13383
Vrijdag O October,
1903.
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offlcieele Kennisgeving.
Onder onze vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Het Huis der Yraese-
PUIJS DEZEB COURANTI
Vooi Leiden per week 8 0ent#i pe; 8 maanden 1*10.
Buiten Leiden, per loops? en waar agenten gevestigd s^n i 1.30.
Franco per poet1-65.
PRIJS DER ADVERTENTIE» i
Van 18 regels /1.05. Iedere regel meer 0.17£. Qrootere lettere oaai
plaatsruimte. - Kleine advertentiön van 30 woorden 40 Cents oontant i elk
tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor kot inoasseeren wordt 0.06 berekend.
TYPHUS.
In den laataten tijd Lebben zich in deze
gemeente verscheidene gevallen van typhus
voorgedaan, waarby met groote waarschijn
lijkheid de melk als overbrengster der besmet
ting mag worden aangezien.
Opnieuw ls de bekende waarneming her
haald kunnen worden, dat personen, die melk
in ongekookten staat dronken, door de ziekte
werden aangetast, terwijl andore personen uit
hetzelfde gezlD, die dezelfde melk alléén in
gekookten toestand dronken, van de be
smetting bevrijd bleven.
Kaar aanleiding daarvan beveelt de Gezond
heidscommissie de ingezetenon Dogmaals drin
gend aan de melk voor het gebruik te koken.
De Gezondheidscommissie:
H. P. WIJSMAN, Voorzitter.
J. D. FILIPPO, Secretaris.
Burgomesster en Wethouders van Leiden;
Gezien art. 8, 1ste alinea, der Hinderwet;
Brengen ter algomeene kennis, dat door
hen vergunning is verleend aan het Bestuur
van het H. G.- of arme Wees- en Kinderhuis
en rechtverkrijgenden tot het uitbreiden van
de Waech- en Badinrichting, gevestigd in het
H. G.-Weeshuls aan de Hooglandsche Kerk-
gracht No 17, kad. bekend Sectio I No. 2154,
door oprichting van een gasmotor van 3 pk.
ter vervanging van den bestaanden van 1 pk.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Lelden, 9 Octobor 1903.
I.
Er was glsternamiddag by hot opengaan
der douron van de Raadszaal onder de jongere
niet al te ernstige loden van onze vroedschap
een lichte beweging waar te nemen, zooals
het ongowone dat pleegt teweeg to brengen.
Een enkel lid reos zelfs even van zyn xotel
op om er een aardigheidje mot een vrind over
te wisselen.
De oorzaak er van was, dat oen vrouweiyk
wezen haar intrede deod In dit heiligdom der
vroede mannen. Niet als Raadslid, hemel,
neen, zoo ver zyn we ln ons goede vaderland
nog niet, dus ook niet in Leiden, zelfs niet
als waarnemend secretaresse, of als bode,
maarals stonographlste.
Luidt deze simpele gebeurtenis misschien
in een periode, waarin de dochters of klein
dochters van de huidige vroodschap haar
zetels zullen overnemen?
Als ik or dan nog ben, geef ik or do brui
van een Raadsoverzicht te schryven. Onder
ouze vroedo vaderen duurt het wol eens lang,
onder onze vroede vrouwen-kwam er, denk
ik, geen einde.
Gisteren hadden wU echter niet te klagen.
Twintig punten afliandolen van twee uren tot
halfvyf, dat gaat nogal, vooral, wanneer daarby
zyn een paar voorstellen van beteekenls en
een vei zoek, waarover men het ook niet best
eens ken wordeD. Om niet aan de waarde
van het debat te kort te doen, moet ik er
dadeiyk byvoegen, dat de eerste veertien
punten aanleiding gaven tot disoussie noch
stemming.
De vergadering begon oerst recht by do
behandeling van het verzoek van den heer
W. A. van Litb, aannemer van de gemeente
school aan de Paul-Kruger-straat, om terug
betaling van de door hem aan de Ryksvor-
zekeringsbank gestorte premiön voor de
verzekering tegen ongevallen van zyn werk
lieden, voor dien bouw gebruikt. Onze lezers
kennen den loop der quaestie. Toen de heer
Yan Lith het werk aannam in Juli 1902,
dacht hy zoo min als de andore inscbryvers
aan do invoering der Ongevallenwet on trok
voor een vermoedeiyk te betalen bedrag voor
premiên niets uit. De gemeente zorgde toen
krachtens oen bestaande verordening voor de
verzekering zyner werklieden. Daar treedt
echter met 1 Febr. de Ongevallenwet in
werking; zy houdt goen rekening met besteks-
bepalingen, doch eischt, dat do werkgever het
risico zal dragen.
Zoo moest de heer Van Lith nog ruim
f 238 betalen on vroeg het nu terug van do
gemeento, die na 1 Febr. was ontheven van
de by verordening op zich genomen verplich
ting in zake ongevallen vorxekering dezer
werklieden.
Dit geval staat naluuriyk niet op zichzelf.
In andere doelen van ons land komen soort-
geiyke quaesties voor. Vandaar dat de Neder-
landsche Aannemorsbond het adros heolt
gesteund on ook de vereenigingen van
metselaars- en timmerlieden patroons adressen
ter ondersteuning hadden gezonden. Adres
sant beriep zich in zyn eerste verzoek op
gronden van recht en van billijkheid. In zyn
tweode adres, dat in logischen gedachtengang
het eerste overtrof, had hy de rechtsquaestie
buiten spel gelaten, doch pleitte zooveel
sterker op gronden van blliykheid.
Er ontspon zich over deze zaak een uit
voerig on soms levendig debat.
De heer Paul nam het 't; eerst voor den
adressant op en weet het verschil aan eon
leemte in de bcstoksbepalingen. Niet een
der inschrijvers had iets voor do ongeval
lenverzekering gerekend, kon dat niet doen,
omdat er bij do aanbesteding niets omtrent
het tijdstip der invoering van do wet be
kend was, en evenmin van de tarieven ca
govarenkl assen.
Op do algomeene voorschriften in het bestek
kunnen B. on Ws. zich niet beroepen, daar
deze slechts betrekking hebben op ma-to
ri öel, stormschade, enz. Deze spreker oisch-
to daarom algohcele terugbetaling.
Do heer Van der Lip sloeg den midden
weg in De aannemer n-Jl toch wel «enigs
zins rekening kunnen honden met de moge
lijkheid der invoering, en aanspraak op het
geheele bedrag kon hij dus niet laten gel
don. De heer Van der Lip wilde daarom
do helft, teruggeven.
De Voorzitter, wiens betoog ons zakelijk
en helder voorkwam, kon adressant nog
niet gelijk geven, al had hij de quaestie en
kel op het terrein der billijkheid overge
bracht. Do gemeento kan niet aansprake
lijk gesteld worden voor hetgeen de Rijks
wetgever particulieren oplegt. Waar de
Raad reeds op de begroot ing voor 1903 een
post van ƒ3000 voor een mogelijke onge
vallenverzekering aanbracht, had een op
dit gebied bij uitstek deskundige als een
aannemer, er ook rekening mee moeten hou
den .Het geldt hier bovendien een gemeen
tebelang. In het land houdt men het oog ge
richt op hetgeen onze gemeentoraad zal doen.
Het zal een stormloop zijn van aannemers
op do gemeenteraden, als deze Raad op het
verzoek gunstig beschikt. Ook in onze ge
meente zal het verzoek door meerdere wor
den gevolgd. Na tamelijk scherp het adres
van don Ncd. Aannemorsbond te hebben gc-
oritiseerd, weerlegdo de Voorzitter do hee-
ren Paul on Van der Lip en ontried ook
zelfs do aanneming van het amen domen.t-
Van der Lip.
Do heer A. J. van Hoeken, lid der Oom
missie van Fabricage, trad hierop weder
in een weerlegging van hetgeen de Voorzit
ter had gezegd. De aannemer had volgens
hom alleen rekening te houden met de voor
waarden van het bestek, waarin de bepa
ling staat, dat hij zich te onderwerpen hoeft
aan de bepalingen, vorvat in do verorde
ning van 1893, die zei de, dat de gemeente
zorgde voor de vergoeding aan werklieden,
ingeval van ongelukken. Die bepaling ont
hief den aannemer om het risico voor zich to
nemen. Hij stelde ton slotte voor van hot be
drag af to trekken wat de gemeente aan de
maatschappij ,,Nova" heeft bctafild: do to
vergoeden som wordt dan ƒ191,07.
De heer Fockoma Andreao, zich geheel bij
het betoog van den voorzitter aansluitende,
dikte diens argu menton hier en daar nog wat
aan. 't Geldt hier een zuivere quaestie tus-
schen het Rijk an don aannemer, 't Kan don
gemeenten feitelijk r 'ots schelen, welko ver
plichtingen het Rijk aan particulieren op
legt. Do wet heeft trouwens niet bedoeld,
dat do consument de ongevallonpremie zal
betalen, maar de industrie zelf. Al ware do
wet onverwacht ingevoerd, don kon do aan
nemer nog niet een recht op vergoeding
doen geldon, hoeveel te minder nu ver voor
uit to voorzien was, dat de wot ingevoerd
zou worden.
Het ging nog een poosje met over on weer
praten, waarbU men elkander blykbaar niet
altyd begreep, wat naar ons voorkwam ook
hieraan lag, dat juristen oon anderen kyk op
sommige zaken hebben dan niot juristen en
omgekeerd. Toen nan hot stemmen. Èu de
heer Paul èn de heer Vr.n Hoekon èn do heer
Van der Lip brachten hun voorstellen of liever
amondomenton naar des Voorzitters zetel,
't Eerst werd gestemd over het verzoek zolf,
overeenkomeudo met hotgeen de heer Paul
wilde, toen over 't amondoment Van Hoeken;
beide werden verworpen, waarna over het
bemiddeliDgsamendement van den lieer Van
der Ltp do stemmen staakten: 14 togen 14.
In de oerstvolgende vergadering zal men dus
ovor dit voorstel nog eens moeten stommen.
Wat dan de uitslag zal zyn? In veertien
dagen tyd kan licht deze of geno zyn opinie
wyzigen. Een monsch is voranderiyk.
Het voorstel om f 500 beschikbaar te stellen
voor de horstelling van het hangwerk der
torenklokken op do Hoogl, Kerk gsf ongedacht
nog aanleiding tot enkele historische beschou
wingen. In don tyd van koning Lodewyk,
aldus de heer Verhoy van Wyk, worden de
kerken aan do korkeiyke gemeonten gegeven,
de torens bleven aan de burgerlUke gemeenten.
Aan dezen dubbolzinnigon toestand ware een
oind te maken, meende de hesr Verhey van
Wyk, door ook do torens &an de bezitster der
kerken over te doen. Hy noodlgdo Burg. en
Weths. uit tot stappen in die richting.
Zooals de Voorzitter opmorkte, dit is ge
makkelijker te zeggen dan to doen. Het raakt
hier een landsbelang. Plattelandsgemeenten
zullen niet geneigd zyn baar recht op de
torens en uurwerken uit handen te geven
en waar de spreker op grond van wat inder-
tyd met den toren der Marekerk was geschied,
meonde dat er eenvoudig oen schikking waro
to maken tusschen gemeento en de Gemeente
commissie der Ned.-Horv. Kerk, daar betwyfolde
de Voorzitter dit sterk. Ware do heer P. J.
van Hoeken, voorzitter dezer Commissie, ter
vergadering geweost, wellloht had hy iets meer
licht kunnon verspreiden. De Voorzlttor be
loofde een nader onderzoek.
Hot voorstel tot aanvulling van hot uit-
breldingsfonds van de Stodeiyko Gasfabriek
voor de oprichting van oen nieuwen gas
houder, die niot minder dan f 175,000 zal
moeten kosten, kwam er door, zonder dat er
een woord over gesproken werd. Dat verrasto
ons, zooals hot blykbaar ook sommige raads
leden vorraste.
Na het zakeiyk stuk, ingezonden door don
heer W. van Rossum du Chattel, in ons blad,
hadden we ten minste wel enkele opmerkin
gen verwacht, al was het alleen maar geweest
een vraag of er odk plannen zyn om tot oen
electrische installatie to komen. Do leden heb
ben zeker gedacht, dat B. en Ws. zoo'n aan
sporing niot noodig hadden.
Bovendien was het betoog der Commissie
van beheer dor Sted. Gasfabriok zeer klem
mend, en daar het biermede een technische
quaestie gold, moeliyk er tegen te agoeren,
want zoo heet het in het advios van B. en
Ws. al zou hot gasverbruik niet toenemen,
de oprichting van oen nieuwen gashouder is
niettemin dringend noodig, omdat do thans
in gebruik zynde langzamerhand ondeugdelyk
zyn geworden, doch vooral omdat do groote
gashouder gebreken vertoont, welker afdoende
horstelling tot dusverre onmogeiyk bleek.
Het geld zal moeten worden gevonden uit
een leening; door de Gasfabriek zal eon inte
rest van 5% aan do gemeonte worden be
taald en jaarlyks 5% worden bestemd tot
aflossing van schuld.
De gemeentekas zal or dus niet onder ïyden.
Hiermedo kwam men aan het laatsto en
misschien wel hot bolangrykste punt der
agenda, hot voorstel tot verlenging van de
aan de Algemeene Telephoonmaatschappy,
voorheen Ribbink, Van Bork Co. verleende
concessie tot aanlog en exploitatie van eon
tolophoonnet in dozo gomeonto mot 25 jaren,
derbalro tot 1930.
Hierover echter, om niet te uitgebreid to
wordon, daar het bovenstaande reeds eon
belangrykon omvang heelt, in het volgend
nommer.
Den afloop er van weet men Intusschen
reeds.
Leiden, 9 October.
Hoewel de hoogleeraar prof. dr. P. L.
Muller als zyn wensch te kennen had ge
geven, dat er glsteron geen notitie van zyn
zilveren Jubileum als hoogleeraar zou worden
genomen, hebben een veertigtal geschiedkun
digen hem toch vereerd twee sclioone
antieke koperen photogravures, voorstellendo
Willem III en Maria van Engeland, mot fraalo
gocalllgrapheerdo oorkonde.
De „Sts.-Ct." van hodon bevat do go-
wyzigde statuten van de Vereenlging tot
bevordering van den bouw van werkmans
woningen te Lelden.
Hot bestuur van den Slagh- of grooten
en kleinen Stadspolder, onder Lelden en
Leiderdorp, maakt bekend dat de gowono
najaarsschouw over de slooton enz. zal wordon
gehouden Donderdag don 22sten Oclober 1903.
Er ls voor do Nod.-Herv. Gemoento to
Helnenoord (cl. Dordrecht) oon dag van groots
vreugde geweest. De door het vertrek van
da. W. H. Keldor naar Warmond ontstane
vacature werd na ruim twoo maanden
reeds vervuld door de ovorkoiust van den
heer A. A. Dönszelmann, cand. t. d. H. Dionst,
te Dordrecht. Hot work dor bevestiging go-
schiedde des voormidings door ds. A. Looff,
predikant te Dordrocht, met een boeiende,
hoogst ernstige rede naar aanleiding van
Hand. 10:6 (1. w.) Aan do handoplegging
namen novene don bovostlger doel do vorige
predikant ds. Kelder, van Warmond, ds. Do
Zeeuw, van Geervliet, ds. Klanssen, van
Meeuwen, en ds. Do Proe, van Hoogmade.
Des namiddags aanvaardde de jeugdige lcoraar
zyn ambt met oen gloedvolle redo naar aan
leiding van Joh. 6:6769; de intióeprodiking
werd nog bygewoond door ds. Havinga, van
Oud-Beierland, ds. Van Walsem, van 's Graven-
deol, en ds. Van Reeuwyk, van Nyneheoron*
land. Niettegenstaande hot ongunstigo weer,
vuldo oen groote schare beldo beurten hot
vriendeiyk kerkgebouw.
De hoogleeraar Wenckebach, te Gro
ningen, opende glstorochtend zyn ooilogo mot
de volgondo modedeeling:
Dames en hoeren 1 Ik kan u modedoelon,
dat de onderhandelingen over myn benoeming
te Amsterdam thans definitief zUn afgebroken.
U zult bogropon bobben, dat vele gewichtige
redenen hot aanbod, als opvolgor van Stokvis
naar Amsterdam to komen, voor my zeor
verleidelijk maakten. Intusschon bleek, dat
het gemeentobostuur van Amstordani niot in
staat on ook niet genogen is, voor hot my
opgedragen onderwys de hulpmiddelen, in 't
byzonder de laboratoriumruimte beschikbaar
to stellen, die ik noodig achtte. Onder dezo
omstandigheden acht ik my gelukkig, dat
ik door do wyzo, waarop B. en Ws myn
benoeming by don Amstsrdamschen Raad
hebben uitgelokt, algeheole vryheld van han
delen terugkroeg, zoodat Ik thans hior werk
zaam kan bjyven. Uier toch vind ik ln ruime
mate dio hulpmiddelen, welke alloen mogtiyk
maken hot geneeskundig ondorwy'a met be
vrediging en mot vrucht to geven. (P. o'. C.)
-Te Rotterdam is op 80jarigen leoftyd
overleden de gepensio neordo hcofd voiiflcaeut
der invoerrochton en accynzon do heer U. A.
Kion. De overledene was broedor in do urdo
V8n den Nederlandsclien Loeuw.
Bij resolutie van 6 dezer heeft de minis
ter van financiën, ingevolge KoninkJijko
machtiging, het onderstaande ter kennis
gebracht van belanghebbenden
Hoewel de benoembaarheid tot di roe Uur
bij een der belastingdiensten, wettelijk of
reglementair niet begrensd is door een leef-
tijdsmaximum, heeft zic-h in den loop der
tijdon tooh slechts eenmaal 't geval voorge
daan. dal de tot die betrekking benoemdo
hoofdambtenaar den 60-jarigcn leeftijd
reeds had overschreden. Klaarblijkelijk
heoft de overweging, dat de betrekking van
directeur een groote moto van bokendhoid
met personen en plaatselijke toestanden vor
dert, die slechte na lang tijdsverloop verkre
gen wordt, weerhouden van benoeming op
een leeftijd, die niet liet voorzien, dat men
nog langen tijd do volledige geschiktheid
zou hebben voor richtige ambtsvervulling.
Ook bij do jongste directcursbenocmingen
is bedoelde door do praktijk gevormde regol
gevolgd, al moesten daarbij verdienstelijke
hoofdambtenaren, wien het overigens geens
zins ontbrak aan hoedanigheden voor die
betrekking vcrcischt, worden voorbijgegaan.
8)
„Ja," antwoordde ik verbaasd, wanneer
iets wat deze vrouw zeide my nog kon ver
bazen, „maar het i9 zoo donker, dat
„Qy het gaarne aan de geesten wilt over
laten. Gy wilt dus morgenvroeg terugkomen?"
„Ja, dat zal hot boste zyn. Ik biyf dan van
nacht in de dorpsherberg."
„AhJ" dit was meer een zucht dan een
uitroep „logeert u in de herberg 1 Ik logeer
daar ook. Indien gy er niets tegen hebt, zou
ik gaarne met u daarheen wandelon."
„Indien ik had gedurfd," begon ik, maar
zy viel my in de rede door plotseling te
vragen
„Zoudt gy erg verbaasd zyn, indien Ik u
vertelde, dat ik een gedachtenlezer was?"
„Myn vermogen om verbaasd te zyn is
voor het oogenblik nagenoeg uitgeput," ant
woordde ik.
„Des te beter, dat spaart moeite uit. Welnu,
ik leea ln uw gemoed. Ik weet waarom gy
paar hot „Huis der Vreeze" zyt gekomen en ik
kan u zeggen hoe gy heet. Gelooft u dat?"
Ik lachto beleefd, maar ongeloovlg. En op
dit oogenblik hadden wy de hoofddeur bereikt,
welke ik had opengelaten, toen ik binnentrad.
„Uw naam is Terence Darkmore."
Ondanks alles, kon ik toch nog verbaasd
zyn. Myn gedachten dwaalden naar de dorps
herberg; lk had echter myn naam daar niet
opgegeven, en, voor zoover Ik wist, kendo
niemand my hier.
„Als gy niet op het landgoed van uw oom
te Essex vorbiyf houdt, zyt gy met hom te
Londen op Portman Square. Ik kan u zelfs
hot nummer zeggen. Qy ziet nu, dat ik u kon.
Jk. weet, dat gy een gentleman zyt, en dat
ik u gerust om een gunst kan vragen."
„Honderd," mompelde Ik, haar halfverbys-
terd aanetarond.
„Eén zal voor hot oogenblik voldoonde zyn.
Er is hier ergens in de buurt van het huis oen
graf, dat ik moet vinden vóór ik naar het
dorp terugkeer. Wilt gy met ray gaan?"
„Een graf?" horhaaldo ik onbestemd.
„Ja; op het land van de abdy. Ik hoop,
dat dit u niet zal afschrikken, om het land
goed te koopen."
Ik mompelde iets, en voegde er by, dat ik
de eer op prUs stelde, welko zy my had aan
gedaan door my toe te staan haar te verge
zellen. Maar om haar tot gids te dienen
„Ik weet het, gy kunt dit niet," zeido zy.
„Ik moot de plek weten uit te vinden. Niet,
dat ik die ooit vroeger gezien heb, maar men
heelt my er van verteld. En hier ls een kleine
schets van het huis en de schilderyen, welke,
naar lk hoop, my zal helpen."
Wy stonden in de naargeestige opryiaan,
die naar den hoofdingang leidde en glibberig
en siykerig was van den regen Yan den
▼origen dag.
Het moest nu ongeveer zes uur zyn en daar
de laatste dag van October spoedig zou aan
breken, was do schemering byna in duisternis
overgegaan. Wy konden don weg voor ons
echter nog duideiyk ouderscheiden, de rivier
in de verte geiyk een blauwachtig-wit lint, de
lage, begroeide heuvels heel in het verschiet
maar toch dacht ik, dat het moeiiyk zou zyn
om iets te ontcyferen op het kleine, gele stuk
papier, dat do vrouw in het grys voor uit
het ïyf van haar japon trok.
„Hooit u lucifers?" vroeg zy plotseling, op
de kaart vryzend.
Ik haalde een zilveren doosjo uit myn zak
en streek een waslucifer af.
De kleine kring van geel licht viel op het
papier, en over de fyne, blanke handen, welke
de punten daarvan vasthielden.
Ik kon myn oogen niet van haar linkerhand
afhouden, waarvan de vreemdsoortige be-
kloeding raU reeds ln den toren was op
gevallen.
Die was niet geliandschoend, in de gewone
beteekenis van het woord, maar een aantal
dunne gouden ringen, aan elkaar gehecht door
den fljnsten ketting, waren over de vier vingers
getrokken, terwyl de rug van do hand met
een dicht knoopwerk was bedekt (een soort
van een ouderwotsche zyden mitaine) en de
duim geheel uit kleine parelen bostond. Deze
was weer vorbonden aan den pols door een
nauwsluitendon bracelet van effen goud.
Ik had nooit to voren zulk een vreemd
tooisel voor een vrouwenhand gezien en lk
kan niet zeggen, dat ik het mooi vond. Het
was to vreemd, te opvallend, zonder in myn
oogen artistiek te zyn.
Terwyi ik naar het ding keek, sloeg zy
haar oogon op en het kwam my voor, dat
haar lief gelaat voor eon oogenblik betrok.
„Zaagt gy naar mijn kaart?" zeide zy luchtig.
En toch klonk er een heimelyke angst uit
haar toon.
„Neen. Ik
Zy vouwde het papier op en stak het weer
in haar japon.
„Deze kleine schets is zeor nauwkeurig en
belangryk," ging zy voort, „vooral belangryk
voor een lid van de familie Amory, ten minste,
zoo zou ik denken. Gy kunt uw lucifer wel
uitblazen, lk heb dien niet langer noodig en
gy zult uw vingers branden. Ik zal wel kunnen
vinden, wat ik zoek."
Toen de lucifer uit was, scheen het voor een
oogenblik pikdonker. Daarop werd het weer
lichtermaar de maan was schuil gegaan en
eon zwarte wolkenbank vertoonde zich ln het
"Westen. Een vochtige wind, welke uit de
rivier kwam, bracht het amberkleurig haar
van myn gexollin in wanorde en zU hlof de
hand met de ringen op, ten einde het weor
glad te strykon, doch verwisselde die, na oen
blik op my, dadoiyk voor haar maat in don
handschoen van peau do Suódo.
„Wy komen nu by het wandolpad van den
abt," zeide do vrouw in het grys. Hot wae
voor het eerst, sinds do kaart was weggo-
borgon, dat de stilte werd verbroken.
„Maar lk dacht, dat gy hier nooit waart
gowoeat," bracht ik haastig in hot midden.
„Dat bob ik niet gezegd, maar wol, dat lk
het graf, hetwelk lk zoek, nooit gezien heb.
Ik ben hier geweest als kind."
Al haar luchthartigheid was verdwenen. Iets
scheen haar zóó te ontrooren, dat haar zelfbe-
heorschlng baar byna begaf. Wat het wae^
kon ik niet zeggen, ofschoon ik er veel om
gegeven had, als ik het had durven vragen.
Ik bewaarde dus het stilzwygen en wy zetten
onzen weg langs de gracht voort.
„Het wandelpad van den abt," herhaalde lk
nadenkend. „Hier moet 't geweest zyn, often
minste ergens hior in de buurt, dat de op
roerige monnik den armen drommel in de
gracht wierp, nadat by den schat in een zak
in het stilstaand water had laten verdwynen.
Ik hoorde vandaag deze geschiedenis en ook,
dat zoowel het lyk als do schat nooit zyn ge
vonden. IA geloof, dat als ik hier kom wonen,
lk ze zal laton opsporen," voegde ik er
lachend by.
„Ik zou myn tyd niot vorspilien, als ik u
was," zeide zU. „Als gy hior komt wonen,
kunt gy er oen veel boter gebruik van makori,
ten mlnsto als hetgeen uw gelaat vertelt geen
ander bewys la dan dat gezlchton bedriegen."
„Wat vertelt myn gelaat dan vroog Ik.
„Dat gy iemand zyt, die nadenkt. Wet wilt
gy voor mU doen, als ik u een leiddraad goef?"
„Een leiddraad mot behulp waarvan lk eon
good gebruik van myn tyd kan maken?"
„Ah, ik had gelyk. Gy denkt on vlug ook.
Ja, dat bedoelde lk. lk houd het eind van
dezen leiddraad in de hand."
Zy keek my door do duisternis, dio steeds
toenam, aan. Haar gelaat on hour haar waron
als do glans van den manoschyn, vaag, haar
trokken byna niet to onderscheiden, behalve
de groote geheimzinnige oogen, dis mot don
diepen gloed van juweelen schitterden.
„Wie zyt gy?" riep ik plotseling uit. Ik
was niot van plan goweest die vraag to doon,
maar zy ontsnapte my, ondanks mUzelven.
„Dat doet er niet toe. Voor van avond
biyf lk eenvoudig een klokopwindor 1" Haar
lach klonk vrooiyk. „Gy hebt echter myn
vraag niet beantwoord. Wat geeft gy voor een
loiddraad
„Is er iets, wat gy wonscht, dat ik voor
p doen zal? Zoo dat hot geval ie, behoeft gy
my niet te beloonen."
„Ik houd er van om goede waar te gevoD
voor hetgeen lk ontvang. Ik verlang in
byzonder iets van u, ofschoon hot best moge*
lyk is, dat ik het zonder uw hulp zal ver-
krygen. Gy zult my niet willen gelooven,*
maar lk wond alleen de klok op, om dit eene
ding te boreikon."
(Wordt vervolgd*)