No. 13199 LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 4 MAART. - TWEEDE BLAD. Anno 1903 PERSOVERZICHT. FEUILLETON. Het is begrijpelijk, dat do Minister ge prikkeld is door het gezwete van velo drij vers. Maar do wetgevende orgauen moesten tegen dergelijke prikkeling bestand zijn. ,,Een wet als de voorgesteldo thans zou, naar wij vreezen, do psychische genezing, die noodig is, bemoeilijken voor heel lang. Er zijn te veel billijko grieven en misstan den on wanverhoudingen. Op zulk een bo dem maakt een harde wetgever niet don in druk van rechtvaardig to zijn. Doch herhaling van staking moet worden geweerd. Ongetwijfeld. Zoo iete mag geen tweeden keer gebouren. Maar het zal niet gebeuren op don weg, dien wij aanbevelen. Zeker ia daan-oor meer persoonlijke bemoei ing noodig. Maar personen zijn altoos machtiger geweest dan wetten. En zou van doze wot, wij vragen niet alleen innerlijke kracht, maar zolfs zou er uitwendige macht van uitgaan? Die geroepen zijn tot oordee- lon, ovorwegen ook dat." De Middelburgsche Courant begroet- met ingenomenheid de voorgestelde enquête, die ochtor met voortvarendheid zal moeten ge schieden. Het oprichten van een 6poorbri- gado heeft zeker zijn goodo zijde, merkt dit blad verder op, maar zulk een brigade mag niet worden een middel om de andere partij to veel te schragen in haar verzet om tege moet te komen aan gegronde grieven Dit vreest de Middelburgse/ie Courant zeer van de voorgesteldo strafbepalingen en zij meent, dat hot beter ware geweest- on minder uitdagend voor do betrokken perso nen, wanneer do Regeering zich vooreerst alleen bepaald had tot do twee ontwerpen betreffende do brigade en do enquête en dan had afgewacht wat de laatste aan het licht bracht. Prof. Do Louter verklaart zich in het Utrechtsc/i Dagblad voor de <r nneming -der drie ontwerpen. Do schrijver noemt do voorgestelde wijzi gingen van hot Wetboek van Strafrecht hoogst gematigd. Art. 284bis eerbiedigt lodens persoonlijke vrijheid; dooh belet, dat hiervan misbruik wordt gemaakt- om die van snoeren aan te randenHet- ia een eenvoudig en rcoht- strceksoh postulaat van do Bxmmloving zelve, welke onbegaanbaar is zonder wedor- keerige beperking van elkanders bandeloos heid. Theorie en praktijk, wijsgeoren on staatslieden, hebben eenparig de noodzake lijkheid hiervan erkend. Hot stilzwijgen on zer Strafwet ia slechte verklaarbaar door hot ontbreken eener aanleiding om dozen evi- dentan plicht onder de hoede dor Strafwet te stellen. M-.-n kan intuasdien vragen, of hinder cn overlast duidelijk genoeg begrens- do begrippen zijn om elke verkeerde toepas sing te voorkomen: bijv. of arbeidors, die dooi* onophoudelijke klachten of onvoorzie ne werkstakingen den ondernemer pogen te dwingen om hoogor loon of korter arbeids duur toe te stam, niet binnen liet bereik van dit artikel kunnen worden getrokken cn mitsdien tegen de verklaring der regccring ook werkstakingen in do particuliere nijver heid strafbaar worden gestold. Of hot woord wederrechtelijk dergelijko interpretatie uit sluit, laat ik gaamo aan criminalisten over. Art. 358bis e. v. breekt niet het dogma der onontvamkelijkhoid van een strafrechtelijk govolg, verbonden aan hot verbroken van een oi'vicl contract; doch alleen ton aanziou van bot- openhaar spoorwegverkeer, dal hier met don publieken dienst wordt gelijkge steld. onverschillig of het in handen van don Slaat of van bijzondoro maatschap pijen berust Wie dit dogma met mij als een verouderd vooroordeel beschouwt, zal de ge matigdheid der voordracht volmondig erken nen; ja, met recht kunnen beworen, dat liet dogma onaangetast blijft, maar door een eenvoudige reohtsfictio een enkel geval daaraan onttrokken on met den publieken dienst op óóu lijn wordt gestold. Immers dat hier plichtverzaking strafbaar is, spreekt vanzelf. Men kan zich slechte ver bazen, dat dit elementair liegineel in onze Strafwet ontbrak; een bewijs van de onge ëvenaarde rust onzer vadorlandsdho toestan den en instellingen. Dc Nederlander betoogt Gcgonover de Znt- phcnsche Courant, dat hier van aantasting van pocht geen sprako is. Staking mot in achtneming van don bod tuigen termijn is hot recht dor arbeiders. Dat nacht blijft onverlet cn onverkort overeind staan. Er is nie mand, die er een hand naar uitsteekt. Maar staking binnen dion tormijn is contract breuk. Dat is onrecht. Dat wordt- niet on recht-, maar dafc is het nu reeds. Dit is van christelijke zijde immer on altijd zoo bo- weord, on het- blad wacht nog op hot betoog, dat dit komt weerleggen. En nu meent do Rcgeoring, dat dit onrecht, zoo het gepleegd wordt door spoorwegpersoneel, wegens do ontzaglijke sooialo belangen voor alle ran gen on stonden der samenleving, die er door geschaad worden, behoort strafbaar gestold te worden. Do Provinciale Groninger Courant stolt zich voor, ieder dor onderdeden van het v o o r s t o 1 tot Grondwetsherzie ning der vrijzinnig-domocratischo Karncr- groop to zijner tijd in bijzonderheden ter spraak cn ter toets to brengen, maar zij wil reods nu een eersten indruk van voldoening over en instemming met do hoofdgedachte niet terughouden. Do lijn, waarin zich liet voorstel beweegt, komt haar do juiste voor cn in hoofdzaak juicht zij den inhoud vat harto toe. Zeker kan niet bowccrd, zoo betoogt het blad. dat de voorgedragen regeling onbe kookt of bedenkelijk radicaal is uitgeval len, of dat men do finale oplossing togen dezen prijs te duur koopt. Op het eerste gezicht schijnen do wijzigin gen, die in de samenstelling der Eorstc Ka mer worden voorgedragen, bij uitstek revo- lutionnair. Maar anders wordt het oordeel, als men or op let, dat dit gedocllo van het voorstel in hoofdzaak is overgenomen uit liet advies, dat bij do voorbereiding dor Grondwetsherziening van 1387 aan den Ko ning is uitgebracht door do hoeren Dc Gcc-r on Lokman. Deze leden dor Staatscommis sie rieden reeds in die dagen do leden dor Eerste Kamer to doen kiezen door dezelfdo kiezers, die do loden dor Tweede Kamer aan- wijzen, doch conigszins anders, bij voor beeld provinciesgewijs, gegroepeerdvoorts om wol de verkiesbaarheid te beperkon, maar daarbij niet alleen op gold te letton cn ook andere omstandiglkcden ,,als leeftijd, bediening, landbezit, industrie" in aanmer king te nemen. Welnu: naar dit patroon hebben do negen mannen hun Eerste Kamer gemodelleerd. Misschien zijn zij hierbij wat to ver gegaan wij zouden bij voorbeeld meoncsn, dat in elk geval do leeftijd van do kiezers voor do Eerste Kamer eon andzre moet wezen dan dio dor kiezors voor do Tweede Kamer en dat wellicht uog een en kele andere waarborg noodig is om Ln dezen lak der vertegenwoordiging een voldoe"d bolwerk te vinden tegen den volkswaan ve> êén kiesdag en onderdrukking der minder- beid maar zeker kan ook van dit deel van hei voorstel, gegeven het voorbeeld, waar naar liet is gefatsoeneerd, niet gezegd wor den, dat het den boog te sterk spant. En de politicise ontvoogding der vrouw? Het zou do Provinciale Groninger Courant niet verwonderen, als hier vooral de wou doplek van het voorstel lag, als op dil go- declte er van het geschut bij voorkeur word gericht. Toch zijn. zegt liet blad, ook hier weder dc voorstellers niet gegaan door dik o.n dunhebben zij het oog open gehad voor bedenkingen en bezwaren. Schoon zelve a genoigd het- kiesrecht voor de vrouw even algemeen te aanvaarden als voor den rrnn, laten zij de mogelijkheid open heb voor de zwakke sekse in meerdere tempo's door to voeren, of aanvankelijk haar kiesbevoegd heid voor do gemeenteraden to regelen op ruimer schaal dan voor de andere vertegen woordigende lichamen. De ArnhenisrJtr Courant, het voorstel be sprekende, zegt daarvan onder meer: Dat op het oogonblik de kans van slagen mot deze poging tot Grondwetsherziening groot is, voorzeker zal niemand dit in ernst golooven cn allerminst zullen de voorstellers zelf zich in dit opzicht aan illusies overge ven. Maar dat dit voorstel den stoot tot dio herziening zal geven, geliik in 18-11 ,,bot voorstel der negen mannen" tot de herzie ning van 1848 cn later de adviezen der mi- Het weekblad De Amsterdammer betitelt de wetsontwerp en der Regeering als ,,gclegemheidswetjcs". Hot blad verklaart zich niet ingenomen met liet denkbeeld van de benoeming van een Sta-atscomm i si e, die langzaam zal wer ken en voor een bovordcrings- en loonquacs- tie wat in deze do hoofdzaak uitmaakt toch ook niet gewenscht is. Bovendien: „Waarom komt de Regeering nu juist met deze Staatscommissie, waar een motie aan hangig ia van mr. Fokker oven* spoorweg- naasting, wolke eerstdaags behandeld moe»t worden Wat doet men met die Staatsoom- missie en met een deel der nu voorgestelde dwangwet-bepaLingonals dc Kamer zich bij meerderheid van stemmen voor Staatsexploi tatie verklaart? En zou hot Herstel van rust en orde niet veel zekerder zijn, als hot land en do hoofdstad, bij de blijde mare van een toekomstige Staatsexploitatie dor spoorwe- gen, do troepen cn oorlogsschepen zag af trekken, dan door het inderhaast, en als wil de het Gezag zich wrekendoorefccorctn van straffen, die onder het Neder]andsdie werk- volk do reeds beetaando spanning moeten .vermeerderen.?" Van de aanbeveling van do voorgestelde aanvulling van het W. v. S- zegt het blad: „Dat die troepen on oorlogsvaartuigen noodig waren om dc natie liet gevoel van zekerheid to geven, en verdere gruwelen als van Durgerdarn bc voorkomen", liet is eon onoprechtheid, in 's Ministers rede, welke doder in het oog moet springen. Dergelijke kloppartijen blijven hier en daar dreigen, zijn steeds mogelijkmet het oog daarop zou men dan wel voortdurend de lichtingen in dienst kunnen houdenNeen., de Minis ter begrijpt zeer good, dat waar hij aan alle werklieden ,,in cenigen openbaren dienst" hot stakingsrecht ontneemt, on daarenboven don arbeid van bon, die door dc georgani- seerden als „onderkruipers" worden aango- duid, door kraaso wötobcpalingon wil be schermen, er onder dc work lieden een felle geesb van tegenstand moet worden gewekt. „Wij gölooven, dat de Regeering hierme de zich op don verkeerden weg bevindt. De intimidatie is niet lo voorkomen. Niet al leen in ocos land, maar do gaheole beschaafde wereld door, hebben do arbeiders ingezien, dat hun actie lam geslagen zou zijn, als zij eidi onthielden van den patroon tot oisch te stel Ion alleen mot georgianiseerden te wer ken; on doze conditio sine qua non voor het slagen nummer arbeidsboweging leidt natuur lijk tot velerlei handelingen, waarvan zij zolf het wederrechtelijke» niet gevoelen. Te trachten hun, in dozo dagen, dat gevoel door do rechtspraak bij te brengen, het is een lio- poloos werk. De tlnins geldendo wet heeft tot dusverre nog middelen genoeg gegeven om do a-rij head vain arbeid, voor zoover dio in een zich steeds meer arganiseoronde arboi- dersworeld mogelijk is, te handhaven... Wio hierin mot nieuwen dwang wil optre den, komt bedrogen uit. Wol kan rticn door zulk een wctsverschorping cenige minder voorzichtige arbeiders ongelukkig maken, maar dat don zoogenaamden „onderkrui per" hiermede een grcdntjo meer geluk zal worden gesdhonkon, wio die zich op clc hoogte heeft gesteld van don toestand, waar in do togenwoordigo arbeidersbeweging zich bevindt, zal dit durven aannemen V' En ton slotte sdnrijft liet Weekblad dezen raad neer: „Daarom: brengt toch niet, onder den druk van militair vertoon dergelijke wet ten tot stand. Bedenkt waaraan gij root zulk een drijven liet land, cn vooral, de hoofdstad waagt. „Rust is noodig! Komt liever mot verzoe nende doelen Al wat reactionair ie, straft zichzelf; vooral in een tijd als do onze, wahr- in, bij hoeveel fouten or ook zijn aan te wij zen... do arbeiders voortschrijden in do richting van krachtiger organisatie en van ccn meer mcnschwaardig bestaan". In een eerste artikel ever de drio Rcgce- ringsontwerpen schrijft do Nieuwe Hotter- damsnhc Courant: „Wat een zuiver inziohb in den toestand zoo moeilijk maakt, een verstandig kiezen Het geheimzinnige huis. 44) „Gy hebt dus dien armen, vorliefden dwaas nooit liefgoliad, zijn dood, dio u ln staat stelde met Sir Hugh Ben vers to trouwen, nooit betreurd?" „Nooit 1" riep Olga, meenonde den graaf nu overtuigd te bobbon. Dit geloof word door de volgende vraag evenwel wreed verstoord. „Gij waart reeds verloofd met Sir Hugh Denvers vóór ge het bericht ont- vingt van het overlijden van uw echtge noot 1" Lady Denvers sloeg dc oogen neer en on willekeurig kwam de gedachte bij haar op: „Hoeveel zou hij weten?" „Ben ik niet goed ingelicht, hM" kwam het ironisch van zijn lippen. Olga's goheele wozen wam in opstand. Iedere zenuw in haar trilde. De ontroering benam haar bijna do spraak. „Waarom vraagt go mij dit allca?" vroeg zij hecsch. „Omdat ik geruchten gehoord heb cn ik wil do waarheid weten. „Ik zal u de waarheid vertellen, Rudin. Als ge mij geloovcn wilt, zal ik u alles ver- tellen Alles!" herbaalde zij, terwijl zij haar kleine, slanke hand op zijn arm logde. „Spreek op dan!" zei de graaf somber. „Nooit beminde ik iemand andere dan u, Rudin," begon zij mot melodieuze stem. „Ik ontmoette James Finch een jaar vóór ik Wj kwasa. Ea hoewel hij acij bod ee. van middelen tot herstel zoo kritiek, dat zijn de complimoncaties. Daar is verkcersverstoring en onrecht be gaan, maar met relfbeheersching en in het gevoel, dat, men recht had. Daar is overmoe dig opgetreden, maar de uitslag heeft den overmoed tot machtabcscf opgevoerd. Daar ia een onmiskenbare macht ontwik keld, en tooh was het maar een macht, die belommeren, niet een, die opbouwen kon. Daar worden thans grieven gesteld, maar die grieven hebben een diepen ondergrond, zij groeiden al lang en zitten nu vaat. Oude zonden cn oude verwaarloozing hebben zich opeens gewroken. Ook onredelijke en overrdrovon oisohen worden uitgesproken, maar daar worden almee dingen ge vraagd, die al lang hadden moeten zijn aangeboden. Daar zijn leemten in do wetgeving aan het licht gekomen, maar heb is dc vraag of het nu de rechte tijd van voorziening is. Dc overmoed der leiders heeft den wetgever bedreigingen voorgehou den, waarvoor een wetgever niet wijken mag, maar het zou kunnen zijn, dat hij, hoezeer zelfstandig beslissend, den schijn van te wijken zioh zou moeten getroosten. Daar zijn leiders, wien men de hand moet reiken, cn daar zijn or, wien men den rug heeft toe te keeren. Daar zou nog meer te onderschei den vallen, doch het genoemde zij genoog; er zijn „complicaties". Bij zulk een toestand nu is lioht een hard ingrijpen mogelijk, dat gezonde organen irriteert; cn is licht een zacht behandelen mogeb'jk, dat kwaadaardi ge woekeringen spaart. De hoogste geneeskunst is noodig. Het blazen uit den revolutionairen hoek is ge makkelijk en het blazen uit den conservatie ven hook is het niet minder. Maar het een en het ander verergert do kwaal. Onder inti- midabio kunnen wij niet voortleven; en on der gesmoorden wrok kunnen wij het even min. Verzoening moet worden gevonden, en hot besef, dat het zoo moet, behoort to wor den gewekt in alle kringen. Dit is de eenige grondslag, waarop het voortleven mogelijk zal zijn." Daarom begroet hot blad met grootc sym pathie het wetsontwerp tot het instellen van een enquête-commissie. „Een enquête dus cn een kleine commis sie, die met kracht kan werken cn met spoeddio /.al hebben te onderzoeken met vastheid cn met rustige onbevangenheid een commissie, zóó samengesteld, dat zij on- middollijk vol vertrouwen wokke aan allo zijden. Want zij zal meer hebben te zijn dan ccne, die kennen cn weten wil. Zij zal mede door baar zeggen en doen de verzoeningskiemon kunnen leggen, waarvoor wijze cn goede mannen de plaats weten te vinden. Zij zal ook hebben „te overwegen, welke wijzigingen in rechtsverhoudingen cn arbeids voorwaarde n gewenscht zijn te achten cn des- vcrcischt voorstellen hebben te doen om zul ke wijzigingen op don meest doel tref feilden voet in te voeren en voor de toekomst te waarborgen." Dit tweede deel van de opdracht zal even onmisbaar zijn als het eerste. Het is nu niet dc tijd om vooruit te loopen op wat de ver vulling van dit deel der taak brongen zal. Maar wanneer wij reods in het verschiet zien naast staatsexploitatie dan of par- iiculicrc do erkenning, de raadpleging, de medewerking zelfs van personeel-organi- sat'.cs en do beslechting van geschillen door scheidsgerechten, dan gevoelen wij meer te zien dan een illusie. Dit uitnemend wetsontwerp hobbe dan bij de behandeling den voorrang. Al draagt bet waarschijnlijk toevallig van de drie het laal.sto nummer in de volgorde der Kamer stukken, hel zij het allereerst- in de ordo van afdoening." Het ontwerp betreffende de oprichting van een spoorweg brigade bespreekt de Nieu we Rotterrdamsche Courant niet: „bet spreekt voor zichzelf. Gouverner c'est pré- voir." De moeilijkheid is gelegen in het derdo ontwerp, meont het blad en het zegt daar van „Door sommigen werd liet gemakkelijk als „dwangwet" uitgekreten; door anderen snel als „noodwet" aangeprezen. Wij hadden niet aanstonds ons gevoelen gereed cn hebben smeekte zijn vrouw te worden, heb ik hier aan nooit een oogenblik gedacht. Niette genstaande dit schreef hij mij voortdurend zoolang ik in uw huis verkeerde, mij al door zijn liefde betuigende en mij voorstel lende met hem to huwen. Ik evenwel heb nimmer zijn brieven beantwoord, en boen ik horn eindelijk ontmoette, bij toeval..." „Bij toeval?" herhaalde haar metgezel mechanisch als een phonogra-af. „Geheel bij toovalvolhardde Olga, in wendig verheugd over den schijnbaren in druk, dien haar woorden op haar vroege- ren beminde maakten. „Gij hebt hem dus nooit geschreven, hoe sleoht ge behandeld werdt door mij en door Sonya? Gij hebt hem nooit gesmeekt, bij do liefde, die hij voor u koesterde, u to verlossen van do gruwelijke monstcre, bij wie gij inwoon dot?" Ieder woord, dat- zij toen geschreven had, hoorde zy nu van do lippen van haar pfjniger. Olga's gelaat was wit als krijt. „Ik dacht, dat gy roy gelooven zoudt, Rudin?" rlop zy uit met angstvolle stem. „Dat zal lk als ik kanl" was het grimmige antwoord. „0, doe hot 1" fluisterde zy. „Ik kan u geen onwaarheid zeggen, als lk weet, dat go my gelooft!" „Ja, weet ge, Olga! Ik heb zoo'n geheel ander verhaal van de gebourtenissen gehoord." „Van wien?" „Tan Iemand, die by alles tegenwoordig was!" „0, toch zeker niet van do vrouw van den concierge?" vroeg Olga. „U raadt het volkomen. Niet van de vrouw van den concierge 1" was hot rustige antwoord. jDat k&sn eek slot, want ik was zeer goed ernstig overwogen welk woord wij, in den verzoenenden geest, waarin wij voor onze ge dachten het punt van uitgang kozen, hier over zouden schrijven. Dat woord kan niet zijn een woord van volle aanbeveling. Gaarne erkennen wij, dat in de beide dee- len van het wetsontwerp niet voorgesteld wordt uitzondering8recht, maar gemeen recht. Gaarne ook, dat do opvatting, als goldt het hier aanvulling van werkelijke leemten in onze strafwetgeving, verdedig baar is. Maar noc-h de eeno nodndo andere opmerking maakt do quaestie uit. En zeer zekor kan dc waardeering van elfc der dee- len van het ontwerp uiteenloopen. Zoo althans gaat het ons. Onze bozwaren gelden niet behoudens wijziging de uit breiding van hot delict van ongeèorloofden dwang tot grooter bescherming der vrijheid; maar wel de strafbaarstelling van dienstwei gering, thans cn zoo." In een tweede artikel geeft de Nieuwe Rotterdams che Courant eerst eenigo geschio- denis om aan te toonen, dat cr grond is voor de stelling, dat onze straiwetgever het alge- mcene voorschrift van art 28-1 te eng heeft geredigeerd. Van de toen begane fout worden thans, en zijn al lang, dc gevolgen gevoeld. En zoo is heb gekomen, dat, waar het nu inderdaad overweging verdient om op die fout terug te komen, een voorstel daartoe thans den schijn heeft van iete te wozen, wat altijd be- donkclijk is, een gelegenheidswet. Intusschen worde ook hier nadrukkelijk gezegd cn wordo wel beseft, dat een uitbrei ding van art. 281 toch slechts zijn zou een verbetering van het gcmcone recht, een, die op zichzelf noodig is, cn een, die noodig was van den aanvang af. Wel is in onzen tijd dc vrijheid van arbeid en arbeidsorganisatie er bijzonder mee gemoeid; maar morgen kunnen het andere vrijheden zijn. Wat men do vrijheid van handelen noemt, is altijd betrekkelijk en kan niet anders we zen. Alleen tegen uitersten wake do wet. Dc Minister stolt dit ook in zijn toelichting op den voorgrond. Maar tegen die uitersten te waken, is ook volstrekt plioht. Tyrannic en terrorismo kunnen niet worden geduld. Verbetering van de fout in art. 284 is dus, volgens do Nieuwe Rotterdamsche Courant aannemelijk, maar dc verbetering hoefde al leen deze te zijn, dat voor de woorden „be dreiging rnet geweld", in het artikel zelf gesteld.wordo „bedreiging Het noemen van hinder en overlast in het geheel nieuwe artikel van den Minister, acht do Nieuwe Rotterdamsche Courant echter niet aannemelijk. Dio uitdrukkingen zijn zoo slap en rekbaar, dat er bijna alles onder zou kunnen worden gebracht. Wat de strafbaarstelling an dienstweige ring door ambtenaren of daarmee 'gclijkge- stclden betreft, merkt het blad op, dat zon derling genoog onzo strafwet over de plicht verzaking van den ambtenaar zwijgt, met een enkelo uitzondering. Bij do samenstel ling van het Wetboek van Strafrecht had- men. hiermee rekening mooten houdon, dat is niet geschied. Moet nu en op deze wij zo de schade worden ingehaald „Do tijden zijn nu andere, dc verhoudin gen cn de opvattingen zijn nu andere. Heb dienstbetoon van ambtenaren, beambten en werklieden in publieken dienst of in een dienst als het spoorwegverkeer moet berus ten op vastheid van rechtsverhoudingen; op billijko voorziening in belangen, op recht vaardigheid cn waardeering in do behande ling; op erkenning van wat gezag en lei ding moet geven eenerzijds en op mede-er kenning van rechtmatigen invloed van do organisaties onder hen, die dienen, aan den anderen kant op onderling vertrouwen en op de zekerheid, dat, waar conflicten rijzen, dio zullen worden uitgemaakt in onderling overleg of door onpartijdige rechters of scheids rech te rs Wanneer zulke voorwaarden van dienst verhouding er zijn, dan stelle do wetgever strafbepalingen tegen dienstweigering daar tegen in. Maar dan zal ook zijn wetgevend woord den indruk maken als het woord van een, dio voor allo belangen in billijkheid op komt en die allen beveiligen wil tegen do booswilligheid van enkelendan zullen er geen massale stakingen zijn." voor baar. Ik heb haar meermalen gelil ge zonden. Ik kan dus niet denken, dat 2y zoo schandeiyk ondankbaar zou zyn, om my aldus te belasteren." „De mensch is ondankbaar!" leeraarde de graaf. „Ik weet biervan voorbeelden. Ik ken o. a. eon vrouw, die, toon zy nog een arm meisje was, een man dwong haar te trouwen, en die, nadat zy het weinige geld, dat hy bozat, had opgemaakt, dien man verliet, ziek on geruïneerd, aan deagonade van een schurk van een huisbewaarder, die hem beroofde ea veronachtzaamde on hem deed sterven vóór zyn tyd!" Lady Denvers hield zich slechts met moeite Btaande. Tovorgeefs trachtte zy kalm to spreken, maar haar ontroering verhinderdo haar dat. „Gy hebt slechts een leugenachtig verslag gehoord van de geheole zaak," riep zy met schorre stem „Ik zou den persoon wel eens willen zien, die u zoo slechi beeft ingolicht." „Verlangt go werkelijk don persoon te zien on to spreken?" „Ja, ja," kwam het van de bevende lippen der vrouw. „Zog my, waar ik heen moet om hem te vinden 1" „Ge hoeft nergens heen le gaan. Wacht slechts een oogenblik," antwoordde de graaf, terwyi hy op een electrische 6chel drukte. Onmiddeilyk verscheen Toothy. „Breng den man hier!" beval de graaf. Olga vond haar koelbloedigheid terug. Was 09 bevrusto persoon een man, dan bestond er voor haar geen gevaar. Zy bad alleen verraad t-e vreezen van een vrouw, de vrouw van den concierge, de door haar betaalde medo- plichtigo. Do vreugde over deze ontdekking jleed haar bloed naar haar gelaat terugkceren. Ook haar moed keerde terug. Al hetgeen de graaf gezegd had, was slechts gissen geweest. Zy naderdo den graaf, maar juist op dit oogenblik kwam Toothy hot vertrek binnen. Hy had een man aan de band, wiona onge schoren gelaat, ongekamde haren, wiens ge scheurde, afgedragon kloederen on kapotte schoenen aan oen of anderen bedelaar deden denken. „Kom binnon," zei de graaf vroolyk. „Er is hier een dame, die zeer verlangend is je to zien." De man strompelde eenigszins onzeker do kamer binnon. „Daar ie zy! Zy zou gaarne met u sprekonl" Toen hief de man voor het eerst het gryze hoofd op, zyn mot bloed doorloopen oogen richtton zich op lady Denvers. En dezo, toen zy dit gelaat zag, onder het licht van de electrische lamp, stormde voorwaarts, blind, onzinnig als een opgejaagd dier, dat nergens moer uitkomst ziet en de handen uitstrekkonde, viel zy voorover op don grond ondor den kreet: „Dokter Finch!" XXXV. Het ongeluk in het laboratorium. „Mevrouw Brett is aangekomen l" riep Toothy op dit oogenblik, ev&n ongevoelig voor do adeliy ke weduwe, die daar bewusteloos op den vloer lag uitgestrekt, als voor don man, haar echtgenoot, die daar by zyn weder- gevonden vrouw lag neergeknield en al de regelen van zyn wetenschap aanwondde, om haar weer tot bowustzyn te brengen. „Zy moet zoolang wachten, dat is all" antwoordde Rudin in antwoord op Toothy's mededeeling. Toothy's oogen blonken met een eigenaardig vuur, als zy do richting van die van zyn motgozol volgden. „Ik geloof, dat ge wel belooDd zyt voor de jaren waclitens, die achter ons liggen?" zei do jongen op gedempten toon. De graaf grimlachte. „Had zy my daar straks niet zoo schandoiyk voorgelogen, ik geloof, dat ik bot zelfs nu nog nlot gedaan zou hebben, ofschoon ik sinds jaron op dezen dag der vergelding gewacht heb en gy zoo knap waart, doktor Finch uit te vindon!" „Ik ben verheugd, dat gy my ten minste toestond dit te doen," hernam Toothy. „Het was jouw gohoolo stroven l" ant woordde Karovan. „Je bent een dwaas, Rudin, want ik bomerk, dat gy baar nog bomint." Een zucht van do bezwijmde vrouw on oen kreet van vreugdo en vei lichting van den kniolenden man verhindordon vordore conversatie. „Zy komt byi Olga! Olga! Zyt gy beter?" riep Finch. Olga zat overeind, als eon ïyk zoo bleok. Mot een blik vol afschuw beschouwde zy dezen spookachtig uitzlendon man. „Ik dacht, dat ge dood waart," kwam het van haar grauwo lippon. „Ik weot, dat gy dit dacht, Olga, liovoüngt Maar ik woet ook. dat go my beschouwde als een hinderpaal op uw levenspad, on daarom bewoog ik do vrouw van den concierge, ten kosto van den laatstcn frank, dion ik bozat, u in dit geloof to laten, want ik vreesde, datdat gy my anders zoudt haten." Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 5