorzitter der Grondwetscommissie van
1833, naar wier schema de herziening van
'87 tot stand kwam waar deze bespreekt
Eet niet opnemen in de Grondwet eener
verplichte prise eai considération" van
initiatief-voorsteilen, uitgaande van leden
der Tweede Kamer, eca daarvan zegt:
„Dat op dd© wijze een voorstel zonder
grondig onderzoek kan worden ter-zij de-ge
steld, is mogelijk, maar tegen lichtvaardig
goedkeuren, niet tegen lichtvaardig ver
werpen heeft de Grondwetgever willen wa
ken. Bij verwerping beschikt de Kamer over
haar eigen recht en zijzelve kan zeker het
best beoordeelen, -of er voor haar al dan niet
termen bestaan om daarvan gebruik te ma
ten.
Ware zij verplicht alle voorstellen van
haar leden in bijzonderheden te onderzoe
ken, deze zouden dan de bevoegdheid heb
ban haar van haar grondwettige taak af te
trekken en den regelmatige n voortgang
der werkzaamheden tegen te houden. Zulk
een bevoegdheid nu kan nooit aan de enkoio
leden toekomen. Evenals de vergadering de
behandeling van eenig amendement afhan
kelijk kan maken van voorafgaande onder
steuning door meerdere leden; evenals zij
de beraadslagingen kan sluiten, als zij
meent voldoende te zijn ingelicht, even
eens kan zij bepalen of er termen bestaan
om eenig voorstel van haar leden in bijzon
dorheden te onderzoeken."
De Residentiebode meent, dat deze uit
spraak aan duidelijkheid nidte te wensohen
overlaat, noch omtrent het recht der Twee
de Kamer om initiatief-voorstellen niet
in behandeling to nemen, noch omtrent haar
bevoegdheid van dit recht gebruik te maken.
Wat het onderzoek der voorstellen in do
secties aangaat, begrijpt het. blad met Dc
Nederlander en in tegenstelling met De
Nieuwe Courant niet, waarom de Twcedo
Kamer dat niet zou kunnen weigeren.
Het blad begrijpt niet, indien de Centra
le Sectie, welke met de voorbereiding dor
werkzaamheden belast is, het recht heeft te
besluiten", dat een onderwerp niet aan de
o*do komt, dat dan de Tweede Kamer ver
plicht zou wezen om ook ter wille van
„goede politieke manieren" of „parlemen
taire oon ven ties" da-t besluit te vernietigen
en het afdeelingsonderzoek te gelasten van
een voorstel, hetwelk zij voornemens is niet
tot oponba.ro behandeling te laten komen,
dewijl ze weet, zij het dan ook niet offici
eel weet dat de schim van Klaas de Jong
daarop haar stempel gedrukt heeft.
Voor De Residentiebode geldt echter een
andere overweging. Zij zou in dezen niet
gaarne willen een votum van links tegen
rechts.
„Ook aanzienlijke deelen der minderheid
hebben bezwaren tegen de voorstellen. We
gen die echter bij haar niet zwaar genoeg
om ook een sectie-onderzoek aJs tijdverspil
ling te erkennen, welaan dan, dat men
zulks te gelegener tijd bij heb debat over de
regeling van werkzaamheden vorklaro en
met onbetwistbare duidelijkheid uitmak e,
dat het zou gaan worden een stemming
van minderheid togen meerderheid.
Telt dus de gezamenlijke linkerzijde de
bezwaren zoowel van haar eigen groepen als
die van de meerderheid zóó gering, dat zij
als geheel, of althans bijna unaniem, een
onderzoek der initiatief-vooratellen in de af-
deelingon blijft vorderenwelaan, dat
men dan onomwonden en in openbare ver
gadering daarvoor uitkome.
In d a t geval, dooh in dat geval alleen,
zouden wij het minder weneohelijk achten
dit bijkans afgedreigd© sectie-onderzoek te
weigeren, aan de linkerzijde daarbij ©venwel
deze t.weo feiten onder hot oog brengende: I
Ik stak nu by don laatsten mijlpaal over
en bevond my in de verstrooide buitenwyken
van het dorp, vraar ik langs huisjes, ver
scholen onder gouden regens, en mooie villa's
kwam. Eindeiyk bereikte ik den weg, welke
naar Lorn Abbey voerde, en hier vormde het
groen on wit van de in bloei staande kastanje-
boomen reeds als het ware een gewelf.
Voor my uit bewoog zich log een verhuis
wagen, welke eenigen tyd het groen© landschap
aan myu oog onttrok, totdat hy eindoiyk voor
een mooie kleine villa stilhield, juist tegenover
het groote hek van Lorn Abbey.
Ik herinnerde my, dat, toen ik in den herfst
het landgoed voor het eerst bezocht, die villa,
welke „Hot Nest" werd genoemd, te hum-
stond, doch nu scheen zy biykbaar bewoond.
De Daam was zeer toepasseiyk, want het
lage gebouw zag er gozellig en vriendeiyk
uit. Het lag een weinig achteruit, achter een
geschoren haag, en van uit de bovenramen
kon alles, wat het groote hek aan den anderen
kant van den weg uit- en inging, gemakkeiyk
gezien worden.
Ik keek er onwillekeurig naar, benieuwd ol
de nieuwe bewoners van „Het Nest" (die de
naaste buren van oom Wilfrid waren) kennis
sen of vreemden zouden biyken te zyn, toen
plotseling een streep helder scharlaken rood
tusschen de gordynen van een middenraam
myn oog trof en dat boeide.
Een vrouw, in het rood gekleed, gluurde
naar my. Maar ik had nauwelyks een Indruk
van donkere oogen en haar gekregen, of de
neteldoeksche gordynen werden styf dichtge
trokken, zoodat slechts een glimp van een
scharlaken toilet zichtbaar bleef.
Verbaasd over dit blykbaar verlangen om
ongezien te blyven, kon ik myn oogen voor
een oogen blik niet van het huis afhouden,
la dat de voorstellers dor Grondwetsher
ziening van betere „politieke manieren"
hadden blijk gegeven, indien zij hun voor
stellen hadden mgediend, toen de tegen
woordige minderheid nog meerderheid was,
en krachtens de overwinning hunner geest
verwanten het ministerie Pierson-Borgcsius
aan de groene tafel was gezeten;
2o. dat de verantwoordelijkheid der ver
spilling van nationaJen tijd komt voor hun
rekening en bij do balans van 1905 nevens
sommige andere zaken zal wonden geboekt.
„Waarvoor in rekening debitearon'V'
De Standaard bepleit in een bespreking
van onze notaris-wot (van het jaar '42)
en de daarop ingediende voorstellen tot wij
ziging, een bepaling, behelzende het verbod
tot uitoefenen van het bankiers- en kassiers-
bedrijf door notarissen, en wel om twee
redenen:
„Vooreerst is de notaris, krachtens zijn
opleiding, in geldzaken absoluut een vreem
deling; en wie weet, welk een hoofdbreken
financieel© opera-taën vereischen, zal met
ons van oordeel zijn, dat hiertoe zeer veel
kennis en een geschikte opleiding voreiecht
worden. Dan in de tweode plaats, omdat
dikwerf de notaria als bet ware gedwon
gen wordt, tegen zijn zin zich met deze za
ken in te laten. Men weet dan ook, wat
noodlottige gevoigen dit waarnemen van hot
kastiersbodrijf door de notarissen na zich
heeft gesleept.
Hiertegen baat alleen een wettelijke bepa
ling. Dat is de notaris verantwoord tegen
over zijn cliënt en wordt deze vanzelf go-
noopt-, naar een kassier te gaan. En dan is
diit de verbetering, dat niet langer tal van
notarissen fout gaan, die, op zichzelf vol
strekt geen oneerlijke menschen, eenvoudig
omdat hun financieel© administratie hun
te machtig werd, het niet kondon vol
houden.
Geheel iets anders is het waarnomen door
de notarissen van rentmeesterschappen en
dergelijke. Dit brengt geen zelfstandig voor
eigen rekening financieel beheeron mee. Te
meer, nu hot kassiers-bedrijf zich ook ton
platten lande uitbreidt, wordt het tijd voor
goed tusschen notaris-ambt en bankiers-be
drijf wettelijk de incomptabiliteit vast i©
sftollen."
Over een enkel punt, dat in het wetsont
werp tot herziening der Drankwet ge
regeld wordt, schrijft rnr. A. Kerdijk in
het Sociaal Weekblad:
De Regeering wil plaatselijke commission
instellen, die, „mede belaat met het toezicht
op de naleving der wet", „de overhead van
raad zullen dienen, zoowel desgevraagd als
uit eigen beweging, omtrent alles, wat be
treft do bereiking van het doel der wet, ver
staan als de wering van misbruik van eter
ken drank". Maar tot leden van die oom-
missiën zullen alléén benoembaar zijn meer
derjarige i annelijke ingezetenen.
Verleden week heeft in de Kamer de mi-
nistor Kuyper er klem op gelegd, dat hij
geenszins blind is voor de „evolutie" inzake
benoembaarheid van vrouwen voor ambten
en bedieningen; maar dat men wèl moot
onderscheiden tusschen gevallen, waarin de
uitsluiting van do vrouw „logisch en conse
quent voortvloeit uit onveranderlijke na
tuurwetton", en die, waarin zij „eenvoudig
berust op eigen disoreditionaire vinding."
Hoe is hij er dan tee gekomen, hier we
derom mannen alléén in aanmerking te
brengen? Tooh waarlijk niet door conec-
quent-logischo gevolgtrekking uit natuur
wetten, maar enkel door ddsoreditionaire
eigen vinding 1 Nog wel op een terrein, dat
bij uitstek aangewezen was voor het tegen
deel. Want als er één zaak is, voor welke
vrouwen goede diensten kunnen bewijzen,
dan toch zeker wel de drankbestrijding met
haar sterk ethisch element.
In de memorie van toelichting staat: „In
het deel van dc burgerij, dat ernstig strijd
wenscht te voeren tegen het bewust© kwaad,
schuilen krachten, die de wdtgever voor
zijn doel kan bezigen." Eilieve, meencn do
heeren ministers van binnenlandsche zaken
en van justitie soms, dat krachten, dio ern
stig strijd wcnschen te voeren tegen de
drankellende, niet schuilen onder vrouwen
en terwyi ik er nog naar staarde, werd het
hek daarvoor wyd opengeworpen, zeker mot
het doel om den verhuiswagen, welke op den
weg stond, binnen te laten.
Boven voor het raam was elk spoor van
scharlaken verdwenen.
Ik wandelde ln gedachten voort Waarom
vonden ooms nieuwe buren het noodzakeiyk
om zich voor my verborgen te houden?
Ik was hot hok van de Abbey genaderd
en zag een paar kinderen «pelen by de deur
van de portierswoning, welko lang leeg had
gestaan, toen ik plotseling van gedachten ver
anderde en een anderen weg insloeg. Ik werd
op geen bepaalden tyd verwacht, dus kwam het
er niet op aan of ik een kleinen omweg maakte.
Ik liep door, langs den hoogen muur en langs
een pas geschoren haag, totdat ik het park
achter my gelaten en de weilanden bereikt had,
welke aan dien kant het landgoed begrensden.
By eon driehoekig stuk land was een overstap
naast een hek, waar ik over heen spong, en nu
liep ik verder over het land langs den binnen
kant van de haag. In de verte glinsterde de
rivier en halfweg, tusschen my en de rivier,
verhief zich de slanke boom, welk» hot graf
overschaduwde van de moordenares, Florence
Haynes.
Ik had niet verlangd die plek terug te zien en
ik was nog altyd verontwaardigd over het feit,
dat een vrouw, zooals zy was goweest, een
laatste rustplaats op het landgoed Lorn Abbey
had gevonden. Maar toch had ik den wensch
gekoesterd nog eens dien weg langs te gaan
en zoo over het wandelpad van den abt naar
het huis.
Ik zag echter tot myn verbazing, dat iemand
anders my vóór was geweest. De slanke ge
stalte van een man was afgeschaduwd tegen
den zonnJgen, geel-groenen achtergrond, en ik
De Nederlander zegt steeds een wurm
voorstander geweest te zijn van het begin
sel, dat de patroons hun arbeiders
tegen ongevallen moeten kunnen v e r-
zekeren by partiouliere maat-
echappijen of onderlinge veroe-
nigingen. Hij is dat nog. Maar, zegt het
blad, er doet zich een zeer bedenkelijk ver
schijnsel voor. Patroons, die er belang bij
hebben om niet te veel aan premie te betalen,
trachten nu hun arbeiders, als hun een niet
al te zwaar ongeluk overkomt, te beletten
zich aan te melden voor schadevergoeding,
door hen met wegzending uit don dienst le
bedreigen. Het doelt op het geval van do a
heer De Ridder, directeur der machine
fabriek to Dolfshaven, die, zoo zegt het
blad, een werkman heeft ontslagen, blijk
baar om geen andere roden, dan omdat deze.
die zijn vinger gekneusd had, een formu
lier aanvroeg voor de ongevallenwet
„De fabrikant", zoo schrijft De Neder
lander verder, „heeft zich niet ontzien een
recht te ontnemen, dat den werkman toe
komt. Bij die ontneming zooi hij geen be
lang hebben gehad indien do wetgever ver
zekering bij de Rijksverzekeringsbank voor
allen, verplicht gemaakt had, omdat bij die
verzekering hot voor don werkgever vrij on
verschillig is of de werkman al of niet zioh
voor vergoeding aanmeldt; de premie is er
toch voor betaald, en daarvan ziet de werk
gever in geen geval iets terug. Bij verzeke
ring bij maatschappijen is dat andere. In
dien nu do fabrikant, die bij particulieren
verzekert, zijn arbeiders in do uitoefening
van hun recht bemoeilijkt, dan ontstaat er
tweeërlei recht voor den werkman. Diens
recht op vergoeding verschilt dan naarmate
de werkgever al of niet aangesloten ia bij
de Rijksverzekeringsbank.
Dit nu is onduldbaar.
Indion er geen middel kan gevonden wor
den om'dit in het vervolg te beletten, dan
moeten wij tot ons leedwezen erkennen, dat
do thans bcstaando wettelijke regeling niet
deugt.
Er is, tijdens de behandeling der wet, wol
op deze mogelijkheid gewezen.
Ondenkbaar scheen het ons, dat ©r pa
troons zouden zijn zóó onrechtvaardig on
zóó dom en bekrompen tevens, dat zij niet
zouden inzien, dat een handelwijze, al.s nu
door den fabrikant De Ridder gepleegd is,
ten slotte op aller nadeel, dus ook op het
nadeel van den patroon, zou ui bloopen.
Want tweeërlei recht voor arbeiders, dio
in precies gelijke omstandigheden vork co-
ren, gaat niet.
Veel liever zal de Nedorlandsche wetge
ver, hoe nadeelig het ten slotte moge blijken
voor do industrie zelve, allen dwingen tó
gaan tot do Rijksverzekeringsbank, dan
zulk een onrecht to dulden."
De Standaard behandelt het onderworp
„Staaton Kerk in zake hot huw e-
1 ij k" naar aanleiding van hetgeen m r.
Aalborse in. zijn maidenspeech in do
Tweede Kamer daarover ten beste gaf.
Het blad schrijft:
„De heer Aalberse stelde dan op den
voorgrond, dat het huwelijk voor hem en
zijn geloofsgenooton Sacrament is; dat het
huwelijk alzoo binnen de wanden dor kerk
wordt geslotenen dat al wat do Staat ten
deze eischen mag, hierin bestaat, dat hij
de verplichting mag en moet opleggen, om
van het gesloten huwelijk opgavo to doen,
opdat het door de Overheid in do Registers
van den Burgerlijken stand wordo gebookt
Dit stelsel nu zou o.i. uitsluitend in oon
land met nagenoeg volstrekt R.-K bevol
king t© verdedigen en voor toepassing vat
baar zijnniet in het onze.
Voor do vrijheid der Kerken kwamen
wo steeds op, en nooit hebben we kunnen
verstaan, met welk recht do Overheid te
onzent aan eenige Kerk de bevoegdheid be
twist, om óf een kind te doopen, óf een
paar te huwen, zoo niet vooraf blijkt, dat
op het stadhuis aan de eischen van den bur
gerlijken stand voldaan is.
Van tweeën één, zouden we zeggende
Overheid oordeelt, dat de Kerk huwen kan,
óf wel ze betwist deze mogelijkheid en ziet
in de kerkelijk handeling slechts een acte
van den cerodienst.
Doet zij het eerste, dan kan ze voor zich-
kon zien, dat hy stilstond, mot gebogen hoofd
en de banden op den rug, dicht by do plaats,
waar de steen het lage graf, hetwelk slochts
even boven het gras uitstak, aanwees.
Hy stond met den rug naar my toe en myn
voetstappen op do veerkrachtige graszoden
gaven hem mjjn nadering niet te kennen. Ik
was dicht genoeg by hem gekomen om te
zien, dat hy jong was en good gekleed,
vóórdat hot kraken van oen takje onder myn
laarzen hem verschrikt over zyn schouder
deed kyken. Die beweging toonde my eon
gelaat, hetwelk, eenmaal en slechts voor één
oogenblik gezien, nooit wordt vergeten. Zelfs
al had hy zich niet naar my toegekeerd en
my aangezien, toen ik hem naderde, dan
zou ik den man na een tydsverloop van twintig
jaar toch herkend hebben. Het zou onmogeiyk
zyn geweost om zich een mooior gelaat voor
te stellen. Het was werkeiyk te mooi, om
aan iemand anders toe te behooren dan aan
een tooneelspeler, door dwaze meisjos aan
gebeden, of aan het model van een kunstenaar.
Een oogenblik dacht ik, dat hy my wilde
aanspreken, en bleef staan, in afwachting
daarvan. Maar na zyn lippen half geopend
te hebben, terwyi zyn levendige, blauwe oogen
met een vragende uitdrukking op my waren
gericht, boog hy zyn hoofd en met zyn handen
nog altyd op den rug, ging hy haastig heen.
Hy sloeg de richting in, van waar ik was ge
komen, en toen hy op eenigen afstand van
my was, kon ik niet laten hem langzaam te
volgen. Een onverklaarbaar, doch sterk ver
langen had zich van my moestor gemaakt,
om te weten, welken kant hy zou uitgaan,
als hy den straatweg had bereikt.
Zonder een blik achterom te werpen, sprong
hy over den overstap by het hek, waar ik hem
nu stond na te kyken.
zelve niet het uitsluitend recht van huwon
opeischen; en kiest ze bet laagste, waaraan
ontleent zij dan do bevoegdheid, om een
godsdicmttig deol van den eeredienst te bin
den aan door haar gemaakte bepalingen?
To onzent koos de Overheid zeer beslist
het laatste. Zij erkent geen bevoegdheid der
Kerken om een paar te huwen. Zij acht, dat
zij. Overheid, het weeeanhuwelijk alleen
tot stand brengt. Maar, eilieve, wat gaat
haar dan do acte in de kerk aan? Voor do
samenleving der geslachten, voor do echt
heid van het kind, voor den naam der vrouw
en voor het erfrecht golden uitsluitend de
bepalingen van haar Burgerlijk Wetboek.
Voor haar geldt alzoo, wie niet op liet stad
huis zijn huwelijk Laat voltrekken, als niet
gehuwd. Aan eenig kerkelijk huwelijk als
zoodanig zijn te onzent nimmer burgerlijke
rechten te ontleenen. Laat dit haar dan ook
genoog zijn. Laat ze als macht, die zichzolv©
eert, dan ton minste ook do huwende perso
nen e® de Kerken vrijlaten, om voorts te
doen wat oirbaar of aan de consciëntie ge
boden schijnt. Den eeredienst mag zij niet
aan banden loggen. In de kerk komt haar
geen zeggenschap toe.
In zooverre geldt het hier alzoo ecai
eisch tot vrijmaking dor Korken, dio niet
specifiek Rooni6ch, maar algemeen Chris
telijk ie, en die door allo Kerken, dio op haar
reoht prijs stellen, zal worden gesteund In
Frankrijk stond dit anders ten gevolge van
hot Conoordaat. In Nederland daarentegen,
waar wij geen Concordaat hebben, ontzinkt
hiormede aan geheel deze inmenging in den
eeredienst der Kerken de laatste grond.
Maar voor mr. Aalberse is dit niet ge
noeg Hij wil, dat ook do burgcrlijko huwe
lijksvoltrekking als eiscli zal worden losge
laten, en alleen kennis van het gesloten hu
welijk van don burgerlijken stand ten stod-
huize zal worden ingeleverd. En dit stand
punt nu komt ons voor ons land, en daar
van alleen handelen we, onhoudbaar voor."
En dan betoogt De Standaard, dat wat
men aan de eeno Kerk gunde, men zou moe-
ton gunnen aan alle Kerken, bestaande on
toekomende. Aan elke Kerk zou dan ook hot
recht moeten verblijven om zelfstandig uit
te maken, wie huwen mag, wie niet. Daar
na wijst, hot blad op 't verschil in geoet©)iik©
en canonieke jurisprudentie bij do verschil
lende Kerken.
„Er zijn te onzent ook Mormonen, dio do
polygamie huldigen; over do graden van
bloedverwantschap, voor een geoorloofd hu
welijk goeischit, verschillen meerdere Kerken
onderling; er zijn Kerken, die alle echt
scheiding uitsluiten; er zijn or, die ze ge
oorloofd achten; en er konden opzettelijk
Korkon geformeerd w. rden, om echtschei
ding te bevorderen. Want natuurlijk, als
gc aan de Kerken hot exolusiove huwelijks
recht geeft, behoort ook aan de Kerken al
leen het recht, om over ontbinding van
hot gesloten huwelijk to beslissen.
Is hot mi denkbaar, dat in een goed go-
ordondeii Staat allerlei gewichtige rege
lingen, die de afstamming, den samenhang
der geslachten, de burgerlijke rechtspositie
on de erfenis beheerschen, telkens naar ge
heel afwijkenden regel zouden beslist wor
den door een macht, waarover de Rt.nafc
noen controle noch zeggenschap heeft?"
Is hot nu denkbaar, vraagt De Standaard
dat men to onzent deze verwarring zal la-
ton opkomen en wettigen?
„En antwoordde mon hierop, dat de Over
heid dit kan voorkomen, door elke Kork te
verplichten kennis te geven van haar han
delingen, van do regelen, die deze hande
lingen besturen, van de contróle op deze
handelingen en van haar can- -"'eke juris
prudentie, on dat de Overheid hof. rochfc
moot hebben, hier eenheid in to brengen,
dan voelt tooh ieder, dat men van Seylla
in Charvbdis zou verzeilen on de vrijheid
der Korken eerst recht zou binden. Het
recht om als Kerk op te treden, nu vrij,
zou dan aan precieze bepalingen van Staats
wege moeten onderworpen worden, en op
het naleven der bepalingen staatscontrole
worden gehouden. Immers, gelijk hot nu is,
kan elko groep, hoo klein ook. als K^rk op
treden; zelfs vijanden van een Kork kun
nen zulk een schiinvorm in het, loven rn"ïvn
om een fatsoenlijke plooi aan do vrije lief-
De straatweg was lang on recht. Niemand
anders dan hU was daarop te zien, en daar hy
stevig doorstapte, werd myn nieuwsgierigheid
spoodig in zooverre bevredigd, dat Ik hem hot
hok van „Het Nest" zag binnongnan.
Toen keerde ik op myn schredon lorug on
wandelde langzaam naar het huls.
Do vreemde oude boomon, mot bun phantaa-
tischo vormen, welko het wandelpad van den
abt afbakendon, waren niet langer ongosnooid
en verwilderd. Het water in de gracht was
niet meer met oen dik, groen, siykerig vlies
bedekt. Hot landgoed zag er uit, zooals bet
er mogoiyk een eouw goleden bad uitgoziea,
toen Lorn Abbey in zyn blooltyd was. Verderop
strekte zich het grasveld uit, zacbt on groon
als smaragd fluweel, met groote perken vol
vuurroode tulpen.
Bloemen groeiden aan don voet van den
zonnewyzer en ofschoon het oude gryze
steenen huis nog altyd een somberen, afschrik-
wokkenden indruk maakte, welko niet in
overeenstemming was mot al hot bevallige
en bekoorlyko van de lente, had hot toch,
ondanks alles, een feestelyk aanzien. Waaraan
dit was toe te schryven, had ik in hot eerst
nauwelyks kunnen zoggen. Maar toon ik de
open voordeur onder don toren naderde on*
het blauw en wit van groote Cbineescho vazen
door do duisternis tegen een eikonhouten
aebtorgrond zag glinsteren, kwam ik tot de
ontdekking, d«t er voor al de ramen kanten1
gordUnen hingen met hier en daar oen streep
gekleurde zyde; dat vink by het huis een
veldtent, overtrokken met rood en wit ge
streept zeildoek, was goplaatst, en dat roods
donkerroodo loopera waren gelogd van den
oprit naar de met yzor beslagen, gebeeld
houwde deuren.
(Wordt vervolgd.)