N°. 13256
Dinsdag 13 Mei.
A®. 1903.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van t§on- en feestdagen, uitgegeven.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
13 e dilettant.
LEIDSCH
DAfrBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Oentai per 8 maanden I i f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd s^jn 1.30.
Franco per poet 1.65.
PUIJS DER ADVERTENTIES:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel moer 0.171. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents oontantelk
tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het inoasscoren wordt/"0.05 berokend.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek Tan de Verlolgangem
der Militie te laud.
Burgemeester en Wethouders van Leidon,
Gezien het besluit van den Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Hol ud, dd.
20 April 1903 (Provinciaal Blad No. 42),
houdende regeling van het in art. 125 der
Miluiewet 1901 bedoeld onderzoek van de
verlofgangers der militie te land;
Gelet op art. 126, 2de lid, van voormelde wet;
Maken by deze bekend, dat het voorschreven
onderzoek alhier plaats zal hebben in de
Stadsgehoorzaal {ingang aan de sjde der
lireestraat), en wel in na te noemen volgorde
van de jaren der lichtingen, waartoe de verlof
gangers behooren, op den tyd, daarachter
vermeld:
lichting 1896 en vroegere jaren, op Dinsdag
6 Juni a.»,, des morgens te negen urm;
lichting 1896, op Dinsdag 9 Juni a. s., des
morgens te tien uren;
lichting 1897, op Diusdag 9 Juni a. s., des
morgens te eif uren;
lichting 1898, op Woensdag 10 Juni a. s.,
dos morgens te negen urm;
lichting 1899, op Woensdag 10 Juni a. s.,
des morgeus te tien uren;
lichtingen 1900, 1901 en 1902, op Woens
dag 10 Juni a. s., des morgens te elf utcn.
De betrokken verlofgangers worden by deze
herinnerd aan hun verplichting om by het
onderzoek to verschynen In uniform gekleed
en voorzien van de kleeding- en uitrusting
.stukkon, hun by het vertrek, met vei lof
medegegeven, alsmede van hun zakboekje
met verlofpas, terwyi voorts hun aandacht
wordt gevestigd op de bepaling van art. 117
der hierboven aangehaalde wet, volgens welke
'de verlofgangers worden geacht onder de
'wapenen te zyn, niet alleen gedurende den
tyd, dien het onderzoek duurt, maar in het
algemeen, wanneer zij in uniform zjn gekleed,
Boodat zy, die ongeregeldheden plegen ot tich
aan misdryven schuldig maken Ij het gaan
naar do plaats voor het onderzoek bestemd,
gedurende het onderzoek en bj het naar huis
keeren, te dier zake zullen worden gestraft
volgens het Crimineel wetboek en het Regle
ment van krygstucüt voor het krygsvolk te
land, by gemeld art. 117 toepasseiyk verklaard.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeeeler.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 12 Mei 1903.
Leiden, 12 Mei.
Naar aanleicling van een. bij haar In
gediende klacht van den Leidschen Bestuur-
idersbond werd B. en Ws. door de Kamer
,van Arbeid voor do Bouwbedrijven geadvi
seerd ,,om den gemeente-opzichters op te
dragen een streng toezicht te houden op c'o
naleving van art. 2 alin. 2 der bij Raadsbe
sluit van 26 Maart 1901 vastgestelde Bepa
lingen omtrent minimum-loon en maximum-
arbeidsduur in bestekken van gemeentewer
ken."
Art. 2 dier Bepalingen luidt als volgt:
„Voor werklieden, beneden den leeftijd van
52 jaar en voor hen, die wegens invaliditeit
of hoogen leeftijd niet als volle werkkrach
ten kunnen worden beschouwd, kan op
schriftelijke aanvrage van den aannemer
door do direotie afwijking van het mini
mum-loon worden toegestaan.
Echter mogen niet meer dan 20 pOt. der
werklieden ingevolge het bepaalde bij de vo
rige alinea boaeden de in art. 1 gestelde
loon-minima bezoldigd worden.
„Werklieden boneden 14 jaren worden op
het werk niet toegelaten."
Bovenstaand advies vindt nu zijn oor
sprong in een verschil van opvatting om
trent de beteokenis van genoemd art. 2.
Terwijl toch do Kamer van Arbeid met
don Bestuurdersbond van meening ia, dat
dit artikel alleen dan door den aannemer
wordt nageleefd, wanneer in e 1 k der in de
aanneming begrepen vakken het aantal min
derwaardige werkkrachten het bij de veror
dening toegestane percentage niet over
schrijdt, zoo is het college van B. en Ws.
met de Commissie van Fabricage en den
Directeur van Gomeenbewerken van oordeel,
dat het voorschrift van art. 2 slechts dan
wordt overtreden, indien op het werk in
zijn geheel een grooter peroentage dier
werkkrachten aanwezig is.
Let men op het onderling verband der
verschillende artikelen, dan kan er, dunkt
B. en Ws., aan de juistheid der door hem
gehuldigde opvatting geen twijfel bestaan.
Bovendien, het werd reeds door hen naar
aanleiding van een vroeger bij hen ingediend
adres aan den Leidschen Bestuurdersbond
medegedeeld, zou ook een toepassing van het
artikel in den door den Bond gowonschten
zin niet altijd zonder bezwaar kunnen plaats
hebben. Men bedenke toch, dat or vakken
zijn, waarin, en dit zonder eenig bezwaar,
met een grooter aantal minderwaardige ar
beidskrachten pleegt gewerkt te worden dan
hier geoorloofd zou zijn. Zoo zijn er in het
behangersvak in den regel evenveel, zoo niet
meer, jongens, dan volwassen werklieden
werkzaam. Dit n*u zonder eenige noodzaak
te verbieden, zou niet alleen zeer schadelijk
zijn voor de bejaarde werklieden, maar bo
vendien de kosten van menig werk niet on
belangrijk verhoogen.
Van den anderen kant echter geven B. en
Ws. toe, dat het niet geheel aan de wille
keur van den aannemer mag worden over
gelaten, hoo hij het aantal minderwaardige
werkkrachten, dat in het geheel op hot werk
mag gebezigd worden, over de verschillende
vakken zal verdeolon. Vandaar, dal B. en
Ws. con aanvulling van de bepaling in dien
zin wonschelijk voorkomt, dat do wij zo,
waarop deee werklieden over de verschil
lende vakken zullen worden verdeeld, de
goedkeuring van den direoteur zal moeten
erlangen.
Mitsdien geven zij in overweging aan de
2de alinea van art. 2 alsnog toe te voegen
do volgende bepaling, „met dien verstande,
dat do vordeeling van deze beneden do loon-
minima bezoldigde werklieden over do ver
schillende vakken, wolke in hot werk begre
pen zijn, onder goedkeuring dor directie
moet plaats hebben."
Ingevolge het bepaalde bij art. 11 litt.
a der Woningwet wees de gezondheidscom
missie do volgende woningen aan, welke
h i. ongeschikt zijn ter bewoning en niet
door het aanbrengen van verbeteringen in
bewoonbaren staat kunnen worden ge
bracht:
Do woningen Hekkesteeg (Oude Vest)
Nos. 4, 5 cn 8.
Wernerehof (Bouwelouweneteeg) No. 15;
Hazenpoort (Paradijssteeg) Nos. 1, 2, 8
en 4;
Vischpoort (Koenesteog) Nos 3, 4 en 5.
Uit een daarop vanwege B. on Ws. inge
steld onderzoek bleek him, dat inderdaad de
peroeelen wegens de door de gcoondheids-
oommisaie aangewezen gebreken ter bewo
ning ongeschikt cn niet voor verbetering
vatbaar zijn.
Zij namen daarom ingevolge het bepaalde
bij het 1ste on 2de lid van art. 13 der wo
ningwet binnen den daarbij bepaalden ter
mijn het mede in de Leeskamer ter inzage
liggend met redenen omkleed besluit, om de
genoemde perceeien aan den gemeenteraad
ter onbewoonbaarverklaring voor te dragen,
en bo gelasten, dat die perceel en moeien zijn
ontruimd binnen 2 maanden, te rekenen van
den dag, waarop de tijd tot voorziening la
verstroken of het besluit tot onbewoonbaar-
verklaring is gehandhaafd.
Op een desbetreffend verzoek van den
heer S. P. Barnhoorn om terugbetaling van
schoolgeld voor zijn zoon Adriaan, die in
het begin der vorige maand de Jongens
school 2de klasse heeft verlaten om de lessen
aan de Praotieohe Ambachtsschool te vol
gen, geven B. en Ws. in overweging afwij
zend te beschikken, aangezien de verordo-
ning op de heffing van schoolgelden aan de
scholen voor Lager Onderwijs alleen bij tns-
8chentijdsah vertrek der leerlingen uit de
gemeente teruggave van betaald schoolgeld
toelaat.
Aangezien hun bij onderzoek gebleken is,
dat de leerling Willem Frederik I^onardue
Mügge, wegens vertrek naar Haarlem, de
Openbare School 2de klasse voor JoDgens
en Meisjes sedert 1 Mei niet meer heeft be
zocht., geven rij in overweging aan den heer
J. W. Mügge terugbetaling van schoolgeld
te verleen en over de maanden Mei en Juni
tot een bedrag van 2.67.
Bij gemeenteraadsbesluit van den lGdon
Maart 1899 werd een zeer exceptioneele re
geling getroffen voor de school aan de Hee-
renstraat. Destijds bestond deze school toch
slechts uit 4 lokalen, waarin 8 klaseen moee
ten worden onderwezen, cn om nu den ge
heel en leertijd ook aan deze school 6 jaar
te doen duren, werd bepaald, dat do duur
van den cursus voor icdero klasse 9 maan
den zou bedragen, en dus om do 9 maanden
eon inschrijving van nieuwe leerlingon zou
plaats hebben.
Thans, nu dezo school met 2 lokalen is
vergroot, vestigt de plaatselijke schoolcom
missie or de aandacht van B. en We. op, dat
met deze exoepfcioneele regeling kon wor
den gebroken. Immers, indoen als voorheen
in ioder lokaal 2 klaseen gehuisvest blijven,
zullen er in het geheel dus ook aan deze
school 12 klassen zijn en zal dus ook hier de
leertijd voor iedere klasso op een half jaar
kunnen worden bepaald. Tevens zal dan het
aantal kweekclingen op dezo school ten min
ste 6 moeten bedragen, omdat voor iedere 2
klassen slechts één onderwijzer aan de school
zal vorbonden zijn en iedere onderwijzer dus
wel door één kweekeling mag worden bijge
staan.
Zich geheel met het gevoelen der plaatse
lijke schoolcommissie voreendgendo, goven B.
en Ws. dus in overweging, mot intrekking
in zooverre van 's Hands besluit van den
lödon Maart 1899, thans nader te besluiten:
lo. dat in art. 4, het 2de lid van art. 6
en het lste lid van art. 9 der verordening
van den 25stcn Januari 1894 (Gem. BI. No.
5) achter de woorden „op do scholen dor 3do
en 4de klasse" zullon worden ingevoegd do
woorden „en die aan de Heeronstraat
2o. dat in de laatste zinsnede van art. 8
dor verordening van 5 Juni 1902 (Gom. BI.
No. 10) het woord v i o r zal worden ver
vangen door het woord acht.
B. en Ws. deelen mode, dat bij hun
ooilege zoo min als bij de oom missie van
fabricage bezwaar bestaat tegen dc goedkeu
ring van het door de Wed. De Goedo gob.
Dieben ingediend stratenplan voor het tor-
rein aan don Heerensingel, kada -\i-al be-
kond onder Sectie K. Nos 450453 ge
meente Leiden. Plaats, richting, breedte
der ontworpen straat geven noch op zich
zelf, noch met betrekking tot het eerlang
voor dat stadsgedeelte vost te stellen uit
breidingsplan, aanleiding tot bedenkingen,
Mitedien geven rij den Raad in overwe
ging tot de goedkeuring van het overgelegde
plan over te gaan, mot bepaling van de
hoogte der straat op 25 oM. -f- N. A. P.
Tevens is door don heer J. Smittenaar ver
gunning govraagd tot het dempen cn riolee-
ren van het gedeelte sloot Jongs den Hoo
gen Rijndijk, gelegen vóór het peroeel, ka
dastraal bekend onder Sectic M No. 20-19,
gemeente Leiden.
Aangezien daartegen geen bezwaar bestaat
geven B. en Wa. in ovenveging overeenkom
stig het advies der commissie van fabricage
te besluiten.
Voor oen goed bezette zaal gaf de too-
neolvoreeniging „Oefening baart Kunst",
aangesloten bij de federatie van Tooneelvor-
eenigingen in Nederland, haar 7de uitvoe
ring niet introductie in de concertzaal vau
Hótol „Du Nord".
Hot zag er in de zaal gezellig uit: ter
rechterzijde van liet toon eel was een fraaie
plantengroep aangebracht, waarin do ba
nier der Vereeniging prijkte, terwijl do
li oh to toilotjce der damcsledon loven cn
vroolijkheid aanbrachten.
Te negen uren opondo do president, de
heer G. Mazurel, den feestavond. In oenigo
goed gekozen woorden riep hij allen een
hartelijk welkom toe en verzocht oen niet
al te scherpe eritiek op de werkende 'leden
te willen uitoefenen, daar er loden bij wa
ren, die voor het eerst hun krachten ver
leenden; met den wensch, dat het, hoewel
in deze zaal de eorsto uitvoering, niet do
laatste zou wezen, eindigde hij ondor ap
plaus rijn toespraak.
Alsnu kon er een aanvang gemaakt wor
den mot do afwerking van het programma.
Het voor dien avond gekozen stuk was het
toonoalspel in drie bedrijven „De Bedrieger
Bedrogen", met een voorepel door P. K.
do Vries. Het aantal personen, dio in dit
stuk moesten optreden, maakte hot mogelijk,
dat alle werkende leden hun krachten kon
den verleonon, ja sommige zelfs twee en een
enkele drie rollen moeet vervullen. Het efcux
liep op enkelo uitzonderingen na good van
stapel.
Daverend applaus en verscheidene malen
ophalen van het scherm getuigden, dat het
bijzonder in den c?est waa gevallen.
In de pauze word don damos een verras
sing bereid in den vorm van een souvenir,
hetwelk door den president met conigo toe
passelijke woorden werd overhandigd, waar
op oen der dames bedankte en hoopte, zoo
lang haar gezondheid het toeliet, zioh mot
hart en ziel aan do Vereeniging te kunnen
wijden, tevon3 do wensch uitsprekende,
dat do Vereeniging sbeods grooic on bloeio.
Na do pauze stonden or vijf voordrachten
op het programma, die ovoneens bijzónder
in den smaak vielen, zooals do telkens wo-
dorkecronde lachbuien getuigden. Do voor
dracht „Ooto en Mar iet je" was vooral
mooi, terwijl „Do 100,000 uit do lotorij ge
trokken", waarin hot gehcolo gezelschap
zoo potsierlijk mogelijk verkleed optrad,
een komisch slot was van den zoo goed -
slaagden avond.
Drie hecx-en musici mot don lieer Vonder-
bas zorgdon or voor, dat bij herhaling feest
tenen door dc zaal weerklonken.
Een bal, dat onder leiding van den heer
W. F. Blom op de uitvoering volgdo, liiold
do feestvierenden nog tot laat in don nacht
of liever tot vroeg in den morgen gezellig
bijeen.
Met verwijzing naar achterstaande
advertentie deelt hot bestuur der Lcidschc
Tuinders-Patroons Vereeniging ons medo,
dat hc-t voornemens is binnen korten tijd
met oen volledig markt-rcglement te komen
ter voldoening aan den gouiten wens oh dor
kooplieden.
Do by de Kwookschool voor Zeevaart
alhier gedetacheerdo officier van gezondheid
der lste klasso M. M. Jung wordt met den
3den Juni a. s. geplaatst by het hospitaal dor
marlno to Willemsoord en met dien datum
by eerstgenoemde inrichting vorvangen door
den officier van gezondheid dor lvte klasso
O. Engolken.
Geref. Kerk. Beroepen la te Nykork op
do Veluwe, ds W. A. van Es, to Oudshoorn.
H. M. do Koningin-Moedor zal Don
derdag 14 dozor do Residcntio verlaten.
H. M. do Koningin-Moeder hooft aan
het hoofdbestuur van het Nod. Jong.-Vcr-
boud con gift van f 160 doen toekomen als
bijdrage voor eon bondsgobouw.
Prins Hendrik zal Zatordag to Haar
lem komon, ton oindo de to 1 uur aanvangen
de algemeeno vergadering van do Holl.
Maatschappij van Wetenschappen bij to wo
nen. Na afloop dor vergadering wordt Z.
K. H. eon maaltijd in Hótol Funoklcr aan
geboden;
Het ontwerp dor dofinitiovo marino-bo-
g olLng voor 1903 is thans bij dan Raad van
8toto aanhangig.
De Regooring moot roods besprekingen
hebbon ingoleid over den aankoop van oen
torroin to 's-Gravcnh&go voor het. gebouw
van het Arbitragehof, om con bestemming
to goven aan Carnegio's gift.
Op den feestavond van 18 Mei van den
bond „Vredo door Recht", tor hordenking
der opening van do Haagscho Vredesconfe
rentie, zullon to 's-Gravonhage, in plaols van
een gelogenhoidstooncolstukjc, fcnhloaux-vi-
vants naar schildorijc® van Ten Katc, op
het onderwerp der feestviering betrekking
hebbende, worden vortoond.
Do Koninklijke Rumeonscho Aoadomie
van Wetenschappen to Bucharest heeft d«n
Staatsraad mr. T. M. O. Asser tot haar ma
dolid benoemd.
Do Franscho gezant is, na een afwezig
heid van eenigon tijd, in Den Haag terug
gekeerd.
Gisteren was hot 25 jaar geloden, dat
mr. A. E. Elias werd benoemd tot voorzit
ter van hot bestuur dor Coöperatieve winkel-
verceniging van „Eigon Hulp" to VGravon-
hagc.
81)
xxni.
Het was reeds avond, toen Lorenz Falk te
Klampenborg in het badhotel terugkeerde.
Van den portier hoorde hy, dat do Fran-
sche familie weer naar Kopenhagen terugge
keerd was.
Hy ging haastig naar zyn kamer, deed den
verlovingsring in een couvert en zond een
kollnor er moe naar de cottage van mevrouw
von Feldau.
Toen do kellner terugkwam, vertelde hy
hem, dat de dames von Feldau bezig waren
haar koffers te pakkeD. Hot dienstmeisje had
gozegd, dat de dames naar Jutland gingen,
waar een zustor van mevrouw von Feldau
1 op een landgoed woonde.
De kollner overhandigde Falk een klein
pakje en verwyderde zich daarna weer.
Het bevatte zyn ring en enkele gouden
sieraden, die by Ellen cadeau had gedaan.
Hy wierp alles in zyn koffer en begon z(Jn
zaken byeen te pakken. Daarop belde by.
Hy vroeg den kellner den volgenden morgen
zyn rekening en bestelde oen glas gioc. Eten
kon hy niet.
Hy stak een sigaar aan, ging aan het open
raam zitten en keok over de Sont, die kalm
en spiegelglad vóór hem lag uitgestrekt, ter-
d0 muziek in de kureaal gedempt tot
hem overkwam.
Dus moest hy weer opbreken en bet vroo-
Ulke Denemarken verlaten, waar by zoovele
aangename uren doorgebracht en zyn schoon
ste toekom stdroomen gehad had
Nu zou hU weer terugkeeren naar het
koude, trieste Noorwegen. Wel was hy van
plan geweest, er voor korten tyd terug te
keeren, maar hy zou dan hebben willen gaan
als een gevierd schryver en als een ryk en
gelukkig man aan de zyde van een geliefde
echtgenoote.
Nu was het mooie luchtkasteel ineengestort
en hy keek treurend op de ruines er van.
Hy was een arme zomervogel uit het
Noorden, die naar het Zuiden verdwaald was
en daar door bloemengeur bedwelmd was
geworden. Toen was hy in oen salon beland
en te dicht by het licht gekomen. Daarom
bleef hem niets anders te doen over dan zich
met zyn verbrande vleugels huiswaarts te
begeven en in den langen Noorschen winter
to sterven.
Ja, hy moest terug naar Noorwegen; er
bleef hem geen keus. Verder in Kopenhagen
te biyven wonen zou voor hem ondraagiyk
zyn, on hy had geen geld genoeg om op
nieuw weer naar hot Zuiden te trekken.
Hy moest met zyn oom en tante Norderud
spreken en zy moesten hom opnieuw helpen;
dat was zyn oenigo uitweg. Hielpen zy hem
niet, dan bleef hem niets anders over dan
in Noorwegen te sterven.
Op het kerkhof by Christiania was plaats
voor hem naast zyn ouders. Dit kleine plekje
gronds was het eenige, dat by nog in het
vaderland bezat. Het was niet veel, maar
feiteiyk was het alles, wat by nog noodig had.
Eindoiyk ging hy naar bed, maar hy woelde
onrustig heen en weer, zonder te kunnen
slapen. De gedachten hielden hem wakker.
Den volgenden dag zou de stoomboot naar
Noorwegen vertrekken.
's Morgens begaf hy zich naar Kopenhagen
en ging naar mevrouw von Stein. Z(j was
de eenige, van wie hy afscheid wou nemen.
Mevrouw von 8tein waa juist van buiten
gekomen en ontving bem in het mosgroene
salon.
„Maar wat ziet u er uitl" zeide zy ver
wonderd. „Wat scheelt u toch? U bent zoo
wit in bet gezicht als de frisch gepoederde
barones Wildenberg l"
Hy nam plaats en vertelde haar alles. Zyn
stem was kalm on gedempt, alsof by sprak
in den slaap.
„Arme vriend," zeide zy, toen hy zyn ver
haal geöindigd had, „het heeft letteriyk onge
luk over u geregend, en ik ben ook niet
heelem&al zonder schuld aan hetgoen gebeurd Is.
Ik dacht wel, dat de kamerjonker uit de school
zou klappen."
„Maar er kwam ook nog de familio de
Pontjole by. Alles schoon tegen my te hebben
samengespannen."
„Hot ergste is nog, dat het stuk geweigerd
is. Ik had er my al zoo op verheugd, in het
parket to zitten en om den schryver te roepen,
en dan zou ik hem een lauwerkrans met een
lang lint er aan toegeworpen hebben."
„Nu zyn al myn lauweren verwelkt."
„Ze kunnen opnieuw groen worden. Ga nu
terug naar Noorwegen, rust wat uit, herwin
uw gemoedsrust en begin dan weer met uw
werk. Niemand is nog schryver geworden
zonder stryd."
„Ik hob nooit een stryd gestreden, ik ben
myn heele leven lang een kind geweest, dat
het publiek en de per6 verwend hebben, zoo
lang ik een bescheiden dilettant wou zyn;
maar zoodra ik trachtte een wezenlyke schry
ver to wezen en grootere stukken te schry ven,
heb ik slaag gekregen en heeft mon my
bespot. Maar ik ben te oud, om nog dilettant
te mogen zynik zal myn talent in een andoro
richting moeten zoeken."
„Wilt u misschion tooneelspeler worden?"
„Noen. Ik kan evengoed morphinist of
dronkaard worden. Misschien kan ik het in
die richting vorder brengen."
„Foei, schaam u, dat u zoo iets zeggen durft.
U gaat nu naar Noorwegen en daar kan ik
tot myn spyt niet meer over u waken."
„Wanneer ik hier in Kopenhagen had kun
nen biyven, zou ik stellig onze vriendschaps
betrekking weer aangeknoopt hebbon."
„Van uw kant zou inderdaad dezen wensch
geen hinderpaal moer in den weg hebben
gestaan; maar bent u er zoo zeker van, dat
hetzelfde ook met my het geval is?"
„Zyn er by u hindorpalen gekomen?" vroeg
Lorenz.
„Dat zou wel eens mogoiyk kunnen zyn."
„U hebt waarscbyniyk myn raad opgevolgd
en u weer verloofd."
„Ja juist, dat heb ik gedaan."
„Ik feliciteer u."
„Dank u. Maar u neemt alles zoo kalm op."
„Natuuriyk. Alios is my totaal onverschillig."
„Kan het u niet ooos interesseeren te hooren,
wie de ongelukkige is?"
„O Ja, waarom niet?
„Hy heet Blistrup en Is grossier. Het is
een heel nette man, klein, blond en gesoig
neerd hy lykt wel wat op den kamerjonker
von Eisenfeld en hoeft een goedo positie.
„Bovendien," zoo ging mevrouw von Stoin
voort, „aanbidt hy my en dat is meer dan
u doet. Hy zei, dat hy niet zonder my zou
kunnen leven, en dat kunt u zeer goed, en
daarom juist heb ik my zyncr erbarmd."
„Daar hebt u goed aan gedaan."
„Ja, ik bon steeds meer tot de overtuiging
gekomen, dat hot voor een weorioozo vrouw
niet good is, alleen te gaan
naar Porta."
„Alleen te gaan door het leven, bad lk zoo
mooi willen zeggen, en nu valt u my in de
redo met uw restauratie-proza. U bent do
meest onpoötischo poöet, dien ik ooit ontmoet
heb."
Hy stond op.
„Nu wordt bot tyd, dat Ik afscheid neom."
Zy reikte hem de hand.
„Ja, ditmaal zal het wel onberroopoiyk voor
de laatste maal zyn. lk zou u zoo graag naar
de stoomboot vergezellen en u by het afscheid
bloemen toereiken, maar u zult inzien, als
men verloofd Is, dan
„Ja, natuuriyk."
„Maar wacht een oogenblik, ik wil u tocb
een bloem ton afscheid geven."
Zy sneod een groote roodo roos af.
„Kyk eens hier, neem deze bloem en steek
ze in uw knoopsgat. Als ze verwelkt ls, hebt
u my waarschyniyk al vergeten."
„Ik zal dikwyis, heel dikwUls aan u denkon."
Zy schoof hem naar de deur.
„Maak nu maar, dat u wegkomt, andors
vroös ik, dat we beiden sentimonteol worden".
By do deur draaide hU zich nog eens om.
Zy trok haastig de portière toe Haar donkere
oogen achter de gouden lorgnet stonden vol
tranon.
Falk ging naar de haven.
Iiy wilde vroeg aan boord zyn, om oon
mogoiyke ontmoeting van kennissen by het
vertrek te ontgaan. Zyn bagago had h(j roods
*8 morgens naar do stoomboot laten brengen.
(Wordt vervolgd.)