N«. 13332
Dinsdag 11 Augustus.
A». 1903.
iCoarant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Officieele Kennisgeving.
Uit de „Staatscourant."
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
De "Wondersteen.
LEIISCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT I
Voor Lelden per week 9 Oentej per 8 maanden 1.10.
Bnlten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd z^Jn L30.
Franco por post L66.
PRIJS DER ADVKRTKNTLËNl
Van 16 regels 7L06. Iedere regel meer f0.17|. - Qrootere letters naar
plaatsrnimte. Kleine advertentiSn van 30 woorden 40 Oenta oontant i elk
tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor ket inoasseeren wordt/" 0.06 berekend.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Lelden
Gelet op art. 08 der Kieswet;
Brongen ter algemeens kennis, dat de
processen-verbaal van do zittingen van de
hoofdstembureaux, bedoeld by art. 93 der
'Kieswet, tot het vaststellen van den uitslag
der stemming ter verkiezing van één lid van
den Gemeenteraad van Leiden in het tweede
en van twee leden in het derde kiesdistrict
op de groote pers van het Raadhuis zyn
aangeplakt en voor een Ieder ter Secretarie
dezer gemeente ter inzage zyn nedergelogd.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 11 Augustus 1903.
Leiden, II Augustus.
De by het 4de regiment infanterie bo-
Hoemdo tweede luitenants A. S. M. D. Prins,
,G. A. de Brauw en P. Jessó, zijn ingedeeld
Respectievelijk bij het 1ste, 3de en 2de bat.
Tan het korps.
f De lste luitenant L. C. A. Marchant,
gedetacheerd geweest zUnde by het leger in
'Oost-Indiö, wordt ingedeeld by het 8de bat.
4do regiment infanterie.
- Geslaagd is voor de akte Fransch, mid
delbaar onderwys, mej. G. L. M. Ognlbenl, te
Leldschendam.
Door samenwerking van een honderd
tal ambtenaren van vier der departementen
,en van de Algomeene Rekenkamer is een ver-
eeniging opgericht van ambtenaren bij de
I dep ai tementen van algemeen bestuur en
hoogo colleges van Staat, welke zich ten
doel stelt de collegiale verstandhouding on
der do leden aan te kweeken en te onderhou-
,den ©n hun belangen op gepaste wijze voor
te staan en te bevorderen,
i Over het ontsilag van don heer S. Lin
tman, leeraar in wiskunde en beekenon
aan de Rijks-Landbouwschool te Wagenin-
gen (zie ons vorig nommer) schrijft de
IWageningsohe correspondent aan het
k,Hbl." het volgende:
Geheel onverwacht is dit ontslag niet ge-
komen. Reeds geruimen tijd geleden kwam
knij ter oore, dat liet optreden van den heer
IS Lindeman, in en buiten do school, in
jhooge mate do ontstemming der Regeering
{wekte. In de school, dus werd verteld,
{naakte do heer Lindeman nogal eens een
uitstapje op het terrein van zijn collega,
*cn leeraar in de Staathuishoudkunde, in
^et bijzonder om de wetten des land3 te
toetsen aan do door hem voorgestane theo
rieën van Marx.
Nochtans, daarom is het ontslag niet ver
leend. De heer Lindeman, voorzitter van de
Jafd. Wageaiingen der S.-D. A.-P., trad den
;8sten Maart voor het Comité van Verweer
jfce Gouda als spreker op en ontving een dag
jof tien later vau de Regeering een missive,
jwaarin hem gevraagd werd, of hij erkende
,dn zijn daar uitgesproken rede gezegd te
Rebben, dat „Minister Kuyper 25 jaar lang.
■zii 't niet bewust, dan toch onbewust een
huichelaar was geweest; verder dooiende op
;het oproepen der lichtingen, dat „onze zo
nen en broeders worden gedwongen om zich
in een apenpakje te steken om de Regee-
bing in haar misdadig pogen te steunen."
Do heer Lindeman antwoordde daarop,
dat hij te Gouda niet als leeraar der R.-
Landbouwschool was opgetreden en du®
ook geen verantwoording aan do Regeering
meende schuldig te zijn; dat hij echter wel
wilde mededeelen in 'welk verband de be
doelde zinsneden waren gebezigd.
Geruimen tijd daarop hoorde de heer
Lindeman nieta van do zaak, totdat hem
cenigo maanden later door de Regeering
werd verweten op do bewuste vergadering
te Gouda alle middelen, dus ook geweld
dadige, te bobben aangep-ezen, om de tot
standkoming der dusgenaamde dwangwet-
ten tegen te gaan. Als nu word van hem
een verklaring verlangd, waarin hij erken
de zich destijds niet bowust te rijn geweest
van de misdadige bedoelingen van het Co
mité van Verweer en de belofte om nooit
weer aan een dergelijk avontuur mee te
doem
De onderteekening van deze verklaring
werd echter door den heer Lindeman ge
weigerd, waarna, nadat over en weer nog
eenige stukkon werden gowisseld, het ont
slag volgde.
Iu den ouderdom van 68 jaron la te
Utrecht overleden de heer J. P. van Blarkom,
ln leven Inspecteur van de RUks belastingen
en officier in de orde van OranjeNaasau. (TJ. D.)
Het stoomschip „Amstoldijk", van
Newport-News naar Amsterdam en Rotter
dam via Deptford, passeerde 9 Aug. Do
ver; de „Tjipanas" van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 8 Aug. Kaap Bon; de
„Besoeki", van Java naar Rotterdam, pas
seerde 10 Aug. Sagrès; de ^Bürgerroeister"
(uitreis) passeerde 9 Aug. Gibraltar; de
„Myrmidon", van Amsterdam en Liverpool
naar Java, passeerde 9 Aug. Port-Said; de
„Oengaran", van Batavia naar Rotterdam,
passeerde 9 Aug. Kaap dol Armido
„Prinses Sophio", van Amsterdam naar
Batavia, passeerde 10 Aug. Perim.
Zoetorwoude. Gisteren goraakte het 4-jarlg
dochtertje van J. v. d. P. ln de "Welpoort
te water. Het werd belaas oenlgen tyd later
levenloos opgehaald.
Bij Koninklijk besluit zijn benoemd:
bij het wapen der genie, bij don staf van
heb wapen, tot luitenant-kolonel, de ma
joors C. J. Snijders, van dien staf, en P.
Kley ühen8, commamdant van het korps
genietroepen, laatstgenoemde onder oorvolle
ontheffing uit zijn tegenwoordig bovel en
met bestemming voor do betrekking van
hoofd der 5de afdeeling van het Departe
ment van Oorlog;
tot eersten luitenant, de tweede luitenante
W. N. Booking, J. A H. Porey en J.
Reysenbach, allen van dien staf
bij het korps genietroepen, tot comman
dant van het korps, de luitenant-kolonel H.
F. W. B e o k i n g, van den staf van het
wapen, hoofd van do 5do afdeeling van het
Departement van Oorlog, en zulks onder
eervolle ontheffing uit zijne tegenwoordige
betrekking
tot eersten luitenant, de tweede luite
nants G. A M e ij e r, P. J. S t u u t j e en
J. H. E. Rückert, allen van het korps.
Met ingang van 16 Augustus 1903, be
noemd tot opzichter der telegraphic van
de 2do klasse, de adspirant-opzit^iters der
telegraphic J. Raster, O. P. M. van
Dongen, B. Raven, J. A. Roborgh,
G. de Noo en J. E. de Vries.
De heer D. Okhuixen, ingenieur der 2de
klasse voor het stoomwezen te Breda, met
ingang van 16 Augustus 1903, wegens ge
zondheidsredenen, voor den tijd van één
jaar op non-activiteit gestold.
Min. beschikkingen: mrs. A E. van
Arkel, A. Noytzoll de Wilde, J. Th.
Goossens, J. J. van Tiel, G. Prins,
D. J. Jon gen eel, H. A Pot, W. W.
Brouwer, J. G. M i 1 i n s en B. C. J.
Z ieok zijn gesteld ter beschikking van den
Gouverneur-Generaal van Ncderlandsoh-
Indië, om in rechterlijke betrokkingen daar
te lande te worden geplaatst.
Do gewone audiënties van do ministers
van financiën en van koloniën «sullen deze
weck niet plaats hebben.
De „Tromp."
Bij Kon. besluit is bepaald, dat aan het
vierde pantsersohip type „Koningin-Regen
tes," waarvan do kiel golegd is op 'e Rijks
werf te Amsterdam, op 2 Mei 1903, de naam
zal worden gegeven van „Marten Harpertsz.
Tromp," ter herinnering aan den luitenant
admiraal van Holland en West-Friesland
M. H. Tromp.
Ter aanduiding van genoemden bodem
ia don dagelijkschen dienst, zoomede in de
offioieele schrifturen, tal alleen van den
naam Tromp worden gebruik gemaakt.
Admiraal Tromp gehuldigd.
Omstreeks elf uren kwam gisteren de de
putatie der Nederlandsche marine-officie
ren te Delft aan. Zij bestond uit de heeren:
W. J. Derx, schout-bij-nacht, directeur en
commandant dor marine te Amsterdam,
oudst-aanwezend vlag-off icier in Nederland,
J. G. Snethlage en W. J. de Bruyne, kapi
teins tor zee, (laatstgenoemde commandant
van het instituut te Willemsoord), F. H.
M. Rant, inspecteur van administratie; A
P. Timmers, luitenant-kolonel der mari
niers; W. H. D. baron van Asbeck en F. E.
baron Mulert, kap. luit. ter zeo; dr. J. A
Portengen, officier van gezondheid lste
klasse; C. W. de Visser, luit. ter zee lste
klasse; W. Baerts, officier van administra
tie lste kl. en H. E. baron van Asbeck, luit.
ter zee 2de klasse.
Aan het station dor H. IJ.-S.-M. werden
de heeren ontvangen door den heer O. F.
Gijsberti Hodenpijl, afstammeling uit het
goslaoht-Tromp, vergezeld van den heer
W. Gaade, oud-zeeofficier.
Ook bevond zich-daar tor plaatse con de
putatie van de afdeeling Delft van den
„Bond van oud-onderofficieren", welke met
Ido marine-deputatie optrok tor kerke.
Na do gcbruikelijko voorstelling begaf
men zich naar de Oude Kerk, waar aan den
ingang ter westzijde de deputatie werd ont
vangen door de kerkvoogden.
Kort daarna kwamen de adjudanten van
H. M. do Koningin jhr. F. M. L. van Geen
on van Z. K. H. Prins Hendrik, Jhr. O.
Hooft Graafland.
De plechtigheid nam een aanvang met het
nederleggon van een bloemtak door den
luit. ter zee Jhr. van Geen, namens de Ko
ningin. Hierna nam de Schout-bij-nacht
Derx, hot woord.
Hij wees op groote verdiensten van
Tromp en vergeleek den toestand der zee
macht on do wijze van oorlogvoeren van
vroeger met het heden; wekte ieder op
Tromp's voorbeeld te volgen. Hierna weer
klonken het „Wilhelmus" en het „Wien
Neerlandsch bloed".
Vervolgens sprak de schout-bij-nacht: tot
uw schim, o Marten Harpertszoon Tromp,
richt ik mij met grooten eerbied in tegen
woordigheid van zoovrien uit allerlei stand,
inzonderheid van hen, die gij uw kinderen
Boemdet Namens het korps officieren der
zeemacht leg ik dezen krans op uw tombe.
Do krans is 1 1/4 motor in doorancdc, uit
natuurlijke lauwerbladen met witte leliën,
bijeengehouden door lint m de nation aio
kleuren. Een zilveren plaat bovat do vol-
gendo insoriptio: „De Offioicren dor Ko
ninklijke Marine aan den onvergotelijken
Luitenant-Admiraal Maarten Harpertszoon
Tromp, 10 Augustus 16531903".
Door don heer V van Thiencn werd gedu-
rondo de pltcchtigheid het orgel bespeeld.
Nadat mr. Kinschot, afstammeling van
Tromp, allen had dank gezegd, begaf men
zdcli naar de consistoriekamer, waar door
de zorg van den heer Gijsberti Hodenpijl
een tentoonstelling was georganiseerd van
voorwerpen, betrekking hebbende op het ge
slacht Tromp, afkomstig uit do verzameling
Van Sfcolk, te Rotterdam; de heer Gijsberti
Hodenpijl deed hierbij een voorlezing van
inschrijvingen in oude grafboeken betref
fende de familie Tromp.
De plechtigheid, o. a bijgewoond door
deputaties van leger, marine, oud-zee-offi-
ciorcn en den kolonel van het 4do rog. inf.,
nam een einde mot een dankbetuiging van
don prosidont-kerkvoogd der Oudo Kerk,
don heer C. Vcth aan H M. do Koningin,
Z. K. H. Prins Hendrik on de deputatie.
(A. 77.)
„All Right" hooft hot gister
avond waarlijk weer getroffen. Eorst toen
de leden met hun dames aan „Den Doyl"
waren aangekomen, barstte de hevige regen
bui losx welke zich ook boven Leiden ont
lastte. In plaats van don Zondagmiddag
tijdons den pic-nio uitgesbcJden wodstrijd
te houden, werd hot bal van Zondagavond
voortgezet. Dit verschafte niet minder, zoo
niet meer genoegen. En toen ook hieraan
weer een einido moest komen, brok men in
optocht naar Leiden terug. Aan „Do Vink"
worden de deelneemsters en deelnemers van
ballonB voorzien, en sloot ook hot muziek
korps van het 4do rcg. inf. er zich bij aan,
terwijl bij do voorm. Wittopoort do fakkel
dragers gereed stonden om den stoot even
eens op don tooht door de stad to verlich
ten. Een groote menigte had overal op don
wog van ommegang naar „In den Vergui-
don Turk" poet gevat of ging don stoet
vooraf. In dien stoet en ook van onkolo
woningen word bongaalsch en andor vuur
ontstokon. Een groote politiemacht met
vier bereden agenten, zorgde uitstekend
voor een goregelden gang van zaken. In do
bovenzalen van „In den Vergulden Turk"
werd do too welgcelaagdo driedaageche
feestviering op gezelligo wijze besloten.
Door het 4de regiment Infanterie
Is by don g»houden korpswedstryd van de
scberpschuttersvereeniglng „Oranje-Nassau",
te Loosduinen, de vierde prys behaald.
Op de nieuw opgerichte scheepB-
bouwwerf „De Hoop" ran Gebrs. Boot, te
Leiderdorp, *yn de kielen gelegd voor een
stoomboot voor de „Franeker Stoomboot-
Maat8chappy" te Franeker, en een stalen
sleepkaan voor den heer Jac. Muller, to Rot
terdam.
Gistermiddag re©d in Don
Haag een volle omnibus, komende van de
Weimarstraat, bij de Koningin-Emmakade
een kar beladen met stconon aan. D<> boom
van de omnibus brak en de paarden sloegen
op hol. In de Prins-Hendrik-Straat word
een dokterskootsjc omvergeworpen. De koof
sior van het koetsje viel van den bok en de
wagon werd geheel vcrniold. Eenigo passa
giers sprongen uit den bus on verwondden
zich. De personen, die waren blijven zitten,
kwamen met don schrik vrij. Bij de Tasman-
straat worden do paarden tot staan go-
bracht.
Do HaagBche Kroniekschrij
ver van de „N. Gron. Ct." schrijft o. a.
„Is 't op dit oogenblik zeer kalm in do
staatkundigo kringen, in dc ambtenaars
wereld, die in ons Haagje een niot onbo-
langrijken factor uitmaakt., in do ganscho
samenleving, heerscht nogal boweging, door
allerlei oorzakon: aanstaande promoties on
verplaatsingen, opheffing van do afdeeling
ecrodionst bij financiën, gedwongen aftre
ding bij meer dan dón departement van
oudjes, die to lang reeds achter do lesse
naars pijpjs gerookt hebben, streng toe
zicht op 't zedelijk gehalte van het hoogcre
bureau-personeel. Ik zou van dit laatste
opmerkelijke staaltjes kunnen mededeelen,
vooral ten opzichte van 't departement
van oorlog. Generaal Bergansius neemt hot
au 8Órioux met do moraliteit, ook van de
hoogcre beoren, on zoo staat dozor dagen
eon officier, die in een niet heel fijn echt
scheidingsproces is betrokken, verplaatsing
to wachten, terwijl een nog hooger officier,
aan Oorlog werkzaam, op een wenk des mi
nisters zijn non-activiteit heeft aange
vraagd, nadat hij, in gezelschap van do
gescheiden echtgcnoote van een kapitein,
zioh publiek vóór een bekend cafó aan 't ta
feltje van een ander officier met diens echt
genoot© had neergezet, waarop dio officioi
zonder zijn verplichten groet aan zijn moor-
dorc, zich verwijderde.
„Die officier, die tegen do discipline
had gezondigd, rapporteerde dit zelf aan
don minister, en de heer Bergansius, wol
verre van hem er hard over te vallen, gaf
don hoofdofficier te verstaan, dat hij den
dienst binnen 14 dagen had te verlaten."
Zondagnaoht kregen do boob-
workor S. on zijn zoon in een cafó op den
Binnenweg te Rotterdam woorden met een
vijf bal andere bootwerkers. Hun word ver-
weten, dat zij tij dene do jongste staking
doorgewerkt hebbon on daarom wildo liet
vijftal nu met hen veohton. D© bootwerker
S. wildo hiervan niote weten en verliet na
nog eenig gokibbel en nadat er al voorgo-
steld was om don t rist af te drinken, met
zijn zoon hr-t cafó. Hot vijftal volgde hen
do straat op ©n ter hoogte van het Gasb-
huisslop kwam het toon toch tot een klop
partij. Do 17-jarigo smidsknecht C. A Vec
tor, wonende Warmoes iersstraat, die met
het geheel© geschil niets te maken gehad
had, poogde nu tusechen de kijvende en
vochtende mannen als scheidsrechter op te
treden, dor-h ontving dadelijk daarop een
messteek in zijn rug. De jongeman, dio hot
bloed langs zijn rug voelde loopon, begaf
zich naar d© politie en werd toen door een
>9)
„Is dat waar, Coggs? Ben je gemeen ge-
joeg om laaghartig je te wreken op een jongen,
lio den zedeiyken moed had je fouten aan
£et daglicht te brengen; een jongen, die niet
ta staat is, zich tegen je te verweren?"
„Hy kan best vechten als hy wil, mynheer,"
ei Coggs. „Laat6t heeft hy me nog eon blauw
)og geslagen."
„Ik verzeker je," zei Paul met overtuigenden
Vnst, „dat ik nog nooit in myn leven iemand
èon blauw oog heb geslagen. Ik ben geen vech
tersbaas. Daarenboven myn loeftyu en myn
jpositie in do wereld behoeden me tegen zulk
tcbandeiyk optreden."
„Je bent van 't jaar teruggekomen," zei
dr. Grimstone, „met op een byzonder vreemde
(manier over jezelf te spreken, een heel dwaze
■manier. Als je je niet weer als een behoorlijke
'jongen gedraagt en dat vreemd gedrag achter-
"wego laat, moet ik tot het besluit komen,
dat je me openiyk brutaliseert."
„Als u mede gelegenheid woudt geven, om
imy'n geval duidelUk te maken," zei Paul, „dan
,zou lk u de onjuistheid van uw vermoeden
.doen inzien. Ik tracht myn rechten te heroveren,
(dr. Grimstone, myn rechten als man van naam,
,als huisvader. Dit ls hier geen plaats voor my
jen ik verzoek u dringend me vry te laten. Als
•u maar een tiende wist
n Laten we elkaar nu 6ens goed begrypon,
Bultitude," viel de directeur hem ln de rede.
•JU het een uitmuntende grap vinden,
om me nonsens te vertellen; maar weet, dat
een grap al heel gauw een beleedlglng kan
worden. Ik heb je tot nu toe gespaard, met
het oog op je vader, dio zoo hoopt, dat j®
zyn trots en glorie zult worden; maar als je
doorgaat met te spreken over do rechten, die
je wilt heroveren, dan zal ik genoodzaakt
zyn, een van do myne te laten gelden en
wel bet recht om licbameiyke straf too te
dienen."
„01" zei de heer Bultitude zachtjes, geheel
uit het veld geslagen, en hy kon verder
niets meer uitbrengen.
„Wat die zaak met dat lekkers in je koffer
betreft," ging dr. Grimstone voort, „dat je
den koffer zooals hy was naar boven bracht
pleit voor je, en ik wil de quaestle dan ook
wel eens nader onderzoeken, als je me ver
zekert er de hand niet in gehad te hebben?"
„Integendeel", zei Paul, „lk gaf juist strikte
orders, dat zoo iets niet gebeuren zou. Ik
dank er voor om de keukon en provisiekamer
leeggeplunderd te zien, enkel en alleen om
een troep jongens zich een veertien d&gon
op myn kosten te laten ziek eten!"
Grimstone begreep niet, hoe een jongen
aan zulke gedachten komen kon. In ieder
gsval, hy was het met dit gezichtspunt eens;
de wyze van expressie liet hy voor het oogen
blik maar buiten bespreking. Na Coggs twee
dagen arrest gegeven te hebben en hem een
niet te noemen aantal Fransche werkwoorden
te hebben doen overschryven, zond hy de
twee naar beneden, ieder naar zyn eigen
klasse torug.
Paul ging gelaten naar zyn lokaal, waar
de heer Blinkhorn aan het hoofd van een der
lange tafels stond voor een klasse van een
stuk of twaalf jongens.
„Neem je Llvius en je Latynsche gramma
tica, Bultitude," zei do heer Blinkhorn vrien-
deiyk, „en ga zitten."
Paul nam een boek; wat voor boek kon
hem niet schelen en hy kende ze ook niet
uit elkaar. Hy ging zoo ver mogeiyk van den
onderwyzer af zitten, inneriyk woedend, dat
hy op zyn gevorderden leeftyd nog onderwys
kreeg, maar hy zag geen middel om er aan
te ontsnappen.
„Aan tafel," besloot hy hopeloos, „zal ik
wel vry uitspreken, maar nu is het makke-
ïykor hem zyn zin te geven."
De jongens uit do klasse gingen hem met
opmerkeiyke koelheid uit den weg en wanneer
des heeren Blinkhorn's aandacht was afgeleid,
trokken ze gezichten tegen hem, die, al wist
Paul niet heelemaal wat ze beteekenden, hem
toch verre van op zyn gemak zetten.
De heer Blinkhorn was fljngevoolig genoeg
om Paul niet weer in verlegenheid te brengen,
na de onaangename oogenblikken, die by daar
boven had doorgebracht; dus spaarde hy hem
en liot hem niet deelen in het werk.
De heer Bultitude behoefde zyn onkunde dus
ook niet aan het daglicht te laten komen en zat
maar gemeiyk op de harde bank, ongeduldig
den mlnuutwyzer volgend op de klok boven den
schoorsteenmantel, terwyi rondom hem do jon
gens een voor een een onverstaanbare vertaling
van het werk voor hen opdreunden, onderbroken
door vriendeiyke vermaningen en verboteringen.
Wat een verschil met zyn gewone manier
van doenl Op dezen zelfden tyd, nog maar
vier en twintig uur geleden, wandelde hy
langzaam en statig naar den bekenden omnibus,
die op zyn komst zelfs met afryden wachtte;
hy ging dan zitten, eerbiedig gegroet door
den conducteur en vriendeiyk door zyn mede
passagiers, als iemand van naam en stand.
Nu zou de omnibus tevergeefs op den hoek
der straat stilhouden en zender hom naar de
Bank rydon. Hy was myion ver, op een plaats,
waar men nu wol 't minst naar hem zoekon zou,
en waar hy Insprong voor dien miserabelen
jongen van hem!
Zou wel ooit een oude, achtenswaardige man
als by er zóó aan toe zyn geweest? Als hy
zyn kast maar gesloten had gehouden en die
ellendige Garuda steen maar niet onder Dick's
alles ziende oogen was gekomen; ale hy maar
geen strafpredikaties gehouden had; als Boaier
maar niet zoolang met dat rytulg was uit
gebleven, o, en als hU op het kritioke oogen
blik maar niot was flauw gevallen, wat zou
dan alles anders goweest zyn!
En nu, wat moest hy toch beginnen om uit
dien benarden toestand bevryd te worden? Hy
had goed praten, dat de directeur hem wel
zou begrypen, als hy maar eenmaal flink
alles gezegd had. Wat moest hy doen als do
man absoluut zou weigeren naar hem te
luisteren? Moest hy hier dan blyven, tot
oindeiyk do vacantie hom bovrydon zou? Stel,
dat Dick hem met de vacantie niet thuis
wilde hebben, en daar was toch voel kane op.
't Was bepaald noodzakeiyk direct naar huis
terug te koerenieder uur, dat hy nog langer
in govangenschap doorbracht, maakte het hem
moeilUker weer weg te komen.
Nu en dan verdreef Paul zyn droevige ge
dachten door naar de jongens tekykon.Een paar,
in de buurt van den heer Blinkhorn, waren
vol aandacht en hy zag een klein jongentje,
dat, als een klasgenoot haperde, dadeiyk den
vinger opstak en riep: „lk weet het, myn
heer. Mag ik het zeggen? Hó, vraag u't ray 1"
Dicht by Paul was de ambitie niet veel
grooter dan verwacht kon worden op zoo'n
eersten dag na do vacantie. Een jongen met
lange haren had een poppetje meegebracht
en voerde hiermee met bohulp van zUn zak
doek en een penhouder eon of ander tooneol-
stuk op, tot groot amusomont van zyn buurman.
Als do heer Bultitudo gehoopt had, onop-
gomorkt te blyven, dan sloeg hy de plank
toch mis. De jongens stompten en schopten
hem voortdurend, zoodat by maar biy was, -
dat het etenstyd was. r
Aan tafel ontdekto hy tot ztyn schrik, dat
hU een ellendige portie gekookt schaponvleosch
te eten kreeg, dat al zoo lang gostaan had,
dat hot vet gestold was.
Paul deed moeite het met tusschenpoozen
naar binnen to werken. Toen het op was,
kwam er nog een vreeselyke pudding met
niervet, overgoten met een stroopachtige
zwarte saus.
Dit maal, al was het overvloedig en heel
gezond voor jongens, die ln den groei zyn,
was niet iets, waaraan Paul gewoon waa.
Hy voelde zich to onwel, om éen ondorhoud-
met den directeur aan te knoopon, en liep.
langzaam en mismoedig over de kale, sombore.
speelplaats, terwyi de anderen weor onver-;
biddoiyk aan het krygertje spolen moeston,-
totdat dr. Grimstone boven aan de trap ver
scheen.
Toen de directeur Paul aankeek, begon
deze zoo hard hy maar kon mee te loopen
met voorgewenden yver.
Zyn pogingen werden beloond door een
goedkeurenden blik van Grimstone, dio hem
weor wat opvrooiykte.
(Wordt vervol yd.)