's Rijks Etlmographiscli JInscain. Geveilde pereeelen. Aaovaardingsrcdo van Prof. Spejer. Burgerl. Stand van Leiden., Maar ook hot belang dor liberale party kan niet gebaat zyn by de houding, door genoemde organon aangonomon. Laten zo de tockenon waarnomen, vóór het to laat isIndien hierop geon acht wordt geslagen, dan vorliozon zo vandaag deze en morgen geno groep liunnor oude aanhangers en hun vroogor zegevierende party zal binnen botrekkeiyk weinigo jaron zyn verschrompeld tot oon onbolangryko groep. Het Handelsblad, het wetsontworp tot aan vulling en wyziging van eenlgo bopaliugen der Militiowet 1901 besprokond, is teleur gesteld door do regeling van hot Liyvond ge doolte, belichaamd in do wyziging, voorgesteld op art. 109. Hot blad had in de eerste plaats gehoopt, dat de Minister maatrogclen zou voorstellen, om to komen tot een bolangryk grootere vredessterkto van hot leger, doch daarin ziot hot zich bedrogen. Was hot blyvond godoolte nu vastgesteld op hoogstens 7600 man, hot wordt 8000 maximum. Die 500. man, verdeeld over onze volo garnizoonen, vormon natuuriyk eon druppol in oen emmer, zoodat men ton aanzien van do in het voorjaar goblokon onvoldoende vredessterkto op hotzolfdo stand punt biyft staan Do Minister rekent porregi mont infanterio 560 man onder do waponen te houden; dit geeft voor do drie infanterie- bataljons to Amsterdam 330 man; rekent men in dat garnizoen voor do 6 compagnieën vo8ting-artillorie samen nog 100 man, dan be reikt do wintorsterkto voor de hoofdstad nog geon 500 man. Zyn do inlichtingen van het Handelsblad juist, dan acht de burgemeester van Amsterdam hot noodig om steeds ovor een garnizoen van 1000 man te beschikken. Er zal dus voortdurende dotachooring van troepen uit andero plaatsen noodig biyven mot al do daaraan verbonden nadeolen voor do aldus goplunderdo garnizoenen. Van do nieuwe rogoling, volgens welko diegenon, die voor hot kador worden opgoloid, niet 4, maar 8 maanden zullen moeton dienen (tot 1 Augustus) verwacht het Handelsblad dat zy do vrywilllgo aanmelding voor kader vorming bejangryk zal doen vermindoren. Dit wordt nog verscherpt door de omstandigheid, dat men volgens de bostaando bopalingen vry zeker toch in het blyvond godeelto moot dienon, hotzy dan by do eorste of by do iwoodo ploeg, terwyi by de nieuwe bopalingen Je helft goheel vry zal zyn. By de oudo bepalingen kan algo- heele vrystelling alleen worden verkregon ten koste van een vry bolangryko geldeiyke op- offoring, Wanneer mon niet onder de zoer weinigo gelukkigen behoordo, dio waron vry- goloot. Wannoor nu de lust tot vry willige aanmel ding voor kadervorming bolangryk vermindert, zal mon volgens hot Handelsblad veel ruimer gebruik moeton gaan makon van do gedwon gen aanwy'zing tot kadervorming ingevolge art. 106. Daarovor oordoolt het Handelsblad aldus: „Het behoeft geon betoog, dat wy hier staan voor een aanzioniyko verscherping van de Militiowet, juist ten aanzien van hon, die men als do boste elementen aanmerkt. De jongellog, dio door deelneming aan vooroefe ningen is ingelyfd by de 4 maanders, ziet zich nu gedwongen tot 12 maanden dienst doen, alleen omdat h'jj beter is dan zUn coiloga's hU, dio hoopto er met 8$ maand af to komon, moet 16$ maand blyven, alleen omdat hy boter is dan zyn collega's. Door oen on ander zal de gedwongen aanwyziag -.girolgo art. 106 een veol scherper karakter vorkiygon en hot staat te vroozon, dat het verzet daartegon van de zydo der belanghebbenden zal too- nemon. Allcon om die roden achten wy het minder wonschoiyk do wyziging van den Minister in haar vollo consequentie to aau- vaarden. Voor het vormonwan korporaals en sergean ten behoeft mon geou 16 maanden; daarvoor zyn 12 ruim voldoende. Alloon om ofücioren to vorkrygen, kan moor tyd noodig zyn, maar dat moot mon langs gohool anderon wog trachten to verkrygon." Het Handelsblad roomt, dat mon lust, om in- do militie tot kador to worden opgoleid, moot trachten te wokkou door daaraan tast- baro voordeelen te vei binden. „Daarom bohooron er moer nog dan thans speciale voorrechten te wordon goschonken aan hen, dio zich voor kadoropleiding aan melden, byv. betoro bezoldiging, premiön by bevordering, betore hui3vosting, betere kleo- ding en betere menage. Bovendien bostaat er, nu do duur van het blyvond godoolto bolang ryk wordt verlengd, nog een krachtige prikkel in eon vroeger naar huis zonden. Hem, dio het byv. op 1 Maart tot sergeant hooft gebracht, zonde men op 1 April naar huis en schonke hem dorlialvo 4 maanden van hot blyvend godeelto." Do poging, die thans wordt gedaan om hon, die tot kaderopleiding in aanmerking komen, tot oon zeer langen dionsttyd te verplichten, komt hot blad voor geen toejuiching to vinden, on hot meent, dat do Volksvertegenwoordiging de consequontiön van dezs wyziging nog wol eons terdege onder de oogon mag zion alvorens er haar zogol aan te hechten. Hot wetsontwerp gooft ook de Nieuwe Rot ter damsche Courant aanleiding tot oenlge op merkingen. Vooral gel don deze het voorstel om voor den dienst by het blyvond gedeolto by de onboroden korpsen dozelfde manschappon in plaats van 4 maandon, goiyk thans, vooitaan gedurende S maanden ondor do wapouon to mogon houden, hetgeen derhalve ook op hon, dio voor een graad wordon opgoloid omdat dezo volgons de wot stoeds deel van het blyvond gedeelte moeten uitmaken, van toepassing zal zyn. De Memorie van Toelichting zegt, dat de rogoling, waai by voor hot onder do wapenen to houden godoolto der lichting de manschap- pon ploegsgewyze voor 4 maanden kunnen wordon aangewezen en de eene ploeg nh de andere ondor de wapenen wordt gehouden, zich als onpractisch veroordeeld heelt; dat uio wissel in.- van het porsonool niet alleen nadeollg is vuor den dienst on in het byzon- der voor de kadorvorming, maar dat hot ook ▼oor do ovorgrooto meerderheid dor miliciens, die tot do twoede pleog behooren, oon groot bezwaar is, dat zy, na van 1 December af, dus gedurende do wintermaanden, mot vorlof te zyn geweest, tegen ultimo Maart d. a. v. voor 4 maanden by hun korps moeten terug- keeren. Hot blad juicht den maatregel zeer toe, waar men op hot oog heeft voor do ricbtlgo uitvoering van Militie en Land weer we'ten een voldoend aantal goed bruikbare ofücioren en verdere kadorloden uit de militie te vorkry gen, en gaarne zou het blad art. 109 dan ook zóó zien aangevuld, dat de tor opleiding voor onderofficier on luitenant boïtomdo miliciens verplicht wordon 8 maanden by het blyvend gedcelto te dienon. „Maar geenszins achten wy zegt het verder hot gewenscht ook voor do ovori- goti van hot blyvend godoelte do vordeeling in ploegen af te schafFen. Wel Is waar komt byna niemand, die 1 October, rosp. 1 Decem ber, met vorlof ging, gaarncr in April voor 4 maanden onder do waponen terug, doch daar uit volgt nog geenszins de wonscholykheid om hen, dio het lot voor de eerste ploeg aan- wyst, ook do volgende 4 maanden te doen blyven. De dienst wordt daarmede slechts in onkele opzichten, nl. wat do empioyemonten en oppassorsdiensten betreft, gebaat; doch hiervoor blyven toch nog wol steeds onkele miliciens, door ruiling van nummer, vry wil lig acht maanden achtereen beschikbaar. Yoor het overige zyn wy overtuigd, dat hot in het algemeen, uit een moreel en krygstuchtoiyk oogpunt, niot aan te bevelen is, dezelfde miliciens 8 maanden achtereen voor byna uitsluitend wacht- en corvóodienston onder de wapenen te houden. Voorheen, toon do lichtingen nog in Mei opkwamen, duurde do dienst by hot blyvend gedeelte dan ook slochts drie vier maanden. Het vroegore stolsel, waarby geon Yordeeling in ploegen plaats vond, kan daarom nu gedurondo 8 maan don in een blyvend gedeolto moot wordon voorzien o. i. geenszins tot navolging strek ken. Bovendien zal, ook n& do voorgostolde wyziging, het bezwaar van ongeweuschte in- torruptio tocli nog blyven voortbestaan voor de viermaandors, die 4 October met verlof gaan, torwyi het blyvend gedeelte 1 Decem ber aanvangt. Alles samengenomen, goloovon wy dan ook, dat de hiorbodcoldo wyziging alloen voor hon, dio voor ondorollicier of luitenant zyn bestomd, aanbevoling verdient, doch dat het voor hot o vorige beter is het blyvond gedeelte om do vier maandon te vorwisaolon." Do Arnhemsche Courant heeft tegon do voor- gostelde aanvullingen en wyzigingen do vol- gor.de bezwaren. Togen do wyziging van art. 96, waaraan do Mini8tor oen zinsnede wensebt toegevoegd to zion tor bepaling, dat de eerste oefoningstyd geacht wordt te zyn ingegaan met den dag van opkomst onder do wapenen, wannoor do by de korpsen ingeiyfdon wegona byzondoro omstandigheden dadeiyk na hun inly ving mot vorlof gezonden worden, het bezwaar, dat do Minister aan dezo bopaling in zekoron zin terugwerkondo kracht wil toegekend zien, door zo reeds op 30 Novotnbor van dit jaar in wer king te doen treden, dus juist 's daags vóór don datum, waarop, volgens do geldende wot, voor do lichting 1903 de oorste oofenlngstyd by de onbereden korpsen zou zyn afgoloopen. „Do manschappon dezer lichting hebben er, voor zoover zy niot tot hot blyvend godoolto, noch tot do eerste ploeg daarvan behooron, op gerokond, dat zy krachtons de wet op 1 Decern-* ber mot groot verlof zoudon gaan, en voor velen allicht is hiermede hun bestaan in de burgerma3tschappy gemoeid; dat zy dadoiyk na hun inlijving met verlof gezonden werden, geschiedde goheel onafhankelijk van hun wil on nu gaat hot niet aan, gedurende hun dienst- tyd te bepalen, dat zy na 1 Docember nog twee maandon ondor do waponen zullen ge houden worden." Tegon de wyziging van art. 109, waarby voorgesteld wordt, het blyvond gedeelte te doen bestaan, in plaats van twee olkaar op volgende ploegon van ton hoogste 7600 man elk voor vier maanden, uit ten hoogste 8000 man godurenle 8 maanden, hot bezwaar dat „aangezien na de loting voor het blyvend gedeelte ruiling toegelaten biyft, feiteiyk voor dezen dienst van 8000 man, of ruim 2/3 der lichting onder do oude wet, do nummerver wisseling zal terugkeeren, welko In 1898 word afgeschaft, d. w. z. do zwaardere dienst zal drukken op hen die het geld missen om hun zoogonaamden verplichten dienst op ande ron te kunnen afschuiven 1" Ook zal doze wyziging, volgons hot blad, nog meor de vor ming van kador andors dan in do kazorno togenboudoD en het voorberoidond militair onderwys doon verloopen. Togen do wyziging van art. 110 ten slotte, waarby bepaald wordt, dat do Rogoering bui tengewoon oproepen kan de jongste lichting on, zoo noodig, daarna ook oudere lichtingen en dat het ontwerp tot verdoro bokraclitlging van deze oproeping per se vervalt, zoo de lichtingen alweer naar huis zyn, vooraleer hot in behandeling is gekomen, het be zwaar dat hierdoor aan „militaristische nei gingen, ongestraft on door do wet godokt, botpeviord zou kunnen wordon." „Allereerst behoort art. 110 in ovoroenstem- ming to worden gebracht met art. 185 dor Grondwet, dat zonder den termyn van zes weken onverwyide indiening voorschrift van oon wetsontworp tot goedkeuring der buiten gewone oproeping, terwyi in do tweede plaats in art. 110 oon bopaling behoort te worden opgenomen om te voorkomen, dat dezo good- kouring een wassen neus wordt on, zooals in hot atgoloopen zittingjaar door oon ongesteld- hoid van den minister, toevallig of opzetteiyk vertraagd wordt. Door do Regoering mag niet de vorplichto dionsttyd, buiton do door do wet gestolde grenzen, willekeurig kunnon ver zwaard worden." Aan het in ons vorig aommer vermelde rapport der commissie van advies betref fende het Rijks Efchnographisch Museum is toegevoegd A. een nota van dc heeren Bocser, De Goeje, De Groot, Holwerda en Schmeltz, waarin betoogd wordt, dat men eon Ethno- graphisch Musoum niet als Museum van Kunstnijverheid mag wi. laten doergaan. Men moet h. i. het tegenwoordig Ethno- graphisch Museum *vton bestaan voor zijn doel, of als men dat doel niet de moeite waard acht, het ophef ff en. De deelbaarheid van het MuBeum wordt ontkend. In het bijzonder verderfelijk zou een split sing zijn indien zij mocht ten doel hebben te Leiden een Ethnographisch Museum voor Ned.-IndiÖ en omliggende landen te vestigen, te Amsterdam een Ethnographisch Museum voor handel, nijverheid en kunst, d. i. een populair Museum. Men zou dan één wetenschappelijke vcreeniging in twee andere scheiden, die allen zedelij kon grond slag misten. Doch evenals er geon wcrkclijko belangen voor handel en nijverheid zijn, die door de overbrenging van het Museum naar Amsterdam zouden gebaat worden, evenzoo bestaat ook het beweerde stoffelijke belang niet. Dat h. i. wel bestaat en door over plaatsing ten zeerste zou geschaad worden, dat is het waarachtige belang der weten schap. B. een ncta van de heeren Von Saher en Van Hasselt, dio verklaren niet mede te gaan met het beheerschend beginsel der com missie, dat het beslist aanbeveling ver dient het Museum in te deelen in een we tenschappelijke verzameling cn een tentoon stelling-af deeling voor het publiek. Zij zijn echter van oordeel, dat voor ons land dringend behoe.bestaat aan twee ethnographischc verzamelingen: een Rijks Ethnographisch Museum, dat wegens zijn wetenschappelijke waarde moet uitmunten, waarvoor Leiden de aangewezen plaats is, cn een Rijks Ethnographisch Museum van meer algemeene strekking, waaraan Am sterdam de grootste behoefte heeft. C. Een nota van don heer IJzerman. De heer IJzerman meent, dat de instruc tie bedoelt een splitsing van den in houd van het tegenwoordig Museum. Het nieuw op to richten Museum zou bezitten al de voorwerpen, die voor de philosophi- sehc studie der cthnologio van belang moe ten worden geacht. Op vraag 5 antwoordt de heer IJzerman, dat het Museum voor do Oost-Aziatische kunstnijverheid to Amsterdam zou kunnen gevestigd worden in het Oude Buitengast huis. De totale bouw- cn inrichtkosten zou den ongeveer 230,000 bcloopcn. Hot museum-vraagstuk zelve zou echter op cle beste wijze worden opgelost door over brenging van het Ethnographisch Museum in zijn geheel naar Amsterdam. Dio meening is op het volgende gegrond: I. Het driele dig doel van een Ethnographisch Museum nuttig te zijn voor dc wetenschap, voor de kunst en de kunstnijverheid cn voor het volk in den ruimsten zin, wordt het best be reikt in Amsterdam; II. De splitsing van het bestaande Museum op don voet der in do instructie gestelde vragen levert zeer grooto moeilijkheden opIII. Voor de op leiding der Indische pmbtonaren te Leiden kan zonder bezwaar oen deugdelijke onder wijscollectie worden afgezonderd; materiaal is daartoe overvloedig voorhanden; IV: De inrichting van een enkel Museum te Amster dam verdient ook uit.een oogpunt van kos ten do voorkeur boten de stichting van twee Musea met beperkt dool, een to Am sterdam en een to Leijdcn. RojksposSsjpaaHbank. In do „Staats Courant" wordt tor algomoene konnis gebracht, dat gedurende de maand Aug. 1903 zyn ingelegd en torugbotaald de navolgende bodragen Inlagon4,362,882.07$ Terugbetaald (waaronder f 11,896.32 wegens aan koop van inschry vingen in een Grootboek, obligation of certificaten van inschrij ving)8,402,950.23$ Meer ingelogd dan torugbetaaldf 959,981.84 Aan het einde der maand Juli 1903 was, ten name der verschillende Inleggers, ingeschreven103,950,654.71 zoodat het tegoed op uit. Aug. bedroegf 104,910,586.55 In den loop der maand zyn 9325 nieuwe bookjos afgegeven, 3667 geheel torugbetaald, zoodat aan het einde dor maand 1,01*2,647 boekjes in omloop waren. Tot ultimo Aug. 1903 Is voor een bedrag van f 1,273,157.19 aan lnachryvingon ln een Grootboek van de Nationale Schuld, obligatiön ton laste van don Staat of certificaten van lnschryving bovenbedoeld, ten behoeve van 1619 inleggers aangekocht. Gehouden verkooping in het Notarishuis aan Den Burg alhier op Zaterdag 26 Sep tember 1903 ten overstaan van: lo. Mr. J. A. F. Coebcrgh, notaris tc Lei den. Het huis Groenesteeg 7ö, in bod 13S5, kooper do heer I. J. de Cler q.q., voor 1388; het huis, Zijdgracht 41, in bod 1735, kooper de heer De Clcr voornoemd q.q., voor 1765; het huis Binnenvestgracht 32, in bod 1095, kooper de heer H. P. L. Vorst q.q voor ƒ1111; het huis, aldaar 61, in bod ƒ900, kooper de heer J. P. W. Licht q.q., voor ƒ920; het huis aldaar 65, in bod ƒ1355, kooper de heör J. Laman Wzn. q.q., voor ƒ1376; het huis Haverstrnat 1, in bod ƒ590, kooper A. Schipper q.q., voor ƒ600; liet huis aldaar 30, in bod ƒ790, kooper do heer J. Laman Wzn. q.q., voor ƒ806; bet huis Wielmakerssteeg 15, in bod 600, koo per de heer J. Laman Wzn. q.q., voor ƒ610; het huis Dwarsbolwcrkstraat 1, in bod 500, kooper J. Laman Wzn. q.q.het huis aldaar in bod 480, kooper de heer J. Bo- termans q.q.; de huizen aldaar 11 en 13, in bod 980, kooper de heer B. J. Huur man Dzn. q.q., voor 999; het huis, Kool- straat 6, in bod 575, kooper do heer G. van Meygaarden c. s. voor 685; het huis Galgcwater 17, in bod 900, kooper de heer E v. d. Bosch q.q., voor 903; het huis in de Rijndijkstraat 87, in bod 1225, koo per de heer I. J. Wolf; het huis Vliet 17, in bod 1700, kooper do heer H. P. L. Vorst q.q., voor ƒ1755; hot huis, Witte laan 8, in bod ƒ460, kooper de heer B. E Spijker Azn. q.q., voor 452. 2o. L. J. O. A. Gordon, notaris tc Lei den. Het huis Rapenburg 103, in bod 2830, kooper de heer W. L. Mulder q.q., voor 2890; het huis, Haarlemmerstraat 235 cn 235a, in bod 5920, kooper de heer H. C. J. M. Verhaaff q.q., voor ƒ6145; het huis Hooigracht 105, in bod 3300, kooper de heer C. C. van Ingen q.q., het huis Hoef- straat 60, in bod 470, kooper de heer P. J. Smits c. 8., voor ƒ480. Hedennamiddag te twee uren aanvaardde prof. dr. J. S. Speyer aan onze Universiteit hot hoogloeraarsambt, als opvolgor van prof. dr. H. Kern ln hot groot-Auditorium van het academie-gebouw. Spreker begon meteen waarschuwend woord tegon de zoogenaamde „University Entenslon", die halve kennis ln de hand werkt, iets ergors dan onkunde. Men streve er naar het volk op te voeden, zyn geost te verryken en to veredolon, maar houde steeds rekening met zyn bovatting en vermydo aan te kweeken oon schermen mot half begrepen woorden en leuzen. Gehoel wat anders, dan die niouwe manier van populariseering, die zich richt tot onvoorberelden voor zaken van hoogor onder wys, ie het modedeelon uit het gebied van zyn vak aan een gehoor, dat door zyn op leiding en adspirBtlön den geleerdo als hot ware uitlokt uit zUn tent to komon. Zulke exotorlsche behandeling van wetenschappe- lyko onderwerpen heeft sprekers volle sym pathie. Daarom grypt hy gaarne deze gelegenheid aan, om hi de inaugureele oratie by zyn optreden aan Leidens doorluchte hoogeschool, zyn eigen Alma Mater, van zyn lievelings studie te getuigen. Hy heeft niet gekozen het onderwerp, dat zich het eerst aan hem op drong, do groote ontwikkoling der Indologie ln onze dagen, omdat het te omvangryk is voor een kort bestek; ook zal by niet spreken over het Sanskrit en zyn boteekonis voor de Indo-germaanBche taalwetenschap, omdat het niet meer noodig is, op dat aanbeeld te hamoren, daar wy beroikt hebben wat wy won8chen en bovendion heeft hy hierover reeds voor vyftien jaren, by de aanvaarding van zyn kortstondig „Amaterdamsch profes soraat" gehandeld. Daarentegen acht by het niet van onpas „de beteckenis van de Brah manen voor de Indische beschaving" te schetson. De gansche cultuur van Indiö is Brahuiaansch. Men pleegt ze dan ook met den naam Brah manisme aan te dnidon. In de vele eeuwen, dio aan de kennismaking met de in het Sans krit of de daarvan afgoleide volkstalen opge stelde documenten voor onze kennis vooraf gingen, was het vooral hetgeen omtrent de gymno-Sophisten aan de Ganges, hun ascetisch levon en hun door bespiegeling verworven hoogste wysboid, vooral uitGriekscho bronnen bekend was geworden, wat de nieuwsgierig heid prikkelde zonder ze te bevredigen. Die voorstollingen, welke spr. aan de hand van de Griekscke berichtgevers, met name van Megasthenes voor zoover zy do Brahmanen betreffen, nagaat, geven van dien stand allicht den Indruk als zoude do term „Brahmaan" en „bespiegelend asceet" verwisselbaar zyn. Dat is echter geenszins het geval. De waarheid is, dat slechts oen klein gedeelte zich aan wat men noemt geleerde studie wjjdt. Als göheol mag men de Brahmanen noemon den go- leerden of wel den geletterden stand onder de Hindoes, ongoveer in denzelfden zin als wU „jurist" noemen eon ieder, die in de rechten studeert of gestudeerd heeft, al be antwoorden slechts weinigen ondor hen aan wat men onder oen jurist in don strengen zin des woords verstaat. Om van het wezen en karakter van den Brahmanenstand een zuiver beeld te geven, is hot noodig die klasse te plaatsen in hot kader van het geheel van kasten en standen, waarin do .Indische maat- schappy vanouds gesplitst Is. Daarom schotst spr. eerst de talloozo zoo genaamde kasten, de volo elkaar afatootendo kleine conglomeraties, half gentis, half gilden en dio door klemmende voorschriften van een sacraal karakter beheeracht worden. Die kleine groepeeringen worden in theorio en ten deele ook in de practyk des levens teruggebracht tot de vier bekende standen, Brahmanen, nsatenyas, waicyas en cudras. De laataten als knechten gesteld tegenover do drie hoogere standen, die den gemeenschappelyken naam van sryas dragen, vormen hot gros dor bo- volking. Zy zyn uitgesloten van den eero- dienst der sryas en van de daaTby benoodigde Wedateksten, op aDalogo wyze als de plebejers in Rome's oudste periode dat waren van den cultus der patriciërs. De scheiding van de klasso der heeren in drie standen van offer- kundigen en priesters, krygsliedon en ridders, huurlieden en landbouwers, moet al zeer oud zyn en teruggaan op don tyd, toen Iramörs on Indiërs nog vereouigd waron. De verhou ding van dio standen onderling en het pro- pondereeren van den Brahmanenstand wordt nader door spr. in het licht gestold. Na aldus de Brahmanen ln de omiysting van do Indische maatschappy te Lebben ge plaatst, schildert spr. vervolgens de beteeke- nis van don Brahmaan ten opzichte van do openbaring en den daarin geleerden oeredienst. Daartoe geeft hy oen overzicht van den oorsprong, de ontwikkeling en de toenemende samengosteldheid van do Indische ritueel, waar de heilige liederen en otferspreuken aanvanke- lyk vry vervaardigd werden. Later fixeerden zich de regelmatig aangewende mantras en werden die verzameld ln bundels, de zooge naamde Sanhitss, oudste bestanddoel en kern der Weda's. Door Kun eeuwenlange werkzaam heid als opbouwers, lator als dragers, hand havers en uitleggers van die revolatiön, die met verloop vau tyd en gezag toenam, nam ook reeds vroeg het aanzien dor Brahmanen toe en werden z(j in den rolston zin des woords eon goesteiyke adel, beschouwd als hoogere wezens dan de overige menschöD, vry van belasting, door ridders en koningen ontzien en geëerd, zelfs al waren z(1 van middelen ontbloot en oefenden zy lagere be roepen uit. Dio onderscheiding hebben zy zich ook waardig betoond. Zy werden do lelda- liedon van hun volk op elk gebied des geestef.: toon by toenemonde stofielyke welvaart en uiteriyke beschaving de voorwaarden voor' bloei van kunsten en wetenschappen aanwezig: waren. Dit biykt ook ln de schoone ontwik*! keling van de ryke Indische literatuur en van de verschillende takken van kennis en kunst. Hierop ontworpt spr. een beeld van den: idoalen Brahmaan, zooals de theorio van gods* dienst on recht hem zich voorstelt. De vier eeuwon studie, waaronder do derde on vierdt tyd vakkon van bespiegeling, buiten de woelige/ wereld, wordon geschetst en de aard en inhoud dlor bespiegelingen nagegaan. Roeds in denj ouden tyd voldeden de oude Wedlsche offert practyken niet aan de adspiratiön dor ledeni Andere, hoogero goederen dan de langs dezen; wog verkregono stoffoiyke machton moesten) bereikt worden. Reinheid van gemoed staaft boven do ritueel# reinheid. Zoo vertoont zich) het streven naar een sumrnun bonum in den' vorm van een onvergankeiyken heilstaat,! waartoe de overpeinzingen, nodergelegd ln d# aranyakas en upanisads, opwekkon. In del omgeving der woudkluizonaryon ontstond en) wies op de Indische theosophie on philosophit Ln haar menigvuldige verscheidenheid. Daar kreeg do zlelsverhuizingstheorio haar leer- stenigen vorm, van daar uit vorbreiddon zich I de voorstellingen van den Maalstroom dea j Levens, van do macht van het Karma on van de Verlossing door "Wijsheid. Met de korte vermelding van do menig* vuldige sekten, "Wedlsche en nlet-Wedlsche,' die op den bodem van deze denkbeelden zyn i ontstaan, en een peroratie over de beteekonit i van de Indlscho beschaving voor do geschle* denis der menschheid, besloot spr. zyn rede, j om over te gaan tot.de gebruikelyke toespraken, j Behalve tot curatoren, professoren (zoo[l Leidsche als Groningache) en tot studenten richtto spr. het woord tot prof. Kern, die ten gevolge van hot ongeluk, dat hem dezen/ zomer trof, alleen naar den geest tegenwoordig j kon zyn. „Moge volkomen herstel", alduaj spr., „u een gelukkigen levensavond inleiden, zacht getint door den gemoedsvrode, dien een i welbesteed leven aan onvorpoosden, vrucht* I baren arbeid verschaft, en gewyd door de' dankbare hulde on eerbiedige liefde van de. velen, die dien arbeid hebben leeren waar-1 deeren en er nog telkons de vruchteu van plukken." CORRESPOND TIE. Ingezondon stuk*' ken of mededu ,on, waarvan de inzendera\ hun naam nie* i m do Redactie bekond maken, wordon ongeplaatst terzydo gelegd. Eorate huwelijksafkondiging van 27 Sept. J. W. D. Leeflang jm. 40 j. on M. C. Krar.eveld jd. 39 j. Th. A. van Eldik jru. 32 j. en O. Rating jd. 32 j. H. J. Overmars jm. 31 j. on A. L M. van Schio jd. 27 j. K. J. Segaar jm. 31 j. en C. Zwart jd. 25 j. P. Rijsdijk jm. 36 j. en J. M. Frank jd. 41 j. L. van Egmond jm. 19 j. on H. G. Martijn jd. 18 j. D. Meyor vr. 61 j. en J. AL Vreugdenburg w. 62 j. A. Blok w. 44 j. en li. Rijken w. 33 j. L. Boekkooi jm. 33 j. en J. Schornngol jd- 22 j. H. J. Baems jm. 31 j\ en J. F. Soetekouw jd. 23 j. J. Hub#* jm. 22 j. en E. v. d. Berg jd. 19 j. I1ILLEGOM. Bevallen: M. Fï. v. Waveren geb. Wijtman D. C. J. Scbrijoder geb. Anakker Z. C. M. Dake geb. Romijn D. G. van El geb. v Doorn Z. M. de Rooy geb. Qi ootonboer D. C. do Groot geb. v. Kampen D. Overleden: J. Dibbets 7 w. LI3SE. Ondertrouwd: Cornelia Hoogweè jm. en Neeltje Jacoba Bosman jd. Gobuwd: Alaroelis van Graven en Theodora Maria Faae. Gob or on: Pieter, Z. van S. Wijnhout en M. M. Stoffiïn- Overleden: Levenl. D. vanJ.Niouwonhoven en M. Bekkers. NOORD WIJK. Geboren: Bartba, D. van J. van Konijnenburg en J. H. van Konijnenburg. Albert, Z. van W. Brekelmaos en A. M. Steen- voorden. Jacob, Z. van N. W. van Extor en H. Verloop. Jacoba Adriana, D. van J. van Oostea en J. Plag. Alida. D. van P. Waasdorp en J. Barnboorn. Wil hel mi no, D. van S. Klinken berg en J. van Beelon. Ondertrouwd: Isüak Pelt 51 j. en Goertruida Maria Peschier 59 j. Gerbardus Vink 25 j. en Maria Zuidhoek "24 j. Jan Theodorus Lodewïjk van Ginkel 24 j. en Johanna Maria Fransen 24 j.' Overleden: Jacoba Verloop 83 j., weduwe van Engel Groen en Cornells den Hollander- Levenloos aangegeven kind van N. v. d. Zalmen J. Raaphorst. Wilhelmus Petrus Brekclmans 13 d., Z. van A. G. Brekeltnans en E. v. Karsbergen. NOORD WIJ KERHO UT. Ondertrouwd: P. Bakker on M. Heomskerk. Bevallen: R. de Groot geb. v. Bobemen Z. A, E. van Haaster geb. Dijkzeul D. M. A. E. Visser geb. Meddens Z. Overledon: C. M. Bader 3 m. SASSENHEIM G o b o r e n. ilendricus Wil helmus, Z. vau J. Goedemaus en E. van Kuijlen- burg. Elisabeth Maria, D. van W. A. F. Ver- waijen en E. M. UessliDg. Johannes Bastiaan Jacobus, Z. van Tb. Reeuwrjk en J. Maas. Overleden: M. Godefroy D. 4 w. Ondertrouwd: B. Mooleuanr jin. 23 j. en J, Bergman jd. 22 j. lu deStcd. Wcrklur. zyn op&cuoment DAT UIL DAGEN. Tolw. por*. Kin doren -3 j O H 20 Sept. Zondag 43 15 68 21 Maandag 62 19 81 22 Dinsdag 63 18 61 23 Woensdag. 66 19 84 24 Donderdag 60 14 74 25 Vrjjdag 69 14 73 2« Zaterdag 68 14 72 33erichten over JEfcij nland's boezem gedurende de week van 20—26 Sept. 1903. Staod van den boezem te Leiden. Idem te Oude-Wetering Werking der stoomgemalen Waterloozing langs natuurlijk, weg. Waterinlating Regeuval ia Mm. 20 Sept. 21 Sept 22 Sept. 23 Sept 24 Sept 25 Sept. 26 Sept. 52 49 48 54 58 68 59 cm.—A.P. 53 51 49 53 57 59 61 cm.—AH Spaarndam 481/» i-> Halfweg o., Goudau., Katwijk a. Spaarndam u., Halfweg u., Gouda 15 u., Katwyk 66 u. Door de sluis te Gouda u.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 6