MORESNET.
matiach werkende, practische meisje, dat
een goede echtgenoot© en huisvrouw zal wor
den. Zij zal zorgzaam en zuinig zijn en het
haar man of vrienden niet door phantasti-
sche droom en lastig maken.
Het zorgelooze meisje verraadt zich door
den lepel, die in hot half ledige kopje blijft
staan, mes en vork, die gekruist liggen of op
gevaarlijke wijze op een schoteltje balancee-
ren, en den stoel, dien ze precies zoo laat
staan, als ze van tafel opstaat. Zij is niet erg
scherpzinnig of fijngevoelig. Als zij huis
vrouw wordt, zullen haar dienstboden er on
zindelijk uitzien en de ware gerieflijkheid en
beschaving zullen in haar huishouden ont
breken.
Het meisje, dat uien in iederen vorm eet,
niét omdat rij er van houdt, maar omdat zij
ze voor gezond houdt, dat uit principe vege
tarische is cn zich zorgvuldig van dessert
on snoeperij onthoudt, vertoont hot type
van die meisjes, die „knappe" ©n do onaf
hankelijkheid liefhebbende vrouwen worden.
Zij zal een goede maar niet direct gemakke
lijk© vrouw zijn; zij behoort tot die vrouwen,
di© een stokpaardje hebben en dit onophou
delijk berijden.
Het meisje, dat heel langzaam eet, ook al
gsbruikt zij zeer weinig, en de hapjes lang-
taam kauwt, is kieskeurig en esthetisch,
niet voorbestemd, om een groot© rol in de we
reld to spelen, en ook niet geneigd, zioh daar
om t© bekommeren, zoolang zij weinig te
doen e>n een gemakkelijk leven heeft.
Bij die meisjes, die den man eon goede
hulp zijn, is de smaak even ontwikkeld als
haar andere eigenschappen; ze eet „bewust"
I en „verstandig"; zo erkent het gewicht van
dingen, die gewoonlijk als vervelend worden
beschouwd. Zij aarzelt niet, het meest inte
ressant© gesprek af te breken om iemand
andera t© verzoeken, haar het een of ander,
dat zij voor haar eten noodig heeft, aan te
geven.
Het meisje daarentegen, dat door de con
versatie zoo wordt in beslag genomen, dat
zij vergeet t© eten, en wier bord na de ver
schillend© gerechten wordt weggenomen,
zonder dat zij iets meer heeft gedaan dan
er van te proeven, deugt niet voor de zware
eischen van het leven.
Sociale toestanden in Japan.
Er is reeds meermalen op gewezen, hoe
merkwaardig snel het land der levendige
Japanneezen uit een toestand, waarin het
eeuwen had verkc.rd, is overgegaan tot
don beschavingsvorm der Europeesche
natiën.
Do literatuur der Westerlingen bracht de
ideeën der Europeesche denkers en de snel
ontwikkelde pers verbreidde ze onder de
menigte; spoedig volgden op gedachten da
den cn Europeesche vormen van politiek bo-
stuur verdrongen de oude instellingen, ter
wijl ook het economisch leven zich snel
schikt© naar den nieuwen tijd.
Maar meer dan ergens elders werd op
sociaal gebied duidelijk, dat overneming
der nieuwe instellingen niet steeds ware
vooruitgang mocht heeten, dat onze Wes-
tcrsche beschaving met al haar schijn van
schoon een diepte van bederf bedekt.
Te onzent kan dat worden aangetoond
door uit oude bescheiden op te diepen hoe
het vroeger was, en dan daarnaast te plaat
sen, wat wij thans aanschouwen kunnen;
Japan schenkt ons de zeldzame gelegenheid,
do oude vormen van bedrijf nog even te
aanschouwen naast het nieuwe raderwerk
der hoog ontwikkelde industrio, tot het ma
ken van vergelijkingen, die leerzaam zijn.
Hot principe der oude organisatie van
het handwerk in Japan was meer nog dan
ten tijde onzer middeleeuwen het denk
beeld van een familieband, dio werd be
schouwd te bestaan tusschen werkgever en
werknemer, tusschen baas en knecht.
Te zamen leefden zij, en hier en daar
geschiedt het nog te zamen onder het
zelfde dak, eten aan dezelfde tafel, den
zelfden L.st.
Wanneer eon jonge leerling door den
baas werd aangenomi was deze verplicht,
hem eerst behoorlijk nog te onderwijzen in
lezen, in schrijven en rekenen, maar de
knaap moest dan ook alles doen, wat van
hem werd verlangd, en al behoorde hij tot
een gegoede, een geziene familie, hij droeg
het voor allen gelijke kleed der leerlingen
en verrichtte het opgedragen werk: bood-
sohappen doen, huis en werkplaats vegen
en boenen, en allerlei andere werkzaamhe
den, somtijds enkel opgelegd, om den leer
ling to gewennen aan orde, aan netheid,
aan gehoorzaamheid.
Wanneer de knaap dertien jaar was ge
worden, men groeit daar sneller op dan
hier werd hij hannik-mayé, halfmcnsch,
waarop hij oigenlijk leerling in zijn vak
werd, cn dan hing het niet meer enkel van
zijn leeftijd, maar ook van zijn bekwaam
heid af, wanneer hij kon worden bevorderd
tot „tedaï", tot volwassen knecht, maar
genoemd met een naa: die compagnon be
duidt, ora het familiaal karakter der ver
houding nog beter te doen blijken.
Voordat men daartoe kon worden bevor
derd, moest echter nog een proefstuk wor
den afgelegd, gelijk in onze middelecuw-
sche gilden; alleen in handelszaken word
men geacht op 18- of 19-jarigen leeftijd vol
doende routine te hebben en werd men dan
vanzelf „tedaï", tenzij hefe gedrag daarte
gen een beletsel vormde.
Reeds spoedig, wanneer de gezel door
ijver zich onderscheidde, kon hij met de lei
ding van een deel van het bedrijf worden
belast en uit het getal dezer meesterknechts
werd weder naar verdienste de „shihaï-
nin", de directeur, gekozen.
Deze directeur, die dus niet dc eigenaar
der zaak was, maar die door den eigenaar
met volledige volmacht over do zaak werd
gesteld, uithoofde van zijn meerdere kennis,
werd geheel als familielid beschouwd en
had zelfs stem in intieme aangelegenheden
van het gezin dss eigenaars
Er werd ook niet gestreefd naar zoo groot
mogelijke uitbreiding der zaken; verder
dan een zeker aantal knechts cn leerlingen
ging mon gewoonlijk niet, opdat niet het
huiselijk karakter zou verdwijnen en tevens
meer zorg kon worden besteed aan de ver
betering der qualiteit van het werk, of ook
aan artistieke volkomenheid, die nog
steeds ook de meest eenvoudige Japansche
artikelen kenmerkt.
Toen kwam de Europeesche industrie
met zijn dubbel mechanisme van het staal
en van het kapitaal.
Ter besparing van arbeidskosten werden
groote fabrieken opgericht, gedreven met
kapitaal, wier bezitters op ontzaglijken af
stand staan van de werklieden, toch feite
lijk weder in hun dienst, die niets weten
van hun leven en hun loon, die zich niet
bekommeren om hun lot, die enkel vragen,
hoeveel dividend kan worden uitgekeerd.
De familie, waar het hart medesprak,
is vervangen door de fabriek, waar enkel
het belang in het oog wordt gehouden: en
de botsing der belangen heeft veroorzaakt
den klassenstrijd met zijn intellectueele
uiting: het socialisme. Een socialisme, dat
ook daar evenals elders het kwaad signa
leert, niet om te verbeteren, maar om te
verbitteren, niot om de wonden te genezen,
maar om ze te doen verergeren, tot do dood
van deze samenleving intreedt.
En deze bacterie vindt, helaas, een goe
den voedingsbodem in den meer dan zieke-
lijken toestand, waarin de nieuwe industrie
in dit „Engeland van het Oosten" verkeert.
De werklieden worden er waarlijk geëx
ploiteerd.
De loonen zijn zeer laag, ook met betrek
king tot de Japansche levensgewoonten; de
arbeidstijd is nooit minder dan twaalf en
duurt soms tot veertien uren daags, terwijl
deze duur evenlang is voor vrouwen en kin
deren, en zij, die aan het regime der fabriek
ontsnappen, aan het sweating-system ten
prooi vallen.
Wanneer wij spreken van kinderen, mee-
nen wij niet de reeds ontwikkelende kna
pen, die hier do fabrieken betreden; neen,
kleine kinderen van zes, van vijf jaar ver
toeven in de stoffige ruimten, en hoe onbe
grijpelijk het schijne, zij arbeiden daar en
verdienen daar 10 cents per dag of nog min
der; met alleen het voorrecht, dat ze bij
hu« moeder kunnen blijven, wier aandacht
echter niet te veel op hen gevestigd mag
zijn, daar ook haar krachten, haar toewij
ding aan de fabriek behooren. In ééne stad,
Osaka, werken in het geheel acht en vijftig
duizend werklieden in fabrieken, waarvan
13,000 kinderen beneden veertien jaar.
Op vele katoenfabrieken werken uitslui
tend meisjes, door agenten der onderne
ming uit ver afgelegen dorpen gerecru-
teerd, onder schoone beloften meegetroond
en na een niet begrepen contract te hebben
aangegaan, verplicht tc werken in een dag-
of nachtploeg, zeven dagen por weck met
twee rustdagen per maand en als het ware
in het fabrieksgebouw gekerkerd, waarlijk
opgesloten, zoodat bij een brand, die voor
enkele jaren uitbrak, velen levend ver
brandden, daar zij de grendels van hun ver
trekken niet openen konden.
Maar reeds is genoeg gezegd om te doen
zien, boe ook hier is gebleken de grondfout
der moderne samenleving.
Hoe ook hier is opgebouwd een scheids
muur tusschen kapitaal en arbeid, hoe ook
hier als het ware het oorlogsterrein voor
den klassenstrijd is geprepareerd. En dui
delijk zal het zijn, dat ook hier geen ander
middel ter verbetering is dan dat deze
muur worde geslecht, of dat althans poor
ten er in worden gemaakt, waardoor de ar
beider en de werkgever elkaar kunnen ont
moeten, om in broederlijke eenheid het ge
zamenlijk belang te overleggen, niet enkel
denkond aan zichzelf, maar ook aan elkaar
en daardoor den weg effenend, waar langs
men kan komen tot een nieuwen tijd, die
de voordeolen der moderne industrie in
haar technische volkomenheid vereenigt met
de vertrouwelijkheid der oude familie
banden.
Het is bekend, dat ten zuiden van de
zuidelijkste punt van onze provincie Lim
burg, begrensd ook door Duitsehland en
België, het neutrale gebied Moresnet ligt.
De bewoners van dit kleine gebied verkee-
ren in eigenaardige verhoudingen met be
trekking tot de wetgevingen der omringen
de Staten.
Moresnet wordt van Pruisen en België
gemeenschappelijk beheerd, zonder onder-
tusschen geheel aan de wetten van het eene
of het andere land onderworpen te zijn.
Van bijzonder belang is daarbij de om
standigheid, dat het gebied met het oog op
het strafrecht zich aan den Code pénal te
houden heeft, zonder cfat de na 1815 voor
België uitgevaardigde strafwetten in het
neutrale gebied golden.
De pogingen, die werden aangewend om
een plebisciet ten gunste van Pruisen of
België in te voeren, hieven zonder resultaat.
Deze eigenaardige verhoudingen maakten
zich nu dc beroepsspelers en degenen, die
van de speelwoede hun voordeel trekken,
de speelbanken, ten nutte, om wat in Prui
sen reeds lang, in België eerst sedert het
begin van dit jaar verboden is, in het on
zijdige gebied uit te oefenen.
Men had er een speelbank geopend.
Openbaar was deze wel niet, ten minste
in naam niet, daar ieder, die lid van de
club wilde worden (en dat is hij genood
zaakt, wil hij meespelen) 30 fres. moet be
talen.
Daarvoor kreeg hij een lidmaatkaart, die
eerst drie dagen na dc aanmelding en bal
lotage overhandigd werd.
Nog pas kort geleden werd de speelbank
geopend, en reeds stond Moresnet geheel
en al „in het teeken der roulette".
Voor de eerste ballotage zouden zich reeds
een 800 personen, grootcndeels et klinken
de namen hebben aangemeld.
En men vertelt, dat een heer uit Aken er
den eersten dag 68,000 francs verloor.
Neutraal Moresnet scheen het internatio
naal rendez-vous der spelers t? zullen
worden.
De ondernemers der Bank, die eertijds in
Spa en Ostende hun schaapjes geschoren
hebben, wier relaties zich tot hooge, in
vloedrijke kringen van geboorte- en geld
adel uitstrekken, wien, wat vanzelf spreekt,
de kennis van uitstekende juristen ter bo-