De geneeskunde bij de Arabieren.
Vrouwentranen en Vronwentronw.
vreesedijk. Luister wat er gebeurd is. Het is
iets heel buitengewoons... Al onze gasten..."
De generaal liet hem niet uitspreken en
zoi dam glimlachend:
„En i k was er op geBteld u zelf te ko
men bodanken... en mijn excuses aanbieden.
1 Het is heel vriendelijk van u en ik stel uw
1 uitnoodigmg zeer op prijs. Ge komt pas
van uw huwelijksreis en go zijt zelfs om mij
i vroeger thuis gekomen. Wees verzekerd, dot
het mij erg spijt... te meer, daar ik ik
moet er wel voor uitkomen niet iemand
bon voor groote diners... Een bord 6oep
's avonds, rneer niet. Op mijn leeftijd is dat
zeker voldoende. Staat mo dus toe, dat ik
heenga. Ik moet morgen heel vroeg op voor
de inspectie. En gij hebt den heelen nacht
gereisd, gij hebt behoefte aan slaap. Houdt
me dus niet op... Tot ziens, kinderen
„Maar generaal", zei Georges, „dat kan
niet. Wo zijn ct op gesteld u hier te hou
den. Blijf als het u belieft,bewijs on3 die
eert"
„Doe ons dat genoegen, generaal," voeg
de Susanne er bij.
Maar de generaal hield zich goed.
„Tot weerziens, kinderen. Ik ga weg..."
Toen Georges en Suaamne de eetkamer
weer binnen kwamen, waren de couverts
verdwenen. De tafel was ontdaan van de
overtollige bladen en als door een too ver
slag ingekrompen. Het was geen lange,
deftige, keurig gedekte tafel, zooala het be
hoort bij een officieel diner, maar een
klein, net wit tafeltje, dat geheel zou kun
nen wegschuiven achter een tochtscherm,
een van die kleine tafeltjes, die zoo ge
schikt zijn voor een maaltijd met zijn
tweeën, die geschapen schijnen te zijn voor
verliefden.
Susanne roep uit:
„En laten we nu gaan eten. Ik heb een
i vxeeselijken honger 1"
I Zij gingen aan tafel zitten. Jean bracht
hun het meau. De onder-prefect zei
„We zullen beginnen met de kreeften.
Trek maar een flesch champagne open..."
En toen 1 'j zag. dat Jean met zijn servet
over zijn schouder op nadere orders bleef
staan wachten, voegde hij er bij:
„Ge kunt wel naar de keukeu gaan, Jean.
En kom alleen binnen als er gebeld is 1"
De geneeskunde werd bij het volk van den
Islam, dat zooveel hecht aan alles, wat eeni-
gen schijn heeft van tooverij en duivels
kunst, ten allen tijde in hooge eer gehouden.
'Het zou een groote dwaling zijn te denken,
dat de Arabieren zich eenzelfde denkbeeld
vormen van do geneeskunde als wijzij zien
er een bovennatuurlijke macht in, door ver
soheidenen hunner inet vaardigheid toege
past
Arabisch geneesheer („toubib") is onver
schillig welke Arabier, die geen andere in-
tclleotueele ontwikkeling heeft, dan te kun
nen lezen en zijn taal te schrijven. Hem zijn
bekend dc vergiftige eigenschappen van
eenige planten en de geneeskrachtige eigen
schappen van zekere andere, die hij, zonder
onderscheid, bij alle ziekten aanwendt
Voor hem zijn de meest doeltreffende ge
neesmiddelen eenige stukjes papier van
verschillende kleuren en verschillende af
metingen, waarop vereen uit den Koran zijn
geschreven. Die stukjes papier worden door
de zieken verzwolgen, die kort daarop ook
moeten genezen. Ook gebeurt het wel, dat
hot papier zorgvuldig wordt opgerold, en
vervolgens in water gekookt. Na na een be
paalden tijd het kookpunt bereikt te hebben,
wordt dit water, zoo heet mogelijk, door den
zieke gedronken, die terstond na hot gebruik
daarvan moet genezen zijn.
Ongelooflijke voorschriften worden door
de zieken stipt opgevolgdzij stellen er een
blind vertrouwen in en aarzelen niet ze met
den koogsten prijs te betalen.
De „toubib" behandelt al de zieken steeds
1 op een en dezelfde wijze, eerstens met too-
vcrmiddclcn, dit zijn stukjes papier met ver-
I zen van den Koran er opdaarna door op
het glas of op het bord van den zieke gelijk
soortige verzen te schrijven, vervolgens door
hem do onmogelijkste grimaseen te laten
doen, en als de zieke dan npg ui et is gestor
ven, hij wordt zelden beter schrijft bij
hem mengsels van planten, van hars en soms
van metalen voor; de eenige daarvoor aan
gewende zijn vergiftige motalen. Zoo schrijft
men, voor onverschillig welke koorts, zeker©
verzen uit den Koran op een ea cn laat men
dit uitbroeden; gelukt dit, dan moet de zieke
herstellen.
In andere gevallen maakt de zieke een
mengsel van kwikzilver, blauw6tofijzer en
potassium 1), vervolgens kauwt hij note-
boom-bladcren en spuwt hot mengsel uit, om
dit daarna zoo lang tc roeren totdat het een
zekere vastheid verkrijgt. Daarop verdeelt
hij de massa in balletjes, werpt er een be
paald aantal op het vuur, wikkelt zich in
een bournous en ademt dc dampen daar
van in.
De voorschriften van de Arabische genees-
heeren bevatten alle formules, waarin „Al
lah" een voorname plaats bekleedt. Mengsels
zooals de volgende komen ook voor: vet, olie
van kabeljauwlever, knoflook, peper, zout,
engelwortel, duivelsdrek, oranjebloesemwa
ter en azijn.
De apotheker („talebadoua", kenner der
geneesmiddelen) maakt die mengsels niet
klaar, hij levert de verschillende bestanddee-
len afzonderlijk, waarvan de hoeveelheden
doorgaans zijn aangegeven naar de waarde,
welke zij gekost hebben; de zieke zelf moet
zijn mengsel bereiden.
Uit een oogpunt van curiositeit, en opdat
men beter begrijpe welke voorschriften de
Arabisoho doctoren geven, laten we hier de
vertaling volgen van een Arabisch recept.
Deze recepten zijn moeilijk te verkrijgen,
daar de bezitters die als een talisman bewa
ren.
Vertaling:
God alleen zij geprezen!
Ziehier de apothekerswaren, die ik noodig
heb: kwijlwortel, witte peper, paradijs-
koorn, droge rozijnen, knoflook, zaaizaden,
waterkers, witte azijn, kamfer, benzoë,
mastic (hars uit den mastikboom), olie, lau
rier, harmei 2), groeDe anijs, saffraan, ho
nig, rood papier, en dit is alles, wat ik ver
lang. De groeten.
Wanneer de zieken van deze soorten van
toebereidselen niet beteren, dan gaan zij er
pas toe over onze geneesheeren te raadple
gen. De „toubib" draagt altoos een reeks
certificaten bij zich, om de verkregen gene
zingen te staven.
Er zijn er een twintigtal in de streek, die
wij bewonen, een daarvan heeft een bijzon
der grooten naam I
Het zou van belang zijn de Arabische ge
neeskunde te kennen, maar die studie eischt
zeer veel tijd en is uiterst moeilijk, aange
zien de verschillende Arabische geneeshee
ren, ter aanduiding van dezelfde plant, de
meest uiteenloopende benamingen bezigen,
en bovendien nooit die planten bekend wil
len maken, dan wanneer men hun vertrou
wen heeft weten te winnen.
Doctor F Malmejac,
Apotheker bataljons-chirurgijn 3de klasse
SeliA (Algiers).
1) Potassium: zeker week metaal met zil
verwitte kleur, vooral gekenmerkt door zijn
groote aantrekkingskracht tot zuurstof,
chloor en vele andere niet-raetalen.
2) Harmei of Peganum-plant uit de fami
lie der Rutaceeën. In Turkije gebruikt men
de zaden als middel tegen wormen en ook
wel om er verf van te vervaardigen. Het
wordt ook wel Syrisch kruid genoemdhet
groeit uitsluitend in het Oosten en in Zui
delijk Europa
Raadgevingen aan een verloofd meisje.
Zet uw aanstaanden man niet op een voet
stuk dicht hem geen groote zedelijke en ver
standelijke hoedanigheden toe; hij zou ze te
schande kunnen maken.
Schrijf hem geen óvergev ge brieven;
hij is in staat ze te laten slingeren.
Zeg hem wat gij voor hem gevoelt,
schrijf het hem nooit.
Haspel zijn naam niet door clk^n volzin,
dien gij uitspreekt.
Speel met voortdurend met uw verlo
vingsring; vestig er niet de aandacht op.
Verhoovaordig u niet; zie niet minach
tend neer op jonge meisjes, die niet in den-
zelfden zaligen toestand verkeeren als gij.
Vergeet niet, dat gij niet het ëénige ver
loofde jonge meisje in de wereld zijt. Het is
niets om te bluffen. Er zijn vee) vrouwen,
die het betreuren, dat zij ooit verloofd
waren. Gij kunt later tot die vrouwen be-
hooren. Neen, bluf met op uw verloving.
Gij zoudt evengoed kunnen bluffen, dat gij
een goed zeeman zijt, wanneer uw boot op
een spiegelgladde zee ligt, bij heldere lucht.
Wacht tot do zee onstuimig en de lucht drei
gend wordt. Dan en dan alleen zult gij
kunnen beoordeelen, of ge al dan niet een
goed zeeman zijt.
De verlovingstijd is geen repetitie voor
het huwelijksleven.
Maak uw aanstaanden man niet de zon
van uw leven, het middelpunt van al uw da
den hij is slechts een mensch en zou u zoo
wreed kunnen teleurstellen.
Wijd niet al uw aandacht uitsluitend aan
hem; verbreek voor hem niet al uw familie-
en vriendschapsbanden.
Put den voorraad uwer liefdewoorden
niet uit. Bewaar nog iet9 tot né, het huwe
lijk; zeg hem dan nog iets, zóó lief, als hij
het nooit hoorde.
De oude Romeinen zeiden:
„Vrouwentranen zijn bedrog."
Andere volken zijn al even weinig beleefd.
Ziehier eenige voorbeelden:
Toskanen: „De vrouwen weenen meer uit
listigheid dan uit verdriet."
Lombarden: „De vrouwen hebben altijd
een potje met tranen in den zak."
Polen: „Een oohtendregentje en vrouwen
tranen duren niet lang."
Spanjaarden: „De vrouw, zij jammert, de
[vrouw, zij klaagt.'
„De vrouw wordt ziek,
[naar 't haar behaagt
Portugeezen: „De vrouw weent niet het
eene en lacht met het andere oog."
Venetianen: „Laat u door geen vrouwen
tranen roereneen vrouw lacht even snel als
zij weent."
Baskiërs: „Mooi weder en vrouwentranen
verdienen geen vertrouwen."
Chineezen: „Wees op uw hoede voor een
hond, die slaapt, voor een koopman, die iets
bezweert, en voor een vrouw, die weent."
Op IJsland heet het:
„Vertrouw geen enkel exemplaar van het
geslacht van Eva."
Het is waar, de IJslanders loopen gevaar,
dat wij hen, op grond van het klimaat, waar
in zij leven, van koelheid beschuldigen.
Maar d© Duitschers? Deze zeggen:
„Slechts in drie zaken kunt gij der vtouw
geloof schenken:
lo. Eet zij niet, dan beeft zij geen honger.
2o Is zij getrouwd, dan is zij niet meer on
gehuwd.
3o. Sterft zij, dan is zij werkelijk ziek ge
weest"
De Spanjaard spreekt aldus:
„Hoed u voor een slechte vrouw wan
trouw echter de goede."
De Italiaan„Die een aal bij den staarten
een vrouw bij haar woord houdt houdt
niet veel
De Pool: „Hij, die een vrouw vertrouwt, 1b
óf krankzinnig óf niet recht wijs."
EngeBsche dienstboden.
Wat iemand in Engeland kan overkomen,
als men een dienstbode heeft aangenomen,
leert men uit een strafzaak, die dezer da
gen voor den politierechter in Bowstreet
te Londen werd behandeld.
In Engeland heerscht een bepaalde dienst-
bodennood en tal van personen melden zich
als dienstbode aan, die geenszins daartoe
geschikt zijn, en in andere landen, waart
dienstbare geesten minder schaare h ziin,
het niet wagen zouden zich als dienstbode be-