Stofgoud.
Wekeiyksehe Kalender.
v
Raadgeving;.
ALLERLEI.
pimpelmeezen brengt echter jaarlijks 12 a 16
jongen groot, zoodat, indien men liet voe
der, dat deze tot zich nemen, op de helft
van dat der ouden schat, men tot de ont
zaglijke som van 24 millioen voor de plan
tenwereld schadelijke dieren komt voor één
enkele meezetn-familie 1
Ook de koekoek verslindt meer dan 100
rupsen, het gewone aardige rcodstaartje,
dat do vliegen tot onder onzen neus wegkaapt
,'uit veranda's, 100 vliegen in een uur tijds,
en zoo zijn er vele voorbeelden aan te wijzen.
Maar ook die vogels, welke weinig yleesch-
voeding (insecten) noodig hebben, zijn toch
nuttig, daar ze de zaden van vele onkrui
den eten; hiertoe behooren de vinken, dui
ven, hoenders; eenige onder lien voeden
zich gedeeltelijk met zaden van onkruid, ge
deeltelijk met insecten en doen op die wijze
dubbel dienst.
Nog verder heeft men het nut dor zang
vogels trachten te doen zien. Met veel moei
te heeft men nagegaan hoeveel ongedierte,
i-n«wtesn enz. van do verschillende soorten
in één bepaalde maat bevat werden; zoo
nauwkeurig mogelijk heeft men nagegaan
welk soort voedsel de verschillende nuttige
vogels opnamen e^i men is tot het besluit ge
komen, dat voor iedere koekoek, mees of
tjiKh vink, die men doodde, naar evenredig
heid van de hoeveelheid voedsel, die deze tot
zich nam, een gelijke hoeveelheid sc-hadelijko
insecten over de nuttighoidsgowassen werd
uitgestrooid.
Dat de cultuur-toestanden, die op de ééno
■wijze, zooals we verderop zullen zien, den
vogels de gelegenheid tot nestelen ontno
men en daardoor hun levensbenoodigdheden
in dan weg staan, tegelijk die van het on
gedierte begunstigen, toornen ons de groote
insectenplagen.
De cultuur-toestanden bevorderen een we-
ligen plantengroei, die rijkelijk voedsel
biedt «ati allerlei insecten, welker voort
planting onder deze omstandigheden zoo
toeneemt, dat de kleine planteneters zich
soms in milliarden vergrijpen aan wat de
mensch uitzaait.
Ongeloofelijk is bijv. het aantal meike
vers, dat de vrucht- en loofboomen aanvalt,
Door hot natellen van een proefmaat bere
kende men het aantal der gevangen meike
vers in een streek op 2 milliarden in de
twee jaar, welke zich in het volgend voor
jaar dertigmaal vermeerderd zouden hebben.
Daarbij komt, dat één pop van het ed af tot
de verpopping toe ongeveer 2 pond planten
wortels verteert; dit alles te zomen geno
men, geeft een voorstelling van de schade,
die zulk een aantal aanricht.
Hetzelfde geldt van sommige vlinders. De
kleine groene rupsjes van eeu witten vlin
der, die zich als eeu wolk over Saksen uit
goot, verslonden in eenige weken tijds zóó
veel, dat ze 3/8 duim lang werden, de bla
deren tot geraamten uitvretendverder
i trekkend veegden ze in één nacht 4 k 5 bun-
i dors gewas schoon, dat den vorigen dag nog
weelderig stond. En deze voorbeelden zijn
in menigte aan te halen en toonen ons dui
delijk het nut aan der zangvogels, die dit
I ongedierte verslipden.
Do arbeid is dikwijls de vader van het ge
not. Te beklagen is do man, die gedrukt
gaat onder den last van zijn vrijen tijd.
Voltaire.
Is de zoogenaamde wereldsmart niet
eigenlijk overmaat van genotzucht?
Oarmen Sylva.
Als wij ons maar aangrijpen en verman
nen, gaat het werk ons weder goed af en
wij vinden in den arbeid weder ons ge
noegen.
Goethe.
Uit bet paradijs der jeugd wordt menig
volwa-ssene verdreven als de strijd d~3 le
vens komt. Maar wat oas ook ontnomen
worde, de herinnering blijft ons bij. Geluk
kig hij. die in de herinnering aan irn zon
nige jeugd een ster bezit iD 's levens duister
Auerbach.
Wil de 6terke geliefd zijn, dan moet hij
zijn kracht door gratie temperen; wil de
zwakke geacht zijn, zoo moet hij zijn on
macht door waardigheid vergoeden.
Schiller.
Zondag.
De nood is de moeder van de uitvindin
gen,maar niet zelden is ook de uitvinding
de moeder van den nood.
Maandag.
Men heeft ook plichten jegens zichzelven
en do eerste van deze is: zijn verplichtingen
gevoelen tegenover anderen.
ÏMnsdag.
Hondentrouw is daarom zoo roerend,
omdat ze niet in woorden, maar door daden
wordt- uitgedrukt.
Woensdag.
Misschien bezit ieder mensch een vurige
kern, die men niet kan bereiken en die zich
eerst na hevige schokken laat vermoeden.
I>oudcrdag.
Genoegens, waaraan men ontwassen is,
noemt men dwaasheden.
Vrijdag.
Hot kost ons moeite te gelooven, dat het
goede, hetwelk wij aan de verzorging van
het lichaam ontleonen, in bevredigende ver
houding staat tot den tijd, er aan besteed.
Zaterdag.
Schrijft aan uw waren geen hoedanighe
den toe, welke zij niet hebben; de koop er
merkt het ©n komt niet meer bij u terug,
bij gebrek aan vertrouwen.
Middel tegen krakende laarzen.
Tegen krakende schoenen of laarzen wordt
aanbevolen het herhaaldelijk insmeren van
de zolen met lijnolie. Do zolen verkrijgen
daardoor tevens een grooter duurzaam
heid.
Soms wil het helpen, wanneer men de
schoenen des nachts in het waiter zet, zóó,
dat alleen do zolen nat worden en het water
niet tussohen het bovenleer en de zolen in
de schoenen dringen kan.
RECEPT.
Rijstpudding met appelen.
Twee ons beste rijst wordt gewasschen, afge
goten en in anderhal ven liter melk langzaam
gaar gekookt. Intusschen worden twee do
zijn geschilde appelen met een ons suiker,
een afgeraspte citroenschil of vanieljo en
wat boter en wijn of water gekookt, tot ze
eenigszins gebonden zijn. Hierop wordt een
steenen vorm, in laagjes, met- rijst en appe
len gevuld en met een laagje rijst bedekt,
in den oven een halfuur tot drie kwartier
gebakken.
Een gouverneur behandelde met zijn leer
lingen het onderwerpKoning Salomo.
Na een kleine schets van het leven des Ko-
nings, ging hij de kinderen ondervragen
om te zien of allen hem begrepen hadden.
,,Kan iemand mij het verschil noemen
tusschen koning Salomo on andere men-
schen V'
Algemeene stilte.
„Wel, is er bijvoorbeeld geen verschil tus
schen koning Salomo en mij 1"
Weer een pauze.
Toen stak een kleine jongen zijn hand op.
,,Nu, ventje, wat is het?"
„Salomo was wijs."
Eon vreemdeling, die in een Mohamme-
daansche stad kwam, merkte daar een onge
wone drukte op en vroeg naar de reden hier
van.
„De Sultan zal morgen op reis gaan," vraa
bet antwoord.
„Ja, maar beeft bij dan zoo lang tijd noo
dig om zich gereed te maken?"
„Zeker, want hij moet nog zeshonderd,
vrouwen goedendag zeggen."
Een bontwerker annonceerde:
„X. Co. maken bekend, dat zij capes,
kragen, enz. maken voor dames uit haar ei
gen vellen."
Uit een politie-rapport. De overledene
stierf vermoedelijk ten gevolge van een
slag, dien hij vóór of na hot verdrinken
kreeg.
Verdacht. Dienstmeisje: „Wat kost een
kan melk?"
Melkboer: „Negen centen 1"
Dienstmeisje: „Heb je geen goedkooper
soort, bijv. van 7 oenten V'
Melkboer: „Op 't oogcmblik niet, maar
als je even wachten wil I"
Van den professoralen katheder. De
koekoek legt haar eieren in de vogels van
vreemde nesten; neen, haar vogels in de eie
ren van vreemde nestenneen, haar nesten
in de eieren van vreemde vogelsneen, haar
vogels in de nesten van vreemde eieren;
neen, maar als zij ze zelf uitbroedde, zoo
als andere fatsoenlijke vogels, dan zou men
met haar eieren en nesten niet zoo in de war
behoeven te geraken."
Verongelukte vleierij. Oude jongejuf
frouw: „Deze stof bevalt me zeer goed,
maar ik geloof, dat de kleur beter voor een
jong meisje geschikt is."
Winkelbediende:,,O, juffrouw, u is be-
pjjald niet half zoo oud, als u er uitziet."
Boosaardig. Wielrijder (tot anderen,
die vegetariër is en in een weiland valt)
„Zeg, amioe, we rijden nauwelijks een uur,
of je wilt al ontbijten."
Oorzaak en gevolg. Meester: „Noem
eens iets, dat veel voorkomt in landen met
een vochtig klimaat."
Leerling: „Een parapluie".
Devoot. „Weet men al iets naders over
de ziekte van den vorst, Excellentie
„Ja, hij moet lijden aan vervetting van
zijn allerhoogste lever."
Een geschenk. Vrouw (dde een nieuw
slot aan de voordeur heeft laten maken, tot
haar man): JDaar heb jij den ouden sleu
tel; daar mag jij nu mee gaan bluffen".
De verstrooide schoolmeester. Een
hoofd der school werd op zekeren dag voor
dringende aangelegenheden buitenshuis ge-
roopen en plakte op de deur van zijn kamer
een papier met de mededeeling, dat h'j om
drie uren zou terugkomen. Toevallig gin
gen zijn zaken echter vlugger dan hij had
gedacht en zoo kwam het, dat hij om kwart
voor tweeën al terug was. Toen zijn oog op
het op de deur geplakte papier viel, bleef
hij even staan, om to lezen. Daarna ging hij
op de trap zitten en wachtte geduldig tot
drie uren.
A.: „Ik heb meermalen opgemerkt, dat
de dames, als ze het een of ander boek be
ginnen te lezen, eerst- nieuwsgierig de laat
ste bladzijde opslaan."
B. (gehuwd man): „Dat komt. omdat de
vrouwen altijd het laatste woord willen heb
ben."
Oplossing van hel Raadsel In hel vorig Zondagsblad'
Sprot. Sport.