Officieels Kennisgeving.
De Burgemeester en Wethouder® ven Lelden
doen te weten, dat door den Raad dtor ge
meente in xUne vergadering van den Maten
April 1903 is vastgesteld da volgende veror
dening
VERORDENING
op hef gebruik van hef Open*
baar Slachthuis.
L
Algemeen* bepalingen.
Artikel 1.
Onder Openbaar Slachthuis wordt ver
staan:
het terrein gelegen aan den Maresinged en
de Pasteurstraat, kadastraal bekend Ge-
r-cente Leiden, Sectie K, nummen 151, 153,
924, 927, 1043 en 1019, met de zich daarop be
vindende gehouwen en inrichtingen, met uit
sondering van de woningen-
Onder vee, onder vleesch en onder 'versch
'vleesch, datgene, wat daaronder verstaan
wordt in artikel 1 der "Verordening op don
Invoer, het vervoer, den doorvoer, de keu
ring van vee en vleesch en 'den handel in
vleesch in de gemeente Leiden*
Art. 2.
De zorg voor de orde cn veiligheid op het
Openbaar Slachthuis, de handhaving dezer
Verordening cn het opsporen van overtredin
gen daarvan wordt, behalve aan de amb
tenaren der gemeente-poli tie, opgedragen
aan den directour, den keu rings-veearts, te
vens adjunct-directeur, do keurmeester-op
zichters en den. portier van liet Openhaar
Slachthuis.
Art. 3.
Het Openbaar Slachthuis is, bohalve op
Zondag, den Goeden Vrijdag, den 2den
Paaschdag, den Hemelvaartsdag, den 2den
•Pinksterdag, de Kerstdagen en den Nieuw
jaarsdag, geopend:
a. tot het aanvoeren cn ten onderzoek
aanbieden van vee dagelijks:
van 1 April tot 1 October van des morgens
0 uur tot des namiddags 1 uur en van des
namiddags 3 tot 6 1/2 uur;
van 1 October t-ot 1 April van des morgens
7 tot des namiddags 1 unr en des namiddags
van 3 tot 61/2 uur;
b. tot het slachten van vee op Maandag
Dinsdag, Woensdag en Donderdag:
van 1 April tot 1 October van 6 uur des
morgens tot 1 uur des namiddags cn des na
middags van 3 tot 7 uur
van 1 October tot 1 April van 7 uur des
morgens tot 1 uur des namiddags en van des
namiddags 3 tot 7 uur;
op Vrijdag:
van 1 April tot 1 October van 6 uur des
morgens tot 2 uur des namiddags en van
des namiddags 3 tot 8 uur;
van 1 October tot 1 April van 7 uur des
morgens tot 2 uur des namiddags en van
des namiddags 3 tot 7 1/2 uur;
op Zaterdag
van 1 April tot 1 October van 6 uur des
morgens tot 1 uur des namiddags;
van 1 October tot 1 April van 7 uur des
morgens tot 1 uur des namiddags;
bovendien gedurende ten hoogste 2 uren,
nadat dc Sabbat is geëindigd cn op Israe
li etische feestdagen, niet vallende op een der
dagen in den aanhef van dit artikel ge
noemd, gedurende ten hoogste 2 uren, nadat
de feestdag geëindigd is, ten behoeve van
Israëlietischo vleeschverkoopcrs, die door den
Opperrabbijn van liet ressort 's-Gravenhage
gemachtigd zijn naar Israëlietischo ritus te
dachten, en van die bevoegdheid den Direc
teur kennis gegeven hebben;
c. tot het afhalen van vleesch uit de
slachthallen
dagelijks van 1 April tot 1 October van 6
tot 9 uur des morgens;
van 1 October tot-1 April van 7 bot 9 uur
des morgens;
bovendien op de uren van den dag, ge
noemd in artikel 53, waarop gedurende de
koelperiode het koelhuis is geopend.
Volgen de Kerstdagen cn een Zondag op
elkander, dan is op den tweeden Kerstdag
het Slachthuis geopend:
voor het onder litt. a genoemde doeleinde
des morgens van 8 tot 9 uur;
voor dc doeleinden genoemd onder litt. b
en c van 8 tot 10 uur.
Voorts is het Openbaar Slachthuis
geopend:
d. tot hel verrichten van noodelach-
'tingen.
te allen tijde; gedurende de uren, waarop
het voor het slachten van vee gesloten is,
echter slechts dan, wanneer door den belang
hebbende een uur vooraf aan den portier
kennis gegeven is.
e. tot andere doeleinden:
op door den Directeur te bepalen tijden-
Art. 4-
Onvorminderd het bepaalde bij art. 138
van het Wetboek van Strafrecht, is het ver
boden zich op liet Openbaar Slachthnis to
bevinden zonder vergunning van den Direc
teur.
Art-. 5.
Ieder, die zich op het Openbaar Slacht
huis bevindt, is verplicht de bevelen, door
of vanwege den Directeur gegeven, op te
volgen.
Art. 6.
Het is verboden op het Openbaar Slacht
huis dc orde te verstoren.
Art. 7.
Het is verboden op het Openbaar Slacht
huis:
a. sterken drank te hebben of te brengen
of zonder vergunning van <l©a Directeur
andere dranken, te hebben of te brengen;
k bondon te brengen, anders dan gespan
nen roor een voertuig en behoorlijk gemuil
band;
aanwezige honden los te laten loop en;
d. «ich met een brandende pijp, sigaar of
cigarette te bevinden in de slachthallen, stel
len, het voorkoelhuis, koelhuis, do darm-
wasscherij, do magazijnen en bergplaatsen,
of op oenige andere wijze brandgevaar to
veroorzaken;
gebouwen, muren, schuttingen, deu
ren, privaten of urinoirs to bevuilen, daar
op aan te plakken, te schrijven of te teeke
nen of daarin spijkera of haken te slaan;
f. vuil, mest, papier of afval op andere
óeax de daartoe bestemde plaatsen te storten
g. het terrein langs anderen weg to be
treden of te verlaten dan door den hoofd
ingang, tenzij de Directeur daartoe vergun
ning verleend heeft.
Art. 8.
Het is aan hiertoe niet-bevoegden ver
boden:
o. waterleidingkranen langer te laten
openstaan dan noodig is
b. water uit de waterleidingen te gebrui
ken voor andere doeleinden dan waarvoor
het bestemd is;
e. kranen voor stoom- cn gasleidingen
aan te raken, te openen of te sluiten
d. dectrische geleidingen en lampen
aan te raken;
e. vensters en ventilatoren to openen of
te sluiten;
verstoppingen van kolken, riolen of
afvoerbuizen te veroorzaken-.
Art. 9.
Het is verboden zich op andere plaatsen
te kleeden of to wasschen dan in de kleed-,
wasoh- of badkamers.
Art. 10.
Het is verboden het personeel van het
slachthuis fooien aan te bieden of te geven.
Art. 11.
Do toegang tot de machinekamer, het ke
telhuis, de ijsfabriek, het laboratorium, den
stal voor proefdieren en het schaftlokaal
der werklieden is aan niet-beambten van het
slachthuis verboden.
De weegloodsen, de stal en do slachthal
voor ziek vee, het keurlokaal, de keurloods,
de stallen voor vee, do ijsbergplaats en de
vleeschvorkoopruimto mogen slechts betre
den worden door hen, dio op dat oogenblik
daar werkzaamheden hebben te verrichten.
Nict-beambten van het Openhaar Slacht
huis hebben slechts toegang tot het gedeelte
van het administratiegebouw, dat ten be
hoeve van het doen van kennisgevingen en
de storting van gelden voor de gebruikors
is opengesteld.
Do toegang tot het koelhuis cn het voor-
koelhuis is slechte, geoorloofd naar de be
palingen en gedurende de uren, daarvoor
vastgesteld.
Het gebruik van de kamer der slagcrspa-
t noons is den slagersgezellen verboden.
Art. 12.
Op het Openbaar Slachthuis mogen geen
dieren, voorwerpen of stoffen worden aan
gevoerd, welke naar het oordeel van den Di
recteur daar niet aanwezig mogen zijn.
Zijn zulke dieren, voorwerpen of stoffen
aanwezig of zijn dieren, voorwerpen of
stoffen aanwezig op plaateen of in lokalen,
waar zy naar het oordeel van den Directeur
niet mogen zijn, dan moeben zij op do eerste
aanmaning door den eigenaar of door hem,
die zo heeft binnengebracht, verwijderd
wonden.
Overigais moeten binnengebrachte voor
werpen en stoffen terstond op de daarvoor
bestemde plaatsen worden opgeborgen.
Art. 13.
Zij, die voorwerpen van welken aard ook,
geschikt voor verpakking of bergplaats, on
verschillig voor welk doel, op het Openbaar
Slachthuis voorhanden hebben, rijn ver
plicht dio te openen en daarvan het onder
zoek toe te laten, zoodra dit door of van-
weg© den Directeur wordt verlangd.
Dezelfde verplichting geldt voor de eige
naars of geleiders van wagens.
Art. 14.
Op het Openbaar Slachthuis gevonden
voorwerpen moeten dadelijk aan de opzich
ters, den portier of ten bureele overhan
digd of afgegeven worden.
Art. 15.
Mot paarden', ezels, muildieren of muil
ezels bespannen wagens mogen op het Open
baar Slachthuis slechte zoolang verblijven,
als noodig is voor op- of afladen.
Overigens moeten de dieren bovenbedoeld
onmiddellijk afgespannen en in de voor bon
bestemde stallen geplaatst, en de wagons in!
de daarvoor bestemde wagenbergplaats ge
zet worden.
Worden met de genoemde dieren bespan
nen wagens alleen gebruikt voor het ter
keuring aanbieden van ingevoerd vleesch
dan behoeft niet te worden afgespannen,
tenzij de Directeur dit noodig acht.
Met honden bespannen wagens worden op
bet terrein slechte toegelaten, indien daar
mede wordt aangevoerd vee of ter keuring
aan te bieden vleesch.
Na het afladen van het vee of de keuring
van het vleeech moeten zij onmiddellijk het
Slachthuis verlaten.
Echter kan de Directeur toestaan, dat mefc
honden bespannen wagens voor andore
dode inden op het terrein worden toegelaten
of aldaar verblijven, indien de geleiders
zorgdragen, dat de honden zich rustig hou
den, of indien een gelegenheid kan worden
gevonden om afgespannen honden vast te
leggen.
Het afspannen en het vastleggen' moet in
dit geval dadelijk geschieden.
Do wagens moeten op de door of namen®
den Directeur aan te wijzen plaatsen worden
gezet.
Niet bespannen wagens moeten, tenzij zij
worden geladen, ontladen of dienen voor hot
aanvoeren en onmiddellijk na de keuring
wegvoeren van ter keuring aangeboden
vleesch dadelijk in de wagenbergplaats ge
plaatst worden.
Rijwielen moeten aanstonds op de daar
voor aangewezen plaats in de wagenberg-
plaats worden ondergebracht.
Hot is verboden op het Openbaar Slacht
huis met zwcepen te klappen of anders dan
stapvoets to rijden.
Wagens, rijwielen, honden, niet tor slach
ting bestemde paarden, ezels, muildieren en
muilezels mogen niet op het Slachthuis aan
wezig zijn in de uren, waarop het grsloten
is, tenzij met bijzondere vergunning van
den Directeur.
'Art. 16.
Bij het plaatsen van wagens in do wagen-
bergplaats of op andere plaatsen en bij het
af- en aanrijden mooton de bevelen of voor
schriften, door of vanwege don Directeur
gegeven, worden opgevolgd.
Art. 17.
Vee wordt niet op het terrein toegelaten,
dan nadat do portier een schriftelijk bewijs
van toegang heeft afgegeven.
Dit schriftelijk bewijs moet worden over
handigd aan den keurmeester-opzichter, be
last met do keuring en het onderzoek van
het vee vóór de slachting.
De keuring of het onderzoek van vee ge
schiedt niet, dan nadat het daarvoor ver-
sohuldigdo bodrag op dc daarvoor bcstemdo
plaats is voldaan en het desbotroffondo be
wijs aan den met het onderzoek bolasten be
ambte is vertoond geworden.
Het is verboden do ter slachting bestemde
dieren in dc stallen of slachthallen te bren
gen, voordat de daarvoor verschuldigdo
slacht-, keur- of onderzoeksgelden op de
daarvoor aangewezen plaats zijn betaald en
voordat zij voorzien zijn geworden van een
of meer merken dor keuring voor do slach
ting.
De dieren, bestemd om geslacht fco worden,
moeten na de keuring onmiddellijk in do
stallen worden geplaatst of in de slaohtkal-
len geslacht.
Een bowijs, dat heb verschuldigde recht
is betaald, moet aan den stalknecht ver
toond worden vóór de plaatsing in de stal
len en vóór het dachten aan den keurmees
ter-opzichter worden afgegeven.
Het is varboden op het Openbaar Slacht
huis aanwezige, ter slachting bestemde of
ton onderzoek aangeboden dieren, weder
weg te voeren, zonder voorkennis van den
Directeur, en, voor zoover de Verordening
op den invoer, het vervoer, den doorvoer en
de keuring van vee en vleesch in de gemeen
te Leiden, dit voorschrijft, zonder diens ver
gunning.
Art. ia
Dieren, wolko door het vervoer zeer ver
moeid rijn, mogen niet dadelijk geslacht
worden, maar moeten vooraf gedurende
eenigen tijd, door den Directeur te bepalen,
in dc stallen uitrusten.
Art 10.
sonen moeten de werkgevers daarvan onmid
dellijk ten kantore van den Directeur ken
nis geven.
Personen, die op het Openbaar Slachthuis
verschijnen, zonder dat te hunnen opzichte
do in do eerste en tweede lid bedoolde bepa
lingen zijn opgevolgd, zijn vorplicht op de
eerste aanmaning van don Directeur het ter
rein te verlaten en kunnen zoo noodig daar
van verwijderd worden.
Art. 21
Dc Directeur is bevoegd aan hen, die op
het Openbaar Slachthuis eenig bedrijf uit
oefenen en aan de personen, die bij hen in
dienst rijn, den toegang tot die inriohting te
weigeren.
Hij geeft daarvan onmiddellijk kennis aan
Burgemeester en Wethouders met opgaaf
van de redenen van weigering voor ieder
persoonlijk.
Burgemeester cn Wethouders rijn bevoegd
aan do in het eerste lid bedoelde personen
den toegang tot het Slachthuis voor bepaal
den tijd to ontzeggen.
Art-. 25-
Onverminderd de bij artikel 60 op do over
treding van de bepalingen dezer verorde
ning gestolde straffen, is do Direoteur be
voegd, indien hom dit in het belang van don
dienst gowenscht voorkomt, den overtreder
v. het Openbaar Slachthuis te verwijderen.
IT.
Bepalingen op het plaatsen van vee
in de stallen.
Art. 26.
Onverminderd Het bij do artikelen ltf en
17 bepaaldo is het verboden vee in do stallen
te plaatsen zonder do daartoe door of van
wego don Directeur gegeven vergunning.
Do dieren mogen op geen andere plaats
dan op do aangewezene worden gestald.
Arts 27.
Eenhoevige dieren en runderen, met uit
zondering van kalveren, moeten in do stallen
aan do daarvoor bcstemdo ringen worden
vastgezet; do eigenaars dragen echter zorg,
dat eenhoevige dieren van een halster en
runderen van een halster of koptouw voor
zien blijven, alles zoo, dat in goval van brand
de dieren onmiddellijk weggevoerd kunnen
worden.
Art. 28.
Tenzij dc eigenaar het tegondeel verlangt,
worden na aankomst op de stallen do ossen,
stieren, koeion, graskalveron, schapen, bok
ken, geiten, paarden, ezels, muilezels en
muildioren met hooi do vette cn nuchtere
kalveren met zoete melk, do varkens met
maïs of andere graDen of van granen af
komstige voedingsmiddelen, door den Direc
teur aan te geven, gevoederd.
Indien vee langer dan 24 uren zonder
voedsel heeft gestaan, wordt het daarna da
gelijks gevoederd.
Het voederen geschiedt uitsluitend vanwe
ge do gemeente, tegen betaling van de daar
voor vastgestelde rechten door den eigenaar.
De Directeur kan toestaan, dat den dieren
boven het gewone rantsoen nog ander voed
sel, door do eigenaars geleverd, verstrekt
wordt.
Do in do stallen verkregen melk wordt
niet aan do eigenaars van het vee afgegeven,
doch behoort aan do gemeente.
tigd aan ringon, welke zich in den vloer of
aan den wand der slachthallen bevinden.,
Het is verboden met bet slachten van kal
veren, schapen, bokken of geiten aan te van
gen, vóórdat deze dieren op de daarvoor be
stemde slachtbanken zijn gelegd.
Het is vorboden aan het slachtvee cenigo
verdere handeling to verrichten, vóórdat do
dood duidelijk zichtbaar ingetreden is.
Art. 34.
Voor het slachten naar Israclictischeu ri
tus gelden do ■volgende bepalingen:
lo. het afsnijden van don hals mag
"hts geschieden door den door don Opper
rabbijn daarvoor aengestelden persoon;
2o. het nederleggcn van ossen, stieren en
koeien mag slechts geschieden:
a. door middol van do windtocstcllcu on
zoo snol mogelijk;
b. door ten minste drio personen, van wio
do een den kop, door middel van een touw,
dat door den ring in den vloer gaat, naar
den bodem trekt, do tweede hot dier aan den
staart vasthoudt cn het naar tor zijde trekt
en do derde het windtoestel bedient;
c. niet anders dan in tegenwoordigheid
van den ritueelon inspecteur, die onmiddel
lijk na het nederleggcn tot de halssnede over
gaat;
3.o niet slechte godurendo het snijden,
maar ook godurendo den ganschen duur van
do na do halssnedo intredendo spiercoArac-
tics en tot na het intreden van don dood
moet do kop van stieren, ossen cn koeien
vastgehouden worden met daarvoor bestem
de ijzers;
4o. het bloed van op dezo wijze geslachte
dieren mag niet goroord of geklopt cn ook
niet modegenomen worden.
Art. 35.
Het is verbodon de dieren anders dan zo<5
snol cn zoo pijnloos mogelijk te doodon.
Bij het dooden mogen geen andcro werk
tuigen gebezigd worden dan die, welko daar
toe door of vanwege den Directeur zijn goed
gekeurd.
Indien naar het oordeel van#den Direc
teur in strijd met do bepalingen van dit arti
kel gehandeld wordt of zal worden, hooft
hij het recht do dieren door personeel ven.1
het slachthuis te doen dooden.
Art. 30.
Het dooden van vee mag niet go-
schicdon
a. wat stieren, ossen, kooien, paarden^,
muildieren, muilezels en ezels betreft, bin
nen een tijdpork van 11/4 uur vóór do slui
ting van het Openbaar Slachthuis;
b. wat kalveren, varkens, schapen, bokken
en geiten botreft, binnen een tijdperk van
3/4 uur vóór de sluiting.
Art. 37.
Hij, die do dieren doodt, draagt zorg
voor liet opvangen van het bloed, daarvan
afkomstig.
Tot na afloop van het slachten mag het
blood van een dier in de slachthal verblijven;
daarna moet het onmiddellijk door don eigo-«
naar of van zijnentwege vervoerd worden
naar hot mestlokaal en in do mestbakken
uitgestort, of wol in goed gesloten blikken
buseen van het slachthuis woggevoerd.
Het bloed van dieren, waarvan do slok- t
darm werd doorgesneden, of dio bij het on
derzoek blijken aan ziekte geleden te heb
ben, mag niot medogenomen worden.
Ark 38.
Hot is verboden vee op het Openbaar
Slachthuis aan to voeren of te vervoeren an
ders dan met inachtneming van do daar
voor door den Directeur gegeven bevelen.
De geleiders van het vee zijn verplicht des-
verlangd bij het onderzoek behulpzaam te
zijn.
Art. 20.
Het is verboden vleesch van het Openbaar
Slachthuis weg te voeren:
a. in andere uren dan in artikel 3 ge
noemd,, tenzij het ter keuring aangeboden
ingevoerd vleesch betreft;
b. zonder dat het voorzien is van de voor
geschreven goedkcuringsracrkcn, tenzij het
gesteriliseerd vleesch betreft;
c. anders dan voldoende overdekt.
Art. 21.
De gemeente is tegenover dc personen, die
van het Openbaar Slachthuis gebruik mik
ken, voor geen andcro schade aansprakelijk
dan dio, welke door schuld of nalatigheid
van het personeel van het Openbaar Slacht
huis is veroorzaakte
Art. 22.
Allen, die zich op het Openbaar Slacht
huis bevinden of daarvan gebruik maken,
rijn aansprakelijk voor de schade door hen,
hun ondergeschikten of hun dieren veroor
zaakt, behoudens het bepaaldo bij art. 1403,
vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek.
Zij zijn verplicht het door den Directeur
bepaalde bodrag van de toegebrachte schade
op de eerste aanmaning en binnen den bij
die aanmaning bepaalden termijn ten kan
tore van den Directeur te voldoen.
Arte 23.
Het is Hun, die op het Openbaar Slacht
huis eenig bedrijf uitoefenen of ©enige werk
zaamheden in verband daarmede verrich
ten, verboden daar personen in dienst te heb
ben zonder vergunning van den Directeur en
wier namen, voornamen, ouderdom, geboor
te- en woonplaats niet vooraf ten kantore
van den Directeur rijn opgegeven.
Bij verwisseling en ontslag yan deze per
Arte 29.
Het is vorboden ter slachting bcstemdo
dieren uit de stallen weg te voeren, voordat
aan den stalknecht het bewijs is vertoond,
dat het verschuldigde stalgeld voldaan is.
III.
Bepalingen betreffende het slachten in
de slachthallen.
Art. 30.
Het is verboden te slachten of eenigo be
zigheid, welke daarmodo in verband staat,
te verrichten op andere plaateen dan die,
welke daarvoor zijn aangewezen.
Arte 31.
Het is verboden de dieren op andere wij-
zo te dooden dan:
a. do rundoren, hetzij met het 6chietmas
ker, aangewend door hot personeel van het
Openbaar Slachthuis, hetzij volgens dc ri-
tueelo slachtwijze der Israëlieten;
b. do paarden, muildieren, muilezels cn
ezels met het schietmasker, aangewend door
het personeel van het Openbaar Slachthuis;
c. do varkens, hetzij met het schietmasker,
aangewend door het personeel van het Open
baar Slachthuis, hetzij met het masker van
Klein- Schmidt
d. do kalveren, schapen, bokken cn geiten,
hetzij volgens do ritueole slachtwijze der Is
raëlieten, hetzij door do halssnede na vooraf
gaande bedwelming met den hamer, hetzij
met het schietmasker, aangewend door het
personeel van hef Openbaar Slachthuis.
Art. 32.
Het slachten naar IsraëlietiscHen ritus raag
slechts geschieden. d^or hen, die daartoe door
den Opperrabbijn van het ressort 's-Graven-
hago zijn gemachtigd cn van hunne bevoegd
heid den Directeur keunis gegeven hebben.
'Art. 33.
Het is vorboden met het slachten van var
kens of met het slachten van ossen, stieren,
koeion volgens Israëlietischo slachtwijze to
beginnen, vóórdat de dieren stevig zijn beves
Het is verboden de aan het Openbaar
Slachthuis tocbohoorcnde, in do lokalen ter
bohoevo van het slachten aanwezige gereed
schappen
a. tot andere doeleinden te gebruiken dan
waartoe zij boatemd zijn;
o. op ruwe manier to gebruiken
e. mede to nemon buiten do lokalen, waar
in zij ten behoove van het gob ruik "aanwezig
waren.
Art. 39.
Gcreodsohappen, door hen, dio op het
Openbaar Slachthuis dieren slachten, ton bo-
hocve daarvan medegebracht, moeten zoo go-
merkt zijn, dat steeds duidelijk blijkt, wie do
eigenaar is.
Na afloop van hot slachten moeten dezo
goreodsohappen óf onmiddellijk van het
Openbaar Slachthuis worden weggevoerd óf
onmiddellijk worden opgeborgen in kasten
in het slagersgezcllonlokaal, in beide geval
len na voorafgaande reiniging ten genoegen
van den Directeur.
Art. 40.
De personen, wolko dieren slachten, zijn
verplicht do ambtenaren ten bchocvo van
het onderzoek behulpzaam to zijn, zoo dil
van hen verlangd wordt.
Bij varkens blijft do kop aan den romp
bevestigd.
Overigens worden van allo dieren kop,
longen, hart, lever, milt, buikspeekselklier,
baarmoeder, groot een kleine net aan do
haken in do onmiddellijke nabijheid van het
geslachte dier opgehangen.
Bij paarden moot do kop in de lengterich
ting door midden gehakt worden; bij runde
ren do tong tot aan do tong-bcons-t.ikken
losgesneden. Maag cn darmen van runderen
worden opgevangen op dc daar .-oor bcstem
do transportwagens.
Bij het slachten van alle vee w rdt zorg
gedragen, dat maag en darmen niet ver
scheurd worden.
Art. 41.
Na afloop van dc keuring zorgen zij, dio
met het slachten van dieren waren belast,
dat maag en darmen met heb daarar.n ver-