Dc wetsontwerpen in verband met
de staking.
"Wy ontvingen het twaalfde jaarverslag
der Naderlandsche Kamer van Koophandel te
Londen, waarin o. a. over de stappen, door de
Kamer gedaan ten bate van den Nederland-
«clien boterhandel on desbetreffende stukken,
eon consulent voor landbouwzaken in Enge
land, do handel in gecondenseerde melk, bet
vleeschvervoer van Nederland naar Londen,
verbetering van 't Nederlandsche schapenrae,
don Nederlandschen ajuinhandel enz., enz. ge
handeld wordt.
IJ on seint one hedenmiddag utt Rotter
dam: Van officieel© zyde verzocht men one
nice to deelen, dat het bezoek, heden door
H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins aan
het Duit8che opioidlngschip „Charlotte" te
Hook van Holland te brengen, een geheel
privaat karakter droeg.
Doel is hel brengen van een contra-bezoek
aan Hertog Paul Frederilc van Mecklenbuig,
behooronde tot den ótat major van dien bodem.
Zelfs de Duilsche gezant is niet togenwoordig.
De „Charlotte" arriveorde om 11 uren aan
don Hoek van Holland. Het weder ia slecht.
Wanneer het weer gunstig is, zullen de
Koningin on de Prins zich hedenmiddag na
het déjouner per rijtuig naar den Hoek van
Holland begeven, ten einde om 3 uren het
voorgenomen bezoek aan het Duitsche oorlogs
schip Charlotte" af to leggon.
Als leden van het gevolg gaan mode jhr.
v. d. Staal, adjudant van H. M., en jhr. Hooft
Graafland, adjudant van don Prins.
Per rytulg koeren de Vorsteiyke personen
weer terug.
Zooala vroeger is medegedeeld, was ten
vorigon jare door do te Leeuwarden bestaan
de Vereeuiging ter bevordering van Vreemde
lingenverkeer besloten, in genoemde stad
op te richten een standbeeld ter nagedachte
nis van al do Friescbe stadhouders uit het
roomryk geslacht van Oranje Nassau.
Het ontwerp was reeds gereed gemaakt.
Tot nu toe is echter het voor de oprich
ting benoodigd kapitaal, p. m. f 10,000, niet
kunnen worden verkregen. Meor dan één In
gezetene van Friesland Het zich van inteeke-
ning weorhouden wegens artistieke bezwaren
togon het ontwerp.
Het bestuur hooft lntusschen gemeend de
zaak niet te moeten opgeven.
Naar wy vernemen, heeft de paardenarts
lste klasse kapitein Schouton pensioen aau-
gevraagd. (Hbl.)
Do dirlgeerend© officier van gaz. 2de
klasse G. H. Ivlosser wordt aangewezen om
op te treden als chef van hot marine-hospi
taal to Willemsoord.
Do 2de lult. der Inf. L. A. Onvlee, be
stemd voor hot O.-I. legor, zal 4 April a. s.
mot het stoomschip „Goentoer" naar Indiö
vertrokken.
Do tot officier van gezondheid benoemde
arts H. J. Ovorbeek wordt op 23 dezer by
hot militair hospitaal to Utrecht in functie ge
steld.
De Gool8cho maatscliappy tot exploi
tatie van bouwterroinon „Crailoo" zond ons
eon keurig album met inderdaad uitmun
tend geslaagde photo's van een der verrukke-
lykste plokjes van ons land, het Qool, dat
door velen als va6t verbiyf zelfs boven Zwit
serland wordt uitverkoren. Bovengenoemde
Maatschappy exploiteert van dit „Eden" een
der liefelijkste gedeelten, do beide villaparken
„de Eng" on 0't Loo", en geeft In het boek
je een overzicht van den sieriyken aanleg van
haar gronden, naar de plannen van haar tuin
architect P. H. Watter. Deze heeft or zich
vooral op toegelegd de terreinen te door
kruisen van breede, flink aangelegde verkeers
wegen mot Bus8um, Blaiicum,'s Gravenland,
waardoor dit schoonste gedeelte van hot Gooi
voor wandelaars on flotsors een waar doiado
wordt. Natuuriyk wordt in dit werkjo niet
nagelaten den lof te bezingen van het ge
zonde en ongen8terkende klimaat van het
Gooi, van den voortreffelyken zandbodem en
den vruchtbaren grond.
Het fraaie boeksko is niet in den handel,
maar op franco aanvrage aan hot adres van
hot bestuur: Boschlaan 2, Bussura, wordt
aan belangstellenden gaarne een exomplaar
gratis toegezonden.
Het stoomschip „Teucer," van Am
sterdam en Liverpool naar Batavia, arriveor
de 16 Maart, te Padang; de „Bali," van Bata
via naar Amsterdam, passeerde 18 Maart
Kaap del Aimi; de „Statendam" vertrok 18
Maart van Nieuw-York naar Rotterdamde
„Burgemeister" (thuisreis) vertrok 18 Maart
van Kaapstad; de „Gouverneur" (uitreis) arri
veorde 18 Maart te Napols; de „Kanzlor"
(uitreis) arriveerde 18 Maart te Oporto; do
„Markgraf" (thuisreis) arriveerde 18 Maart
to Aden; de „Prometheus," van Singapore
naar Amsterdam, passeerde 19 Maart Suez;
de „Soerabala," van Rotterdam naar Batavia,
18 Maart Bouzarea.
©udshoorn. Voor do restauratie der ge-
Bchildurdt) kerkramen te Oudshoorn heeft zich
alhier een commissie gevormd, bostaande uit
do heeren B. 0. baron van Reede van Oudts-
hoorn, Ambachtsheer van Oudshoorn en Gnep-
liook, eero-voorzitter; J. F. L. Boonackor,
predikant, voorzitter; 0. den Hertog, pres.-
kerkvoogd; C. C. Krom, secr. kerkvoogdJ.
W. C. Bloom, burgemeester; H. H. v. d. Kloot
Meyburg, laten wethouder; J. W. O. Clant,
2den wothouder; W. M. O. Regt (corresp. lid
van den Nederlandschen Oudheidkundlgon
Bond), secretaris.
Warmond. Warmond is in rouwe.
Gistcmiiddag ging opeons de treurmare
van mond tot mond: „Do Burgemeester is
dood 1" Verslagen keek men olkandor aan,
want velen hadden ZEd.Aahtb. cfe® vori-
gen dag nog op straat of op hot Raadhuis
gezien cn mon kon hot zaoh niot voorstellen
dat het voor de laatste maal was geweest;
te onverwacht had do onverbiddelijke dood
den krassen grijsaard neergeveld.
Kan misschien het berioht van het over
lijden van zijn broeder, Mr. S. O. H. Ne-
dorburgh, die vandaag wordt begraven, de
oorzaak zijn van de hartverlamming, die
hior zoo plotseling het tijdelijke met het
eouwigo verwisselde
Wel was onzo Burgemeester do laatste
vier jaren niet meer, wat hij vroeger waa,
sinds van tijd tot tijd wed erke eren de duize-
lingen en andere kwak® van den ouden
dag hem beletten zoo geregeld op het Raad
huis bo komen als voorheen, maar niemand
had verwacht, dat zoo spoedig en zoo op
eens aan dat werkzame leven een einde zou
worden gemaakt.
Want werkzaam is hij geweest, onze trou
we burgervader, en een voorbeeld van ern
stige en nauwgezette plichtsbetrachting.
Het wan voor hem een straf, als hij 's mor
gens van 1012 uren niet op het Raadhuis
kon zijn. Daar waa hij in zijn element en
ieder, arm ot rijk, die daar kwam om aan
gifte te doen, mad to vragen of anderszins,
werd door den vriendelijken, human.cn man
met welwillendheid cn met hartelijkheid
ontvangen.
Voor hot welzijn van het dorp heeft hij,
naar zijn boste weten, geleefd cn gewerkt
en ton volle mag beaamd worden w„t in
„Do Wereldkroniek" van 3 Februari 1900,
bij gelegenheid van zijn 50-jarig jubiló als
Burgemeester van Warmond, word op ge-
te eken tl: „Hij heeft in de 50 jaren van zijn
ambtsvervulling veel goeds to Warmond tot
stand gebracht, zonder do ingezetenen zwa
re lasten op bo leggen." Voor zijn goede
diensten den lande bewezen werd Z.Ed.
Ach tl), bij die gelegenheid bij Koninklijk
besluit benoonul tot riddor in dc Oranje-
Nassau-ordo.
Was onze algemeen geachte en geëerde
burgemeester alzoo een goed vader voor de
aan zijn zorgen toevertrouwde Gemeente,
niet minder was hij een goed huisvader.
Niet buitenshuis, maar daar binnen cn in
zijn tuin zocht en vond hij zijn genietingen
en daardoor behield hij tot op den 76-
jarigen leeftijd dien opgewekte® zin, dio
een werkzaam en streng zedelijk leven zoo
blijmoedig cn kalm doet terugzien op dc
afgelegde levensbaan.
Wij begrijpen dc verslagenheid van dc
kinderen cn verdere nabestaanden van den
overledene cn wij willen het hior uitdruk
ken, dat wij innig deelnemen in hun vor-
lios, dat vooral ook zoo groot zal zijn voor
die l'iofhebbcndo dochter, dio, na deD dood
van haar moeder, haar leven wijdde aan
haar zoo tee<r beminden vader.
Met don dood van Mr. Abraham Nedor-
burgh ia een van onzo beste burgers van
ons heengegaan, maar zijn nagedachtenis
zal bij Wormonds ingezetenen blijven le
ven 1
Dinsdag-avond, 17 Maart, had te War
mond in hot lokaal „De Zoo", do 2do Alge-
me ene Vergadering plaats van dc coöpera
tieve spaar- en voorschotbank (systeem
Raaffedsu). Het hoofddoel van dcze vergar
daring, waar 34 van do 43 leden aanwezig
waren, was het na-zien en goedkeuren van
do rekening over 1902. Zij hop over het
tijdvak 1 Moi—31 Oct, en wend vastgesteld
ale volgt:
Ontvangsten:
Spaargelden f 16,937.62
Terugbet. voorschotten 1,250.
Idem in loopendo rek. 12,764.28
Rente provisie-kosten 206.721/2
Diversen 23.20
f 31,181.82 1/2
U i t gaven:
Terugbct. spaargelden 8,088.
Voorschotten 6,600.
Idem in loopendo rek. 16,543.63
Rente provisie-kosten 181.26
Diversen 184.591/2
30,597.48 1/2
Het kas-aal do bedraagt dus 584.34.
Dc balans sloot met een klein tekort, het
natuurlijk gevolg van de betaalde oprich
tingskosten. Waa do aangevraagde Rijks
subsidie, toegezegd tot bestrijding van die
kosten, reeds ontvangen, dan zou een kleine
winst te constateoren zijn geweest.
Verder werden de hoeren L. J. O. P&pót
en 8. J. Schouten herbenoemd respectieve
lijk als lid van don Raad van Toezicht en
lid van het bestuur, cn werden eenigo wij
zigingen gebracht in het huishoudelijk regle
ment. Bij het openen der vergadering wees
de voorzitter er op, dat de bank beant
woordt aan het doel waarvoor zij is opge
richt, dat do inrichting deugdelijk cn so
lide blijkt te zijn, cn dat steeds meer loden
cn niet-leden gebruik maken van do spaar
bank, omdat zij niet alleen 3 pGk rente
genieten, maar tevens weten, dat zij door
hun inlagen het bestuur in staat stellen,
andere leden op doeltreffende wijze te
helpen. Hij sprak den wenseh uit, dat de
inlagen, al zijn zo voor korten tijd, ruim
mogen vlocion in het nieuwe boekjaar.
Uit de „Staatscourant."
Kon. besluiten: Benoemd O. Tliore-
naar tot burgemeester dor gemeente Waard o.
Voor don tijd van drie jaren tot plaats
vervanger van den districts-veearts wien
Utrecht als standplaats is aangewetzcr, dr.
H. Markus, veearts on onder-directeur der
gemeente-slachtplaats te Utrecht.
OvergopLaatst de opzichter bij 's Rijks
kustverlichti ng te de Cocksdorp op Tcssol
M. Muijno, in golijko betrekking naar
's Rijks kustverliohting te Egmond aan Zee.
Ontslag verleend aan mr. A. baron van
Doclam, to Hasselt, als dijkgraaf van het
waterschap Harselt on Zwartsluis, provin-
oio Ovorijsel. Aan don opzichter bij 's Rijks
kustverliohting te Egmond aan Zee A. van
Willigenborg.
Mot ingang van 1 April 1903, aan jhr.
E. van Oitters, reforendaris bij het depar
tement van wabenfetaat, handel en nijver
heid, op zijn voTzoqk, eervol ontslag ver
leend uit 's Rijks dienst, onder dankbetui
ging voor de langdurige en goedo diensten
door hem aan don lande bewezen.
De lichtingen 1900- 890!.
Aan de Koningin zal heden een door een
1800 a 1400 miliciens ondertoekend request
worden gezonden, houdende het verzoek om
d« lichtingen 1900 en 1901 uiteriyk 24 Maart
met groot verlof te doen gaan.
In het request wordt er op gewezen, dat
het, Indien het niet mogeiyk Is het zonder
lichtingen af te doen, blliyker zou zyn
het zoodanig te verdeelen, dat de lichtingen
'98 en '99 onder de wapenen zouden worden
geroepen om de lichtingen 1900 en 1901 af
te lossen.
[Uit het Afdeelingsverslag der Tweede Kamer.]
Vervolg van het Ticccde Blad.)
II. Spoorwegbrigade.
Enkele leden achtten het wetsontwerp tot
oprichting eenor .Spoorwegbrigadc onaan
nemelijk, omdat op dit oogenblik nog vol
strekt niet bekend is, hoo de reorganisatie
der bestaande epoorw.-compagnie aal plants
hobben, en welke uitbreiding aan die com
pagnie gegeven zal worden. Do Regeering
vraagt een blanco crediet, en dat wenseh
ten deze leden te minder too te staan, waar
het zich laat voorzien, dat groote uitgaven
noodig zullen zajn om bet door do Regeering
becogdc doel te bereiken. Bij eenige leden
zou geen bezwaar tegen de regeling bestaan,
indien de bedoeling os om in gov al van nood
's Rijks dienst op de spoorwegen to verzeke
ren. De groote meerderheid was daarente
gen ingenomen met dit wetsontwerp, om
dat het blijk geeft van het ernstig streven
der Rogeoring om ook in buitengewone
omstandigheden het spoorwegverkeer tot
op zekere hoogte gaande te houden. Ge
vraagd werd, of naar do bestaande wet aan
d-1 Regeoring de bevoegdheid toekomt, mi
litairen to verpldohten in den dienst van
particuliere Maatschappijen w^rkzaau he
den te vorriokten. Sommigen beantwoord
den deze vraag in ontkennende® zin, op
grond dat verrichtingen tot verzekering van
hot epoorwegvorkeer volstrekt niet in ver
band staan met de landsverdediging.
Men vroeg, of cr waarborg bestaat, dat do
Maatschappijen dc door de Regeering aan-
gowezen militairen tot haar dienst zullen
toelaten. Hierop werd geantwoord, dat zij
denkelijk bij staking gaamo van de minge
boden hulp zullen gebruik maken.
Vcrschoideno loden waren van meening,
dat het helpen voorzien in den dienst der
spoorwegen niet behoort te worden opge
dragen aan milieïene, omdat dezen te okrt
in werkelijken dienst zijn cn allicht niet bij
do hand zullen zijn, als men hun hulp be
hoeft.
Gaarne zouden sommigen eenige inlichtin
gen verkrijgen omtrent do vraag, hoe voor
oefening van de tot do spoorwegcompagnie
behooronde militairen zal gezorgd worden.
Eindelijk werd gevraagd of do traktemen
ten van de tijdelijk m den spoorwegdienet
werkzame militairen ton laste van do Maat
schappijen zullen komen.
III. Enquête ten aanzien van de
rechtsverhoudingen en de voor
waarden, waaronder het perso
neel bij het spoorwegbedrijf in
dienst is.
Eenige leden achtten deze enquête onnoo-
dig, aangezien do grieven der spoorwegar
beiders voldoende bekend zijn.
Voorts meenden deze leden dat, indien een
©nquêfco wordt ingesteld betreffende het
spoorwegpersoneel, hetzelfde dient te ge
schieden ten aanzien van de Rijkswerklie
den, de gemeentewerklieden, do beambten
der posterijen en telegraphic, do Rijbskler-
ken bij de belastingen, do militairen, enz.
De groote meerderheid juichte daarente
gen do voorgestelde enquête toe. Natuurlijk
dient gezorgd te worden, dat do enquête zoo
spoedig mogelijk afloopt, maar dan is het
ook raadzaam haar omvang niet meor uit
te breiden dan noodig is. Verbetering van
don toestand der spoorwegarbeiders zoo
werd betoogd kan de Staat bevorderen
door wijziging van de overeenkomsten met
de beide groote spoorwegmaatschappijen,
welke door die overeenkomsten met finan
cieel© banden aan den Staat zijn verbonden.
Gevraagd werd, of do enquête wel noodig
zou zijn, indien de Raad van Toezicht op de
spoorwegdiensten behoorlijk zijn plicht had
vervuld.
Wat do artikelen aangaat werd gevraagd
wat het woord „voorwaarden" naast „rechts
verhoudingen" beteekent.
Voorts wcnschtcn eenige leden dat het on
derzoek zich zou uitstrekken tot de vraag,
in hoeverre de bei do groote spoorwegmaat
schappijen op dit oogenblik in staat zijn do
voor vorhooging van loonen noodige gelden
beschikbaar te stellen.
Sommige leden waren van oordeel, dat
de Commissie meer dan vijf leden behoort
te tellen.
Door sommige lcdon werd aangedrongen
op benoeming van een of meer spoorwegar
beiders in de commissie.
Anderen merkten op, dat dan ook verte
genwoordigers van de spoorwegbesturen in
do commissie zouden moeten worden opge
nomen.
Door sommige leden werd er op aange
drongen, om ook het afnemen van verbooren
door een sub-commissio mogelijk te maken.
Sommige leden meenden, dat de enquête
onmogelijk op 1 Januari 1904 afgeloopen
kan zijn. Zij wenschtcn daarom een langeren
termijn te stellen voor het van kracht blij
ven der wet.
Vergadering van den Raad der gemeente Leiden
op heden, 's namiddags Ie halfdrie.
De installatie.
Afwezig met kennisgeving do heeren Van
Hamel (wegens ziekte) en Kroon (wegens
f am il ie-omstandigheden1).
Do aanwezigo leden zijn in rok en met
witte das.
Do tribune is stampvol en aan de wan
den zijn z-tplaatsen voor enkele familie
leden, ook voor hot a. s. Raadslid mr. J.
O. van der Lip, autoriteiten, beambten enz.
Voorzitter do heer H. C. Juta, waarne
mend burgemeester.
De voorzitter opendo de vergadering,
waarna de secretaris voorlas een extract uit
het register dor beëediging door den Com
missaris der Koningin van mr. N. do Rid
der als burgemeester der gemeente Leiden.
De voorzitter verzoekt daarop den wet
houder den heer Korevaar en het oudste
Raadslid, den heer P. L. C. Driesscn,
met den secretaris den burgemeester bin
nen bo leiden Alle lede® rijzen van hun
zetels op als de heer De Ridder bin
nenkomt, die ter rechterzijde van den voor
zitter plaats neemt. Daarna spreekt de lieer
Juta den burgemeester in dezer voege toe:
„Mijn eerste woord, Mijnheer de Burge
meester, is een welgemeende gelukwonsch na
mens don gemeenteraad cn den secretaris
met uwo eervolle benoeming tot Burgemees
ter dezer gemeente cn door H. M. onze ge
ëerbiedigde Koningin en met liet vertrou
wen, dat do Hoogc Regcering daardoor ge
toond heeft in u te stellen.
Ofschoon voor dc mecsten onzer een vreem
deling, roepen wij u toch welgemeend het
welkom toeovertuigd van uw oprechten
wenseh om in alle opzichten een goed bur
gemeester te willen zijn cn te trachten do
bloei der gemeente zooveel mogelijk te be
vorderen, bieden wij u daartoe ons aller
medewerking aan.
En dat zulks inderdaad uw wenscli is,
bleek mij reeds uit uwe mededeel ing, dat u
geen lid van den gemeenteraad wilt zijn,
omdat een burgermeester geen partijman
moet wezen, maar dat hij boven dc partijen
moot staan. Ik juich het van harte toe, dat
u zulk een schoon en juist standpunt wilt
innemen, dat is een goed begrip van. het
waarachtig belang der gemeente.
Gij zult ongetwijfeld bij het aannemen aan
uwe benoeming tot burgemeester dezer ge
meente wel overwogen hebben, dat een zware
taak u wacht en dat een groote verantwoor
delijkheid daardoor door u wordt aanvaard.
Uw voorganger, die gedurende velo jaren
een der kundigstc en verdienstelijkste lei
ders van den Raad was en dc Loidsclio toe-
standne cn behoeften door on door kende,
achtte zich niettegenstaande en misschien
wel juist daarom verplicht, toen hij burge
meester werd, zijn rechtspraktijk vaarwel te
zeggen; hij waa overtuigd, dat hij zioh geheel
cn uitsluitend aan de behartiging van de
gemeentebelangen moest wijden, ten cindo in
alle opzichten een goed burgemeester te zijn
De ondervinding heeft getoond, dat hij juist
heeft gezien. Wil men als burgemeester
eener groote gemeente goed op do hoogte
zijn van alle gemeentebelangen en van alle
aanhangige zaken, dan dient men midden
in het raderwerk der administratie te staan,
dan dient men alles, wat er dagelijks op het
Stadhuis omgaat, medo te leven.
"Van harte hoop ik, dat u dat schoono
voorbeeld van uwen ambtsvoorganger en ook
zijn onpartijdigheid zult volgen, dan kunt
u zokor zijn van ons aller medewerking cn
sympathie.
En thans, waarde Burgemeester, aan
vaard het teeken uwer waardigheid, en moge
eenmaal ook van u worden getuigd, dat gij
een zegen voor de gemeente Leiden zijt ge
weest, die onder uw bestuur in welvaart en
blcei is toegenomen."
Op doze toespraak volgde een barteiyk
applaus.
Nadat dc nieuwe voorzitter met de
ambtsketen was omhangen en hij den voor-
zittcrezetcl had ingenomen, sprak hij do
volgende rede uit
„Mijne Heeren! Mijn eerste woord van
deze plaats zij een woord van eerbiedigen
dank aan H. M. de Koningin voor mijn be-
nooming tot dit gewichtig ambt en een
woord van erkentelijkheid aan Hr. Ms. Re
geering, dio mij hiertoe wel heeft willen
voordragen. Moge de uitkomst tooncn, dat
door mij te benoemen de gekoesterde ver
wachtingen niet worden beschaamd en ik het
door H. M. en Haro Regeering in mij ge
steld vertrouwen mij niet onwaardig toone.
Ik sluit hierbij aan een woord van oprechte
dankbetuiging aan u, hooggeachte heer
Juta, voor de aangename woorden, waar
mede gij mij in deze vergadering wel hebt
willen inleiden cn mij welkom geheeten hebt.
Al dadelijk was uw houding te mijnen
opzichte een welwillendo en ik spreek hier
voor mijn erkentelijkheid uit.
Veel is dezo gemeente verplicht aan u, die
gedurende de ziekte van mijn algemeen ge-
waardeerden ambtsvoorganger mr. Was het
voorzitterschap van dezen Raad zoo uitno-
mend vervuld hebt. De Hooge Regeering
huldigde uw verdiensten en de Koningin
verleende u het Officierskruis der Oranje-
Nassau-ordo. Maar hooger voldoening nog
zal het u zijn, te ervaren, dat dezo gemeente
en haar bestuur zich gansch bijzonder aan
u verplicht weten en er van zeker te zijn
aanspraak te hebben op aller dankbare
waardecring.
Tegenstrijdige gewaarwordingen, Mijne
Heeren, zijn het, die mij op dit oogenblik
vervullen. Waar ik een terugblik werp op
de jaren, die achter mij liggen, dan waar
toe. het verheeld denk ik niet zonder
zeker gevoel van heimwee aan de nu ver
laten loopbaan, een periode, die voor mij nu
tot het verledene behoort. Want het schei
den uit het eervol ambt, enkele dagen gele
den nog door mij vervuld, is mij zwaar ge
vallen, daar ik '/et lief had.
Op betrekkelijk jeugdigen leeftijd, spoedig
na mijn promotio, viel mij het voorrecht to
beurt opgenomen te worden in de rangen
der Rechterlijke Macht en gedurende ruim
25 jaren maakte ik deel uit van het Open
baar Ministerie bij verschillende rechterlijke
colleges. Weinig had ik kunnen vermoeden
ooit de Rechterlijke Magistratuur, waarin
ik zooveel goeds mocht ervaren, niet het
minst in Groningen, voor de Stedelijke te
zullen verwisselen. En toch is dit een feit
gewordon, geleidelijk, zonder schokkende ge
beurtenis. Want, toen van verschillende
hooggeachte zijden mijn aandacht gevestigd
werd op den burgomeesterszctel, opengelaten
wegens aanhoudende ziekte, door uwen alge
meen betreurden voorzitter mr. Was, toen
ontwaakte met volle kracht in mij de slui-
merendo liefde voor het gemeentelijk be
stuur, naast die voor den dienst van Justi-
tia, steeds door mij gekweekt, en de twee
strijd is tea slotte beslecht-. Ik heb mij be
schikbaar gesteld en de Koninklijke benoe-,
ming volgde.
Meent echter niet, Mijne Heeren, dat ik
do bezwaren licht achtte, die er voor mij
aan verbonden waren om Lot dezo keuze te
geraken. Zeker, te staan aan het hoofd eener
aanzienlijke gemeente, burgemeester te zijn
van een stad als Leiden, is, met haar schit
terend historisch verleden, met haar nutti
ge en heilzame stichtingen van vroeger ca
later tijd, burgemeester van Leiden, zetel
eener belangrijke nijverheid, brandpunt van
wetenschap door haar wijdvermaarde booge-
school't is een hoogst eervolle taak. Maar
juist dit alios stelt eisohen, legt verplich
tingen op, die allerminst te onderschatten
zijn. Ik zou dan ook blijk geven val volsla-
gen gemis aan zelfkennis, indien het wicht
der verantwoordelijkheid van het aanvaar
den eener zoodanig zwaarwichtige taak nieü
naar eiseh bij mij woog. Maar de hoop, de
verwachting ook in dezen weg nuttig te kun
nen zijn en, met bijstand van God, op Wien
mijn vertrouwen is, bereid en van voorne
mens mijn krachten to wijden aan de rich-
t-ige vervulling der taak, mij thans op de
schouders gelegd, hebben bij mij liet besluit
doen rijpen, als gevolg waarvan gij mij
thans in uw midden ziet.
Mr. Was, wiens greote verdiensten ik et
prijs op stel alhier te eeren op 17 Maart
1S94 het voorzitterschap in uw midden aan-
vaardende, kon verklaren „21 jaren alhier
onder zijn medeburgers to hob bin geleefd"
en daarvan ruim 10 jaren als raadslid te zijn
werkzaam geweest. Zijn inzichten met name
wat het bestuur dezer gemeente betreft, wa
ren den Raad bekend. Dit voorrecht is het
eenige niet: voor velen uwer ben ik nog een
vreemdeling. Zoo gij evenwel daarom thans
van mij verwacht hetgeen men een program-
redo pleegt te noemen, dan moet ik u te
leurstellen. Ik zou meenen mijn taak niet
goed te begrijpen, indien ik begon met u.
mijn persoonlijke inzichten omtrent de juis
te richting, waarin het bestuur eener ge
meente behoort gevoerd, medo to deelen.
Want wij allen, Mijne Heeren, hobben ou.
behooren te hebben onze inzichten daarom
trent, daar wij het zijn, dio gezamenlijk
besturen deze gemeente. Onze Gemeentewet
zegt het dan ook met zooveel Woorden, dat
„het bestuur van een gemeente bestaat uit
een Raad en Burgemeester en Wethouders'
en elders weer heet het, dat dit het gemeen
tebestuur, Burgemeester en Wethouders doet
handelen ter uitvoering van hesluiten, wet
ten, verordeningen.
Ik zeg dit niet als iets nieuws, maar al
leen om als niet strookende met do wet aan
te duiden een opvatting, welko door mij
ik zog niot hior, maar eldere wol* ia
aangetroffen, alsof de positie van hot Da-
gelijksoh Bestuur in den Raad te vergelijken
ware met die van de Regeering in de Volks
vertegenwoordiging.
Neen, Mijne Heeren, die vergelijking gaat
mank, want alles komt eerst hier in en
eerst daarna tot uw Dagolijksch Bestuur.
Wij allen te zamen, wij besturen, wij regee
ren deze goede stad en hoe bestuurd en hoe
geregeerd worden zal, beslist de Raad. En
deze opmerking zal u dan ook kunnen ver
klaren, waarom een ontwikkeling van mijn,
persoonlijk inzicht over gemeentelijk ne
stuur en beheer in 't algemeen of in onder-
deelen, door mij niet van deze plaats wordt
geacht.
Toch weerhoudt mij dit niet, i® beairmo-
ring te brengen, hoezeer in den loop der"tij
den hot gebied der gemeentelijke bemoeiing
zich gaandeweg heeft uitgebreid. Hot ge
meentebedrijf verkreeg grootor omvaD-v
Eon ruim veld opende zich, nu vele eriscb a
der gemeenschap om voorziening vragen.
Het verzekeringswezen kwam door de wet
reeds gedeeltelijk tot erkenning. De voor
ziening in de behoeften dor volkahu sves-
ting bracht do Woningwet. In. ce® misschien
niot zoo verwijderd verschiet, een verbeter
de regoling van hot Armwezen, waarvan
de wettelijke grondstegen niet meer vol
doen. En ook iedere aanwas van do bowl-
king en do daardoor stijgende cÖBohe;. van
verkeer, van onderwijs, dringt de vraag
naar betere verhouding tussohen rijks- en
gemeentefinancdên steeds meer op den
voorgrond.
Ziethier, Mijno Heeon®, maar enkele der
meest brandende vraagstukken van do hui
dige gemeente-politick aangeroerd, -vraag
stukken, waarvan een vorig geslacht zich
zelfs geen voorstelling heeft kunnen vormen
en dio hot arbeidsveld vaa den Raad gesta
dig meer omvangrijk gemaakt hebben. En
nu wil ik niet eens ingaan op de zich hierbij
ook wel voordoendo neiging tot uitzetten
van hot gemeentebedrijf, op de oude on al
tijd weer nieuwe vraag: concessie dan wol
eigen exploitatie?
Vraag, die bij do steeds meer tot volko
menheid gerekende vindingen dor nijver
heid, gesteund door de voortschrijden i we
tenschap niot zolde® beantwoord dient to
worden. Zeilde ik te veel ,toe® ik hot uit
sprak, dat hierop te wijzen wol van dezo
plaats kon worden geacht? Ik deed d t ook
om te doon uitkomen, dat mijn oogen hier
voor geopend zijn.
En zoo kom ik dan tot U, Mijne Heeren,
gereed om het voorzitterschap van uw
aohtbaar ooilege te aanvaarden. Dit voor
zitterschap vormt zonder tonjfel het meest
belangrijke deel va® mijn nieuw ambt. Aan
mij do eervolle taak uw beraad slagmgeiï
te mogen leiden. Moge het zoodanig kun
nen gescheiden, dat onze overleggingen voe
ren tot welberaden besluiten, besluiten, wel
ke der gemeente bot voordeel gedijen.
Een \oorzittor zij objectief in don goederj
zin des woords, wat allerminst beteekent
indifferentie tegenover de bo nomen beslis
sing, want te advisee ren ia ook, dee noodig,
des voorzitters teak, daarbij pchtor nooat
uit 't oog verliezende, dat in het eind het ds,
Raad is, die onder rijn verantwoordelijk
heid, de bindende besliss'ng geeft. Iedere
welgestaafde meening kome tot haar recht,
vinde nJbhans waardeering; i. a w onbevan
gen bij do beraadslaging ook tegenover stel
lingen, dio do zijne niet mochten rijn.
Mijne Heeren, dergelijk voorz'tter wil lï
trachten te rijn en in de® geest van objec
tiviteit als staande boven do partijen etf(