tnen kan er zeker van zyn door de feiten ■worden gelogenstraft; en dan zal haar dat rechtstreekse!» voordeel, voor zoover verkregen uloor do uitbreiding harer disconto's en be- leeningen van kleine afmetingen iloor niomand worden misgund." De Arnhimsche Courant vreeet voor pogin gen tot weder verlenging van den oefeningstyd voor het leger, een troee, gegrond op de woorden van minister Kuyper in de Kamer op 26 Febr. by de in diening der staklngswetten gesproken, en hot blad acht het bedenkelijk, dat zooals hot by v. Uit een hoofdartikel in het Handelsblad van 22 April meent te moeten opmaken, voor- •tanders van den korten eersten oefeningstyd „zich aanstonds tot verloochening hunner overtuiging hebben laten medeslopen". Het ^lad schrijft dan „Het gevaar, waarvoor wy meenen te moe ion waarschuwen, is te grooter, nadat ge bleken is door welko middelen deze Regeering 'het openbaar gezag meent te moeten hand haven. Als haar opvatting juist ware, dan lou in Zwitserlaud het gezag der overheid •tanlioudend bedreigd moeten zyn gedurende {e lange maanden, dat er aldaar geen ber- alingsoefeningen plaats hebben, en derhalve fle militairen met groot verlof zyn, terwijl in Husland mot zyn talryk staand leger do bin- Denlandsche rust afdoende verzekerd moest &yn. Deze voorbeelden wyzen voor ons, Neder landers, zoo duidelijk mogoiyk den weg aan, 41e ingeslagen moet worden om de rust bin nenslands te verzekeren: uitbarstingen van ontevredenheid voorkomen, in plaats van ze Snot kracht van wapenen te onderdrukken. Het zou eon wonderlyko opvatting zyn van uon biyvend aansturen op de verbetering van iociale toestanden, ruim 17,000 jonge mannen anger dan voor hun militaire oefening noodig is uit hun maatschappelyken werkkring te tukken en daaraan jaariyks 1% millioen te Verspillen, welke zooveel nuttiger aan sociale *er beteringen besteed zouden zyn 1 Bedroeven- ler reactio zou er nauweiyks denkbaar w»zen, tvaarvoor de wysheid van Regeering en Ver tegenwoordiging ons land mogen behoeden." Professor A. A. VV. Hubreaht heeft in Ve Guls can artikel gesohroven, waaruit ©Lijkt-, dab hij den tijd gekomen aoht, om lueb den gang van zaken op o n d e r w ij s- gebied radioaal to breken. Allereerst wenecht de Hoogtleeraar ster- lor bevordering van de bijzondere school; niet slechts de confessioneel© moot Staatc- jubsidie ontvangen, neen, ook zij, die een johool houden als winstgevend bedrijf, moe- Ion worden gesteund, en aan hen, die daar Onderwijzen, moot uitzicht op Staatspen sioen worden gegeven, ton minste indien lie scholen goed zijn. Doch daar komt hot op aan. lteods bloeien in ons land onkelo scholen, dde wodor meer het karakter aannemen Van die welbekende kostscholen uit het mid den dor negentiende eeuw te Noordhey, to Barneveld en ©klere, die zoovele voortreffe lijke mannen hebben hal peil kweeken en die door de wet op het. middelbaar onderwijs grooteiicleele doodgedrukt werden, omdat ïlozo wet staats- en gomecn-teeoholen in liet leven riep, die mot gering schoolgeld een rijk menu van allerlei vakken aanboden, en dio, aan wie zo doorloopen had, den sleu tel loverden, die den toegang tot. verschil lende takken van .staatsdienst opende. De middelbare scholen, die nu veertig jaar in werking geweest zijn, hefcben voor- toker goede diensten bewezen, maar in één opzicht hebben zij ons hard achteruitgezet bij hotgcon in een ouderen kostschooltijd looveol meer tot zijn recht kwam, in de aan- XWedkjmJg n. 1. van den persoonlijken, den individucolen aanleg der leerlingen. En dit ia minder aan het leerplan, dan aan de in do wot nauwkeurig omschreven examina en wait daarbij behoort, too te schrijven." Krns veroordeelt de schrijver do thans ge volgde methode van africhten en volpom pen, om do jongelieden gereed te maken roor een of ander examen. Do gestadige examenvrees, waarin de jon gel u i van hun twaalfde levens jaar af wor den gehouden, moet eindigen, om eindelijk ons land zedelijk en verstandelijk sterker te maken. Daartoe acht do Hoogleer aar dén tegenwoordigen stand van zaken bijzonder geschikt: „Daartoe kunnen de beide partijen, dia in Nederland zoo lang don schoolstrijd ge tooid hebben, hand in hand samenwerken, en daarom kan het bestuur van den tegen- Voord igen mind ster van biuncnland6oho laken een keerpunt worden in de goschiic- flonis van heifc onderwijs in Nederland. De krachtige individualiteit van dien be windsman wordt door vriend en togenstan- lïcr geëerbiedigd on bewonderd. Maar bij knzo tegenwoordige onderwijeverhoudingon £orat juist do ontwikkeling dor individua liteit van de leerlingen veelal in het ge- f.rang. Er is ongetwijfeld een opvoedkunde, ftie ongaarne indiividuaJiteat kweokt, en cr fcijn lauden, waar het onderwijs veeleer de Jnuiking doarmn nastreeft. Nederland met rijn glorievolle traditie van gewetensvrij heid en doortastende volharding, trnchte fcich in do twintigste eeuw op liet gebied van onderwijs on opvoedkunde een plaats te veroveren aan de spite van hen, die ver draagzame staatsburgers wenschen te zien fvoorkoancn uit scholen van de meest uit- cenloopende kleur, maar die allen een hoog Bdoaal nastreven van ontwikkeling, zender af rich tri ng." De sehrij oer beperkt zijn wenschen niet tot lager en middelbaar onderwijs, maar strekt clie ook naar hét Hoogor onderwijs, want het. kwaad, dat vooral op de middel bare school om wraak roept, wordt ook 'daar gevonden. Allereerst zou hij de toelatingBcisolien jwillon vereenvoudigd zien; de toegel af ene knoet echter in enkele vakken, overeenkom stig zijn keuze en aanlog, uitblinken, doch •worden vrij gelaten om zich naderhand an- Iderc vakken te kiezen. ,,De toepassing van dit beginsel zou alle verschillen in de bevoegdheden, verbonden «kin eindexamen» Hoogere Burgerschool of wan gymnasiaal eindexamen, zij dit A of B, uit den aard der zaak uitwisschcn, on zou dus med wrken, om de distinctie tusschen dat middelbaar en dat gymnasiaal onder wijs te doen wegvallen. Dan zou mogelijk worden de stichting van inrichtingen, din zich geplaatst zagen tusechcn de lagere Bchool en tnaechen d© universiteit of het po- iytechniouzn, en die hun leerlingen aan bei de naar vrije keuze afleverden. Het zou niet middelbaar onderwijs moeten hecten, maar het zouden moeten zijn voorbereidende of generale scholofi, zooals Winkler ze noemt. Wanneer deze scholen hun leerlingen reeds met het zeventiende jaar aan de uni versiteit afleveren en de studenten niet, zooals thans, hun universitaire loopbaan eerst op achttien k negentien jaar, soms op twintig- on meerjarigen leeftijd aan van gen met een niet meer friesohe, maar veel al mot een afgestompte belangstelling, dan zal met zoodanig geslacht veel meer te ver krijgen zijn; dan bevinden zich daaronder voorzeker elementen, die de stof in zich heb ben, waaruit later het dooeeremd personeel der hoogceoholen kan worden aangevuld." Voorts zou de schrijver bij de candidaats- en doctoraal-exami na een mildere keuze van ta combine© ron vakkon willen toestaan, doch dan met strengere eischen van uitmun tendheid. „Dié neer veel talrijker combinaties van vakkon op oandidaate- en docloraal-exa- mon, ten slotte deeverlangend leidend tot eon onkel doctoraal in ieder dér vijf facul teiten, zouden zonder bezwaar in eenige wei nige groepen te vereenigen zijn, binnen welke do offectus oivilie van zoodanige exa mens (en dus niet van den doctorstitel) na der zou kunnen worden omschreven. En hier rij men vooral niet te angstvallig, waar de behoefte aan bekwame kJausdeer- aars zooveel sterker op den ooi grond is ge treden, boven de behoefte aan geleerde spe cialiteiten. Mijns inziene zou cr niet altijd een too pijnlijk geweteDebeewaar van behoeven ge maakt te worden, om aan wie eenmaal in sommige vakken heeft uitgemunt ook het rertrouweo to schenken in andere vakken onderwijs te geven, ai wend hij in die vak ken met geëxamineerd Thans reeds ge schiedt allerwegen iels dergelijks met het vak aardrijkskunde op de gymnasia." Zulk een regeling zou vooral ook ten goe de komen aan het voorbereidend universi tair onderwijs, doch ook dat zou niet af doende helpen, indien dit onderwijs niet van een andoren geest wordt doortrokken, dan die het thans veelal bcheerecht. „En hier ligt ongetwijfeld de grootste moeilijkheid. Gegeven onze hoogore burger scholen en onze gymnasia, en erkennende de wensohelijkheid, dat daarnaast nog onaf hankelijke, bijzondere, door den Staat ge subsidieerde inrichtingen verrijzen, aan wier hoofd een goed paodagoog, tevens man van karakter en menschenkennor, geplaatst is, hoe zal dan zoo verschillende opleiding bruikbare jonge staatsburgers afleveren, die èn in den handel, èn in de industrie, èn op het politecfanricniro, èn aan de univer siteiten zullen geacht worden goed onder legd te zijn Mijns inziens heetqot daartoe de mogelijkheid ongetwijfeld, zoodra men zich heeft losgemaakt van het ingewortelde wanbegrip, dat een examenwaar- borg daarvoor te vinden zou rijn. In plaofce van dien geheel onbetrouwbaren waarborg trede goed vertrouwen in de hoof den en in het leeraarspersoneel van die ver- Het Vaticaan te Rome met de Sint-Pieterskerk. Het bezoek van Keizer Wilhelm bi) l. H. den Paus. To 2.60 reed de Keizer van Hot Pruisische gezantschap naar het Vaticaan. Voorop een pole ton van 8 carabinieri te paard, tweo Duitscho pikeurs in groot-gala kostuum, daarna de keizerlijke met vier paarden k la Daumont bespannen wagen, waarin doKeizor on de kroonprins in groot uniform. Het rijtuig was begeleid door drie luite nante der kurassiera van de Duitsohe lijf wacht, in groot uniform. Naast het keizer lijk rijtuig reed prins Eitol-Fritz. Tweo schildknapen te paard volgden, be novens een ander poleton carabinieri te paard. Vorder 12 rijtuigen met hot gevolg, waaronder graaf Waldersee. Do menigte juichto toe, de troepen bowc- zon de eor op den doortocht des keizers. Do verschillende muziekkorpsen speelden bot Duitechie volkslied. De soldaten presen teerden 't geweer. Straten en vensters za gen zwart van de menschen. Op do Piazza Santa Martha stonden 800 Duitscho pel grims van Keulen mot een vlag en kokarden in Duitscho kleuren, welke jpelgrime don Keizer een ovatie brachten. Aan de Porta Fondamen ta stond eon pi ket Zwitserecho wachten opgesteld. To 2 u. 45 was do hertog van Mecklenburg in het Vaticaan aangekomen om bij de aankomst des Koizcrs aanwezig to zijn. Later kwamen baron von Rotenhan, kardinaal Rampolla, enz. To 31/4 u. reod de keizerlijke stoet het Vaticaan binnen langs dc Porba Zecca, waar do Italiaanscho carabinieri achterbleven. Toen de Keizer op de binnenplaats van San Damaeo kwam, traden de Kamerheeren en andere personages vooruit om den Kei zer en de prinsen te begroeten Zij verlieten do rijtuigen en begaven zich naar do vortrek- kon van den H. Vader. Op hun weg bevon den zich do hertog van Macklenburg en ge volg, de bisschoppen van Freiburg, Fulda, Mainz on Rofchenburg, die den vorst hun huldo brachten. Dc Keizer trad alleen het kabinet, van Leo XIII binnen, terwijl de prinsen en de overi ge bezoekers in de voorzalen bleven. De Keizer was een half uur alleen met den Paus. Do gr ij zo Opperpriester kwam don Keizer op den drempel van rijn ver trekken te geinoet en zeide lachend, ter wijl hij zijn ga«t de hand drukte: „Je voua vois avoc plaiisir pour la troisième fois." Wat de Keizer met don Paus gesproken heeft is een geheim; vele bladen bevatten lange verhalen over dit onderhond, verha len, die Ln geen enkel punt overoftn»fcftrr»rii<>T>, en die klaarblijkelijk door handigo corros- pondenton zijn gefantaseerd. De Paus bood den Keizer prachtige mo- zaiiken aan, voorstellende het Forum, de fontein Trevi en den Engelenburcht. Hierna ontving de H. Vader ook de prinsen, met welke hij tien minuten in ge sprek bleef, en daarna werd het gevolg voorgesteld. Leo XIII, die er zeer goed uit zag. drukte allen de hand. Hij sprak een tijdlang over de artistieke on wetenschappe lijke) betrekkingen tusschen DuitsoliLand en Italië, namelijk te Rome. Hij noemde de Duitscho gestichten to Rome op, waar Duïlsöhö geleorden op merkwaardige wijze arbeiden. Bij het vertrek van den Keizor kwam de Paus voor het bekende hoekraam van het Vaticaan, vergezeld door een kardinaal, en keek goru i men tijd den Koizer na. De Itoliaonsche pers beeft ditmaal ook het Duitscho bezoek aan het Vaticaan tot ontwerp van bespreking gemaakt, wat rij in 1888 en in 1893 niet deed. De „Tribuna wijst er op, dat de scheiding van kerk en staat in Italië getoond heeft-, dat beiden nanet elkaar kunnen bestaan. De Paus en Italië hebben rich nooit zoo vrij, zoo onaf hankelijk en zoo geacht gevoeld als thans.'' Naar in verschillende bladen beweerd wordt heeft tusschen don Paus en kardinaal Rampolla een heftig incident plaats gehad over het bezoek, dat koning Eduard aan het Vaticaan zou brengen. De kardinaal verzette or rich halsstarrig tegen, dat do Paus den Koning zou ontvangen ook niet, indden hij van af de ambassade vertrok; doch Leo XIII dreef zeer beslist rijn wil door, zoodat de kardinaal wel moest toege ven. Evenwel is opgevallen, dat de Koning van Engeland geen bazoek aan kardinaal Rampollo bracht en de keizer van Duitech- lnnd, na diens onderhoud met den Paus, wol. Daarna bracht ook zijn gevolg een bezoek aan kardinaal Rampolla. To 5 u. 40 m. was de Keizer terug in het gezantschap. Paus Leo XIII heeft, volgens een corres pondent van de „Polit. Correspondenz", koning Eduard by diens bezoek op het Vaticaan een memorandum overhandigd, waarin de wenschen van den H. Stoel met betrekking tot verschil lende quaestles, rakende de belangen van de katholieken in het Veroenigd Konlnkryk, wor den ontwikkeld. De genoemde correspondent voegt er by, dat de ontmoeting aan belde kanten den aangenaamsten Indruk heoft achtergelaten. Berichten over Rijnland's boezem, gedurende de week van 20 April2 Mei 1908. 8l*n'. vzn d®n boezem t® Lalden. Idem to Oade-Woterlng Werking der stoomgemalen Weterloozlng lange nataurlUken weg. WatorlslaUag Bef cara1 in Mow. 26 April 27 April 2S April 29 April 30 April 1 Mei 2 Mei 82 89 36 42 46 61 67 -m.—A.P. 23 84 86 40 48 47 69 am.—A.P. Fpaerndaai 168 tu, TIalfwei 153#/4 o. Gouda 166.10 u.. Kalwcl 93 Yj n. Spaarndam o., lialfweg u., GomU u.f K&tw'Jk 62Vs Door de cJaie te üaade n. 1U i schillciuio inrichtingen. Een vertrouwen, dat mot zorg tegen topzwaajheid geballast worde, door een ine tel ling, zooale wij die reeds kennen in de gecommitteerden bij de eindexamens dor gymnasia, maar zonder dat gecommitteerden en leeraren gebonden zijn aan beperkende voorschriften. De leer aren hebben te toonen, bij wie hunner leer lingen hét hun gelukt ie bijzondere voor liefde voor het vak, dat rij dooeeren te wek ken, wio hunner leerlingen uitmuntende vorderingen gemaakt hebben. De van staats wege gedelegeerden overtuigen rich, dat hier geen papegaaiwerk, geen van buiten geleerd lesje dienst doet om die uitmuntend heid te doen schitteren, maar dat wezenlijke belangstelling bij den leerling ook wezenlij ke kennis in tegenstelling van een pa raat examenantwoord heoft doen wortel schieten." „Een mislukte proeve" noemt mr G. G. van der Hoeven in de Moi-aflevering van Onze Eeuw de Beroepswet, den eer sten stap op het gebied der adminis- te"tiev© rechtspraak in ons land, dien hij aan een ernstige critiek onderwerpt. Dc fouten van die wet acht liij te ernstig dan dat zij op den duur straffeloos kunnen wor den bestendigd. Van stonde af moet dan ook tcgon haar verzet worden aangeteekend Allicht zal dan onder de nieuwe rechters, dio aan de Beroepswet hun rechtersambt zul len danken, de overtuiging ingang vinden, dat bij die wet aan groot» rechtsbeginselen is tekort gedaan, waardoor de toepassing van dio wet althans zal kunnen winnen. Eu ook om nog hoogor eon doel kan critiek op de wet nuttig zijn. Alvorens de betef' van algeheelo regeling dor administrate rechtspraak, worde ingelost, is er veol aan gelegen, dat vicieuze grondslagen der Be roepswet worden tentoongesteld Er is bij die wet werkelijk te ernstig gezondigd, dan dat niet al het mogelijke moet worden ge daan om herhaling to voorkomen. Zoowel van do Regeeringstafel als uit den boezem der Kamer zijn bij do behandeling der Beroepswet stellingen verkondigd, die in haar volle onwaarheid moeten worden ontmaskerd, opdat zij niet bij de regeling van onzo administratieve rechtspraak op nieuw tot uitgangspunt wordon gekozen Zelfs mag men zich daarmee niet tevreden stellen. Het zal niet genoeg zijn, zoo niet ten tweede male wordt gedwaald. Ook do oude fout zal dan moeten worden hersteld de Beroepswet, d.w.z. deze Beroepswet, waarmede onzo wetgeving nu is ontsierd, bohoort om den wille van het recht weer to wordon afgeschaft. Daartoe zal het tijdstip van de invoering van administratieve recht spraak bijzonder geijkt zijn Do groote fout is, dat Regeering en Ka mer ondanks do waarschuwingen, van de heeren Tijdeman en Van Idsinga art. 75 der Ongevallenwet als grondslag van deze wet hebben aangenomen. Het tweede lid van bedoeld artikel brengt juist die elemen ten op den rechterstoel, wolkc daarbuiten te houden de hoofdgrond is, waarop men ook voor publiehrochterlijko geschillen een onaf hankelijke rechter eischt. Do schrijver haalt aan, wat de Staatscom missie, benoemd bij Kon. besluit van 16 Sep tember 1891, No 14, tot voorbereiding der uitvoering van de voorschriften der Grond wet aangaande de regeling van de admini stratieve rechtspraak behoefte bestaat" „De administratie, dio, waar tusschen ha r en den ingezetene geschil rijst over de toepassing van het recht, zelve als rechter zit over dit geschil, moet bij do tegenpartij het wantrouwen wekken, dat jegens ieder, die rechter is in eigen zaak, gekoesterd wordt. Zoowel wegens do geestesrichting, welker der administratie als handelend or gaan der gemeenschap eigen is, als wegens do wcnschelijkheid, dat zelfs de schijn der partijdigheid in do beslissing van vechtsgo- sohillen worde vermeden, is ook op het ge bied van het publiek recht de controle cenor rechtorlijko macht van beide partijen even onafhankelijk, raadzaam." „Past nu" vraagt schrijver ,,dc«o voortreffelijke zinsneden, waarin heel de kern van het vraagstuk is weergegeven, mutatis mutandis eens toe op het 2de lid van art. 75 der Ongevallenwet, waarin „werkge vers en werklieden" d. w. z. werkgevers cm werklieden, die dat zijn volgens de On gevallenwet tot het rechterschap worden verheven, wat blijft er dan van dat voor schrift over? Volmaakt niets. Allo tijd en alle moeite, aan de Beroeps wet besteod, zouden nuttig, heilzaam voor het land zijn geweeet, indien aan den voor avond van do behandeling der administra tieve rechtspraak dit één© beginsel zegevie rend uit don strijd ware te voorschijn ge komen, dat, wion men ook tot het rechter schap moge willen toelaten, do belangheb benden, onder welken mantel ook bedekt, be- hooren te worden geveerd." Do schrijv r treedt dan in een critischc beschouwing van de beraadslagingen in Tweede en Eorste Kamer, waaruit altijd weor blijkt, dat men bet belang van de klasse, de belangen van de gcdingvoerende partijen in den rechter heeft willen terug vinden en dat men volkomen blind is ge weest voor het beginsel, dat voor deugde lijke rechtspraak onpartijdigheid niet al leen, maar volkomen onbevangenheid van den rechter eerste eisoh is. „Hoe men de zaak ook wende of kcere, do uitslag kan geen andere zijn dan dat klassebelang een dor overwegingen zal wor den, waarop de uitspraken van deze admi- nirtratief rechteriijke colleges zullen worden gevestigd. Ondanks alle betoog over klasöejustitie heeft ons volk. Cod lof, het vertrouwen in de onpartijdigheid van den rechter behou den. Mag men nu aan dat „stuk geloof" gaan tomen? Zal niet de invoering van deze „klassejustitio" een verderfelijken invloed i loten hebben op de beschouwing, die men over den rechteT in het algemeen heeft De uitvoering had ten minste zoo kunnen zijn, dat het. belanghebbenden-element in do raden van beroep tot de kleinst mogelijke afmetingen ware teruggebracht. Maar het tegendeel is geschied. In die raden is hot overwicht bij hot belanghebbenden-element gelegd. Feitelijk zullen het de werklieden en werkgevere zijn, dio met het doen eeneï voordracht ee ntal der hunnen tot hef rechterlijk an benoemen. Het ei genaak dige doét zich daarbij voor, dat. hoe slechte® het kaartensysteeir, zal werken, des te meer zal wordon voldaan aan de eisc! idie voo® een rechterlijke benoeming mogen wordetf gesteld, wat door schrijver met een voott beeld wordt toegelicht. Ook wijst hij op het gevaar, dat nog naasb de klasscbelangen do vakbelangen daaren* boven hun invloed op de beslissing van dea raad van beroep zullen laten gelden. „Do conclusie. Een gerecht, voor vier vijf don samengesteld uit. rechtere, door belang hebbenden uit belanghebbenden aangewezen volgens een systeem, dat eer er op gericht lei do politiek daarbij binnent» halen, dan haar te werenrechters, aangewezen vootf een korte spanne tijds, telkens opnieuw vooi* het rechterschap van hun kiezers godaagek en daardoor meer levend in een besef vuf onderdanigheid dan van onafhankelijkheid; rechters zonder eenigen waarborg voor h*1$ nis lot hun ambt uitgeroepen, wier rechter schap een einde neemt, zoodra eenige praotij sche ervaring hun gemis aan bekwaamheid zou kunnen gaan vergoedenzietdaar in en,-' kelo woorden wat deze administratief rech terlijke colleges zullen zijn. Ie het te veel g£> zegd, het een bespotting te noemen van a\ ministratieve rechtspraak? Administratief rechtspraak, die noodzakelijk is. omdat, zo§? lang uitspraak wordt gedaan door corf macht, die tcveno rechter is en partij, op die de waarborgen mist voor volkomen on partijdigheid, do heilzame overtuiging nief zal kunnen ingang vinden, dat in den recufc staat boven al staat de heerschappij van h<. recht, van de wet, wier regelen, objectief zonder aanzien van de personen, die het ga ding voeren, kunnen worden afgedwongen. Met volkomen negatie van de eerste begiix- bel i des rechts, in eendrachtige samenwer king van allo partijen is ons Tand een web" opgedrongen, die niet anders kan dan een van onze edelst» volksovertuigingen, het ge loof in de onpartijdigheid van don rechter, vernietigen." Do schrijver betoogt ten slotte, 'lat eeJL volksleven op den duur meer kracht put uro do zege van het Recht dan voldoening a&jï materieel© behoeften schenken kan. Hij hoopt, dat do Regeering ongelijk zal erken nen en van stonde af aan zich voornemen, geen wetsontwerp tot regeling onzer admini stratieve rechtspraak in te dienen, zondek een voorstel tot intrekking dor Bcroepswetf daarbij te voegen. Verlies ran liet Nederlanderschap* Op 1 Juli zal de wet van 12 December 1892 op het Nederlanderschap en het inge zetenschap gedurende 10 jaren ln werking zyn geweest. Mitsdien zullen, krachtens art. 7, 6o. diep wet, de Nederlanders, die gedurende dat gf heele tlonjarige tydvak, behalve ter zake van 's lands dienst, woonplaats hobben buiten het Ryk en ztjn koloniën of bezit; tingen in andere werelddeelen, op genoemden dag de hoedanigheid van Nederlander vefv liezen, tenzy zy de In genoemd wetsvoof- schrift bedoelde kennisgeving hebben gedaat- St.-Ctvj Saiiiaracca-expeditle. De commissie tot wetenschappeiyk on(jvr- zoek van Suriname ontving uit Paramaribo van den leider, den heer A. J. van Stockunt' het volgende telegram: „Expeditie te Para maribo teruggekomen, de bronnen van dé Saramacca bereikt, op terugweg nog top be klommen op waterscheiding tusschen Sara- macca- en Suriname-rivier, keeren met dé boot van 6 Mei naar Holland terug. Gezond heidstoestand over het geheel zeer goed". BOSKOOP. B e v a 11 e d: M. Ramp geb. Pronk Z. S. de Vogel geb. Pannebakkor. J. Krom hout geb. Koster D. L. Gelderblom geb. Keijzek D. C. M. Binken geb. Slootjes D. Overleden; J. F'aase 3 w. Gehuwd: W. J. F, Groen 24 j en C. R. Loeff 24 j. J. 0. Verlaan 27 j. en M. M. Benschop 21 j. OEGSTGEEST. Gehuwd: G. H. Hoogervorst en P. Chr. Lubbe. L. van Leeuwen en N. van Klei. Geboren: Nicolaaa, Z. van J. Glasbergen en G. Bouwman. Willem Gerrit, Z. van W. van der Giessen en H. van Zjjverden. Huibreoht, Z. van K. van Leeuwen eu G. van Dam. Mar- tinus Jacob, Z. van C. Bakker en C. Koningen. Maria Catharina Cornelia, D. van C. M. de Wit en J. Duivenvoorde. Overleden: Cornells Vink 1 j. WOUBRUGQE. Bevallen: J. Versloot geb. Zuljdam Z. ZEVENHOVEN. Be val 1 en: M. van Leeuwen geb. De Lnngo D. M. Qroeneweg geb De Heer D. Overloaen: K. Koole, wed. van W. v. Vliet, 89 i. A. Pieterse, wed. van W. Voert, 70 j. Gehuwd: P. G. van Kempen met J M. Turkenborg. ZWAMMERDAM. Bevallen: N. van der Laan geb. v. Dam Z. J. de Jong geb. Ram D. J. de Heor geb. Op 't Landt D. J. Dam geb. Abbekerk D. Overleden: M. Hoogerwaard, wed. van W. Hogendooru. 71 j. ZOETERWOUDE. Geboren: Karei Marinos, Z. van P. v. d. Akker en A. v. d. Pouw Kraan. Theodora Adriana, D. van P. Vlasveld en A. W. Opdam. Ondertrouwd: N v. d. Voort jrn. 35 j.„ wonendo te Loosduinen, eu E v. d. Poel jd. 26;., wonende alhier. Th. Molenkamp jm. 25 j. en Jac. den Eisen jd. 27 j., beiden alhier. J. Brugman jm. 26 j., wonende te Hazerawouda, on J. den Elien jd. 26 jwonende alhier. Overloden: Nicolaas Dol 8 m., Z, van N J. Dol en P. Kattevilderr. Noord-Zuid-Hollaudsche Stoomtramweg- Maatschappij HaarlemLelden. April. Reizigers. Goederen Diversen Te zaaien Vorlgo rand. Totaio opbrt Per dag-kiloni. Op mi 'ut in 131.3. Yersohll. 11875.35 ƒ109 1.45 89S.90 13 6.33 1416.67» 81.29' 609.24» 4r3.i4 205.8 1S849.97» f 12331.66* - ƒ1018.41 24601.83». 25866.77 1250.93* 3SI5 SI f 38697.83» 242.50^ f 11.41 U.52 0.03

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 6