No. 13360.
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 12 SEPTEMBER. - VIERDE BLAD.
Finaneieele Kroniek.
Letdsche typen en schetsen.
Anno 1903
Inkomsten en uitgaven der gemeente Lelden ever 1994.
IL
Burgemeester en Wethouders reggen lot
.het schreven van een afzonderlek rapport
naast de gewone Memorie van Toelichting
aanleiding te hebben gevonden in het feit,
dat verschillende posten der concept-begroo
ting eon vry belangrijke afwijking van de
thans looponde begrooting aanwijzen. Zoo
vonden wy dan ook by Volgn. 29 een ver
meerdering van byna f 40,000 in de ontvang
sten van de Stedelijke Gasfabriek.
In ronde cijfers wordt deze post thans ge
raamd op f 109,000, voorwaar een bedrag
om er eerbied voor te hebben en one harteiyk
te doen wenschen, dat de gemeente meer van
zulke bedryven in eigen beheer mocht lieb-
ben. Daar is wel eens beweerd en het zou
one niet verwonderen, of wij zullen bet ook
by deze gelegenheid weer te hooren krijgen
dat deze winst voor een deel fictief is, omdat
de gasfabriek geon recognitie betaalt voor
het gebruik van gemeentegrond voor kaar
buizennet. Deze redeneering gaat echter o. i.
met op: Als die buizen er niet lagen, zou
de gemeente toch mot van dien grond op
andere wijze profiteeren. Dit zou alleen het
geval zyn, wanneer de gasfabriek niet een
gemeente-instelling was. Wil mon 't als zoo
danig beschouwd hebben, laat de gemeente
dan voor faciliteiten door haar aan de gas
fabriek verleend, een biliyke vergoedmg eischen
en verder het gas aan de verbruikers voor
den kostenden prijs leveron. Zoo als do ver
houding tbans is, kunnen wy het niet anders
inzien, of de gemeentekas wordt in 1904 met
het geraamde bedrag van f 109,000 door do
exploitatie van de Ötedolyke Gasfabriek ver-
rykt. De meerdere opbrengst van f 40,000
wordt, zooals Burgemeester en Wethouders
ln hun bovengenoemd rapport zeggen, voor
lOngöveer f 6000 verkregen door hot hooger
batig saldo, door Commissarissen dor Fabriek
voor 1904 ln uitzicht gesteld. Burgemeester
en Wethouders 2ijn daarvoor, zooals stellig
alle gemeentenaren, dankbaar, doch blik
baar niet voldaan. Zy hebben er nu eenmaal
op gerekend, dat de gasfabriek f 40,000 meer
zal opleveren en derhalve moet de overige
f 84,000 maar gevonden worden door den
prys van het gas met ingang van Jan. 1904
te verhoogen voorloopig voor don tyd van
één jaar, met cent per M1.
Inuien wU kondon aannemen, dat er werke-
lyk kans bestond, dat over een jaar de gas-
piljs op hot oude bedrag teruggebracht zou
.worden, we deden best den tydelijken maat
regel zonder veel moeren teaanvaa den. Maar
daaraan gelooven wy niet. Het volgend jaar
zal naar alle waarschyniykheid geen lager
bedrag van uitgaven eischen, misschien nog
wol meer. En zoo min men thans het durft;
te zoeken in een verbooging der plaaLselyke
directe belasting, zal men het over oon jaar
durven. Er moeten middelen gezocht tot dek
king der verhoogde lasten, aldus motivoeron
Burgemeester en Wethouders dt^e verhooging,
dit middel leek hun daarvoor het moest aan
gewezen, hoe zouden ze er over oon jaar
anders over denken? Eenmaal met een cent
per M3. voihoogd, zal naar onze vaste over
tuiging de verhoogde prys biyven, tonzU men
later het nog eens zou wagen er een half
centje op te doen.
Een halve cent por M3 lykt haast do moeite
niet waard om or over te praten. Mon vergeto
echter niet, dat het een aanzieulyke verhoo
ging van 10 pCt. boteekent, en een totaal
bedrag van f 34,000 zal opleveren.
In het begin van 1900 hebben Burgemees
ter en Wethouders ook voorgesteld voorloopig
voor den tyd van één jaar don gasprys met
cent per M3 te verhoogen, wolk voorstel
toon met 13 tegen 10 stommon ls aange
nomen. Hoewel eeri aanzieniyko styging der
kolenpryzen daartoe toen aanleiding gaf en
in 't algemeen een verliooging van den prys
der grondstoffen als natuuriyk gevolg moet
hebben een verhooging van den prys der
producten, was er toen reeds een sterke
oppositie tegen het voorstel, hoewel het toen
inderdaad een tydeiyk karakter droog. De heer
Kaiser merkte in de discussie over het voorstel
in de zitting van 15 Febr. 1900 o. a. op: „De
winst van de gasfabriek is in de laatsto jaren
verdubbeld en zoo buitengewoon groot, dat er
alle redenon zouden bestaan om het gas goed-
kooper te leveren, ten einde het gebruik nog
algemesner te doen zyn. Het komt spr. voor,
dat eerst aan verhooging gedacht moet wor
den, als het vooruitzicht bestaat, dat de winst
in verlies verkeeren zal.11
In dien geest voerden verscheidene andere
leden het woord, terwyi de voorstanders der
verhooging het inderdaad krachtige argument
konden gebruiken, dat de stygende kolenpryzen
het voorstel blliykton en de prys weder kon
verlaagd worden, zoodra de steenkolen tot den
normalen prys terugliepen, wat, zooals men
weet, ook is geschied. Burgemeester en Wet
houders slaan thans ln hun argumentatie lang
niet zoo sterk. Het eenige, wat zy ten gunste
van hun voorstel in meer gemeld rapport
aanvoeren is, dat de prys van het gas in deze
gemeente in vergeiyking met de meeste andere
groote gemeenten byzonder laag is.
't Is nog alsof wy, geiyk in de zitting van
15 Februari 1900 wyien den heer Van Kempen,
weer hooren zeggen „Leiden heeft den naam,
dat het gas er goedkoop is. Welnu, dan heb
ben wo toch wat, dat goedkoop is. Dat maakt
naar buiten een goeden indruk."
Wy voegen er aan toe: laat dit zoo biyven
en laat men in het vervolg zich niet op plaat
sen kunnen beroepen, waar de prys nog lager
is. Bedriegt het gehougen ons niet, dan is de
prys in Utrecht thans ook 6 cent per M1.
Utrecht zou het later van ons reeds winnen.
Dit vergeiykiugs argument zou men trou
wens evengoed op andere posten kunnen toe
passen. Mon zou aldus kunnen redeneeren.
Vergeleken by sommige andere groote ge
meenten is de hoofdelyke omslag in Leiden
niet hoog (deze vergeiyklng is nog niet zoo
heel lang geleden en den Raad werkeiyk ge
maakt en met cyfers gestaafd); door een ge
ringe verhooging van het hefüngspercentage
zal een bedrag van zegge zooveel in de ge-
meenteiyke schatkist vloeien, ergo we ver
hoogen het heffiDgspercentage. Met meer recht
als Burgomeester en Wolhouders een vor-
hoogmg van den gasprys verdedigen op grond
dat deze thans laag is, zouden wy haar kun
nen bostryden op grond, dat de exploitatie
reeds zeer hoogo baton oplevert.
Wy behooren ons by do beoordeeliDg dozer
zaak op eon andor standpunt to plaatsen en
te vragen: ia een vorhooglng ln het belang
der exploitatie zelve en biliyk tegenover de
gas verbruikers, ook Ingezetenen van Leiden?
De geschiedenis der gasfabriek toont ons
een regelmatige prijsvermindering van het
ga3 en leert, dat een belangryko toeneming
van hot gasverbruik steeds hot gevolg is van de
verlaging van den gasprys. Van 1848—1857
waa de prys 19.4 csnt per M3, van 1857 1866
16.9 cent, van 1867—1868 14.1 cent, van
18691875 12 5 cent, van 18751S85 8 cent
en by elke verlaging kwam vermeerdering
van gasverbruikers. In dit laatste jaar weid
de prys verlaagd tot 6 cent per M3 en 't ie
opmerkelyk, dat toen verklaard kon worden,
dat ln 1885 menschen, wier iDkomen minder
dan f 20U0 bedroeg, over 't algemeon geen
gasverbruikera waren. lederen keer, ook ln
1885, verweten do meer conservatieve tegen
standers van een verlaging den voorstanders,
die daarin een oorzaak tot algemeoner gebruik
zagen en daarvoor een voordeel voor de
exploitatie van lichtvaardig opllinisme, toch
heeft de uitkomst deze optimisten steods ln
het geiyk gesteld.
Met het oog op het verloden zouden wy
het derhalve niet raadzaam achten dezo lyn
te verlaten. Het gasgebruik kan en moet nog
veel algemeoner worden. Ieder perceel in
Lelden moet eenmaal, zy hot dan ook door
middol van een muntgasmeter, zyn aange
sloten. Do gemeentefabriok is eigendom van
alle ingezetenen, behoort allen toe. Allen
moeten er gebruik van kunnen maken, zoide
burgemeester De Kanter in 1885 reeds. Dit
zal niet geschiedsD, wanneer men den wog
opgaat, nu door Burgemeester on Wethouders
aangegeven.
Doch ln do tweede en voornaamste plaats
achten wy de verhooging onbillijk. De gronden
daarvoor kunnen wy vinden ln het debat
gevoerd in de Raadsvergadering der gemeente
Leiden den 4den April 1889, toen de prys
werd gebracht van 6 tot 5 cent per M3, den
tegenwoordigen prys. Het gold toen een ver
laging, maar do argumenten door de voor
standers er van kunnen thans evengoed ge
bruikt worden door de tegenstanders eener
verhooging. Het toenmalig Raadslid mr. F. Was
zeide o. a.„Wanneer al de gasverbruikers
belastingschuldigen waren, zou ik geen oogen-
blik aarzelen om te stemmon tegen een ver
laging. De eenige reden, die my or vóór doet
stemmen, is dexe, dat, dewyi de gemeente
gasfabrlkant is, door do groote winsten, die
behaald worden door de gasverbruikers, de
niet-gasverbruikers minder belasting betalen."
"Wy zouden nog meer wapenen voor ons
doel uit het gemeenteiyk tuighuis van 1889
kunnen halen, doch volstaan hiermee.
Wy kunnen echter aan het argument, toen
reeds door mr. Was gebruikt, nog iets toe
voegen, dat vooral klemt. De grootste gas
verbruikers zyn indu9trieelen, winkeliers en
koffiehuishouders. Zy, die verplicht zyn vsel
gas to gebruiken, zullen tot de verhoogde
opbrengst het leeuwenaandeel moeten betalen.
Een gewoon burger en ambtenaar, die des
noods het alleen met gas voor verlichting van
zyn woonvertrekken stellen kan, zal het niet
zoo erg voelen, maar de kleine industrieelen
voor hun gasmotor, de winkeliers en café
houders met hun noodzakelyke schitterende
verlichting zal een verhooging van 10 pCt.
wel degeiyk drukken. Dit is heel wat anders
dan een poging om de nyverheld te helpen
en voor de gedrukte middenstanders den druk
te verlichten I
Evenmin kan het ons biliyk voorkomen,
dat de arme man, die voor geen belasting-
betalen in aanmerking komt, op deze wyze
door middel van den muntmeter nog iets
meer zal worden getroffen.
Wy zyn het mot Burgemeester en Wet
houders eons: do f 34,000 moeten er komen,
maar wy zyn hot niet eens met hen, dat zy
er moeten komen door don gasprys te ver
hoogen.
De plotselinge verhooging van heb Engel-
sche bankdisconto in de vorigo week heeft
op do Europeesche fondsenmarkten meer
indruk gemaakt, dan aanvankelijk kon wor
den opgemerkt. Algemeon is do maatregel in
slechte aarde gevallen en de ontstemming
heeft zich geuit in een bepaald merkbare
inzinking der beterende strooming op de
voornaamst© markten. Het bevestigde zich,
dat voornamelijk door de onttrekkingen
van goud voor rekening van Duitschland,
de Engolsoho Bank zioh tot hot nemen van
voorzorgsmaatregelen genoodzaakt zag, en
dezo onttrekkingen werden in verband ge
bracht met de aflossingen der eohuldcn van
den Ned. Zuidafrik. Spoorweg, waar
voor aan Duitschland vooral groote bedra
gen zijn te voldoen. Do verdere oorzaken,
welke tot verhooging van liet bankdisconto
nog mogen hebben bijgedragen, in hot mid
den latende, blijkt toch, dat dc maatregel
niet alleen geboden was, doch ook niet heeft
kunnen verhinderen, dat de vraag voor hot
buitenland is blijven aanhouden. De Lon-
denscho markt bleef dan ook in zeer lustc-
looze stemming volharden, daarin nog te
meer gevoed door het groote aanbod van
Consols, waarvan do koers een oogonblik
tot 891/4 terugliep, een gebeurtenis, waar
voor geen Engdfichman ongevoelig blijft
De meeste Europecsaho Beurzon gaven even
min van opgewektheid blijk, de algemeene
geest schijnt weer aan den ontmoedigden
kant te ziin en men kan slechts aon indruk
krijgen, dat het publiek nog zeer weinig
neiging toont om zioh weer in do markt
te begeven. Difc geldt ook voor ons land,
waarvan het zeer stil verloop der Amster-
damscho Beurs een duidelijk getuigenis af
legt. Van geen enkele afdeel in g kan een
flinke houding worden vermeld, zelfs niet
in de C u 11 u u rwaarden, waarvoor de
grootste belangstelling voor het oogonblik
schijnt voorbij te zijn. Het moest op den
voorgrond kwamen nog de aandeden der
Vorstenlanden, waarop zioh nog dc
meeste vraag concentreerde. Toch is voor
de meeste Indische cultuur-ondernemingen
bet ra-working-treden der euikerconventie
van hofc grootsto belang, want daarmede is
zonder twijfel een nieuwe periode aange
broken voor do zoo in een achterhoek ge
raakte plantages. Vooral voor die onder
nemingen, die in de suikercultures een dor
hoofdbronnen van inkomsten moeten vin
den, 19 do belangstelling in den laatsten
tijd ontwaakt, in afwachting van de betere
tijden, die komen zullen. Doch ook geldt
voor de Vorstenlanden nog een andere
overweging, n.l. dc veel krachtiger finan
eieele positie waarin zij tegenwoordig ver
keert, waardoor zij van de bankiers-eredie-
ten geheel onafhankelijk is geworden, het
geen haar natuurlijk in staat stelt op veel
voordeeliger wijze te kunnen werken. Geen
slechte vooruitzichten dus voor de dividend
kansen. Tabakswaarden bleven op
gelijke koersen bij zeer weinig handel, het
geen ook het geval was met de mijnwaar-
den, waarin het al buitengewoon stil bleef,
alleen met gunstige uitzondering voor aan-
deelen Soemalata, die vrij belangrijk
omhoog liepen. Vermoedelijk zal dezer da
gen wel het een of ander gunstig bericht
verschijnen, als voorlooper waarvan deze
rijzing althans wordt beschouwd. Petro-
1 o u mnaandeolcn ondervonden weinig
koersverandering, doch de grondtoon dezer
afdeeling was bepaald vaat.. Aandeden
Perlak A blijven aanhoudend gevraagd,
doch zijn weinig ter markt, terwijl ook voor
de Intern. Rumeonsche meer be-
langstelling bestond, in verband met het
bericht, dat door vier der voornaamste pe-
troleum-ondernomingen in Rumenië, waar
toe ook de Int. Rumeonsche behoort, onder
handelingen worden gevoerd, om een pot-ro-
lcum-trust te vormen, waardoor zij in de
mogelijkheid zouden komen om do goheele
markt in Rumenië te beheerschen.
De Staatsfondsen bleven voort
durend stil met zoor beperkten handel.
Spaansohe fondsen blijven geheel uit
de markt en slechts bij hoogo zeldzaamheid
komt een enkele afdoening tot stand. Hoe
wol zij hier te lande nog wel worden ge
houden, hebben zij toch alles van hun vroe
gere populairiteit verloren. De Spaansche
minister van financiën wijdt al zijn aan
dacht aan het plan tot verbetering der va
luta en staat op het punt om de goudlec-
ning, waarover reeds vroeger is gesproken,
af te sluiten. In liet vooruitzicht daarvan,
cd vooral door de verklaring van den mi-
nistor, dat hij voornemens is om terstond
na het bijeenkomen der Cortes, de valuta-
regeling tot afdoening to brengen, vond
reeds bij voorbaat een niet onbelangrijke
daling van het goud-agis plaats. Dc buiten-
landscho markten waren algemeon voor
Spaanscho waarden merkbaar beter en in
vaste stemming. Te Amsterdam word geen
stuk verhandeld. De Staatsbegrooting voor
het lqoponde jaar zou, volgens een bericht
uit Madrid, een besparing van 20 railliocn
pes. aantoonen. Of dit boricht nu geheel
zonder bijbedoeling is de wereld ingezon
den, blijft nog de vraag.
De berichten uit Turk ij o omtrent de
unificatie en do coup on betaling, toonden
een nog grooter verwarring in den stand
van zakon, dan de warboel in Maocdonië.
De Turksohe regeering verstaat meesterlijk
de kunst om alles aan het liintj-e te houden
en zij hooft dit ten opzichte der schuldre
geling in hoogo mate getoond. Ta do laat
sto dagen was het sollen en omspringen met
het unifioatie-plan bepaald toTgend. cn in
de lijdzaamheid, waarmede dit. door dc groo
te mogendheden werd aangooien, ligt wel dc
erkentenis, dat niemand het durfde wagen
om de Groote Heer eens een enkel maal
tot zijn plicht to brongen. De Sultan en
zijn gehccJe omgeving moeten hiervan wol
duidelijk doordrongen zijn, zij zouden bo
vendien daarin nog meer versterkt worden
door het stilzwijgend toezien van Europa,
tegenover dc gruwelen in Macedonië. Ten
slotte heeft nu de unificatio haar be
slag gekregen, het iradó is, voorzien van dc
handteekening van den Sultan, uitgevaar
digd, en nu doet de vraag zioh voor, wan
neer met de uitvoering daarvan een begin
zal worden gemaakt, want vergeten mag
men zeker niet, dat men met T u rk ii e to
maken heeft. Zeer waarschijnlijk zal dit
weer geruimon tijd in beslag nemen en
blijft de toestand voorloopig wel zooals Tij
is, dus ook de rentebetaling op de Seriën-
turken, waarvoor de verhooging van den
rentevoet thans achterwege blijft.
Voor Zuidamerikaanscho waarden was
de algemeene stemming gunstig. Do zilver-
prijs toonde gedurende ceD paar dagen
eenige verflauwing, doch werd spoedig weer
vaster, zoodat daardoor geon ongunstige
invloed over de markt kwam, terwijl do
meening bliift bestaan, dat dc vraag naar
zilver voorloopig zal blijven aanhouden.
De douane-inkomsten van Mexico gaven
over de maand Juli de belangrijke vermeer
dering van 661,000 dollars, terwijl de cersto
berichten uit Argentinië, volgons sta
tistiek van hot landbouw-ministeric, een
enorme uitbreiding der productie inogea
doen verwachten.
In Columbia is de quaestio van het
Panama-kanaal volstrekt niot in den doof
pot gegaan, niettegenstaande het afwijzend
besluit der Kamer. De beweging ten gunste
van het kanaal is integendeel sfcerkor go-
worden, voornamelijk in de provincie Pa
nama; er liepen r.elfs reeds geruchten, dat
deze provincie zich von Columbia zou wil
len afscheiden, indien de regccring in haar
weigerende houding mocht blijven volhar
den. De publieke mcening schijnt zich oven-
wel zoo luido ten gunste van het Kanaal
uit te sproken, dat van de regcering ver
wacht wordt, zij ten slotte met Amorika nog
wel tot een vergelijk zal komen. Ook om
trent dc Ycnczuelaanscho schuldre
geling blijven de berichten er op wijzen,
dat de regcering zich allo moeite geeft om
daarmede tot een goed resultaat te komen.
Voor het oogonblik verneemt men echter
niets omtrent de onderhandelingen, die te
Parijs heeten te worden gevoerd.
Met de Amerikaansohe Spoor-
wegmarkt blijf het do gehcelo weck
door sukkelen Do stemming zoowel ie
Niouw-York als Londen was aarzclond,
doch gaf blijken van gevoelig te zijn voor
zelfs weinig beduidende indrukken. De
markt werd voornamelijk behcerscht door
de oogstrapportcn, welko zouden worden
uitgebracht, doch mededeel ingen daarom
trent van eenige beteekenis bleven achter
wege. De gewono termen van een bevredi
genden stand werden rustig door dc spvo-
oulatio opgenomen, doch weerberichten vol
gens welke voor de graan distri eten koude
temperatuur to verwachten zou zijn, waren
daarentegen voldoende om do markt in ergo
mate to ontstemmen! Hierin ligt void «end©
bewijs voor de weinige veerkracht, waa-door
de Niouw-Yorker markt zich thans ken
merkt, cn zelfs dc handelingen, uitgi andc
van de di~~iti© dor schatkist, zijn v^or het
oogenblik van weinig invloed. In het begin
der maand November z*»l het congres in bui
tengewone zitting bijeenkomen, ten einde in
zake do voorgestelde finaneieele maatregelen
een besluit te nomen, doch reeds nu werden
door den secretaris der schatkist maatreg©
Ion getroffen om in de geldbehoeften in het
Westen te voorzien. Nu omtrent het hoogst
gewichtig vraagstuk van voldoende geldver-
zorging, de noodigo zekorheid schijnt ver
kregen (want liet congres zal geen tegenwer
pingen maken), is de belangstelling verdwo
nen en heeft het onderwerp de aantrekkelijk
heid voor de speculatie verloren.
De Clev. Akrow <fc Columbus
Spoorwegmaatschappij heeft, daartoe aan
gezocht door het Amsterdamsch comité, oen
exposé gegeven omtrent den toestand der
Maatschappij en de toekomstige vooruit
zichten van dividend-uitkeoring. Daaruit
blijkt, dat de ontvangsten zich krachtig heb
ben vermeerderd cn de gehcelo ontwikkeling
der lijn enorm is toegenomen, vergeleken hij
don treuragen toestand van. conigo jaren
terug.
Zeer veel is echter onder het vorig be
stuur gezondigd, voornamelijk ton opzicht©
van slechte zorg voor materieel en uitrus
ting, en ook door te hoogo boeking op kapi
taal waarde, zoodat deze niet in overeenstem
ming was mcb de werkelijke raming. Nu
veroischt een goed beheer in de aJW-ersto
plaat© daarin oon behoorlijk evenwicht on
daarom heeft heb tegenwoordig bestuur be
sloten, om voorloopig niet tot dividend-uit-
keering boven 2 pCt. over te gaan, doch hot
eventueel overschot uit dc winst te bezigen
tot behoorlijk onderhoud van uitrusting en.
materieel. Hieruit volgt, dat door de aan
deelhouders in do eerste jaren op geon hoo
ger dividend dan 2 pCt. inag worden gere
kend, doch tevens geeft do directie te ken
nen, dat door do krachtige ontwikkeling der
Maatschappij en met streven om deze toe
stand te behouden, de positie der aandeel
houders veel krachtiger is geworden en zij
dit meer dienen te waardeeren dan enkclo
hoogere dividend-uitkecringon bij eon on-
gezond beheer. De ontvangsten van verschil
lende lijnen blijven een belangrijke toename
aantoonen, cn geven o m, do Norfolk,
Wabash, cn de Uissour i-P a c i f i o
Een trouwe ziel.
Daar hebben oudtyds ook ln Leiden goede
menschen gewoond, zooals er nu nog goede
menschen wonen. Als wy aankloppen om
steun of hulp voor zieken en zwakken, dan
vindt men nog altyd geopende beurzen. Wy
hebben onze wykgebouwen en tehuizen, waar
aan weldadige menschen hun groote of kleine
garen schenken en anderen hun vryen tyd
geven. In ouden tyd openbaarde zich de
weldadigheidszin eenigszins anders. Men werkte
en spaarde, doch als straks het einde naderde,
gaf men een groot of kleiner dcol aan een
insielling of stichting, waarin hulpelooze wees
jes of ouden van dagen een veilig tehuis vonden.
Daar is wel eens beweerd, dat onze oudjes
angstig voor de gevolgen hunner zonden op
deze wyze daarvoor boete wilden doen en oen
rechtvaardigon Rechter wilden verzoenen, en
zoo zal hot wel eens gewoest zyn, doch in
den regel mocht men stellig donken aan
oprechten weldadigheidszin.
Zoo roemen wy ook in onze stad op weos-
en oudelieden-huizen, om niet te vergeten die
speciaal Hollandsche stichtingon, welke mis
schien als een schrikbeeld opryzen voor den
geest van menig vrijster, die pas de dertig
is gepasseerd, doch een uitkomst zyn voor
een oude jongejuffrouw, die de vyftig to boven
is on do illusie, om ooit een man te bezitten,
'heeft opgegeven.
Ik bedoel onze hofjes. Wy hebben er vele.
,Ik maak geen aanspraak op volledighoid als
ik or meer dan dertig binnen Leidens wallen tel.
Te be8chryven behoef ik zo niet, die afge
sloten ruimten; een tuin of tuintje in 'twid.
don, knappe woningen er om heon als zoovele
vluchthavens voor oude vrouwen of echtparen.
Over hot inkoopen ln het hofje, het ont
vangen van toelagen (prouves) spreek ik niet.
Ik schryf voor Loidenaars en mochten anderen
dit lezen, laten ze den eersten den besten
Leidenaar maar eens de inrichting van een
hofjo vragen.
Ik vertol dezen keer van één hofjesbe-
woonster zooals er misschien vele zyn, oen
type van het slag, dat, naar men zegt, wel
zal uitsterven helaas!
Daarom schryf ik hier boven „Een trouwe
ziel". Of zo woont in het mooie Persyns- of
Meermanshofjo of in het oude Joruzalems- of
het Sionshofje komt er niet op aan, in een
hofje woont ze.
Ik trek aan den laateten grooten schalm
van oen roestig eind yzer en een zware bel
gaat over, die my een beetje doet schrikken.
Een poosje daarna komt een kleine gestalte
met peper-en zoutkleurige bakkebaardjes te
voorscbyn, de portier, die tevona naar zyn
attributen oordeelen, het vak van kleermaker
beoefent.
„Wat ls er van uw dienst, meneer?" zegt
hot manneke preciezlg.
Ik noem hem een heel bekenden vrouwen
naam.
„Juffrouw1" herneemt 't manneke en
telt even op de vingers: 13, 14, 15. „No. 15
meneer 1 daarzoo" en hy wyst met den
wijsvinger in de richtiDg, schuins over een
net, maar styf aangelegd tuintje aan oen
groene deur, die in tweoön is verdeeld en
waarvan het bovengedeelte op een kier staat,
do onderste helft gesloten is en waar boven
aan het gele kozyn op kunstelooze wyze dik
zwart, 't cyfor 15 is geschilderd.
Begluurd door oude, rimpelige vrouwen
tronies, blikkend over groeno horretjes of
strak gespannen ondergordyntjes heen, etap
ik over do geschrobde gele straatklinkers
naar het aangewezen No. 15.
Een gebogen vrouwtje, met do linkerhand
steunend op een stok, beweegt zich door een
smal gangetje zoo snel als haar oudo beenen
het veroorloven naar buiten my te geraoet
en reikt my haar magere rechterhand toe, dlo
ik ferm druk, wat eeu kloin blosje jaagt over
't verschrompeld vel van 't oudachtig aan
gezicht.
Ik ben uitgelaten, dat ik de trouwe ziel nog
zoo goed vind en zoif haar een zoen op 't
diep gerimpeld voorhoofd willen drukkon
Zy houdt me tegen „niet hier meneertje-
hef, ze bennen zoo jaloerscbl"
Daarmede bedoelde ze natuuriyk do glurende
goburinnon, waarvan er nu reeds een enkele
over de onderdeur hing, knipoogjos wisselend
met een andere.
„Ze bennen zoo jaloerscbl" hernam -ze, my
naar binnen tronend; „ze gunnen mekaar 't
licht in d'r oogen niet."
Waarom want wat dit hofjesvrouwtje
zoo kras uitdrukte, is ma$r al te waar
waarom moeten dezo wyfjes heur levensavond
vergallen door onderlinge jaloezie en kwaad-
sprekendheid?
Terwyi we binnengingen maakte rayn gast
vrouw de gewone vrouwenverontschuldiging
dat ik het zoo naar trof, omdat morgen de
kamer moest gedaan worden.
Ik vond het er zindeiyk, ofschoon de kolen
damp uit de onmisbare stoof van 't oudje me
hinderde, 't Kamertje, met een klein keukentje,
't eenige en genoegzame vertrek, was eenvou
dig gemeubileerd: een vierkante geverfde tafel,
een rieten leunstoel met zit- en rugkussen,
een viertal stoelen met zittingen, waarvan het
zwarte tryp groen verkleurd was, een lang
werpig vierkante spiegel met aan weerskanten
twee groote portretten, ln ovale zwarto lysten
van een biykbaar doftigen heer en dito
mevrouw, geflankeerd door kleinere portretten
aan den wand.
Witte gordijnen voor een open bedstee
lieten een met do hand bewerkte sprei zien.
Op een steenen komfoor pruttelde gezellig
een bruin koffiekannetje en ik was niet zoo
weerbarstig, of een kopje koffie moest ik
gebruiken.
Toen aan 't vertellen, want ik wist het
te brengen op de portretten aan den wand,
waaraan haar levensgeschiedenis, dat ver
moedde ik reeds, mede verbonden was.
Het zou te lang duren, als ik in haar
eigen, woorden oververtelde wat ik dien
middag vernam.
In 't kort kwam 't hierop neer. Als kin-
dermeisjo van elf jaar kwam ze in dienst
bij een jonggehuwd paar, dat toen één
kind had. Do man was predikant in een
Geldersch dorp, haar geboorteplaats. Zij
was toen groot voor haar jaren en sterk.
Spoedig kwamen er meer kinderen en stier
ven er, zij doorleefde alles mee, eerst als
kinder- later als binnenmeid. Toen, door 't
vele dragen van do door do gezonde Gcl-
dcrsche lucht welvarende domineeskinde
ren, werd reeds de kiem gelegd voor haar
later vergroeiden rug. Dominee werd van
plaats tot plaats beroepen, zij moest mee,
mevrouw kon haar niet missen. Zoo kwa
men zo oihdelijk te Leiden, waar dominee,
die zoo knap was als goed, tot hooglecraar
werd benoemd.
Dat was een blijdschap, waar 't goede
mevrouwtje echter niet veel van genoten
had. Ze kon niet tegen de Loidschc lucht.
„Langer dan zes jaren gesukkeld", zei
het oudje, „maar ik heb zc altijd trouw
verzorgd, nacht cn dag mot haar opge
trokken."
„In die dagen kwam ik in aanraking
met een knappen meubelmaker, dio een le
dikant in de ziekenkamer plaatste, een
weduwnaar met één kind; hij vroeg mo ten
buwlijk; hij moest een gocdo huishoudster
hebben, zei hij, cn naar mooiheid zag hij
niet.
„Ik moest bedanken, want mevrouwtje
kon mc niet missen.
„Ze ried mo wel om het te doen, de kans
zou niet licht meer zoo goed voor mij zijn.
Ik heb echter geweigerd, om de zieke me
vrouw", zuchtte bet oudje.
„'t Was mijn plicht, vindt u ook niet?"
hernam ze: „ik mocht haar niet overlaten
aan vreemden, «lie haar kwaal niet kenden
cn niets voor haar gevoelden."
Ze haalde een mansportret uit dc tafel
lade, een ferme, robust© kerel, met goedige
oogen.
„Dat had mijn man kunnen worden," zij
zo cn reikte mij het portret too.
Ze zweeg een poosje; in baar oude oogen
bespeurde ik iets 7an heimwee naar een
nooit gekend geluk, zooals ik zelf wel ccna
gevoeld heb als kind, wanneer men mij
vertelde van een mooi tooverland cn waar
heen ik dan verlangde.
Toen mevrouw was gestorven, kwam er
veranderingeen zuster van den professor
kwam er in huis. Had zo niet op het sterf- j
bed aan 't goede mevrouwtje, wier beelte
nis aan den wand zc nu nog met afgodische i
vereering aanstaarde, beloofd te blijven ter
willo der kinderen, zo had een andoren1
dienst gezocht..