Ingezonden. punt daaruit pikkend cn overigens gansoho- lijk zwijgend over den schakel zijner ge dachten, haar lezers ten cenenmale buiten staat laat, zijn betoog in zijn geheel te snap pen cn de waarde of onwaarde er van te bcoordeclen. In dit opzicht kan hij slechts de bescheiden hoop koesteren, dat zij alsnog zijn gcdachtengang bcknoptclijk zal willen weergeven in haar kolommen; of anders, dat cr onder haar lezers zijn, die de moeite fcicli getroosten willen, kennis te nemen van zijn geschrijf. Doch zelfs omtrent dat éénc punt heeft, tegt mr. K., naar ik waag to meencn, Dc Nederlander mij geen recht doen weder varen. Mijn betoog liep niet en behoefde niet to loopen, over de vraag, of te eenigcr tijd een wettelijke maatregel, als de thans in gevoerde, behoorde geno i ni te worden. Ton aanzien d&Arvan Bchijnt De Nederlander wer het hooid te hebben gezien mijn op merking, dat, „zoo men al lat:r nog het af nemen van het wapen (der werksta king) geraden mocht hebben geoordeeld, ilit dan toch vermeden had kunnen worden In den gistingstijd, waarin te rekenen viel met do mogelijkheid van (hetgeen zij zelve heeft genoemd) een vrceeelijk gevecht." Met die aanduiding voor dc toekomst kon ik volstaan, omdat het voor het heden aan kwam op het oordcel èn over do noodzake lijkheid én over de doelmatigheid van het ingrijpen des wetgevers op dit oogenblik. Welnu, mijn afkeurend oordeel daarover hing juist mede sarncn zelfs den opper- vlakkigen lozer kan het ni. zijn ontgaan mot mijn „oog-hebben" zoowel voor dc j,reusachtige inspanning", welke ie gevor derd om dc staking van April tc doen mis lukken, als voor dc „enorme schade, welke in die dagen voor velen geleden is". Wel verre van mijn oog hiervóór te sluiten, heb ik bij mijn overdenken van het voorgevalle ne ook daarmede gestadig Tokening gehou den. Er zou noch van het cenc noch van het andere sprake zijn geweest, indien de Rc- geering de gedragslijn had gevolgd, het ge zag hoog te houden door doeltreffende maatregelen vai. uitvoerend bewind alléén, en voorts de gemoederen lot bedaren te brengen in plaats van ze le prikkelen een gedragslijn, die zij wel overwogen, maar ten slotte helaas, verworp i heeft. Daarom staat zij naar mijn inzicht, voor haar belangrijk aandeel in dc gebeurtenis sen, verantwoordelijk zoowel voor dc scha- do als voor de inspanning, waarop De Ne derlander terecht klom logt. En daarom heeft degeen, die haar wil schoon wasschcn, aan te tooncn, dat ik in dit mijn inzicht faal. De Nederlander beantwoordt de repliek aldus: De schrijver repliceert, dat hij niet heeft willen betoogen, dat later niet een wettelijke maatregel als de thans ingevoerde behoor de genomen te worden, maar slechts dat de- zo op dit oogenblik onnoodig was. Ons antwoord ligt voor dc hand. Wanneer onder „dit oogenblik" verstaan wordt de tijdruimte, waarin én de Rogccring én de spoorwegdirecties al haar noodmaatregelen (inclusief den buitengewonen dienst der lichtingen) gereed hielden om een. eventueel uitbreidende staking te keeren, hebben wij wanneer wij althans afzien van de soh a- d c, die ook een mislukte spoorstaking mee brengt tegen dc bewering geen bezwaar. Danr het echter om allerlei reden natuurlijk van hoog belang was, dien toestand van buitengewone weerbaarheid zoo spoedig mo gelijk te doen eindigen, was dc tot-stand- kom ing der strafwet-novelle urgent. Dc heer Kerdijk kan nu wel zeggen, dat bij het inslaan van een anderen weg het uit breken ccner nieuwe spoorwegstaking voor- hands onmogelijk zou zijn geweest, of dat het nieuwe wetsartikel in zichzelf ondoelma tig is, of iets anders van dien aard. Maar al dergelijke beweringen vinden geen steun in het feit van de mislukking der Aprilsta- king. Over al dibeweringen denken wij an ders cn hebben wij onze meoning meerma len toegelicht. Wij gaan er nu op in, daar o. i. do heer Kerdijk noch in de Vragen des Tijds noch in het Sociaal Weekblad cr nieuwe argumenten voor aanvoert. Alleen het argument, dat in dc mislukte Aprilstaikng ligt besloten, hebben wij, aio van die zijne nieuw, onder de oogen gezien. En dan hebben wij erkend, dat het dit bewijst: de strafrecht-novollc was niet noodig om een spoorwegstaking te doen mislukken, zoolang Regccring en spoorweg maatschappijen op deze wijze waren toege rust; maar tevens daaraan toegevoegd, dat zulks de volstrekte no ode loosheid der novelle niet aantoont: le. omdat Regeering cn spoormaatschappij niet steeds aldus kunnen toegerust zijn; 2o. omdat ook mis lukte spoorwegstakingen moeten voorkomen worden, ter wille van de enorme schade, die ze meebrengen. De Standaard schrijft: Mr. Kor dijk hoeft nogmaals gepoogd (zie vorig Over zicht D.), do onverklaarbare houding der v r ij z 1 u n i g-d emoe raten in zake de strafwet-novelle toe te lichten. Wat hij than6 herhaalt over het feit, dat cfc staking van 9 April toch zonder do strafwetten overwonnen is, werd reeds vroe ger door ons weerlegd. Thans was do Regce- ring en waren dc directies op haar qui vivc, beschikte men over 20,000 man om alle sta tions to bezetten, en was het niet-stakend personeel er op georganiseerd om den aan val af te slaan. Hieruit tc concludecrcn tot wat later volgen zou, op een oogenblik, dat dit alles ontbrak, zal ook in het oog van den scherpzinnigcn schrijver zeiven wel even onlogisch als ongeoorloofd zijn. Maar wat thans nadere tegenspraak cischt, is zijn beweren, dat als de Regecring niet met haar strafwet-novelle were geko men, dc storm ^nzelf geluwd zou zijn en allo schade zou zijn voorkomen We nemen aan, dat dit voor korten tijd het geval zou zijn geweest. Zeker is het niet; en dc toon, waarin anarchisten en socialiston en met name JIct Volkzich uitliet neg eer do novelle was ingediend, dóet eer het tegen deel vermoeden. Maar gesteld al, dat de heer Kerdijk ten deze juist ziet, ontkennen kan 1 ij niet, dat, ook al ware er tijdelijk rust gekomen, het machtsbesef bij de heeren van het Comité ongebroken zou zijn gebleven. Dit machtsbe sef zou er hen toe geleid hebben, zich op een tweeden aanval door betero organisatie en sterking van dc weerstandslcas voor te bereiden. En bij de sterke actie voor alge meen stemrecht zou ongetwijfeld nog vóór de stembus van 1905 uitvoering gegeven rijn aan het plan, om door een spoorwegstaking overwegenden invloed uit te oefenen op de samenstelling der Tweede Kamer. Zou de heer Kerdijk, zelf strijder voor al- gomecn stemrecht, zulk een steun bij de stembus gewenscht hebben 1 We onderstellen van niet. Maar dan sta hier toch de vraag, of hij acht, dat do vrijzinnig-democraten vrij uit gaan, die aanstuurden op een tijdelijk apai- 8emcnt, dat logisch en noodzakelijkerwijs tot zulk een electorale beroering zou geleid heb ben. En dat we hier niet op gissingen afgaan, weet hij ook. Troelstra had dezen weg duidelijk in Het Volk aangewezen, on heeft zich niet ontzien in do Tweede Kamer te herhalen, dat hij daarheen stuurde. Make de heer Kerdijk dan nu zelf uit, of zijn methodp van tijdelijk apaiseeren, maar zóó, dat veel erger beroering in soci aal-pol itieken zin steeds dreigen bleef en volgen moest, door wat hij nu schreef ook maar conigcrmate goed is gepraat. De Standaard heeft twee artikelen gewijd aan de verklaring van wat men eigenlijk te verstaan heeft onder de bekende „oude p 1 u n j c". Sommigen willen daaronder ver staan het gehecle verleden van dr. Kuyper, ten minste zijn vroegere sociale denkbeel den. Dat is geheel onjuist. Alleen kan er sprake zijn van „oude plunje", waarvoor de Minister niet meer aansprakelijk wil zijn, als men donkt aan artikelen in dagbladen, meer dan 30 jaar oud. Dat dr. Kuyper's meeningen langzamer hand door evolutie op sommige punten ge wijzigd zijn, kan niemand kwalijk nemen, tc minder, daar hij nooit verzuimd heeft van dio wijzigingen konnis te geven, waar zulks behoorde. Het blad geeft dan menig citaat ten beste, waaruit blijkt, dat dr. Kuyper van 1895 en minister Kuyper van thans geheel dezelfde meeningen op sociaal gebied zijn toegedaan. Ten slotte zegt het blad: Het ploit is derhalve voldongen Op een wijze, die geen tegenspraak lijdt, is aange toond, dat er niets hoegenaamd van aan is, als zou dr. K. in 1895 een andere positie tegenover de sociaal-democratie hebben in genomen, dan thans als minister. Integendeel. Hij had, wat hij toen schreef, thans als minister kunnen voorlezen in dc Kamer, cn het effect zou hetzelfde zijn ge weest. Maar tevens blijkt uit dit ééne voorbeeld daghelder, hoe volkomen juist dr. K. als be windsman debat over zulke zaken afsneed. Zoo toch iets uit het bovenstaande duide lijk Avordt, dan is het wel dit: 1ste. Dat zulk een debat alleen mogelijk zou zijn na schrif telijke voorbereiding, gelegenheid biedend om de citaten na tc slaan cn in hun ver band te onderzoeken. En 2de, dat, bracht men dit op parlementair gebied in practijk, het Kamer-debat geheel noodeloos gerekt zou worden, cn in journalistisch gekibbel ontaarden zou. BiHijkheid vordert, naar ons wil voorko men, dat dc organen der pers, die indertijd de positie, door den Minister tegenover zijn vroegeren journalistieken arbeid ingeno men, zoo scherp over den hekel haalden, na het bovenstaande revisie van hun vonnis geven. 137sle Alycmsene Vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Lederkunde le Leiden. Heden word bier do jaariyksche vergadering van bovengenoemde Maatschappij gehouden in het Gebouw der Maatschappj tot Nut van 't Algemeen. Gisteravond te acht uren had een vergade ring der Commissie voor Geschied- en Oud heidkunde in hotzelfdo gebouw plaats, welke vorgadering geleid werd door prof. mr. S. J. Eockoma Andrem en waar liet earst het woord werd gevoerd door prof. dr. A. H. L. Hansen, hoogleeraar aan het Seminarium te Warmond, dio een redo hield over: „Hollandschoingonieurs in Italiö workzaam in de 17de eeuw." Spr. begon met op hot verscbjnsel to wijzen, dat gedurende het gansche verloop der zeventiende eeuw tal van Nederlandsche ingenieurs mot belangrjko 'ondernemingen in Italiö zjn belast. Blijkbaar was do room, welken hun vaderland toenmaals op het gebied van waterbouwkunde genoot, ook In Italiö doorgedrongen. Ook had de gesteldhoid der landstreken vrjwat over eenkomst mot die onzer lage landen. Hollan ders en VlamiDgon zien wj optreden te Ferrara, Bologna en Ravenna, om kanalen te graven of moerassen droog te leggen. Meer dere Hollanders hebben in dio eeuw ook ge tracht do Pontjnscho moorassen droog to maken, maar zonder gevolg dikwijls en ten koste van hun lovon. Belangrijk vooral is de arbeid geweest van den Amsterdammer Cornelius Moyer, die gedurendo meer dan vjf en twintig jaren in Italiö, vooral ln den Kerkeljken Staat, hoeft gewerkt. Voor zjn wonderlijken levensloop slaan ons de talrijke verzoek- en bezwaarschriften ten dionste, welke h j b j do Romoinscho Congregatie hoeft ingediend. Van meer belang nog zijn de twee folianten, wolke hj in .1685 en 1696 te Rome hoeft uitgogovon en waarin beschreven wor den zoowol de vole werken door hem ten uitvoer gebracht, als de talrijke plannen, die de vindlngrjke man niet heeft kunnen ver werkelijken. Bijna Iedere bladzijde herinnert ons, dat hior een Hollandsche ingenieur aan bet woord ls en lij] zal het wel geweest zjn, die de Italianen met zooveel geroedscbap van Hollandschon oorsprong zal bekend gemaakt hebben, als nog lieden door hen wordt ge bruikt. Bovendien zjn de folianten ook be langrijk oei (b achooaê prenten welko stadsgezichten en landschappen van Italiö weergevon. Ook twee Hollandsèho graveurs hebben daartoe hun bijdragen geloverd. Den gezamenljkon arboid onzer ingeniours in Italiö gedurende de 17de eouw overziende, kwam spr. tot het besluit, dat zij de eer van ons goudon tijdvak ook daar gehandhaafd hebben. Nadat de Voorzitter don spreker voor zUn belangrjko verhandeling had dank gozegd, gaf hj het woord aan mr. J. A. Feith to Groningen, die een voordracht hiold over .Contracten van Correspondentie in Stad en Landcw" Vooropstellende, dat in het bekende work van De Witte van Citters over de con tracten van corrospondoDtio het Noorden des lands zoo good als niet wordt behandeld, boBprak hj die contracten in Stad on Lande, waarvan in den laat sten tjd, door do depo neering van onderscheiden familiearchieven in liet rjksarchief-depot te Groningen, velen aan het licht zijn gokomen. Na de redenen te hebben medegedeeld, waarom z. 1. derge lijke contracton in do stad Groningen, in afwjklng van bijna alle andere steden der Republiek, niet voorkomen, stond spr. uit- uitvoerig stil bj den handel en ambten der Ommelander ZjlvesterlJen, der rogeerlng van de Ommelanden en der regoering van de provincie en van do Republiek, voor zooyerro de Ommolanden daarin te zeggen haddon. Uit een groot aantal dergelijke contracten, meeren- deels tusachen 1650 en 1750 gesloten, worden kenschetsende zinsneden aangehaald, terwijl uit staatbooken en quitantiön cijfers werden vermeld, om aan to geven don omvang, welken het ambtsbejag in de Ommelanden had ver kregen. Sommige heeren hadden zelfs hun eigen advocaten en ontvangers om de ingewikkelde administratie, uit den handel in ambten voort vloeiende, te voeren. Na te hebben medogedeeld, wolke zwakke maatregelen en niet opgevolgde verbodsbepalingen tegen deze corruptie zijn aangewend en welke de redenon zjn geweest, dat geene vervolgingen In dezen zjn iugestold, werd de opheifing dor contracten van corres pondentie ln 6tad en lande ten gevolgo der doeltreffende bepalingen van het Reglement Reformatoir van 1749 besproken. Ton slotte trachtte spr. zich te plaatsen ln het miliou, do Ijdsomstandighodon en don gedachtengang der Ommelanderjonkers, om van uit dat standpunt beschouwd het meer of minder geoorloofde der contracten te be- oordeelen. Spr. mosndo, dat uit een overdreven solidariteitsbegrip bj een enkele klasse der maatschapp j, nlot minder dan in onze dagen, do contracten van correspondentie zjn geboren. Nadat do voorzittor ook mr. Feith den dank der vergadering ovorgebracht had, werd deze avondbjeenkomst gesloten. Hedenvoormiddag om elf uron werd de algemeeno vergadering gehouden. Do voorzitter, prof. dr. A. E. J. Holwerda, riep den aanwezigen oen harteljk welkom toe. Hj sprak er van, dat er wol zjn, dio aan het nut van een genootschap als dal van Lotterkundo twjfelen, doch ten onrechte. Dio bedillers dor "Maatschappij hebben klaarblUkel jk het eerste artikel van haar wet niet gelezen. Zj vinden het belacheljk, dat men in liet belang van do letterkunde een voreoniging 6ticht, omdat ze zich nlot in oen gezelschap laat beoefenen. In genoemd artikel dor wet wordt hot doel aldus omschreven: dat men zich vooretolt de Nederlandsche Taal- en Lettor-, Geschied- en Oudheidkunde te beoefenen, een zaak, waar voor hot zeer verstandig is een genootschap te stichten. Ook do bewering, dat bj alles slechts bevrediging van jdelheid gezocht wordt, Is geheel onjuist; do levensboriebten zjn ten hoogste nuttig om hot nageslacht op de hoogte van ons streven en werken to stellen. Het is oen ziekeiyk gewichtig doen, een ziokel jk hechten aan den eigen porsooi, dio aan gelegenheden als dezo zoo zwaar doet opnemen. Het ls oen kwaal van onzen tjd, dat men zich zoo verdiept in hot eigen ik en hot zoo hoogst gowlchtig acht, welko houding men zelf tegen over allerlei zaken dezer wereld zal aannemen. Wj zjn in dit opzicht er niet op vooruit gegaan. Do frisscho, onbevangen levenszin was steeds een echt kenmerk vandenNedor- landschen stam. Er ls een dichter en scbrjver van ons heengegaan, die voor onze taal- en lottorkundo een booge betoekenis had, juist omdat li j die gezonde, echt Hollandsche levens opvatting in zoo hooge mato huldigde, het Eerelid onzer Maatschappj, Nicolaas Beets, Hildebrand, aan wion onze taal voor een goed deel haar levendigheid en beweegljkheid dankt. Verder herdacht spreker allo in het afgo- loopon jaar gestorven medeleden, o. a. de beroemde ingenieurs Caland on Conrad, den staatsraad Hubrocht, Dr. Schaepman, Dr. Pleyte, den Leidscliou burgemeester Was, generaal Netschor. Overigons was hot go- nootschapsjaar gelukkig. De maandeljk6che vergadorlngen werden met opgewektheid be zocht, met de uitgaron werd ilink vooruitge gaan Tan de verrichtingen der Maatschappj gaf spreker aldus een kort overzicht en hj vermeldde de lieugljke gebeurtenis, dat Dr. S. G. do Vries voor Leiden en de Maatschappj bobouden bleef. Na nog in korte trekken aan het drama, in Zuid-Afrika afgespeeld, te hebben herinnerd, eindigde spr. mot een opwekking ten slotte om veel in hst belang der Maatschappj te doen, haar ook goldoljk to steunon zUn rode en verklaarde li j de vergadering goopend. Daarna gaf hj bet woord aan den secre taris dr. S. G. de Vries tot het uitbrengen van het jaarverslag. Na aan het vorlies van het eerelid dr. Beets, van 23 gewone en 4 buitenlandsche leden te liobben herinnerd, maakte hot verslag melding van een legaat van f 500, door generaal Netscher aan de Maatschappj vermaakt, voorts dat Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden het buiten gewoon eere lidmaatschap der Maatschappj had aanvaard. De commissie voor Taal- en Letterkunde gaf vier herdrukken uit van eenige merkwaardige Volksboeken. Ook ver scheen reoda het eerste deel der Nederland- sche-Marla legenden, beworkt door dr. De Vooys to A^sseii. Dit verslag werd evenals dat van don Bibliothecaris, den hoer L. D. Petit, onder dankbetuiging goedgekeurd, wat ook geschiedde met de verslagen der commissie voor Taai en Letterkunde en dor commissie voor Geschied en Oudheidkunde. Eveneens word goedgokourd de rekening en verantwoording over bet afge- loopen jaar, uitgebracht door den penning meester dr. F, G. Kramp. Na de benoeming der nieuwe leden (zie het Eerste Blad) werd pauze gehouden. De Lcon-regeling bij de Gemeente-reiniging. Mijnheer de Redacteur 1 Mocht er ln uwe kolommen voor het vol gende plaats zjn, dan wenschte lk gaarne van uwe gaatvrjheld gebruik te maken. De beschouwingen over de Reiniging der Gemeente volgende, stond ik eenigen tjd stil bj de regeling der loonen van de vuilnis- Heden en vond daarin beweerd, dat, om als vuilnisman een eenigszlns menschwaardig bestaan te leiden, daartoe noodig was als minimumloon 12 ets. per uur en dat dit bj oen arbeidsduur van 66 uren per vreek f 7 92 besomt. Bj bet toen ter tjd optreden der propagan disten voor socialistische en anarchistische beginselen werd het Iood der vuilnislieden op de markt in het openbaar besproken en naar aanleiding van dien stelde ik op verzoek der vuilnislieden een onderzook in en kwam tot de volgende conclusiên: lo. dat de vuilnisman oen va6t loon van f 4.50 a 5 geniet; 2o. dat daarbj komt een variöerendo som aan bj verdienste, bestaande ln hetgeen zj ln den vuilnisbak (juist geen bewaarplaats van preciosa) vinden, en 3o. dat dezo twee bedragen nogal een bo- duidend verschil maken met hel voorgesteldo minimumloon. Zoodat b j nader m j toegekomen gegevens, voor den vuilnisman, de bevestiging van het minimumloon ad f 7.92 voor hem en zjn gezin eon beduidenden achteruitgang zou ten gevolge bobben. Het komt rnj daarom raadzaam voor, het aan de te benoomen Commissie voor een nieuwe pachtovereenkomst, de regeling van het loon dor vuiluisliëflén over te laten on niet met verkoordo berekeningen dezo vooruit to loopen, daar deze Commissie zeer zeker rekening zal houden met de tegenwoordige verdiensten en den aard der werkzaamheden van de vuilnislieden en 2ich bereid zal toonon ook den vuilnisman in dezo voor hem zoo baJangrjke regeling to hooren. Uw dankzeggende, M. de R., Hoogachtend, Uw dr. J. L. B. Geachte RedactieI Mag ik naar aanleiding van hot ingezonden stukje van den heer Cahen, u plaatsing vragen voor het volgende? Niet zonder ergernis is liior dit ingezonden stuk gelezen. Do Leidschendam is geon ongastvrje ge meente en hoefe do vreemdelingen, die iiicr bj duizenden reeds kwamen, hotzj por hots, hetzj per rjluig, hetzj per schaats, steeds gastvrj ontvangen, 't ls immers in haai eigen belang l Maar als op Zondag-middag do publieke wandelweg, zonder toestemminggebruikt wordt door een troepje fietsers, om er oen wedstrijd op to houden, en in hun dollen gang allo wandelaars noodzaken in het gras uit to w jken en dus elk oogonblik oen ongeluk kan gebeuren, is het niet to verwonderen, dat door het publiek gemopperd wordt en wanneer dan personen aangereden worden, zou ik wel eens willen weten, in welke gemeente zoo iets niet zonder standjes afloopt. De gemoederen worden warm, van beide kanten windt men zich op en als er slagen vallen, is het niet de schuld van het publiek, maar van die flet8rjders, die denken, dat de publieke wandel weg voor hun dolle, onzinnige sportliefheb berjon alloen gebruikt mag worden. Zou de heer Cahen meenon, dat de Leidenaars het goed zouden vinden, wanneer een troepje fietsers pleizier hadden Zondags middags tusscheo 12 en 4 uren even buiten de voormalige Rjusburgerpoort een wedstrjd te houden, zonder dat die weg, na autorisatie, was afgezet? Niemand mag zjn eigen rechter wezen, en daarom is het niet goed te keuren, maar dat die ontevredenhoid zich ten laatste uitte in handlasteljkheden, is te verklaron. Inlusschou, van het gebeurde is proces verbaal opgemaakt, en de rechter zal wol uitmaken, wio hier do schuldigen zjn. Nog een kleine opmerking. Die geen fiets pet draagt, is in de oogon van don heer Cahen een boer. Dit is net zoo min waar, als dat o'.k, die een fietspet draagt, een heer is, die zich tegenover hot wandelend publiok als oen welopgevoed mensch weet te gedragen, maar wat wèl bovenal waar is, is, dat ieder vreem deling, hetzj met, hetzj zonder fiots hier aan den Leidschendam veilig is. U b j voorbaat dankende M jnhoer de Redac teur, bljf ik met hoogachting, Leidschendam, Uw dw. Dienaar, 8 Juni 1903. G. P. Loebèr. [Door de plaatsing van het bovenstaande, is opneming van een ander, oDgeteekend Ingezonden stuk, over hetzelfde onderwerp, overbodig geworden. Red. L. D.J Trouwplannen Haarlemmermeer. De Raad dor gemeente Uithoorn besloot in zake de tramplannen door Haarlemmermeer c.a. te verleonen een renteloos voorschot van f 15,000 voor 40 jaar. Lichting 0902. Naar het „Hbl." verneemt, zal ook het buitengewoon verblijf onder de wapenen dor liebting 1902 gelden voor een periode her halingsoefeningen van 35 dagen. Alg. Ned. Werklieden-Verbond. Aan alle afdeelingen van het Alg. Ned. "YVerklieden-Yerbond is de volgende circu laire verzonden, die ook ter kennis van het centraal-bestuur is gebracht. Aan de afdeelingen van het Algemeen No- derlandsch Wcrklicden-Yerbond, die op dc laatstgehouden Jaarvergadering, 1 Juni jl., gestemd hebben tegen, het voor- stel-UtrechtHet Verbond plaatse zich op Vrijzinnig-Democratisch standpunt. En aan alle overige afdeelingen. Bondsbroeders 1 1 Dc commissie, benoemd op de bijeenkomst van de afgevaardigden, welke hebben ge stemd tegen hot voorstel-Utrecht, geeft u het volgende in ernstige overweging. Het besluit van dc jaarvergadering, ge houden te Rotterdam 31 Mei en 1 Juni 1903, heeft het Verbond geplaatst op een stand punt, waardoor vele werklieden, nu bij het Verbond aangesloten, daarbij niet aangeslo ten kunnen blijven cn anderen zich in de toekomst daarbij niet kunnen aansluiten. Thans kan geen werkman lid van ons Verbond zijn, of hij moet vrijzinnig-demo craat zijn en blijven. Door dat besluit zijn veel afdeelingen en ook leden van vele afdeelingen van ons Ver bond uitgestootcn of afgesneden. Wij achten dit besluit een ramp voor ons Verbond. En dat wij in deze meening niet alleen staan blijkt daaruit, dat dit besluit slechts met 2, zegge twee, stemmen meerderheid is aangenomen. Bovendien achten vele van onze Verbonds leden, dio zelf vrijzinnig-democraat zijn, dit besluit noodlottig voor de kracht van ons Verbond. Was de naam: vrijzinnig vooruitstrevend en de beginselverklaring der commissie overgenomen, dan stond het Verbond op een veel ruimer politiek standpunt cn was dc verdeeldheid en de uitsluiting niet geko men. Dan bleef in ons Verbond de deur open voor elk vooruitstrevend vrijzinnig werkman, die het ernstig met de belangen, der arbeiders meent. Wij kunnen ons bij liet besluit: Het Ver breid plaatse zich op vrijzinnig-democra tisch standpunt niet neerleggen en wel in het belang van liet Verbond zelf. Wij willen niet tal van degelijke Ver bondsmannen, die i-.i vrijzinnig-democra tisch program niet geheel kunnen onder schrijven, uitsluiten. Wij will.a een groe i Verbond, met mim- to voor velen. Daarom noodigen wij u uit deze quaestie spoedig in uwe afdeeling te- óverwegen. Wij stollen u voor onmiddellijk een afdee- lingsvergadering uit t^ schrijven, en daarin het volgende punt afdoende te behandelen, en te besluiten, ds,fc gij met ons instemt, da/b het Algemeen Nederlandsch Werklieden- Verbond als grondslag neomt het voorstcl- Rottcrdam, hetwelk luidt als volgt: „Dc vrijzinnige vooruitstrevende richting op staatkundig cn maatschappelijk gebied, is de grondslag van het Algemeen Neder- 1 ndfich Werklieden-Verbond." H,oudt spoedig een vergadering, zendt de commissie vóór 16 Juni van. den uitslag be richt, hetzij vóór of tegen, mei vermelding van liet ledental uwer afdeeling, «aan den heer C. H. Donker, Goudschestraat 24, Rot terdam. Scheidt u niet af van het Alg. Ned. Werk- liodcn-Vorbond, voordat u van ons nader bericht hebt ontvangen. Het belang van hef bolioud an het Verbond gaat boven alles. Dc commissie voornoemd, Th. DE ROT, Rotterdam. J. VAN AS Jr., H. C. P DE GROOT, A. OLIE MANS, Kralingen. G. W. SNEL, Schiedam. Rotterdam, 7 Juni 1903. ALFEN. Bovnllon: C. G. van Doldor geb* Heemrood Z. If. Goudkuil gob. Van RooiD. F. van der Zwan geb. Van Staalduinen D. C. van der Meer geb. Bontokoe levenl. Z. K. M. van der Stoel gob Van Oramering levenl. Z. Overleden: E. van der Wagt D. 6 d. BODEGRAVEN. Bevallen: M. J. Bosman geb. Van Wijngaarden D. T. van den Berg geb. Beklcer D. L. Zaal geb. v. d. Lngomaat D. E. A. Moons geb. Van Wijk D. O. Uit- tenbogaard geb. Moerman Z. G. Nederhoff geb. Ouwendrjk Z, A. Gelderblom geb. Van Duyn Z. Overledon: L. van Loeuwen 17 j. A. KleiD, echtg. van H. Slappendel, 75 j. IIAZERSWOUDIO. Bevallen:'!1. Nahon geb. Bodegraven D. H. Konwenhoven geb. Bakker Z. A. v. d. Werf geb. Voskuil Z. M.Peters geb. Groen Z. P. A. Loomnns gob. Opdam D. M. v. d. Haven gob. Helmus D. J. M. Kraan geb. v. Opdarp L). A. T. Boling gob. Dobbe van Bergen Z. M. v. d. Zwaan geb. v. d. Derg D. A. Slootweg geb. BI ijl even Z. G. W. v. Klaveren gob. Karreman D. D. Vcrduijn geb. v. Sovenlioven levenl. D. Overleden: J. Vos D. 6 m. A. Spronk, eebtg. vau J. Hulswijk, 84 j. M. van Hens- bergen, wed, van A. Weijtman, 86 j.G. Ver we wed. D. Broer, 79 j. C. de Booy Z. 2 j. A. Quartol, wed. J. Dekker, 82 j. E. Brobbel Dorsman Z. 14 j. J. C. Cok, echtg. van Ca. Blonk, 61 j. M. J. Weaselingb D. 3 j. Gehuwd: K. Verheul jm. 24 j. en A. Ovor- gaauw jd. 27 j. A. J. kerkvliet jm 27 j. enl Th. v. Meurs jd. 24 j. K. van Rijssel jm. 29' j. on W. v. Elsw'jjk jd. 21 KOUDEKERK. Bevallen: E. do Jong geb. Zandbergen D. J. Kraan geb. Van Klayeren Z. A. E. van Durik geb. Wientje3 Z. NIEUWKOOP. Bevallen: J. van Poolgeest teb. Kranenburg D. J. M. Wolfenbuttel geb. oniug9 D. C. v. d. Voort geb. v. Vliet Z. A- do Beer geb. Albers D. Th. Beuk geb. y. d. Wenden 2 D. Overleden: A. Twaalfhovon, echtg, van G. Tijsterman, 49 j. C. Schellingerhout jm. 53 j. RIJNZATERWOUDE. B o vall e n: L. C. EU- geest, echtg. van H. Buurman, D. O verlcdeo: W. A. v. d. Zwan 16 m. TER-AAR. Overleden: C. Fransen D. 20 m. N. van Leeuwen D. 14 j. 33ex*icliteri over Hijnlaad's boezem, gedurende de week van 31 Mei 6 Juni 1903. Blanl ran den boezeoi to LeldoD. Idem lo Onde-Woteriag Working dor stoomgemalen Watorloozlng lange natuurleken ttoj. Walerinlaliug Regonvfci in Mm, 31 Moi 1 Jnnl 2 Juni 3 Juni 4 Jnni 5 Juni 6 Juni 60 50 57 57 58 59 59 om.A.P, 60 60 59 69 5) 53 69 cm.A.P« Spaaroda^i 13 J., Htilf to,- u„ Goudi u., u. cLuxaraóam u«, Half.ts.' u„ üoiiH 22 u„ Rtilarjk 6l/i a. Door do ^lais le Üoa-la 141

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 6