's Rijks Etlmographiscli JInscain.
Geveilde pereeelen.
Aaovaardingsrcdo van Prof. Spejer.
Burgerl. Stand van Leiden.,
Maar ook hot belang dor liberale party kan
niet gebaat zyn by de houding, door genoemde
organon aangonomon. Laten zo de tockenon
waarnomen, vóór het to laat isIndien hierop
geon acht wordt geslagen, dan vorliozon zo
vandaag deze en morgen geno groep liunnor
oude aanhangers en hun vroogor zegevierende
party zal binnen botrekkeiyk weinigo jaron
zyn verschrompeld tot oon onbolangryko groep.
Het Handelsblad, het wetsontworp tot aan
vulling en wyziging van eenlgo bopaliugen
der Militiowet 1901 besprokond, is teleur
gesteld door do regeling van hot Liyvond ge
doolte, belichaamd in do wyziging, voorgesteld
op art. 109.
Hot blad had in de eerste plaats gehoopt,
dat de Minister maatrogclen zou voorstellen,
om to komen tot een bolangryk grootere
vredessterkto van hot leger, doch daarin ziot
hot zich bedrogen. Was hot blyvond godoolte
nu vastgesteld op hoogstens 7600 man, hot
wordt 8000 maximum. Die 500. man, verdeeld
over onze volo garnizoonen, vormon natuuriyk
eon druppol in oen emmer, zoodat men ton
aanzien van do in het voorjaar goblokon
onvoldoende vredessterkto op hotzolfdo stand
punt biyft staan Do Minister rekent porregi
mont infanterio 560 man onder do waponen
te houden; dit geeft voor do drie infanterie-
bataljons to Amsterdam 330 man; rekent
men in dat garnizoen voor do 6 compagnieën
vo8ting-artillorie samen nog 100 man, dan be
reikt do wintorsterkto voor de hoofdstad nog
geon 500 man. Zyn do inlichtingen van het
Handelsblad juist, dan acht de burgemeester
van Amsterdam hot noodig om steeds ovor
een garnizoen van 1000 man te beschikken.
Er zal dus voortdurende dotachooring van
troepen uit andero plaatsen noodig biyven
mot al do daaraan verbonden nadeolen voor
do aldus goplunderdo garnizoenen.
Van do nieuwe rogoling, volgens welko
diegenon, die voor hot kador worden opgoloid,
niet 4, maar 8 maanden zullen moeton dienen
(tot 1 Augustus) verwacht het Handelsblad
dat zy do vrywilllgo aanmelding voor kader
vorming bejangryk zal doen vermindoren. Dit
wordt nog verscherpt door de omstandigheid,
dat men volgens de bostaando bopalingen vry
zeker toch in het blyvond godeelto moot dienon,
hotzy dan by do eorste of by do iwoodo ploeg,
terwyi by de nieuwe bopalingen Je helft goheel
vry zal zyn. By de oudo bepalingen kan algo-
heele vrystelling alleen worden verkregon ten
koste van een vry bolangryko geldeiyke op-
offoring, Wanneer mon niet onder de zoer
weinigo gelukkigen behoordo, dio waron vry-
goloot.
Wannoor nu de lust tot vry willige aanmel
ding voor kadervorming bolangryk vermindert,
zal mon volgens hot Handelsblad veel ruimer
gebruik moeton gaan makon van do gedwon
gen aanwy'zing tot kadervorming ingevolge
art. 106.
Daarovor oordoolt het Handelsblad aldus:
„Het behoeft geon betoog, dat wy hier
staan voor een aanzioniyko verscherping van
de Militiowet, juist ten aanzien van hon, die
men als do boste elementen aanmerkt. De
jongellog, dio door deelneming aan vooroefe
ningen is ingelyfd by de 4 maanders, ziet
zich nu gedwongen tot 12 maanden dienst
doen, alleen omdat h'jj beter is dan zUn coiloga's
hU, dio hoopto er met 8$ maand af to komon,
moet 16$ maand blyven, alleen omdat hy
boter is dan zyn collega's. Door oen on ander
zal de gedwongen aanwyziag -.girolgo art.
106 een veol scherper karakter vorkiygon en
hot staat te vroozon, dat het verzet daartegon
van de zydo der belanghebbenden zal too-
nemon. Allcon om die roden achten wy het
minder wonschoiyk do wyziging van den
Minister in haar vollo consequentie to aau-
vaarden.
Voor het vormonwan korporaals en sergean
ten behoeft mon geou 16 maanden; daarvoor
zyn 12 ruim voldoende. Alloon om ofücioren
to vorkrygen, kan moor tyd noodig zyn, maar
dat moot mon langs gohool anderon wog
trachten to verkrygon."
Het Handelsblad roomt, dat mon lust, om
in- do militie tot kador to worden opgoleid,
moot trachten te wokkou door daaraan tast-
baro voordeelen te vei binden.
„Daarom bohooron er moer nog dan thans
speciale voorrechten te wordon goschonken
aan hen, dio zich voor kadoropleiding aan
melden, byv. betoro bezoldiging, premiön by
bevordering, betore hui3vosting, betere kleo-
ding en betere menage. Bovendien bostaat er,
nu do duur van het blyvond godoolto bolang
ryk wordt verlengd, nog een krachtige prikkel
in eon vroeger naar huis zonden. Hem, dio het
byv. op 1 Maart tot sergeant hooft gebracht,
zonde men op 1 April naar huis en schonke
hem dorlialvo 4 maanden van hot blyvend
godeelto."
Do poging, die thans wordt gedaan om hon,
die tot kaderopleiding in aanmerking komen,
tot oon zeer langen dionsttyd te verplichten,
komt hot blad voor geen toejuiching to vinden,
on hot meent, dat do Volksvertegenwoordiging
de consequontiön van dezs wyziging nog wol
eons terdege onder de oogon mag zion alvorens
er haar zogol aan te hechten.
Hot wetsontwerp gooft ook de Nieuwe Rot
ter damsche Courant aanleiding tot oenlge op
merkingen.
Vooral gel don deze het voorstel om voor
den dienst by het blyvond gedeolto by de
onboroden korpsen dozelfde manschappon in
plaats van 4 maandon, goiyk thans, vooitaan
gedurende S maanden ondor do wapouon to
mogon houden, hetgeen derhalve ook op hon,
dio voor een graad wordon opgoloid omdat
dezo volgons de wot stoeds deel van het
blyvond gedeelte moeten uitmaken, van
toepassing zal zyn.
De Memorie van Toelichting zegt, dat de
rogoling, waai by voor hot onder do wapenen
to houden godoolto der lichting de manschap-
pon ploegsgewyze voor 4 maanden kunnen
wordon aangewezen en de eene ploeg nh de
andere ondor de wapenen wordt gehouden,
zich als onpractisch veroordeeld heelt; dat
uio wissel in.- van het porsonool niet alleen
nadeollg is vuor den dienst on in het byzon-
der voor de kadorvorming, maar dat hot ook
▼oor do ovorgrooto meerderheid dor miliciens,
die tot do twoede pleog behooren, oon groot
bezwaar is, dat zy, na van 1 December af,
dus gedurende do wintermaanden, mot vorlof
te zyn geweest, tegen ultimo Maart d. a. v.
voor 4 maanden by hun korps moeten terug-
keeren.
Hot blad juicht den maatregel zeer toe,
waar men op hot oog heeft voor do ricbtlgo
uitvoering van Militie en Land weer we'ten een
voldoend aantal goed bruikbare ofücioren en
verdere kadorloden uit de militie te vorkry
gen, en gaarne zou het blad art. 109 dan ook
zóó zien aangevuld, dat de tor opleiding voor
onderofficier on luitenant boïtomdo miliciens
verplicht wordon 8 maanden by het blyvend
gedcelto te dienon.
„Maar geenszins achten wy zegt het
verder hot gewenscht ook voor do ovori-
goti van hot blyvend godoelte do vordeeling
in ploegen af te schafFen. Wel Is waar komt
byna niemand, die 1 October, rosp. 1 Decem
ber, met vorlof ging, gaarncr in April voor 4
maanden onder do waponen terug, doch daar
uit volgt nog geenszins de wonscholykheid
om hen, dio het lot voor de eerste ploeg aan-
wyst, ook do volgende 4 maanden te doen
blyven. De dienst wordt daarmede slechts in
onkele opzichten, nl. wat do empioyemonten
en oppassorsdiensten betreft, gebaat; doch
hiervoor blyven toch nog wol steeds onkele
miliciens, door ruiling van nummer, vry wil
lig acht maanden achtereen beschikbaar. Yoor
het overige zyn wy overtuigd, dat hot in het
algemeen, uit een moreel en krygstuchtoiyk
oogpunt, niot aan te bevelen is, dezelfde
miliciens 8 maanden achtereen voor byna
uitsluitend wacht- en corvóodienston onder
de wapenen te houden. Voorheen, toon do
lichtingen nog in Mei opkwamen, duurde do
dienst by hot blyvend gedeelte dan ook slochts
drie vier maanden. Het vroegore stolsel,
waarby geon Yordeeling in ploegen plaats
vond, kan daarom nu gedurondo 8 maan
don in een blyvend gedeolto moot wordon
voorzien o. i. geenszins tot navolging strek
ken. Bovendien zal, ook n& do voorgostolde
wyziging, het bezwaar van ongeweuschte in-
torruptio tocli nog blyven voortbestaan voor
de viermaandors, die 4 October met verlof
gaan, torwyi het blyvend gedeelte 1 Decem
ber aanvangt.
Alles samengenomen, goloovon wy dan
ook, dat de hiorbodcoldo wyziging alloen voor
hon, dio voor ondorollicier of luitenant zyn
bestomd, aanbevoling verdient, doch dat het
voor hot o vorige beter is het blyvond gedeelte
om do vier maandon te vorwisaolon."
Do Arnhemsche Courant heeft tegon do voor-
gostelde aanvullingen en wyzigingen do vol-
gor.de bezwaren.
Togen do wyziging van art. 96, waaraan do
Mini8tor oen zinsnede wensebt toegevoegd to
zion tor bepaling, dat de eerste oefoningstyd
geacht wordt te zyn ingegaan met den dag
van opkomst onder do wapenen, wannoor do
by de korpsen ingeiyfdon wegona byzondoro
omstandigheden dadeiyk na hun inly ving mot
vorlof gezonden worden, het bezwaar, dat do
Minister aan dezo bopaling in zekoron zin
terugwerkondo kracht wil toegekend zien, door
zo reeds op 30 Novotnbor van dit jaar in wer
king te doen treden, dus juist 's daags vóór
don datum, waarop, volgens do geldende wot,
voor do lichting 1903 de oorste oofenlngstyd
by de onbereden korpsen zou zyn afgoloopen.
„Do manschappon dezer lichting hebben er,
voor zoover zy niot tot hot blyvend godoolto,
noch tot do eerste ploeg daarvan behooron, op
gerokond, dat zy krachtons de wet op 1 Decern-*
ber mot groot verlof zoudon gaan, en voor
velen allicht is hiermede hun bestaan in de
burgerma3tschappy gemoeid; dat zy dadoiyk
na hun inlijving met verlof gezonden werden,
geschiedde goheel onafhankelijk van hun wil
on nu gaat hot niet aan, gedurende hun dienst-
tyd te bepalen, dat zy na 1 Docember nog
twee maandon ondor do waponen zullen ge
houden worden."
Tegon de wyziging van art. 109, waarby
voorgesteld wordt, het blyvond gedeelte te
doen bestaan, in plaats van twee olkaar op
volgende ploegon van ton hoogste 7600 man
elk voor vier maanden, uit ten hoogste 8000
man godurenle 8 maanden, hot bezwaar
dat „aangezien na de loting voor het blyvend
gedeelte ruiling toegelaten biyft, feiteiyk voor
dezen dienst van 8000 man, of ruim 2/3 der
lichting onder do oude wet, do nummerver
wisseling zal terugkeeren, welko In 1898
word afgeschaft, d. w. z. do zwaardere dienst
zal drukken op hen die het geld missen om
hun zoogonaamden verplichten dienst op ande
ron te kunnen afschuiven 1" Ook zal doze
wyziging, volgons hot blad, nog meor de vor
ming van kador andors dan in do kazorno
togenboudoD en het voorberoidond militair
onderwys doon verloopen.
Togen do wyziging van art. 110 ten slotte,
waarby bepaald wordt, dat do Rogoering bui
tengewoon oproepen kan de jongste lichting
on, zoo noodig, daarna ook oudere lichtingen
en dat het ontwerp tot verdoro bokraclitlging
van deze oproeping per se vervalt, zoo de
lichtingen alweer naar huis zyn, vooraleer
hot in behandeling is gekomen, het be
zwaar dat hierdoor aan „militaristische nei
gingen, ongestraft on door do wet godokt,
botpeviord zou kunnen wordon."
„Allereerst behoort art. 110 in ovoroenstem-
ming to worden gebracht met art. 185 dor
Grondwet, dat zonder den termyn van zes
weken onverwyide indiening voorschrift van
oon wetsontworp tot goedkeuring der buiten
gewone oproeping, terwyi in do tweede plaats
in art. 110 oon bopaling behoort te worden
opgenomen om te voorkomen, dat dezo good-
kouring een wassen neus wordt on, zooals in
hot atgoloopen zittingjaar door oon ongesteld-
hoid van den minister, toevallig of opzetteiyk
vertraagd wordt. Door do Regoering mag niet
de vorplichto dionsttyd, buiton do door do wet
gestolde grenzen, willekeurig kunnon ver
zwaard worden."
Aan het in ons vorig aommer vermelde
rapport der commissie van advies betref
fende het Rijks Efchnographisch Museum is
toegevoegd
A. een nota van dc heeren Bocser, De
Goeje, De Groot, Holwerda en Schmeltz,
waarin betoogd wordt, dat men eon Ethno-
graphisch Musoum niet als Museum van
Kunstnijverheid mag wi. laten doergaan.
Men moet h. i. het tegenwoordig Ethno-
graphisch Museum *vton bestaan voor zijn
doel, of als men dat doel niet de moeite
waard acht, het ophef ff en. De deelbaarheid
van het MuBeum wordt ontkend.
In het bijzonder verderfelijk zou een split
sing zijn indien zij mocht ten doel hebben
te Leiden een Ethnographisch Museum
voor Ned.-IndiÖ en omliggende landen te
vestigen, te Amsterdam een Ethnographisch
Museum voor handel, nijverheid en kunst,
d. i. een populair Museum. Men zou dan
één wetenschappelijke vcreeniging in twee
andere scheiden, die allen zedelij kon grond
slag misten. Doch evenals er geon wcrkclijko
belangen voor handel en nijverheid zijn, die
door de overbrenging van het Museum naar
Amsterdam zouden gebaat worden, evenzoo
bestaat ook het beweerde stoffelijke belang
niet. Dat h. i. wel bestaat en door over
plaatsing ten zeerste zou geschaad worden,
dat is het waarachtige belang der weten
schap.
B. een ncta van de heeren Von Saher en
Van Hasselt, dio verklaren niet mede te
gaan met het beheerschend beginsel der com
missie, dat het beslist aanbeveling ver
dient het Museum in te deelen in een we
tenschappelijke verzameling cn een tentoon
stelling-af deeling voor het publiek.
Zij zijn echter van oordeel, dat voor ons
land dringend behoe.bestaat aan twee
ethnographischc verzamelingen: een Rijks
Ethnographisch Museum, dat wegens zijn
wetenschappelijke waarde moet uitmunten,
waarvoor Leiden de aangewezen plaats is,
cn een Rijks Ethnographisch Museum van
meer algemeene strekking, waaraan Am
sterdam de grootste behoefte heeft.
C. Een nota van don heer IJzerman.
De heer IJzerman meent, dat de instruc
tie bedoelt een splitsing van den in
houd van het tegenwoordig Museum. Het
nieuw op to richten Museum zou bezitten
al de voorwerpen, die voor de philosophi-
sehc studie der cthnologio van belang moe
ten worden geacht.
Op vraag 5 antwoordt de heer IJzerman,
dat het Museum voor do Oost-Aziatische
kunstnijverheid to Amsterdam zou kunnen
gevestigd worden in het Oude Buitengast
huis. De totale bouw- cn inrichtkosten zou
den ongeveer 230,000 bcloopcn.
Hot museum-vraagstuk zelve zou echter
op cle beste wijze worden opgelost door over
brenging van het Ethnographisch Museum
in zijn geheel naar Amsterdam. Dio meening
is op het volgende gegrond: I. Het driele
dig doel van een Ethnographisch Museum
nuttig te zijn voor dc wetenschap, voor de
kunst en de kunstnijverheid cn voor het
volk in den ruimsten zin, wordt het best be
reikt in Amsterdam; II. De splitsing van
het bestaande Museum op don voet der in
do instructie gestelde vragen levert zeer
grooto moeilijkheden opIII. Voor de op
leiding der Indische pmbtonaren te Leiden
kan zonder bezwaar oen deugdelijke onder
wijscollectie worden afgezonderd; materiaal
is daartoe overvloedig voorhanden; IV: De
inrichting van een enkel Museum te Amster
dam verdient ook uit.een oogpunt van kos
ten do voorkeur boten de stichting van
twee Musea met beperkt dool, een to Am
sterdam en een to Leijdcn.
RojksposSsjpaaHbank.
In do „Staats Courant" wordt tor algomoene
konnis gebracht, dat gedurende de maand
Aug. 1903 zyn ingelegd en torugbotaald de
navolgende bodragen
Inlagon4,362,882.07$
Terugbetaald (waaronder
f 11,896.32 wegens aan
koop van inschry vingen in
een Grootboek, obligation
of certificaten van inschrij
ving)8,402,950.23$
Meer ingelogd dan
torugbetaaldf 959,981.84
Aan het einde der maand
Juli 1903 was, ten name
der verschillende Inleggers,
ingeschreven103,950,654.71
zoodat het tegoed op uit.
Aug. bedroegf 104,910,586.55
In den loop der maand zyn 9325 nieuwe
bookjos afgegeven, 3667 geheel torugbetaald,
zoodat aan het einde dor maand 1,01*2,647
boekjes in omloop waren.
Tot ultimo Aug. 1903 Is voor een bedrag
van f 1,273,157.19 aan lnachryvingon ln een
Grootboek van de Nationale Schuld, obligatiön
ton laste van don Staat of certificaten van
lnschryving bovenbedoeld, ten behoeve van
1619 inleggers aangekocht.
Gehouden verkooping in het Notarishuis
aan Den Burg alhier op Zaterdag 26 Sep
tember 1903 ten overstaan van:
lo. Mr. J. A. F. Coebcrgh, notaris tc Lei
den. Het huis Groenesteeg 7ö, in bod 13S5,
kooper do heer I. J. de Cler q.q., voor
1388; het huis, Zijdgracht 41, in bod
1735, kooper de heer De Clcr voornoemd
q.q., voor 1765; het huis Binnenvestgracht
32, in bod 1095, kooper de heer H. P. L.
Vorst q.q voor ƒ1111; het huis, aldaar 61,
in bod ƒ900, kooper de heer J. P. W. Licht
q.q., voor ƒ920; het huis aldaar 65, in bod
ƒ1355, kooper de heör J. Laman Wzn. q.q.,
voor ƒ1376; het huis Haverstrnat 1, in bod
ƒ590, kooper A. Schipper q.q., voor ƒ600;
liet huis aldaar 30, in bod ƒ790, kooper do
heer J. Laman Wzn. q.q., voor ƒ806; bet
huis Wielmakerssteeg 15, in bod 600, koo
per de heer J. Laman Wzn. q.q., voor ƒ610;
het huis Dwarsbolwcrkstraat 1, in bod
500, kooper J. Laman Wzn. q.q.het huis
aldaar in bod 480, kooper de heer J. Bo-
termans q.q.; de huizen aldaar 11 en 13,
in bod 980, kooper de heer B. J. Huur
man Dzn. q.q., voor 999; het huis, Kool-
straat 6, in bod 575, kooper do heer G.
van Meygaarden c. s. voor 685; het huis
Galgcwater 17, in bod 900, kooper de heer
E v. d. Bosch q.q., voor 903; het huis
in de Rijndijkstraat 87, in bod 1225, koo
per de heer I. J. Wolf; het huis Vliet 17,
in bod 1700, kooper do heer H. P. L.
Vorst q.q., voor ƒ1755; hot huis, Witte
laan 8, in bod ƒ460, kooper de heer B. E
Spijker Azn. q.q., voor 452.
2o. L. J. O. A. Gordon, notaris tc Lei
den. Het huis Rapenburg 103, in bod 2830,
kooper de heer W. L. Mulder q.q., voor
2890; het huis, Haarlemmerstraat 235 cn
235a, in bod 5920, kooper de heer H. C.
J. M. Verhaaff q.q., voor ƒ6145; het huis
Hooigracht 105, in bod 3300, kooper de
heer C. C. van Ingen q.q., het huis Hoef-
straat 60, in bod 470, kooper de heer P. J.
Smits c. 8., voor ƒ480.
Hedennamiddag te twee uren aanvaardde
prof. dr. J. S. Speyer aan onze Universiteit
hot hoogloeraarsambt, als opvolgor van prof.
dr. H. Kern ln hot groot-Auditorium van het
academie-gebouw.
Spreker begon meteen waarschuwend woord
tegon de zoogenaamde „University Entenslon",
die halve kennis ln de hand werkt, iets ergors
dan onkunde. Men streve er naar het volk
op te voeden, zyn geost te verryken en to
veredolon, maar houde steeds rekening met
zyn bovatting en vermydo aan te kweeken
oon schermen mot half begrepen woorden en
leuzen. Gehoel wat anders, dan die niouwe
manier van populariseering, die zich richt tot
onvoorberelden voor zaken van hoogor onder
wys, ie het modedeelon uit het gebied van
zyn vak aan een gehoor, dat door zyn op
leiding en adspirBtlön den geleerdo als hot
ware uitlokt uit zUn tent to komon. Zulke
exotorlsche behandeling van wetenschappe-
lyko onderwerpen heeft sprekers volle sym
pathie.
Daarom grypt hy gaarne deze gelegenheid
aan, om hi de inaugureele oratie by zyn
optreden aan Leidens doorluchte hoogeschool,
zyn eigen Alma Mater, van zyn lievelings
studie te getuigen. Hy heeft niet gekozen het
onderwerp, dat zich het eerst aan hem op
drong, do groote ontwikkoling der Indologie
ln onze dagen, omdat het te omvangryk is
voor een kort bestek; ook zal by niet spreken
over het Sanskrit en zyn boteekonis voor de
Indo-germaanBche taalwetenschap, omdat het
niet meer noodig is, op dat aanbeeld te
hamoren, daar wy beroikt hebben wat wy
won8chen en bovendion heeft hy hierover
reeds voor vyftien jaren, by de aanvaarding
van zyn kortstondig „Amaterdamsch profes
soraat" gehandeld. Daarentegen acht by het
niet van onpas „de beteckenis van de Brah
manen voor de Indische beschaving" te schetson.
De gansche cultuur van Indiö is Brahuiaansch.
Men pleegt ze dan ook met den naam Brah
manisme aan te dnidon. In de vele eeuwen,
dio aan de kennismaking met de in het Sans
krit of de daarvan afgoleide volkstalen opge
stelde documenten voor onze kennis vooraf
gingen, was het vooral hetgeen omtrent de
gymno-Sophisten aan de Ganges, hun ascetisch
levon en hun door bespiegeling verworven
hoogste wysboid, vooral uitGriekscho bronnen
bekend was geworden, wat de nieuwsgierig
heid prikkelde zonder ze te bevredigen. Die
voorstollingen, welke spr. aan de hand van
de Griekscke berichtgevers, met name van
Megasthenes voor zoover zy do Brahmanen
betreffen, nagaat, geven van dien stand allicht
den Indruk als zoude do term „Brahmaan"
en „bespiegelend asceet" verwisselbaar zyn. Dat
is echter geenszins het geval. De waarheid
is, dat slechts oen klein gedeelte zich aan wat
men noemt geleerde studie wjjdt. Als göheol
mag men de Brahmanen noemon den go-
leerden of wel den geletterden stand onder
de Hindoes, ongoveer in denzelfden zin als
wU „jurist" noemen eon ieder, die in de
rechten studeert of gestudeerd heeft, al be
antwoorden slechts weinigen ondor hen aan
wat men onder oen jurist in don strengen
zin des woords verstaat. Om van het wezen
en karakter van den Brahmanenstand een
zuiver beeld te geven, is hot noodig die klasse
te plaatsen in hot kader van het geheel van
kasten en standen, waarin do .Indische maat-
schappy vanouds gesplitst Is.
Daarom schotst spr. eerst de talloozo zoo
genaamde kasten, de volo elkaar afatootendo
kleine conglomeraties, half gentis, half gilden
en dio door klemmende voorschriften van een
sacraal karakter beheeracht worden. Die kleine
groepeeringen worden in theorio en ten deele
ook in de practyk des levens teruggebracht
tot de vier bekende standen, Brahmanen,
nsatenyas, waicyas en cudras. De laataten
als knechten gesteld tegenover do drie hoogere
standen, die den gemeenschappelyken naam
van sryas dragen, vormen hot gros dor bo-
volking. Zy zyn uitgesloten van den eero-
dienst der sryas en van de daaTby benoodigde
Wedateksten, op aDalogo wyze als de plebejers
in Rome's oudste periode dat waren van den
cultus der patriciërs. De scheiding van de
klasso der heeren in drie standen van offer-
kundigen en priesters, krygsliedon en ridders,
huurlieden en landbouwers, moet al zeer oud
zyn en teruggaan op don tyd, toen Iramörs
on Indiërs nog vereouigd waron. De verhou
ding van dio standen onderling en het pro-
pondereeren van den Brahmanenstand wordt
nader door spr. in het licht gestold.
Na aldus de Brahmanen ln de omiysting
van do Indische maatschappy te Lebben ge
plaatst, schildert spr. vervolgens de beteeke-
nis van don Brahmaan ten opzichte van do
openbaring en den daarin geleerden oeredienst.
Daartoe geeft hy oen overzicht van den
oorsprong, de ontwikkeling en de toenemende
samengosteldheid van do Indische ritueel, waar
de heilige liederen en otferspreuken aanvanke-
lyk vry vervaardigd werden. Later fixeerden
zich de regelmatig aangewende mantras en
werden die verzameld ln bundels, de zooge
naamde Sanhitss, oudste bestanddoel en kern
der Weda's. Door Kun eeuwenlange werkzaam
heid als opbouwers, lator als dragers, hand
havers en uitleggers van die revolatiön, die
met verloop vau tyd en gezag toenam, nam
ook reeds vroeg het aanzien dor Brahmanen
toe en werden z(j in den rolston zin des
woords eon goesteiyke adel, beschouwd als
hoogere wezens dan de overige menschöD,
vry van belasting, door ridders en koningen
ontzien en geëerd, zelfs al waren z(1 van
middelen ontbloot en oefenden zy lagere be
roepen uit. Dio onderscheiding hebben zy zich
ook waardig betoond. Zy werden do lelda-
liedon van hun volk op elk gebied des geestef.:
toon by toenemonde stofielyke welvaart en
uiteriyke beschaving de voorwaarden voor'
bloei van kunsten en wetenschappen aanwezig:
waren. Dit biykt ook ln de schoone ontwik*!
keling van de ryke Indische literatuur en van
de verschillende takken van kennis en kunst.
Hierop ontworpt spr. een beeld van den:
idoalen Brahmaan, zooals de theorio van gods*
dienst on recht hem zich voorstelt. De vier
eeuwon studie, waaronder do derde on vierdt
tyd vakkon van bespiegeling, buiten de woelige/
wereld, wordon geschetst en de aard en inhoud
dlor bespiegelingen nagegaan. Roeds in denj
ouden tyd voldeden de oude Wedlsche offert
practyken niet aan de adspiratiön dor ledeni
Andere, hoogero goederen dan de langs dezen;
wog verkregono stoffoiyke machton moesten)
bereikt worden. Reinheid van gemoed staaft
boven do ritueel# reinheid. Zoo vertoont zich)
het streven naar een sumrnun bonum in den'
vorm van een onvergankeiyken heilstaat,!
waartoe de overpeinzingen, nodergelegd ln d#
aranyakas en upanisads, opwekkon. In del
omgeving der woudkluizonaryon ontstond en)
wies op de Indische theosophie on philosophit
Ln haar menigvuldige verscheidenheid. Daar
kreeg do zlelsverhuizingstheorio haar leer-
stenigen vorm, van daar uit vorbreiddon zich I
de voorstellingen van den Maalstroom dea j
Levens, van do macht van het Karma on van
de Verlossing door "Wijsheid.
Met de korte vermelding van do menig*
vuldige sekten, "Wedlsche en nlet-Wedlsche,'
die op den bodem van deze denkbeelden zyn i
ontstaan, en een peroratie over de beteekonit i
van de Indlscho beschaving voor do geschle*
denis der menschheid, besloot spr. zyn rede, j
om over te gaan tot.de gebruikelyke toespraken, j
Behalve tot curatoren, professoren (zoo[l
Leidsche als Groningache) en tot studenten
richtto spr. het woord tot prof. Kern, die
ten gevolge van hot ongeluk, dat hem dezen/
zomer trof, alleen naar den geest tegenwoordig j
kon zyn. „Moge volkomen herstel", alduaj
spr., „u een gelukkigen levensavond inleiden,
zacht getint door den gemoedsvrode, dien een i
welbesteed leven aan onvorpoosden, vrucht* I
baren arbeid verschaft, en gewyd door de'
dankbare hulde on eerbiedige liefde van de.
velen, die dien arbeid hebben leeren waar-1
deeren en er nog telkons de vruchteu van
plukken."
CORRESPOND TIE. Ingezondon stuk*'
ken of mededu ,on, waarvan de inzendera\
hun naam nie* i m do Redactie bekond maken,
wordon ongeplaatst terzydo gelegd.
Eorate huwelijksafkondiging van 27 Sept.
J. W. D. Leeflang jm. 40 j. on M. C. Krar.eveld
jd. 39 j. Th. A. van Eldik jru. 32 j. en O.
Rating jd. 32 j. H. J. Overmars jm. 31 j. on
A. L M. van Schio jd. 27 j. K. J. Segaar jm.
31 j. en C. Zwart jd. 25 j. P. Rijsdijk jm. 36
j. en J. M. Frank jd. 41 j. L. van Egmond
jm. 19 j. on H. G. Martijn jd. 18 j. D. Meyor
vr. 61 j. en J. AL Vreugdenburg w. 62 j. A.
Blok w. 44 j. en li. Rijken w. 33 j. L. Boekkooi
jm. 33 j. en J. Schornngol jd- 22 j. H. J. Baems
jm. 31 j\ en J. F. Soetekouw jd. 23 j. J. Hub#*
jm. 22 j. en E. v. d. Berg jd. 19 j.
I1ILLEGOM. Bevallen: M. Fï. v. Waveren
geb. Wijtman D. C. J. Scbrijoder geb. Anakker
Z. C. M. Dake geb. Romijn D. G. van El
geb. v Doorn Z. M. de Rooy geb. Qi ootonboer
D. C. do Groot geb. v. Kampen D.
Overleden: J. Dibbets 7 w.
LI3SE. Ondertrouwd: Cornelia Hoogweè
jm. en Neeltje Jacoba Bosman jd.
Gobuwd: Alaroelis van Graven en Theodora
Maria Faae.
Gob or on: Pieter, Z. van S. Wijnhout en M.
M. Stoffiïn-
Overleden: Levenl. D. vanJ.Niouwonhoven
en M. Bekkers.
NOORD WIJK. Geboren: Bartba, D. van J.
van Konijnenburg en J. H. van Konijnenburg.
Albert, Z. van W. Brekelmaos en A. M. Steen-
voorden. Jacob, Z. van N. W. van Extor en
H. Verloop. Jacoba Adriana, D. van J. van
Oostea en J. Plag. Alida. D. van P. Waasdorp
en J. Barnboorn. Wil hel mi no, D. van S. Klinken
berg en J. van Beelon.
Ondertrouwd: Isüak Pelt 51 j. en Goertruida
Maria Peschier 59 j. Gerbardus Vink 25 j. en
Maria Zuidhoek "24 j. Jan Theodorus Lodewïjk
van Ginkel 24 j. en Johanna Maria Fransen 24 j.'
Overleden: Jacoba Verloop 83 j., weduwe
van Engel Groen en Cornells den Hollander-
Levenloos aangegeven kind van N. v. d. Zalmen
J. Raaphorst. Wilhelmus Petrus Brekclmans
13 d., Z. van A. G. Brekeltnans en E. v. Karsbergen.
NOORD WIJ KERHO UT. Ondertrouwd: P.
Bakker on M. Heomskerk.
Bevallen: R. de Groot geb. v. Bobemen Z.
A, E. van Haaster geb. Dijkzeul D. M. A. E.
Visser geb. Meddens Z.
Overledon: C. M. Bader 3 m.
SASSENHEIM G o b o r e n. ilendricus Wil
helmus, Z. vau J. Goedemaus en E. van Kuijlen-
burg. Elisabeth Maria, D. van W. A. F. Ver-
waijen en E. M. UessliDg. Johannes Bastiaan
Jacobus, Z. van Tb. Reeuwrjk en J. Maas.
Overleden: M. Godefroy D. 4 w.
Ondertrouwd: B. Mooleuanr jin. 23 j. en
J, Bergman jd. 22 j.
lu deStcd. Wcrklur. zyn op&cuoment
DAT UIL
DAGEN.
Tolw.
por*.
Kin
doren
-3
j
O
H
20 Sept.
Zondag
43
15
68
21
Maandag
62
19
81
22
Dinsdag
63
18
61
23
Woensdag.
66
19
84
24
Donderdag
60
14
74
25
Vrjjdag
69
14
73
2«
Zaterdag
68
14
72
33erichten over JEfcij nland's boezem
gedurende de week van 20—26 Sept. 1903.
Staod van den boezem te Leiden.
Idem te Oude-Wetering
Werking der stoomgemalen
Waterloozing langs natuurlijk, weg.
Waterinlating
Regeuval ia Mm.
20 Sept. 21 Sept 22 Sept. 23 Sept 24 Sept 25 Sept. 26 Sept.
52 49 48 54 58 68 59 cm.—A.P.
53 51 49 53 57 59 61 cm.—AH
Spaarndam 481/» i-> Halfweg o., Goudau., Katwijk a.
Spaarndam u., Halfweg u., Gouda 15 u., Katwyk 66 u.
Door de sluis te Gouda u.