Een lesje in de wellevendheid.
Vqop Amateur-Photografen.
velen echter ook in ver verwijderde Staten
der Unie. Dagelijks ontvangt de jeugdige re
dactie bergen kopij, grootendeels van jeug
dige inzenders. Onder het opschrift Socie
ty" vindt men in het blad. allerlei mededee-
lingen over het doen en laten der jongens
en deze berichten getuigen, wel is waar niet
altijd van geest, maar zij zijn niet slechter
dan dergelijke in gewone Amerikaansche
kranten.
Men leest bijvoorbeeld
„John Harrington is Maandag 11. tot
één uur 's nachts opgebleven. Zijn zuster was
jarig en gaf een partijtje."
0f:
„Weest op uw hoede voor meisjes, die u
met haar nieuwe zomerhoeden trachten te
verblinden,"
Deze staaltjes zijn voldoende, om te be
wijzen, dat de jongelui de betrekking van
een z. g. „society-reporter" bij iedere Ame
rikaansche krant reeds naar behooren zou
den kunnen vervullen.
1 Het was den jongens eerst moeilijk de noo-
dige lokalen voor hun redactie-personeel te
vinden, tot zij zich wendden tot het hoofd
der lagere school. Deze bracht de zaak voor
de schoolcommissie, die met algemeene stem-
men besloot, in het schoolgebouw ter beschik-
king van de jongelui een kamer te stellen,
waarop thans een schild prijkt met het trot-
sche opschrift:
„Expeditie en Redactie van de „Gratz
Park News."
Daar is, naar illuster voorbeeld, de hoofd
redacteur onlangs geïnterviewd! „Er is
vreeselijk veel werk aan verbonden, een
weekblad te redigeeren, meende de kleine
man. Wij moeten altijd de geschikte men-
schen op de geschikte plaats hebben, als er
iets bijzonders gebeurt. Het is zoo moeilijk
de jongens tot werken te bewegen, als in de
nabijheid een pic-nic, een zwemwedstrijd of
iets dergelijks gegeven wordt. Eén van mijn
vrienden gaf mij als Kerstgeschenk het vo
rig jaar een kleine drukpers .Daarmee be
gonnen wij. Wij zouden nog wel meer abon-
nés hebben, maar wij kunnen niet meer dan
300 exemplaren maken, omdat wij alleen in
onzen vrijen tijd werken. Wij hebben onge
veer 150 dollars op de spaarbank en iedere
week verdienen wij netto 2 3 dollars. On
ze ouders helpen ons niet bij ons werk. Ie
der onzer heeft zijn eigen rubriek: de een be
handelt stadsnieuws, de tweede ingezonden
stukken, de derde werkt met de pers en ik
heb de hoofdleiding en schrijf de hoofdar
tikelen."
DE BAARD.
Wij lezen aardige bijzonderheden over de
mode bij den baard in Duitschland.
In de eerste helft der vorige eeuw zag men
bij de burgers, ambtenaren en vooral de
predikanten geen baard, hoogstens een smal
en kort bakkebaardje, maar geen snor of
kinbaard. Wel droegen vele officieren en
onderofficieren een kleine snor en een
sikje („mouche"), maar alleen de huzaren
hadden een vollen knevel. Vele hoofdoffi
cieren, o.a. Moltke, schoren zich geheel. Het
reglement schreef dan ook voor, dat de bak
kebaard en de snor niet de lijn van mond
naar oor mochten overschrijden. Personen
met zwaren baard, dien zij moesten
laten afscheren ,zagen er dan ook uit alsof
ze onder den neus een zwarten band van het
eene oor tot het andere droegen.
Eerst in 1848 kwam hierin verandering;
natuurlijk golden degenen, die er mee be
gonnen en den vollen baard lieten staan,
als „democraten" en „revolutie-makers".
Bij den veldtocht van 1849 zag men ook al
in het leger menigen „knevelbaard", d. i.
een om de lippen en kin. Die mode bleef
echter niet lang en het duurde tot 1866 al
vorens het mode werd den baard geheel te
laten staan. Het voorbeeld gaf de Pruisische
Kroonprins, de latere Keizer Frcderik. De
oorlog van 1870 deed heel wat baarden vol
en lang worden en men liet ze daarna staan.
In het Duitsche leger is sedert de volle
baard allengs weder veel verdwenen; men
draagt nu meestal enkel snor en bakke
baard, met geschoren kin. Bij de „burgers"
heerscht echter volkomen „baardvrijheid"
en de meeste predikanten dragen thans den
vollen baard, als zij dien ten minste kun
nen hebben.
Nu de reistijd voor velen weder is aange
broken, acht de „Köln. Zeitung'" het niet
ongepast, zijn Duilschen landgenootcn de
vraag te stellen: Waarom maken de Duit-
scliers bij elke gelegenheid, geheel onnoodig,
zooveel leven?
Waar men komt, in Noord en Zuid, overal
ziet men hen een overmaat van steramidde-
len, gebaren en woorden bezigen, waar an
dere volken zonder daarom minder flink
te zijn zich rustig en kalm gedragen.
Vooral in hotels is die rumoerigheid heel
hinderlijk, en in Berlijn zijn daar tegen al
maatregelen genomen.
„Enkel in Duitschland kan men ervaren,
dat 's nachts om twaalf of één uur nog een
vroolijk gezelschap, dat uit de eetzaal komt,
in de gangen overluid blijft doorbab
belen en grappen uithalen, en aldus in de
kamers, die het voorbijkomt, do reizigers,
die een lange reis achter den rug hebben,
in den slaap stoort. Enkel in Duitschland
komt het voor, dat als de heeren eindelijk
hun eigen kamer hebben opgezocht, de laar
zen zóó buiten worden gezet, dat de buren
uit den slaap opschrikken. Enkel in Duitsch
land ondervindt men, dat, als iemand
'6 morgens om vijf uren gewekt moet wor
den, zulks geschiedt als kwam een heel regi
ment aangemarcheerd Er wordt met deu
ren geslagen, er worden met luider stem
bevelen gegeven, er wordt geschreeuwd als
ware niemand anders in huis. En dat doen
volstrekt niet enkel onbeschaafde lieden,
maar heeren, die vaak heel diepzinnig over
Plato en Sophocles en „Attische hoffelijk
heid" redekavelen.
Met genoegen zagen wij dan ook onlangs
in verschillende hotels te Berlijn in de gan
gen het verzoek aangeplakt om niet over
luid te spreken. Dat gold niet enkel de be
dienden, maar ook de gasten. Aan dezelfde
reden zijn ook zeker de dubbele deuren te
danken, die in vele groote hotels thans voor
de kamers zijn te vinden.
Zouden wij te kort doen aan onze manhaf
tigheid, als we wat minder rumoerig optra
den? Stellig niet. Laten we overal ons flink
toonen, vooral in het buitenland; maar
daarvoor is geen rumoer noodig. Die is veel
eer een gevolg van wat men onze „moreele
hemdsmouwigheid" zou kunnen noemen
d. i. de gewoonte, om overal en bij elke ge
legenheid een verkeerd begrepen gemoede
lijkheid ten toon te spreiden. Is het niet
hoog tijd, ons nationaal ideaal in dit op
zicht een beetje te herzien? Wij komen thans
met andere volken veel meer in aanraking
dan voorheen. Wij leven nu in het parket
van Europa, niet meer in het bierhuis van
jaar zooveel... En daar wordt op gelet, ver
geleken, geoordeeld... Een fiere, werkelijk
zelfbewuste beschaving maakt geen leven
om de aandacht tot zich te trekken; als
zij aanwezig is, is dat reeds voldoende om
zich te doen gelden 1"
Een dorado voor studenten.
De geneeskundige hoogeschool in de Egyp
tische hoofdstad Kairo is een dorado voor
studenten.
De Regeering verschaft daar den jonge
lieden niet alleen geheel kosteloos onderwijs
in de medische wetenschap, maar ieder stu
dent ontvangt daarenboven nog /24 per
maand als zakgeld.
Voorts vinden zij er een restaurant, waar
zij kosteloos van spijzen en dranken worden
voorzien, een sportterrein voor voetbalspel,
lawntennis, criquet, enz.kortom, zij hebben
er al wat hun hart kan begeeren.
Al die aantrekkelijkheden zijn echter min
der ter wille van de studcerende jongelin
gen dan wel tot instandhouding van de hoo
geschool uitgedacht.
Toen namelijk Egypte onder Engelsch be
stuur kwam, werd de hoogeschool, die eens
gemiddeld 200 studenten per jaar telde, na
genoeg niet meer bezocht. De Egyptenaren
zonden er hun zonea_niet meer heen-
Om de Egyptische jongelieden, die nu
voor het meerendeel buitenslands gingen
studeeren, aan te lokken tot bezoeken van
de hoogeschool te Kairo, maakte men daar
de studie zóo aangenaam als nergens elders.
Maar de proef is niet gelukt. Dc hooge
school wordt door niet veel meer dan 20
studenten bezocht, die zich in de universi
teit laten verzorgen en er meer op uit zijn
zich te laven in het restaurant dan aan de
bronnen van wetenschap, welke daar te hun
ner beschikking zijn
De Bootsman,
Naar het Engelsch).
'k Heb op aarde geleefd; lief en leed
trof mijn oog.
Maar ïk vond er geen rust dan die 't harte
bedroog.
En 'k verlang naar het bootjen, dat zachtjes
mij drijft
Voort naar Hemel sche kust, waar geen
rouw meer verblijft.
'k Heb op aarde geliefd, maar de vriend
aan mijn zij
Is reeds lang van mij ver. Zoo alleen liet
hij mij.
En ik smacht naar den bootsman, die vei
lig mij leidt
Naar mijn Hemelsch Tehuis, door Gods
liefde bereid.
k Heb op aarde g e 1 e n, meer dan ie
mand verstaat,
Soms gebroken van hart zwierf ik moe langs
de straat.
Kom, o bootsman, ik smacht naar uw
vriendlijke hand,
Die mij veilig geleidt naar het Homelscbe
strand.
Medegedeeld door J. Janssen, firmant der
firma Janssen Co., Photo-Artikelen, Leiden).
Oyer Katatypie.
De rol, welke het licht in de photogra
phic of liever in het photographisch proces
speelt, is eigenlijk niet de oorzaak der ver
schillende reacties; het bespoedigt dio reac
ties alleen zeer.
Het bewijs hiervoor ligt duidelijk in het
feit, dat dezelfde werking bij de verschil
lende lichtgevoelige materialen ook zod-
d e r 1 ichtinwerking kan voorkomen.
(Sluieren van oude platen, onoplosbaar
worden van gevoelig gemaakt Pigmentpa
pier.)
Deze „photo"-chemische werkingen tre
den dus op zonder belichting. Deze werkin
gen beginnen eigenlijk onmiddellijk, nadat
het materiaal gemaakt is. Er is echter een
zekere tijd noodig, voordat zij zoo sterk
rijn, dat mem z© kan waarnemen. Het licht
verkort dezen tijd, bespoedigt de reactie.
Wanneer men Pyrogal met een oxydafcie-
middel verbindt, bijv. Kali, dan kleurt
dit mengsel zich na e enige uren bruin.
Het resultaat der reactie is dit: Pyrogal
en oxydatiemiddel ia verfstof. De Pyrogal
wordt hierbij niet direct, maar langzamer
hand omgezet. Om nu een dergelijke reac
tie te bespoedigen, kan men „licht" gebrui
ken, natuurlijk alleen in die gevallen,
waar het lichtgevoelige materialen betreft.
Er zijn ook andere middelen. "Men ia
de meeste gevallen ook warmte gebruiken
om de reactie te bespoedigen.
Inderdaad treedt de bruinkleuring van
bovenbeschreven mengsel door verwarming
even snel op.
In dezen zin werkt bij constante tempora-
tuur de katalyse. Men bedoelt hiermede de
verandering van den tijdsduur der oxyda-
tie alleen door tegenwoordigheid eemer
stof en welke rich dus niet inmengt en
waarvan ook bij het proces niets verbruikt
wordt.
De toevoeging van eenige druppels ko-
perchloriod-oplossing bespoedigt eveneens
de bruinkleuring.
Logisch moest men dus een ckr bovenbe
schreven middelen in plaats van het licht
kunnen gebruiken voor de verkorting va®