BUITENLAND.
Duitsehland,
Italië.
Vereenigde Staten.
Portugal.
FEUILLETON.
Eonder Moeder.
Zuid-Afrika.
Rusland.
Burgerlijke Stand.
Marktberichten.
het kussen. Tussohen de vornieloozo vlek
ken vond hij ccu ©enigszins regelmatige
figuur, langwerpig met twee witte vier
kante vlekjes in het midden.
To n vrouw Verhoef later, op verrock van
liet O. M. een teekeninig maakte van het
slagersmes, dat zij een tijdje van „Blomme
tje" in bewaring heeft gehad, teekende zij
ongeveer do/elfde figuur als do bloed-af-
druk to zien geeft. Ook zij teekondc het heft
met twee ruitjes, dio koperen plaatjes voor"
stelden.
Dr. E. van Dieren was huisdokter
bij Brouwer. Hij heeft don ouden maai op
9 April nog bezocht. Doze was lijdend en
gedeeltelijk lam. Hij kon niet loopen. De
verhouding tusschen Brouwer en zijn nicht
was zeer goed «n zeer natuurlijk.
De agent van politie Blokhuis geeft
eenige inlichtingen over zijn bevinding in
het huis van Bouwer, 's morgens na den
moord. In tegenwoordigheid van dezen ge_
tuigo is de rechercheur Van Ingon door het
privaat-raampje geklommen om de moge
lijkheid daarvan te bewijzen. Na eeaug
wringen en na zijn vest uitgetrokken te heb
ben, gelukte het.
[Hier zij nog opgemerkt dat het ter te
rechtzitting aanwezige nies niet het me«
is waarmee de moord waarschijnlijk is ge
pleegd. Het is slechts een model, een slagers
mes, dat, volgens verklaring van vrouw Ver
heef, volkomen het model beeft van 't mes
dat zij van „Blommetje" in bewaring kreeg.
Dit mes moet ongeveer een hal ven meter
lang geweest zijn. De scherpe zijde is ovaal
rond Daar waar 't mes 't breedst is bedraagt
die breedte ongeveer een decimeter, 't Ge
heel is dus een instrument waarmee men
„in één slag is waar men wezen wil,"]
Getuige a décharge Ochsner, timmor
man, werkte omstreeks het tijdstip van den
moord tc Bussum en was in den kost bij
•vrouw Jansen. Get. en een zekere De Goeie
was daar al, toen Donker daar ook in den
ko«t kwam.
Deze getuige kan niet met zekerheid dc
mogelijkheid uitsluiten, dat Donker een
nacht uit geweest is zonder dat liet hem,
getuige, opgevallen is.
Ook weet getuige niet of Donker inbrc-
kersgereedschap in zijn kist had.
Donker vraagt of getuige zich niet. herin
nert, dat hij, Donker, op een avond is bin
nengekomen niet zijn goed ïd ;cn wit kus.
scnsloop. Getuige heeft hom toen nog een
kunstje niet 'n pijp geleerd.
Getuige herinnert zich 't kunstje mot dc
pijp zeer goed, maar kan niet zeggen, op
welken datum dat geweest is.
Getuige Jan de Goeie was ook bij
vrouw Jansen in den kost. Hij heeft wol eens
niet Donker gebiljart, maar kan ook niet
zeggen, of deze een nacht niet thuis is ge
weest. Hij herinnert zich ook liet kunstje
met do pijp.
Vrouw J an sen, als getuige a décharge
gehoord, verklaart dat ze Donker nooit aan
't gemeenschappelijk ontbijt gemist heeft.
Het O. M.„Durf je onder cede vor
klaren, dat hij icderen morgen koffie ge
dronken heeft
Vrouw Jansen: ,,Ik heb hem niet gemist."
O. M.„Niet gemist. Maar weet jc zeker
dat hij er iederen dag gowec<st is?"
Vrouw J.„Daar durf ik geen eed op to
doen."
O. M.„Was do deur van de gemeen
schap jv ;ke slaapkamer niet aan den bin
nenkant gesloten? Kon men niet gemakke
lijk do trap af en opgaan cn 't venster uit
klimmen, dat in dien tijd niet met een pin
gesloten was?"
I Vrouw J.„Ja, dat kan wel."
Verder blijkt uit liet verhoor van vrouw
Jansen, dat Donlccr steeds geldgebrek had
en van haar leende.
Zij blijft altijd op tot de commensaals
thuis zijn. Op den dag dat do inbraak bij
Drcesman gepleegd is, heoft zij Donker ge
mist, hij is niet thuis gekomen. Zo heeft ge
wacht op don loatsten trein maar toen Don
ker uitbleef is zo eindelijk naar bed gegaan.
Later heeft zo hem nooit meer gemist.
Mr. Rcgout: „Maar do mogelijkheid be
lt slaat toch, dat iemand do woning verlaat
ik maak geen conclusies maar 't is toch
mogelijk dat iemand 's nachts de woning
verlaat, stiekum."
Vr. J.: „Ja, dat kan."
Getuige Bouwman, schildersbaas te
Bussum, kan verklaren, dat Donker 5 we
ken bij hem in dienst is geweest. Donker
was niet bekwaam voor zijn werk, overigens
gedroeg hij zich vrij goed Hij kwam ge
woonlijk op tijd. Twee dagen is hij echter
heelemaal weggebleven. Beide datums zijn
gecontroleerd en staan niet in verband
met den moord.
Donker houdt vol dat hij geregeld icderen
dag (behalve op de 2 aangeduide dagen)
van 's morgens 8 tot 'b avonds 8 op zijn werk
is geweest.
Het O. M.„Je beweert, dat je geregeld
van 8 tot 8 op je werk was en de getuige
Kuipers heeft hier verklaard, dat je den
dag n& den moord om halfnegen in Amster
dam was."
Donker: „Dat kan nïctw"
Getuigo Bouwman verklaart verder, dat
do uren der werklieden nauwkeurig werden
gecontroleerd en door een derdo wordt ge
noteerd wanneer iemand te laat kwam of
uren te kort kwam. Aan de uren van Don
ker heeft nooit iets ontbroken.
Niettegenstaande dit hoeft een medearbei
der van Donker verklaard, dat deze wel eens
to laat kwam, om 10 uren bijv.ook dien
Donderdagmorgen na den moord kwam hij
te laat.
Getuige Bouwman acht dit onmogelijk.
Mr. Coninck Westenberg: „Maar uw
wetenschap berust op verklaringen van an
deren, is het nu niet mogelijk dat men u
misleid heeft?
B „Neen, dat geloof ik niet."
Mr. C. W.„Wanneer nu een ander
zei: „hij is dien morgen in Amsterdam ge
weest," zou u dan zeggen, dat is niet waar,
dat is gelogen?"
B.„Ja, mijn overtuiging is, dat die
man wel op zijn werk geweest is en dn ar is
natuurlijk geen andere over' ..iging naast
mogelijk."
Mr. liegout: „Dc getuigo Kuipers
heeft bier verklaard 't volgende in Juni
van 't vorige jaar kwam Donker op 'r. mor
gen bij me, ik zag een zakdoek in zijn be
zit, die vol bloed zat. Ik vroeg hem naar
dc oorzaak daarvan. Donker antwoordde,
dat hij last had van neusbloedingen. Ik had
verder geen tijd, omdat ik naar 'n begra
ven is moest cn op die begrafenis hoorde ik
liet eerst, dat er een moord gepleegd was.
Verder heeft een der mede-arbeiders van
Donker verklaard, dat deze dien Donderdag
morgen te laat is gekomen." Wat is nu
waarschijnlijker, dat dio beide mcnschen
liegen of dat u zich vergist of dat u mis
leid is?"
Get. B.„Ik denk, dat ik me niet ver
gis en dat ik niet misleid ben, maar ik geef
toe, do mogelijkheid is niet buiten te
«1 uilen."
Vorder blijkt nog, dat Dmkcr een „spc-
caliteit in alibi's is. Ook in do zaak-Drees-
man had hij er een gefabriceerd, dat echter
aan 't zelfde euvel mank ging als 't tegen
woordige, n.l. dat alles in orde was, be
halve juiste datum en uur.
Do beklaagden worden ten slotte nog eens
door den president afgevraagd, of zij hun
onschuld volhouden, waarop beiden bevesti
gend antwoorden.
Het woord was hierna aan het O. M.,
waargenomen door mr. Rcgout. Spr. begon
met er op te wijzen, dat gebleken is juist te
zijn wat reeds door hem na afloop der in
structie aan dc verdediging is gezegd, n.l.,
dat na behandeling dezer zaak do instructie
zou moeten heropend worden. Met dezo zaak
toch moest, haast gemaakt worden, omdat cr
was periculum in mora. Een der getuigen
toch bevond zich in een toestand, dio lan
ger uitstel voor 'taan 'tlicht komen der
waarheid gevaarlijk maakte. (De officier
bedoelt hier waarschijnlijk vrouw Verhoef,
die dreigbrieven ontving en eiken dag ver
moord kon worden).
Het onderzoek zal heropend moeten wor
den zoo gaat spr. voort omdat het noo-
dig is nog een voornaam getuige te hooren.
Iemand die een groot aandeel in dezo zaak
gehad heeft en dio niet eerder kon gehoord
worden, omdat hij zich buitenslands bevond.
Deze man is opgespoord en op 20 December
1902 gevonden to Brussel, waar hij gevangen
zat wegens een vergrijp op do kermis te Vil
voorde. Deze man is Potengcn.
Hij is aan de Ncdorlandsclio Justitie uit
geleverd. Daar het onderzoek niet volledig
is wanneer deze man niet gehoord is, heeft
spr. dc eer te requirceren op grond van
art. 193 W. v. Str. V., dat do rechtbank
zal gelasten, dat het onderzoek in deze zaak
zal worden heropend en dat de stu.' icn op
nieuw zullen worden gesteld in handen van
den rechter-commissaris.
Mr. Maten, de verdediger van Wolff,
verzetlf zich tegen dit requisitoir ten einde
een langor rekken der zaak te voorkomen.
Mr. Boas, de verdediger van Donker,
kon zich met het requisitoir vereenigen.
De rechtbank besliste in raadkamer,, dat
uitspraak op het requisitoir zal worden ge
daan op Woensdag 8 April.
Al heeft de Duiteche kroonprins nu
»iet do aangenaamste herinneringen nan
zijn verblijf in Egypte gehouden, toch
heeft hij d© beleefdheid gehad zijn gastheer,
den khedievo, uit te noodigem, namens zijn
vader den Keizer, om dozen zomer Berlijn
te komen bezoeken; do invitatie ie door den
Egyptischon vorst aangenomen.
Do „Popoio Romano" deelt mede, dat
Woensdag, na een protestmeeting tegen de
arrestatie van Goetz, de manifestanten, on
der het zingen van socialistische liederen,
zich naar het Russische consulaat begaven
onder den kreet „Weg met het Tsarisme 1"
Een steen werd op hot wapenschild gewor
pen en do vlaggest-ok werd weggenomen en
vernield.
Een commissaris van politie werd ge
wond. Verschillende personen werden in
hechtenis genomen, doch weder in vrijheid
gesteld.
President Roosevelt hield te Chicago een
redevoering, waarin hij zei de, dat hij nog
liever dc Monroe-leer in den steek zou la
ten, dan haar op den voorgrond te plaat
sen en er op to snoeven, wanneer men niet
in het bezit is van een strijdmacht-, die in
laatst© ressort alleen in staat is haar te doen
eerbiedigen, door elke vreemde macht, wier
belang het zijn 1 an haar te schenden.
De President drukte vooral op de nood
zakelijkheid, con machtige en voldoend©
vloot te hebben, niet voor oorlogsdoeleinden,
maar als grooter cn zekerder waarborg voor
het behoud van den vrede. Indien de Ver
eenigde Staten zich er toe zetten do marine
uit to breiden, dan zou er niet do minste
kans zijn voor onlusten met eenige vreemd©
mogendheid.
Het kondnklijko jacht „Albert and Victo
ria", mei koning Eduard aan boord, is
Donderdagmiddag om drie uren do Taag
naar Lisabon opgeetoomd. Er werden 2-4
saluutschoten gelost.
Don Carlos ontmoette koning Eduard
aan boord van d© koninklijke aloop, ge
roeid door tachtig man. Do bcmanmang dor
oorlogsschep en salueerde in hot want, cn
hief luide „boeraV aan. Hot onderhoud
aan boord van hot jacht duurde anderhalf
uur. Daarop had, terwijl de artillerie weer
saluutschoten gaf, de vaartocht dor histo
rische harken plaats. De Koningen zaten
in liet eerste schip en worden naar den wal
gerooid. Zij stapten aan land, onder dave
rende toejuichingen.
Daarna had do reooptic plaats in het pa
viljoen. De Ministers cn andoro hoogwaar,
daghcidsbcldcedors worden aan koning
Eduard voorgesteld. Vervolgens nam het
gezelschap plaats in oud©* staatsie-koetsen.
Do optocht van dezo koetsen door de stad
was één lange ovatie. Do mensohen ver
drongen elkaar voor allo ramen, balkons en
op daken.
In do beide Kamers werden zeer harte
lijk© redevoeringen, goh ouden door dc afge
vaardigden over het bezoek van den Engel-
ochen Koning. Allo partijen brachten in
herinnering de oud© vriensohap tusschen
Portugal on Engeland.
Do zitting van de beide huizen werd ver.
daagd tor cere van het Koninklijk bezoek,
nadat de deputaties benoemd waren, welke
den Koning zullen verwelkomen.
Voor een plaats aan ramen of op tribu
nes in de straten waar de intochtsstoot
26)
„Zy zyn goed bewaard," dacht hy, mot
zooveel volk rondom hen; als ik voorbij het
huis kom, zal ik Virginie op bon afzenden."
IJumphroy was nergens to zien; daar liop
6iT Everard naar Miles, dio met het kleine
meisje van den j ortier speelde, enzeidehem,
'dat h(j naar Virginie moest uitzien en zyn
broor voor hom goeden dag moest zeggen.
Kleine Miles hield hot gezichtje omhoog,—
©on smal, bleek gezichtje was hot nog om
sir Everard te kussen; en hy vroeg:
„Komt u gauw terug, papa? En gaat u
dan niet meer weg? Nooit meer?"
„Ik kom gauw terug, lieve jongon, en dan
blyf ik lot hot volgende jaar. Dan zullen we
veol pleider hebben; maak jy nu maar, dat
je oen brave kleine jongen bont en niet meer
liok wordt."
„Ik beloof hot u, papa."
Sir Everard glimlachte droevig, kuste het
Jind nog eena en ging toen heen.
Toen liy by het hek gekomen was, wenddo
hy hot hoofd om, ten einde nog eens bet
vrooiyke schouwspel aan to zien. Miles stond
daar nog, waar hy hem had verlaten; hy
staarde hem achterna en wuifde met zyn
handje. Zyn figuurtje was op den voorgrond
van het bekoor)yko panorama, omringd door
de goudgele halmen. Achter hem strekte zich
het heeriyke zomerlandschap uit, ©n heel in
de verte kroop langzaam de machine voort,
gevolgd door de lozere. Humphrey zat naast
denbestuurderen had nu zelfde teugels in handoD.
Zoo verliet hen sir Everard.
Opgewonden vreugde kan nooit lang duren,
spoedig had Humphrey genoeg van het ryden
hy sprong op den grond en ging naar zyn
broertje om met hem te spelen. Zy volgden
de machine nog eonigen tyd en raapten de
halmen op; maar het was oen warm werk
en zy gingen zitten onder de haag, om er
te rusten.
„Hier is het ook nog heet," zeido Hum
phrey, dio zyn groolen zonnehoed afnam en
het gloeiende gozicht koelte er medo toe
waaide. „Ik vind, we moesten maar gaan
onder den boom in hot veld hiernaast, waar
wy dien Zondag gezeten hebben, toen oom
Charlie hier was. Kom, ga mee, Miles."
En zy klommen over hot hek, begaven
zich naar den boom en viyden zich daar
neer in het lange gras.
„Wat waren oom Charlie's vertelsels toch
mooi I" zeide Humphrey met een diepen zucht
van verlangen; „wat zou ik ze graag allo
nog eens hooren I Het is toch jammer, dat
papa verboden heeft in dien boom te klim
men, die boven het water uitsteekt. Het
zou juist zoo leuk zyn, om er langs te
kruipen, juist als die man deed. Papa zegt,
dat die tak rot is en niet te vertrouwen.
Maar ik geloof vast, dat papa het mis heeft,
het kan niet anders; de tak ziet er zoo
sterk mogoiyk uit."
Hy zuchtte nogmaalsLangdurige stilte.
Dau hervatte hy: „Ik vind, dat wy toch
in elk geval wel eens kunnen gaan kyken.
Het zal zoo frlsch zyn by den vyver."
„O Humphrey, toch asjeblieft niet. We
zullen weer verdwalen, en Virginie zal zoo
kwaad zyn."
„Maar ik weet den weg precies van hier
af, Miles. Den vorigen keer verdwaalden
wy alleen, omdat wy van het huisje van
Dyson afgingen."
„Maar Humphrey, het zal nat weer wor
den. Ik heb papa beloofd, niet weer ziek te
zullen worden."
„Toen ben je nat geworden door den regen,
Miles, niet door den vyver; en het gaat niet
regenen vandaag. Kyk eens, wat een blauwe
lucht 1"
De broertjes zagen naar boven. Boven hun
hoofden was de lucht helder, maar in de verte
vertoonde zich een verdachte wolkenbank.
„Die wolken zyn van avond pas hier,"
stelde Humphrey gerust; „kom mee, het Is
niet lieel ver weg."
„Liever niet, Humphrey.1'
„Ik ga alleen maar eens kyken. Waar ben
jo bang voor?"
„Ik weet niet, Humphrey," antwoordde de
kleine, terwyi tranen zyn oogen vulden, „maar
och, laat ons toch asjeblieft r.iet gaan."
„Wel, je hoeft niet mee te gaan, als je niet
wilt. Ik ga alleen, Ik biyf niet lang weg."
Maar Miles bleef liever niet alleen in het
veld; daarom stond ook hy met een onder
drukten zucht op en zeido onderworpen: „Ik
zal meegaan."
„Best," antwoordde Humphrey, „er ia niets,
waar je bang voor hoeft te zyn, is 't wel?"
„Neen," antwoordde het kind; maar zyn
gezichtje stond droevig, en zyn stem beefde
een beetje.
Zoo liepen de broertjes voort door het hooge
gras, hand in hand, totdat zy in het naaste
veld het water van don vyver zagen, schit
terend als zilver ln den zomerschen zonne-
schyn. Naast elkaar stonden zy dra aan
den kanL
lamge kwaim, werden sommen betaald van
250 bot 600 guidon toe. Een dame uit Opor
to betaalde voor één plaats in de opera
voor de gala-voorstelling meer dan 900
gulden.
Koning Eduard had aa® Don Carlos en
den Engelsohe® gezant te Lissabon, door
middel van de draadlooze telegraphic, van
zijn jacht doen weten, dat alles aan boord
in orde was.
Volgens de „Tribuna" zal koning Eduard
in deze maand ook een bezoek brengen
aan Italië. Een offioicele bevestiging van
dit bericht is nog niet gevolgd.
Dc ontscheping zou te Napels plaats heb
ben. Daarop volgt een bezoek aan Rome
van 27 tot 29 April.
Generaal Botha heeft een brief aan zijn
echtgenoot© geschreven, waarin hij haar ver
zocht met hun kinderen binnen eenige we
ken naar Afrika terug to keeren, daar hij
zelf to veel tc doen heeft t i weder een reis
naar Europa tc maken.
Do generaal is thans bezig met het schrij
ven van een uitgebreide geschiedenis over
den oorlog, welke geschiedenis binnenkort
in Europa zal worden uitgegeven.
Botha heeft zich thans voorgoed tc Pre
toria gevestigd. Engeland heeft het district
Vrijheid, -vaar do familie Botha steeds heeft
gewoond, bij do kolonieNatal gevorgd.
Chamberlain had nu dc hoop uitgesproken,
dat do generaal, ondanks dezo annexatie, tc
Vrijheid zou blijven, doch deze het zooals
do meeste daar gewoond hebbende Boeren,
zulks geweigerd, en zich vrijwillig elders
hcon begeven.
Te® gevolge van dc vijandige houding,
door do studenten aangenomen tege® den
rector dor universiteiten te Petersburg,
werd besloten de colleges eenige® tijd te
sluiten.
Balkanschiereiland.
In een to Brussel ontvangen schrijven uit
Saloniki wordt o. m. het volgendo medege
deeld:
„Sinds don Russisch-Turkschen oorlog
heeft Oostenrijk-Hongarijo zijn best gedaan
om do versohillendc groepen der Albaneezen
voor zich to winnen. Het is de officieel©
verdediger van do katholieke Albaneezen en
het heeft van deze omstandigheid partij ge
trokken.
Immers zoo komt hot, dat do Albaneezen
een grootcn eerbied koesteren voor keizer
Frans Jozef en dat do gezant van Oosten
rijk-Hongarijo to Uskub en in vele andere
stedon een autoriteit bezit, veel grooter dan
d© Turkscho overheden.
Den aanvoerder der Mahomcdaanscho Al
baneezen heeft men ook weten in te palmen;
dit brengt dozen trouwens nog een aardig
sommetje geld op.
Behalve dit zedelijk overwicht heeft Oos-
tenrijk-Hongarijc zich een tamelijk groot
stuk Turksch grondgebied weten too to eige
nen zonder dat iemand hier tegen protes
teerde.
Nadat het Bosnië on Horzegowina bezet
had, heeft het een sterke bezetting in den
pas nabij do rivier Luinia gelegd, tot aan
het villayet Kossovo.
Ook bevindt zioh daar een Turksche be
zetting, onder bevel van een pacha, die te
vens over dc Oostenrijkers het bevel voert,
cn dan ook tot den staf van het Oostenrijk-
scho leger behoort.
Deze dignitaris ontvangt van de Oosten-
rijksche regeering een hoog honorarium.
Oostenrijk bezit dus in Albanië een sterk
overwicht en het is daarom mogelijk, dat
Turkije binnenkort wel genoodzaakt zal zijn
aan het kabinet to Weenen om hulp to vra
gen, om de onlusten, die door dc toepassing
van de voorgestelde hervormingen bij do Al
baneezen zijn verwekt, te onderdrukken.
Do aanslag op den Russischen consul
Schterbina heeft to Konstantinopel groot
opzien en veel emotie verwekt De groot
vizier hcoft dadelijk een bezoek afgelegd bij
den Russischen gezant om hem zijn groote
spijt te betuigen over deze misdaad.
De Sultan wilde niemand ontvangen, niet
tegenstaande het eergisteren een Mahomc
daanscho feestdag vras: Nieuwjaar.
Dadelijk zijn maatregelen getroffen om
een streng toezicht te oefenen op de beidé
Albaneescbe bataljons van de keizerlijke
lijfwacht, opdat geen ongeregeldheden zul
len plaats grijpen in het paleis.
Twee bataljons troepen uit Uskub cn twéé
bataljons uit Adrianopel büiben bevel go-
kregen dadelijk naar Mitrowitza te gaan,
om het garnizoen van deze plaats te ver
sterken.
Den commandant van het derde leger
korps to Salonika is uit Konstantinopel
aangeschreven, alle troepen beschikbaar te
houden, om een eind te maken aan den op
stand in Zijn district. Versterkingstroepen
zijn gezonden nit Smyrna.
De Albaneescbe opstand heeft een paniek
doen ontstaan onder de Christenbevolking
van Oud-Servië. In het district Priiep
hebben do Mahomedanen vele Christenen
vermoord.
Het platschieten van Kabintzi, in het
district Istib, heeft plaats gehad op bevel
van Sabri-Bcy, Kaimakam van Istib, om
dat de boeren gastvri :d verleend hadden
aan een troep Bulgaarsche opstandelingen.
Sabri-Bey heeft voor dit optreden een be
looning gekregen van don iultan, de gou
den medaille van Liakat en ©en som gelds.
„Central News" ontvangt uit Belgrado
het bericht, dat de Regcering van Servië do
onmiddellijke) versterking der grensgarni-
zoenen gelastte tegen de dreigende opeen-
hooping der Albaneezen.
Dg Times" verneemt uit Konstantinopel,
dat Maandag bij Mitrowitza 200 man sneu
velden. De Port© zendt nog 16 bataljons uit
Azië naar Noord-ADanië.
KATWIJK. Geboren: Masrtjo, D. van Willem
van der Luyt en L Guyt. Jan, Z. van P. van
Dovvenbode en M. Schonenberg. Huig, Z. van
W. Haasnoot en J. C. van der MareLNi col aas,
Z. van C. Haasnoot en J. Guyt.
Overleden: Jb. van Rijn 2 jZ. van M. v.
Rijn en J van Rijn.
Ondertrouwd: M. van Rijn jm. en J. van
der Plas id.
STOMP WIJK. Bevallen: N. van den Akker
geb. Hoogendoorn D. A. Schrader geb. Lelie
veld D. C. P. Rijling geb. v d. Akker Z.
VEÖR. Bevallen: M. C. Yieveen geb. Bent
velzen D.
Overleden: A. van der Velden o. V. 72 j.
VOORHOUT. Overleden: Nicolaas Hunts
7 j., Z. van Carel Theodorus Hujjts en Cornelia
van Gink. Joannes van den Nienwendijk 3
xn., Z. van Cornells van den Nieuwendijk en
Jobanna Catharina van den Boogaard.
ZEGWAARD. Geboren: Alida, D. van L.
Groenewog on J. v. Elieswijk.
Overleden: Wilhelmina Lagerberg, 63 j.,
echtg. van J. van der Goes. D. J. Berkel 9
d. W. Bregman 7 w.
Schiedam, 3 April. Noteering van de Bsnrs-
eetninissie Moutwijn 7.25 per HL. Zonder fust en
zender belaetiug. Spoeling f 1.40 per ketel.
Noteering van de Makelaars: Moutwijn 8.
Jenever 12.Amaterd proet 13.50.
Noteeriag Diatillateuraboad: Moutwga J 8.
Jenever f 12.Amaterd. proef 13.60.
iiMOimarden, 3 April. Boter. Aangevoerd 23/4
14/8 en 6/1G v. Eerete soort 46..Fabriekeboterr
aanvoer 61/3 en 44/6 v., pry's ƒ41.60 a 46.—
commissie ƒ46 a Kaae. Aangevoerd 24,61S
KG. ƒ24.— a ƒ34.—.
Vee De aanvoer beatond beden uit: 2004
RundereD, 632 Sobapen, 1131 Varkens, Bokken
en Geiten, 6 Paarden en Veulens.
Stieren, enter- 80 tot 100, l'weotor- ƒ126
tot ƒ280, Ossen ƒ190 tot ƒ200, vette Koeien
f 210 tot 270, melke en k&ive Koeien 160 tot
ƒ265. Pinken ƒ65 tot ƒ76, vette Kalveren 16 tot
ƒ60, Graakalveren tot nuchtere dilo 8
tot 10, vette Schapen ƒ26 tot 26, weide id. 18
tot 23. Lammeren tot vette Varken»
ƒ96 tot ƒ106, magere dito ƒ40 tot ƒ46, vette
Biggen 26 tot 40, magere dito 4 tot 8,
Paarden 70 tot ƒ100, Vette Koeien lste qual.
tot o., 2de qual. tot o., «de qual. tot
o., stieren per bout tot o., vette kalveren
tot c., vette Sobapen tot c., vette
Varkens 19 tot 204 c., Varkens Londensohe markt
19 tot 20 o. per */- KG.
In Rundvee wa9 de omzet over het geheel
stadiger dan de vorige week; in Wol vee behoorlijk
goed eu in Varkens voor Londen goed gewild.
Deventer, 8 April. Boter per vat ƒ24.a
24.60, afw. ƒ22.60 a 23.per '/„vat 11.
12.60, per KG. 1.10 a 1.20. Eieren f 3.— a 3.75
de 100 stnks.
Alkmaar, 3 ApriL Kaas. Aangov. 126 partyen,
wegonde 60,763 KG. Prijs voor kleine 28.com
missie f 26.—, middelbare ƒ27.—. Handel stug.
Zn olie, 8 April. Boter. Aangevoerd 66 4 en
238/8 v. en 1870 stokken, wegende samen 14405
i KG. Prjjs per vat 22.60 a 26.—, per KG.
1.— a ƒ1.16.
„Het was alleen maar eens om te kyken,
zie je?" zeido Humphrey.
Dat waren de eerste woorden, die sinds
gerinmen tyd waren gesproken, en wel zoo
plotseling, dat Miles or van verschrok, toen
ze de stilte verbraken. Ze schenen de bewo
ners van dio eenzame plek op te schrikken:
eeu vogel vloog op uit een boom en scheerde
met eon scherp gesjirp over het water; een
waterrat sprong weg van onder een lelieblad,
en plonsde midden in den vyver; ontelbare
insecten dwarrelden over de steeds wyder
wordende kringon aan de spiegelheldere opper
vlakte van hot water, en traag zoomden twee
of drie byen van de eene lelie naar de andere.
Een onbepaald, beklemd gevoel greep de
kïndoren aan; do omgeving en alle geluiden,
die zy vernamen, hadden iets zwaarmoedigs,
on z\) spraken geen woord.
De tak van den boom, die over het water
hing, dompelde juist zyn uiterste bladeren
onder, als het zwoele windzuchtje door het
loover ritselde; de waterlelies dansten zachtjes
mede op de lichte beweging in het wator, en
over de geheele plaats hing een sfeer van
doodsrust en afzondering, onder welker Indruk
zelfs Humphrey zweeg, en de ontzettende
vrees van Miles elk oogenblik toonam.
„Laat ons gaan, Humphrey 1" fluisterde hy.
„Nog niet," antwoordde Humphrey, plot
seling uit zyn verstrooiing opschrikkend; en
hy liep op den boom toe. „Ik moet toch
dien tak oen goed bekyken. "Wel, hy ia niks
verroti Ik geloof, dat hy ons best allebei
kan dragen 1"
Hy sloeg de armen rondom den stam en
begon zich naar boven te werken; spoedig
was hy in het dicht© loover verdwenen.
Miles' knieön knikten al zyn leden trilden;
hy kon zich niet heenzetten over het zwaar
moedige gevoel, het bange voorgevoel, dat
hem beklemde, en hy verlangde niets vuriger
dan aanstonds de plaats te verlaten.
Eensklaps hoort de kleine jongen Humphrey's
helderen lach. Miles ziet op en ziet hem
langs den tak kruipen, die hangt over het
water. Zyn gezicht is gloeiend heet, zyn
oogen schitteren van opgewondenheid, hy
bemerkt niet, hoe de tak zucht, buigt,
kraakt onder zyn gewicht. Toen hy zich
eenige meters ver had gewaagd, kroop hy
weer een weinig terug, sloeg zyn armen om
den tak en stond het volgende oogenblik recht
op zyn beenen.
„Hoera!" roept hy triomfanteiyk r'\ „ik
heb het gedaan I W-e zal nu nog .gen,
dat het gevaariyk is? Ik ben hier zoo veilig,
zoo veilig als het maar kan. Kom hier, Miles,
kom dan toch by my, wees niet zoo bangl
Je kunt niet half begrypen, hoe prettig het i8l"
Miles haalde diep adem. „Moet ik wezeniyk,
echt komen?"
„Waarom niet? Je ziet hoe gemakkeiyk
het gaat. Geef my je hand, dan zal lk je
helpen."
De schoone knaap leverde een heeriyken
aanblik op, toen hy daar zoo hoog verheven
stond; het wolgebouwde figuurtje lynde zich
scherp togen het groene loovermet een©
hand hield hy zich vast aan een tak, en de
andere strekte hy uit naar zyn broertje; zyn
weelderige bruine krullen omlystten in een
bevallige wanorde het opgetogen gelaat; en
by na aandoeniyk was de tegenstelling met
de bang-droevige uitdrukking op het bleeke
gezichtje van den kleine daar beneden, die
bevend van angst de oogen opsloeg naar zyn
broer en de handjes zenuwachtig samen
vouwde.
(Wordt vervolgd.)