Wekeljjksehe Kalender.
REC&PTEft.
Raadgeving.
ALLERLEI.
Stofgoud.
OPGAVE.
vrienden, die ha-ar op haar bezoek aan de ge
vangen is vergezelden.
Hot huwelijk was gesloten, krachtens het
artikel der Amerikaansche wet, dat ver
klaart, dat de echtverbintenis wettig is als
„do huwelijksakte geteekend is door beide
belanghebbende partijen en door twee ge
tuigen."
Zoudag.
Het licht moet niet alleen uitgaan van
ons hoofd, maar ook en meest vr ons hart.
De menschel ij ke ziol, gelijk allee wat be
staat, is onderworpen aan de wetten der
natuur. Die geestelijk licht en warmte in
rich opnemen, doen geestelijk ook licht en
warmte van zich uitgaan, volgens de eeuwige
wet van het ontvangen en geven, welke in
de stoffelijke wereld heerscht.
Maandag.
Indien wij ons stellen op een standpunt,
hoog genoeg om do geestelijke wereld te over
zien, dan merken wij niet zelden hoe de
overwonnene in den strijd, daarna de zege
praal behaalt op den overwinnaar.
Dinsdag.
Ieder mensch heeft z'.'n eigen lichtje, velen
hebben niet meer dan een nachtlichtje.
Maar als de dag aanbreekt, worden de lam
pen uitgebluecht en schynt voor allen gelij
kelijk het groote licht.
Woensdag.
Geef niet te veel af op de verkeerdheden
en tegenstrijdigheden in het leven der
menschheid; haar geschiedenis ia nog niet
ten einde.
Donderdag.
De wijsheid van liefde, goedheid en een-
vond wint het op den duur van de wijsheid
der listige zelfzucht.
Vrijdag.
Uit den nacht rijst het morgenrood en de
stormwind bereidt het suizen der zachte
koelte voor.
Zaterdag.
Heb geduld en alle raadselen komen tot
klaarheid, alle bezwaren worden over
wonnen.
Amnndelpudding' (warm).
Men laat een halve pint melk koken en
mengt intusschen de helft van een half
pond bloem of best meel met een halve pint
water aan. De aangemengde bloem roe re men
door de kokende melk, onder toevoeging van
ruim een half ons boter en later van een
klein ons suiker. Hierbij wordt nog wat ge
raspte citroenschil gevoegd. Nadat dit
mengsel nu ruim een kwartier heeft staan
trekken, neemt men het van het vuur en
laat het bekoelen, waarna ien er 5 ons fijn
gesneden amandelen bijvoegt, een klein ons
geraspt brood en een paar eierdooiers. Ala
allee goed door elkaar geroerd is, roert men
er nog het stijfgeklopte eiwit door, doet het
deeg in een vorm, die met boter of olie be
streken en met beschuitkruimels bestrooid
is, waarna men den pudding 1 1/2 uur laat
koken.
Ongekookte Ruin pudding.
Neem 4 eierdooiers met zes lepels witte
i suikerklop alles tot het lichtgeel en dik
wordt Voeg dit bij zeven blaadjes witte ge-
latine, die eorst met een kopje water in een
pannetje zijn gesmolten. Roer er doorheen
i 2 wijnglazen rum en het laatst het zeer stijf
i geklopte wit der 4 eieren. Doe het in een
vorm cn laat het stijf worden. Wrijf den
vorm met een klein lapje met slaolie eer de
pudding er in gaat.
Het wassohen van peluche.
Op do navolgende wijze wordt peluche ge-
wasschen:
Men voegt bij een halven liter j never 33
gram Venetiaansche zeep, 12 gram gerei
nigde potascli en 8 gram salmiak en lzat
den pot gedurende 28 uren in den oven
staan. Nu wrijft men de peluche met en
lapje, gedoopt in dit vlekkenwater, nadat
ze strak gespannen is, op de keerzijde goed
uit en wrijft ze met schoon water na. Wan
neer dit middel niet helpt, moet de peluche
geverfd of chemisch gewasschen worden.
In „De Pionier," orgaan van de vereeni-
ging „Gemeenschappelijk Crondbezit,"
vindt men het volgende gedicht, geteekend
met de initialen v. E. (Frederik van
Eeden)
„Heel het raderwerk staat stil
Als uw machtige arm het wil."
Zoo sprak als werkers tolk
Triomfantelijk „Het Volk."
„Neenl" zei Pieter Albedil,
„'t Is een anarchisten-gril 1"
Aanstonds roept 't partijbestuur:
,,'t Is een hachelijk avontuur l"
Henriette Roland Holst
Vond nu 't denkbeeld allerdolst.
„Politiek," zei Herman Gorter,
„Maakt den weg belangrijk korter."
„Asjeblieft 1" zei Van der Goes,
„Wetten zijn niet voor do poesl"
Jongen neen 1" zei Pioter Tak,
„Militairen zijn niet mak 1"
„Wie," zei Hugenholtz, „wat hamer I
„Spot er met de Tweede Kamer?"
„Niet te dol," zei Van Kol,
„Breng de hoofden niet op hol 1"
„Zoetjes-aan," meent Ter Laan,
„Langs de wettelijke baan 1"
Kuyperbaas, bij zooveel hulp,
Kruipt weer dapper uit z*n schulp.
Waar hij half in was verscholen
Koren krijgt hij op z'n molen.
Heel het raderwerk weer draait,
Nu de wind uit dien hoek waait.
Onze gedienstigen. Mevrouw: „Marie,
nu loopt hier al meer dan een half uur een
soldaat voor de deur op en neer..."
Marie: „Nou, dat hadt u ook wel eens
wat eerder kunnen zeggen,"
Enfant terrible. Heer des huizes (tot
bekende): „Wat kosten die vrouwen iemand
een geld I Nu komt er weer een rekening
vain de hoedenmaakster. Dat is nu al de
derde van deze maand
Jantje: „Ja, pa, maar altijd dezelfde 1"
Een Fraxischman, die voor het eerst Lon
den bezocht, wandelde op een mistige® mor
gen met een Engolsch vriend door Hyde
Park.
„Mist, ha, ha, mijn vriend", riep de
Fra.nechn>a® verdrietig; „nu begrijp ik,
wat je bedoelt ale je zegt, dat de zon in je
gebied niet ondergaat. Op mijn woord, ze
komt niet eens op 1"
Uit een feestbericht. De burge
meester hield daarna een, ondankB den ster
ken regen, gloeiende toespraak."
Vleiend. Een Commissaris der Ko
ningin bemerkt op een dienstreis in een
dorp opvallend veel bedelaars en arbeide-
vijandig gespuis en draagt den burgemees
ter op, hem na verloop van een maand te
rapporteeren, of het kwaad is verdwenen.
Precies vier weken later ontvangt K. het
volgende rapport:
„Sedert de heer Commissaris der Ko
ningin hier was, heeft zich ge_n lui ge
spuis meer vertoond.
Jansen, burgemeester."
Ruime keuze. Bij een paardenalachter
hing de volgende prijscourant:
Voor sportvriendenVandaag echte Ara
bische cervelaatworst, vereohe Trakkener co-
te letten, prachtige F riesche hief stuk, over
heerlijke tram-ham.
K athederbl oempje. Een professor
weidde op een college uit over de voordee-
lan van athletische oefening. „De Romein-
sche jongelingen," vertelde hij, „zwommen
gewoonlijk driemaal de Tiber over vóór het
ontbijt."
Daar hij een glimlach zag op bet gelaat
van een der studenten, hield hij op en vroeg
boos:
„Mijnheer, waarom lacht u? Wij zouden
graag in uw VTOolijkheid willen deel en."
„Ik <-acht er aan," antwoordde de stu
dent, „dat de kleeren van die Romein sche
jongelingen bij het einde van het zwemmen
aan een verkeerden kant moeten hebben ge
legen."
Weggaan van of blijven bij Jezus beslist
over den ondergang of het behoud der
maatschappij.
J. Th. de Visser.
Do menaoh is zoo vrij als een vogel in zijn
kooibinnen zekers grenzen kan hij zich
bewegen.
Lavater.
Het staat niet aan ons, of wij hartstoch
ten willen hebben of niet; wel staat bet in
onze macht, of wij er ons door laten be-
heerschen of niet
Rousseau.
Wat is des Christens ridderzwaard,
Zijn helm, zijn schild, dat hem bewaart,
Zijn licht dat nooit heeft uitgeschenen?
Wat leidt hem door de diepten voort
En over alle bergen henen
Naar 'teeuwig Paradijs? Gods Woord-
Ten Kate.
Het eigenlijke, eenige en diepste thema
der wereld- en menschengeschiedenia, waar
van al het overige afhankelijk is, blijft het
conflict tusschen geloof en ongeloof.
Goethe.
De twee laatste woorden der volgende vol-
y.ÏTinptri bpbfw*® denzelfde® klank.
1. Het schijnt dat er vele kleine roofdie
ren op dit landgoed zijn. Men kan er over
de vele
2. Wanneer men op een verkooping is,
moet men niet alle
3. Monschon va® hoog en stand hebben,
zoo wordt wel eens beweerd, geen alle-
daagsoh gelaat Terstond, zeggen velen, kan
men dit een man van
4. Er moet aan deze ongelukkige® hulp
verleend worden. Ik zal ook nog het mijne
bij de reeds geschonken
[De oningevulde woorden worden in hei
volgend Zondagsblad opgegeven].
VRAAG.
Wie ging scheep om aan de wateren te
ontkomen?
[Antwoord in het volgend Zondagsblad.