No. 1334a
LEIDSCH DACBLAD, WOENSDAG 26 AUCUSTUST- TWEEDE BLAD.
Anno 1903.
PERSOVERZICHT,
FEUILLETON.
De "Wondersteen.
Gemengd Nieuws.
overvloedig voor wijkgobouwe® en
philanthrop iscue doeleinden van bet
hunne geven, maar zich onttrekken, waar
gevraagd -vordt bijv. voor een nieuw
kerkgebouw. Een vriend deelde onlangs
mede, dat hij tegelijkertij 1 een gift had ge
vraagd voor een te stichten nieuwe kerk, en
een voor een hulpbehoevend meisje. Hij ont
ving voor het eerste doel een gift van vijf
gulden; voor het tweede vier giften elk
van f 25. Bij de Roomschcn en „Gerefor
meerden" staat do Kerk bovenaan, bij ons
do philantbrop ie cai do inwendige Zending.
Daardoor ontslipt aan onze Kerk op don
duur alle macht over het volksleven."
En dr. T. sluit dan met deze woordon:
Nicuwo korken en meerdere predikanten
moeten er evengoed zijn als Tehuizen, asyls
en 6cholcn. Onze vrienden mogen dat wel
cons meer gaan bedenkod."
Als do Kroniekschrijver zegt, dat do Her
vormden liever gevon voor philantbropischo
doeleinden dan voor een nieuw kerkgebouw,
dan heeft hij volkomen gelijkmaar aan wie
de schuld? Is het geen feit, dat de Kerk
onder toelating van het hoogste Kerkbe
stuur hoo langer zoo meer omgezet wordt in
een belijdenisloos allegaartje, waar alle mcc-
ningen tot do beslist anti-christelijke toe ge
lijk recht hebben, en dat degenen, die aan
de Kerk haar eigenaardig karakter terug
wonschon te geven, zeer beslist door het
lioogsto Kerkbestuur worden afgewezen,
door dr. Bronsveld zelfs met de meeste fel
heid? Zou men denkon, dat zoo iets geen
invloed heeft op de Gemeente; dat zoo'n
wijze van handelen niet doodend is voer alle
kerkelijk besef cn leven? De onverschillig
heid voor de Kerk als Kerk neemt veront
rustend toe. En wat kan het belangstellend
hart ook voelen voor een Veneoniging van
,,Elck wat wils"? Zoo'n Verceniging kan
geen warmte, geen geestdrift wekken.
En nieuwe Kerkgebouwen cn meer predi
kanten zijn als zoodanig geen geneesmiddel
voor do kerkelijko blocd-armoedc.
Dit mocht dr. B. ook wel eens meer gaan'
bedenken.
De Zeeuw wees op het feit, dat jonge
onderwijzers en onderwijzeres-
sen, nu ze gcesn plaats kunnen krijgen aan
dc Openbare School, gaan sollioiteeron aan
de C h r is to 1 ij k e, en sprak dan do hoop
uit, dat de besturen van Christelijke scho
len, alvorens te benoemen, eerst zullen in-
formcercn bij do redactiën der anti-rev.
bladen cn bij da hoofden der Chr. School
ter plaatse, waar do sollicitan 1(e) woont.
Wij kennen jongelui uit Christelijke of
zoogenaamd Christelijke gezinnen, die, in
de sfeer der openbare school groot gewor
den, niets voelen voor Christelijk onder
wijs; wier benoeming aan een Christelijke
school wij derhalve een ramp voor dio
school zouden achten.
s,De Christelijke Onderwijzer vorhaalt
iets nog veel ergere. Namelijk, dat aan twee
Christelijke scholen twee Openbare onder-
wijzere ziin benoemd (waarvan één Bonds
lid en Sociaal-Democraat) mot. voorbij
gang van Christelijke onderwijzers, die
naar die betrekking sollioiteerde® 1
Wat dr. De Visser ten vorigen jare te
Middelburg reeds openlijk uitsprak to vree-
zen, dreigt nu reeds hier en daar te zullen
worden bewaarheid, dat er op de Christe
lijke soholen jongelui komen, die er niet
behooren.
Liever zagen wij een Christelijke school
tc gronde gaan. dan dat daar onderwijzers
werkzaam werden gesteld, die in dat heer
lijke. veelomvattende werk van het Gnristc-
lijk Onderwijs den Heorc niet van gan-
eoher harte wensehen te dienen.
Standaard en Christelijk Schoolblad mo
gen in dezen getrouw en herhaaldelijk blij
ven waarschuwen
De Bodeorgaan van den Bond van Nc-
derlandscho Onderwijzers, schrijft omtrent
het ontsla g-L i n d o m a n:
Opnieuw een slachtoffer der spoorwegsta
king alzoo. Tusschen zijn geval cn de voor-
gaando is dit verschil, dat hij door dc Re-
gec-ring werd ontslagen, de anderen door
gemeenteraden of spoorwegdirecties. Wij
wozen er al vroeger op, dat ,,ook rijksamb
tenaren ter verantwoording waren geroe
pen", en hadden reeds toen o. a. den heer
L. op het oog.
Do loop, dien deze zaak heeft genomen,
heeft onze overtuiging versterkt, dat het
vooral de Regeering is, die de ketterjacht
houdt. En de rijksambtenaren in de eerste
plaats, wier lot in handen is van één man,
kunnen niet weer gerust zijn vóór dit mi
nisterie aftreodt of door de publieke opinie
gedwongen wordt zijn jacht op te geven.
Toch worden ook wij voor de vastheid on
zer positie voor dit alternatief gesteld. Af
hankelijk eensdeels van een rijksschooïtoe-
zicht, dat, bestaand© uit ambtenaren, die
over het algemeen de „ambtonaarspolitiek"
dc beste vinden, geneigd is zich te regelen
naar wat ,,am höchster Stelle" geschiedt,
anderdeels van gemeenteraden, die maar al
te weinig blijk geven van een zelfstandige
opvatting, waar do gezogsquaestie aan do
orde is, staan wij slechts weinig veiliger
dan onze rijkscollega's.
Daarom zal het ook voor ons de tank zijn,
de partijen, waaruit dit ministerie is sar
mengcsteld, zooveel mogelijk te bestrijden,
cn dc algemeen© opinie te winnen voor de
vrijheid van den ambtenaar, 't Ware to
wensehen, dat deze leuze nu eens werd aan
geheven door alle oppositiepartijen, en dat,
mede om hiertoe te geraken, ook de Ycree-
niging van leeraren bij liet middelbaar on
derwijs zioh de zaak van den heer L. aan
trok.
Zij onder onze leden, die bet standpunt
onzer vakvereeniging, welke altijd voor dc-
zo vrijhoid streed, onjuist vindcil en de re
actie versterkten door allerlei redencorin-
gen, dio om do zaak heendraaiden, moe
ten nu hebben ingezien, dat het niet het be
lang van bet onderwijs is, hetwelk onze
autoriteiten aanzet tot. maatregelen als
sohorsing en ontslag. Over den heer L.,
leoraar aan do Rijk6-landbouwschool te
WageningeU, is als onderwijzer niet gespro-
kon; dc ambtenaar in hem moest het ont
golden.
Wc vinden dit zeer natuurlijk: een re,pee
ring, dio haar macht ziet bedreig*"! of haar
traoht te versierkon, en die do ambtenaren
beschouwt, niet als dienaren der gemeen
schap, dooh als ondergeschikten der tooval-
ligo meerderheid, moet hen als lakeien be
handelen en wegjagen, als ze de meerder
heid trachten te verschuiven.
Wie hiortegen niet protesteert, mist o. i.
eiken onafhankelijkheidszin. Maar wie, niet
nog om zichzelf, want, een man doet onder
elke omstandigheid als de heer L. heeft
gedaan, doch vooral om de groote meerder
heid, die buigt als van boven gewold wordt
gebruikt, zedelijke ontaarding wil tegen
gaan ondor een korps, dat in onze maat
schappij een steeds gewichtiger rol vervult,
hij komo in opstand om de aloude Nc-
dcrlandsohc vrijheden" to verdedigen.
Domela Nieuwenhuis schrijft hot volgen
de in De Vrije Socialist:
Dc Maasbode wijst ct op, dat het toch wel
wat erg is, dat de slachtoffers der
wor kstaking aan hun lot worden
overgelaten cn de hecren naar Briisscl
gaan per extra-trein om pret to maken.
Dat blad doet de nuchtere vraag: ;,Zou
het niet meer solidariteit getoond hebben,
als de hcoreu socialisten het geld, dat dit
uitstapje hun kostte, aangewend h dden
ten bate van hun hongerende sl ach toffere,
dc ontslagen spoorweg,,koolies"
„Laat men eerlijk erkennen, dat er veel
waarheid schuilt in dit verwijt.
In liet Zondagsblad van Het Volk ziet
men Kuyper in reisgewaad en daarnaast
een arm slachtoffer der werkstaking met
een kind op don arm en een huilende
vrouw naast zich met een jongentje met
hun arm boeltje op straat gezot.. Een tref
fende teekening, die indruk moet maken.
En in do toelichting staat:
„Waarheen? Vraagt dr. Kuyper, die in
Tyrol zomcrvacantic geniet.
„Waarheen? Vraagt liet door den huis
heer van zijn woning gebette gezin van den
ontslagen spoorwegman."
Zet in plaats van Kuyper de figuur van
Troelstra mot zijn volgelingen per extra-
trein naar Brussel gaarde en de tegenstel
ling is oven juist on toepasselijk. De tceke-
naar trof zijn eigen partijgenooton door
zijn treffende teekening.
Er is in de anti-rev. pers nogal verschil
van gevoelen ontstaan over de geschiktheid
eener benoeming. Onlangs is nl. een
onderwijzer bij het Christelijk
Onderwijs benoemd tot directeur der
Rijks-normaallessen te Kampen. En nu vin
den dezen goed, dat de Regeering ook ten
dezen onpartijdig is en bet Openbaar Onder
wijs niet geheel in handen der vrijzinnigen
laat, terwijl genen oordeelen, dat een Chris
ten niet mag meewerken aan het neutraal
onderwijs, en lnj dit daardoor in de hand
werkt.
Prof. Fabius, te Amsterdam, schrijft >n
'dc anti-rev. 11 otterdammer:
Ten volle deel ik uw meening, dat den
Minisber in dezen geen verwijt kan treffen.
Toch wijst ook deze zaak op den bedenke-
1 ijken toestand, waarin het Christelijk On
derwijs verkeert, hieruit voortspruitende»
dat het Openbaar Onderwijs, hoewel feite*
1 ij k staande op vrijzinnigen grondslag, of
althans in dienst der vrijzinnigheid, toch
wo t tel ij k voor allen bestemd heet.
De Regeering nu moet zich aan dit laat-
,ste houden.
Volkomen correct handelt zij dan -ook,
door te trachten uit alle kringen personen
aan het Openbaar Onderwijs te verbinden.
Aan dit onderwijs in alle zijn vertakkin
gen.
Wat toch voor het Lager Onderwijs geldt,
is zeker niet minder op het Hooger Onder
wijs van toepassing.
Ook daarbij ware het vreemd, zoo dc Re
geering uitsluitend aan vrijzinnigen ter
benoeming dacht.
Van liet standpunt der Regeering zoude
bet zelfs alleszins begrijpelijk zijn, als zij
ook trachtte hoogleeraren dor Vrije Univcr-
Rito.it a.m een openbare Universiteit te ver
binden, en principieele Roomschcn daar
voor tc winnen.
Maar zoo blijkt dan ook, hoe juist nu
Jiot Christelijk Onderwijs aan bijzo-der ge
vaar bloot staat..
Dit Ministerie zou, door wettelijk geheel
correct te werk tc gaan, aan het C" "stelijk
Onderwijs een zeer gcvocligen slag kunnen
toebrengen.
Door onkelö personen van Christelijke
belijdenis aan het Openbaar Onderwijs 'e
verbinden, zou dit in algemcencn geest niet
.veranderen; hot Lager Onderwijs niet, vijl
hier de wet de richting bepaalt; en het
Hooger Onderwijs niet, daar de algemcene
stroom niet licht door één of twee perso
nen gekeerd wordt.
En het Christelijk deel des volks, ook
niet altijd afkeerig van het bewandelen van
'den gemakkolijken, schoon minder goeden
weg, zou zich spoedig voor een deel vleien
met de voorstelling, dat thans do openbare
inrichtingen toch werkelijk zoo kwaad niet
waren.
Ja, wie wcot, straks heette het wellicht
C'hriftlcïrpliolit mee te werken tot het ver
overen van die inrichtingen voor dc ohriste-
liike belijdenis!
Inderdaad hier is gevaar; p c r i c il
ium i n mora
Juist waar cenerzijds de Regeering moet
trachten ook anti-vrijzinnigen in het Open
bare Onderwijs op to nemen, dringt te ster
ker de noodzakelijkheid van zeer principi
eel-* wijziging in den geheelen toestand.
We kunnen niet behouden openbare in-
fiMlingen. die, wel verre van een onderge
schikte plaats in te nemen, op den voor
grond staan, en, hoezeer wettelijk voor
alW toegankelijk, feitelijk in dienst der
vrijzinnigheid zijn, en zullen blijven...
T n den toestand van hot Open
bare Onderwijs moet verande
ring k o m e n.
Zoolang dat niet geschiedt, wordt juist
onder dit ministerie het vriie onderwijs met
te grootcr gevaar bedreigd."
Tn Dc Niniwe Sprokkelaar lezen wij on
der het hoofd: „Aan wie de schuld 1" het
•volgende:
Dr. Bronsveld zegt in zijn Augustus Kro
niek het. volgende;
,,'t Ts opmerkeliik dat zoo vele welgezinde
en vermogende leden der Kerk gaarne cn
19)
Paul wendde zijn hoofd af om zijn zoon
niet het gonoegen te laten zion, dat deze vraag
hom deed. Daarom antwoordde hij met een
poging om er onverschillig uit to zien:
„Ik ben hier gekomen met precies vyf
shilling en er is niets meer van ovor."
„Duivels!" zei Dick, „dat gaat good. Hoo
hobt u dat aangelegd, om dat er in een week
door to jassen?"
„Het is opgegaan, voor zooveel ik er van
bogreep, aan konynen en witte muizen." zei
de heer Bultitude. „Er waren jongens, die er
aanspraak op maakten als gold, dat zo jou
betaald hadden."
„Dat is uw eigen schuld," zei Dick, „u
stondt er op, dat ze verdronken werden. Maar
u hebt geld noodig Hoeveel? Is een halvo
kroon genoeg?"
„Een halvo kroon is niet veelj Dick," ant
woordde zyn vader onderdanig.
„Het is een ruirao toelage voor eon jongen
als jy," zei Dick nogal onvriendelijk, „maar
ik heb geon halve kroon meer over; daarom
zal ik je dit maar geven."
En hij hield een sovereign in do boogto,
zonder een oogenblik to denkon wat dat geld
stuk voor Paul beteekendo, die het wegriste
zoDdor evonwel dankbaarheid to voelen.
„En nu, donk er om," zei Dick, „ik hoor
Grim; bedenk wat ik u gezegd heb."
Dr. Grimstone kwam binnen met het uiter
lijk van iemand, die een pijnlijke boodschap
heoft te brengen. Hl) kreeg een lichten schok,
toen hij hot uiterlijk en de kleeding van zjjn
bozoeker in het oog kreeg.
„Ik hóóp," begon by ernstig, „dat uw zoon
mii do pijn heeft bespaard, van in de détails
van zijn wangedrag te ireden. Hot spijt mo,
dat ik geen gunstiger berichten omtrent hem
heb te geven."
Dick was blykbaar en niettegenstaande zjjn
veranderde omstandigheden heelemaal nietop
zyn gemak in het bjjzjjn van zyn vroegeren
ouderwijzer. Hy stond op hot haardkleedje,
werd erg rood in zijn gezicht en weigerde
absoluut, van den grond op to zien.
„Ja, ja," kon hy er ton 6lotte uitbrengen,
„ik hoor, dat u op het punt stond om hom
een pak rammel te geven, toen ik verschoon."
„Ik vond myzelf genoodzaakt," zei de
directeur, die lichtelyk geërgerd werd door
dezo vulgaire manier om de zaak voor te
6tellen, „om oen tuchtiging toe te dionen (met
het oog op zyn latero welzyn) in tegenwoor
digheid van zyn medescholieren. Ik zie, dat
ik u smart door myn mededeeling, maar de
waarheid dient gezegd. Hy heeft waarschyniyk
zyn misslag bekend 1"
„Nee," zei Dick, „dat heeft ie niet. Wat
heeft ie nou weer uitgehaald?"
„Ik hoopte, dat hy meer openhartig, meer
recht door zee geweest was tegenover een
vader, die zich zoo vaak welwillend heeft
betoond. Wol, dan moet ik liot zolf vertollen.
Ik weet maar al te zeer, dat ik uw moreele
gevoelens op een pyniyko wyze moot schokkon,
myn waarde heer Bultitude (Dick toonde hier
grooto neiging om te gaan gichelen), maar
ik moet hier het treurige feit vermelden, dat ik
dezen ongelukkigen jongen op heoterdaad heb be
trapt, terwijl hy bezig was een soort van liefdes-
correspondentie te voeren met een jonge dame
in een gebouw, aan den eeredienat gewijd."
„0, maar dat is workelyk verschrikkeiyk,"
riep Dick uit, en Ly schudd9 het hoofd tegen
zyn woodenden vader, die dozen huichelaar niot
aan de kaak durfdo stellen. „Dat is iots, wat
hy heelemaal niet had behooren te doen,
vindt u nou wel? En op zyn leeftijd 1"
„Dezen afschuw had ik wel van u verwacht,"
zei de directeur, dio zich in werkeiykheid
orgerde, dat Dlck de zaak zoo pacifiek opvatte.
Paul kon zich van woede byna niet meer
inhouden.
„Ja, ja," vervolgde Dick, „die jongen zal
myn hart nog eens doen breken, als hy zoo
door gaat. Maar we moeten hem maar niet
ol te streng lekandelen, vindt u niet? Want
foitelyk ligt het toch maar in de menscheiyke
natuur, niot waar?"
„Wat bedoelt u?" vroeg de directeur
onthutst.
„Ik wil maar zeggen," legde Dick uit (en
hy had den directeur byna een duw in de
ribben gegeven), „dat wy bet zelf ook gedaan
hebben, toon wy jong waren. Ik weet niet
hoe dikwyis wel."
„Ik behoef mezelf niets van dien aard te
verwyten, mynheer Bultitude," zei de direc
teur uit de hoogte. „En sta mo toe te zeggen,
dat zulk een wyze ora de zaak te behandelen,
het govolg hoeft van de uitwerking geheel
te niet te doen van uw verontwaardiging van
zoo straks."
„0 juist," zei Dick, die voelde, dat hy een
flater had begaan. „Maar wat ik zeggen wil,
u heeft hem die rammeling nog niet gegeven,
is hot wel?"
„Ik was juist op het punt om een wandel
stok voor dat doel te halen, toen uw naam
werd aangekondigd."
„Nu wou ik vragen: Bent u van plan, om
weer te beginnen als ik weg ben?''
Het Volk is woedend om die opmerking,
spreekt van adders, enz. maar... dit gezwets
werpt do juistheid van het verwijt niet om
ver."
Dc Standaard meent, dat het wetsont
werp betreffende do landbouwraden
een geschikte gelegenheid biedt om to trach
ten op onkole hoofdpunten van deze mate-
rio tot eenstemmigheid te lcomon, zij het da®
bijwijze van compromis.
Wanneer het, zegt het blad, dc bedoeling
is om do zaak tot een voor den landbouw ge-
wenscht einde to brengen, dan is nóg
dc overtuiging van De Standaarddat Rc-
gcering en Kamer op den grondslag van
het wetsontwerp, bij over cn weer toegeven,
tot een bevredigend resultaat zullen komen.
Het blad beschouwt dan nadov, waarover
eigenlijk de verschilpunten loopen. En on
der dezo noemt hot do vraag of er alleon
landbouwraden, dan wel kaï-crs van land
bouw of districtsraden met lnndcouwraden
zullen zijn; de quaestio der veldarbcidcrs:
Zulle® zij al of niet in do landbouv,verte
genwoordiging worden opgenomen? Voorts
dc raag of do gekozene® voor de landbouw
raden al of niet landbouwers zullen zijn.
Maar dezo geschilpunten zijn voor De Stan
daard niet do hoofdzaak. H. i. behoort
het wetsontwerp te worden aangenomen,
ook al blijft het stelsel der Regeering be
treffende d.' wijze va® vertegenwoordiging
in landbouwraden, het buitenvallen van do
veldarbeidere, het verkiezen ook van nict-
landbouwers, cn andere onderdooien van
deze materie, ongewijzigd.
Hoofdzaak is voor De Standaard van den
aanvang af geweest de kiesbevoegdheid; de
vraag wie aan de samenstelling van de
Landbouwradon zullen meewerken. Van do
twee, in het Yoorloopig Verslag ontwik
kelde, stelsels: rechtstreeksche cn indirecte
of getrapte verkiezingen, staat hot antire
volutionaire orgaan met overtuiging het
eerst© voor:
.Wordt het andere st A gevolgd, dan
krijgen wc te® slotte provinciale landbouw-
comitc's, waarvoor het gros van dc land
bouwers niets zal voelen cn dio dus niet aan
liet doel, hetwelk dc Regeering met dc iand-
bouwvertegenwoordiging beoogt, zullen be
antwoorden. Hot is oen bekend feit, dat in
dc meeste landbouwmaatschappijen het hcc-
rcn-elcment qualitntief althans wat be
treft de kunst van spreken het sterkst
vertegenwoordigd is. j meeste landbouwers
durve® tegenover al de geleerdheid der hoe
ren hun ,.boeren-licbt" niet te laten schij
nen. G..Jer collega's, onder hun eigen
volkje, kunnen ze welsprekend, zij het dan
zc zijn, heel natuurlijk, niet op hun gemak,
cn over de landbouwzaken oordcelcnmaar
ze zijn heel natuurlijk, niet op hun geniale,
wanneer dc theoretici het hoogste woord
voeren, ook al oordcelcn sommigen van die
hecre® over do landbouwzaken als een
blinde ovor do kleuren. Het spreekwoord
van don schoenmaker, die bij zijn leest be
hoort to blijven, zit er vooral bij onze boe
ren diep in daarom kunnen dc meesten
van hen zich, niet bij een landbouwmant-
schappij aansluiten.
Deze twee richtingen rechtstreeksche
verkiezing door dc landbouwers cn verkie
zing door de landbouwmaatschappijcn
staan onverzoenlijk tegenover elkander. Die
welbewust voorstander is van dc rechtstreek-
scho verkiezing, kan bij geen mogelijkheid
zijn stem geven aan wclsoiitwc dat
van liet andero stelsel uitgaat."
Hot denkbeeld van het Kamerlid Van De-
dom heeft, volgens Dr Stand mrddeze licht
zijde, dat alleen de landbouwers met dc
veldarboidors dc landbouwvertegcnwoordi-
ging samenstellenof het overigens aanbe
veling verdient, zou l.ct blad niet durven
zoggen.
,,Óns komt liet voor", aldus besluit het
„dat liet wetsontwerp der Rogccring aanne
melijk is, mits slechts aan het hoofdbezwaar
betreffende do verkiezing worde te gomoet
gekomen. Toepassing van liet denkbeeld van
den lieer Van Dedem zou stellig het stolsel
van niet-rechtstreeksche verkiezing minder
onaannemelijk maken, omdat alsdan het
z. g. heeren-clcmcnt uit do regeling wordt
verwijderdmaar toch zijn wij overtuigd,
„Een philo8oof uit de oudheid," zoi Grim
stone, „had do gewoonto om de bestraffing
van zfin slaven uit te stellen tot zyn eerste
verontwaardiging gewekon was. Hy bovond,
dat hy dan
„Mot meer overleg slaan kon," vuldo Dick
aan. „Dat mag nu wol waar wezen, maar het
is misschien beter hem nu to vergeven, go-
looft u niet? Hy zal het niet weer doen. Als
hy nog eens zulk een briefje scliryft, zal by
met my to doen krügon; maar hy hooft een
ernstige waarschuwing gehad on ik hoop, dat
u hem dozen koer zult willen vrUlaton."
„Ik bob geon recht om zulk een verzoek
te weigeren," zei do directeur, „hoezeer ik
zelf ook van oordeel ben, dat oen paar slagen
met den stok de los duurzamer zou maken.
Ik moet u daarom verzoeken wel te over
wegen voor u op de zaak aandringt."
„Ik zou toch maar liever zion, dat hy geen
ransel kreeg," zoi Dick, terwyi de school
jongen ln hem weer boren kwam. „Ik zie
het nut er niet van in om de lui te slaan.
MU heeft hot nooit oenig goed gedaan en ik
hob genoeg gehad om er over te kunnen
oordeelen."
„Heel good, mynheer, ik zal toegeven.
Richard, je vader ia voor je in de bros ge
sprongen on ik kan zyn wensehen niet negoeren,
ofschoon ik het myne denk van do zaak. Je
zult over de heole aangelegenheid niot meer
hooron, tonzy jezelf aanleiding geeft om myn
geheugen op to frisschen."
„Zoo is hot al goed," zei Dick; „hy zal
zich na dit voorval goed gedragen. Daar sta
ik voor in. En o, wat ik zeggen wil," voegde
hy er haastig aan toe, „isis Dulcie
ook in de buurt?"
„Myn dochter?" vroeg de directeur. „Wenscbt
u haar te zien?''
dat heb stelsel van rechtstreeksche verkie
zing do voorkeur verdient.
Het zou, dimkt ons, voor do goedo zaak,
dio allo voorstandors van den landbouw
toegedaan zijn, gewensoht zijn, indien nu
vorder dc discussie over dit ééno punt
rooktstreeksch© verkiozing óf verkiezing
door landbouwmaalschappijen kon loo
pen. Alle andere vragen, dio bij do zaak der
landbouw-vertcgenwoordiging worden op
geworpen, zijn betrekkelijk bijzaken.
Hoofdzaak is de vraag: Wio zullen do pro
vincial© landbouwraden samenstellen
Wordt over deze vraag een meerderheid ge
vormd, dan is er kans, dat hot wetsontwerp
in veilige haven komt."
Slapte op Schoveningen. Als
een bowys boe van het ongunstlgo weor op
Schoveningen de gevolgen wordon ondervondoc,
mogo o. m. dienen, dat een bak kor y aan een
der groote inrichtingen aldaar, waar veel van
de „koude keuken" gebruik wordt gemaakt,
thans 1200 broodjes por dag mlndor levert
dan verlodon jaar om dozen tyd.
Do Woudrichomscho vleBcher8,
dio hot vorige jaar in de Wydo sloot onder
do gemoonte Warmond aangevallen werden,
waarby hun visebtuig vernield werd cn toen
een klacht indienden, bobben, zooals men weet,
dio klacht later opnieuw ingediend by don
officier van justitie to 's-Gravenhago. Nu zy
tot beden niets van een vervolging geboord
bobben, hebben zU zich gewend tot den procu
reur generaal by het gerechtshof to 's-Gravon-
hage.
Het zeiljacht „Magnolia" van
den heer J. L. Lavcrge, to Rotterdam, dat
Dinsdag komende van Antwerpen op do
Wostcrschelde nabij Bath zonk, Is volgons
een tolcgraphisch bericht gisteren drijvendo
gebracht on to Hanswcert binnengesleept.
Het jacht zal gerepareerd worden aan do
werf der firma Gobrs. v. d. Wetering, te
Delftshaven.
Gisternamiddag te half vijf
kwam de 200,000ste bezoeker op dc tentoon
stelling tc Groningen. Het was Jan Hof
man, slagersknecht tc Groningen. He«t te®-
toonstcllingscomitó bood hem een gouden
remontoir aan.
Men meldt aan hot „Volksdag-
b 1 a d", dat de kolonisten in dc landbouw
kolonie tc Blaricum zich hebben terugge
trokken. Slechts nog één is aanwezig, maar
deze volgt spoedig. De oorzaak is, dat do
verdraagzaamheid cn eenheid in den laat-
ston tijd tc wensehen overlaten.
Onder dc vertrokkenen behoort ook D. B.
dc Vries, wiens huis cn boeken door het
beestachtig optreden der Blaricummcre cn
Huizcrs verbrand werden. Do Vries vcr-
diendo het vertrouwen van allen, dio hem
kenden, maar hij kon niet me-r sympathi-
sccren met den onverdraagzamon on sto
lt-nden geest, dio in de kolonie rondwaart.
Woensdag vertrekt ook Kijlstra, om zich
nabij Alkmaar als Ncd.-Hcrv. dominee to
vestigen.
Als een bijzondorheid deelt
men mede, dat op dc kwcekcrij van don
heer F. L. A. Schubert to Naardcn een
witte mol is gevangen. De eigenaar heeft
het voornemen, het exemplaar naar ,,Ar-
tis", te Amsterdam, op to zenden.
Zaterdagavond omstreeks 6
uren is door hooibroci brand ontstaan in do
schuur van J. Uitterlindcn, Havendijk
A 35, to 's-GravcndccI.
Het geheele pand, alsmede dc aangren
zendo gebouwen van R. v. d. Berg, A
Licfaard cn A. v. d. Gicssen, zijn een prooi"
der vlammen geworden.
Do inboedels zijn slechts voor een gedeelte
gered kunnen worden.
Do panden waren nog met riet gedekt.,
vandaar, dat men met de twee brandspui
ten handen vol werk had om den voort
gang tc stuiten cn er geen wind was hoo
genaamd, andera had de ramp veel erger
geweest.
Een 10-tal huisgezinnen zijn van hun wo
ningen beroofd'
Assurantie zal voor het grootste gedeelte
dc schade dekken. (D. C.)
„Ik zou or niet op tegen hebben," zoi Dick,
dio tot aebtor zyn ooren bloosdo.
„Het spUt mo, maar zo is eon wandeling
aan het maken met myn vrouw," zei dr
directour. „Ik vrees, dat zo pas laat terug
komt. Hot is heol jammer."
Dick's gezicht verraadde teleurstelling.
„O, bot maakt niot uit," mompelde by. „Ik
hoop, dat zo good in orde is?"
„Ze scheelt zeiden iets, on tegenwoordig
maakt ze het juist byzonder good, dank u."
„O zoo," zei Dick somber. Hy was waar
schyniyk teleurgesteld, te booren, dat by zoo
woinig gemist word, en vreesdo, dat zyn vadei
als een substituut was aanvaard.
„Hebt u er wat op togen, zou ik de lui
oven kunnon zien ik bedoel, ik zou graag
de school inspecteeron, ziot u."
„De jongens zien? Zeker, myn waarde hoer,
natuuriyk; hlor, dezen kant uit;" en hy loidde
Dick naar het schoollokaal en Paul volgdo uit
nieuwsgierigheid.
„U zult ons aan de studie vindon," zoi
dr. Qrimstono, toen zo de eorsto tochtdeur
doorgingen.
Er was een verdacht geluid van stommon
van binnen, maar toen de deur openging, waren
allo jongens over hun booken gebogen mot
ingespannen aandacht, welke hot direct offoct
was van het omdraalon van don deurknop.
„Onzo werkplaats," zoi de directour, torwyi
hy rondkeek. „Myn eerste klas, mynhoor Bul-
titudo. Er zyn goedo werkers en luilakken.'
(Wordt vervolgd.)