No. 13360. LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 12 SEPTEMBER. - VIERDE BLAD. Finaneieele Kroniek. Letdsche typen en schetsen. Anno 1903 Inkomsten en uitgaven der gemeente Lelden ever 1994. IL Burgemeester en Wethouders reggen lot .het schreven van een afzonderlek rapport naast de gewone Memorie van Toelichting aanleiding te hebben gevonden in het feit, dat verschillende posten der concept-begroo ting eon vry belangrijke afwijking van de thans looponde begrooting aanwijzen. Zoo vonden wy dan ook by Volgn. 29 een ver meerdering van byna f 40,000 in de ontvang sten van de Stedelijke Gasfabriek. In ronde cijfers wordt deze post thans ge raamd op f 109,000, voorwaar een bedrag om er eerbied voor te hebben en one harteiyk te doen wenschen, dat de gemeente meer van zulke bedryven in eigen beheer mocht lieb- ben. Daar is wel eens beweerd en het zou one niet verwonderen, of wij zullen bet ook by deze gelegenheid weer te hooren krijgen dat deze winst voor een deel fictief is, omdat de gasfabriek geon recognitie betaalt voor het gebruik van gemeentegrond voor kaar buizennet. Deze redeneering gaat echter o. i. met op: Als die buizen er niet lagen, zou de gemeente toch mot van dien grond op andere wijze profiteeren. Dit zou alleen het geval zyn, wanneer de gasfabriek niet een gemeente-instelling was. Wil mon 't als zoo danig beschouwd hebben, laat de gemeente dan voor faciliteiten door haar aan de gas fabriek verleend, een biliyke vergoedmg eischen en verder het gas aan de verbruikers voor den kostenden prijs leveron. Zoo als do ver houding tbans is, kunnen wy het niet anders inzien, of de gemeentekas wordt in 1904 met het geraamde bedrag van f 109,000 door do exploitatie van de Ötedolyke Gasfabriek ver- rykt. De meerdere opbrengst van f 40,000 wordt, zooals Burgemeester en Wethouders ln hun bovengenoemd rapport zeggen, voor lOngöveer f 6000 verkregen door hot hooger batig saldo, door Commissarissen dor Fabriek voor 1904 ln uitzicht gesteld. Burgemeester en Wethouders 2ijn daarvoor, zooals stellig alle gemeentenaren, dankbaar, doch blik baar niet voldaan. Zy hebben er nu eenmaal op gerekend, dat de gasfabriek f 40,000 meer zal opleveren en derhalve moet de overige f 84,000 maar gevonden worden door den prys van het gas met ingang van Jan. 1904 te verhoogen voorloopig voor don tyd van één jaar, met cent per M1. Inuien wU kondon aannemen, dat er werke- lyk kans bestond, dat over een jaar de gas- piljs op hot oude bedrag teruggebracht zou .worden, we deden best den tydelijken maat regel zonder veel moeren teaanvaa den. Maar daaraan gelooven wy niet. Het volgend jaar zal naar alle waarschyniykheid geen lager bedrag van uitgaven eischen, misschien nog wol meer. En zoo min men thans het durft; te zoeken in een verbooging der plaaLselyke directe belasting, zal men het over oon jaar durven. Er moeten middelen gezocht tot dek king der verhoogde lasten, aldus motivoeron Burgemeester en Wethouders dt^e verhooging, dit middel leek hun daarvoor het moest aan gewezen, hoe zouden ze er over oon jaar anders over denken? Eenmaal met een cent per M3. voihoogd, zal naar onze vaste over tuiging de verhoogde prys biyven, tonzU men later het nog eens zou wagen er een half centje op te doen. Een halve cent por M3 lykt haast do moeite niet waard om or over te praten. Mon vergeto echter niet, dat het een aanzieulyke verhoo ging van 10 pCt. boteekent, en een totaal bedrag van f 34,000 zal opleveren. In het begin van 1900 hebben Burgemees ter en Wethouders ook voorgesteld voorloopig voor den tyd van één jaar don gasprys met cent per M3 te verhoogen, wolk voorstel toon met 13 tegen 10 stommon ls aange nomen. Hoewel eeri aanzieniyko styging der kolenpryzen daartoe toen aanleiding gaf en in 't algemeen een verliooging van den prys der grondstoffen als natuuriyk gevolg moet hebben een verhooging van den prys der producten, was er toen reeds een sterke oppositie tegen het voorstel, hoewel het toen inderdaad een tydeiyk karakter droog. De heer Kaiser merkte in de discussie over het voorstel in de zitting van 15 Febr. 1900 o. a. op: „De winst van de gasfabriek is in de laatsto jaren verdubbeld en zoo buitengewoon groot, dat er alle redenon zouden bestaan om het gas goed- kooper te leveren, ten einde het gebruik nog algemesner te doen zyn. Het komt spr. voor, dat eerst aan verhooging gedacht moet wor den, als het vooruitzicht bestaat, dat de winst in verlies verkeeren zal.11 In dien geest voerden verscheidene andere leden het woord, terwyi de voorstanders der verhooging het inderdaad krachtige argument konden gebruiken, dat de stygende kolenpryzen het voorstel blliykton en de prys weder kon verlaagd worden, zoodra de steenkolen tot den normalen prys terugliepen, wat, zooals men weet, ook is geschied. Burgemeester en Wet houders slaan thans ln hun argumentatie lang niet zoo sterk. Het eenige, wat zy ten gunste van hun voorstel in meer gemeld rapport aanvoeren is, dat de prys van het gas in deze gemeente in vergeiyking met de meeste andere groote gemeenten byzonder laag is. 't Is nog alsof wy, geiyk in de zitting van 15 Februari 1900 wyien den heer Van Kempen, weer hooren zeggen „Leiden heeft den naam, dat het gas er goedkoop is. Welnu, dan heb ben wo toch wat, dat goedkoop is. Dat maakt naar buiten een goeden indruk." Wy voegen er aan toe: laat dit zoo biyven en laat men in het vervolg zich niet op plaat sen kunnen beroepen, waar de prys nog lager is. Bedriegt het gehougen ons niet, dan is de prys in Utrecht thans ook 6 cent per M1. Utrecht zou het later van ons reeds winnen. Dit vergeiykiugs argument zou men trou wens evengoed op andere posten kunnen toe passen. Mon zou aldus kunnen redeneeren. Vergeleken by sommige andere groote ge meenten is de hoofdelyke omslag in Leiden niet hoog (deze vergeiyklng is nog niet zoo heel lang geleden en den Raad werkeiyk ge maakt en met cyfers gestaafd); door een ge ringe verhooging van het hefüngspercentage zal een bedrag van zegge zooveel in de ge- meenteiyke schatkist vloeien, ergo we ver hoogen het heffiDgspercentage. Met meer recht als Burgomeester en Wolhouders een vor- hoogmg van den gasprys verdedigen op grond dat deze thans laag is, zouden wy haar kun nen bostryden op grond, dat de exploitatie reeds zeer hoogo baton oplevert. Wy behooren ons by do beoordeeliDg dozer zaak op eon andor standpunt to plaatsen en te vragen: ia een vorhooglng ln het belang der exploitatie zelve en biliyk tegenover de gas verbruikers, ook Ingezetenen van Leiden? De geschiedenis der gasfabriek toont ons een regelmatige prijsvermindering van het ga3 en leert, dat een belangryko toeneming van hot gasverbruik steeds hot gevolg is van de verlaging van den gasprys. Van 1848—1857 waa de prys 19.4 csnt per M3, van 1857 1866 16.9 cent, van 1867—1868 14.1 cent, van 18691875 12 5 cent, van 18751S85 8 cent en by elke verlaging kwam vermeerdering van gasverbruikers. In dit laatste jaar weid de prys verlaagd tot 6 cent per M3 en 't ie opmerkelyk, dat toen verklaard kon worden, dat ln 1885 menschen, wier iDkomen minder dan f 20U0 bedroeg, over 't algemeon geen gasverbruikera waren. lederen keer, ook ln 1885, verweten do meer conservatieve tegen standers van een verlaging den voorstanders, die daarin een oorzaak tot algemeoner gebruik zagen en daarvoor een voordeel voor de exploitatie van lichtvaardig opllinisme, toch heeft de uitkomst deze optimisten steods ln het geiyk gesteld. Met het oog op het verloden zouden wy het derhalve niet raadzaam achten dezo lyn te verlaten. Het gasgebruik kan en moet nog veel algemeoner worden. Ieder perceel in Lelden moet eenmaal, zy hot dan ook door middol van een muntgasmeter, zyn aange sloten. Do gemeentefabriok is eigendom van alle ingezetenen, behoort allen toe. Allen moeten er gebruik van kunnen maken, zoide burgemeester De Kanter in 1885 reeds. Dit zal niet geschiedsD, wanneer men den wog opgaat, nu door Burgemeester on Wethouders aangegeven. Doch ln do tweede en voornaamste plaats achten wy de verhooging onbillijk. De gronden daarvoor kunnen wy vinden ln het debat gevoerd in de Raadsvergadering der gemeente Leiden den 4den April 1889, toen de prys werd gebracht van 6 tot 5 cent per M3, den tegenwoordigen prys. Het gold toen een ver laging, maar do argumenten door de voor standers er van kunnen thans evengoed ge bruikt worden door de tegenstanders eener verhooging. Het toenmalig Raadslid mr. F. Was zeide o. a.„Wanneer al de gasverbruikers belastingschuldigen waren, zou ik geen oogen- blik aarzelen om te stemmon tegen een ver laging. De eenige reden, die my or vóór doet stemmen, is dexe, dat, dewyi de gemeente gasfabrlkant is, door do groote winsten, die behaald worden door de gasverbruikers, de niet-gasverbruikers minder belasting betalen." "Wy zouden nog meer wapenen voor ons doel uit het gemeenteiyk tuighuis van 1889 kunnen halen, doch volstaan hiermee. Wy kunnen echter aan het argument, toen reeds door mr. Was gebruikt, nog iets toe voegen, dat vooral klemt. De grootste gas verbruikers zyn indu9trieelen, winkeliers en koffiehuishouders. Zy, die verplicht zyn vsel gas to gebruiken, zullen tot de verhoogde opbrengst het leeuwenaandeel moeten betalen. Een gewoon burger en ambtenaar, die des noods het alleen met gas voor verlichting van zyn woonvertrekken stellen kan, zal het niet zoo erg voelen, maar de kleine industrieelen voor hun gasmotor, de winkeliers en café houders met hun noodzakelyke schitterende verlichting zal een verhooging van 10 pCt. wel degeiyk drukken. Dit is heel wat anders dan een poging om de nyverheld te helpen en voor de gedrukte middenstanders den druk te verlichten I Evenmin kan het ons biliyk voorkomen, dat de arme man, die voor geen belasting- betalen in aanmerking komt, op deze wyze door middel van den muntmeter nog iets meer zal worden getroffen. Wy zyn het mot Burgemeester en Wet houders eons: do f 34,000 moeten er komen, maar wy zyn hot niet eens met hen, dat zy er moeten komen door don gasprys te ver hoogen. De plotselinge verhooging van heb Engel- sche bankdisconto in de vorigo week heeft op do Europeesche fondsenmarkten meer indruk gemaakt, dan aanvankelijk kon wor den opgemerkt. Algemeon is do maatregel in slechte aarde gevallen en de ontstemming heeft zich geuit in een bepaald merkbare inzinking der beterende strooming op de voornaamst© markten. Het bevestigde zich, dat voornamelijk door de onttrekkingen van goud voor rekening van Duitschland, de Engolsoho Bank zioh tot hot nemen van voorzorgsmaatregelen genoodzaakt zag, en dezo onttrekkingen werden in verband ge bracht met de aflossingen der eohuldcn van den Ned. Zuidafrik. Spoorweg, waar voor aan Duitschland vooral groote bedra gen zijn te voldoen. Do verdere oorzaken, welke tot verhooging van liet bankdisconto nog mogen hebben bijgedragen, in hot mid den latende, blijkt toch, dat dc maatregel niet alleen geboden was, doch ook niet heeft kunnen verhinderen, dat de vraag voor hot buitenland is blijven aanhouden. De Lon- denscho markt bleef dan ook in zeer lustc- looze stemming volharden, daarin nog te meer gevoed door het groote aanbod van Consols, waarvan do koers een oogonblik tot 891/4 terugliep, een gebeurtenis, waar voor geen Engdfichman ongevoelig blijft De meeste Europecsaho Beurzon gaven even min van opgewektheid blijk, de algemeene geest schijnt weer aan den ontmoedigden kant te ziin en men kan slechts aon indruk krijgen, dat het publiek nog zeer weinig neiging toont om zioh weer in do markt te begeven. Difc geldt ook voor ons land, waarvan het zeer stil verloop der Amster- damscho Beurs een duidelijk getuigenis af legt. Van geen enkele afdeel in g kan een flinke houding worden vermeld, zelfs niet in de C u 11 u u rwaarden, waarvoor de grootste belangstelling voor het oogonblik schijnt voorbij te zijn. Het moest op den voorgrond kwamen nog de aandeden der Vorstenlanden, waarop zioh nog dc meeste vraag concentreerde. Toch is voor de meeste Indische cultuur-ondernemingen bet ra-working-treden der euikerconventie van hofc grootsto belang, want daarmede is zonder twijfel een nieuwe periode aange broken voor do zoo in een achterhoek ge raakte plantages. Vooral voor die onder nemingen, die in de suikercultures een dor hoofdbronnen van inkomsten moeten vin den, 19 do belangstelling in den laatsten tijd ontwaakt, in afwachting van de betere tijden, die komen zullen. Doch ook geldt voor de Vorstenlanden nog een andere overweging, n.l. dc veel krachtiger finan eieele positie waarin zij tegenwoordig ver keert, waardoor zij van de bankiers-eredie- ten geheel onafhankelijk is geworden, het geen haar natuurlijk in staat stelt op veel voordeeliger wijze te kunnen werken. Geen slechte vooruitzichten dus voor de dividend kansen. Tabakswaarden bleven op gelijke koersen bij zeer weinig handel, het geen ook het geval was met de mijnwaar- den, waarin het al buitengewoon stil bleef, alleen met gunstige uitzondering voor aan- deelen Soemalata, die vrij belangrijk omhoog liepen. Vermoedelijk zal dezer da gen wel het een of ander gunstig bericht verschijnen, als voorlooper waarvan deze rijzing althans wordt beschouwd. Petro- 1 o u mnaandeolcn ondervonden weinig koersverandering, doch de grondtoon dezer afdeeling was bepaald vaat.. Aandeden Perlak A blijven aanhoudend gevraagd, doch zijn weinig ter markt, terwijl ook voor de Intern. Rumeonsche meer be- langstelling bestond, in verband met het bericht, dat door vier der voornaamste pe- troleum-ondernomingen in Rumenië, waar toe ook de Int. Rumeonsche behoort, onder handelingen worden gevoerd, om een pot-ro- lcum-trust te vormen, waardoor zij in de mogelijkheid zouden komen om do goheele markt in Rumenië te beheerschen. De Staatsfondsen bleven voort durend stil met zoor beperkten handel. Spaansohe fondsen blijven geheel uit de markt en slechts bij hoogo zeldzaamheid komt een enkele afdoening tot stand. Hoe wol zij hier te lande nog wel worden ge houden, hebben zij toch alles van hun vroe gere populairiteit verloren. De Spaansche minister van financiën wijdt al zijn aan dacht aan het plan tot verbetering der va luta en staat op het punt om de goudlec- ning, waarover reeds vroeger is gesproken, af te sluiten. In liet vooruitzicht daarvan, cd vooral door de verklaring van den mi- nistor, dat hij voornemens is om terstond na het bijeenkomen der Cortes, de valuta- regeling tot afdoening to brengen, vond reeds bij voorbaat een niet onbelangrijke daling van het goud-agis plaats. Dc buiten- landscho markten waren algemeon voor Spaanscho waarden merkbaar beter en in vaste stemming. Te Amsterdam word geen stuk verhandeld. De Staatsbegrooting voor het lqoponde jaar zou, volgens een bericht uit Madrid, een besparing van 20 railliocn pes. aantoonen. Of dit boricht nu geheel zonder bijbedoeling is de wereld ingezon den, blijft nog de vraag. De berichten uit Turk ij o omtrent de unificatie en do coup on betaling, toonden een nog grooter verwarring in den stand van zakon, dan de warboel in Maocdonië. De Turksohe regeering verstaat meesterlijk de kunst om alles aan het liintj-e te houden en zij hooft dit ten opzichte der schuldre geling in hoogo mate getoond. Ta do laat sto dagen was het sollen en omspringen met het unifioatie-plan bepaald toTgend. cn in de lijdzaamheid, waarmede dit. door dc groo te mogendheden werd aangooien, ligt wel dc erkentenis, dat niemand het durfde wagen om de Groote Heer eens een enkel maal tot zijn plicht to brongen. De Sultan en zijn gehccJe omgeving moeten hiervan wol duidelijk doordrongen zijn, zij zouden bo vendien daarin nog meer versterkt worden door het stilzwijgend toezien van Europa, tegenover dc gruwelen in Macedonië. Ten slotte heeft nu de unificatio haar be slag gekregen, het iradó is, voorzien van dc handteekening van den Sultan, uitgevaar digd, en nu doet de vraag zioh voor, wan neer met de uitvoering daarvan een begin zal worden gemaakt, want vergeten mag men zeker niet, dat men met T u rk ii e to maken heeft. Zeer waarschijnlijk zal dit weer geruimon tijd in beslag nemen en blijft de toestand voorloopig wel zooals Tij is, dus ook de rentebetaling op de Seriën- turken, waarvoor de verhooging van den rentevoet thans achterwege blijft. Voor Zuidamerikaanscho waarden was de algemeene stemming gunstig. Do zilver- prijs toonde gedurende ceD paar dagen eenige verflauwing, doch werd spoedig weer vaster, zoodat daardoor geon ongunstige invloed over de markt kwam, terwijl do meening bliift bestaan, dat dc vraag naar zilver voorloopig zal blijven aanhouden. De douane-inkomsten van Mexico gaven over de maand Juli de belangrijke vermeer dering van 661,000 dollars, terwijl de cersto berichten uit Argentinië, volgons sta tistiek van hot landbouw-ministeric, een enorme uitbreiding der productie inogea doen verwachten. In Columbia is de quaestio van het Panama-kanaal volstrekt niot in den doof pot gegaan, niettegenstaande het afwijzend besluit der Kamer. De beweging ten gunste van het kanaal is integendeel sfcerkor go- worden, voornamelijk in de provincie Pa nama; er liepen r.elfs reeds geruchten, dat deze provincie zich von Columbia zou wil len afscheiden, indien de regccring in haar weigerende houding mocht blijven volhar den. De publieke mcening schijnt zich oven- wel zoo luido ten gunste van het Kanaal uit te sproken, dat van de regcering ver wacht wordt, zij ten slotte met Amorika nog wel tot een vergelijk zal komen. Ook om trent dc Ycnczuelaanscho schuldre geling blijven de berichten er op wijzen, dat de regcering zich allo moeite geeft om daarmede tot een goed resultaat te komen. Voor het oogonblik verneemt men echter niets omtrent de onderhandelingen, die te Parijs heeten te worden gevoerd. Met de Amerikaansohe Spoor- wegmarkt blijf het do gehcelo weck door sukkelen Do stemming zoowel ie Niouw-York als Londen was aarzclond, doch gaf blijken van gevoelig te zijn voor zelfs weinig beduidende indrukken. De markt werd voornamelijk behcerscht door de oogstrapportcn, welko zouden worden uitgebracht, doch mededeel ingen daarom trent van eenige beteekenis bleven achter wege. De gewono termen van een bevredi genden stand werden rustig door dc spvo- oulatio opgenomen, doch weerberichten vol gens welke voor de graan distri eten koude temperatuur to verwachten zou zijn, waren daarentegen voldoende om do markt in ergo mate to ontstemmen! Hierin ligt void «end© bewijs voor de weinige veerkracht, waa-door de Niouw-Yorker markt zich thans ken merkt, cn zelfs dc handelingen, uitgi andc van de di~~iti© dor schatkist, zijn v^or het oogenblik van weinig invloed. In het begin der maand November z*»l het congres in bui tengewone zitting bijeenkomen, ten einde in zake do voorgestelde finaneieele maatregelen een besluit te nomen, doch reeds nu werden door den secretaris der schatkist maatreg© Ion getroffen om in de geldbehoeften in het Westen te voorzien. Nu omtrent het hoogst gewichtig vraagstuk van voldoende geldver- zorging, de noodigo zekorheid schijnt ver kregen (want liet congres zal geen tegenwer pingen maken), is de belangstelling verdwo nen en heeft het onderwerp de aantrekkelijk heid voor de speculatie verloren. De Clev. Akrow <fc Columbus Spoorwegmaatschappij heeft, daartoe aan gezocht door het Amsterdamsch comité, oen exposé gegeven omtrent den toestand der Maatschappij en de toekomstige vooruit zichten van dividend-uitkeoring. Daaruit blijkt, dat de ontvangsten zich krachtig heb ben vermeerderd cn de gehcelo ontwikkeling der lijn enorm is toegenomen, vergeleken hij don treuragen toestand van. conigo jaren terug. Zeer veel is echter onder het vorig be stuur gezondigd, voornamelijk ton opzicht© van slechte zorg voor materieel en uitrus ting, en ook door te hoogo boeking op kapi taal waarde, zoodat deze niet in overeenstem ming was mcb de werkelijke raming. Nu veroischt een goed beheer in de aJW-ersto plaat© daarin oon behoorlijk evenwicht on daarom heeft heb tegenwoordig bestuur be sloten, om voorloopig niet tot dividend-uit- keering boven 2 pCt. over te gaan, doch hot eventueel overschot uit dc winst te bezigen tot behoorlijk onderhoud van uitrusting en. materieel. Hieruit volgt, dat door de aan deelhouders in do eerste jaren op geon hoo ger dividend dan 2 pCt. inag worden gere kend, doch tevens geeft do directie te ken nen, dat door do krachtige ontwikkeling der Maatschappij en met streven om deze toe stand te behouden, de positie der aandeel houders veel krachtiger is geworden en zij dit meer dienen te waardeeren dan enkclo hoogere dividend-uitkecringon bij eon on- gezond beheer. De ontvangsten van verschil lende lijnen blijven een belangrijke toename aantoonen, cn geven o m, do Norfolk, Wabash, cn de Uissour i-P a c i f i o Een trouwe ziel. Daar hebben oudtyds ook ln Leiden goede menschen gewoond, zooals er nu nog goede menschen wonen. Als wy aankloppen om steun of hulp voor zieken en zwakken, dan vindt men nog altyd geopende beurzen. Wy hebben onze wykgebouwen en tehuizen, waar aan weldadige menschen hun groote of kleine garen schenken en anderen hun vryen tyd geven. In ouden tyd openbaarde zich de weldadigheidszin eenigszins anders. Men werkte en spaarde, doch als straks het einde naderde, gaf men een groot of kleiner dcol aan een insielling of stichting, waarin hulpelooze wees jes of ouden van dagen een veilig tehuis vonden. Daar is wel eens beweerd, dat onze oudjes angstig voor de gevolgen hunner zonden op deze wyze daarvoor boete wilden doen en oen rechtvaardigon Rechter wilden verzoenen, en zoo zal hot wel eens gewoest zyn, doch in den regel mocht men stellig donken aan oprechten weldadigheidszin. Zoo roemen wy ook in onze stad op weos- en oudelieden-huizen, om niet te vergeten die speciaal Hollandsche stichtingon, welke mis schien als een schrikbeeld opryzen voor den geest van menig vrijster, die pas de dertig is gepasseerd, doch een uitkomst zyn voor een oude jongejuffrouw, die de vyftig to boven is on do illusie, om ooit een man te bezitten, 'heeft opgegeven. Ik bedoel onze hofjes. Wy hebben er vele. ,Ik maak geen aanspraak op volledighoid als ik or meer dan dertig binnen Leidens wallen tel. Te be8chryven behoef ik zo niet, die afge sloten ruimten; een tuin of tuintje in 'twid. don, knappe woningen er om heon als zoovele vluchthavens voor oude vrouwen of echtparen. Over hot inkoopen ln het hofje, het ont vangen van toelagen (prouves) spreek ik niet. Ik schryf voor Loidenaars en mochten anderen dit lezen, laten ze den eersten den besten Leidenaar maar eens de inrichting van een hofjo vragen. Ik vertol dezen keer van één hofjesbe- woonster zooals er misschien vele zyn, oen type van het slag, dat, naar men zegt, wel zal uitsterven helaas! Daarom schryf ik hier boven „Een trouwe ziel". Of zo woont in het mooie Persyns- of Meermanshofjo of in het oude Joruzalems- of het Sionshofje komt er niet op aan, in een hofje woont ze. Ik trek aan den laateten grooten schalm van oen roestig eind yzer en een zware bel gaat over, die my een beetje doet schrikken. Een poosje daarna komt een kleine gestalte met peper-en zoutkleurige bakkebaardjes te voorscbyn, de portier, die tevona naar zyn attributen oordeelen, het vak van kleermaker beoefent. „Wat ls er van uw dienst, meneer?" zegt hot manneke preciezlg. Ik noem hem een heel bekenden vrouwen naam. „Juffrouw1" herneemt 't manneke en telt even op de vingers: 13, 14, 15. „No. 15 meneer 1 daarzoo" en hy wyst met den wijsvinger in de richtiDg, schuins over een net, maar styf aangelegd tuintje aan oen groene deur, die in tweoön is verdeeld en waarvan het bovengedeelte op een kier staat, do onderste helft gesloten is en waar boven aan het gele kozyn op kunstelooze wyze dik zwart, 't cyfor 15 is geschilderd. Begluurd door oude, rimpelige vrouwen tronies, blikkend over groeno horretjes of strak gespannen ondergordyntjes heen, etap ik over do geschrobde gele straatklinkers naar het aangewezen No. 15. Een gebogen vrouwtje, met do linkerhand steunend op een stok, beweegt zich door een smal gangetje zoo snel als haar oudo beenen het veroorloven naar buiten my te geraoet en reikt my haar magere rechterhand toe, dlo ik ferm druk, wat eeu kloin blosje jaagt over 't verschrompeld vel van 't oudachtig aan gezicht. Ik ben uitgelaten, dat ik de trouwe ziel nog zoo goed vind en zoif haar een zoen op 't diep gerimpeld voorhoofd willen drukkon Zy houdt me tegen „niet hier meneertje- hef, ze bennen zoo jaloerscbl" Daarmede bedoelde ze natuuriyk do glurende goburinnon, waarvan er nu reeds een enkele over de onderdeur hing, knipoogjos wisselend met een andere. „Ze bennen zoo jaloerscbl" hernam -ze, my naar binnen tronend; „ze gunnen mekaar 't licht in d'r oogen niet." Waarom want wat dit hofjesvrouwtje zoo kras uitdrukte, is ma$r al te waar waarom moeten dezo wyfjes heur levensavond vergallen door onderlinge jaloezie en kwaad- sprekendheid? Terwyi we binnengingen maakte rayn gast vrouw de gewone vrouwenverontschuldiging dat ik het zoo naar trof, omdat morgen de kamer moest gedaan worden. Ik vond het er zindeiyk, ofschoon de kolen damp uit de onmisbare stoof van 't oudje me hinderde, 't Kamertje, met een klein keukentje, 't eenige en genoegzame vertrek, was eenvou dig gemeubileerd: een vierkante geverfde tafel, een rieten leunstoel met zit- en rugkussen, een viertal stoelen met zittingen, waarvan het zwarte tryp groen verkleurd was, een lang werpig vierkante spiegel met aan weerskanten twee groote portretten, ln ovale zwarto lysten van een biykbaar doftigen heer en dito mevrouw, geflankeerd door kleinere portretten aan den wand. Witte gordijnen voor een open bedstee lieten een met do hand bewerkte sprei zien. Op een steenen komfoor pruttelde gezellig een bruin koffiekannetje en ik was niet zoo weerbarstig, of een kopje koffie moest ik gebruiken. Toen aan 't vertellen, want ik wist het te brengen op de portretten aan den wand, waaraan haar levensgeschiedenis, dat ver moedde ik reeds, mede verbonden was. Het zou te lang duren, als ik in haar eigen, woorden oververtelde wat ik dien middag vernam. In 't kort kwam 't hierop neer. Als kin- dermeisjo van elf jaar kwam ze in dienst bij een jonggehuwd paar, dat toen één kind had. Do man was predikant in een Geldersch dorp, haar geboorteplaats. Zij was toen groot voor haar jaren en sterk. Spoedig kwamen er meer kinderen en stier ven er, zij doorleefde alles mee, eerst als kinder- later als binnenmeid. Toen, door 't vele dragen van do door do gezonde Gcl- dcrsche lucht welvarende domineeskinde ren, werd reeds de kiem gelegd voor haar later vergroeiden rug. Dominee werd van plaats tot plaats beroepen, zij moest mee, mevrouw kon haar niet missen. Zoo kwa men zo oihdelijk te Leiden, waar dominee, die zoo knap was als goed, tot hooglecraar werd benoemd. Dat was een blijdschap, waar 't goede mevrouwtje echter niet veel van genoten had. Ze kon niet tegen de Loidschc lucht. „Langer dan zes jaren gesukkeld", zei het oudje, „maar ik heb zc altijd trouw verzorgd, nacht cn dag mot haar opge trokken." „In die dagen kwam ik in aanraking met een knappen meubelmaker, dio een le dikant in de ziekenkamer plaatste, een weduwnaar met één kind; hij vroeg mo ten buwlijk; hij moest een gocdo huishoudster hebben, zei hij, cn naar mooiheid zag hij niet. „Ik moest bedanken, want mevrouwtje kon mc niet missen. „Ze ried mo wel om het te doen, de kans zou niet licht meer zoo goed voor mij zijn. Ik heb echter geweigerd, om de zieke me vrouw", zuchtte bet oudje. „'t Was mijn plicht, vindt u ook niet?" hernam ze: „ik mocht haar niet overlaten aan vreemden, «lie haar kwaal niet kenden cn niets voor haar gevoelden." Ze haalde een mansportret uit dc tafel lade, een ferme, robust© kerel, met goedige oogen. „Dat had mijn man kunnen worden," zij zo cn reikte mij het portret too. Ze zweeg een poosje; in baar oude oogen bespeurde ik iets 7an heimwee naar een nooit gekend geluk, zooals ik zelf wel ccna gevoeld heb als kind, wanneer men mij vertelde van een mooi tooverland cn waar heen ik dan verlangde. Toen mevrouw was gestorven, kwam er veranderingeen zuster van den professor kwam er in huis. Had zo niet op het sterf- j bed aan 't goede mevrouwtje, wier beelte nis aan den wand zc nu nog met afgodische i vereering aanstaarde, beloofd te blijven ter willo der kinderen, zo had een andoren1 dienst gezocht..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 17