WekelUksehe Kalender.
Stofgoud.
Spel en Spelers.
DE RING.
'Aln alle mannen knap waren, dan zouden
alle vrouwen verstandig lijken.
De meeste mannen verdeelen de vrouwen
in twee klaseenmoeders en zusters en alle
andere vrouwen
Het is verrassend te zien hoe veel de
meeste rnnnrwn niet weten omtrent xnige-
1 lingen
Een man verbetert gewoonlijk zijn leven
met het oog op een of andere vrouw, maar
voor de goede gevolgen is hij alleen zichzelf
dankbaar.
Vrouwen idealiseeren mannen nooit, waait
<iaar bestaat geen gelegenheid voor.
Moet men opmaken, dat een vrouw geen
spijker kan inslaan, omdat zij het nooit
doet, als een man in de buurt isl
De gemiddelde man ontmoet in de gemid
delde vrouw meer dan zijn gelijke.
Als een man mislukt, is bet altijd de
schuld van een vrouw.
Een vrouw leert nooit een bal vangen, om
dat een man zooveel makkelijker is.
Sommige mannen zijn zoo dom, dat ze
vrouwen onachtzaam vinden, wier schoen-
vetertjes voortdurend los gaan.
Mannen willen nooit toegev V, dat een
Vrouw iets weet, toch besteden sommige
mannen al hun tijd met knorren, dat som
mige vrouwen niet meer weten.
Meer vrouwen zouden engelen zijn als er
meer mannen waren, die wat voor den he
mel voelden.
Vrouwen geven om kleeding, omdat de
mannen er zooveel meer om geven.
Zondag.
De gedachten der menschen zijn vonken.
De meeste dooven in het duister van den
tijd uit; slechts aan weinige gelukt het een
helder vuur te ontsteken.
Maandag.
Alles, wat men van anderen eischt, moet
men in staat zijn zelf te verrichten.
Dinsdag.
De tijd is een wieg van bitter leed, maar
ook een graf er van. Hij neemt teerbeminde
wezens weg, maar hij doet ook de levendig
heid der smart met den loop der jaren ver
minderen.
Woensdag.
De mensch is veroordeeld tot eeuwige min
derheid en teleurstelling, als hij niet op zijn
plaats is en zijn levensonderhoud verdient
door zijn zwakheid in plaats van door zijn
kracht.
Donderdag.
De vrouwenbeweging heeft Haar ontstaan
daaraan te danken, dat men de vrouwen te
veel zitten liet.
Vrydag.
De wijsheid wordt gerechtvaardigd van
hare kinderen.
Zaterdag.
Het is geen goed teeken als de waarheid
iemand te scherp dunkt.
In stad en land, dagelijks bij ons en om
ons, hebben wij honderden voorbeelden van
noodelooze, domme en lafhartige wreedhe
den jegens allerlei lieve en trouwe beesten.
S. Gorter.
De nacht schijnt lang aan de smart, die
7aakt
Jules Saulory.
Een vriendelijke jeugd, een jonkheid vol
droomen en idealen, vol poëzie, die niet
kunstmatig aangebracht, maar uit de jonge
ziel zelve is geweld, doet haar licht schij
nen ook over hot later leven.
A. 8. C. Wall ia.
Als men de dieren gadeslaat, bemerkt men
al zeer spoedig, dat zij aan menschen doen
denken, en in dan monsoh zijn ook sporen
van hot dier. O. Wagner.
Het spel is universeel. Men treft het aan
bij de ruwste volksstammen van Midden-
Af rika zoowel als bij de ontwikkeldste en be
schaafdste volken. Het heeft bestaan, het be
staat en zal ten allen tijde bestaan. Do
mensch zal altoos geneigd zijn zich te ver
rijken, hetzij door het kaartspel of door den
dobbelsteen.
En deze begeerte is begrijpelijk. Het geld
is noodig voor het leven. Het is dus natuur
lijk, dat de mensch tracht met het minimum
van inspanning het maximum van geld te
winnen. En het spel bevredigt volkomen de
zen wensoh, daar de winst verworven wordt
binnen AT>trpl^i minuten en zonder inspan
ning.
Evenwel: het verlies heeft niet meer tijd
noodig dan de winst; doch de speler treedt
niet in dergelijke beschouwingen; hij heeft
slechts hot oog op de winst.
Alle regee ringen hebben het hazardspel
moeten tegengaan. Dat kwaad is overal en
alom verspreid. Doch dit tegengaan heeft
op verschillende wijzen plaats gehad.
Duitechland, Engeland, Frankrijk hebben
het geheel verboden; andere landen, zooals
Spanje en Italië, hebben het gereglemen
teerd.
Het eerste systeem, schijnbaar het streng
ste en zuiverste, is het minst goede, want
het is huichelachtig .Het verbiedt in theorie,
maar in practijk staat het toe, hetgeen een
bewijs is van zwakheid en ook van gebrek
aan waardigheid. In al de casino's, in al
de clubs, bij de wedrennen wordt er door
duizenden personen gespeeld. Op de hoeken
van alle straten te Parijs lokken de speel
huizen de liefhebbers aan.
Er ligt werkelijk iets stootends in, een re
geering het spel te zien verbieden, terwijl
zij groote sommen trekt uit het onderling-
wedden en uit de enorme belastingen op de
clubs, belastingen, die alleen worden gehe
ven op den spaarpot", dat wil zeggen van
het geld der spelers.
De speler is immer bijgeloovig. Hij wil
het soms niet weten, maar meestal laat hij
het blijken zonder de minste schaamte en
zonder eenige vrees uitgelachen fee zullen
wordenhij weet, dat hij met lieden ver
keert, die hem begrijpen en die doen evenals
hij.
En ik wil hier niet spreken van hen, die
geldstukken met gaatjes, klaverblaadjes met
vier blaadjes, langs den weg gevonden hoef
ijzers, tijgerklauwen of de tanden van zeke
re dieren verzamelen. Dezen zijn er bij le
gio.
Ik wil spreken over de spelers, die hun
toevlucht hebben genomen tot de belachelijk
ste praktijken, en die me enen voor immer
met. het geluk overhoop te zullen liggen, als
zij niet de ongerijmdste dwaasheden uitha
len.
De speler vertegenwoordigt ©enigermate
twee persoonlijkheden. Hij is tweevoudig. In
het dagelijksche leven is hij vaak schrander
en openhartig met een ontwikkeld verstand
maar wanneer zijn hartstoent hem bemach
tigt, wordt hij een zonderling, welks bekrom
penheid soms verbazend ia Het verschil fcus-
schen die twee persoonlijkheden is dikwerf
zoo groot, dat men den indruk krijgt twee
afzonderlijke wezens voor zich te zien, soms
in meerdere mate van elkaar afwijkend dan
twee menschen, waarvan de een uit het
Noorden, de ander uit bet Zuiden komt.
Het is vooral in de casino's, aan de bac
cara-tafels te Biarritz, te Aix-les-Bains, te
Royan, Luchon, Vichy, dat men de allerzon
derlingste spelerstypen aantreft, degenen,
die tot de dolste middelen hun toevlucht heb
ben genomen, om met het geluk op /"-©den
voet te blijven.
Ik herinner mij een bankier, een grof spe-j
Ier, die midden in het spel de kaarten af-,
nam noot een bemerkensw aardig flegma.
Toon een reeks rampspoedige slagen bom,
van eenige bundels bankbiljetten had ont
last, stond hij op, liet zijn fauteuil driemaal,
in bot rond draaien en ging op do statig-]
ste wijze van de wereld weer zitten.
Een andore volgde een mindor bedaarde mé-j
thode. Hij verliet zijn plaats, liep met groote,
stappen rondom de tafel en ging vervol-j
gons weer zitten. Een jongtnonsoh, dien ik]
nog wel eer® ontmoet, had een geldiafimj
dwaze gewoonte. Op hot oogcnblik, waarop]
hij rijn inleg toewierp, hield hij zijn adomj
in. En als hij op dio wijze, dat wil zeggen
zender ademhalen, het einde van don alag|
kon afwachten, dan was dit voor hem een,
onomstootelijk bewijs van geluk. Wanneer
de bankier langzaam de kaarten afnam, j
verscheidenen deden dit opzettelijk werd
do ongelukkige jonge man rood, vervolgens
paars; en als hij het niet langer kon, on
danks zichzelf, dan was de enorme zucht,
welke volgde, aan een windstoot gelijk Daar,
hij spoedig was afgemat, ging hij rust ne-!
men; doch ternauwernood weer hersteld,!
kwam hij zijn rol van lnohtperBpomp weer
hervatten.
Een ander, eveneens jong, hield er eenj
minder afmattende, maar toch ook vreemde]
gewoonte op na. Bij eiken slag sloot hij zijn,
oogen potdicht, terwijl hij zich op don top]
van zijn vinger beet, gewoonlijk den wija-j
vinger. Wanneer hij verloor, lieten zijn tan-i
den eern spoor na, geëvenredigd aan den in-j
kg, dien hij had gedaan. Gelukkig speelde
hij klein speL
Ik herinner mij nog een gepensionneerdj
militair, een ouden snorrebaard. Hij had al
toos een zeer groot horloge voor zich liggen
en speelde bij geregelde tussohenpoocen. Het
verliezen evenwel ging niet minder regel-'
matig dan zijn uurwerk.
Op zekeren avond stiet een onhandig spo-j
Ier tegen zijn horloge, zoodat heit in gruizele-;
meuten op den vloer terecht kwam. Dit was
een verschrikkelijk geval, hetwelk den oud-j
officier drie dagen van het spel terughield, i
Later kwam hij terug en won een aanzien
lijke som. Geheel in de wolken bedankte hij'
dengeen, die zijn horloge had kapot ge-l
gooid, en speelde niet meer dan om de drie]
dagen.
Men zou tallooze dergelijke voorbeelden,
kunnen aanhalen. Er zijn spelers, die zich'
boos maken, wanneer men hun kaarten aan
raakt; anderen, die slechts aan zekere tafels
willen spelen, en weer anderen met kaarten
van een bepaalde kleur. Sommigen haten
zekere personen, omdat zij in hen ongeluks
aanbrengers zien. Men heeft mij er een aan-
gewezen, die niet anders wilde spelen dan j
met den rug naar een zeker beeld gekeerd.
En laatst las ik van een rampzalige, die j
nooit aan een speeltafel had plaats geno
men, zonder zeven malen het Odéon te heb
ben omgeloopen. Hij hield echter op met
spelen op het tijdstip, dat dit theater werd
gepleisterd die oppleistering had zijn ge
luk gebroken.
Dit allee bewijst, hoe gevaarlijk het spel
is. Ik heb niet anders dan do komische zij
den onderzocht, maar het heeft ook zijn tra
gische rijden; de lectuur in de couranten
onder „Gemengd Nieuws" bevestigt dit
maar al te zeer.
Het spel is verschrikkelijk. Het verwoest
het evenwicht van onze bekwaamheden, on
derdrukt het verstand en vernietigt, voor
het oogenblik althans, onze beste gevoelens.
Het leidt den mensoh steeds tot de slecht
ste ongerijmdheden, dikwerf tot het kwaad,
tot zelfmoord en tot misdaad.
Het is de hevigste der hartstochten, en
ook de meest aangrijpende, de meest over
weldigende en de moeilijkst te bedwingen.
Hij beheerscht al het andere. En daarom ia
de ware speler een verloren man.
In de vroegste tijden waren de bewoners
van het Oosten dragers van ringen, H^t-7-ïj
om den pola of in de ooren.
De Romeinen gebruikten ze eerst alleen om
brieven en oorkonden te zegelen; maar