LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 27 JUNI. - TWEEDE BLAD. Anno 1903. PERSOVERZICHT. No. 13294 C. Boom, van Leiden, schrijft aan de .Re dactie van Het Centrum over de wetho u- dersverkiezing te Leiden het volgende. In uw nummer van 23 Juni komt een ar tikel voor: „Liberale inhaligheid." (In het jongste Overzicht opgenomen). Ik zal den titel laten voor wat hij is ca er het juiste of onjuiste van niet bespreken. Wel wenschte ik op het artikel een kleine rectificatie te geven. Toen do 4de wethouder gekozen moest worden, waren ..et niet de a n t i-liberalen, die rar. Aalbcrsc kozen, doch juist de 1 i b c- r a 1 c n. Genen stelden een eigen anti-re volutionairen candidaafc, cn dezen stem den direct mr. A. En nu, bij het bedanken van mr. A., wilden de liberalen de>n zetel wc dor om aan een anti-liberaal, den christelijk-historischen mr. Van der Lip geven, die, gepolst, niet bereid gevonden werd. Dat do liberalen nu den hoogst bekwa men heer Paul kozen, zal zijn reden eer vinden in der anti-liberalen keuze in deze, dan wel in 's candidaats Roomschbeid. Ik vertrouw, dat u waarheidshalve dezo rectificatie zult willen opnemen. De Red. van Het Centrum teekenb hier bij het volgende aan: O. i. kan hier van een recti fic-afcio geen sprake zijn. Indien de liberalen inderdaad den wethouders-zetel wede r o m aan een anti-liberaal hadden willen afstaan, dan hadden zij voor mr. Kerstens moeten stem men. Dit was de aangewezen weg. Dat zij het niet deden, bewijst slecht» hun inhalig heid, gelijk terecht in ons nummer van 23 dezer is gezegd. Hun houding wordt door bovenstaand stukjo in geen enkel opzicht gerechtvaardigd. Onder hei hoofd „Loerzamc voor stolling" lezen wij in De Nederlander hot volgende: Dc Spectator toekende deze- week twee werkcloozen, die dit gesprek voeren: „Geen werk? Zeker de orde verstoord"; „Wel geen werk, doch de orde gehandhaaid." Een plaat, dio meer te denken geeft, dan de ontwerper misschien bedoelde. Do tegenstelling is scherp Het is ellendig cn bedroevend, dat nog steeds meer dan één milicien tijdolijk het slachtoffer geworden is van de vervulling zijner wettelijke verplich tingen, Het droevigst eohtor is, dat dit zich telken jare herhalen zal, zoolang wij geen algomcenen dienstplicht hebben, ©n de vraag rijst, of do Staat, die den al- geme.en.en dienstplicht niet invoert, omdat dit te zware uitgaven zou eischen, niet- vor- plicht is maatregelen te nomen om den mili cien, die ten gevolge zijnor dienstvervulling zijn betrekking verloor, le steunen in zijn poging om weer aan het werk tc komen. Maar er valt nog iele andei's uit die plaat ,to leeren. Steeds grooter wordt dc nood der stakers, die, vruchteloos naar werk zoeke-nde, in steeds dieper ellende vervallen. Naarmate die nood stijgt en de volslagen machteloosheid der (mis)-loiders om de fraaie beloften na te komen, waarmee zij bun ongelukkige volgelingen hebben ge paaid, in het licht treedt, in die zelfde mate blinkt scheller cn woester do taal der soc.- democratisciie strijdpers, die door haar ver vaarlijk gelcrijsch de aandacht van zicbzelve bracht af te leiden naar dat hartclooze ka pitalisme, clie wraakgierige bourgeoisie, dao nu „zwelgt" in hot genot van haar vij anden te zion lijden. Welnu Deze plaat toont ons de waarheid. Het is niet do harteloosheid der „burger klasse", maar liet- is dc hardheid van het leven zelf, die de wederaanstelling der sta lkers belet. Immers niet de staker alleen, maar evenzeer dc handhaver van recht en orde gaat onder den toestand gebukt. Dit juist is het rockeloozc dier volksmen ners, dat zij met gewold den natuurlijken •loop der dingen willen veranderen, en niet .verkiezen in tc zien, dat zij, met al hun fnooic woorden, wel kunnen afbreken en FEUILLETON. Opofferende Liefde. 6) „Ja, ja, u als man der wetenschap! Ik ben anders ook niot niouwsglerig, maar op zulk eon rola is men periodiek een ander mensch. Re verveling boezemt bolangstolling voor dingen in, waaraan men gewooniyk niet de minste aandacht schenkt. Ik zal my de grap veroorloven, hem te interviewen." Met die woorden ging Leonardi vastberaden ^p don vroomdeling toe. Advocaat Flohr, zooals hy zich had ge noemd, liep, een sigaar rockend en biykbaar diep in gedachten verzonken, aan den anderen kant van liet promenadedek op en neer. Leonardi liep hem eerst eenmaal voorby, nam vervolgons uit zyn etui een sigaar, beet do punt daarvan af, koerde daarna om en toen beiden elkaar wederom ontmoetten, vroeg hy den advocaat om vuur. Beleefd reikte Flohr hem zyn sigaar toe. „Een prachtige morgen, niet waar?" zeide Leonardi, torwyi hy in krachtige trokken de glimmende vonken van de havana van den advocaat op zyn eigene overdroeg. „Zeer mooi," antwoordde de ander. „U zou gisteren byna de aansluiting ge mist hebben," ging de intorviewer lachend voort, terwQl hy do sigaar terug gaf. „A, ik wachtte reeds over het uur, de „Siegfried" kon my onmogelyk ontgaan." „Desnoods hadt gy ook nog wol oen andere yaargeleger.heid gevonden." „De eerstvolgende boot vertrekt pa3 over Tier dagen, en zoo lang wilde ik niet wach- veraietigen, maar niet de wetten der samen leving ter zijde stellen. Do mannen, die hun werk hebben neerge worpen, zijn vervangen, cn slechts langzaam kan weer nieuwe aihedd voor hen gevonden worden. Wie dat tijdig bedenkt, worpt niet roekeloos zijn ganscho bestaan in do weeg schaal. Do loiders der stakers wisten dat natuurlijk evengoed als wij, maar zij ver staan do kunst, do eenvoudigste waarheden voor dc oogen hunner blinde volgelingen te bedekken. Hot is ook naar onze meening ten eenetL- male ongeoorloofd, do stakers andere, dan de natuurlijke gevolgen hunner dwaas heid te doen ondervinden, en indien, wat wij voorshands wcdgcron te gelooven, liet waar is, wat Het Volk vertelt van zekere personen, dio gepoogd hebben een gewezen staker te belommeren in zijn bedrijf van melkverkooper, dan zouden wij zulk een handelwijze als schandelijk en onchristelijk brandmerken. Maar het is van don anderen kant na tuurlijk, dat iemand een werkman wegzendt om plaats to maken voor een gewezen sta ker, cn dat, waar dc keuze staat tusschcn staker cn niet-staker, de patroon in den re gel aan den laatste de voorkeur geeft. Voor al, zoolang de socri aal-democraten, wier onbarmhartigheid cn haatdragendheid te genover niet-stakcre berucht is voortgaan met hun volgolingon op te ruien togon eiken patroon, cn niets vuriger wonschen dan her haling van hun misdrijf. Zij, on zij alleen, zijn schuld van al do misères, die door de stakingen zijn veroor zaakt. In dc vorige maand schreef De Stan daard een artikel over ,,Do Samenzwe ring en de Kerk"; met den inhoud waarvan ds. Schriekc het niet eens is, die in Dc NacLerlandschc Kerkbode o. a. deze woorden schrijft: „Van welk tijdperk spreekt De Stan daard, toen do Kerk zulk een saamhoudende organisatio was? Als men de geschiedenis raadpleogt, ziet men, dat cr in iedere eeuw breedo volkskringen waren, op wie dc Kerk weinig vat had. Het is niot waar, dat het volk naar heb socialistisch ideaal greep, omdat dc Kerk ontzield werd en de Belijdenis verdorde. Want het geschiedde ook in gemeenten on kringen, waar men de belijdenis getrouw bleof en het Evangelie de harten boeide. Niet uit behoefte aan een hoog, bezielend levensbeginsel, maar omdat het socialisti sche ideaal het aardschgezinde, zclfzuchtigo menschenhart wenkt, en heb Evangelie niot naar den mensch is, is dc overgrootc meer derheid onder het socialistische vaandel te hoop geloop cn. Dit leert dc werkelijkheid. Men fantascere niet. Als dienaar der Ned.-Herv. Kerk meende ik dozo aantasting barer eere met beschuldi gingen van een kant, waar men zelf hot de mocratisch vuur heeft aangeblazen, niet- on weersproken tc mogen laten." Dc Nederlander antwoordt daarop „Hoe jammer, dat dc schrijver in dc laat ste alinea liet kerkelijk geschil in de zaak betrekt. Het Stavdaai'd-axbikal gaf daartoe geen aanleiding, cn do quacstio is cr veel te ernstig voor. Schrijver dezes zou niet gaar ne de eere der Noü.-Hcrv. Kerk aantasten, maar hij meent, dat dio eere niets to maken heeft met het feit, dat voor veler be- wustzijn de Belijdenis verdordo cn de Kerk ontzield werd, en hij is overtuigd, dat dit laatste feit een voorname factor is zij het niet do éénigc van don groei der so- ci aal -dem oc ratio. Do quacstie staat heel andei's en veel bree der dan ds. Schricke meent. Wat De Stan daard heeft willen zeggen, is dit: dat voor velen dc bekoring van het socialismo nog minder zit- in zijn concrete beloften, dan in zijn pnilosophischcn horizont." En na hot artikel van den hooglceraar Van der Vlugt van Sept. 1901 te hebben aan gehaald, gaat De Nedcrlander voort: „Het volk heeft behoefte aan een levens beschouwing, een heilsleer, een dogmatiek, of hoe men het noemen wil. De mensch is nu eenmaal meer dan het dier. Hij smacht naar een gecstoljjk vergezicht, omvattend verleden en toekomst cn aan zijn nietige ten. Myn aanwezigheid ln Argentinlö is dringend noodig." 0 A zoo." „Het betreft een groote erfonis, het nage laten vermogen van een estanciero van Duitsche afkomst, welke de Argentynscho Rogeering aan zijn rechtmatige orfgenamon in Duitschland wil betwisten. Ik kom voor de aanspraken van de erfgenamen op on daar in vertraging govaar schuilt, moet ik mij zoo spoedig mogolijk daarheen begovcn." Daar Leonardi den advocaat zoo openhartig en spraakzaam vond, sloot by zich op zyn wandeling by hom aan, doch droeg zorg, dat hy ook do groep aan den anderen kant de professor mot de beide dames in het oog hleid. Holm ondorliield dezen juist over een onder worp van zyn speciaal beroep, over den toe stand van het zenuwstelsel in een gezonden on zieken staat, toen movrouw Börner pict- seling haastig van haar zitplaats overeind reos. Wat beeft u, mevrouw Börner U beeft immers!" riep de professor, ziclizolven in de redo vallond vol bezorgdheid. „Ik weet niet; ik voel ïny zoo ellendig; zoo „Dat is do zeeziekte", zeido hy, dadelUk op do hoogte van den toestand. „Het beste is, dat u zich zoo spoodig naar uw hut begeeft." „Ik vergezel u", verklaarde Eda hulpvaar dig, en op haar arm geleund, verliet de bleoke vrouw het vertrok. Medelydend keok do professor haar na. De jonge dametjes grinnikten en Roinhold Lampf zond liaar, luid genoeg, dat ook Holm het hooron kon, de van leedvermaak getuigende opmerking na: „De zee raast en wil haar offers hebben." De straf volgde den overmoedige ochter op plaate in het treurig hedon relief en. be staansrecht verleononcL Dat is zijn adeldom 6ymptoom van zijn eeuwige bestemming, van zijn „van Gods geslacht zijn." Vandaar, dat hij, waar het licht der open baring ontbreekt, zich altijd weer droom beelden en illusies 6chept. Zonder dat is hom het leven onhoudbaar. Vandaar ook, dat het wegvallen der Christelijke heilsleer in menig gemoed den wog heeft geëffend voor do heilsleer der sociaal-democratie." Mr. Aalbcrso doet in het Katholiek So ciaal Weekblad uitkomen, dat de D u i t- scho sociaal-domoc.raten de sociale wetgeving in him land niet bevorderd heb ben. Hij schrijft onder meer: „Of nu do sociale wetgeving dool is, of middol, hot maakt wel groot verschil, maar dat zou nog tot daaraan toe zijn. Maar het in-gemeeno, als ik het zoo noemen mag, in deze sociaal-democratische tactiek, is, dat zij don arbeiders wel sociale wetgeving beloven, om zo tot zich to lokken, maar... geen socia le weigering geven. Dit is met feiten te bewijzen. In Duitschland stemden do sociaal-demo craten tot 1899 tegen allo sociale wetten. Do sociaal-democraten stemden tegen do ziekte-verzekeringswet-, ofschoon daardoor aan do arbeiders van ISS-i1900 niet min der dan 1,533,000,000 Mark (dus ruim 1500 millioen Mark!) bij ziekte is uitgekeerd 1 De sociaal-democraten stemden tegen de ongevallen-verzekering, ofschoon alleen de patroons, sinds deze wet tot stand kwam, niet minder dan 700,000,000 Mark als pre mie hadden te betalen Dc sooiaal-democraten stemden tegen do invaliditeite- en ouderdoms-verzekering. Zoo stemden dus do sociaal-democraten togen de gansche Duitsche arbeidersverzeke ring, ofsohoon zelfs do sociaal-democraat P. Kampffraoyer in de Socialistische Monals- liefte van September 1902 verklaarde- „dat dozo verzekeringswetten den arbeiders een feitelijke economische verbetering in hun toestand hadden gebracht van anderhalf rnilliarden Mark," dus van 1,500,000,000 M. Do sociaal-democraten stemden tegen do wet op de „Gcwerbe-gerichto", waardoor een sncllo cn gcodkoopc rechtspraak werd ingostcld omtrent loön- en arbeids-quae6- ties. De sociaal-democraten stemden tegen de groote Duitsohe wet tot bescherming der ar beiders van 1891, ofschoon daardoor den ar beider gegeven word Zondagsrust, 10-urigo arbeidsdag voor jeugdigo en 11-urigo voor vrouwelijke personen, en verbod van nacht arbeid, verbod van fabrieksarbeid voor leer plichtige kinderen, voorschriften ter bevei liging van loven on gezondheid en zedelijk heid der arbeiders. En tegen dit allee stem de de zich noemende sociaal-democratischo arbeiderspartij I" „Had," zoo gaat Mr. A. voort: „Had de Katholieke Centrumpartij het voorbeeld dor Sociaal-dom^-oten gevolgd, dan ware de oude toestand gebleven, zou nijd en afgunst steeds grooter zijn gewor den, zou geen verzekering tegen ziekte, in validiteit, oudei-dom en ongevallen bestaan, zou do arbeider nog even bezwaarlijk als vroeger zijn recht hebben kunnen krijgen l En bij ons zijn deze hoeren arbcidersvricn- don al geen haar beter gebleken: do Sociaal democraten stemden togen do wet op de Ka- mors van Arbeid, Logen de wet betreffende dc ongeval lenverzekering, tegen do wet op don leerplicht, ofschoon leerplicht in hun oog vooral voor den arbeider van belang is. Zoo kunnen wij uit de practijk leeren, wat de hoeren sociaal-democraten verstaan on der hun ijveren voor sociale wetgeving niet als dool, doch als middel om dc arbeiders te lokken Veel beloven, niets geven. Ja toch: groote woorden I" Dc Nieuwe Arnhennche Courant beploit in overeenstemming met een door rar. P. Rink tc Tiel gehouden i'cdc, een samen werking der verschillende v r ij.z i n n i- go groepen. Het blad begrijpt, wel, dat men spottend spreken zal van „een alle gaartje", van „het flappen onder één hoed", cn wat in dien geest verder gebruikelijk is, den voet. In hetzelfde oogenblik verwisselde do jonge man zyn rood gezond colorlet met eon lUkkleur, hoestte, groop verschrikt met de hand naar den hals on stotterde vorlegon „Ik, ik heb boneden iets vergeten." Met die woorden rende hy als bezeten do trap af, wolko naar de kajuit leidde. Ditmaal verheugde zich da professor on ook do jonge meisjes amuseerdon zich over het kostelyk intermezzo. Van dat oogonblik af word het ochter een zaam om onzon reiziger. De eeno passagier na den anderen verdween van het toonoel. Aan het middagmaal namen dien dag slochts buiten hem nog do consul met zyn familie en advocaat Flohr deel. Qoon wonder dus, dat do eerstvolgende dagen zeer eentonig verstreken. Do advocaat bleek moor en meer een menschenschuwo zondorling to zyn, die slechts voor zicbzolven loefde, den goheelen dag in het salon of op hot dek zat, rookte en. las. Of do consul zyn gezelschap waard was, kon Holm niet te weten komen, want die heer voelde zlchzelven to hoog verheven bovon zyn toevallige reis- genooten, dan dat hy ook maar één daarvan tot oen intiemen omgang zou uitverkoren hebben. Als hij den mond open deed, sprak hy bovondien slechts Spaansch en van dezelfde taal bedienden zich zyn bloedverwanten. De jonge man bleef dus uitsluitend op do kleine Hilde en het scheepspersoneel aangewezon en sloot zich voornameiyk by don geneesheer van do „Siegfried", dokter Wehrmann, aan, met wien hy meer dan éóns op een dag aan bet schaakbord zat of wotenschappoiyke en andere vraagstukken besprak. Intusschen deed de stoomboot Antwerpen aan, eon gebeurtenis, die wel eenigo afwisse ling, maar goen verbetering in den gozelligen maar daar zal het zich niet aan storen. Heeft, vraagt het, dat „allegaartje", waar aan wij de financieels hervorming, do Leer plichtwet, de Ongevallen vorzokeri ng, de Wo ningwet danken, hot landsbelang niot beter begrepen, dan zij, die onder de toejuiching van dr.- Kuyper do wig dreven in het con- oontratieblok Kunnen zij, die scheuring wil den en brachten in dc liboraJe partij, die zich afscheidden om ontslagen te worden van hot conservatiof-liboralo blok-aau-t- beon, dat hen in hun snelleren gang op don hervormingsweg heette te hinderen, kunnen zij er op wijzen, dat zij, dank de meerdere vrijheid van beweging, inderdaad snolier voorwaarts zijn gegaan en ccn boto ren weg insloegen? Do liberalen, dio door den aard hunner beginselen en krachtons hun verleden aan gewezon zijn de groote middenpartij te vor men, waarmee eenerzijds de hervormings gezinde, democratische elementen der rech terzijde, anderzijds do rovolutioimairc par lementairen onder cle socialisten kunnen samen werken, zullen lijdelijk moeten toe zien, hoe cle rcchterzijdc do gematigde, gods dienstig gezinde elementen onder hen tot zich trekt cn de sociaal-democraten zich op werpen als hun plaatsvervangers bij do ver dediging van do belangen der democrotio. Zullen wc afwachten vraagt dc Nieu we Arnhemsche Courant bot het lot der Duitsche liberalen platgedrukt te worden tusschen de kerkelijke e.n do sociaal demo cratische partijen ook het onze wordt? Of zullen we de handen ineenslaan om te be houden, wat men nog bezit, torug te win nen, wat verloren ging? Maar kunnen voor- en tegenstander van algemeen kiesrecht, van Staatsbemoeiing cn Staatsonthouding samengaan? Zeker, on mogelijk is dit, wanneer verschil van in zicht leidt tot verkettering, dc naam vnn liberaal wordt ontzegd aan wie niet in alle onderdeelon een bepaald program onder schrijft, of omgekeerd. Indien men beginse len versteent tot een dogma Kan men niet een overtuigd voorstander zijn van ingrij pende sociale hervormingen, 7X>ndcr roods terstond met de kiesrecht-uitbreiding tot hot uiterste te willen gaan? En welken te genstander van het algemeen kiesrecht zal men het eerst tot oigen inzichten overhalen hom, dien men als vijand bestrijdt, of wel hom, met wien go het vuur van den gezo- menlijken tegenstander hebt weerstaan? Maar wordt dan met diepgaand verschil van inzichten geen rekening gehouden? Wij willen juist antwoordt het blad door middel van concentratie uit do liberale partij verwijderen, wat werkelijk oonserva- tief denkt en handelt; doch dit op grond van strijd met do beginselen der partij, niet uithoofde van verschil van inzicht omtrent oen of ander onderdeel, waaraan willekou- rig de beteekenis van een geloofsartikel wordt gegeven. Do liberale partij moet weder liet ver- eenigingspunt worden van allo hervor- mingsgozindon; zij mag niet, tor willo van een tijdolijk voordeel, afwijken van haar hoofdbeginselen; zij moet onverpoosd op de bres staan in den strijd tegen het conserva tisme en de reactie, wolke dreigend het hoofd opsteken, voor vooruitgang cn maat schappelijke hervorming. Hierin cn hierin alleen ligt haar toekomst-. Geschiedt dit, dan zullen de werkelijk be houdzuchtige elementen zioh uit eigen be weging uit haar gelederen verwijderen, zonder dat hot noodig ie een willekcurigen toetssteen te gebruiken, zooals in de laatste jaren, helaas, is geschied. De Standaard heeft gosohreven over: Grooto en k 1 e i n o diefjes, en wel als volgt: Keer op keer is gewezen op het gevaar, dat van dc scholen dreigt, nu onderwij zers bij hoopen zich als het gchoedo cn ge diplomeerde proletariaat hebben aange meld, om, met de socialistische kokarde op de borst, het Comité van Verweer te hulp te snellen. Nog steeds zint en peinst men op een mid del om dit kwaad to kecren, en wc zijn be nieuwd, of dc Regeering er raad op weet. Maar dient ook de vraag niet eens opge worpen, of er niet gevaar van dc zij der omgang bracht, want do beide liollandsclie heoren, aan wie do „Siogfriod" haar vorbiyf in de haven van do Belgische handelsstad had te danken, bloken geestverwanten van consul Barnick te zyn; zy dampten van don morgen tot den avond uit korto pUpon geurigo tabak en wisselden ln het Hollandsch hun zoker niet altyd vleiende aardigheden omtrent hun kajuilgenooten. Langzamerhand vortoondon zich do zioken nu weer, eerst Reinhold Kamph, vervolgons Leonardi en den morgen na het vertrek uit Antwerpen verscheen ook Eda voor hot eerst weer op het dok, waar do professor haar barteiyk met haar herstel geluk wonschto. „U heeft daarmee," voegde hy or by, „uw tol betaald; nu eerst zal u het ware genot van een zeereis leeron kennen." Zy glimlachte smartolyk. „Ik hoop het," antwoordde zy op haar stille, woemoedige wyzo. „En hoe maakt movrouw Börner hot?" „O, dio lieve ziel; zy is zeer zwak en ïydend. Ik vrees, dat zU te veel van haar geringe krachten heeft gevergd." „Als zy maar eerst de zeeziekte te boven is, zal zich bepaald de versterkende invloed van de zeelucht by haar doen gelden." „Ik hoop het van liarto ter wille van het arme kind." 's Avonds van dienzelfden dag zat professor Gerold geheel alleen op zy'n lievolingsplokjo op het promenadedek. In het schip was het rustig geworden, de consul en do Hollandscbo heeren waren gewoon zich vroeg ter ruste te begeven en de andere pasaglers haddon hun vroegere kracht en lovenslu9t nog niot geheel teruggekregon; zy brachton den avond öf in het salon öf in hun hutten door. Holm miste ook niemand; hy tuurde pein- Kcrk dreigt? Of is hot niot oven notoir, dai. er prodikant na predikant als socialistische propagandist of redaoteur is opgetreden! En hier lijkt het gevaar nog wel zoo groot. Immers, in do school is do openbaro ou- derwijzer dan nog altoos door art. 33 ge bonden, maar in do kerk predikt een predi kant vrijuit wat hem goeddunkt, en op de catechisatie prent hij in wat hij wil. We oordeelen hier niet hard over. Inte gendeel verstaan wo best, dat een predikant zonder geloof, dio geen sul is, liever dan nog maar Marx dan niets predikt. Het mo dernisme is een uitgeknepen citroenschil, waar geen druppel meer uitkomt. Maar dit belet niet, dat we op het gevaar voor Staat en maatschappij wijzen als op ecu dorp, straks in een stad, do jeugd op school cn de ouders in de kerk stelselma tig vergiftigd worden. Het is alles propaganda op gemeente- cn Staatskosten. Toch schijnt er kentering tc komen cn is het, of men dc handen uit de mouwen zal stoken. Het Classicaal bestuur van Amsterdam heeft toch een catechiseermeester afgezet, omdat hij „dc genezing door het gebed al leen" dreef. De actie togon de socialistische predikanten zal nu wel volgen. Aan te nemen is het toch niet, dat een Kerk ccn catechiseermeester om zulk een afwijking zou afzetten, cn een predikant, die socialist werd, ongemoeid zou laten. Men kent het spreekwoord van do klcino diefjes, die men hangt, cn de groote, dio men loopen laat; maar dit zou toch bene den alle kerkelijke waardighoid zijn. De Tijd teekent hierbij dit aan: De bodooiing oiu dezen „gruwel iu dc hei lige plaats" tegen to gaan, 13 allerlofle lijkst. Toch zal, gelooven wij, het door De Standaard aangeprezen middel slechts ma tig succes hebben, tenzij men do toepassing er van tot het uiterste wilde doordrijven. Maar dan zouden, vreezen wij, dc tompols van de Ned.-Herv. Kerk eerlang tovergcofs naar predikanten zoeken. Zoo lang do op leiding van dezo Bedienaren des Woords toevertrouwd blijft aan professoren, dio op school hun leerlingen „stelselmatig vorgif- tigen" door hot huldigen van een Modernis me, dat, door do ondermijning van heb christelijk geloof, het jongo geslacht der dominees als vanzelf drijft in do armen van liet socialisme, blijft het kwaad in don wortel omoangetast. Wat wij hiér aanschou wen, is overigens niets an dem dan ccn na tuurlijk en onvermijdelijk gevolg van hot Protestanlseho leerstelsel, voor zoover het een ieder onbegrensde vrijheid van onder zoeken cn gelooven toestaat. Wanneer man eonmaal geen loerend ge zag meor erkent, zijn allo pogingen, om door disoiplinaire maatregelen do dwaal leeraren in boom te houden, ijdc'. Ook do dwaling heeft haar consequenties, en do laatste consequentie is De Standaard weet hot socialisme en anarchie. Uitvoering van art. 9 G 1 i d 2 Grondwet. De Stand-aardbespreekt liet ingediende wetsontwerp, rogclondo de gevolgen van do vorooniging van het Kamcrlidm a,a t s c h a p met andoro dan in het eerste lid van genoomd artikel genoemde betrekkingen. Dat de regeling, zooals zo in do Grondwet staat, in meer dan één opzicht ongelukkig is, aoht het blad buiten kijf. Haar meest in het oog springend nadeel is, dat thans gehcelo categorieën van ambtenaren, hoe wel non-actiof, hun betrekking bohouden en 1 half traktement blijven genieten, terwijl zo or nioLs voor behoeven te doen. Een grove onbillijkheid tegenover dc in het eerste lid genoemde ambtenaren, dio hun betrekking moeten prijsgeven, willen zo lid worden der Statcn-Generaal, en afkeurenswaard tevens wegens het openen clcr mogelijkheid voor een ietwat zwakke regccring om haar poli- bieko vriendjes to bovoordcclcn. Na den inhoud van het ontwerp to heb ben geresumeerd, maakt De Standaard tweo opmerkingen. Vooreerst over art. 8. Dit artikel ver klaart, dat diplomatieke cn consulaire amb tenaren bij vereeniging van hun ambt met zond naar do zee mot haar toovorachtigo l.chtscbakeerlngen, waarin do volle maan zich spiegoldo; 0011 stillo weemoed vervulde zyn gomoed, oen zoeto melancholievoor zyn "geost doken allorlei liofiyko en zwaarmoodigo visioenen, op, zondorling saamgowevon uit hot verleden, het beden en de toekomst; maar in het middon van dio allen stond telkens en telkens woor Eda's liefelyk gelaat. Do droomor glimlachte nu oons, zuchtto dan weer zacht, al naar hot visioen, dat hem juist voor oogen zwoofdo. Hy was zoo ver diept In do voortbrong8olen van zyn phantasie, dat hy lotteriyk schrikte, toen zich plotseling eon donkoro schaduw tusschen hom en hot maanlicht schoof. Een vroemdo slem zeido op verontschul digenden toon: „Ik stoor u misschien, pro fessor?" Onthutst rees Holm ovoroind. Hoe vorbaasd 1 was hy echter, toen hy don advocaat Flohr, don passagier, dio pas op zoo aan boord was gekomen, herkende. "Wat wilde die van hom? De professor zag in het boste geval een vervelende, brommi- gen gozol in hem, met wlon men niot ge zellig kon praten, zoo niet dogenen van de reizigers het by het rechte eind haddon, óie do manier, waarop hy op de boot wa3 be land, nog voel ongunstiger voor hom uitleg den. En waarom kon bot niot mogeiyk zyn, dat hy reden had om do scherpe oogen van do havenpolitie te schuwen? Hy maakte uitorlyk wel is waar volstrekt geen 6lcchten indruk, zijn geheele vorschyning droeg den 6tempel 7an soliditeit en burgoriyke degeiyk- hold; maar wie, dacht Holm Gerold kan la het liart van de rr.onschen lezen? (Wardt vervolfjdA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5