Voor Amateur-Photografen. ALLERLEI. RECEPT. mocratische arl>eiderspartij aangesloten ver- eenigingen in dienst mag hebben, en mijn yr^uw en k:deron ze- den hun leven iditw acker zijn. Ik rijd niet Ik verd.. het. He Stat.ionsohof {vriendelijk): Maar ei aeeft mij geen enkel telegram bereikt, waaruit blijken zou dat een staking aan den spoorweg is uitgebroken De Machinist: Ik heb met dienstte» legrammen niets te makenIk heb geen be richt van het Partijbestuur, dat er geen staking iser zou dus staking kunnen wezen. Ik rijd niet. De Stationschef: beleefdAls u u nog eens wildet bedenken 1 Do Machinist: Als een lid van het Partijbestuur der S.-D. A.-P. het mij gelast, sal ik vertrekken. De Stationschef (tot het publiek): Is er wellicht een lid van het Partijbestuur der S.-D. A.-P. in den trein 1 (Tot den Machinist): Er komt geen ant woord er schijnt geen lid van het Partijbe stuur aanwezig te zijn. DeMaohinist: Ik verwacht alleen or ders van het Partijbestuur der S.-D. A.-P. Do Stationschef: Mijnheer de Ma chinist, ik moet uw besluit eerbiedigen. Maar mag ik mij een vraag veroorloven: is H niet woonachtig in Utrecht? (De Machinist knikt toestemmend). De Stationschef: Dan mag ik, Mijn heer de Machinist, wellicht de opmerking Wagen, dat het u, Mijnheer, misschien per soonlijk aangenamer zou kunnen zijn, uw taak in Utrecht neer te leggen. U zoudt dan thuis kunnen slapen, terwijl n hier allicht •en logement zoudt moeten opzoeken, wat toch altijd zijn bezwaren heeft De Machinist (krabt zich achter het oor): Ja, hm. Ik weet niet 01 het Partijbe stuur...... Maar ik zal het er dan tnaar op wagen. De Stationschef (met een diepe bui- ping): Mijnheer de Machinist, ik ben u zeer .verplicht De trein vertrektzuchtend, met een slak kengang na een vertraging van 55 minuten. De Stationschef kijkt hem zuchtend na. (Ontleend aan het Utrechtsch Dagblad). Medegedeeld door J. Janssenfirmant der firma Janssen Co., Photo-Artikelen, Leiden). StandouiwlkkeÜDg. De Standontwikkeling wint in amateure- kringen hoe langer hoe meer veld. Ie er sprake van het ontwikkelen van normale en ondergeéxponcordo platen, dan bereikt men zeker met deze methode de beste resul taten. Bij sterke overbelichting echter zul len wij met het gebruikelijke Standontwik- kelingsreoept niets bijzonders verkrijgen. Wij zullen dan beter slagen met een speciaal voor dit doel klaargemaakt ontwikkelaars- recept Dit afzonderlijk geval speelt echter niet zoo'n bcteckencnde rol, daar het zeer twijfelachtig is of men, ook met de beste kunstgrepen, van een sterk overbelichte plaat een bruikbaar negatief kan maken. In ieder geval kan men aannemen, dat een pasbeginneDde door de Standont.wikkeling van zijn opnamen de beste resultaten krijgt. Dat men met Standontwikkeling van elke opname een goed negatief verkrijgt, is eem verkeerd denkbeeld en de negatieven zijn ook met dit proces des te beter al naar de belichting juist is geweest. komt fcri nu, dar» de Stofontwik keling zoo goed werkt, dat die in de prac- tijk nog betrekkelijk zoo weinig wordt uit geoefend Voor de vakphotograaf is do Stand ontwikkeling niet to gebruiken, daar het hem meestal te doen is in den kortst moge- lijken tijd het resultaat eener portret opname te zien. De meer geoefende amateur stelt den eiscli, zijn ontwikkelaar to kunnen leiden, tl. w. z. het karakter van het negatief zoo veel mogelijk volgens zijn eigen wil te lei den. Nu eens wenscht hij het negatief zacht te houden, dan weder acht hij het voor het onderworp geschikter een hard negatief te maken. Om deze speelruimte te kunnen hebben, moet men den ontwikkelaar in twee ge scheiden oplossingen nemen, nam, de ont wikkelaar en de alkali. Om hiermede echter goed te kunnen wer ken, moet men eenige ervaring hebben op gedaan en is het daarom den beginner veel meer aan te raden de Standontwikkeling te gebruiken. De Standontwikkeling biedt hem een ze kere garantie voor het verkrijgen van nor male negatieven, wanneer do belichting ten minste niet al to foutief is. Mij werd meermalen gevraagd: Hoe lang moet ik er de platen in laten? Het is een zeer verkeerd bogrip te denken, dat met deze ontwikkclingsmethodo de platen steeds na een bepaalden tijd klaar zijn en dat zij dus tijdens de ontwikkeling geheel geen contrólo vereischen. Bij de Standontwikkeling is wel degelijk controle vereisohte, alleen is die controle, door het langzaam werken der zeer verdunde oplossingen, niet zoo gedurig noodig. Do ontwikkelingsduur is geheel afhanke lijk van de plaatsoort, de belichting, de ver dunning van den gebruikten ontwikkelaar en vooral ook van de dichtheid, welke men het negatief wenscht te geven. Voor gewone zoowel als Standontwikke ling kunnen vrij Glycin zeer aanraden: Gly- cin 10 gr., Natriumsulfiet 30 gr., Potasch 60 gr., Water 180 gr. Voor Standontwikkeling gebruike men 1 deel der oplossing op 10 tot 15 deelen wa ter. Het nieuwe „Edinol" in verbinding met hydroohmon kunnen wij ook zeer aanbeve len: Water 1200 gr., Edinol (poedorvorm), 2 gr., Hydrochinon 4 gr., Natriumsnlfiet 25 gr., Potasch 00 gr., Broomkali 2 gr. van een 10.-pCt.-oplossing. Toor Standontwikkeling de oplossing met 5 tot 10 deelen water te verdunnen. (Op vragen, onder deze rubriek vallende, rullen inlichtingen gegeven worden, als bijv. over toestellen, ontwikkelaars, enz. Vragon en antwoorden zullen worden opgenomen). Politiek. Bij het interview van een ge vierde actrice: ,,En nog een vraag: In welk jaar is u hm in welk jaar kan ik ver melden hm in welk jaar wenscht u ge boren te zijn geworden?" Sterke zenuwen. Te Rozendaal kocht een Belg een paard. Terwijl hij het dier in den bek wilde zien, beet het 2ijn nieuwen meester den rechterduim geheel af. Alsof er niets gebeurd was, wikkelde de man do verwonde hand in een zakdoek, stak den afgebeten duim in zijn portemonnaio en reed er mee naar huis. Bij de staking. Afgeluisterd op het per ron van het station D. P. te Rotterdam, Za terdagavond 7 uur. Onder de talloozc reizigers, die het ver trek der treinen verbeidden bevond zich ook een stoere werkman van een der groote scheepsreeders te Ylaardingen. Toen bij van dén chef vernam, dat dien avond geen trein meer vertrekken zou, begon hij: ,,En u heeft vanochtend met mij gecontracteerd mij van avond weer terug te bezorgen. Ik moet van daag nog to Ylaardingen zijn." Chef: ,,Ja, mijnheer, maar dat kan nu een maal ">iet." Zeeman: ,,En ik moet te V. zijn. U moet zorgen, dat ik er kom." Chef: „Ja, dat kan wel wezen, maar het eind zal toch wel zijn, dat ge er heen moet loopen." Zeeman: „Dat kan ik niet, want ik heb den heden dag hard gewerkt; en dan moet ik nog 3 cents betalen voor do pont te Vlaar- dingen, en ik heb geen cent op zak." Chef: „Nu, die 3 cents kan ik je nog wel geven, maar zoo kunnen er vanavond nog wel honderden komen, en hun allemaal drie oont geven, dat gaat toch niet, ik kan zo niet van mijn zolen snijden." Zeeman: „Neen, dat zie ik wel, die zijn nog dunner dan de mijne." Een paar heeren, getuigen van dit gesprek, tot elkaar: „Kom. laten we dien armen vent ieder oen paar kwartjes geven." Zoo gezegd, geschiedde. Weldra was de zee man een gulden rijker. Maar hij, ter zijde, achter zijn kand: „Ik ben al lang binnen ToJbleau 1 Ondeugend. Oude en leelijko school juf, in de taalles: „Wat is het voor een t ij d, waarneer ik bijv. zeg: Ik bon schoon Antwoord: „Meor dan volmaakt verleden tdjd. Overtroffen. A. (tot B.): „Kijk eens, ik zie een spin op 't haantje van den toren zitten." B.„Zoo, en ik zae, dat hei beest gaapt en een holle kies heeft!" Mieverstand. Onderwijzer: „Welke bij naam had Klare], de zoon van Lodewijk don Yroman?" Leerling zwijgt. Onderwijzer (op zijn kaal hoofd wijzend). „Nu?" Leerling: „De domme." Haixlh-oorend. Mejuffrouw C. wordt zeer boos als men beweert, dat zij min of meer hardhoorend is. Verleden week was zij gelogeerd bij iemand, wiens buitenplaats gelegen is vlak bij het exercitieveld, waar do kanonnen wo-rden afgeÈchotem, Twintig schoten vielen achter elkaar en bijna onder de ramen van mejuffrouw C., die eerst bij het twintigste riep„Binnen 1" Zo toyi8cli. Koop mooie blanke visch met donker vel, en zoo mogelijk groote stukken. Neem 10 ons voor 6 of 6 personen. De kelen en lippen worden zeer lekker gevonden. Doe de visch in een diepe kookpan, nadat ze frisch ge- wasschen is, en voeg er 5 liter water bij, warm of koud, maar breng het nu vlug ioa den kook, steeds het schuim afscheppende. Wanneer de visch een poos heeft gekookt, doet men er hot water af en doet cr ander water op, nu liefst kokend, doet er een paar laurierbladen bij, wat foelie, (een blaadje), een gesnipperde ui, of men kan dit ook weglaten. Breng het weer aan den kook en schuim het, en als het goed kookt, doet men er een kopje azijn in. Nu laat men het een halfuur zacht koken en laat dan de visch in het water staan tot het op doen. Dien er botersaus met pieterselie bij. Men kan de visch ook stoven in een vuur vast schoteltje, dat men op tafel kan bren gen, zooals sehelvisch, met een glas wijn cr over. Een eigenaardigheid. liet cijfer 9. Dit cijfer heeft de eigenaardigheid, dat men, het met al de cijfers van 1 tot 10 ver menigvuldigende en dan telkens de beide cij fers der uitkomst bijeenvoegende, altijd weer 9 verkrijgt. Bijvoorbeeld: 2x9 18 (I 8 9) 3 X 9 27 (2 -f 7 9)4X9 36 (3-4-6= 9), 0DZ. Naamraadsel. Uit eiken regri wordt een letter gevraagd en de zes lettel» samen wrmen de-* naam van een hooggeplaatst persoon. 1. Ik zit in de knel en niet in de pijn. 2. Ik ben in het zoet en niet in azijn. 3. Gij vindt me in den tand en niet in de kies. 4. Ik ben niet in een storm, maar wel in een bries. 5. Ik zit in de maan, nooit in een ko meet. 6. Zoek mij in een gat, maar niet in een spleet. [Oplossing in het volgend Zondagsblad]. Oplossing van bel Raadsel in het varig Zondagsblad: Muurbloem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1903 | | pagina 12