No Ï3?43
Maandag 27 April.
A* trol
Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Officieels Kennisgeving.
FEUILLETON.
De dilettant.
LEIDSCH
DAGBLA
PRIJS DEZER COURANT i
Voor Leid:n per week 9 Oents j per 8 maanden f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 1.30.
Praiico per post 1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 10 regels 1.06. Iedere regel meer /"0.17J. Grootere letters naar
plaateruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oents contantelk
tiental woorden meer 10 Oents.Voor hot incasseeren wordt/"0.05 berekend.
Openbaar Slachthuis.
Burgemeester en "Wethouders van Leiden;
Brengen ter algemeene kennis:
dat zy, die op het Openbaar Slachthuis
eenlg bedrijf uitoefenon of eonige werkzaam
heden in verband daarmede verrichten, aldaar
geene personen in dienst mogen hebben zonder
vergunning van den Directeur en wier namen,
Yoomamon, ouderdom, geboorte- en woon
plaats niet vooraf ten kantore van den Direo-
'teur zy*n opgegeven;
en noodigon mitsdien belanghebbenden uit
onder overlegging van do bovenbedoelde
opgaven zoo spoedig mogeiyk de vereisohte
vergunning by den Directeur aan te vragen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 24 April 1903.
Openhaar Slachthuis.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
ran Leiden;
Brengen ter aJgemeesie kennis:
dat het kourlokaal met ingang van den
lsten Mei e. k. verplaatst wordt van het ge
bouw aan de Hooglandsche kerk naar het
Openbaar Slachthuis;
dat aldaar van af genoemden datum de
keuring van levend vee en ingevoerd vleesch
zal geschiedenen
dat met het ingevoerd vleesch moeten ge
volgd worden de wegen, aangegeven in ar
tikel 6 dor verordening op den invoer, het
vervoor, den doorvoer, de Keuring van vee
On vleesch en d$n handel in vleesch in de
gemeente Leider* te weten
a. Haagweg, Haagbrug, Noordeinde,
Kort Rapenburg, ï^mrdesteeg, Blauwpoorts-
hrug, Steen6traat, Rhijnsburgerbrug, Rhijns
burgersingel, Mareskigel, Openbaar Slacht
huis.
b. Rhij nsbu rgerweg, Stationsweg, Rhijns
burgersingel, Maresingel, Openbaar Slacht
huis.
'c. Hooge Rijndijk, Utrechtsche brug,
iUtrecht-sohe veer, Zijlsingel, Heerensingel,
Maresingel, Openbaar Slachthuis.
d. Zoeterwoudsche weg (Heerenstraat),
Witte Singel, Noordeinde, Kort Rapenburg,
Poardes^ccg, Blauwpoortsbrug, Steen6traat,
Rhijnsburgerbrug, Rhijnsburgersingel, Ma
resingel, Openbaar Slachthuis.
e. Morschweg, Morachsingel, Rhijnsbur
gersingel, Maresingel, Openbaar Slacht
huis.
Haarlemmer] aagp ad, (Haarlemmer
weg), Maresingel, Openbaar Slachthuis.
g. Marsdijk, Rhijnsburgersingel, Mare
singel, Openbaar Slachthuis.
h. Lage Rijndijk, Heerensingel, Mare
singel, Openbaar Slachthuis,
Bereikt vleesch de gemeente per Staats
spoor of per Hollandschc IJzeren Spoor,
aan io de te volgen weg: Stationsweg,
Rhijncburgersingel, Maresingel, Openbaar
Slachthuis, of, indien aan den Haagweg
gelost wordt, die onder a aangegeven.
Bereikt vleesch de gemeente te water, dan
nv ^t het te water vervoerd worden naar den
Maresingel vóór het Openbaar Slachthuis
en van daar overgebracht naar het keurings
lokaal of, zoo dit niet mogelijk is, te wa
ter vervoerd naar een der onder ih ge
noemde landingsplaatsen;
t. naar de gewone losplaatsen der Kafc-
wijksohe booten, van daar Steen straat,
Rhijnsburgerbrug, Rhijnsburgersingel, Ma
resingel, Openbaar Slachthuis;
naar de Haven, noordzijde, van daar
Oude Heerengracht, Maresingel, Openbaar
Slachthuis;
Jc. naar het Utrechtsche veer, van daar
Zijlsingcl, Heerensingel, Maresingel, Open
baar Slachthuis.
Vlce6ch, door beurtschippers en loopere
ingevoerd, die hun lig- en standplaatsen
hebben op de Yischmarkt, den Nieuwen
Rijn, de Hoogstraat, den Ouden Rijn, of
de Aalmarkt, moet langs Aalmarkt, Kip-
penbrug, Vrouwesteeg, Haarlemmerstraat,
Lange Mare, Korte Mare, Maresingel naar
het Openbaar Slachthuis gebracht worden.
Burgem. en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEIJST, Secretaris.
Leiden, 24 April 1903.
j
Openbaar Slachthuis.
Burgemeester en Wethouders van Lelden;
Gelet op artikel 4 der verordening van den
18den September 1902, betreffende het oprich
ten, hebben of gebruiken van slachteryen of
vllderyen van ree, penssryen of darmwas-
scheryen (Gemeenteblad No. 12);
de artikelen 8 en 7 der verordening van
den 11 den December 1902, regelende de hef
fing en invordering van belastingen voor het
gebruik van het Openbaar Slachthuis;
artikel 42 der verordening van den 22sten
Januari 1908 op den Invoer, het vervoer, den
doorvoer, de keuring van vee en vleesch en
den handel ln vleesch in de gemeente Leiden
Brengen ter algemeene kennis:
dat de dag der opening van het Openbaar
Slachthuis bepaald it op Vrijdag 1 Mei e. h.
en dat het slachthuis mitsdien met ingang
van dien dag zal worden in gebruik genomen
dat echter ingevolge het bepaalde by het
2de lid van artikel 4 der verordening van
den 18den September 1902 voornoemd de
uitoefening der bedrijven, waartoe vereischt
worden slachterijen of vilderijën van vee,pense-
rijen of darmwasscherijéh alsnog gedurende
ééne maand na de opening van het slachthuis
geoorloofd blijft in inrichtingenwaartoe vóór
den 1 Mei 1903 vergunning is verleend.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 25 April 1903.
V Weer ecus de vervroegde win
kelsluiting.
De tijd gaat snel, hervormingen komen
langzaam. Slechts wie dit bedenkt houdt
moed om te streven naar verbetering van
maatschappelijke toestanden.
We kwamen tot deze uitspraak, boon we
dezer dagen onwillekeurig er aan werden
herinnerd, wat or geworden is van de opge
wekte beweging, die langen tijd geleden in
den lande ontstond om te komen tot ver
vroegde winkelsluiting, welke beweging ook
naar onze gemeente oversloeg.
Men weet hoe het ging. In de Residesntio
was een hoofdcomité opgericht en in de
verschillende steden des lande spanden
voorstanders er zich voor om plaatselijke
comité's in het leven te roepen. Zoo ging
I het ook in onze stad. Na een paar opgewek-
i te vergaderingen, waaruit bleek, dat niet
j alleen de bedienden zelf, deze hadden
l weinig gelegenheid om te getuigen maar
ook de patroons de zaak toegedaan waren,
werd naar wij me en en ook te Leiden een
oomité opgericht. Een enikole patroon
maakte bezwaar, doch alleen uit vaderlijke
bezorgdheid met het personeel, dat, naar
men vreeede, zijn vrijen tijd dee avonds
niet goed zou gebruiken. Het moeten
sterke beenen zijn, die de weelde van een
vrij avonduur kunnen dragen1
Deze patroonB en hiermede bewezen ze
toch, dat de werkdag voor de winkelbedien
den over het algemeen te lang is wilden
echter wel des middags een uur langer slui
ten om him pereoneel gelegenheid tot rust
of gepaste ontspanning te geven.
Ook het publiek betuigde sympathie met
het streven, zoowel hier als oldere. Alleen
voor den Zaterdagavond, wanneer de tal
rijke workmanskla6se gewoon is de inkoo-
pen te doen, reserveerde men een uitzonde
ring. Welnu, dat was geen bezwaar. Op
den Zaterdag volgt de Zondag, een zoo niet
geheel, dan toch voor do meesten ge
deeltelijk vrije dag. Len maatregel, waar
een trio van belanghebbenden zich voor ver
klaarde, zou men zeggen, moest wol slagen
en ditmaal eens zonder bindende wettelijke
bepalingen.
En toch en hieruit blijkt ons voorop
gezet beweren, dat hervormingen langzaam
tot fltand komen na zooveel tijd is de
beweging, die eenmaal boo mooi opbloeide
en vruchtbaar leek te zullen rijn, schijnbaar
dood.
In het land verneemt men er niet meer
van, in onze stad evenmin.
Heeft zij dan in het geheel niets uitge
werkt? Het lijkt zoo wel, toch is het zoo
niet. Zonder vrucht is de beweging in onze
stad althans niet geweest.
Wij spraken dezer dagen een paar pa
troons, die beiden oen drukke winkelzaak
doen, die, aangegrepen door de beweging
van voor ruim een jaar, en voorstanders
van vervroeging der sluiting, daarmede
geleidelijk waren begonnen. Ze hadden na
melijk him zaak 's avonds een half uur eer
der gesloten, met het doel, als het goed
ging en het navolging vond, den werkavond
nogmaals roet een half uur in te korten»
En wat waa van dezen maatregel het go-
volg? Na oen Jaar proef konden ze gul ver
klaren dat ze niets minder haden verkocht
en nooit nadeel van den maatregel hadden
ondervonden.
Wij meenden dit niet fce moeten verzwij
gen; het moge andere patroons tot navol
ging opwekken on de mannen en vrouwen,
die tot de eerste beweging het initiatief
namen, den moed geven opnieuw de strijd
tegen sleur en vooroordeel aan te binden
Wie weet of een vernieuwde aanval de
overwinning niet volkomen maakt.
LEIDEN, 27 April.
Tot directeur van het Ryks-Museum van
Oudheden alhier ia in de plaats van wyien
dr. W. Pleyte benoemd prof. dr. A. E. J.
Holwerda, hoogleeraar ln .de Faoultolt der
Letteren en Wysbegoerte, speciaal vpor Grlek-
Rrhe en Romelnsche Oudheden en geschie
de iis.
Prof. dr. W. C. van Manen, hoogleeraar
alhier, heeft zyn voornemen te kennen gege
ven om met den aanvang van den nieuwen
academl8chen cursus zyn ambt neder te leggen.
Het was na treurige omstandigheden,
dat de Leldsche Tooneelvereenlglng „Jacob
Cats" gisteravond ln den Schouwburg een
uitvoering gaf. De werkende leden hadden
een stuk ln studie, toen hun medelid deo
heer A. D. Uljee, dia een der hoofdrollen
daarin iou vervullen, het bekende noodlottige
ongeluk met doodelyken afloop trof. Onmoge-
ïyk was het natuuriyk niet den overledene
te vervangen, maar uit plötelt tegenover hem,
met wien zy reeds zooveel repetities hadden
meegemaakt, gevoelden de leden zich toch niet
voldoende opgewekt om nu reeds zonder hem,
met de nog zoo veracht herinnering vaQ zyn
aangename medewerking, met dat stuk voor
het voetlicht te komen.
Een uitvoering moest er eohter gegeven
worden: en zoo gebeurde het dat leden en
oud-leden de handen ineensloegen en de kouze
deden vallen op een reeds vroeger gegeven
voorstelling, nl. van „Verlaten", tooneelspel
in drie bedryven naar het Zweedsch van
Alfhild Agrell, vertallDg van J. A. Holtrop.
Het braoht de achoone dagen in herinnering
van den natlonalen wedstryd, door Jacob
Cats" nu vier Jaren geleden gehouden by
gelegenheid van haar 2ö-jarlg bestaan. Zy gaf
het toen bulten mededinging op den avond
der pryeultdeellng en oogste er den meesten
bUval moe, alsmede woorden van hulde van
de hoogleeraren Ten Brink en Kern, leden
der jury.
Ook thans was het een genot, dat be-
eohaafde optreden ln het hoogst moeliyke
stuk gade te alaan en het edele samenspel
te waardeeren. Allen vormden een geheol
Eooals men moeliyk van dilettanten en welke
verdlonateiyken dilettanten waren het hier l
anders mag verwachten. Groot was dan ook
de aandacht aan de vertolking geschonken,
berhaaldeiyk de terugroeping en welverdiend
de hulde door den voorzitter van de schouwburg-
commissie zeiven gebraoht aan de dame, die
als Thora Edlln een der hoofdrollen vervulde,
door de aanbieding van een prachtig bloem
stuk, een onderscheiding, waarin ook de overige
medewerkenden deelon.
Na de pauze werd gegeven „Een kop thee,"
biyspel in óón bedryf, naar het Fransch
door A. L. J. Landró. Daarin traden wederom de
uitstekende kraohten te voorechyn, zoodat
het geheel „vlot van stapel" liep en veel ge
noegen versohafte.
Ook wat het tooneel zelf betreft, was het
een wólverzorgde avond.
Het aanzienlijk tekort van do Chr.
8oholen voor on- en minvermogenden alhior
is thans ruimschoot® gedekt door gaven van
hier en elders. Da Johs. Drost ontving daar
voor van een bevriend persoon van elders
„een sluitsteen" van f655. Het tekort was
grooter dan ten vorigen jare en is in korter
tijdsruimte dan toen gedekt.
De heer Ooetenga, onderwijzer aan de
Chr. school aan de Middelstegracht alhier,
benoemd tot hoofd der Chr. school te
Goastmeer, wordt in do laatste functie
den lsten Mei geïnstalleerd.
Voor do akte lager onderwijs is ge
slaagd: mej. A. M. E. de Leeuw, van Leiden.
Tijdens de detacheering van den kapi
tein Kraak te Amsterdam, wordt de kapitein
Makkink belast met de leiding der schiet
oefeningen voor burgorporsonen alhier.
De „Loidsche Dilettantenclub", opge
richt 1 December 1881, gaf Zaterdagavond
ln de groote zaal van het hotol „Du Nord"
ei.'i uitvoering met introductie, nadat ze
vroeger gewoonlijk in do sedert gesloten zaal
van den heer Ephraïm haar voorstellingen
gaf. De banier verhief zich tor zijde van het
tooneel uit een mooio plantengroep.
Toen enkoio musici, welke zich ook godu-
rende don verderen loop van don avond in
de groote on kleine pauze deden hooren, ccn
marsch en een ouverture haddon uitgevoerd,
betrad de voorzitter het tooneel om don lo
den met hun dames en vorderen genoodig-
don, waaronder vertegenwoordigers van
zusterverenigingen, hot welkom too to roe
pen en er aan te herinnoron, dat redenen
buiten don wil van hot bestuur en do wer
kende leden, oorzaak waren, dat or sedert
de vorigo uitvoering moor tijd vcrloopon
was, dan in de bedoeling lag.
Daarvoor zullen echter dank zij den ro-
gissour de aan" zigen vergoed worden in
hetgeen wordt aangeboden, want het eerste
stuk: „Zij is krankzinnig", tooneelspel in
twee bedrijven, door mr. J. H. Burlago, zou
worden vertoond door do „oude gardo".
zoodat spr. niet twijfelde of allee zou gooa
gaan.
En het deed dit ook. Do dames en heoron
kenden hun rollen, speelden niet zondor vol
doende uitdrukking daarin te loggen on
worden dus, niet onverdiend, menigmaal
toegejuicht.
Daarna werd van opgowokten aard,
bod do voorzitter gezegd gegeven: „Ik
wil trouwen, of De huwolijksadvortentlo",
kluchtspel met zang in één bedrijf door P.
K. do Vries, waarvan dezelfde voorzitter had
aangekondigd, dat het vertoond zou worden
door nieuwe krachten, die noch hior noch
elders waren opgetreden, zoodat het lijntje
b:'j het booordeelon niet al te strak moosfc
worden aangehaald.
Toen dit stuk was afgoloopon, cn de vor-
toonore en vertoon stors waren teruggeroe
pen, deelde de voorzitter mede, dat hier niet
g- volgd werd do in andere Vereenigingen ge
bruikelijke gewoonte, om bouquetton of
kr-isen aan te bioden, wolko binnen conigon
tijd toch maar verwelken. Daarentegen word
een der medewerksters, mej. Elkorbout, met
een blijvende berinnering voreord, door op
haar borst te hechten het insigne van lid van
verdienste, waartoe zij lieden benoemd waa
geworden, voor do moeite cn opofferingen,
wolko zij zich voor do Voreoniging had ge
troost, waarop fanfares en applaus volgden.
En wat nu do vortooning zelve betreft,
daaromtrent richtte do voorzitter tot do aan
wezigen do vraag, of het spel hun' allen be
vallen was, waarop antwoorden van: „Ja!
Ja!" volgden. Dan zoide hij don dames en
heoren hartelijk dank voor hun optredan,
maar het gevolg van dit nicuwerwoteche ple-
bisoi t is, dat de critiek mot lamheid was
geslagen
De uitvoering word mot een Am or ik aan-
eohen Reel ome-op tocht on een bal besloten.
De „Sts.-OtNo. 97 bevat de akte van
opriohtlng van de naamlooze vennootschap
„Algemeene Nederlandsche maatsohappy tot
exploitatie van onroerende goederon, to Lolden."
Het doel Is: de exploitatie van het landgoed
Den Byiand met zalmvisschery, hetwelk in
deze vennootschap wordt Ingebracht, benevens
▼an zoodanige andere goederen, als zy nu of
later mocht verkrygen. Duur: 26 Jaren. Hot
kapitaal bedraagt f 600,000, verdeeld ln 500
aandeelen Yan f 1000, en Is geheel geplaatst.
In het maatschappeiyk kapitaal wordt o.o.
deelgenomen door den heer P. J. van Eyk
voor 490 aandeelen, waarop wordt Ingebracht
de Byiandsche Waard en 's-Graven Waard,
golegen onder de gemeente Herwen en Aerdt
by Lobith, bestaande uit boerenbehulzlng,
14)
Lorenz zat naast haar, bleek en ernstig. Hy
was zelfs elegant in zyn rouwpak met zwarte
handschoonen en een nieuwe studentenmuts,
waarvan de lange zyden rouwkwast neerhing
als een zware zwarte veer.
Hy dacht, dacht zeer veel, terwyi hy daar
zat aan de ïykkist van zyn vader. Hy zag
hem düldelyk voor zich, den grooten, sterken
man, die van dag tot dag krommer werd en
Wiens etappen op de trap al langzamer en
zwaarder waren geworden, tot hy eindeiyk
niet moer naar beneden kon gaan. Toen moest
zyn moeder hem vervangen.
Het was zoo koud, zoo bitter koud daar
beneden en baar fijne handen werden dik en
rood, maar zy moest den winkel besturen,
terwyi zy tevens don patlönt had op te pas-
|©n. Elk oogenblik klom zy weer naar boven
om te zion, of haar man ook iets noodig had.
Én wanneer zy dan 's avonds den wlDkel had
gesloten en moe boven kwam, dan, dan
waakte zy des nachts.
En Lorenz, wat deed hy? Niets. Hy had
eigeniyk B9dert hy student was goworden
fcog niets gedaan. In het begin van zyn
studententyd, zoolang zyn vader nog wel was,
tooest hl) een beetje uitrusten van het eind
examen van het gymnasium.
Overdag ging hy wat wandelen en 's avonds
was hy op de studentensociëteit. Hy behoorde
t-zhr reeds tot de corypheeön. Hy had een
praehüg lied gemaakt en al verscheidene
tooeten geslagen.
Voor Kerstmis zou een tooneelvooratelllng
worden gegeven, waarin enkel studenten
speelden. Hy had beloofd, een proloog te
zullen schryven en een rol in een der stukken
op zich te nemen.
Maar toen werd zyn vader ziek. Dat was
onaangenaam, zeer onaangenaam.
Nu moest by het grootste deel van den
dag thuis biyven en 's avonds kon hy ook
niet naar do sociëteit gaan.
Lorenz zat in zyn kamer en probeerde een
beetje te lezen en ook een beetje te sohry ven,
maar het wilde niet gelukken. Zoo nu en
dan ging hy naar het bed van zyn vader,
gaf hem water en medicynen en schudde het
kussen eens op. Dat was alles, wat hy doen
kon, maar zyn vader was er hem dankbaar
voor en keok hem met liefdevolle blikken
aan.
Toen kwam de morgen van Kerstmis en
terwyi de kerkklokken luidden, rustte zyn
blik woor de laatste maal liefdevol op zyn
vrouw en zyn zoon en sloten zyn oogen zich
voor altyd.
Lorenz zag het nog, terwyi hy daar naast
zyn moeder In de kapel zat. Nu was hy haar
eenlge steun en nu moest hy ook beginnen
te werken, opdat zy zoo Bpoedig mogeiyk er
van bevryd kon worden, daar beneden Inden
akeligen winkel te staan.
De klokken begonnen te lulden.
Lorenz streek zyn handschoenen glad en
zette zyn studentenmuts terecht.
Het was toch heel interessant, zoo de
hoofdrol ln een drama te spelen, dadeiyk
achter de ïykkist naast zyn moeder te loopen
en aan het graf te staan en den geheelen
rouwstoet de hand te drukken.
Als er maar veel van zyn kennissen kwamen,
soodat het een lange stoet werd.
Ja, or waren veel aanwezig. De kapel liep
langzamerhand vol.
Windahl hinkte zachtjes rond en deelde
een gezang rond, dat gedrukt "was op papier
met een rouwrand, de organist speelde de
psalmmelodie, de weesjongens zongen en daar
na hield de predikant een toespraak.
Het was zeker een goede toespraak, maar
Lorenz hoorde er niet veel van. Hy kon zyn
gedachten niet bU elkaar houden, want hy
dacht aan zooveel, zoo waanzinnig veel.
De slotpsalm was uit; de lykdragers, met
afgedragen hooge hoeden op, tilden de kist
op en toen zette zich de sombere stoet ln
beweging. De sneeuw kraakte onder hun
voeten.
Na afloop van do plechtige begrafenis namen
Lorenz en zyn moeder met mynheer en me
vrouw Norderud plaats in een gesloten rij
tuig, een weelde, welke zy zich nog niet
weer hadden veroorloofd, sedert zy Falkestad
verlaten hadden.
Thuis was een eenvoudig middagmaal be
reid. Behalve de familie, zaten enkel de
Wlndahls en mevrouw Norderud mee aan.
Mevrouw Windahl had het eten klaar ge
maakt en toen zy aan tafel kwam met een
klein tikje roet onder den neus, kon Lorenz
niet nalaten, aan den tyd op Falkestad terug
te denken, toen zy als juffrouw Michelsende
verloofde van den onderwyzer was. Een twee
de omstandigheid, welke er ook toe bydroeg,
dat deze herinneringen werden opgewekt,
was, dat Tomlne aan tafel bediende. Nu me
vrouw Falk altyd ln den winkel moest zyn,
had zy een meid Doodig, en Tomlne, die toe
vallig geen dienst had gehad, wilde wel graag
weer by haar dienen.
Na tafel gingen de Wlndahls naar huis om
naar hun kiemen Gasten fee alen, <tte niet
heelemaal wel was, en mevrouw Werlund
ging terug naar haar winkel. Zy had juist
een brief van Ferdinand gekregen, die binnen
kort terug werd verwacht. Haar zaakje ging
minder goed, zoodat zy niet ln staat waa hem
langer in het buitenland te laten biyven, en
bovendien was zy ook van meening, dat hy
nu het Fransch al flink machtig moest wezen.
Lorenz ging naar zyn kamer en Ole Daniel
Norderud ging in een leuningstoel zitten om
zyn middagslaapje te doen.
Mevrouw Falk en mevrouw Norderud zaten
sameu aan het raam.
Mevrouw Norderud'a blik viel toevallig op
mevrouw Falk's roode handen.
„Je kykt naar myn handen, Ragnhlld. Ze
zyn nu niet meer zoo blank als destyda, toen
we op Falkestad woonden en ik bloemon
plukte met tuinhandsohoenen aan."
„Men kaD niet zyn heele leven lang mot
zyden handschoenen loopen en bloemen sny-
den," antwoordde Ragnhlld. „Jfl beDt my
liever zooals je nu bent."
„Het ls een moeliyke tyd geweest."
„Een treurige Kerstmorgen, Beate."
„Het was maar goed, dat het Juist op
Kerstmorgen waslk behoefde toen niet naar
den winkol te gaan en ik had tyd om uit
te schreien en uit te rusten,"
„En wat moet er nu van Lorenz worden
„Hy moet nu ln vollen ernst beginnen fce
studeeren."
„In vollen ernst I Ja, gave God, dat het zoo
was. Wanneer hy ook ln vollen ernst maar
met zyn gedweep ophield I"
„Dat kan hy niet. Hy heeft met zyn werk
al veel succes in de studentenwereld en allen
zeggen, dat hy zeer begaafd la."
„Maar men kan van begaafd-wezen niet
leven."
„Hy zal schryvor worden."
Ja, dat is ook oon prachtige loopbaan bier
ln Noorwegon. Neen, laat hom ln de rechton
studeeren, op tyd zyn examons doon en
probeeren, een betrekking te krygon aan
een van de ministerios. Dat ls toch een vaste,
behooriyko positie en veel boter dan zyn
heele leven als gonle rond te loopen. Ik heb
een stuk of wat van zulke hooren gekend.
Dat Js liet ergste gespuis, dat er le."
„Nu ben je weer te streng. Er kunnen ook
zoer goed, brave menscbon onder hen zyn.
Maar als ik oprecht zal wozen, dan moet ik
zeggen, dat ik ook hot liefst zou zien, dat
Lorenz do acbrUvery aan kant deed. Hot if
uiterst mooiJyk, op dat geblod het tot iets
flinks te brengen."
„Annette en ik spreken zoo vaak over hem.
Zy klost altyd zyn party."
„Dat ls aardig van haar. Zy Is zoker aI
een heel molsje geworden?"
„Ja, en ook een flink meisje. Nu myn man
en lk uit zyn, zorgt zy voor alleB."
De Norderuds zouden met den avondtrelu
vertrekken. Mevrouw Falk en Lorenz brachten
hen naar het station en gearmd liepen moeder
en zoon terug naar huls.
Er lag veel sneeuw in de straten, het liep
moeilijk en het was bitter koud; maar binnen
ln hun kamer was hot warm en behaaglijk.
Tomlne had de kachel eens goed opgopook»
en een paar lampen aangeetokon.
.Nu z(Jn wfl alleen, geheel alleen, zeld»
mevrouw Falk tegen Lorenz, met haar hand
over zyn donkere haar strykömte*
.WH sullen het eameh wel redden, mama.
WH hebben Immers ons aangename tehuis,
waar allea aoo kalm en warm, zoo U°b» 60
"traklDd (W.ordt ferwoW