N«. 13332 Dinsdag 11 Augustus. A». 1903. iCoarant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Officieele Kennisgeving. Uit de „Staatscourant." Gemengd Nieuws. FEUILLETON. De "Wondersteen. LEIISCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT I Voor Lelden per week 9 Oentej per 8 maanden 1.10. Bnlten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd z^Jn L30. Franco por post L66. PRIJS DER ADVKRTKNTLËNl Van 16 regels 7L06. Iedere regel meer f0.17|. - Qrootere letters naar plaatsrnimte. Kleine advertentiSn van 30 woorden 40 Oenta oontant i elk tiental woorden meer 10 Oenta.-Voor ket inoasseeren wordt/" 0.06 berekend. Burgemeester en Wethouders der gemeente Lelden Gelet op art. 08 der Kieswet; Brongen ter algemeens kennis, dat de processen-verbaal van do zittingen van de hoofdstembureaux, bedoeld by art. 93 der 'Kieswet, tot het vaststellen van den uitslag der stemming ter verkiezing van één lid van den Gemeenteraad van Leiden in het tweede en van twee leden in het derde kiesdistrict op de groote pers van het Raadhuis zyn aangeplakt en voor een Ieder ter Secretarie dezer gemeente ter inzage zyn nedergelogd. Burgemeester on Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 11 Augustus 1903. Leiden, II Augustus. De by het 4de regiment infanterie bo- Hoemdo tweede luitenants A. S. M. D. Prins, ,G. A. de Brauw en P. Jessó, zijn ingedeeld Respectievelijk bij het 1ste, 3de en 2de bat. Tan het korps. f De lste luitenant L. C. A. Marchant, gedetacheerd geweest zUnde by het leger in 'Oost-Indiö, wordt ingedeeld by het 8de bat. 4do regiment infanterie. - Geslaagd is voor de akte Fransch, mid delbaar onderwys, mej. G. L. M. Ognlbenl, te Leldschendam. Door samenwerking van een honderd tal ambtenaren van vier der departementen ,en van de Algomeene Rekenkamer is een ver- eeniging opgericht van ambtenaren bij de I dep ai tementen van algemeen bestuur en hoogo colleges van Staat, welke zich ten doel stelt de collegiale verstandhouding on der do leden aan te kweeken en te onderhou- ,den ©n hun belangen op gepaste wijze voor te staan en te bevorderen, i Over het ontsilag van don heer S. Lin tman, leeraar in wiskunde en beekenon aan de Rijks-Landbouwschool te Wagenin- gen (zie ons vorig nommer) schrijft de IWageningsohe correspondent aan het k,Hbl." het volgende: Geheel onverwacht is dit ontslag niet ge- komen. Reeds geruimen tijd geleden kwam knij ter oore, dat liet optreden van den heer IS Lindeman, in en buiten do school, in jhooge mate do ontstemming der Regeering {wekte. In de school, dus werd verteld, {naakte do heer Lindeman nogal eens een uitstapje op het terrein van zijn collega, *cn leeraar in de Staathuishoudkunde, in ^et bijzonder om de wetten des land3 te toetsen aan do door hem voorgestane theo rieën van Marx. Nochtans, daarom is het ontslag niet ver leend. De heer Lindeman, voorzitter van de Jafd. Wageaiingen der S.-D. A.-P., trad den ;8sten Maart voor het Comité van Verweer jfce Gouda als spreker op en ontving een dag jof tien later vau de Regeering een missive, jwaarin hem gevraagd werd, of hij erkende ,dn zijn daar uitgesproken rede gezegd te Rebben, dat „Minister Kuyper 25 jaar lang. ■zii 't niet bewust, dan toch onbewust een huichelaar was geweest; verder dooiende op ;het oproepen der lichtingen, dat „onze zo nen en broeders worden gedwongen om zich in een apenpakje te steken om de Regee- bing in haar misdadig pogen te steunen." Do heer Lindeman antwoordde daarop, dat hij te Gouda niet als leeraar der R.- Landbouwschool was opgetreden en du® ook geen verantwoording aan do Regeering meende schuldig te zijn; dat hij echter wel wilde mededeelen in 'welk verband de be doelde zinsneden waren gebezigd. Geruimen tijd daarop hoorde de heer Lindeman nieta van do zaak, totdat hem cenigo maanden later door de Regeering werd verweten op do bewuste vergadering te Gouda alle middelen, dus ook geweld dadige, te bobben aangep-ezen, om de tot standkoming der dusgenaamde dwangwet- ten tegen te gaan. Als nu word van hem een verklaring verlangd, waarin hij erken de zich destijds niet bowust te rijn geweest van de misdadige bedoelingen van het Co mité van Verweer en de belofte om nooit weer aan een dergelijk avontuur mee te doem De onderteekening van deze verklaring werd echter door den heer Lindeman ge weigerd, waarna, nadat over en weer nog eenige stukkon werden gowisseld, het ont slag volgde. Iu den ouderdom van 68 jaron la te Utrecht overleden de heer J. P. van Blarkom, ln leven Inspecteur van de RUks belastingen en officier in de orde van OranjeNaasau. (TJ. D.) Het stoomschip „Amstoldijk", van Newport-News naar Amsterdam en Rotter dam via Deptford, passeerde 9 Aug. Do ver; de „Tjipanas" van Amsterdam naar Batavia, passeerde 8 Aug. Kaap Bon; de „Besoeki", van Java naar Rotterdam, pas seerde 10 Aug. Sagrès; de ^Bürgerroeister" (uitreis) passeerde 9 Aug. Gibraltar; de „Myrmidon", van Amsterdam en Liverpool naar Java, passeerde 9 Aug. Port-Said; de „Oengaran", van Batavia naar Rotterdam, passeerde 9 Aug. Kaap dol Armido „Prinses Sophio", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 10 Aug. Perim. Zoetorwoude. Gisteren goraakte het 4-jarlg dochtertje van J. v. d. P. ln de "Welpoort te water. Het werd belaas oenlgen tyd later levenloos opgehaald. Bij Koninklijk besluit zijn benoemd: bij het wapen der genie, bij don staf van heb wapen, tot luitenant-kolonel, de ma joors C. J. Snijders, van dien staf, en P. Kley ühen8, commamdant van het korps genietroepen, laatstgenoemde onder oorvolle ontheffing uit zijn tegenwoordig bovel en met bestemming voor do betrekking van hoofd der 5de afdeeling van het Departe ment van Oorlog; tot eersten luitenant, de tweede luitenante W. N. Booking, J. A H. Porey en J. Reysenbach, allen van dien staf bij het korps genietroepen, tot comman dant van het korps, de luitenant-kolonel H. F. W. B e o k i n g, van den staf van het wapen, hoofd van do 5do afdeeling van het Departement van Oorlog, en zulks onder eervolle ontheffing uit zijne tegenwoordige betrekking tot eersten luitenant, de tweede luite nants G. A M e ij e r, P. J. S t u u t j e en J. H. E. Rückert, allen van het korps. Met ingang van 16 Augustus 1903, be noemd tot opzichter der telegraphic van de 2do klasse, de adspirant-opzit^iters der telegraphic J. Raster, O. P. M. van Dongen, B. Raven, J. A. Roborgh, G. de Noo en J. E. de Vries. De heer D. Okhuixen, ingenieur der 2de klasse voor het stoomwezen te Breda, met ingang van 16 Augustus 1903, wegens ge zondheidsredenen, voor den tijd van één jaar op non-activiteit gestold. Min. beschikkingen: mrs. A E. van Arkel, A. Noytzoll de Wilde, J. Th. Goossens, J. J. van Tiel, G. Prins, D. J. Jon gen eel, H. A Pot, W. W. Brouwer, J. G. M i 1 i n s en B. C. J. Z ieok zijn gesteld ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Ncderlandsoh- Indië, om in rechterlijke betrokkingen daar te lande te worden geplaatst. Do gewone audiënties van do ministers van financiën en van koloniën «sullen deze weck niet plaats hebben. De „Tromp." Bij Kon. besluit is bepaald, dat aan het vierde pantsersohip type „Koningin-Regen tes," waarvan do kiel golegd is op 'e Rijks werf te Amsterdam, op 2 Mei 1903, de naam zal worden gegeven van „Marten Harpertsz. Tromp," ter herinnering aan den luitenant admiraal van Holland en West-Friesland M. H. Tromp. Ter aanduiding van genoemden bodem ia don dagelijkschen dienst, zoomede in de offioieele schrifturen, tal alleen van den naam Tromp worden gebruik gemaakt. Admiraal Tromp gehuldigd. Omstreeks elf uren kwam gisteren de de putatie der Nederlandsche marine-officie ren te Delft aan. Zij bestond uit de heeren: W. J. Derx, schout-bij-nacht, directeur en commandant dor marine te Amsterdam, oudst-aanwezend vlag-off icier in Nederland, J. G. Snethlage en W. J. de Bruyne, kapi teins tor zee, (laatstgenoemde commandant van het instituut te Willemsoord), F. H. M. Rant, inspecteur van administratie; A P. Timmers, luitenant-kolonel der mari niers; W. H. D. baron van Asbeck en F. E. baron Mulert, kap. luit. ter zeo; dr. J. A Portengen, officier van gezondheid lste klasse; C. W. de Visser, luit. ter zee lste klasse; W. Baerts, officier van administra tie lste kl. en H. E. baron van Asbeck, luit. ter zee 2de klasse. Aan het station dor H. IJ.-S.-M. werden de heeren ontvangen door den heer O. F. Gijsberti Hodenpijl, afstammeling uit het goslaoht-Tromp, vergezeld van den heer W. Gaade, oud-zeeofficier. Ook bevond zich-daar tor plaatse con de putatie van de afdeeling Delft van den „Bond van oud-onderofficieren", welke met Ido marine-deputatie optrok tor kerke. Na do gcbruikelijko voorstelling begaf men zich naar de Oude Kerk, waar aan den ingang ter westzijde de deputatie werd ont vangen door de kerkvoogden. Kort daarna kwamen de adjudanten van H. M. do Koningin jhr. F. M. L. van Geen on van Z. K. H. Prins Hendrik, Jhr. O. Hooft Graafland. De plechtigheid nam een aanvang met het nederleggon van een bloemtak door den luit. ter zee Jhr. van Geen, namens de Ko ningin. Hierna nam de Schout-bij-nacht Derx, hot woord. Hij wees op groote verdiensten van Tromp en vergeleek den toestand der zee macht on do wijze van oorlogvoeren van vroeger met het heden; wekte ieder op Tromp's voorbeeld te volgen. Hierna weer klonken het „Wilhelmus" en het „Wien Neerlandsch bloed". Vervolgens sprak de schout-bij-nacht: tot uw schim, o Marten Harpertszoon Tromp, richt ik mij met grooten eerbied in tegen woordigheid van zoovrien uit allerlei stand, inzonderheid van hen, die gij uw kinderen Boemdet Namens het korps officieren der zeemacht leg ik dezen krans op uw tombe. Do krans is 1 1/4 motor in doorancdc, uit natuurlijke lauwerbladen met witte leliën, bijeengehouden door lint m de nation aio kleuren. Een zilveren plaat bovat do vol- gendo insoriptio: „De Offioicren dor Ko ninklijke Marine aan den onvergotelijken Luitenant-Admiraal Maarten Harpertszoon Tromp, 10 Augustus 16531903". Door don heer V van Thiencn werd gedu- rondo de pltcchtigheid het orgel bespeeld. Nadat mr. Kinschot, afstammeling van Tromp, allen had dank gezegd, begaf men zdcli naar de consistoriekamer, waar door de zorg van den heer Gijsberti Hodenpijl een tentoonstelling was georganiseerd van voorwerpen, betrekking hebbende op het ge slacht Tromp, afkomstig uit do verzameling Van Sfcolk, te Rotterdam; de heer Gijsberti Hodenpijl deed hierbij een voorlezing van inschrijvingen in oude grafboeken betref fende de familie Tromp. De plechtigheid, o. a bijgewoond door deputaties van leger, marine, oud-zee-offi- ciorcn en den kolonel van het 4do rog. inf., nam een einde mot een dankbetuiging van don prosidont-kerkvoogd der Oudo Kerk, don heer C. Vcth aan H M. do Koningin, Z. K. H. Prins Hendrik on de deputatie. (A. 77.) „All Right" hooft hot gister avond waarlijk weer getroffen. Eorst toen de leden met hun dames aan „Den Doyl" waren aangekomen, barstte de hevige regen bui losx welke zich ook boven Leiden ont lastte. In plaats van don Zondagmiddag tijdons den pic-nio uitgesbcJden wodstrijd te houden, werd hot bal van Zondagavond voortgezet. Dit verschafte niet minder, zoo niet meer genoegen. En toen ook hieraan weer een einido moest komen, brok men in optocht naar Leiden terug. Aan „Do Vink" worden de deelneemsters en deelnemers van ballonB voorzien, en sloot ook hot muziek korps van het 4do rcg. inf. er zich bij aan, terwijl bij do voorm. Wittopoort do fakkel dragers gereed stonden om den stoot even eens op don tooht door de stad to verlich ten. Een groote menigte had overal op don wog van ommegang naar „In den Vergui- don Turk" poet gevat of ging don stoet vooraf. In dien stoet en ook van onkolo woningen word bongaalsch en andor vuur ontstokon. Een groote politiemacht met vier bereden agenten, zorgde uitstekend voor een goregelden gang van zaken. In do bovenzalen van „In den Vergulden Turk" werd do too welgcelaagdo driedaageche feestviering op gezelligo wijze besloten. Door het 4de regiment Infanterie Is by don g»houden korpswedstryd van de scberpschuttersvereeniglng „Oranje-Nassau", te Loosduinen, de vierde prys behaald. Op de nieuw opgerichte scheepB- bouwwerf „De Hoop" ran Gebrs. Boot, te Leiderdorp, *yn de kielen gelegd voor een stoomboot voor de „Franeker Stoomboot- Maat8chappy" te Franeker, en een stalen sleepkaan voor den heer Jac. Muller, to Rot terdam. Gistermiddag re©d in Don Haag een volle omnibus, komende van de Weimarstraat, bij de Koningin-Emmakade een kar beladen met stconon aan. D<> boom van de omnibus brak en de paarden sloegen op hol. In de Prins-Hendrik-Straat word een dokterskootsjc omvergeworpen. De koof sior van het koetsje viel van den bok en de wagon werd geheel vcrniold. Eenigo passa giers sprongen uit den bus on verwondden zich. De personen, die waren blijven zitten, kwamen met don schrik vrij. Bij de Tasman- straat worden do paarden tot staan go- bracht. Do HaagBche Kroniekschrij ver van de „N. Gron. Ct." schrijft o. a. „Is 't op dit oogenblik zeer kalm in do staatkundigo kringen, in dc ambtenaars wereld, die in ons Haagje een niot onbo- langrijken factor uitmaakt., in do ganscho samenleving, heerscht nogal boweging, door allerlei oorzakon: aanstaande promoties on verplaatsingen, opheffing van do afdeeling ecrodionst bij financiën, gedwongen aftre ding bij meer dan dón departement van oudjes, die to lang reeds achter do lesse naars pijpjs gerookt hebben, streng toe zicht op 't zedelijk gehalte van het hoogcre bureau-personeel. Ik zou van dit laatste opmerkelijke staaltjes kunnen mededeelen, vooral ten opzichte van 't departement van oorlog. Generaal Bergansius neemt hot au 8Órioux met do moraliteit, ook van de hoogcre beoren, on zoo staat dozor dagen eon officier, die in een niet heel fijn echt scheidingsproces is betrokken, verplaatsing to wachten, terwijl een nog hooger officier, aan Oorlog werkzaam, op een wenk des mi nisters zijn non-activiteit heeft aange vraagd, nadat hij, in gezelschap van do gescheiden echtgcnoote van een kapitein, zioh publiek vóór een bekend cafó aan 't ta feltje van een ander officier met diens echt genoot© had neergezet, waarop dio officioi zonder zijn verplichten groet aan zijn moor- dorc, zich verwijderde. „Die officier, die tegen do discipline had gezondigd, rapporteerde dit zelf aan don minister, en de heer Bergansius, wol verre van hem er hard over te vallen, gaf don hoofdofficier te verstaan, dat hij den dienst binnen 14 dagen had te verlaten." Zondagnaoht kregen do boob- workor S. on zijn zoon in een cafó op den Binnenweg te Rotterdam woorden met een vijf bal andere bootwerkers. Hun word ver- weten, dat zij tij dene do jongste staking doorgewerkt hebbon on daarom wildo liet vijftal nu met hen veohton. D© bootwerker S. wildo hiervan niote weten en verliet na nog eenig gokibbel en nadat er al voorgo- steld was om don t rist af te drinken, met zijn zoon hr-t cafó. Hot vijftal volgde hen do straat op ©n ter hoogte van het Gasb- huisslop kwam het toon toch tot een klop partij. Do 17-jarigo smidsknecht C. A Vec tor, wonende Warmoes iersstraat, die met het geheel© geschil niets te maken gehad had, poogde nu tusechen de kijvende en vochtende mannen als scheidsrechter op te treden, dor-h ontving dadelijk daarop een messteek in zijn rug. De jongeman, dio hot bloed langs zijn rug voelde loopon, begaf zich naar d© politie en werd toen door een >9) „Is dat waar, Coggs? Ben je gemeen ge- joeg om laaghartig je te wreken op een jongen, lio den zedeiyken moed had je fouten aan £et daglicht te brengen; een jongen, die niet ta staat is, zich tegen je te verweren?" „Hy kan best vechten als hy wil, mynheer," ei Coggs. „Laat6t heeft hy me nog eon blauw )og geslagen." „Ik verzeker je," zei Paul met overtuigenden Vnst, „dat ik nog nooit in myn leven iemand èon blauw oog heb geslagen. Ik ben geen vech tersbaas. Daarenboven myn loeftyu en myn jpositie in do wereld behoeden me tegen zulk tcbandeiyk optreden." „Je bent van 't jaar teruggekomen," zei dr. Grimstone, „met op een byzonder vreemde (manier over jezelf te spreken, een heel dwaze ■manier. Als je je niet weer als een behoorlijke 'jongen gedraagt en dat vreemd gedrag achter- "wego laat, moet ik tot het besluit komen, dat je me openiyk brutaliseert." „Als u mede gelegenheid woudt geven, om imy'n geval duidelUk te maken," zei Paul, „dan ,zou lk u de onjuistheid van uw vermoeden .doen inzien. Ik tracht myn rechten te heroveren, (dr. Grimstone, myn rechten als man van naam, ,als huisvader. Dit ls hier geen plaats voor my jen ik verzoek u dringend me vry te laten. Als •u maar een tiende wist n Laten we elkaar nu 6ens goed begrypon, Bultitude," viel de directeur hem ln de rede. •JU het een uitmuntende grap vinden, om me nonsens te vertellen; maar weet, dat een grap al heel gauw een beleedlglng kan worden. Ik heb je tot nu toe gespaard, met het oog op je vader, dio zoo hoopt, dat j® zyn trots en glorie zult worden; maar als je doorgaat met te spreken over do rechten, die je wilt heroveren, dan zal ik genoodzaakt zyn, een van do myne te laten gelden en wel bet recht om licbameiyke straf too te dienen." „01" zei de heer Bultitude zachtjes, geheel uit het veld geslagen, en hy kon verder niets meer uitbrengen. „Wat die zaak met dat lekkers in je koffer betreft," ging dr. Grimstone voort, „dat je den koffer zooals hy was naar boven bracht pleit voor je, en ik wil de quaestle dan ook wel eens nader onderzoeken, als je me ver zekert er de hand niet in gehad te hebben?" „Integendeel", zei Paul, „lk gaf juist strikte orders, dat zoo iets niet gebeuren zou. Ik dank er voor om de keukon en provisiekamer leeggeplunderd te zien, enkel en alleen om een troep jongens zich een veertien d&gon op myn kosten te laten ziek eten!" Grimstone begreep niet, hoe een jongen aan zulke gedachten komen kon. In ieder gsval, hy was het met dit gezichtspunt eens; de wyze van expressie liet hy voor het oogen blik maar buiten bespreking. Na Coggs twee dagen arrest gegeven te hebben en hem een niet te noemen aantal Fransche werkwoorden te hebben doen overschryven, zond hy de twee naar beneden, ieder naar zyn eigen klasse torug. Paul ging gelaten naar zyn lokaal, waar de heer Blinkhorn aan het hoofd van een der lange tafels stond voor een klasse van een stuk of twaalf jongens. „Neem je Llvius en je Latynsche gramma tica, Bultitude," zei do heer Blinkhorn vrien- deiyk, „en ga zitten." Paul nam een boek; wat voor boek kon hem niet schelen en hy kende ze ook niet uit elkaar. Hy ging zoo ver mogeiyk van den onderwyzer af zitten, inneriyk woedend, dat hy op zyn gevorderden leeftyd nog onderwys kreeg, maar hy zag geen middel om er aan te ontsnappen. „Aan tafel," besloot hy hopeloos, „zal ik wel vry uitspreken, maar nu is het makke- ïykor hem zyn zin te geven." De jongens uit do klasse gingen hem met opmerkeiyke koelheid uit den weg en wanneer des heeren Blinkhorn's aandacht was afgeleid, trokken ze gezichten tegen hem, die, al wist Paul niet heelemaal wat ze beteekenden, hem toch verre van op zyn gemak zetten. De heer Blinkhorn was fljngevoolig genoeg om Paul niet weer in verlegenheid te brengen, na de onaangename oogenblikken, die by daar boven had doorgebracht; dus spaarde hy hem en liot hem niet deelen in het werk. De heer Bultitude behoefde zyn onkunde dus ook niet aan het daglicht te laten komen en zat maar gemeiyk op de harde bank, ongeduldig den mlnuutwyzer volgend op de klok boven den schoorsteenmantel, terwyi rondom hem do jon gens een voor een een onverstaanbare vertaling van het werk voor hen opdreunden, onderbroken door vriendeiyke vermaningen en verboteringen. Wat een verschil met zyn gewone manier van doenl Op dezen zelfden tyd, nog maar vier en twintig uur geleden, wandelde hy langzaam en statig naar den bekenden omnibus, die op zyn komst zelfs met afryden wachtte; hy ging dan zitten, eerbiedig gegroet door den conducteur en vriendeiyk door zyn mede passagiers, als iemand van naam en stand. Nu zou de omnibus tevergeefs op den hoek der straat stilhouden en zender hom naar de Bank rydon. Hy was myion ver, op een plaats, waar men nu wol 't minst naar hem zoekon zou, en waar hy Insprong voor dien miserabelen jongen van hem! Zou wel ooit een oude, achtenswaardige man als by er zóó aan toe zyn geweest? Als hy zyn kast maar gesloten had gehouden en die ellendige Garuda steen maar niet onder Dick's alles ziende oogen was gekomen; ale hy maar geen strafpredikaties gehouden had; als Boaier maar niet zoolang met dat rytulg was uit gebleven, o, en als hU op het kritioke oogen blik maar niot was flauw gevallen, wat zou dan alles anders goweest zyn! En nu, wat moest hy toch beginnen om uit dien benarden toestand bevryd te worden? Hy had goed praten, dat de directeur hem wel zou begrypen, als hy maar eenmaal flink alles gezegd had. Wat moest hy doen als do man absoluut zou weigeren naar hem te luisteren? Moest hy hier dan blyven, tot oindeiyk do vacantie hom bovrydon zou? Stel, dat Dick hem met de vacantie niet thuis wilde hebben, en daar was toch voel kane op. 't Was bepaald noodzakeiyk direct naar huis terug te koerenieder uur, dat hy nog langer in govangenschap doorbracht, maakte het hem moeilUker weer weg te komen. Nu en dan verdreef Paul zyn droevige ge dachten door naar de jongens tekykon.Een paar, in de buurt van den heer Blinkhorn, waren vol aandacht en hy zag een klein jongentje, dat, als een klasgenoot haperde, dadeiyk den vinger opstak en riep: „lk weet het, myn heer. Mag ik het zeggen? Hó, vraag u't ray 1" Dicht by Paul was de ambitie niet veel grooter dan verwacht kon worden op zoo'n eersten dag na do vacantie. Een jongen met lange haren had een poppetje meegebracht en voerde hiermee met bohulp van zUn zak doek en een penhouder eon of ander tooneol- stuk op, tot groot amusomont van zyn buurman. Als do heer Bultitudo gehoopt had, onop- gomorkt te blyven, dan sloeg hy de plank toch mis. De jongens stompten en schopten hem voortdurend, zoodat by maar biy was, - dat het etenstyd was. r Aan tafel ontdekto hy tot ztyn schrik, dat hU een ellendige portie gekookt schaponvleosch te eten kreeg, dat al zoo lang gostaan had, dat hot vet gestold was. Paul deed moeite het met tusschenpoozen naar binnen to werken. Toen het op was, kwam er nog een vreeselyke pudding met niervet, overgoten met een stroopachtige zwarte saus. Dit maal, al was het overvloedig en heel gezond voor jongens, die ln den groei zyn, was niet iets, waaraan Paul gewoon waa. Hy voelde zich to onwel, om éen ondorhoud- met den directeur aan te knoopon, en liep. langzaam en mismoedig over de kale, sombore. speelplaats, terwyi de anderen weor onver-; biddoiyk aan het krygertje spolen moeston,- totdat dr. Grimstone boven aan de trap ver scheen. Toen de directeur Paul aankeek, begon deze zoo hard hy maar kon mee te loopen met voorgewenden yver. Zyn pogingen werden beloond door een goedkeurenden blik van Grimstone, dio hem weor wat opvrooiykte. (Wordt vervol yd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1