No. 13199 LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 4 MAART. - TWEEDE BLAD.
Anno 1903
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Het is begrijpelijk, dat do Minister ge
prikkeld is door het gezwete van velo drij
vers. Maar do wetgevende orgauen moesten
tegen dergelijke prikkeling bestand zijn.
,,Een wet als de voorgesteldo thans zou,
naar wij vreezen, do psychische genezing,
die noodig is, bemoeilijken voor heel lang.
Er zijn te veel billijko grieven en misstan
den on wanverhoudingen. Op zulk een bo
dem maakt een harde wetgever niet don in
druk van rechtvaardig to zijn.
Doch herhaling van staking moet worden
geweerd. Ongetwijfeld. Zoo iete mag geen
tweeden keer gebouren. Maar het zal niet
gebeuren op don weg, dien wij aanbevelen.
Zeker ia daan-oor meer persoonlijke bemoei
ing noodig. Maar personen zijn altoos
machtiger geweest dan wetten. En zou van
doze wot, wij vragen niet alleen innerlijke
kracht, maar zolfs zou er uitwendige macht
van uitgaan? Die geroepen zijn tot oordee-
lon, ovorwegen ook dat."
De Middelburgsche Courant begroet- met
ingenomenheid de voorgestelde enquête, die
ochtor met voortvarendheid zal moeten ge
schieden. Het oprichten van een 6poorbri-
gado heeft zeker zijn goodo zijde, merkt dit
blad verder op, maar zulk een brigade mag
niet worden een middel om de andere partij
to veel te schragen in haar verzet om tege
moet te komen aan gegronde grieven
Dit vreest de Middelburgse/ie Courant
zeer van de voorgesteldo strafbepalingen en
zij meent, dat hot beter ware geweest- on
minder uitdagend voor do betrokken perso
nen, wanneer do Regeering zich vooreerst
alleen bepaald had tot do twee ontwerpen
betreffende do brigade en do enquête en dan
had afgewacht wat de laatste aan het licht
bracht.
Prof. Do Louter verklaart zich in het
Utrechtsc/i Dagblad voor de <r nneming -der
drie ontwerpen.
Do schrijver noemt do voorgestelde wijzi
gingen van hot Wetboek van Strafrecht
hoogst gematigd.
Art. 284bis eerbiedigt lodens persoonlijke
vrijheid; dooh belet, dat hiervan misbruik
wordt gemaakt- om die van snoeren aan te
randenHet- ia een eenvoudig en rcoht-
strceksoh postulaat van do Bxmmloving
zelve, welke onbegaanbaar is zonder wedor-
keerige beperking van elkanders bandeloos
heid. Theorie en praktijk, wijsgeoren on
staatslieden, hebben eenparig de noodzake
lijkheid hiervan erkend. Hot stilzwijgen on
zer Strafwet ia slechte verklaarbaar door
hot ontbreken eener aanleiding om dozen evi-
dentan plicht onder de hoede dor Strafwet
te stellen. M-.-n kan intuasdien vragen, of
hinder cn overlast duidelijk genoeg begrens-
do begrippen zijn om elke verkeerde toepas
sing te voorkomen: bijv. of arbeidors, die
dooi* onophoudelijke klachten of onvoorzie
ne werkstakingen den ondernemer pogen te
dwingen om hoogor loon of korter arbeids
duur toe te stam, niet binnen liet bereik
van dit artikel kunnen worden getrokken cn
mitsdien tegen de verklaring der regccring
ook werkstakingen in do particuliere nijver
heid strafbaar worden gestold. Of hot woord
wederrechtelijk dergelijko interpretatie uit
sluit, laat ik gaamo aan criminalisten over.
Art. 358bis e. v. breekt niet het dogma der
onontvamkelijkhoid van een strafrechtelijk
govolg, verbonden aan hot verbroken van
een oi'vicl contract; doch alleen ton aanziou
van bot- openhaar spoorwegverkeer, dal hier
met don publieken dienst wordt gelijkge
steld. onverschillig of het in handen van
don Slaat of van bijzondoro maatschap
pijen berust Wie dit dogma met mij als een
verouderd vooroordeel beschouwt, zal de ge
matigdheid der voordracht volmondig erken
nen; ja, met recht kunnen beworen, dat liet
dogma onaangetast blijft, maar door een
eenvoudige reohtsfictio een enkel geval
daaraan onttrokken on met den publieken
dienst op óóu lijn wordt gestold. Immers
dat hier plichtverzaking strafbaar is,
spreekt vanzelf. Men kan zich slechte ver
bazen, dat dit elementair liegineel in onze
Strafwet ontbrak; een bewijs van de onge
ëvenaarde rust onzer vadorlandsdho toestan
den en instellingen.
Dc Nederlander betoogt Gcgonover de Znt-
phcnsche Courant, dat hier van aantasting
van pocht geen sprako is. Staking mot in
achtneming van don bod tuigen termijn is hot
recht dor arbeiders. Dat nacht blijft onverlet
cn onverkort overeind staan. Er is nie
mand, die er een hand naar uitsteekt. Maar
staking binnen dion tormijn is contract
breuk. Dat is onrecht. Dat wordt- niet on
recht-, maar dafc is het nu reeds. Dit is van
christelijke zijde immer on altijd zoo bo-
weord, on het- blad wacht nog op hot betoog,
dat dit komt weerleggen. En nu meent do
Rcgeoring, dat dit onrecht, zoo het gepleegd
wordt door spoorwegpersoneel, wegens do
ontzaglijke sooialo belangen voor alle ran
gen on stonden der samenleving, die er door
geschaad worden, behoort strafbaar gestold
te worden.
Do Provinciale Groninger Courant stolt
zich voor, ieder dor onderdeden van het
v o o r s t o 1 tot Grondwetsherzie
ning der vrijzinnig-domocratischo Karncr-
groop to zijner tijd in bijzonderheden ter
spraak cn ter toets to brengen, maar zij wil
reods nu een eersten indruk van voldoening
over en instemming met do hoofdgedachte
niet terughouden. Do lijn, waarin zich liet
voorstel beweegt, komt haar do juiste voor
cn in hoofdzaak juicht zij den inhoud vat
harto toe.
Zeker kan niet bowccrd, zoo betoogt het
blad. dat de voorgedragen regeling onbe
kookt of bedenkelijk radicaal is uitgeval
len, of dat men do finale oplossing togen
dezen prijs te duur koopt.
Op het eerste gezicht schijnen do wijzigin
gen, die in de samenstelling der Eorstc Ka
mer worden voorgedragen, bij uitstek revo-
lutionnair. Maar anders wordt het oordeel,
als men or op let, dat dit gedocllo van het
voorstel in hoofdzaak is overgenomen uit
liet advies, dat bij do voorbereiding dor
Grondwetsherziening van 1387 aan den Ko
ning is uitgebracht door do hoeren Dc Gcc-r
on Lokman. Deze leden dor Staatscommis
sie rieden reeds in die dagen do leden dor
Eerste Kamer to doen kiezen door dezelfdo
kiezers, die do loden dor Tweede Kamer aan-
wijzen, doch conigszins anders, bij voor
beeld provinciesgewijs, gegroepeerdvoorts
om wol de verkiesbaarheid te beperkon,
maar daarbij niet alleen op gold te letton cn
ook andere omstandiglkcden ,,als leeftijd,
bediening, landbezit, industrie" in aanmer
king te nemen. Welnu: naar dit patroon
hebben do negen mannen hun Eerste Kamer
gemodelleerd. Misschien zijn zij hierbij wat
to ver gegaan wij zouden bij voorbeeld
meoncsn, dat in elk geval do leeftijd van do
kiezers voor do Eerste Kamer eon andzre
moet wezen dan dio dor kiezors voor do
Tweede Kamer en dat wellicht uog een en
kele andere waarborg noodig is om Ln dezen
lak der vertegenwoordiging een voldoe"d
bolwerk te vinden tegen den volkswaan ve>
êén kiesdag en onderdrukking der minder-
beid maar zeker kan ook van dit deel van
hei voorstel, gegeven het voorbeeld, waar
naar liet is gefatsoeneerd, niet gezegd wor
den, dat het den boog te sterk spant.
En de politicise ontvoogding der vrouw?
Het zou do Provinciale Groninger Courant
niet verwonderen, als hier vooral de wou
doplek van het voorstel lag, als op dil go-
declte er van het geschut bij voorkeur word
gericht. Toch zijn. zegt liet blad, ook hier
weder dc voorstellers niet gegaan door dik
o.n dunhebben zij het oog open gehad voor
bedenkingen en bezwaren. Schoon zelve a
genoigd het- kiesrecht voor de vrouw even
algemeen te aanvaarden als voor den rrnn,
laten zij de mogelijkheid open heb voor de
zwakke sekse in meerdere tempo's door to
voeren, of aanvankelijk haar kiesbevoegd
heid voor do gemeenteraden to regelen op
ruimer schaal dan voor de andere vertegen
woordigende lichamen.
De ArnhenisrJtr Courant, het voorstel be
sprekende, zegt daarvan onder meer:
Dat op het oogonblik de kans van slagen
mot deze poging tot Grondwetsherziening
groot is, voorzeker zal niemand dit in ernst
golooven cn allerminst zullen de voorstellers
zelf zich in dit opzicht aan illusies overge
ven. Maar dat dit voorstel den stoot tot dio
herziening zal geven, geliik in 18-11 ,,bot
voorstel der negen mannen" tot de herzie
ning van 1848 cn later de adviezen der mi-
Het weekblad De Amsterdammer betitelt
de wetsontwerp en der Regeering
als ,,gclegemheidswetjcs".
Hot blad verklaart zich niet ingenomen
met liet denkbeeld van de benoeming van
een Sta-atscomm i si e, die langzaam zal wer
ken en voor een bovordcrings- en loonquacs-
tie wat in deze do hoofdzaak uitmaakt
toch ook niet gewenscht is. Bovendien:
„Waarom komt de Regeering nu juist met
deze Staatscommissie, waar een motie aan
hangig ia van mr. Fokker oven* spoorweg-
naasting, wolke eerstdaags behandeld moe»t
worden Wat doet men met die Staatsoom-
missie en met een deel der nu voorgestelde
dwangwet-bepaLingonals dc Kamer zich bij
meerderheid van stemmen voor Staatsexploi
tatie verklaart? En zou hot Herstel van rust
en orde niet veel zekerder zijn, als hot land
en do hoofdstad, bij de blijde mare van een
toekomstige Staatsexploitatie dor spoorwe-
gen, do troepen cn oorlogsschepen zag af
trekken, dan door het inderhaast, en als wil
de het Gezag zich wrekendoorefccorctn van
straffen, die onder het Neder]andsdie werk-
volk do reeds beetaando spanning moeten
.vermeerderen.?"
Van de aanbeveling van do voorgestelde
aanvulling van het W. v. S- zegt het blad:
„Dat die troepen on oorlogsvaartuigen
noodig waren om dc natie liet gevoel van
zekerheid to geven, en verdere gruwelen als
van Durgerdarn bc voorkomen", liet is eon
onoprechtheid, in 's Ministers rede, welke
doder in het oog moet springen. Dergelijke
kloppartijen blijven hier en daar dreigen,
zijn steeds mogelijkmet het oog daarop
zou men dan wel voortdurend de lichtingen
in dienst kunnen houdenNeen., de Minis
ter begrijpt zeer good, dat waar hij aan alle
werklieden ,,in cenigen openbaren dienst"
hot stakingsrecht ontneemt, on daarenboven
don arbeid van bon, die door dc georgani-
seerden als „onderkruipers" worden aango-
duid, door kraaso wötobcpalingon wil be
schermen, er onder dc work lieden een felle
geesb van tegenstand moet worden gewekt.
„Wij gölooven, dat de Regeering hierme
de zich op don verkeerden weg bevindt. De
intimidatie is niet lo voorkomen. Niet al
leen in ocos land, maar do gaheole beschaafde
wereld door, hebben do arbeiders ingezien,
dat hun actie lam geslagen zou zijn, als zij
eidi onthielden van den patroon tot oisch
te stel Ion alleen mot georgianiseerden te wer
ken; on doze conditio sine qua non voor het
slagen nummer arbeidsboweging leidt natuur
lijk tot velerlei handelingen, waarvan zij
zolf het wederrechtelijke» niet gevoelen. Te
trachten hun, in dozo dagen, dat gevoel door
do rechtspraak bij te brengen, het is een lio-
poloos werk. De tlnins geldendo wet heeft
tot dusverre nog middelen genoeg gegeven
om do a-rij head vain arbeid, voor zoover dio
in een zich steeds meer arganiseoronde arboi-
dersworeld mogelijk is, te handhaven...
Wio hierin mot nieuwen dwang wil optre
den, komt bedrogen uit. Wol kan rticn door
zulk een wctsverschorping cenige minder
voorzichtige arbeiders ongelukkig maken,
maar dat don zoogenaamden „onderkrui
per" hiermede een grcdntjo meer geluk zal
worden gesdhonkon, wio die zich op clc
hoogte heeft gesteld van don toestand, waar
in do togenwoordigo arbeidersbeweging zich
bevindt, zal dit durven aannemen V'
En ton slotte sdnrijft liet Weekblad dezen
raad neer:
„Daarom: brengt toch niet, onder den
druk van militair vertoon dergelijke wet
ten tot stand. Bedenkt waaraan gij root zulk
een drijven liet land, cn vooral, de hoofdstad
waagt.
„Rust is noodig! Komt liever mot verzoe
nende doelen Al wat reactionair ie, straft
zichzelf; vooral in een tijd als do onze, wahr-
in, bij hoeveel fouten or ook zijn aan te wij
zen... do arbeiders voortschrijden in do
richting van krachtiger organisatie en van
ccn meer mcnschwaardig bestaan".
In een eerste artikel ever de drio Rcgce-
ringsontwerpen schrijft do Nieuwe Hotter-
damsnhc Courant:
„Wat een zuiver inziohb in den toestand
zoo moeilijk maakt, een verstandig kiezen
Het geheimzinnige huis.
44)
„Gy hebt dus dien armen, vorliefden dwaas
nooit liefgoliad, zijn dood, dio u ln staat
stelde met Sir Hugh Ben vers to trouwen,
nooit betreurd?"
„Nooit 1" riep Olga, meenonde den graaf
nu overtuigd te bobbon. Dit geloof word door
de volgende vraag evenwel wreed verstoord.
„Gij waart reeds verloofd met Sir
Hugh Denvers vóór ge het bericht ont-
vingt van het overlijden van uw echtge
noot 1"
Lady Denvers sloeg dc oogen neer en on
willekeurig kwam de gedachte bij haar op:
„Hoeveel zou hij weten?"
„Ben ik niet goed ingelicht, hM" kwam
het ironisch van zijn lippen.
Olga's goheele wozen wam in opstand.
Iedere zenuw in haar trilde. De ontroering
benam haar bijna do spraak.
„Waarom vraagt go mij dit allca?" vroeg
zij hecsch.
„Omdat ik geruchten gehoord heb cn ik
wil do waarheid weten.
„Ik zal u de waarheid vertellen, Rudin.
Als ge mij geloovcn wilt, zal ik u alles ver-
tellen Alles!" herbaalde zij, terwijl zij haar
kleine, slanke hand op zijn arm logde.
„Spreek op dan!" zei de graaf somber.
„Nooit beminde ik iemand andere dan u,
Rudin," begon zij mot melodieuze stem.
„Ik ontmoette James Finch een jaar vóór
ik Wj kwasa. Ea hoewel hij acij bod ee.
van middelen tot herstel zoo kritiek, dat
zijn de complimoncaties.
Daar is verkcersverstoring en onrecht be
gaan, maar met relfbeheersching en in het
gevoel, dat, men recht had. Daar is overmoe
dig opgetreden, maar de uitslag heeft
den overmoed tot machtabcscf opgevoerd.
Daar ia een onmiskenbare macht ontwik
keld, en tooh was het maar een macht, die
belommeren, niet een, die opbouwen kon.
Daar worden thans grieven gesteld, maar
die grieven hebben een diepen ondergrond,
zij groeiden al lang en zitten nu vaat. Oude
zonden cn oude verwaarloozing hebben zich
opeens gewroken. Ook onredelijke en
overrdrovon oisohen worden uitgesproken,
maar daar worden almee dingen ge
vraagd, die al lang hadden moeten
zijn aangeboden. Daar zijn leemten in do
wetgeving aan het licht gekomen, maar heb
is dc vraag of het nu de rechte tijd van
voorziening is. Dc overmoed der leiders
heeft den wetgever bedreigingen voorgehou
den, waarvoor een wetgever niet wijken mag,
maar het zou kunnen zijn, dat hij, hoezeer
zelfstandig beslissend, den schijn van te
wijken zioh zou moeten getroosten. Daar
zijn leiders, wien men de hand moet reiken,
cn daar zijn or, wien men den rug heeft toe
te keeren. Daar zou nog meer te onderschei
den vallen, doch het genoemde zij genoog;
er zijn „complicaties". Bij zulk een toestand
nu is lioht een hard ingrijpen mogelijk, dat
gezonde organen irriteert; cn is licht een
zacht behandelen mogeb'jk, dat kwaadaardi
ge woekeringen spaart.
De hoogste geneeskunst is noodig. Het
blazen uit den revolutionairen hoek is ge
makkelijk en het blazen uit den conservatie
ven hook is het niet minder. Maar het een en
het ander verergert do kwaal. Onder inti-
midabio kunnen wij niet voortleven; en on
der gesmoorden wrok kunnen wij het even
min. Verzoening moet worden gevonden, en
hot besef, dat het zoo moet, behoort to wor
den gewekt in alle kringen. Dit is de eenige
grondslag, waarop het voortleven mogelijk
zal zijn."
Daarom begroet hot blad met grootc sym
pathie het wetsontwerp tot het instellen van
een enquête-commissie.
„Een enquête dus cn een kleine commis
sie, die met kracht kan werken cn met
spoeddio /.al hebben te onderzoeken met
vastheid cn met rustige onbevangenheid
een commissie, zóó samengesteld, dat zij on-
middollijk vol vertrouwen wokke aan allo
zijden.
Want zij zal meer hebben te zijn dan ccne,
die kennen cn weten wil. Zij zal mede door
baar zeggen en doen de verzoeningskiemon
kunnen leggen, waarvoor wijze cn goede
mannen de plaats weten te vinden.
Zij zal ook hebben „te overwegen, welke
wijzigingen in rechtsverhoudingen cn arbeids
voorwaarde n gewenscht zijn te achten cn des-
vcrcischt voorstellen hebben te doen om zul
ke wijzigingen op don meest doel tref feilden
voet in te voeren en voor de toekomst te
waarborgen."
Dit tweede deel van de opdracht zal even
onmisbaar zijn als het eerste. Het is nu niet
dc tijd om vooruit te loopen op wat de ver
vulling van dit deel der taak brongen zal.
Maar wanneer wij reods in het verschiet
zien naast staatsexploitatie dan of par-
iiculicrc do erkenning, de raadpleging,
de medewerking zelfs van personeel-organi-
sat'.cs en do beslechting van geschillen
door scheidsgerechten, dan gevoelen wij
meer te zien dan een illusie.
Dit uitnemend wetsontwerp hobbe dan bij
de behandeling den voorrang. Al draagt bet
waarschijnlijk toevallig van de drie het
laal.sto nummer in de volgorde der Kamer
stukken, hel zij het allereerst- in de ordo van
afdoening."
Het ontwerp betreffende de oprichting
van een spoorweg brigade bespreekt de Nieu
we Rotterrdamsche Courant niet: „bet
spreekt voor zichzelf. Gouverner c'est pré-
voir."
De moeilijkheid is gelegen in het derdo
ontwerp, meont het blad en het zegt daar
van
„Door sommigen werd liet gemakkelijk als
„dwangwet" uitgekreten; door anderen snel
als „noodwet" aangeprezen. Wij hadden niet
aanstonds ons gevoelen gereed cn hebben
smeekte zijn vrouw te worden, heb ik hier
aan nooit een oogenblik gedacht. Niette
genstaande dit schreef hij mij voortdurend
zoolang ik in uw huis verkeerde, mij al
door zijn liefde betuigende en mij voorstel
lende met hem to huwen. Ik evenwel heb
nimmer zijn brieven beantwoord, en boen
ik horn eindelijk ontmoette, bij toeval..."
„Bij toeval?" herhaalde haar metgezel
mechanisch als een phonogra-af.
„Geheel bij toovalvolhardde Olga, in
wendig verheugd over den schijnbaren in
druk, dien haar woorden op haar vroege-
ren beminde maakten.
„Gij hebt hem dus nooit geschreven, hoe
sleoht ge behandeld werdt door mij en door
Sonya? Gij hebt hem nooit gesmeekt, bij
do liefde, die hij voor u koesterde, u to
verlossen van do gruwelijke monstcre, bij
wie gij inwoon dot?"
Ieder woord, dat- zij toen geschreven had,
hoorde zy nu van do lippen van haar pfjniger.
Olga's gelaat was wit als krijt.
„Ik dacht, dat gy roy gelooven zoudt,
Rudin?" rlop zy uit met angstvolle stem.
„Dat zal lk als ik kanl" was het
grimmige antwoord.
„0, doe hot 1" fluisterde zy. „Ik kan u
geen onwaarheid zeggen, als lk weet, dat go
my gelooft!"
„Ja, weet ge, Olga! Ik heb zoo'n geheel
ander verhaal van de gebourtenissen gehoord."
„Van wien?"
„Tan Iemand, die by alles tegenwoordig
was!"
„0, toch zeker niet van do vrouw van den
concierge?" vroeg Olga.
„U raadt het volkomen. Niet van de vrouw
van den concierge 1" was hot rustige antwoord.
jDat k&sn eek slot, want ik was zeer goed
ernstig overwogen welk woord wij, in den
verzoenenden geest, waarin wij voor onze ge
dachten het punt van uitgang kozen, hier
over zouden schrijven.
Dat woord kan niet zijn een woord van
volle aanbeveling.
Gaarne erkennen wij, dat in de beide dee-
len van het wetsontwerp niet voorgesteld
wordt uitzondering8recht, maar gemeen
recht. Gaarne ook, dat do opvatting, als
goldt het hier aanvulling van werkelijke
leemten in onze strafwetgeving, verdedig
baar is. Maar noc-h de eeno nodndo andere
opmerking maakt do quaestie uit. En zeer
zekor kan dc waardeering van elfc der dee-
len van het ontwerp uiteenloopen.
Zoo althans gaat het ons. Onze bozwaren
gelden niet behoudens wijziging de uit
breiding van hot delict van ongeèorloofden
dwang tot grooter bescherming der vrijheid;
maar wel de strafbaarstelling van dienstwei
gering, thans cn zoo."
In een tweede artikel geeft de Nieuwe
Rotterdams che Courant eerst eenigo geschio-
denis om aan te toonen, dat cr grond is voor
de stelling, dat onze straiwetgever het alge-
mcene voorschrift van art 28-1 te eng heeft
geredigeerd.
Van de toen begane fout worden thans, en
zijn al lang, dc gevolgen gevoeld. En zoo is
heb gekomen, dat, waar het nu inderdaad
overweging verdient om op die fout terug
te komen, een voorstel daartoe thans den
schijn heeft van iete te wozen, wat altijd be-
donkclijk is, een gelegenheidswet.
Intusschen worde ook hier nadrukkelijk
gezegd cn wordo wel beseft, dat een uitbrei
ding van art. 281 toch slechts zijn zou een
verbetering van het gcmcone recht, een, die
op zichzelf noodig is, cn een, die noodig was
van den aanvang af. Wel is in onzen tijd
dc vrijheid van arbeid en arbeidsorganisatie
er bijzonder mee gemoeid; maar morgen
kunnen het andere vrijheden zijn.
Wat men do vrijheid van handelen noemt,
is altijd betrekkelijk en kan niet anders we
zen. Alleen tegen uitersten wake do wet. Dc
Minister stolt dit ook in zijn toelichting
op den voorgrond. Maar tegen die uitersten
te waken, is ook volstrekt plioht. Tyrannic
en terrorismo kunnen niet worden geduld.
Verbetering van de fout in art. 284 is dus,
volgens do Nieuwe Rotterdamsche Courant
aannemelijk, maar dc verbetering hoefde al
leen deze te zijn, dat voor de woorden „be
dreiging rnet geweld", in het artikel zelf
gesteld.wordo „bedreiging
Het noemen van hinder en overlast in het
geheel nieuwe artikel van den Minister, acht
do Nieuwe Rotterdamsche Courant echter
niet aannemelijk. Dio uitdrukkingen zijn
zoo slap en rekbaar, dat er bijna alles onder
zou kunnen worden gebracht.
Wat de strafbaarstelling an dienstweige
ring door ambtenaren of daarmee 'gclijkge-
stclden betreft, merkt het blad op, dat zon
derling genoog onzo strafwet over de plicht
verzaking van den ambtenaar zwijgt, met
een enkelo uitzondering. Bij do samenstel
ling van het Wetboek van Strafrecht had-
men. hiermee rekening mooten houdon, dat
is niet geschied. Moet nu en op deze wij zo
de schade worden ingehaald
„Do tijden zijn nu andere, dc verhoudin
gen cn de opvattingen zijn nu andere. Heb
dienstbetoon van ambtenaren, beambten en
werklieden in publieken dienst of in een
dienst als het spoorwegverkeer moet berus
ten op vastheid van rechtsverhoudingen; op
billijko voorziening in belangen, op recht
vaardigheid cn waardeering in do behande
ling; op erkenning van wat gezag en lei
ding moet geven eenerzijds en op mede-er
kenning van rechtmatigen invloed van do
organisaties onder hen, die dienen, aan den
anderen kant op onderling vertrouwen en
op de zekerheid, dat, waar conflicten rijzen,
dio zullen worden uitgemaakt in onderling
overleg of door onpartijdige rechters of
scheids rech te rs
Wanneer zulke voorwaarden van dienst
verhouding er zijn, dan stelle do wetgever
strafbepalingen tegen dienstweigering daar
tegen in. Maar dan zal ook zijn wetgevend
woord den indruk maken als het woord van
een, dio voor allo belangen in billijkheid op
komt en die allen beveiligen wil tegen do
booswilligheid van enkelendan zullen er
geen massale stakingen zijn."
voor baar. Ik heb haar meermalen gelil ge
zonden. Ik kan dus niet denken, dat 2y zoo
schandeiyk ondankbaar zou zyn, om my aldus
te belasteren."
„De mensch is ondankbaar!" leeraarde de
graaf. „Ik weet biervan voorbeelden. Ik ken
o. a. eon vrouw, die, toon zy nog een arm
meisje was, een man dwong haar te trouwen,
en die, nadat zy het weinige geld, dat hy
bozat, had opgemaakt, dien man verliet, ziek
on geruïneerd, aan deagonade van een schurk
van een huisbewaarder, die hem beroofde ea
veronachtzaamde on hem deed sterven vóór
zyn tyd!"
Lady Denvers hield zich slechts met moeite
Btaande. Tovorgeefs trachtte zy kalm to
spreken, maar haar ontroering verhinderdo
haar dat.
„Gy hebt slechts een leugenachtig verslag
gehoord van de geheole zaak," riep zy met
schorre stem „Ik zou den persoon wel eens
willen zien, die u zoo slechi beeft ingolicht."
„Verlangt go werkelijk don persoon te zien
on to spreken?"
„Ja, ja," kwam het van de bevende lippen
der vrouw.
„Zog my, waar ik heen moet om hem te
vinden 1"
„Ge hoeft nergens heen le gaan. Wacht
slechts een oogenblik," antwoordde de graaf,
terwyi hy op een electrische 6chel drukte.
Onmiddeilyk verscheen Toothy.
„Breng den man hier!" beval de graaf.
Olga vond haar koelbloedigheid terug. Was
09 bevrusto persoon een man, dan bestond er
voor haar geen gevaar. Zy bad alleen verraad
t-e vreezen van een vrouw, de vrouw van
den concierge, de door haar betaalde medo-
plichtigo.
Do vreugde over deze ontdekking jleed haar
bloed naar haar gelaat terugkceren. Ook haar
moed keerde terug. Al hetgeen de graaf gezegd
had, was slechts gissen geweest.
Zy naderdo den graaf, maar juist op dit
oogenblik kwam Toothy hot vertrek binnen.
Hy had een man aan de band, wiona onge
schoren gelaat, ongekamde haren, wiens ge
scheurde, afgedragon kloederen on kapotte
schoenen aan oen of anderen bedelaar deden
denken.
„Kom binnon," zei de graaf vroolyk. „Er
is hier een dame, die zeer verlangend is je
to zien."
De man strompelde eenigszins onzeker do
kamer binnon.
„Daar ie zy! Zy zou gaarne met u sprekonl"
Toen hief de man voor het eerst het gryze
hoofd op, zyn mot bloed doorloopen oogen
richtton zich op lady Denvers. En dezo, toen
zy dit gelaat zag, onder het licht van de
electrische lamp, stormde voorwaarts, blind,
onzinnig als een opgejaagd dier, dat nergens
moer uitkomst ziet en de handen uitstrekkonde,
viel zy voorover op don grond ondor den
kreet: „Dokter Finch!"
XXXV. Het ongeluk in het laboratorium.
„Mevrouw Brett is aangekomen l" riep
Toothy op dit oogenblik, ev&n ongevoelig voor
do adeliy ke weduwe, die daar bewusteloos op
den vloer lag uitgestrekt, als voor don man,
haar echtgenoot, die daar by zyn weder-
gevonden vrouw lag neergeknield en al de
regelen van zyn wetenschap aanwondde, om
haar weer tot bowustzyn te brengen.
„Zy moet zoolang wachten, dat is all"
antwoordde Rudin in antwoord op Toothy's
mededeeling.
Toothy's oogen blonken met een eigenaardig
vuur, als zy do richting van die van zyn
motgozol volgden.
„Ik geloof, dat ge wel belooDd zyt voor de
jaren waclitens, die achter ons liggen?" zei
do jongen op gedempten toon.
De graaf grimlachte.
„Had zy my daar straks niet zoo schandoiyk
voorgelogen, ik geloof, dat ik bot zelfs nu
nog nlot gedaan zou hebben, ofschoon ik
sinds jaron op dezen dag der vergelding
gewacht heb en gy zoo knap waart, doktor
Finch uit te vindon!"
„Ik ben verheugd, dat gy my ten minste
toestond dit te doen," hernam Toothy.
„Het was jouw gohoolo stroven l" ant
woordde Karovan.
„Je bent een dwaas, Rudin, want ik bomerk,
dat gy baar nog bomint."
Een zucht van do bezwijmde vrouw on
oen kreet van vreugdo en vei lichting van
den kniolenden man verhindordon vordore
conversatie.
„Zy komt byi Olga! Olga! Zyt gy beter?"
riep Finch.
Olga zat overeind, als eon ïyk zoo bleok.
Mot een blik vol afschuw beschouwde zy
dezen spookachtig uitzlendon man.
„Ik dacht, dat ge dood waart," kwam het
van haar grauwo lippon.
„Ik weot, dat gy dit dacht, Olga, liovoüngt
Maar ik woet ook. dat go my beschouwde
als een hinderpaal op uw levenspad, on
daarom bewoog ik do vrouw van den concierge,
ten kosto van den laatstcn frank, dion ik
bozat, u in dit geloof to laten, want ik
vreesde, datdat gy my anders zoudt
haten."
Wordt vervolgd.)