Wekeiyksehe Kalender. Stofgoud. Raadgeving. allerleT Een kunststukje. Raadsel. j waarlijk niet an te doen? Zoek je niet te 'veranderen? Vrijster: Neen. Vrijer: Dan wensck ik je een aangenr.mc nachtrust. Hierop wendt hij zich lot een zijuer (•metgezellen, die nabij hem staan, en zegt: Vrijer I het ia uw beurt. Zondag. Tegenspoed in zaken kan alleen door ver trouwen op eigen kracht verkceren in ze igen; door moedeloosheid gaat me» reddeloos \verlorem. Maandag. Ben botte slijpsteen maakt het mes scherp. Dinsdag. De ervaringen en waarschuwingen van deren hebben nog maar zeldzaam iemand iwijzer gemaakt, 't Is wel een ontgoocheling, |maar 't ia waar. Woensdag. Vleierij is een valsehe munt, die slechts rwaarde heeft door onze ijdelheid. Donderdag. Die den dood vreest, heeft het leven vor koren. Vrijdag. i Om groote dingen te volvoeren behoort '•men te leven alsof men nimmer moest jsterven. Zaterdag. Uitstel ie een tijddief. Als de Natuur zooveel wetten had als de /Staat, zou God zelf ze niet kunnen regee- \ren. Börne. Het vuur kan door het vuur, noch de 'gramschap door de gramschap uitgedoofd '(worden. H. Alphonsus. Het besluiten tot iets groots kan geschie den met kalme vastberadenheid of in geestdrift. M ultat&li. Och, dat he eren redenaars, schrijvers, (predikers toch besluiten konden het over tollige ons te sparen I Reitschle. Een hard karakter werkt gelijk een gela den conductor; ieder vreest den electrieken jschok en vermijdt de aanraking. Benzei Sternau. Speccrjjen, die zoo algemeen gebruikt worden om spij zen Ic kruiden, zijn, naar algemeen erkend 'moet worden, schadelijk voor de spijsverte ring, zegt „The Dietetic and Hygienic Ga- izette." Proeven, onlangs genomen door een Poolsch geneesheer, dr. Korczynski, toonden iaan, dat specerijen wel dc beweging van de 'maag bevorderen, maar op den duur dc af- ischeiding van vochten en zuren belemmeren. Over bet geheel wordt dus de spijsverte ring eerder tegengewerkt dan bevorderd, /behalve bij menschen, wier langzame spijs- i vertering een gevolg is van gebrekkige spier bewegingen der maag of die aan overmatige 'zuurafscheiding lijden. Men zij das \oorziclrtig met het gebruiken ivan specerijen! RECEPT. Gewone omelet. Een koekepan warmen in den oven. Vijf eieren kloppen, dooier en wit met een wei nig zout en een. lepel bruine suiker. Ander halve lepel bloem aanmengen met een klein kannetje melk en dit door de eieren roeren. Dit is genoeg voor drie omeletten, die men op een zacht vuur in boter bakt en om gekeerd op een schotel legt met den bruinen kant naar boven, drie op elkaar. Op de bo venste strooit men witte suiker. Een half uur vóór het eten met bakken beginnen. Aanplakbord. Op een aanplakbord stond, na afloop van de kennis, door het aisohcuren bij gedeelten van verschillende aanplakbiljetten, het, vol gende te lezen: Te X. vrijwillige verkooping vaneen groen geschilderd en schoon gevernist boekbindersknechfc die sedert lang zit in een rattenval en voorzien is van5 poo- ten en begroeid met zwijnenhaarzoo als aangewezen is op een aangeplakthot- tentotje van 30-jarigen leeftijd, goed kun nende omgaan meteen monsterachtige zeevisch alhier aangespoeld.op bevel van den burgemeesterliggende neven6 een ouden ezelmet een mand kreeften; ge bonden boven.het vertrek van den Mi nister vanschildwachten, die de orde zullen handhaven... in een alkoof met verde re gemakkenAl degenen, die iets te vorde ren hebben van. een varken met drie poo ien.. gelieven hun pretensiën in te zenden bijgedresseerd© honden en apen, die op bevel van hun meesterzitting houden tot het kiezen van 2 leden van den Gemeen teraadwaarna groot vuurwerk bij gele genheid van.. liet inleggen en zouten vantwee gepensaonneerde majoors. Verkoop bij opbod vaneen huisknecht... met trijp en springveeren te bezichtigen in.., de Haarlemmeroliebij iemand, die ceni- ge vrije uren heeft en ze besteden wi) met-... verslinden vande gekwetsten van Wa terloo die te koop zijn voor 13,000 glcL terwijl men de helft der kooppenningen in de vlam eener kaars zal houden en ver brandenwaarna de heer Bamberg on middellijk overgaat tot het begoochelen van een oude ezeldie door ziekte ge noodzaakteen handel zal beginnen in... oliekoeken, beignets en wafelseen cana pé, twaalf stoelen, schilderijen op linnen, voorstellende twee oude keukenmeiden. iStakingsmoppén. In De N ederlander leest men: A: Het is tegenwoordig erg aan het gis ten onder ons volL B: Dat is geen wemder! A: Waarom is dat geen wonder? B: Let maar eens op de beginletters van de namen der leiders H(ugemholtz), 0(ude- geest), P(etter) Hop. Dat moet immers wel gasten Een Haagsche correspondent deelde mede, dat op een vergadering in Den Haag een arbeider, nadat hij een spreker herhaaldelijk had hooren zeggen: „Toont je solidair", zacht aan een mijnheer, die naast hem zat, vroeg: „Kunt u me ook zeggen, wie d;e me neer is?" „Wie? De spreker?" „Nee. Toontje Solidair.. Bedenkelijke zinswending. Uit een D ai teek vonnis: ,Het gerechtshof heeft de identiteit van liet verpande varken met den rechter in eerste instantie als bewezen aangenomen." Bluf. Een dienstbode blufte, dat haar mevrouw zóó rijk was, „dat zij zijden fLanel- lot.jee droeg." Te beleefd. De kleine Eduard is een zeer welopgevoed ventje. Men heeft hem reeds vroeg beleefdheid tegenover dames in geprent. Op zekeren dag zit hij met zijn papa ia de tram. Deze is zoo vol, dat er alleen plaat* is voor den ouden heer, die hem op zijn knieën laat zitten. Een jonge dame komt de tram binnen, maar kan geen plaats vinden. Daar vliegt Eduard overeind en met zijn petje in de hand zegt hij heel beleefd tegen de schoone jonkvrouw, op de knieën van papa wijzend: „Mag i'k.u mijn plaats aan bieden, juffrouw?" Toekomst-ideaal van de keukenmeid. Mevrouw: „Mina, als je grenadier soms to veel gegeten heeft van den reehout, ben ik zoo vrij hem een glaasje likeur voor de spijsvertering en de canapé om uit to rusten aan te bieden. Intusschen zal mijn man dan zijn uniform uitkloppen en zijn knoopen oppoetsen." Zomergast: „Is het meer op deze plaats diep V' Boer: „Dat geloof ik mdei. Als rrr lui in zwemmen, steekt hun kop boven water uit." Koud en warm. Een milicieoA beeloot zijn brief aan zijn meisje aldus: „En, lieve Jans, wat zeg je van dien laten winter? Ik kom zoo van de wacht en hob zulke koude voeten, dat ik de pen niet meer kan vasthouden. Ik brand van verlangen om je weer te zien. Je eeuwige Dorus." Officieels dierkunde. In den Elzae is onlangs een wet afgekondigd, waarin de volgende bepaling voorkomt: „Het is verboden van 1 Med tot en met 30 Juni te jagen op snippen, trapganzen, wilde zwijnen en andore moeras- en watervo gels, met uitzondering van wilde ganzen en eenden." Het artikel eindigt met de bepaling, dat het in den aangoduiden tijd verboden is ,,de eiensn op te rapen van de boven opge noemd© dieren." Een gek en een schelm. Een reiziger liet onlangs zijn parapluie staan in den standaard van het hotel, waar hij was afge stapt. Hij bevestigde een kaartje, met vol gend opschrift, aan zijn regenscherm „Deze parapluie behoort aan iemand, die een slag kan toedienen, gelijk aan een ge wicht van 2ó0 pond. In 10 minuten ben ik terug." Het atkletisch heerschap deed daarop zijn wandeling. Bij zjjn terugkomst vond hij... geen regen scherm meer, wel een kaart, die ten op schrift had: „Deze kaart in huis achtergelaten door iemand, die twaalf mijlen in het uur te voet kan afleggen. Ik kom niet terug." Op de school. Onderwijzer: „Zeg mij eens een zin, Keetje, waarin de woorden „handlanger" en „bandeloos" voorkomen." Keetje: „Mijn rok is een hand langer dan die van Siena en bandeloos Een dansende appel. Men boort in een appel een gat en giet hierin wat kwikzilver. Dan maakt men het gat weer toe en als men de nu weer gaaf- lijkende vrucht o_p een warme kachel legt, zal zij er een vroolijk dansje op beginnen. Antwoord pp do Opgave io het vorig Zondagsblad: Zooals de waard is vertrouwt hij zijn gas ten. Mijn eerste is van edel bloed En stapt vol eed'len zwier, Als hij mijn tweede rink'len doet, De hand aan zijn rapier. 'b Geheel groeit in het bloemenperk. Het raadsel geeft u weinig werk. [Oplossing in het volgende Zondagsblad!.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 12