Lente. Wekeljjksche Kalender. V v Stofgoud. Raadgeving. RECEPT. ALLERLEI. OPGAVE. raiaetcchien in Guyana dienst zouden kun nen doen? Stroomaf zeker wel, maar het re belaas bij Coppename- en Saramacca- en Marowyne-expedities eerst zaak stroom-op te komen. En t werk stroom-op ia daar I lang niet gemakkelijk. Er daalde een Engel neder. Een schoone, blonde fee. Ze bracht een schat van bloemen En gouden zonneschijn mee. Ze kwam in hour zegewagen En baadt zich in stroomen van goad, Ze toovert met kleuren en genren, Geeft schoonheid aan weide en wond. Dat rijt gij, o lieflijke Lente, O lachende, goudblonde fee. Uw zachte adem omzweeft ons. Vergeten zyn kommer en wee. Vergeten die sombere dagen. 't Is alles na schoonheid en pracht. De fee, in hear zegewagen, Heeft ons een nieuw leven gebracht. Edam 1903. NELLY HOEKSTRA—Kaptbyn. Zondag. Blnacht den geest niet uit. Maandag. Men pinkt geen heerlijker vruchten van 'hetgeen men zelf ontving aan geest en kracht jen koog-vermogen, dan door er hen, die ons jnn aan 't hart liggen, deelgenoot van te Dinsdag. Verteer nooit het geld, dat gij nog niet verdiend hebt. Woensdag. Een 'lachen'd gelaat trekt den klant aan, een stroef gezicht jaagt hem 4e deur uit. Donderdag. Hem verschrikt de dood Het meest, die niet waagt hem onder, de <oogen te zien. 0 Vrtydag. Enthnsi&sme is het hoogste, volkomenste en alzijdigste genot van ons bestaan., 0 Zaterdag. Hij 'doolt zeer licht, 'die licht gelooft. DASSEN. Te Parijs bestaat een categorie van men- schen, die den kost verdienen op een wijze, als wel nergens dan in de modes tad mogelijk zal *Un; wü bedoelen met het das-strik ken." Vele Parijsche fatten hebben de gewoonte om zich dagelijks bij voorname kappers te laten knippen, scheren, friseeren, enz., enz. Om er nu wat bij te verdienen, waren de bedienden in die zaken op het donkbeeld gekomen voor eigen rekening overhemden, dassen, enz. in voorraad te nemen, die zij hun chiquen klanten aanboden. Deze heeren- 1 artikelen kostten wel veel meer dan in de magazijnen, welke zich speciaal op dezen tak van handel hebben toegelegd, doch de kappersbedienden hadden er voor gezorgd, dat hun artikelen alle van de allerlaatste mode en uiterst elegant waren. Nu gebeurde net eens, dat een dandy, die zulk een das gekocht had, aan den bediende verzocht, de das ook even te willen strikken. Bereidvaardig voldeed deze aan het ver zoek, voor welken kleinen dienst hij een dou ceur kreeg van. twee franken. Daar ging er een licht op in het brein van den geluk kigen kappersbediende I Met zóó iets was wat te verdienen. Ieder, die een das kocht, werd te gelijk gevraagd: of de das ook ge strikt of geknoopt moest worden, voor welke bezigheid het tarief gesteld werd op f 1. De heeren fatten vonden die nieuwe mode wel aardig, zoodat weldra velen zich dage lijks hun das lieten strikken. Het spreekt, 'dat zeer spoedig in alle voorname kappers zaken het „dasstrikken" mode werd, ja, weldra werd het zóó algemeen, dat vele be dienden schaar, kwast en bekken er aan ga ven en inrichtingen gingen openen, waar men niets deed dan das-strikken. De klant nu, die ten huize van zijn „das- strikker" komt, moet 0.50 betalen; wordt deze laatste echter bij zijn cliënt ontboden, dan is het tarief 1. Het spreekt vanzelf, dat do dandies, zoo dra zij zien, dat de strik of knoop van hun das ook cloor mindere of in het geheel geen goden gedragen wordt, vorderen, dat hun „strikker" weder iets nieuws bedenkt. Dezen moeten het zeer ver in de kunst ge bracht hebben; zij weten op bewonderens waardige wijze afwisseling en verschillende nuanceering aan te brengen. Als zij toeval lig geen klanten te bedienen hebben, oefenen zij zich ijverig op poppen, hetgeen hun ook in staat stelt, bezoekers vooruit te laten kiezen, hoe deze hun das gestrikt willen hebben. Herleeen is een nieuw boek ontdekken in den neecb bekenden, tekst. Edm-oad A.boui. Het bitterste leed is: gelijk te hebben' te genover zijp land. Aohille Tournier. Wilt gij veel van het leven verlangen, be gin dan met veel van uzelf te eischen. Melati van Java. In de zwartste gronden bloeien de schoon ste bloemen en de hoogste en krachtigste boomen schieten wortel tusschen do rotsen en verheffen zich hemelwaarts. J. G. Holland. Sla-olie kan men voor dik-worden bewaren, zoo men in de flesch, waarin zij zich bevindt, een theelepel droog fijn zont doe. Drabbolkoeken. ll /2 ons bloem, 1 ons boekweitmeel, 3 theelepels fijne kaneel, 2 ons witte suiker, 1 ei, en 21/2 d.L. melk vermengt men met elkaar; daarna laat men het beslag door een trechter in kokend kalfsvet loopen, den trechter daarbij voortdurend in beweging houdend. Elke drabbelkoek moet een soort vogelnestje vormen. Zoodra de drabbclkocken bruin zijn, neemt men zo uit het vet en legt ze op een papier, om er het vet te laten uittrekken. Dat hangt van do maand af. Als men sommigo statistici mag gelooven, dan is de maand, waarin de menschen ge boren worden, van beslisten invloed op hun lichaamslengte. Zoo zouden de'jongens, die in November geboren worden, gemeenlijk het kkinst blij ven, daarentegen moeten die, welke in Juli het levenslicht zien, voor het meerendeel groot worden. Overigens heeft men geconstateerd, dat kinderen, die in den herfst en den winter ter wereld komen, gewoonlijk niet zoo groot worden als die, welke in do andere twee jaar getijden worden geboren. Hetzelfde geldt niet voor individuen van hot vrouwelijk geslacht. De grootste vrouwen worden gewoonlijk in Augustus geboren, de kleinste in Januari Het voorjaar en de winter schijnen voor de dochteren van Eva de jaargetijden voor dc kleinste lichaam&figuur te zijn. De meis jes, die in den herfst het levenslicht zien, schijnen daarentegen voorbeschikt te zijn, vrij lang te worden. Hoogst modern. Heer: „Zoudt u mij ook eenige nadere inlichtingen omtrent gindsche dame kunnen geven?" Vriend: „Zeer gaarne, want ik ken haar toetvallig particulier. Zij rijdt paard, roeit, fietst, tuf-tuft, reist en is bovendiende vrouw van mijnheer X." Op de kermis. „Geëerd publiekHier ziet u voor niemendal den kleinsten man der wereld. Voor een dubbeltje kunt u bin nen de tent den grootsten man der wereld zien." Stem uit het publiek:,,Maar die is toch zoo klein niet „Juist. Denk nu eens aan, als de kleinste man al zoo groot is, hoe groot moet dan wel de grootste zijn?" In vwur. A. (tot B., met wien hij twist heeft gekregen): „Als je denkt, dat je het zelfde bent, wat ik ben, dan ben je een ezel." 'Een taalgewrocht. Uit een brief van een milicien der nieuwe lichting aan zijn ouders: ,,Beste Oudere Ik ben nog gezond en hoop van nw allen het zelfde. Nu ben ik hier al een week dus do tijd 6chiet al mooi op, dat ik weerom kom. Eeten doe ik niet veel, de kemies wil er zoo niet goed door, maar de sersant zegt de bo ter is er in gebakt zegt hij maar ik geloov het nie. We hebben ook al spnasie had maar dat goed lus ik niet en ik weet vast dat ei 1 het ook niet lust maar ik heb het tog op kregen want ik dus nie laaten staan de kapperaal gloop mij zoo an" enz. Advertentie. Voor een klein platte landstheater wordt als bureaulist gezocht een tenor, die ook klarinet blaast en een weinig kappen kan. Ar&i-dramJcbestrader. Student: „Het is toch eigenaardig: als ik aan een kroeg kom, kan ik ze niet weerstaan, en als ik dan op straat kom, kan ik weer niet staan." Stijlbloempje. Uit een roman: „Zijn sigaar was ondertnsschen uitgegaan en haastig een stok grijpend, volgde de graaf dat voorbeeld..." Leg eens acht centen als gij ze op 't oogenbüik bij de hand hebt, kunt gij er ook acht guldens, acht rijksdaalders of acht gouden tientjes voor gebruiken op y een rij. Beproef nu, van die acht geldstukjes vier hoop en dus elk van twee stuks, to vormen maar om van het eene stuk naar het andere over te springen, moet gij altijd twee stuks overslaan. Met welk stuk moet er be gonnen worden Er is maar één weg op [V er klaring in het volgend Zondagsblad]. EEN KUNSTJE. Hoo raen een biljartbal opwaarts kan doen loopen. Daartoe legge men twee keuen op het bil jart met do dunne uiteinden tegen elkaar en de verdikte gedeelten op een afstand ge lijk aan de middellijn van den biljartbal. Plaatst men nu den bal aan den voet van het daardoor gevormde hellend vak, dan zal hij uit zichzelven naar boven loopen, door dat het zwaartepunt van den bal voortdu rend lager komt te liggen. Oplossing van den Rebus in het vorig Zondagsblad: Een Tusschenstation.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 14