No Ï3?43 Maandag 27 April. A* trol Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Officieels Kennisgeving. FEUILLETON. De dilettant. LEIDSCH DAGBLA PRIJS DEZER COURANT i Voor Leid:n per week 9 Oents j per 8 maanden f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 1.30. Praiico per post 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 10 regels 1.06. Iedere regel meer /"0.17J. Grootere letters naar plaateruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contantelk tiental woorden meer 10 Oents.Voor hot incasseeren wordt/"0.05 berekend. Openbaar Slachthuis. Burgemeester en "Wethouders van Leiden; Brengen ter algemeene kennis: dat zy, die op het Openbaar Slachthuis eenlg bedrijf uitoefenon of eonige werkzaam heden in verband daarmede verrichten, aldaar geene personen in dienst mogen hebben zonder vergunning van den Directeur en wier namen, Yoomamon, ouderdom, geboorte- en woon plaats niet vooraf ten kantore van den Direo- 'teur zy*n opgegeven; en noodigon mitsdien belanghebbenden uit onder overlegging van do bovenbedoelde opgaven zoo spoedig mogeiyk de vereisohte vergunning by den Directeur aan te vragen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 24 April 1903. Openhaar Slachthuis. BURGEMEESTER en WETHOUDERS ran Leiden; Brengen ter aJgemeesie kennis: dat het kourlokaal met ingang van den lsten Mei e. k. verplaatst wordt van het ge bouw aan de Hooglandsche kerk naar het Openbaar Slachthuis; dat aldaar van af genoemden datum de keuring van levend vee en ingevoerd vleesch zal geschiedenen dat met het ingevoerd vleesch moeten ge volgd worden de wegen, aangegeven in ar tikel 6 dor verordening op den invoer, het vervoor, den doorvoer, de Keuring van vee On vleesch en d$n handel in vleesch in de gemeente Leider* te weten a. Haagweg, Haagbrug, Noordeinde, Kort Rapenburg, ï^mrdesteeg, Blauwpoorts- hrug, Steen6traat, Rhijnsburgerbrug, Rhijns burgersingel, Mareskigel, Openbaar Slacht huis. b. Rhij nsbu rgerweg, Stationsweg, Rhijns burgersingel, Maresingel, Openbaar Slacht huis. 'c. Hooge Rijndijk, Utrechtsche brug, iUtrecht-sohe veer, Zijlsingel, Heerensingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis. d. Zoeterwoudsche weg (Heerenstraat), Witte Singel, Noordeinde, Kort Rapenburg, Poardes^ccg, Blauwpoortsbrug, Steen6traat, Rhijnsburgerbrug, Rhijnsburgersingel, Ma resingel, Openbaar Slachthuis. e. Morschweg, Morachsingel, Rhijnsbur gersingel, Maresingel, Openbaar Slacht huis. Haarlemmer] aagp ad, (Haarlemmer weg), Maresingel, Openbaar Slachthuis. g. Marsdijk, Rhijnsburgersingel, Mare singel, Openbaar Slachthuis. h. Lage Rijndijk, Heerensingel, Mare singel, Openbaar Slachthuis, Bereikt vleesch de gemeente per Staats spoor of per Hollandschc IJzeren Spoor, aan io de te volgen weg: Stationsweg, Rhijncburgersingel, Maresingel, Openbaar Slachthuis, of, indien aan den Haagweg gelost wordt, die onder a aangegeven. Bereikt vleesch de gemeente te water, dan nv ^t het te water vervoerd worden naar den Maresingel vóór het Openbaar Slachthuis en van daar overgebracht naar het keurings lokaal of, zoo dit niet mogelijk is, te wa ter vervoerd naar een der onder ih ge noemde landingsplaatsen; t. naar de gewone losplaatsen der Kafc- wijksohe booten, van daar Steen straat, Rhijnsburgerbrug, Rhijnsburgersingel, Ma resingel, Openbaar Slachthuis; naar de Haven, noordzijde, van daar Oude Heerengracht, Maresingel, Openbaar Slachthuis; Jc. naar het Utrechtsche veer, van daar Zijlsingcl, Heerensingel, Maresingel, Open baar Slachthuis. Vlce6ch, door beurtschippers en loopere ingevoerd, die hun lig- en standplaatsen hebben op de Yischmarkt, den Nieuwen Rijn, de Hoogstraat, den Ouden Rijn, of de Aalmarkt, moet langs Aalmarkt, Kip- penbrug, Vrouwesteeg, Haarlemmerstraat, Lange Mare, Korte Mare, Maresingel naar het Openbaar Slachthuis gebracht worden. Burgem. en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEIJST, Secretaris. Leiden, 24 April 1903. j Openbaar Slachthuis. Burgemeester en Wethouders van Lelden; Gelet op artikel 4 der verordening van den 18den September 1902, betreffende het oprich ten, hebben of gebruiken van slachteryen of vllderyen van ree, penssryen of darmwas- scheryen (Gemeenteblad No. 12); de artikelen 8 en 7 der verordening van den 11 den December 1902, regelende de hef fing en invordering van belastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis; artikel 42 der verordening van den 22sten Januari 1908 op den Invoer, het vervoer, den doorvoer, de keuring van vee en vleesch en den handel ln vleesch in de gemeente Leiden Brengen ter algemeene kennis: dat de dag der opening van het Openbaar Slachthuis bepaald it op Vrijdag 1 Mei e. h. en dat het slachthuis mitsdien met ingang van dien dag zal worden in gebruik genomen dat echter ingevolge het bepaalde by het 2de lid van artikel 4 der verordening van den 18den September 1902 voornoemd de uitoefening der bedrijven, waartoe vereischt worden slachterijen of vilderijën van vee,pense- rijen of darmwasscherijéh alsnog gedurende ééne maand na de opening van het slachthuis geoorloofd blijft in inrichtingenwaartoe vóór den 1 Mei 1903 vergunning is verleend. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 25 April 1903. V Weer ecus de vervroegde win kelsluiting. De tijd gaat snel, hervormingen komen langzaam. Slechts wie dit bedenkt houdt moed om te streven naar verbetering van maatschappelijke toestanden. We kwamen tot deze uitspraak, boon we dezer dagen onwillekeurig er aan werden herinnerd, wat or geworden is van de opge wekte beweging, die langen tijd geleden in den lande ontstond om te komen tot ver vroegde winkelsluiting, welke beweging ook naar onze gemeente oversloeg. Men weet hoe het ging. In de Residesntio was een hoofdcomité opgericht en in de verschillende steden des lande spanden voorstanders er zich voor om plaatselijke comité's in het leven te roepen. Zoo ging I het ook in onze stad. Na een paar opgewek- i te vergaderingen, waaruit bleek, dat niet j alleen de bedienden zelf, deze hadden l weinig gelegenheid om te getuigen maar ook de patroons de zaak toegedaan waren, werd naar wij me en en ook te Leiden een oomité opgericht. Een enikole patroon maakte bezwaar, doch alleen uit vaderlijke bezorgdheid met het personeel, dat, naar men vreeede, zijn vrijen tijd dee avonds niet goed zou gebruiken. Het moeten sterke beenen zijn, die de weelde van een vrij avonduur kunnen dragen1 Deze patroonB en hiermede bewezen ze toch, dat de werkdag voor de winkelbedien den over het algemeen te lang is wilden echter wel des middags een uur langer slui ten om him pereoneel gelegenheid tot rust of gepaste ontspanning te geven. Ook het publiek betuigde sympathie met het streven, zoowel hier als oldere. Alleen voor den Zaterdagavond, wanneer de tal rijke workmanskla6se gewoon is de inkoo- pen te doen, reserveerde men een uitzonde ring. Welnu, dat was geen bezwaar. Op den Zaterdag volgt de Zondag, een zoo niet geheel, dan toch voor do meesten ge deeltelijk vrije dag. Len maatregel, waar een trio van belanghebbenden zich voor ver klaarde, zou men zeggen, moest wol slagen en ditmaal eens zonder bindende wettelijke bepalingen. En toch en hieruit blijkt ons voorop gezet beweren, dat hervormingen langzaam tot fltand komen na zooveel tijd is de beweging, die eenmaal boo mooi opbloeide en vruchtbaar leek te zullen rijn, schijnbaar dood. In het land verneemt men er niet meer van, in onze stad evenmin. Heeft zij dan in het geheel niets uitge werkt? Het lijkt zoo wel, toch is het zoo niet. Zonder vrucht is de beweging in onze stad althans niet geweest. Wij spraken dezer dagen een paar pa troons, die beiden oen drukke winkelzaak doen, die, aangegrepen door de beweging van voor ruim een jaar, en voorstanders van vervroeging der sluiting, daarmede geleidelijk waren begonnen. Ze hadden na melijk him zaak 's avonds een half uur eer der gesloten, met het doel, als het goed ging en het navolging vond, den werkavond nogmaals roet een half uur in te korten» En wat waa van dezen maatregel het go- volg? Na oen Jaar proef konden ze gul ver klaren dat ze niets minder haden verkocht en nooit nadeel van den maatregel hadden ondervonden. Wij meenden dit niet fce moeten verzwij gen; het moge andere patroons tot navol ging opwekken on de mannen en vrouwen, die tot de eerste beweging het initiatief namen, den moed geven opnieuw de strijd tegen sleur en vooroordeel aan te binden Wie weet of een vernieuwde aanval de overwinning niet volkomen maakt. LEIDEN, 27 April. Tot directeur van het Ryks-Museum van Oudheden alhier ia in de plaats van wyien dr. W. Pleyte benoemd prof. dr. A. E. J. Holwerda, hoogleeraar ln .de Faoultolt der Letteren en Wysbegoerte, speciaal vpor Grlek- Rrhe en Romelnsche Oudheden en geschie de iis. Prof. dr. W. C. van Manen, hoogleeraar alhier, heeft zyn voornemen te kennen gege ven om met den aanvang van den nieuwen academl8chen cursus zyn ambt neder te leggen. Het was na treurige omstandigheden, dat de Leldsche Tooneelvereenlglng „Jacob Cats" gisteravond ln den Schouwburg een uitvoering gaf. De werkende leden hadden een stuk ln studie, toen hun medelid deo heer A. D. Uljee, dia een der hoofdrollen daarin iou vervullen, het bekende noodlottige ongeluk met doodelyken afloop trof. Onmoge- ïyk was het natuuriyk niet den overledene te vervangen, maar uit plötelt tegenover hem, met wien zy reeds zooveel repetities hadden meegemaakt, gevoelden de leden zich toch niet voldoende opgewekt om nu reeds zonder hem, met de nog zoo veracht herinnering vaQ zyn aangename medewerking, met dat stuk voor het voetlicht te komen. Een uitvoering moest er eohter gegeven worden: en zoo gebeurde het dat leden en oud-leden de handen ineensloegen en de kouze deden vallen op een reeds vroeger gegeven voorstelling, nl. van „Verlaten", tooneelspel in drie bedryven naar het Zweedsch van Alfhild Agrell, vertallDg van J. A. Holtrop. Het braoht de achoone dagen in herinnering van den natlonalen wedstryd, door Jacob Cats" nu vier Jaren geleden gehouden by gelegenheid van haar 2ö-jarlg bestaan. Zy gaf het toen bulten mededinging op den avond der pryeultdeellng en oogste er den meesten bUval moe, alsmede woorden van hulde van de hoogleeraren Ten Brink en Kern, leden der jury. Ook thans was het een genot, dat be- eohaafde optreden ln het hoogst moeliyke stuk gade te alaan en het edele samenspel te waardeeren. Allen vormden een geheol Eooals men moeliyk van dilettanten en welke verdlonateiyken dilettanten waren het hier l anders mag verwachten. Groot was dan ook de aandacht aan de vertolking geschonken, berhaaldeiyk de terugroeping en welverdiend de hulde door den voorzitter van de schouwburg- commissie zeiven gebraoht aan de dame, die als Thora Edlln een der hoofdrollen vervulde, door de aanbieding van een prachtig bloem stuk, een onderscheiding, waarin ook de overige medewerkenden deelon. Na de pauze werd gegeven „Een kop thee," biyspel in óón bedryf, naar het Fransch door A. L. J. Landró. Daarin traden wederom de uitstekende kraohten te voorechyn, zoodat het geheel „vlot van stapel" liep en veel ge noegen versohafte. Ook wat het tooneel zelf betreft, was het een wólverzorgde avond. Het aanzienlijk tekort van do Chr. 8oholen voor on- en minvermogenden alhior is thans ruimschoot® gedekt door gaven van hier en elders. Da Johs. Drost ontving daar voor van een bevriend persoon van elders „een sluitsteen" van f655. Het tekort was grooter dan ten vorigen jare en is in korter tijdsruimte dan toen gedekt. De heer Ooetenga, onderwijzer aan de Chr. school aan de Middelstegracht alhier, benoemd tot hoofd der Chr. school te Goastmeer, wordt in do laatste functie den lsten Mei geïnstalleerd. Voor do akte lager onderwijs is ge slaagd: mej. A. M. E. de Leeuw, van Leiden. Tijdens de detacheering van den kapi tein Kraak te Amsterdam, wordt de kapitein Makkink belast met de leiding der schiet oefeningen voor burgorporsonen alhier. De „Loidsche Dilettantenclub", opge richt 1 December 1881, gaf Zaterdagavond ln de groote zaal van het hotol „Du Nord" ei.'i uitvoering met introductie, nadat ze vroeger gewoonlijk in do sedert gesloten zaal van den heer Ephraïm haar voorstellingen gaf. De banier verhief zich tor zijde van het tooneel uit een mooio plantengroep. Toen enkoio musici, welke zich ook godu- rende don verderen loop van don avond in de groote on kleine pauze deden hooren, ccn marsch en een ouverture haddon uitgevoerd, betrad de voorzitter het tooneel om don lo den met hun dames en vorderen genoodig- don, waaronder vertegenwoordigers van zusterverenigingen, hot welkom too to roe pen en er aan te herinnoron, dat redenen buiten don wil van hot bestuur en do wer kende leden, oorzaak waren, dat or sedert de vorigo uitvoering moor tijd vcrloopon was, dan in de bedoeling lag. Daarvoor zullen echter dank zij den ro- gissour de aan" zigen vergoed worden in hetgeen wordt aangeboden, want het eerste stuk: „Zij is krankzinnig", tooneelspel in twee bedrijven, door mr. J. H. Burlago, zou worden vertoond door do „oude gardo". zoodat spr. niet twijfelde of allee zou gooa gaan. En het deed dit ook. Do dames en heoron kenden hun rollen, speelden niet zondor vol doende uitdrukking daarin te loggen on worden dus, niet onverdiend, menigmaal toegejuicht. Daarna werd van opgowokten aard, bod do voorzitter gezegd gegeven: „Ik wil trouwen, of De huwolijksadvortentlo", kluchtspel met zang in één bedrijf door P. K. do Vries, waarvan dezelfde voorzitter had aangekondigd, dat het vertoond zou worden door nieuwe krachten, die noch hior noch elders waren opgetreden, zoodat het lijntje b:'j het booordeelon niet al te strak moosfc worden aangehaald. Toen dit stuk was afgoloopon, cn de vor- toonore en vertoon stors waren teruggeroe pen, deelde de voorzitter mede, dat hier niet g- volgd werd do in andere Vereenigingen ge bruikelijke gewoonte, om bouquetton of kr-isen aan te bioden, wolko binnen conigon tijd toch maar verwelken. Daarentegen word een der medewerksters, mej. Elkorbout, met een blijvende berinnering voreord, door op haar borst te hechten het insigne van lid van verdienste, waartoe zij lieden benoemd waa geworden, voor do moeite cn opofferingen, wolko zij zich voor do Voreoniging had ge troost, waarop fanfares en applaus volgden. En wat nu do vortooning zelve betreft, daaromtrent richtte do voorzitter tot do aan wezigen do vraag, of het spel hun' allen be vallen was, waarop antwoorden van: „Ja! Ja!" volgden. Dan zoide hij don dames en heoren hartelijk dank voor hun optredan, maar het gevolg van dit nicuwerwoteche ple- bisoi t is, dat de critiek mot lamheid was geslagen De uitvoering word mot een Am or ik aan- eohen Reel ome-op tocht on een bal besloten. De „Sts.-OtNo. 97 bevat de akte van opriohtlng van de naamlooze vennootschap „Algemeene Nederlandsche maatsohappy tot exploitatie van onroerende goederon, to Lolden." Het doel Is: de exploitatie van het landgoed Den Byiand met zalmvisschery, hetwelk in deze vennootschap wordt Ingebracht, benevens ▼an zoodanige andere goederen, als zy nu of later mocht verkrygen. Duur: 26 Jaren. Hot kapitaal bedraagt f 600,000, verdeeld ln 500 aandeelen Yan f 1000, en Is geheel geplaatst. In het maatschappeiyk kapitaal wordt o.o. deelgenomen door den heer P. J. van Eyk voor 490 aandeelen, waarop wordt Ingebracht de Byiandsche Waard en 's-Graven Waard, golegen onder de gemeente Herwen en Aerdt by Lobith, bestaande uit boerenbehulzlng, 14) Lorenz zat naast haar, bleek en ernstig. Hy was zelfs elegant in zyn rouwpak met zwarte handschoonen en een nieuwe studentenmuts, waarvan de lange zyden rouwkwast neerhing als een zware zwarte veer. Hy dacht, dacht zeer veel, terwyi hy daar zat aan de ïykkist van zyn vader. Hy zag hem düldelyk voor zich, den grooten, sterken man, die van dag tot dag krommer werd en Wiens etappen op de trap al langzamer en zwaarder waren geworden, tot hy eindeiyk niet moer naar beneden kon gaan. Toen moest zyn moeder hem vervangen. Het was zoo koud, zoo bitter koud daar beneden en baar fijne handen werden dik en rood, maar zy moest den winkel besturen, terwyi zy tevens don patlönt had op te pas- |©n. Elk oogenblik klom zy weer naar boven om te zion, of haar man ook iets noodig had. Én wanneer zy dan 's avonds den wlDkel had gesloten en moe boven kwam, dan, dan waakte zy des nachts. En Lorenz, wat deed hy? Niets. Hy had eigeniyk B9dert hy student was goworden fcog niets gedaan. In het begin van zyn studententyd, zoolang zyn vader nog wel was, tooest hl) een beetje uitrusten van het eind examen van het gymnasium. Overdag ging hy wat wandelen en 's avonds was hy op de studentensociëteit. Hy behoorde t-zhr reeds tot de corypheeön. Hy had een praehüg lied gemaakt en al verscheidene tooeten geslagen. Voor Kerstmis zou een tooneelvooratelllng worden gegeven, waarin enkel studenten speelden. Hy had beloofd, een proloog te zullen schryven en een rol in een der stukken op zich te nemen. Maar toen werd zyn vader ziek. Dat was onaangenaam, zeer onaangenaam. Nu moest by het grootste deel van den dag thuis biyven en 's avonds kon hy ook niet naar do sociëteit gaan. Lorenz zat in zyn kamer en probeerde een beetje te lezen en ook een beetje te sohry ven, maar het wilde niet gelukken. Zoo nu en dan ging hy naar het bed van zyn vader, gaf hem water en medicynen en schudde het kussen eens op. Dat was alles, wat hy doen kon, maar zyn vader was er hem dankbaar voor en keok hem met liefdevolle blikken aan. Toen kwam de morgen van Kerstmis en terwyi de kerkklokken luidden, rustte zyn blik woor de laatste maal liefdevol op zyn vrouw en zyn zoon en sloten zyn oogen zich voor altyd. Lorenz zag het nog, terwyi hy daar naast zyn moeder In de kapel zat. Nu was hy haar eenlge steun en nu moest hy ook beginnen te werken, opdat zy zoo Bpoedig mogeiyk er van bevryd kon worden, daar beneden Inden akeligen winkel te staan. De klokken begonnen te lulden. Lorenz streek zyn handschoenen glad en zette zyn studentenmuts terecht. Het was toch heel interessant, zoo de hoofdrol ln een drama te spelen, dadeiyk achter de ïykkist naast zyn moeder te loopen en aan het graf te staan en den geheelen rouwstoet de hand te drukken. Als er maar veel van zyn kennissen kwamen, soodat het een lange stoet werd. Ja, or waren veel aanwezig. De kapel liep langzamerhand vol. Windahl hinkte zachtjes rond en deelde een gezang rond, dat gedrukt "was op papier met een rouwrand, de organist speelde de psalmmelodie, de weesjongens zongen en daar na hield de predikant een toespraak. Het was zeker een goede toespraak, maar Lorenz hoorde er niet veel van. Hy kon zyn gedachten niet bU elkaar houden, want hy dacht aan zooveel, zoo waanzinnig veel. De slotpsalm was uit; de lykdragers, met afgedragen hooge hoeden op, tilden de kist op en toen zette zich de sombere stoet ln beweging. De sneeuw kraakte onder hun voeten. Na afloop van do plechtige begrafenis namen Lorenz en zyn moeder met mynheer en me vrouw Norderud plaats in een gesloten rij tuig, een weelde, welke zy zich nog niet weer hadden veroorloofd, sedert zy Falkestad verlaten hadden. Thuis was een eenvoudig middagmaal be reid. Behalve de familie, zaten enkel de Wlndahls en mevrouw Norderud mee aan. Mevrouw Windahl had het eten klaar ge maakt en toen zy aan tafel kwam met een klein tikje roet onder den neus, kon Lorenz niet nalaten, aan den tyd op Falkestad terug te denken, toen zy als juffrouw Michelsende verloofde van den onderwyzer was. Een twee de omstandigheid, welke er ook toe bydroeg, dat deze herinneringen werden opgewekt, was, dat Tomlne aan tafel bediende. Nu me vrouw Falk altyd ln den winkel moest zyn, had zy een meid Doodig, en Tomlne, die toe vallig geen dienst had gehad, wilde wel graag weer by haar dienen. Na tafel gingen de Wlndahls naar huis om naar hun kiemen Gasten fee alen, <tte niet heelemaal wel was, en mevrouw Werlund ging terug naar haar winkel. Zy had juist een brief van Ferdinand gekregen, die binnen kort terug werd verwacht. Haar zaakje ging minder goed, zoodat zy niet ln staat waa hem langer in het buitenland te laten biyven, en bovendien was zy ook van meening, dat hy nu het Fransch al flink machtig moest wezen. Lorenz ging naar zyn kamer en Ole Daniel Norderud ging in een leuningstoel zitten om zyn middagslaapje te doen. Mevrouw Falk en mevrouw Norderud zaten sameu aan het raam. Mevrouw Norderud'a blik viel toevallig op mevrouw Falk's roode handen. „Je kykt naar myn handen, Ragnhlld. Ze zyn nu niet meer zoo blank als destyda, toen we op Falkestad woonden en ik bloemon plukte met tuinhandsohoenen aan." „Men kaD niet zyn heele leven lang mot zyden handschoenen loopen en bloemen sny- den," antwoordde Ragnhlld. „Jfl beDt my liever zooals je nu bent." „Het ls een moeliyke tyd geweest." „Een treurige Kerstmorgen, Beate." „Het was maar goed, dat het Juist op Kerstmorgen waslk behoefde toen niet naar den winkol te gaan en ik had tyd om uit te schreien en uit te rusten," „En wat moet er nu van Lorenz worden „Hy moet nu ln vollen ernst beginnen fce studeeren." „In vollen ernst I Ja, gave God, dat het zoo was. Wanneer hy ook ln vollen ernst maar met zyn gedweep ophield I" „Dat kan hy niet. Hy heeft met zyn werk al veel succes in de studentenwereld en allen zeggen, dat hy zeer begaafd la." „Maar men kan van begaafd-wezen niet leven." „Hy zal schryvor worden." Ja, dat is ook oon prachtige loopbaan bier ln Noorwegon. Neen, laat hom ln de rechton studeeren, op tyd zyn examons doon en probeeren, een betrekking te krygon aan een van de ministerios. Dat ls toch een vaste, behooriyko positie en veel boter dan zyn heele leven als gonle rond te loopen. Ik heb een stuk of wat van zulke hooren gekend. Dat Js liet ergste gespuis, dat er le." „Nu ben je weer te streng. Er kunnen ook zoer goed, brave menscbon onder hen zyn. Maar als ik oprecht zal wozen, dan moet ik zeggen, dat ik ook hot liefst zou zien, dat Lorenz do acbrUvery aan kant deed. Hot if uiterst mooiJyk, op dat geblod het tot iets flinks te brengen." „Annette en ik spreken zoo vaak over hem. Zy klost altyd zyn party." „Dat ls aardig van haar. Zy Is zoker aI een heel molsje geworden?" „Ja, en ook een flink meisje. Nu myn man en lk uit zyn, zorgt zy voor alleB." De Norderuds zouden met den avondtrelu vertrekken. Mevrouw Falk en Lorenz brachten hen naar het station en gearmd liepen moeder en zoon terug naar huls. Er lag veel sneeuw in de straten, het liep moeilijk en het was bitter koud; maar binnen ln hun kamer was hot warm en behaaglijk. Tomlne had de kachel eens goed opgopook» en een paar lampen aangeetokon. .Nu z(Jn wfl alleen, geheel alleen, zeld» mevrouw Falk tegen Lorenz, met haar hand over zyn donkere haar strykömte* .WH sullen het eameh wel redden, mama. WH hebben Immers ons aangename tehuis, waar allea aoo kalm en warm, zoo U°b» 60 "traklDd (W.ordt ferwoW

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 1