No. 13211 LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 18 MAART. - TWEEDE BLAD. Anno 1903 PERSOVERZICHT, FEUILLETON. Zonde; Moede;. I In de rubriek „Haagschc Brieven"' in De Irjd lezen wij o. in. liet volgende: J De Regeering heeft mij wel op mijn wen- ■en bediend. Klaagde ik de vorige week, lat de wetsontwerpen van beteekenis zieh ieten wachten, en waarschuwde ik, dat, zoo let nog niet te laat was, hei in elk geval lijd werd voor Binncnlandsche Zaken, om uit den hoek te komen, aan dien kensch is dezer dagen in ruiine mate vol- Twee wetsontwerpen van politieke llrekking kwamen haast gelijktijdig bij de Ivamer ineen tob inperking van den Jaccincdwang en een tot herzie- I) i n g de r W e t op het Hoogor Ou de r w ij s. Beide maken op het eerrte ge licht een zeer gunstigen indruk. Zij getui- Tgen van een ernstige zucht om recht te en aan den een, zonder zich te vergrijpen kan rechten van anderen of schade te doen |aan het algemeen belang. Do verplichte, vaccinatie voor schoolgaan de kinderen blijft als regel gelden, en wel bij een eventueele pokkenepidemie als regel lender uitzondering, Tn gewone omstandig heden wordt echter, wat na invoering van ■'den leerplicht gebiedendo eisch is, voor de Ikmderen van do ouders, die tegen de incn- Iting gemoedsbezwaren hebben, de school ontsloten, wanneer zij het vragen, het ■schoolbestuur of het schoolhoofd geen be- Izwaar heeft hun verzoek over te brengen, de Minister de ontheffing verleent, en van de ontheffing kennis is gegeven aan hot publiek, zoodat do ouders der kinderen wc- Iten, dat naast hun kinderen niet-gevaccl- Ineercle op do schoolbanken zitten. Wie voor ■do vrijheid van anderen iets gevoelt, moot J niet deze regeling genoegen nemen en den I Minister do huldo geven, dat hij vooral niet I verder ging dan absoluut noodig was. Do herziening der Wet op het Hooger I Onderwijs brengt do rechtsgelijkheid, die I voor het lager onderwijs bestond, ook op het I gebied van liet hoogor onderwijs. Het recht I voor do bijzondere gymnasia tob het afne- I men van eind-examens aan de eigen leer lingen wordt in de wet vastgelegd en aan de 'door verwerving van dit recht als deug- I delijk erkende gymnasia een flinke subsidie v< rleend. De vrijo universiteiten krijgen of althans kunnen krijgen bet recht om gra den te verlcenen, waaraan gelijke rechten zijn verbonden als aan de graden der Rijks universiteiten, doch onder zoodanige weten schappelijke waarborgen, dat men voor misbruiken niet beducht behoeft te zijn. Wie aan dc wetenschappelijke bevoegdheid der doctorandi mocht twijfelen, kan zo zelf op do proef stellen bij de verdediging van het I voor de leerlingen der bijzondero univorsi- I toiton verplichte proefschrift. Voor ons, Katholieken, op dit oogenblik misschien van nog meer belang is wellicht do gelegenheid, welke dc Regeering wenscht te openen tot bet oprichten van vrije leer stoelen aan do Rijks-Universiteiten en do I mogelijkheid, welke zij geven wil, dat deze rrije hoogleeraren in hun vak examineeren. Indien dezo bepaling met de noodige vrij gevigheid wordt toegepast, on op den duur zal het daartoe komen kan men de katholieke jongelui volkomen onttrekken aan de r odzakelijkhoid tot hot loopen van I colleges zooals bijv. in do wijsbegeerte, die yoor hen gevaar opleveren. Ik spreek hier, natuurlijk, alleen over de algemeene strekking der wetsontwerpen. Tijd voor bestudeering van détails is er nog niet gc-weest. Om daarover te oordeelcn, is het licht noodig van mannen, die in de praktijk van het onderwijs thuis zijn en kunnen oordeelcn in hoeverre de gestelde cischen te zwaar of te licht zijn. Hoe hun oordeel echter ook uitvalle, ik houd mij overtuigd, dat zij zonder uitzondering recht zullen laten wedervaren aan het ern stig streven van den premier, om aan ieder het zijne to geven. Aan de Kamer nu, om do Regeering te steunen. Zoo men onmiddellijk na het Paaschreces het wetsontwerp in dc afdce- lingon onderzoekt, kan het mogelijk in Fe bruari 1904 in openbare behandeling komen. Hierheen dient gestuurd. De Kamer kan dan haar schade inhalen tegenover dit-jaar. In De Nederlander zegt J. van As, van Katwijk aan den Rijn, in een ingezonden stuk het volgende: Bij deze neem ik de vrijheid, ongevraagd. met de meeste bescheidenheid voor ditmaal een zeer eenvoudige correspondent fce zijn. Onze veelbewogen treurige tijd doet mij hiertoe do pen opvatten, niettegenstaande mijn moeilijk pad op ruim 70-jarigen leef tijd haast afgcloopen zal wezen. Tot den arbeidersstand behoorendo, heb ik niet te klagen over de kapitalisten of den adelstand- Dat ik op 70-jaj-igen leeitijd nog vorken moet, menigmaal des naolits, daar is, naar den mensch gesproken, de arbeidersklasse de oorzaak van. Het zal onnoodig zijn te zeggen hoe. Te meer niet, daar ik door Gods genade geleerd heb, vergenoegd te zijn in hetgeen ik ben. Hiermede is niet gezegd, dat ik zonder gevoel ben; deze fan- taaie is voor hen, dio wol eens gehoord heb ben van vergenoegd zijn. Vandaar betreur ik het, dat alhier openbare onderwijzers de lijst ter teekening zoeken te vullen van de firma Troe]ptra on Oudegeest, tegen onze Overheid, met de bekende leugens. God moko onze Overheid sterk, opdat, zij niet het minste toegeven zal en hun godde lijk recht niet laten verkorten, gelijk wijlen onze goedo Prins Willem V helaas heoft gedaan, want dan zijn we, gelijk toon, ver loren. God geve de Redactie wijsheid en moed don leugengeest te bestrijden, en ik zal met minder haast als deze is geschreven voort gaan voor de Rodactio te bidden. De N icutoe Rotterdamsche Courant be spreekt het door de Regeering ingedionde wetsontwerp tot nieuwe regeling van het tarief dor auikorbolasting in vorband mot de afschaffing der uitvoorprc- rniën. Na de gronden te hebben aangege ven, waarop met de voorgestelde verlaging van don accijns van 27 tot 2-1 per 100 kilogram kon worden ingestemd, oritieeert hot blad hot voorstel van den Minister om gemachtigd te worden bij algemeenen maat regel van bestuur een z.g. sui*taxe cp sui ker te bepalen. De Memorie van Toelichting hinkt, wat die surtaxe betreft, op twee gedachten. Nu eens keurt do Minister ze af, dan weer wil hij niet de mogelijkheid gerekend hebben ze in to voeren. Het orakel van Delphi heeft nooit raadselachtiger gesproken. ,,De bedoeling der Regeoring is, rich een volmacht tc laten geven tot heffing eener belasting, een vrijbrief tot het drijven van handels-politiek door middel van de belas- tingsohroof; volmacht om den strijd tus- eohen do belangen, die bij con surtaxe be trokken zijn, eigenmachtig te beslissen. niet in overleg met de Volksvertegenwoordiging maar door een Kon. besluit. Want er is een groote strijd van belangen. Aan de ééno zijde staan do suiker fabrikanten, voor namelijk uit Brabant,met hun partijgan gers in do Tweede en in dc Eerste Kamer. Aan de andere zijde staan do verbrui kors, clio geen noodoloos dure suiker wonschcn; de jam- en cacaofabrikanten, die tegen surtaxe hebben gerequestreerd, daar deze hun uitvoerhandel bedreigt; de onderne- mors van vruchtenteelt, die hun toekomst zien in den bloei do jamfabrieken, do In dische suikorf abrikanten, die Nederland voor zich toegankelijk willen houden; do handelaars in Rotterdam, die in onzeker heid van tarieven op lust stuk van invoer rechten ccn bron van verliezen duchten; de suikerraffinaderij, die ook al tegen een surtaxe heeft goadreeseord; cn eindelijk zij, die een economisch en een politiek be zwaar zien in een stap op den weg ut be vordering van de oprichting van kartels in Nederland. Deze strijd van belangen zou, naar hot ontworpen plan, niet in de openbare be raadslaging dor Volksvertegenwoordiging, doch achter dc coulissen, in do binnenka mer van het Departement van Financiën worden beslist I Gevoelt men niet, dat men hier staat voor een prineipieelo quaestio van hooge staatsre chtcd ij k o beteekenis 1 Do Nieuwe Rotterdamsche Courant komt dan op tegen do h. i. ongeoorloofde delega tie van maoht, waarmede de heffing eener surtaxe bij algemeen on maatregel van be stuur, in stede van bij de wet, zooals art. 174 der Grondwet voor alle belastingen voorschrijft, gelijk zou staan. „Geven de Staten-Generaal op deze wijs uit hun hand wat bot- hun grondwettige bevoegdheid behoort, dan zal de Minister van Financiën, vreezen wij, weinig genoe gen beleven van zijn uitgebreide macht. Wij zien in gedachten de auikerbolanghebbon- den reeds telkens antichambreeren bij het Kabinet doe Ministers, om dezen met aller lei sensatieberiohten do overtuiging op te dringen, dat het „voor de belangen der binnenlandsche nijverheid noodig" is een surtaxo te heffen. Naar welken raadsman zal de Minister luigteren? Men herinnert zich nog den overmocdigen aanval in 'tdag blad De Tijd tegen don hoofdambtenaar der betrokken af deeling van bet Departement van Financiën. Men herinnert zich de bro chure van 't- lid der Eerste Kamer, mr. Sas sen, uit Breda, een open brief, om de Re geering te waarschuwen vooral niet te rade te gaan mot de heeren, dio de Noderland- sdio Regcering te Brussel liebben vertegen woordigd. Men herinnert zich do rode van dezelfde strekking des heeren Van der Kuo in de Tweede Kamer. ^len kan er van over tuigd zijn, dat do Brabantsche heeren rich- zelvon, cn alleen ziohzolven, als do aange wezen adviseurs van den Minister zullen, voordoen. Wat al goochelspel over den invloed van do niet altijd gemakkelijk bo begrijpen bui- tenlandscho wetgeving kan tegenover onzen Minister niet worden uitgespeeld 1 Het hek zou dan van den dam zijn, en do «uikorfa- brikanten zouden wol dwaas zijn, indien zij op den Kneuterdijk niet nvt vuur uit do steenen liepen om do zoo begeerlijke surtaxe te vorkrijgen. En dit. alles zonder openhaar debat I" Er zijn wel een paar antecedenten van inbreuk op art. 174, zooals het nooit toe gepaste retorsie-middel, in 1850 den Ko ning opgedragen, voor liet geval een vreem de Staat een differentieel recht zou heffen op goederen of schepen uit Nederland, als ook do machtiging om in bijzondero om standigheden sommige invoerrechten te ver lagen (let wel: niet te verhoogea). Maar die antecedenten rijn al heel zwak te noe men. De Nieuwe Rottcrdamsche Courant ver trouwt, dat tegenover do poging om ce.n be lasting in te voeren bij Kon. besluit de Sto len-Generaal voet bij stuk zal houden. „Ad daalde in Nederland door een lawine van buitonlandseho suiker dc prijs met 50 pCb., dat kan nooit andei's dan tijdelijk zijn, en onze suikerfahrikanten zijn niet verplicht op dat oogenblik te vorkoopen, terwijl zij altijd de bevoegdheid bezitten om te vorkoopen in liet buitenland. Bovendien do wetgevende macht kan, indien er werke lijk haast is. zeer goed een wet spoedig ver vaardigen. Dan kan men ten minste de alarmtijdingenwaardoor do suiker fabri kanten do natie zouden willen overtuigen van do noodzakelijkheid eener surtaxe, eon- troleoren met do nauwgezetheid on de on partijdigheid, welke liet onderworp ver dient." Dc Nieuwe Courant blijft van mccning, dat do mogelijkheid blijft beslaan, dat ook na de verlaging van den accijns de Noder- landschc verbruiker zijn suiker iets duurder zal moeten betalen, omdat de suikerprijs op de wereldmarkt vermoedelijk verhoogd zal worden met een bedrag, hooger dan de Nc- derlandsohe premie bedraagt. Maar gesteld, zegt zij, dat de verlaging van den accijns de verhooging der productiekoston dekt, dan nog zou voor den Nederlandsohen verbrui ker niet zijn weggelegd wat toch onder de bedoelingen der Conventie meetelde: ,,dc toeneming van het suikcrvcrbruik' ten ge volge van prijsverlaging Wat het blad jam mer vindt, ook omdat zij dc suiker niet al leen beschouwt als ccn genot-, maar ook als oen voedingsmiddel van beteekenis. Zij zou 7,ich in toenemend verbruik verheugen en dezen gednehtengang volgend ook verheu gen in veel sterkere verlaging van den ac cijns dan wordt voorgesteld, omdat zij is één der voorwaarden voor toeneming van het verbruik. En toch zou het blad aarzelen om thans bjj de Regeering op een dergelijke oanzion- lijko verlaging aan te dringen. In deze mate rie kan zij zich in veel bij de Memorie van Toelichting aansluiten. Er is behalve dc Nc- derlandsche suikerooneumont ook een Neder- landscho schatkist., en de nadeelen, welko haar te wachten staan ten gevolge eener oventueele verdere accijnsverlaging, zouden alleen kunnen worden genoutrtali6eerd door aanzienlijke vermeerdering van hjet gebruik. En dit nu neemt do Regeering \olstrekt niet als zeker aan. De Nieuwe Courant denkt deui.rover wel gunstiger; liet wil or bij haar nog net in, dat. bij een verlaging van den aocijns van werkelijke beteekenis do relatieve rtijging niet nog aanzienlijk zou vermeerde ren en dus, met het oog op den aanwas on zer bevolking, de absolute vermeerdering in nog sterkere mate. Intusschen kan zij het ministerieel© standpunt bcgrijpcD, al aan vaardt zij het niet goheel. Laat do zaak, zegt zij, een voorwerp van on derzoek blijven lob to z.ijner tijd niet cenigü meerdere zekerheid de gevolgen van meer ingrijpende maatregelen kunnen worden voorspeld, tot minder onzekerheid heorseht omtrent wat de nieuwe suikerpoli- tiek zal brengen. Dit onderdeol van het wetsontwerp mag, wat haar betreft, worden aangenomonzij maakt zich echter daarover niet warm. In het Christelijk Schoolblad vraagt en klaagt een Christelijk onderwijzer zeer juist, zegt Dc Standaard Nadat dr. A. W. Bronsveld in rijn Fe bruari-.,Kroniek' den staf heeft gebroken over do huidige Regeoring, waarbij vooral dr. A. Kuypor liet natuurlijk ontgelden moet, constateert, do in uiijn oog onpartij dige Kroniekschrijver, dat de sociaal-demo- oratio do vruchten plukt van het zaad der ontevredenheid, dat- van .verschillend© zijden i9 uitgestrooid. De geest, waarin velo on- dorwijzors (ook op Christelijke scholen) zioh over do „kapitalisten" liebben uitgela ten onz. brengt nu zijn oogst voort. Aldus de Utreohtsohe doctor. Dat behalve dr. Kuypor ook dc Christel, ondorwijzors in geen goed blaadjo staan bij dozen Evangeliedienaar, wisten wij. Maar waarom moeten nu do Christelijke onder wijzers den volke hier voorgesteld als op ruiers en geen woord gerept van zooveel moderne en socialistisch? dominees, dio zelfs den kansel misbruiken om hun theo rieën aan den man te brengen? Is er niet ccn heel lijstje van predikanten of ex-pre dikanten te noemen, die aan de spits staan van do partij, Welke thans ons land in rep on roer brengt 1 En toch van dio allen zwijgt dr. Bronsveld. Is dat corlijk en oen Evangeliedienaar waardig? Verdient zulk con Kroniekschrij ver het vertrouwen zijner lezors? Ds. P. Groote, Luthersch predikant te Amsterdam, geeft in Dc Wartburg een ar tikel ter aanbeveling van de Christel ij- ko w c r k 1 i ©d e n-v creonigingen. Hij besluit aldus: „Ik schrijf dit, omdat, waar ik weet boe dit blad ook gelezen wordt door hen, die tot den arbeidenden stand bohooron, ik ben wil aanmoedigen lid te worden van een Chris telijke worklieden-verccniging. Liefst, als er ccn in hun woonplaats is, van hun Lu the r- 8chc Verceniging, maar is dio er niet, dan van een andere. Allen moeten het inzien, dat in do toekom t de strijd zal gaan tus- sclicn Christelijk en niet-Christelijk. Het Li beralisme heeft uitgediend; zonder het to willen heeft het door neutraliteit zijn eigen ondergang bewerkt; want geen sterveling is neutraal in do hoogste dingen. Men ia vóór of tegen het Evangelie vóór of tegen do besoliouwing, dio de Christelijke genoemd wordt. Men moet zioh afvragen, welke de consequenties zijn van iedere richting Zij zijn bezig getrokken te worden cn we zijn al con heel eind op den weg. Laat nu door d© Christelijke werklieden ingezien wovden, hoo van hen voor een goed deel de toekomst afhangt van land cn volk, maar aanéénslui ting is nu vooral noodig, nu méér dan ooit. Thans is het de tijd; laat dc gelederen ver sterkt worden en helpt uw voormannen. Een cercsaluut aan hen, die onbeweegbaar staan cu vijandschap, ja zelfs gevaar voor hun leven niet achten, om te laten zien, dab het rijk Gods bestaat ook in gerechtigheid cn bet willen toonen, dat God is een God van orde En als de vermogenden ook wijze mannen zijn, die wijs handelen, dat zc dan dezo hun broeders steunen. Zij doen het work, maar ze hebben hulp noodig.'" Na liet vaccin c-w e t j c niet enkele woorden te hebbon tocgelioht, zegt de Arn hem sche Courant: Men zal dus in liet vervolg krijgen tweo soorten van bijzondere scholendie, waarop wél, cn die, waarop niet niet-ingoente per sonen worden, toegelaten. Of con bijzonder© school tot de eerste categorie zal bohooren, staat ter beslissing van liet bestuur of het. hoofd, al naar gelang zij mecncn, dat-, zooals de Memorie van Toelichting zegt-, de aan vrago lot ontheffing al dan niet „de school met verlies van leerlingen bedreigt.' Er zul len dus, ondanks do door den minister Kuy- per verwachte vermeerdering van bijzonder^ 6cholen, inzonderheid in tal van kleine ge* meenten Christelijke ouders geplaatst wordeh voor do keuze tussehen hun geweten cn de zorg voor de gezondheid hunner kinderen hun geweten, dat hun immers, \olgcns do voorstanders zeiven der Christelijke School,, krachtens do doopbelofte den pl\cht oplegt hun kroost uaar con Christelijke school te zenclon, en de ook door tal van Christenen aangchaugen, ernstige overtuiging van het nut der vaccinatie, zoodat or van dezo laat- 8tcn ten gevolge van hot voorgesteld© wetje verscheidene, in verband mol do Leerplicht wet, feitelijk gedwongen zullen worden te gen hun zin hun kinderen naar dc openbare school to zenden. Ons wil, van het standpunt vooral van con Christelijke regccring, dit toeschijnen een onverdedigbare vrijheidsbe perking te zijn voor Christelijke ouders. Wat den toestand, welko uit do toopaa- sing van het ingodende wcfcjo geboren wor den zal, nog bodenkelijkcr maakt, is de go- i brui kei ij ke pressie, welko door diaconieën pleegt to worden uitgeoefend op door haar! bedeelde arme ouders, wicn als voorwaarde- tot bedeoliug dc eisch gesteld wordt, dat zjj hun kindoren naar do Christelijke school ten-'( don. Is die school or ccn, welko bezochfc wordt door leerlingen, of waaraan onderwij- zend personeel verbondon is, aan wie onthef fing verleend is van do verplichte vaccina.- tie, en in plattelandsgemeenten zal dit stellig meermalen voorkomen, dan zullen dus do oudere aan armoede wordon prijsg© goven, tenzij zij hun kroost aan besmetting willen blootstellen, 't Is, dunkt ons, niet tc veel gezegd dit wreod to noemen I Want dot dit gevaar bestaat, zegt het blad verder, is niet to loochenen. Het wijst or op dat de werking der verleend© ontheffing eerst wordt opgeschort, nadat volgons art. 21 der Ziekenwct het opideniisoli hcerschoii dor pokken in de gemeente afgekondigd zal z.ijn. Het blad is van mccning, dab liet ontwerp in uóti opzicht een z.eor te waardcoren ver betering geeft, door bij algemeenen maalre f gel van bestuur te bepalen, wolk© voorschrif ten bij de inenting cn licrinonting moeten worden in aelit genomen. Maar wat doarne-, vens in het ontwerp wordt voorgor' rid, dunkt haar zóó bedenkelijk, dat zij zich nau welijks kan voorstellen, dat or een meerdor- beid in onze Staten-Gcnoraal te vinden zal zijn, die do verantwoordelijkheid durft aan vaarden om do volksgezondheid aan zulk1 ccn ernstig gevaar bloot tc stellen. D© Niciiue Rottcrdamsche Courant meent, dot het blijkbaar moeite gekost liccft dit wetsontwerp ter wereld te brengen. „Door dit Regceringsvoorstel wordt," meent het blad, „een eerste schrede gezet op een verkeerden weg, waarop dc logica do voorstanders zal dwingen veel verder te gaan. Het beginsel zal doorwerkon. Thans geldt liet nog alleen het „losrafclen" van „bandjes", zooals do minister Kuypor heb bij do behandeling zijner begrooting voor 1002 uitdrukte. „De prineipieelo beslissing, in zake den indiroeten vaccincdwang zal eerst kunnen genomen worden bij een alg<v meono herziening van de wet op de besmet telijke ziekten", zoo heette hot in do Me morie van Antwoord op liet Voorloopig Ver- 2) Sir Everard had hem, helaas, nooit ge zien, als by met een of ander nieuw stuk speelgoed in do handen, of een nieuw plan in het hoofd naar do vroegere iiuiskamor vloog, om het aan zyn moeder te laten zien of te vertellen; hoe hij dan oensklapa staan bleef, als de plotselinge herinnering aan het gebeurde zijn kinderlyke vreugde zoo ruw verstoorde. Want dan schoot het hem te binnen, dat op die welbekende sofa het sehoone, liefderijke gelaat hem niet met een biyden glimlach begroette; dat geen moeder daar was om met belangstelling te luisteren naar hetgeen hy had te vertollen, om hem vurig te kussen, en hem op al zjjn vragen te antwoorden. En dan zuchtte het kind diep, en liet lusteloos de armen zakken; en hy vloog voort, het volgende oogenblik, Daar buiten, onverschillig waarheen, ver van die plaats, om te ontvlieden dat bittere hartzeer, dat gevoel van troosteloos verdriet. Alleen Hij, die troont in de hemelen cn tooh zelfs op de geringste schepselen hier boneden liefdevol neerziet, wist-, wat er in clat kinderlijk hart omging. Hij zag, hoe do kleine zijn kussen mot hoc-te tranen be vochtigde; Hij lioord© zijn onderdrukte snikken diep in don nacht, ais dat- gevoel van t.roostelooze verlatenheid don slaap ver dreef, cn hij verdrietig wconond uitriep: „O moeder, moeder, wat zal ik doen zon der n F Dat alles was geschied sinds ongeveer twee jaren vóór den dag, waarop wij de twee broertjes aantreffen voor het venster der kinderkamer, toen rij met druilerige ge zichtjes naar buiten tuurden in de grauwe regenwolken. Rëeds lang was liet droevig sterfgeval vei-geten door kleinen Miles, als ware het nimmer gebeurd, cn hij kon rich zelfs van zijn moeder geen flauwe voorstelling meer maken; bij den drie jaar ouderen Hum phrey echter wa sdie herinnering van tijd tot tijd nog frisch en levendig. Weken cn maanden konden soms wol voor bij gaan, zonder dat hij een oogenblik aan haar dacht, totdat, plotseling een bloem, ot een bock, of een kleinigheid, die liaar had toebehoord, haar lief beeld in zijn geest terugriep; en dan ging de kleine borst hef tig op en neer, het blij opgeheven lioofd liet hij mismoedig zakken, on do glans der vroo- lijke, bruine oogen word door tranen ver duisterd. In de zitkamer, die thans nooit gebruikt werd, hing boven de divan een levensgroot geschilderd portret van lady Dunoombe, met Humphrey als een klein kind nog op haar armen. Als nu de knaap mot Virgin ie onmin had gehad, en hij zioh daarom droe vig gevoelde, mocht het soms gebeuren, dat hij schuchter daar binnen sloop om daar troost te zoeken; dan knielde liij, zonder dat iemand het zag, voor die divan, en dan be proefde hij dezelfde houding aan tc nemen als op de schilderij, en dan trachtte hij zich te verbeelden, dat hij moeders arm om zijn hals en haar schouder tegen rijn hoofd ge voelde. Soms, ale de kamer werd schoongemaakt, werden de iwore blinden geopend, en dan stroomdo liet volle daglicht in hot anders zoo duistere vertrek ©n op het- jonge sehoo ne gelaat der schilderij. Dan stonden de kleine broedcre in een eerbiedige houding daarvoor, met een utdrukking van ontzag op de mooie gezichtjes; en de oudste ver haalde den jongste met een zekeren trots, al wat hij zich van zijn lieve moeder kon herinneren. Miles koesterde dc grootste bewondering en een diepen eerbied voor Humphrey. Een jongen van acht jaar immers, die al lang een huis draagt, is altijd voor een kind van rijf, dat zich nog tot dc blousjcs moot be palen, een voorwerp van oprechte vereering; bovendien strekte Miles' plaatselijke kennis van het oudo lieeronhuis zioh niet verder uit dan tot dc ruime boekerij van sir Evenard en de gewone kamers dor kinderen; de zet kamer kon hij zich niet anders voorstellen cbin als een gesloten vertrek, welks meubels altijd met gróót© lakens bedokt waren. Zoo werd rijn ontzag voor Humphrey nog veel dieper, als hij luisterde naar de geestdrif tige beschrijving van al die vervlogen glorie van het huis. toon eiken avond in de zitka mer do prachtige kroonluchter zijn helder lioht verspreidde, en toen moeder nog haar oudo plaats op dc divan innam met haar werktafeltje naast zioh. Vaag cn duister was ook het denkbeeld, dat hij zioh van die ..moeder" vormde, van wie zijn broeder altijd sprak met iets zachte in zijn stem, met iels glinsterende in zijn oogen; maar dat zij erg mooi cn erg lief was geweest, daaiwan was hij vast over tuigd. Dezo meerdere kennis van Humphrey, die 7.ich hun moc-der nog zoo wel wist te her inneren, gaf Miles een gevoel van volslagen minderheid; en hij gevoelde rich soms be schaamd, als zijn groote broer wel eens plotseling hun gesprek over dien ouden tijd afbrak met een medelijdend: „Maar het helpt toch niets, dat ik probeer het jc dui delijk te maken, want jo weet niets meer van haar." Dan kwam or een uitdrukking van stillo onderworpenheid op het ernstige gezichtje, en nederig erkende hij zijn min derheid Juist die onderworpenheid van Miles aan Humphrey maakte de plaag van Virginie's leven uiit en bracht haar 8om6 bot wanhoop. Schuchter van nature, werd Miles even on handelbaar als Humphrey, als deze maar het voorbeeld gaf; gehoorzaam cn volgzaam uit ziohzolf, kon hij soms in allee Viginie trotse eren, als dc oudste hem maar opstook te. En sLnds lang had do gouvernante de waarheid van liet spreekwoord: „Eendracht maakt macht" op die wijze ondervondon, ton koste van haar zwakke zenuwen en heel dikwijls ook van haar goede stemming. Ook nu had Virginio al meer dan eens te kennen gegeven, dat Humphrey zijn va der van liet station mocht halen, a.ls hij zioh een regenjas wilde laten welgevallen. Hierin had deze geen bezwaar gezienals Miles dan meo mocht gaan. Maar tegen die voorwaard? vedette Vir ginio zich met alle kracht. Zij wist maar al tc goed bij ondervinding, dat niets Miles op zulk een regen ach tigen, killen dag tegen kou vatten zou behoeden. al pakte ze hem nog zoo warm in; zij hadden dus tc kiezen: óf Humphrey alleen, óf geen van heiden. ..Ga maar niet," fluisterde kleine Mi- les, terwijl zij hun goziclitjes dichter bij elkander tegen het venster drukten, om niet te woi'den verstaan, „het zal zoo vervelend zijn, heelcmaal alleen bij Virgin ie te moeten bl ij ven." „Zij is een akelige, oude dvared rijf ster," druildo Humphrey, dio dat woord wel cena van zijn vader had gehoord; „als or iets pleizicrig» is, moet zij liet altijd bederven. Maar het doet er niet toe, Miles, ik ga toch niet zonder jou, cn wo zullen do regendrup pels tellen, dan gaat dc tijd gauw voorbij Dezo aangenamo bezigheid had het go- wenschte gevolg; liet cereto half uur kwam' voorbij. Ja, rij verdiepten er zich zóó in, cn het was zóó moeilijk, dat do dogcart do oprijlaan binnenkwam, en reeds bijna vootS do deur stond, zonder dat de twee kb-ine' jongens liet bemerkt hadden. „Wat is dal nu!" riep Virginia veschrikt' uit, toen Humphrey plotseling van liet ko zijn op den vloer sprong. ,,'t Ï6 vader 1" wns dc ecnige inlichting, die zij nog van hem kon krijgen, en hij vloog de kamer uit on de trappen af. „Uw papa? Wacht even, dat ik jo liaar wat in orde breng Maar zij up rak togen den wind; in d* verte hoorde zij Humphrey nog met dri$ treden tegelijk van de trappen springen. Miles, die iets kalmer waa uitgeval li-uj kon rij ten minste ondanks zijn tegenstrib- lielon wassclien en kammen, on toen ging ook hij rijn vader te gernoet. Hij kwam in do vestibule, juist ton. Iteti rijtuig voor de deur stilstond, en dc tweo kleuters sprongen cn dansten van ploizier, toen een groote, breedgeschouderde heer mefc een donkor uiterlijk uitstapte, zich van zijni regenjas en parapluie rntdcod en hen te gomoet liep. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5